Post on 29-Jul-2022
MBA MODULE FINANCIERING OPGAVEN EN UITWERKINGEN ASSOCIATIE OEFENEXAMEN 1
deBestSiteStory.nl M 06 24 14 46 79 | E info@debestsitestory.nl | W www.aunikom.nl
1
OPGAVEN EN UITWERKINGEN
OEFENEXAMEN 1 DE ASSOCIATIE
Opgave 1
Voor welke ondernemingen is het Borgstellingskrediet bedoeld?
Het Borgstellingskrediet is uitsluitend bedoeld voor ondernemingen:
a. met maximaal 500 fte’s.
b. die onvoldoende levensvatbaar zijn.
c. die onvoldoende zekerheden aan de bank kunnen bieden.
Het juiste antwoord is c.
Borgstellingskrediet
Banken zijn vaak niet zo happig om aan het midden- en kleinbedrijf een lening te
verstrekken. Zij vinden aan de leningen te veel risico kleven. In dat geval kan een
borgstelling uitkomst bieden.
Bladzijde 84 boek.
Opgave 2
Wat wordt verstaan onder flexibiliteit van de vermogensstructuur?
De mate waarin de onderneming in staat is om …
a. de omvang van het vermogen aan te passen aan gewijzigde omstandigheden.
b. een activapost te vervangen door een andere activapost.
c. haar schulden terug te betalen aan de vermogensverschaffers.
Het juiste antwoord is a.
De vermogensstructuur geeft weer hoe de vaste- en vlottende activa zijn gefinancierd.
Etc…
Bladzijde 68 en 69 boek.
Opgave 3
Op welke ondernemingen is IFRS verplicht van toepassing?
a. alle Nederlandse ondernemingen
b. alle Europese ondernemingen
c. alle Europese beursgenoteerde ondernemingen
d. alle Europese beursgenoteerde nv’s
Het juiste antwoord is c.
MBA MODULE FINANCIERING OPGAVEN EN UITWERKINGEN ASSOCIATIE OEFENEXAMEN 1
deBestSiteStory.nl M 06 24 14 46 79 | E info@debestsitestory.nl | W www.aunikom.nl
2
De IFRS moet worden toegepast door beursgenoteerde ondernemingen.
Bladzijde 161 boek.
Opgave 4
In welke categorie rechtspersonen met betrekking tot de publicatieplicht valt een
rechtspersoon met € 7.000.000 activa, een jaarlijkse netto-omzet van € 7.000.000 en
een gemiddeld aantal werknemers van 55?
a. micro
b. klein
c. middelgroot
d. groot
Het juiste antwoord is c.
Bladzijde 163 boek.
Opgave 5
Wat is het verschil tussen een vennootschap onder firma (vof) en een besloten
vennootschap (bv)?
a. Een vennootschap onder firma is een onpersoonlijke onderneming en een
besloten vennootschap is een rechtspersoon.
b. Een vennootschap onder firma is verplicht om de financiële gegevens te
publiceren, terwijl een besloten vennootschap dat niet hoeft te doen.
c. Bij een vennootschap onder firma zijn alle vennoten hoofdelijk aansprakelijk,
terwijl de besloten vennootschap aansprakelijk is voor zichzelf.
d. De aandeelhouders bij de besloten vennootschap betalen dividendbelasting
over de winst die zij ontvangen vanuit de onderneming, terwijl de vennoten bij
de vennootschap onder firma inkomstenbelasting betalen over de ontvangen
winst.
Antwoord c is juist.
Bij een vennootschap onder firma zijn de vennoten verantwoordelijk voor de
onderneming. Alle vennoten en dus ook eigenaars zijn hoofdelijk aansprakelijk.
Bladzijde 41 boek.
Activa ≤ 350.000€ ≤ 6.000.000€ ≤ 20.000.000€
Omzet ≤ 700.000€ ≤ 12.000.000€ ≤ 40.000.000€
Werknemers < 10 < 50 < 250
gemiddeld
Micro Klein Middelgroot
Indeling m.b.t. vrijstellingen eisen jaarverslaggeving
BW Boek 2 Titel 9
MBA MODULE FINANCIERING OPGAVEN EN UITWERKINGEN ASSOCIATIE OEFENEXAMEN 1
deBestSiteStory.nl M 06 24 14 46 79 | E info@debestsitestory.nl | W www.aunikom.nl
3
Bij een rechtspersoon met rechtspersoonlijkheid gaat een directeur of een andere
medewerker een overeenkomst aan namens de onderneming.
In het laatste geval is het de rechtspersoon die de verplichting aangaat.
Bladzijde 46 boek.
Opgave 6
Van onderneming Ter Haar ziet de balans per 31 december van jaar 1 er als volgt uit:
De onderneming verkoopt een machine met een boekwaarde van € 8.000,-- op 3 januari
van jaar 2 voor een bedrag van € 8.000,-- exclusief omzetbelasting; vervolgens wordt de
machine geleaset via een financial leasecontract. Wat gebeurt er met de
vermogensbehoefte na het toepassen van de vorm van sale-and financial-lease-back?
Het verkopen van de machine leidt ertoe dat de vermogensbehoefte:
a. toeneemt met € 8.000,--.
b. afneemt met € 8.000,--.
c. niet verandert.
De totale behoefte aan vermogen wordt bepaald door de totale activa. De geleasede
machine vervangt op de activazijde de verkochte machine. Dus
Machines – machine + geleasete machine
€ 30.000 − € 8.000 + € 8.000 = € 30.000
In die zin verandert de vermogensbehoefte niet. Echter door de verkoop van de machine
worden de liquide middelen verhoogd met € 8.000. Daardoor ontstaat er meer
vermogensbehoefte. Deze wordt gefinancierd met een schuld aan de
leasemaatschappij.
Door de sales en leaseback actie neemt de vermogensbehoefte toe omdat de activa
toeneemt.
Mijns inziens is daarom antwoord a. juist en niet antwoord c.
MBA MODULE FINANCIERING OPGAVEN EN UITWERKINGEN ASSOCIATIE OEFENEXAMEN 1
deBestSiteStory.nl M 06 24 14 46 79 | E info@debestsitestory.nl | W www.aunikom.nl
4
Opgave 7
Wat is de relatie tussen preferente aandelen en dividend?
a. Op preferente aandelen wordt dividend uitgekeerd voordat andere
aandeelhouders aan bod komen.
b. Op winst-preferente aandelen wordt dividend uitgekeerd nadat dividend
wordt uitgekeerd op gewone aandelen.
c. Op cumulatief winst-preferente aandelen wordt het niet-uitgekeerde dividend
in latere jaren ingehaald indien dan wel dividend wordt uitbetaald.
d. Op prioriteitsaandelen wordt doorgaans meer dividend uitgekeerd dan op
winstpreferente aandelen.
Het juiste antwoord is a. en c.
Het enige dat aan a kan ontbreken is het feit dat preferente aandelen ook betrekking
kunnen hebben op de zeggenschap in een onderneming. Dan geldt a niet. Dus wordt
gekozen voor c. als juiste antwoord. Mijns inziens een verwarrende vraag.
Opgave 8
Van onderneming Goos ziet de balans per 31 december van jaar 1 er als volgt uit:
De onderneming wil een bestelauto aanschaffen. Om deze aankoop te kunnen
financieren gaat zij per 2 januari van jaar 2 over op de uitgifte van een onderhandse
lening waardoor zowel de post Liquide middelen als het Vreemd vermogen op lange
termijn toeneemt met € 20.000,--.
Wat is het gevolg van dit financieel feit voor het weerstandsvermogen? Het
weerstandsvermogen
a. neemt toe.
b. neemt af.
c. verandert niet.
Met weerstandsvermogen wordt bedoeld: de mogelijkheid om in slechte tijden een
faillissement te voorkomen.
