Kenmerken en variaties Van levende wezens. kenmerken Een eigenschap die elk voorwerp of individu...

Post on 24-May-2015

223 views 2 download

Transcript of Kenmerken en variaties Van levende wezens. kenmerken Een eigenschap die elk voorwerp of individu...

Kenmerken en variatiesVan levende wezens

kenmerken Een eigenschap die elk voorwerp of

individu van een bepaalde groep gemeenschappelijk heeft.

Vb kenmerk snorharen bij katachtigen

Niet-groepsgenoten hebben die eigenschap niet

variatie Verschil tussen groepsgenoten Vb huidskleur, haarkleur Vb lengte en gewicht van mensen Vb lichaamsvorm

zoogdieren Kenmerk : voeden van jongen door

moedermelk (zogen)

Variatie in voortplanting: Vogelbekdier en miereneter : eieren, eierstok

met eileider buideldieren o.a. Kangoeroe: eierstok met

eileider en baarmoeder. Embryo leeft van dooierzakplacenta, buidel voor embryo

Andere zoogdier: eierstok, eileider, grotere baarmoeder, embryo met placenta uit amniongedeelte

5 kenmerken levende wezens constant inwendig milieu met behulp van

speciaal regelsysteem. Wisselen stoffen en energie uit met omgeving Voortplanten met behulp van genetische

blauwdruk, jongen vertonen vastgelegde groei en ontwikkeling volgens DNA.

Gevoelig voor signalen van binnen en buiten en in staat om te reageren met uitwendig zichtbaar gedrag

Sterfelijkheid: na verloop van korte of lang tijd dood, door oorzaken van buitenaf of van binnen uit.

Constant inwendig milieu (vloeibaar)

Hippocrates van Kos: leer van humores; vloeistoffen niet in balans ziekte

- gal-- zwarte gal- -slijm - -bloed

1870 Claude Bernard : La fixité du milieu interieur est la condition de la vie libre.

Intern milieu: bloed en weefselvloeistof

1930 Walter Cannon: HomeostaseZelfregulatie van organismen met behulp van een vastgestelde norm en negatieve terugkoppeling

Negatieve terugkoppeling of negatieve feedback

Metingen hoe situatie is rond cellen d.m.v. sensoren

Afwijking van norm vb 37◦C

(regelcentrum = hypothalamus)

Maartregelen om norm weer te bereiken d.m.v. effectoren (zweetkliertjes)

Effect tegengesteld aan de afwijkende meetwaarden

Vb bij hardlopenVb CO2 waarden bloed

Levende wezens wisselen stoffen en energie uit met omgeving

Nieuwe cellen gebouwd

Energie verbruiktStoffen worden opgenomen------------ afvalstoffen ontstaan

Afvalstoffen afgevoerd

= STOFWISSELING

Stoffen in organismen en door hen gemaakt (met als basis koolstof

C): Eiwitten Koolhydraten Vetten DNA

Assimilatie : Autotroof------------- heterotroof

fotosynthese = Zelf maken van

organische stoffen = autotroof

PLANTEN

Verkrijgen van organische stoffen door andere levende wezens of hun dode resten op te eten

BACTERIEN SCHIMMELS DIEREN

dissimilatie = Verbranding Afbraak van complexe organische

stoffen tot elementaire (organische) stoffen

Energie komt vrij

levende wezens zijn in staat tot voortplanting

Eencelligen : celdeling ( 2 identieke dochtercellen)

Meercelligen : Celdeling -vervanging afgestorven cellen, -groei van eencellig stadium naar meercellig organisme,-Voortplanting of reproductieOngeslachtelijke reproductie & geslachtelijke reproductie

Ongeslachtelijke reproductie conservatief Cel of celgroep kopieert zichzelfbv aardappelknollenbv pantoffeldiertjebv gist Bv vlo, luis, worm, zeester

Geslachtelijke voortplanting

Samensmelten van 2 geslachtscellen van 2 verschillende individuen

Nieuwe combinatie mogelijk

Voordeel: bij gewijzigde leefomstandigheden: Meer mogelijkheden voor overleven v.d. soort door adaptatie

Soorten die beide vormen gebruiken geven in moeilijke omstandigheden voorkeur aan geslachtelijke voortplanting

Gevoelig voor signalen van binnen en buiten en in staat om prikkels te reageren door uitwendig zichtbaar gedrag

zintuigcel gevoelig voor 1 bepaalde prikkel bv

-ogen-licht, -oren-geluid, -Tong-smaak, -Neus-geur-Huid-druk of warmte-kou

http://www.youtube.com/watch?v=rPehdT-sSk4&feature=related kruidje-roer-me-niet

overleving Informatie die situatie in lichaam dreigt

te verstoren vb Honger, dorst, gevaar(vuur, tijger in zicht)

Gedrag: effectoren:door spieren door klieren: bv speekselklieren (citroen) , vb hormoonklieren bij boosheid of angst : adrenaline

Dieren met gevoelige zintuigen Dolfijnen, vleermuizen, hond: ultrasoon

geluid Mieren en wespen: radioactieve straling van

cobalt-60 Ratten : wakker bij zwakke radioactieve

straling Vlo: infrarood Ontdekt door wetenschappers die out of de

box dachten en door ontwikkeling van apparatuur

Levende wezens gaan dood Oorzaak: bedreiging van buitenaf: bacteriën,

gevecht, roofdieren, straling, ongeval,

Bedreiging van binnenuit: stofwisselingsstoornis, verkeerd werkend afweerapparaat, defecten in bouw, veroudering van organisme.

Levensduur dieren

Klik op het pictogram als u een afbeelding wilt toevoegen

- in natuur kortere levensduur, door ziekte , ongeval, honger, opgegeten worden.

- Prooidier kortere levensduur dan roofdier- Kleinere dieren kortere levensduur dan grotere dieren-Mens lange levensduur * geen roofdieren *voldoende voedsel in westerse wereld*goede medische zorg)