Post on 13-May-2015
Lesbrief Inkomen en groei
Hoofdstuk 2 Inkomen en inflatie
H2 Inkomen en inflatie 2
2.1 Nominaal en reëel inkomen
Nominaal inkomen = inkomen gemeten in geld.
Reëel inkomen = inkomen gemeten in goederen,dus hoeveel producten je met je geldinkomen kunt kopen.
Een verandering van de koopkracht wordt gemeten met een verandering van het reële inkomen.
Bij deze berekeningen wordt altijd gebruik gemaakt van indexcijfers!!!
H2 Inkomen en inflatie 3
2.1 Nominaal en reëel inkomen
Opdracht 16 (blz. 18):
jaar zakgeld in €
index zakgeld (2005=100)
prijs in €
prijsindex (2005=100)
2005 40 100 2,5 100
2006 45 = 45/40 × 100 = 112,5 3 =3/2,5 × 100 =
120
H2 Inkomen en inflatie 4
2.1 Nominaal en reëel inkomen
Met hoeveel procent verandert nu haar koopkracht?
IC reëel = IC nominaal / prijsindex × 100
Ingevuld:112,5 / 120 × 100 = 93,75
Haar koopkracht is dus gedaald met 6,25%.
Maken: opdrachten 17 t/m 22
H2 Inkomen en inflatie 5
2.2 De consumentenprijsindex
Inflatie is een procentuele toename van het algemeen prijspeil.
Dit algemeen prijspeil wordt gemeten door de consumentenprijsindex (CPI). Bij de berekening ervan wordt gekeken naar de prijzen van alle goederen en diensten die door gezinnen worden gekocht (zie blz. 22).
H2 Inkomen en inflatie 6
2.2 De consumentenprijsindex
De CPI is een samengesteld gewogen prijsindexcijfer.
Samengesteld: er wordt naar meerdere artikelgroepen gekeken.
Gewogen: er wordt gebruik gemaakt van wegingsfactoren (inkomensaandelen).
Srk: De berekening van de CPI is gelijk aan die van je rapportcijfers!!!
H2 Inkomen en inflatie 7
2.2 De consumentenprijsindex
Voorbeeld:
artikelgroep inkomensaandeel partiële prijsindex
voeding 10% 102
huisvesting 35% 114
overig ………. 96
Laat met een berekening zien dat de CPI 102,9 bedraagt.
H2 Inkomen en inflatie 8
2.2 De consumentenprijsindex
De inkomensaandelen voor de artikelen/artikel-groepen komen uit een budgetonderzoek.
Een inflatie van 2,9% betekent dat goederen en diensten gemiddeld met 2,9% in prijs zijn gestegen .
H2 Inkomen en inflatie 9
2.3 Inflatie: oorzaken en gevolgen
Belangrijkste vormen van inflatie:
1. bestedingsinflatie: bestedingen overtreffen productiecapaciteit
2. kosteninflatie: bedrijven berekenen hogere productiekosten door in verkoopprijs (lonen/grondstoffen/heffingen e.d.)
H2 Inkomen en inflatie 10
2.3 Inflatie: oorzaken en gevolgen
Belangrijkste gevolgen van inflatie:
1. koopkracht kan afnemen
2. concurrentiepositie kan verslechteren
3. centrale banken verhogen hun rentetarieven
H2 Inkomen en inflatie 11
2.3 Inflatie: oorzaken en gevolgen
Hyperinflatie (=enorme hoge inflatie):