Bladzijde 199 boek.
De interest coverage ratio zal minimaal 4 moeten zijn. Het geeft aan hoe groot het risico
is dat de renteverplichtingen kunnen worden nagekomen. Deze ratio geeft inzicht in het
weerstandsvermogen van de onderneming.
MBA MODULE FINANCIERING OPGAVEN EN UITWERKINGEN ASSOCIATIE OEFENEXAMEN 1
deBestSiteStory.nl M 06 24 14 46 79 | E info@debestsitestory.nl | W www.aunikom.nl
5
Interest coverage ratio:
ICR = Winst voor belasting + Interestkosten
Interestkosten
Bladzijde 201 boek.
Het weerstandsvermogen heeft dus iets te maken met het vreemde vermogen in de
onderneming. Door meer vreemd vermogen nemen de rentekosten toe. Ook de
verhouding vreemd vermogen en eigen vermogen wordt slechter. Waardoor de ruimte
om meer te lenen wordt verkleind.
Het juiste antwoord is dus b.
Over interest coverage ratio bij vraag 21 meer.
Opgave 9
Onderneming Noordermeer overweegt begin jaar 1 te investeren in machine A. Ten
behoeve van de investeringsselectie zijn de volgende gegevens verzameld:
Verdere gegevens:
Als wordt overgegaan tot investering in machine A, wordt het bedrag van €
1.520.000 betaald per het begin van jaar 1.
Naar verwachting verandert het nettowerkkapitaal niet als wordt overgaan tot
investering in machine A.
De cashflows zijn gelijkmatig over het jaar verdeeld.
De cashflow van jaar 5 is inclusief de restwaarde van € 520.000,--. Wat is in
hele maanden de terugverdientijd van machine A?
MBA MODULE FINANCIERING OPGAVEN EN UITWERKINGEN ASSOCIATIE OEFENEXAMEN 1
deBestSiteStory.nl M 06 24 14 46 79 | E info@debestsitestory.nl | W www.aunikom.nl
6
Jaar 1
Saldo begin
jaar Cashflow
Saldo einde
jaar
Jaar 1 1.520.000€ 395.000€ 1.125.000€
jaar 2 1.125.000€ 440.000€ 685.000€
Jaar 3 685.000€ 445.000€ 240.000€
Jaar 4 240.000€ 360.000€ -120.000€
Jaar 5 -120.000€ 940.000€ -1.060.000€
Ergens in jaar 4 is de machine terugverdiend en wel in de 8e maand.
240.000
360.000× 12 maanden = 8 maanden
Totaal aantal maanden:
3 × 12 + 8 = 44 maanden
Bladzijde 22 boek.
Opgave 10
Onderneming De Jong overweegt in jaar 1 te starten met een project met een looptijd
van vier jaar.
Aan het begin van het project is een investering in duurzame productiemiddelen
noodzakelijk van € 900.000,--. Daarnaast is aan het begin van het eerste jaar een
eenmalig bedrag van € 500.000,-- nodig voor nettowerkkapitaal.
Van de machines wordt verwacht dat de directe opbrengstwaarde aan het einde van de
looptijd € 300.000,-- is. De afschrijving geschiedt met gelijke bedragen per jaar. Alle
investeringen vinden plaats aan het begin van jaar 1. De investeringen in
nettowerkkapitaal vallen vrij aan het einde van de looptijd van het project.
De omzet van het project wordt per jaar geschat op € 800.000,--. De exploitatiekosten
exclusief afschrijvingskosten bestaan uit een variabel deel van 40% van de omzet en een
constant deel van € 100.000,-- per jaar.
De winstbelasting is 24%. De ontvangsten en uitgaven met betrekking tot de omzet,
exploitatiekosten en belasting vinden plaats aan het einde van het desbetreffende jaar.
De gemiddelde boekhoudkundige rentabiliteit wordt als volgt berekend:
A
B× 100% = C
C is hierbij de in een percentage uitgedrukte gemiddelde boekhoudkundige rentabiliteit.
Wat is het bedrag dat moet worden ingevuld bij A én bij B?
MBA MODULE FINANCIERING OPGAVEN EN UITWERKINGEN ASSOCIATIE OEFENEXAMEN 1
deBestSiteStory.nl M 06 24 14 46 79 | E info@debestsitestory.nl | W www.aunikom.nl
7
De formule is:
Gemiddelde boekhoudkundige rentabiliteit
= Gemiddelde winst na belastingen
Gemiddeld geïnvesteerd vermogen× 100%
A: De gemiddelde winst na belasting:
Afschrijving
€ 900.000 − € 300.000
4= € 150.000
Omzet 800.000€
Afschrijving 150.000€
Overige constante kosten 100.000€
Variabele kosten 320.000€ +
570.000€ -
Winst 230.000€
Belasting 24% 55.200€ -
Winst na belasting 174.800€
B: Gemiddeld geïnvesteerd vermogen
Investering
Machine € 900.000
Netto werkkapitaal stijging € 500.000 +
€ 1.400.000
Waarde die aan het einde van de periode vrijvalt (restwaarde)
Machine € 300.000
Netto werkkapitaal stijging vervalt € 500.000 +
€ 800.000
Formule is:
Gemiddeld geïnvesteerd vermogen
= (Aanschafwaarde investeringsproject + Restwaarde
2
€ 1.400.000 + € 800.000
2= € 1.100.000
Bladzijde 24 boek.
MBA MODULE FINANCIERING OPGAVEN EN UITWERKINGEN ASSOCIATIE OEFENEXAMEN 1
deBestSiteStory.nl M 06 24 14 46 79 | E info@debestsitestory.nl | W www.aunikom.nl
8
Opgave 11
Onderneming Brouwer overweegt een investering in een nieuwe machine aan het begin
van jaar 1. De investering bedraagt begin januari van jaar 1 naar verwachting € 80.000,--.
De machine zal in 4 jaar lineair tot nihil worden afgeschreven. Naar verwachting zal het
nettowerkkapitaal hierdoor niet veranderen. Voor de periode van jaar 1 tot en met jaar
4 is het volgende overzicht van de geschatte cashflows gemaakt:
Om de investeringsbeslissing te onderbouwen, wordt de netto contante waarde
berekend. Hierbij wordt gerekend met 15% geëist rendement per jaar.
Hiertoe worden de relevante cashflows voor de jaren van jaar 1 tot en met jaar 4
bepaald. Onder relevante cashflows wordt in dit geval verstaan de verandering van de
cashflow ten gevolge van de investering in de nieuwe machine.
De cashflows worden geacht telkens aan het einde van elk jaar te worden ontvangen. De
investering in de machine vindt begin van jaar 1 plaats.
Wat is in hele euro’s de netto contante waarde van dit investeringsproject op 1 januari
van jaar 1?
Jaar
Cahflow met
nieuwe
machine
Cahflow zonder
nieuwe
machine Extra cashflow
I € 56.000 36.000€ 20.000€
II 60.000€ 32.000€ 28.000€
III 60.000€ 27.000€ 33.000€
IV 60.000€ 22.000€ 38.000€
De contante waarde van de cashflow is:
€ 20.000 × 1,15−1 + € 28.000 × 1,15−2 + € 33.000 × 1,15−3 + € 38.000 × 1,15−4
= € 81.987,99
De contante van de machine is € 80.000
De netto contante waarde van het project is
€ 81.987,99 − € 80.000 = € 1.987,99 € 1.988
Bladzijde 28 boek.
MBA MODULE FINANCIERING OPGAVEN EN UITWERKINGEN ASSOCIATIE OEFENEXAMEN 1
deBestSiteStory.nl M 06 24 14 46 79 | E info@debestsitestory.nl | W www.aunikom.nl
9
Opgave 12
Onderneming Dekker koopt op 1 januari van jaar 1 vier laptops voor de medewerkers.
