–indicator voor status status beroep –betekenis van beroepstitels verschilt over tijd en plaats...

Post on 04-Jun-2015

216 views 1 download

Transcript of –indicator voor status status beroep –betekenis van beroepstitels verschilt over tijd en plaats...

Nieuwe data, `nieuwe’ methode?

een sociologisch historische toepassing van

multiniveau analyse

Richard L. Zijdemanr.l.zijdeman@fss.uu.nl

Uitgeteld en ingevoerd:analyse van de Nederlandse Volkstellingen (1795 – 2001)

Den Haag, Nederland29 september, 2006

– indicator voor status• status beroep

– betekenis van beroepstitels verschilt over tijd en plaats

• HISCO

– geen historisch klassenschema of beroepsprestige ladder

• SOCPO, HISCLASS• HISCAM

– dataverzameling is tijdsintensief, restricties met betrekking tot: plaats, tijd en sociale groep

• HSN• Volkstellingen

Vergelijkbaarheid historische studies

Onafhankelijke observaties?

• observaties onderling afhankelijk:– over tijd– over plaats

1. controleren voor plaats en tijd:– groot aantal controle-variabelen voor plaats en tijd– controle-variabelen verklaren meeste variantie

2. indicatoren opnemen voor groepsaspecten:– niet mogelijk om a priori volledige groepsstructuur

te schatten (bijvoorbeeld: Wat kenmerkt Middelburg?)

multiniveau analyse

• houdt rekening met groepsstructuur van de data:

– schat standaardfouten nauwkeuriger, minder kans op fouten van het type I (iets als significant interpreteren, zonder dat daar reden toe is).

– staat toe dat zowel de gemiddelde y-waarde, als de effecten van de x-en per groep variëren

Voorbeeld: onderzoeksvragen

1. In hoeverre verschilt de invloed van vaders beroepsstatus op dat van de zoon tussen plaatsen en over tijd ?

2. In hoeverre kunnen contextuele kenmerken verschillen in het effect van vaders beroepsstatus op dat van de zoon tussen plaatsen en over tijd verklaren?

Hypothesen

De invloed van beroepsstatus van de vader op dat van de zoon:

1. neemt af naarmate een gemeente meer is geïndustrialiseerd (moderniseringshypothese)

2. neemt toe naarmate er relatief meer katholieken in een gemeente wonen (activistische-ideologie-hypothese)

Data – individueel niveau

• Afhankelijke: HIS-CAM waarde van beroep zoon:– beroepstitels gecodeerd in HISCO– HISCO gecodeerd in HISCAM (version 0.1)

• Database van huwelijksakten Zeeland 1811-1922:– beroepstitels van zoon (bruidegom) en vader– leeftijd bruidegom– moeder bruidegom in leven?– 158,473 huwelijksakten– effectieve N (1811-1922) = 69,559 (43.9%)

Data – gemeente niveau

• Volkstellingen /Historische Database Nederlandse Gemeenten– Bevolking– Religie

• Registers dienst voor Stoomwezen [Lintsen 1990]– aantal ooit aangeschafte stoommachines

Methode/Analyse

– hierarchisch lineair model:•Individuen genest binnen ‘groepen’•Groep is een combinatie van gemeente en

tijd:– Middelburg 1853, Middelburg 1867, Vlissingen

1875

– periode: 1850 - 1880•n = 16205 (observaties)•N = 3061 (groepen)

Resultaten (1)

Beroepsstatus zoon

95% van de groepen:

1850 40.62 34.07 47.17

1880 42.64 36.07 49.19

Effect vader 95% van de groepen:

1850-

1880.4000 -0.064 0.865

Ongeveer 10 procent van de variantie in beroepsstatus van de zoon wordt veroorzaakt door de groepsstructuur

Resultaten (2)

• Industrialisering x status vader:– effect van vader neemt toe(!) met industrialisatie– verklaart variantie tussen groepen in beroepsstatus zoon– verklaart GEEN variantie tussen groepen in invloed van

vaders beroepsstatus

• Proportie katholieken x status vader:– effect van vader neemt toe, met de proportie katholieken– verklaart variantie tussen groepen in beroepsstatus zoon– verklaart slechts beperkt variantie tussen groepen in

invloed van vaders beroepsstatus

Conclusies

• Geen ondersteuning voor de moderniserings-hypothese, wel voor de ideologieënhypothese

• Zowel industrialisering als activisme van ideologie verklaren verschillen in beroepsstatus van zonen tussen tijdstippen en plaatsen

• Alleen activisme van ideologie verklaart verschillen in het belang van beroepsstatus van de vader tussen tijdstippen en plaatsen (en dan nog beperkt)

‘Zijn resultaten met multiniveau analyse nu echt anders (beter)?’