Een laptop kost € 300,- per stuk.
De laptops worden in drie jaar afgeschreven met gelijke bedragen per jaar. De
restwaarde van de laptops is nihil. De aanschafprijzen van de laptops blijven de
komende vier jaren ongewijzigd.
De onderneming wil de jaarlijkse afschrijvingen op de laptops aan het einde van elk jaar
zo veel mogelijk gebruiken om nieuwe laptops te kopen met dezelfde aanschafprijs.
Hoeveel laptops kunnen worden aangeschaft in jaar 2?
Afschrijving is:
4 × € 300
3= € 400 PER JAAR
Jaar 1
Aanschaf 4 laptops à € 300 = € 1.200
Afschrijving € 400
Aanschaf 1 laptop van € 300
Blijft over van de aanschaf € 400 - € 300 = € 100
Eind van het jaar zijn er 5 laptops in bezit
Jaar 2
In bezit 5 laptops à € 300 = € 1.500
Afschrijving 5 × 5 100 = € 500
Er was nog een restbedrag uit jaar 1 van € 100
Totaal beschikbaar voor de aanschaf van nieuwe laptops
€ 500 + € 100 = € 600
Hiervan kunnen twee laptop worden aangeschaft.
Bladzijde 143 boek.
MBA MODULE FINANCIERING OPGAVEN EN UITWERKINGEN ASSOCIATIE OEFENEXAMEN 1
deBestSiteStory.nl M 06 24 14 46 79 | E info@debestsitestory.nl | W www.aunikom.nl
10
Opgave 13
Van onderneming Hoekstra is de volgende gedeeltelijke creditzijde van de balans per
31 december van jaar 2 en per 31 december van jaar 1 gegeven (× € 1,--):
Toelichting op gedeeltelijke balans per 31 december van jaar 2 en per 31 december van
jaar 1:
de nominale waarde van een aandeel is € 25,-- per aandeel;
de toename van het geplaatste aandelenkapitaal is alleen ontstaan door een
emissie van aandelen boven pari.
Wat is in hele euro’s de emissiekoers van de in jaar 2 uitgegeven aandelen?
Toename geplaatst aandelenkapitaal € 500.000
Toename agioreserve € 1.000.000 +
Opbrengst emissie € 1.500.000
Aantal aandelen geplaatst:
€ 500.000
€ 25= 20.000 stuks
De koers is dus:
€ 1.500.000
20.000= € 75
Bladzijde 53 boek.
Opgave 14
Van onderneming Koster zijn de volgende gegevens bekend:
• Geplaatst aandelenkapitaal: € 1.060.000.
• Aandelen in portefeuille: 10.000 stuks.
• Totale bezittingen: € 2.600.000,--.
• Totale schulden: € 900.000,--.
• Agioreserve: € 400.000,--.
• Algemene reserve: € 240.000,--
• Nominale waarde per aandeel: € 20,--.
MBA MODULE FINANCIERING OPGAVEN EN UITWERKINGEN ASSOCIATIE OEFENEXAMEN 1
deBestSiteStory.nl M 06 24 14 46 79 | E info@debestsitestory.nl | W www.aunikom.nl
11
Wat is de intrinsieke waarde per geplaatst aandeel van Koster? Vul het bedrag in. Als het
antwoord geen geheel bedrag is, vul dan een antwoord met twee decimalen in.
Eigen vermogen van de onderneming
Aantal geplaatste aandelen= intrinsieke waarde van de aandelen
Eigen vermogen is:
Geplaatst aandelenkapitaal € 1.060.000
Agioreserve € 400.000
Algemene reserve € 240.000 +
Eigen vermogen € 1.700.000
Of anders
Totale bezittingen € 2.600.000
Totale schulden € 900.000 -
Eigen vermogen € 1.700.000
Het aantal geplaatste aandelen:
€ 1.060.000
€ 20= 53.000 stuks
De intrinsieke waarde is
€ 1.700.000
53.000= € 32,0754 …
€ 32,08
Intrinsieke waarde van de aandelen is dus de opbrengst per aandeel wanneer de
onderneming wordt verkocht. Dan moet wel de activa een juist beeld geven van de
werkelijkheid. Staat niet in MBA boek is wel bij PDB behandeld.
Opgave 15
De conversievoorwaarden van een 6% converteerbare obligatielening zijn:
Vanaf 1 januari van jaar 3 kan een converteerbare obligatie, onder bijbetaling
van € 200,--, worden omgewisseld in 30 aandelen van dezelfde onderneming.
De converteerbare obligaties hebben een nominale waarde van € 1.000,-- per
stuk.
De nominale waarde is € 25,-- per aandeel.
Wat is de conversiekoers van een converteerbare obligatie? Vul het percentage in.
Als het antwoord geen geheel percentage is, vul dan een antwoord met twee decimalen
in.
De formule om de conversiekoers uit te rekenen is
MBA MODULE FINANCIERING OPGAVEN EN UITWERKINGEN ASSOCIATIE OEFENEXAMEN 1
deBestSiteStory.nl M 06 24 14 46 79 | E info@debestsitestory.nl | W www.aunikom.nl
12
Conversieprijs
nominale waarde× 100%
Alleereerst wordt de conversieprijs berekend:
Conversieprijs = Nominale waarde in te leveren obligaties × aantal + bijbetaling
aantal te verkrijgen aandelen
1 × € 1.000 + € 200
30= € 40
De conversiekoers is:
€ 40
€ 25× 100% = 160%
Een koers heeft altijd betrekking op de werkelijke waarde t.o.v. de nominale waarde.
Bladzijde 76 boek.
Opgave 16
De gedeeltelijke balans van onderneming Veenstra ziet er als volgt uit:
Van de 6% converteerbare obligatielening is bekend dat vanaf 1 januari van jaar 2 twee
converteerbare obligaties, onder bijbetaling van € 100,--, worden omgewisseld in 40
aandelen van dezelfde onderneming.
De converteerbare obligaties hebben een nominale waarde van € 1.000,-- per
stuk.
De nominale waarde is € 25,-- per aandeel.
Er worden in jaar 2 in totaal 1.000 converteerbare obligaties omgewisseld in aandelen
van dezelfde onderneming.
Vul de bedragen in waarmee de volgende balansposten toe- of afnemen in jaar 2:
6% Converteerbare obligatielening
Liquide middelen
Geplaatst aandelenkapitaal
Agioreserve
Geef ook aan of de balanspost toeneemt of afneemt.
MBA MODULE FINANCIERING OPGAVEN EN UITWERKINGEN ASSOCIATIE OEFENEXAMEN 1
deBestSiteStory.nl M 06 24 14 46 79 | E info@debestsitestory.nl | W www.aunikom.nl
13
Berekening conversieprijs
Conversieprijs = Nominale waarde in te leveren obligaties × aantal + bijbetaling
aantal te verkrijgen aandelen
2 × € 1.000 + € 100
40= € 52,50
De nominale waarde van een aandeel is € 25.
Dus de agio per aandeel is € 52,50 - € 25 = € 27,50
6% converteerbare obligatielening:
Er worden 1.000 converteerbare obligaties omgewisseld. Dit is een bedrag van
€ 1.000 × 1.000 = € 1.000.000
De obligatielening op de balans wordt dus verminderd met € 1.000.000
Liquide middelen:
Om de toename van de liquide middelen te berekenen moet eerst worden bepaald
hoeveel keer er € 100 wordt bijbetaald. Een hulpmiddel hierbij is om een conversie te
zien als een pakketje.
Voor ieder conversiepakket zijn twee obligaties noodzakelijk. Er worden totaal 1.000
converteerbare obligaties ingewisseld. Dus
1.000
2= 500 pakketten
Dit houdt in dat er ook 500 × € 100 als bijbetaling wordt ontvangen. Dit betekent dat de
liquide middelen met € 50.000 stijgen.
Geplaatste aandelenkapitaal:
We hebben berekend dat er 500 conversiepakketten worden ingewisseld. Dit betekent
dat er 2.000 aandelen worden geplaatst.
500 × 40 = 2.000
De nominale waarde van de aandelen is € 25
Het geplaatste aandelenkapitaal neemt dus toe met € 500.000
2.000 × € 25 = € 500.000
MBA MODULE FINANCIERING OPGAVEN EN UITWERKINGEN ASSOCIATIE OEFENEXAMEN 1
deBestSiteStory.nl M 06 24 14 46 79 | E info@debestsitestory.nl | W www.aunikom.nl
14
Agioreserve:
Berekend is dat er 2.000 aandelen worden geplaatst. Eerder is ook al bepaald dat de
agio per aandeel € 27,50 is.
De toename van de agioreserve is dan ook € 550.000
2.000 × € 27,50 = € 550.000
Bladzijde 78 boek.
Opgave 17
Onderneming Gerritsen stelt bij de verkoop van de goederen de volgende
betalingscondities:
Bij betaling binnen 10 dagen na de leveringsdatum mag 1,5% op de factuurprijs in
mindering worden gebracht; bij latere betaling, maar uiterlijk binnen 30 dagen na de
levering, moet het volledige factuurbedrag worden betaald. Een jaar wordt gesteld op
360 dagen.
Wat zijn de kosten van het leverancierskrediet per jaar?
Vul het percentage in. Als het antwoord geen geheel percentage is, vul dan een
antwoord met twee decimalen in.
Dit is een klassieke vraag.
We stellen het factuurbedrag op € 100.
Wanneer binnen 10 dagen wordt betaald, dan wordt 1,5% korting ontvangen. Wanneer
je van de korting gebruik maakt, betaal je natuurlijk op de 10e dag. Je betaalt dan
€ 100 − € 1,50 − € 98,50
De beloning is dan € 1,50.
In een percentage uitgedrukt is dat:
€ 1,50
€ 98,50× 100% = 1,5228 … %
De beloning is vanwege het feit dat er 20 dagen te vroeg wordt betaald. Op jaarbasis is dit:
360
20× € 1,5228 … = 27,41%
Bladzijde 83 boek
MBA MODULE FINANCIERING OPGAVEN EN UITWERKINGEN ASSOCIATIE OEFENEXAMEN 1
deBestSiteStory.nl M 06 24 14 46 79 | E info@debestsitestory.nl | W www.aunikom.nl
15
Opgave 18
Van onderneming Timmermans is over jaar 1 het volgende gegeven:
• De rentabiliteit van het gemiddeld totaal vermogen is 5%.
• De rentabiliteit van het gemiddeld vreemd vermogen is 3%.
• Het gemiddeld eigen vermogen is € 400.000,--.
• Het gemiddeld vreemd vermogen is € 300.000,--.
• De winstbelasting is 25%.
Wat is de winst na aftrek van winstbelasting over jaar 1? Vul het bedrag in.
Voor de oplossing hebben we de formule van de RTV nodig want daar zit het onderdeel
winst in.
RTV =Winst voor belastingen + Interestkosten
Gemiddeld geïnvesteerd totaal vermogen x 100%
De bekende gegevens worden ingevuld:
Winst voor belasting + interestkosten
€ 400.000 + € 300.000× 100% = 5%
We vervangen “Winst voor belasting + interestkosten” door X
X
€ 700.000× 100% = 5%
Eerst wordt 100% uit de vergelijking verwijderd:
X
€ 700.000×
100%
100%=
5%
100%
X
€ 700.000×= 0,05
Nu wordt € 700.000 onder de streep weggehaald:
€ 700.000 ×X
€ 700.000×= 0,05 × €700.000
€ 700.000 ×X
€ 700.000×= € 35.000
X = € 35.000
We hadden “Winst voor belasting + interestkosten”door vervangen door X.
Dus:
Winst voor belasting + interestkosten = € 35.000
MBA MODULE FINANCIERING OPGAVEN EN UITWERKINGEN ASSOCIATIE OEFENEXAMEN 1
deBestSiteStory.nl M 06 24 14 46 79 | E info@debestsitestory.nl | W www.aunikom.nl
16
We hebben twee onbekenden. Eén ervan kunnen we berekenen. Het rentepercentage
van het vreemde vermogen is immers 3% en het gemiddelde vreemde vermogen is
€ 300.000.
De interest is dus:
3% × € 300.000 = € 9.000
De winst voor belasting is:
Winst voor belasting + € 9.000 = € 35.000
Winst voor belasting is € 35.000 - € 9.000 = € 26.000
De winstbelasting is 25%, dus de winst na belasting is:
€ 26.000 − € 26.000 × 25% = € 19.500
Zie bladzijde 195 boek en de extra lessen vergelijkingen op onze site www.aunikom.nl
Opgave 19
Van onderneming Schipper is over jaar 1 het volgende gegeven:
De rentabiliteit van het gemiddeld totaal vermogen is 5%.
De rentabiliteit van het gemiddeld vreemd vermogen is 3%.
Het gemiddeld eigen vermogen is € 400.000,--.
Het gemiddeld vreemd vermogen is € 300.000,--.
De winstbelasting is 25%.
In deze vraag moet de rentabiliteit van het gemiddeld eigen vermogen worden
berekend met behulp van het financiële hefboomeffect.
Wat is de rentabiliteit van het gemiddeld eigen vermogen?
Vul het percentage in. Als het antwoord geen geheel percentage is, vul dan een
antwoord met twee decimalen in.
De formule van het hefboomeffect is:
REV = (1 − belastingquote) {RTV + VVEV
× (RTV − RVV)}
REV = (1 − 0.25) {5% + € 300.000€ 400.000
× (5% − 3%)}
MBA MODULE FINANCIERING OPGAVEN EN UITWERKINGEN ASSOCIATIE OEFENEXAMEN 1
deBestSiteStory.nl M 06 24 14 46 79 | E info@debestsitestory.nl | W www.aunikom.nl
17
Oplossing:
REV = 0,75 × {5% + 0,75 × 2%}
REV = 0,75 × {5% + 1,5%}
REV = 0,75 × 6,5%
REV = 4,875%
4,88%
Bladzijde 197 boek
Opgave 20
Van onderneming De Koning is per 31 december van jaar 1 het volgende gegeven:
het nettowerkkapitaal is € 9.300,-- (negatief);
de vlottende activa zijn € 83.700,--;
de quick-ratio is 0,20;
het vreemd vermogen op korte termijn is € 93.000,--.
Wat is de waarde van de voorraden per 31 december van jaar 1? Vul het bedrag in.
De formule voor de berekening van het netto-werkkapitaal is:
Vlottende activa – korte schulden
€ 83.700 − korte schulden = € − 9.300
Korte schulden zijn € 93.000
De formule van de quick-ratio is:
Quick ratio = Vlottende activa − Voorraden
Kort vreemd vermogen
0,2 = € 83.700 − Voorraden
93.000
De vergelijking met één onbekende wordt opgelost.
0,2 × € 93.000 = (€ 83.700 − voorraden) × € 93.000
€ 93.000
€ 18.600 = € 83.700 − voorraden
voorraden = € 65.100
MBA MODULE FINANCIERING OPGAVEN EN UITWERKINGEN ASSOCIATIE OEFENEXAMEN 1
deBestSiteStory.nl M 06 24 14 46 79 | E info@debestsitestory.nl | W www.aunikom.nl
18
Zie bladzijde 191 boek en de oefeningen vergelijkingen met één onbekende op onze
website https://aunikom.nl/uitwerkingen-keuzemenu-mba/
Opgave 21
Op de winst-en-verliesrekening van onderneming Willemsen staan uitsluitend de
volgende posten:
Omzet
Kosten van de omzet exclusief afschrijvingen
Afschrijvingen op vaste activa • Interestlasten
Winst voor belasting
Winstbelasting
Winst na belasting.
Nadere gegevens van dezelfde onderneming over jaar 1.
De omzet is € 9.000.000.
De kosten van de omzet exclusief afschrijvingen zijn € 7.500.000.
De winstbelasting is 25%.
De afschrijvingen op vaste activa zijn € 600.000,--.
De interestlasten zijn € 270.000,--.
Wat is de interest-coverage-ratio over jaar 1?
De formule om de interest-coverage-ratio te berekenen is:
ICR = Winst voor belasting + Interestkosten
Interestkosten
Deze formule is gelijk aan:
ICR = Bedrijfsresultaat
Interestkosten
Omzet 9.000.000€
Kosten ex afschrijvingen 7.500.000€
Afschrijvingen 600.000€ +
8.100.000€ -
Bedrijfsresultaat 900.000€
Interestlasten 270.000€ -
Winst voor belastingen 630.000€
Belasting 25% 157.500€ -
Winst na belastingen 472.500€
MBA MODULE FINANCIERING OPGAVEN EN UITWERKINGEN ASSOCIATIE OEFENEXAMEN 1
deBestSiteStory.nl M 06 24 14 46 79 | E info@debestsitestory.nl | W www.aunikom.nl
19
Oplossing:
ICR = Winst voor belasting + Interestkosten
Interestkosten
ICR = € 630.000 + € 270.000
€ 270.000
ICR = 3,33
Of anders:
ICR = Bedrijfsresultaat
Interestkosten
ICR = € 900.000
€ 270.000= 3,33
In de berekening van de Associatie wordt van de laatste formule gebruikgemaakt. Het
anwoord blijft echter gelijk.
Bladzijde 201 boek.
Opgave 22
Van onderneming Smeets zijn over jaar 1 de volgende gegevens bekend:
• Omloopsnelheid van het gemiddeld totaal geïnvesteerd vermogen is 0,8.
• Brutowinstmarge is 25%.
• Rentabiliteit van het gemiddeld eigen vermogen is 15%.
• Rentabiliteit van het gemiddeld vreemd vermogen is 4%.
• De interestlasten zijn € 40.000,--.
Wat is de rentabiliteit van het gemiddeld totaal geïnvesteerd vermogen over jaar 1? Vul
het percentage in. Als het antwoord geen geheel percentage is, vul dan een antwoord
met twee decimalen in.
Omloopsnelheid van het totale vermogen × Brutowinstmarge = RTV
MBA MODULE FINANCIERING OPGAVEN EN UITWERKINGEN ASSOCIATIE OEFENEXAMEN 1
deBestSiteStory.nl M 06 24 14 46 79 | E info@debestsitestory.nl | W www.aunikom.nl
20
Antwoord:
0,8 × 25% = 20%
Opgave 23
Van onderneming Hofman is het crediteurensaldo per 31 december van jaar 1
€ 42.000. De inkopen op rekening inclusief 21% omzetbelasting zijn in jaar 1 € 378.000.
De gemiddelde krediettermijn van het ontvangen leverancierskrediet in jaar 1 is 50
dagen. Een jaar wordt gesteld op 360 dagen en een maand op 30 dagen.
Wat is het crediteurensaldo per 1 januari van jaar 1?
Vul het bedrag in. Als het antwoord geen geheel bedrag is, vul dan een antwoord met
twee decimalen in.
Een mogelijke formule om een creditsaldo te berekenen is:
Beginsaldo crediteuren + Eindsaldocrediteuren
2= gemiddeld crediteurensaldo
De volgende gegevens staan in de opgave:
Beginsaldo crediteuren + € 42.000
2= gemiddeld crediteurensaldo
We hebben nu een vergelijking met twee onbekenden. Dat is er één teveel. De vraag
betreft het beginsaldo van jaar 1. Dus daar hoeven we in de opgave niet naar te zoeken.
We hebben wel een formule waarin het gemiddeld crediteurensaldo voorkomt.
MBA MODULE FINANCIERING OPGAVEN EN UITWERKINGEN ASSOCIATIE OEFENEXAMEN 1
deBestSiteStory.nl M 06 24 14 46 79 | E info@debestsitestory.nl | W www.aunikom.nl
21
Gemiddeld crediteurensaldo (inclusief BTW)
Inkopen op rekening (inclusief BTW) × 360 = gemiddelde krediettermijn cred.
De gegevens die in de opgaven staan worden in de formule ingetypt.
Gemiddeld crediteurensaldo (inclusief BTW)
€ 378.000 × 360 = 50
Hier worden we gelukkig van. Een vergelijking met 1 onbekende is op te lossen.
Oplossing van deze vergelijking resulteert in een gemiddeld crediteurensaldo van
€ 52.500.
Informatie om vergelijkingen op te lossen staat op onze site:
https://aunikom.nl/uitwerkingen-keuzemenu-mba/
Wanneer het gemiddelde crediteurensaldo bekend is, kan de eerste formule ook
worden opgelost.
Beginsaldo crediteuren + € 42.000
2= gemiddeld crediteurensaldo
Beginsaldo crediteuren + € 42.000
2= € 52.500
Het beginsaldo is € 63.000.
Opgave 24
Onderneming BT verkoopt haar producten aan consumenten en aan bedrijven. Bij de
verkoop aan consumenten geldt dat de koopsom contant moet worden betaald. De
verkoop aan bedrijven is volledig op rekening. De krediettermijn is 10 dagen. Alle
bedrijven maken gebruik van de krediettermijn van 10 dagen. De verkoop van BT is voor
20% aan consumenten en voor 80% aan bedrijven. Alle inkopen van BT zijn op rekening
met een krediettermijn van 15 dagen. BT maakt volledig gebruik van de krediettermijn
van 15 dagen. Het jaar wordt op 360 dagen gesteld en een maand op 30 dagen.
De verkopen en inkopen inclusief omzetbelasting van BT zijn:
MBA MODULE FINANCIERING OPGAVEN EN UITWERKINGEN ASSOCIATIE OEFENEXAMEN 1
deBestSiteStory.nl M 06 24 14 46 79 | E info@debestsitestory.nl | W www.aunikom.nl
22
De verkopen en inkopen zijn gelijkmatig over de maanden verdeeld.
De liquide middelen op 1 april van jaar 5 van BT zijn € 25.000,--.
Op uitstaande leningen wordt maandelijks € 10.000,-- afgelost. De interest
over het 1e halfjaar van jaar 5 bedraagt € 26.000,-- en wordt betaald in juli van
jaar 5.
Het vakantiegeld van € 33.600,-- wordt in mei van jaar 5 betaald.
Per maand wordt er aan salaris € 35.000,-- exclusief vakantiegeld betaald.
In april van jaar 5 wordt aan sociale lasten en werkgeversbijdrage over het 1e
kwartaal van jaar 5 € 63.000,-- betaald.
De huur is € 18.150,-- per maand inclusief 21% omzetbelasting en wordt iedere
maand betaald.
In de maand april van jaar 5 wordt de afdracht omzetbelasting over het eerste
tijdvak van jaar 5 betaald. Volgens de aangifte is dit € 45.000,--.
In april van jaar 5 wordt € 42.500,-- aan dividend over jaar 4 op de rekening
van de aandeelhouders overgemaakt.
In april van jaar 5 wordt € 7.500,-- dividendbelasting over jaar 4 aan de
Belastingdienst betaald.
BT schrijft maandelijks € 15.000,-- af op de vaste activa.
Stel de liquiditeitsbegroting van BT op over de maand april van jaar 5. Vul hiertoe de
ontbrekende bedragen in onderstaand overzicht in. Vul een “0” in, als een financieel feit
niet leidt tot een verandering in liquide middelen.
MBA MODULE FINANCIERING OPGAVEN EN UITWERKINGEN ASSOCIATIE OEFENEXAMEN 1
deBestSiteStory.nl M 06 24 14 46 79 | E info@debestsitestory.nl | W www.aunikom.nl
23
Contante omzet
Van de verkopen gebeurt 80% op rekening.
Maart 300.000€ 60.000€ 240.000€
April 363.000€ 72.600€ 290.400€
Mei 387.200€ 77.440€ 309.760€
VerkopenContant
20%
Op rekening
80%Maand
Verkopen inclusief btw
In april is dus contant ontvangen € 72.600
MBA MODULE FINANCIERING OPGAVEN EN UITWERKINGEN ASSOCIATIE OEFENEXAMEN 1
deBestSiteStory.nl M 06 24 14 46 79 | E info@debestsitestory.nl | W www.aunikom.nl
24
Debiteuren
De betalingstermijn van de debiteuren is 10 dagen. Dus wat in de laatste 10 dagen van
maart is verkocht wordt in de eerste 10 dagen van april ontvangen enzovoorts.
€ 80.000 € 96.800 € 96.800
€ 80.000 € 80.000 € 80.000 € 96.800 € 96.800 € 96.800
Verkopen op rekening maart € 240.000 Verkopen op rekening april € 290.400
Betalingen ontvangen in april
Totaal 273.600
Ontvangen van debiteuren
Van debiteuren wordt in april ontvangen € 273.600.
Crediteuren
Alle inkopen zijn op rekening en de krediettermijn is 15 dagen
75.625€ 90.750€
€ 75.625 € 75.625 € 90.750 € 90.750
Inkopen maart € 151.250 Inkopen april € 181.500
In april betaald
Totaal € 166.375
Aan crediteuren is in maart betaald € 166.375.
Vakantiegeld
Het vakantiegeld wordt in mei betaald en heeft dus geen invloed op de
liquiditeitsbegroting van april.
Aan vakantiegeld is betaald € 0.
Afschrijving
Afschrijving zijn kosten en geen uitgaven. Ze hebben dus geen invloed op de
liquiditeitetsbegroting.
Aan afschrijving is betaald € 0
Bladzijde 95 boek.
MBA MODULE FINANCIERING OPGAVEN EN UITWERKINGEN ASSOCIATIE OEFENEXAMEN 1
deBestSiteStory.nl M 06 24 14 46 79 | E info@debestsitestory.nl | W www.aunikom.nl
25
Opgave 25
Van handelsonderneming IM zijn de volgende interne balansen en de volgende interne
winst-en-verliesrekening gegeven:
Overige informatie:
Alle inkopen en verkopen zijn op rekening;
In de loop van jaar 5 is inventaris met een boekwaarde van € 99.000,--
verkocht voor € 99.000,--;
De winst na belasting over boekjaar jaar 4 is op 1 januari van jaar 5 als volgt
verdeeld:
o Dividend € 389.000,-- I
o Ingehouden winst € 594.000,--
o Tantièmes € 7.000,--
De tantièmes worden op de balans opgenomen onder Te betalen
kosten.
Stel het kasstroomoverzicht op over jaar 5 waarmee de afname van de liquide middelen
van € 436.000,-- wordt verklaard.
MBA MODULE FINANCIERING OPGAVEN EN UITWERKINGEN ASSOCIATIE OEFENEXAMEN 1
deBestSiteStory.nl M 06 24 14 46 79 | E info@debestsitestory.nl | W www.aunikom.nl
26
Vul hiertoe de ontbrekende bedragen in onderstaand model in. Geef ook telkens aan of
de kasstromen toenemen of afnemen. Vul een ‘+’ in als een kasstroom toeneemt en vul
een ‘-‘ in als de kasstroom afneemt.
Afschrijving vaste activa
De afschrijvingen zijn als kosten van het resultaat afgetrokken. Het zijn echter geen
uitgaven dus hebben ze een positief effect op de kasstroom.
+ € 149.000
Mutatie voorraden
Voorraad jaar 5 € 1.954.000
voorraad jaar 4 € 2.063.000 -
Afname € - 109.000
Afname voorraad betekent dat er geld beschikbaar komt. Dus een positief effect op de
kasstroom.
+ € 109.000
Mutatie debiteuren
Debiteuren jaar 5 € 1.884.000
Debiteuren jaar 4 € 1.736.000 -
Toename € 148.000
Toename van debiteuren heeft een negatief effect op de kasstroom. Meer afnemers
kopen op krediet en dit moet worden gefinancierd.
€ 148.000
Mutatie crediteuren
Crediteuren jaar 5 € 1.476.000
Crediteuren jaar 4 € 1.452.000 -
Toename € 24.000
Door de toename van de crediteuren leent de onderneming geld van de leveranciers.
Hierdoor neemt de kas toe
+ € 24.000
MBA MODULE FINANCIERING OPGAVEN EN UITWERKINGEN ASSOCIATIE OEFENEXAMEN 1
deBestSiteStory.nl M 06 24 14 46 79 | E info@debestsitestory.nl | W www.aunikom.nl
27
Mutatie vooruitbetaalde kosten
Vooruitbetaalde kosten jaar 5 € 40.000
Vooruitbetaalde kosten jaar 4 € 0 -
Toename € 40.000
Door de toename van vooruitbetaalde kosten financieren wij derden. Hiervoor is geld
noodzakelijk. Een negatief effect op de kasstroom
€ 40.000
Mutatie te betalen kosten
Te betalen kosten jaar 5 € 0
Te betalen kosten jaar 4 € 56.000 -
Toename € -56.000
Tantièmes € -7.000 +
€ -63.000
Door het te betalen lenen we geld van derden. Door de afname van het geleende geld
hebben we een negatief effect op de kasstroom
€ 63.000
Mutatie garantievoorziening
Te betalen kosten jaar 5 € 231.000
Te betalen kosten jaar 4 € 198.000 -
Toename € 33.000
De toename heeft een negatief effect op het bedrijfsresultaat terwijl het geen
betalingen zijn. Derhalve een positief effect op de kasstroom. Zie afschrijvingen
+ € 33.000
Te betalen vennootschapsbelasting
Het gaat niet om de te betalen vennootschapsbelasting. Ook niet om de verschuldigde
vennootschapsbelasting over de winst van jaar 5 die op de resultatenrekening staat. Het
gaat om de vennootschapsbelasting die is betaald. Deze kan met een grootboekrekening
worden bepaald.
MBA MODULE FINANCIERING OPGAVEN EN UITWERKINGEN ASSOCIATIE OEFENEXAMEN 1
deBestSiteStory.nl M 06 24 14 46 79 | E info@debestsitestory.nl | W www.aunikom.nl
28
Betaald 44.000€ 1/1 balans 40.000€
Eindsaldo 102.000€ Resultaten rek. 106.000€
146.000€ 146.000€
Te betalen vennootschapsbelasting
€ 44.000
Investering vaste activa
Beginsaldo
Gebouwen € 3.960.000
inventaris € 594.000 +
€ 4.554.000
Afschrijving € 149.000
Verkoop bedrijfsmiddel € 99.000 +
€ 248.000 -
Zonder investering zou de waarde op de eindbalans zijn € 4.306.000
Waarde op de eindbalans is echter:
Gebouwen € 4.092.000
Inventaris € 842.000 +
€ 4.934.000
Aangroei is € 628.000
Dit kan alleen maar wanneer dit bedrag is geïnvesteerd.
€ 628.000
Desinvestering vaste activa
Er is verkocht € 99.000. Dus toename van de kas:
+ € 99.000
Betaald dividend
Betaald, dus een negatief effect op de kasstroom.
€ 389.000
MBA MODULE FINANCIERING OPGAVEN EN UITWERKINGEN ASSOCIATIE OEFENEXAMEN 1
deBestSiteStory.nl M 06 24 14 46 79 | E info@debestsitestory.nl | W www.aunikom.nl
29
Opgave 26
Blauwendaal bv stort in de periode van jaar 7 tot en met jaar 10 jaarlijks op 1 januari een
bedrag van € 20.000,-- op de spaarrekening bij de huisbank. Van jaar 7 tot en met jaar
10 is de samengestelde interestvergoeding 3% per jaar. Van jaar 11 tot en met jaar 13 is
de samengestelde interestvergoeding 2% per jaar.
In de jaren 11 tot en met 13 zijn er geen stortingen.
Wat is de eindwaarde op 31 december van jaar 13 van alle stortingen van de jaren 7 tot
en met 10 op basis van samengestelde interest?
Vul het bedrag in. Als het antwoord geen geheel percentage is, vul dan een antwoord
met twee decimalen in.
Allereerst maak je een tijdbalk:
6 7 8 9 10
term
ijn €
20
.00
0
term
ijn €
20
.00
0
term
ijn €
20
.00
0
term
ijn €
20
.00
0
Contante waarde
berekenen
Gewoon beginnen om de contante waarde te berekenen van de termijnen
termijn termijn termijn
Cw
Term
ijnbe
drag
Term
ijnbe
drag
Term
ijnbe
drag
Formule:
Cw = T × 1 − (1 + i)−n
i
MBA MODULE FINANCIERING OPGAVEN EN UITWERKINGEN ASSOCIATIE OEFENEXAMEN 1
deBestSiteStory.nl M 06 24 14 46 79 | E info@debestsitestory.nl | W www.aunikom.nl
30
Gegevens invullen:
Cw = € 20.000 × 1 − (1 + 0,03)−4
0,05
Antwoord € 74.341,968…
De contante waarde van de termijnen op 1-1 van jaar 6 is dus € 74.341,968…
Nu gaan we pas kijken wat de vraag eigenlijk is.
Wat is de eindwaarde op 31 december van jaar 13?
We moeten dus de eindwaarde berekenen op 31-12 van jaar 13. Moeilijkheid is daarbij
dat het rentepercentage verandert van 3% naar 2%.
6 7 8 9 10 11 12 13
Contante waarde
berekenen =
€ 74.341,968
Eindwaarde op
basis van 3%
Eindwaarde op
basis van 2%
De formule om de eindwaarde te berekenen is:
Ew = Cw × (1 + i)n
Ew = € 74.341,968 … × (1 + 3)5
De eindwaarde op 1-1 jaar 11 is € 86.182,716…
Deze eindwaarde is de contante waarde voor de nieuwe berekening die we gaan maken.
We moeten namelijk de eindwaarde gaan berekenen op 31-12 jaar 13 tegen 2%
samengestelde interest.
Ew = Cw × (1 + i)n
Ew = € 86.182,716 … × (1 + 2)3
De eindwaarde op 31-12 jaar 13 is € 91.457,79
MBA MODULE FINANCIERING OPGAVEN EN UITWERKINGEN ASSOCIATIE OEFENEXAMEN 1
deBestSiteStory.nl M 06 24 14 46 79 | E info@debestsitestory.nl | W www.aunikom.nl
31
Opgave 27
Bokhoven bv fabriceert het product HM2. Ten behoeve van de opstelling van de
resultatenbegroting over het 4e kwartaal van jaar 5 zijn de volgende gegevens bekend:
De verkoopprijs per product HM2 is € 35,--.
Voor de fabricage per product HM2 is nodig:
o voor loonkosten: 0,3 uur à € 40,-- per uur
o voor grondstofkosten: 0,4 kg à € 18,-- per kg
o voor machinekosten: 0,3 machine-uur.
De afzet en productie in producten HM2 per maand van september jaar 5 tot februari
jaar 6 zijn:
Op 1 januari van jaar 5 is een lening afgesloten bij de Rabobank voor € 60.000.
De interest is 0,5% enkelvoudige interest per maand en wordt achteraf betaald
op 1 april en 1 oktober. Op 1 oktober van elk jaar wordt € 10.000,-- afgelost,
voor het eerst op 1 oktober van jaar 5. De kosten met betrekking tot de lening
worden op de resultatenbegroting geboekt onder de post Overige kosten.
Het machine-uurtarief is € 30,--, bestaande uit € 2,50 aan afschrijving en
€ 27,50 aan kosten die maandelijks worden betaald.
De verkoopkosten zijn € 15.000,-- per maand en hebben een constant
karakter. De maandelijkse afschrijvingskosten zijn € 1.000,--; de overige
verkoopkosten van € 14.000,-- worden maandelijks betaald.
Stel de resultatenbegroting over het 4e kwartaal van jaar 5 op. Vul hiertoe de bedragen
in onderstaand overzicht in. Indien een post niet voorkomt op de resultatenbegroting,
vul dan een 0 in.
MBA MODULE FINANCIERING OPGAVEN EN UITWERKINGEN ASSOCIATIE OEFENEXAMEN 1
deBestSiteStory.nl M 06 24 14 46 79 | E info@debestsitestory.nl | W www.aunikom.nl
32
Omzet
Dit de makkelijkste. Hier wordt gewoon de afzet vermenigvuldigd met de verkoopprijs.
(3.000 + 5.000 + 2.500) × € 35 = € 367.500
De loonkosten die op de resultatenrekening kosten zijn niet afhankelijk van
geproduceerde producten maar van de producten die zijn afgezet. Wanneer er meer
geproduceerd wordt dan is afgezet stijgt de voorraad en andersom. Dus werkelijke
loonkosten komen eerst in de voorraad en worden pas bij verkoop uit de voorraad
genomen.
Loonkosten 3e kwartaal
Voor loonkosten: 0,3 uur à € 40,-- per uur
(3.000 + 5.000 + 2.500) × 0,3 × € 40 = € 126.000
Grondstofkosten 3e kwartaal
Voor grondstofkosten: 0,4 kg à € 18,-- per kg
(3.000 + 5.000 + 2.500) × 0,4 × € 18 = € 75.600
Machinekosten 3e kwartaal
Voor machinekosten: 0,3 machine-uur à € 30
(3.000 + 5.000 + 2.500) × 0,3 × € 30 = € 94.500
MBA MODULE FINANCIERING OPGAVEN EN UITWERKINGEN ASSOCIATIE OEFENEXAMEN 1
deBestSiteStory.nl M 06 24 14 46 79 | E info@debestsitestory.nl | W www.aunikom.nl
33
Verkoopkosten
Deze zijn € 15.000 per maand en constant dus
3 × € 15.000 = € 45.000
Overige kosten
Het betreft hier interestkosten.
Van een lening van € 60.000 wordt op 1 oktober € 10.000 afgelost. De interestkosten
van het laatste kwartaal zijn:
€ 50.000 × 12 × 0,5 × 3
1.200= € 750
Opgave 28
Bles bv is op 1 oktober van jaar 1 opgericht en fabriceert uitsluitend het product K112.
Product K112 wordt gefabriceerd uit grondstof M2. Bles bv heeft een fabricageafdeling
en een verkoopafdeling. De oprichtingsbalans ziet er als volgt uit:
De op de balans voorkomende machines zijn bestemd voor de fabricageafdeling, terwijl
de auto wordt gebruikt door de verkoopafdeling.
Ten behoeve van de opstelling van de balans per 31 december van jaar 1 zijn de
volgende gegevens verstrekt:
De verkoopprijs per product K112 is € 50,--.
De standaardfabricagekostprijs per product K112 is € 29,--.
Per product K112 is 0,4 kg M2 nodig à € 20,-- per kg.
De afzet per maand van oktober jaar 1 tot maart jaar 2 is:
o oktober jaar 1: 3.000 producten
o november jaar 1: 5.000 producten
o december jaar 1: 2.500 producten
o januari jaar 2: 11.250 producten
o februari jaar 2: 5.000 producten.
De constante fabricagekosten zijn € 27.000,-- per maand, bestaande uit
€ 2.500,-- aan afschrijvingskosten en € 24.500,-- aan constante kosten die
maandelijks worden betaald.
MBA MODULE FINANCIERING OPGAVEN EN UITWERKINGEN ASSOCIATIE OEFENEXAMEN 1
deBestSiteStory.nl M 06 24 14 46 79 | E info@debestsitestory.nl | W www.aunikom.nl
34
De verkoopkosten zijn € 15.000,-- per maand en hebben een constant
karakter. De maandelijkse afschrijvingskosten op de auto zijn € 1.000,--; de
overige verkoopkosten van € 14.000,-- worden maandelijks betaald.
De gewenste eindvoorraad van product K112 is elke maand 40% van de
begrote afzet voor de komende maand.
De gewenste eindvoorraad van grondstof M2 is 40% van de benodigde
grondstoffen voor de komende maand.
Aan het einde van de maand is de voorraad producten in bewerking nihil.
De verkopen zijn voor 30% op rekening en voor 70% contant. De verkopen op
rekening worden telkens in de maand erna geïnd.
De inkopen zijn voor 20% op rekening en voor 80% contant. De inkopen op
rekening worden telkens na één maand betaald.
De liquiditeitsbegroting over het 4e kwartaal van jaar 4 toont dat de liquide
middelen toenemen met € 1.360,--.
De begrote brutomarge over het 4e kwartaal van jaar 1 is € 220.500,--. De
begrote verkoopkosten over het 4e kwartaal van jaar 1 zijn € 45.000,--. Er zijn
geen andere kosten of opbrengsten in het 4e kwartaal.
Stel de begrote balans per 31 december van jaar 1 op. Vul hiertoe de ontbrekende
bedragen in onderstaand overzicht in:
Voorraad producten K112:
De gewenste eindvoorraad van product K112 is elke maand 40% van de begrote afzet
voor de komende maand.
De voorraad per 31 december van jaar 1 is dus 40% van de verwachte afzet in januari
jaar 2.
Begrote afzet is 11.250 stuks
MBA MODULE FINANCIERING OPGAVEN EN UITWERKINGEN ASSOCIATIE OEFENEXAMEN 1
deBestSiteStory.nl M 06 24 14 46 79 | E info@debestsitestory.nl | W www.aunikom.nl
35
In voorraad is dus:
40% × 11.250 = 4.500
De prijs waarmee de producten in voorraad worden opgeslagen is de fabricage kostprijs.
De verkoopafdeling heeft er nog niets mee gedaan (zie kostprijscalculatie PDB).
De fabricagekostprijs is € 29.
De waarde van de voorraad K112 op 31 december is dus:
4.500 × € 29 = € 130.500
De voorraad grondstoffen M2
De gewenste eindvoorraad van grondstof M2 is 40% van de benodigde grondstoffen
voor de komende maand.
De benodigde grondstoffen in januari is afhankelijk van de productie K112 in januari.
De beginvoorraad van K112 is 4.500 stuks.
De eindvoorraad is 40% van de afzet in februari. (ah gelukkig. Ik vroeg me al af waarom
de afzet van februari bij de gegevens staat)
Eindvoorraad K112 is:
40% × 5.000 = 2.000 stuks
Verder is gegevens dat de afzet in januari 11.250 is. Die hoeveelheid verdwijnt uit het
magazijn.
De grootboekrekening van voorraad K112 ziet er in januari met deze gegevens er zo uit:
1/1 Balans 4.500 Afzet 11.250
31/1 balans 2.000
13.250 13.250
Voorraad K112 januari
Dit houdt in dat de productie in januari was:
13.250 − 4.500 = 8.750
Van het grondstoffenverbruik van deze 8.750 moet op 31-12 40% in voorraad zijn. Dat
betekent een voorraad grondstoffen voor:
0,40 × 8.750 = 3.500
De prijs van de grondstoffen per artikel is:
Per product K112 is 0,4 kg M2 nodig à € 20,-- per kg.
MBA MODULE FINANCIERING OPGAVEN EN UITWERKINGEN ASSOCIATIE OEFENEXAMEN 1
deBestSiteStory.nl M 06 24 14 46 79 | E info@debestsitestory.nl | W www.aunikom.nl
36
Dus de waarde van de voorraad grondstoffen op 31-12 is:
3.500 × 0,4 × € 20 = € 28.000
Debiteuren
De verkopen zijn voor 30% op rekening en voor 70% contant. De verkopen op rekening
worden telkens in de maand erna geïnd.
Dus de omzet van december wordt in januari betaald. De gefactureerde omzet van
december staat dus als debiteur op de balans:
Aantal stuks afgezet in december 2.500
Verkoopprijs € 50 per stuk
Omzet is inclusief 21% btw
2.500 × € 50 = € 125.000
Liquide middelen
Deze is gemakkelijk. Het beginsaldo op de balans aan het beging van het kwartaal is
€ 40.000.
De liquiditeitsbegroting over het 4e kwartaal van jaar 4 toont dat de liquide middelen
toenemen met € 1.360,--.
Op de balans van 31-12 zijn de liquide middelen dus:
€ 40.000 + € 1.360 = € 41.360
Crediteuren
Dit is echt een lastige vraag. Om de vraag te kunnen beantwoorden moeten de inkopen
van december worden vastgesteld. Dit betreft de inkoop van grondstoffen. De inkopen
in december leiden ons naar het crediteurensaldo per 31-12
Om dit te kunnen bepalen moet van de voorraad grondstoffen bekend zijn.
beginvoorraad op 1-12
de eindvoorraad op 31-12 en
de afgifte aan de productie voor december.
De eindvoorraad is bekend. Deze is al eerder uitgerekend € 28.000.
MBA MODULE FINANCIERING OPGAVEN EN UITWERKINGEN ASSOCIATIE OEFENEXAMEN 1
deBestSiteStory.nl M 06 24 14 46 79 | E info@debestsitestory.nl | W www.aunikom.nl
37
De beginvoorraad kunnen we vaststellen aan de hand van de productie K112 in
december. Het verbruik van de grondstoffen in december is afhankelijk van de
geproduceerde eenheden K112.
Eerst wordt dus de productie van K112 vastgesteld.
1/12 Balans 1.000 Afzet 2.500
31/12 balans 4.500
7.000 7.000
Voorraad K112 december
40% × 2.500 is 1.000
De productie in december is dus € 5.000
1/12 Balans 1.000 Afzet 2.500
Productie 6.000 31/12 balans 4.500
7.000 7.000
Voorraad K112 december
40% × 2.500 is 1.000
Nu we weten wat de productie in december is, weten we ook de benodigde
beginvoorraad van de grondstoffen. Deze was immers 40% van de benodigde
grondstoffen van die maand erna.
6.000 × 0,4 × € 20 × 40% = € 19.200
In december zijn 6.000 stuks geproduceerd. Dit houdt in een verbruik van grondstoffen
6.000 × 0,4 × € 20 = € 48.000
Nu kunnen we de inkoop van grondstoffen in december bepalen:
1/12 Balans 19.200 Afzet 48.000
Inkoop 56.800 31/12 balans 28.000
76.000 76.000
Voorraad M2 december
40% × 2.500 is 1.000
20% van de inkoop is op rekening. Dus het crediteurensaldo eind december is:
56.800 × 20% = € 11.360
In de opgave wordt niet gerept over btw. Dus bij de antwoorden wordt deze buiten
beschouwing gelaten.