Hoofdstuk 5: Werken voor de winst 20huisjes.jpg.

Post on 04-Jun-2015

214 views 0 download

Transcript of Hoofdstuk 5: Werken voor de winst 20huisjes.jpg.

Hoofdstuk 5: Werken voor de winst

http://www.vvvspakenburg.nl/UserFiles/Image/DB%20huisjes.jpg

Produceren

Formele sector

Bedrijven en instellingen die tegen betaling produceren.

Informele sector

§5.1 De patatkraam blz. 78-79

Iets doen of maken voor de bevrediging van behoeften

Produceren door:

- Bedrijven- Overheid (maatschappelijke behoeften)

De gezinnen, bedrijven en instellingen die onbetaald of ongeregistreerd produceren (betaald)

Produceren door:

- Vooral in gezinnen

Produceren in ruime zin

Formele sector

Produceren in enge zin

Informele sector

§5.1 De patatkraam blz. 78-79

Geregistreerde productie Niet-geregistreerde productie

Bedrijven en overheid Klussen, huishoudelijk werk, zwart werk, vrijwilligerswerk

Bij de productie zijn 3 productiefactoren nodig:

- Kapitaal

- Natuur

- Arbeid

§5.1 De patatkraam blz. 78-79

Hulpmiddelen bij de productie

- Ondernemersschap

De natuur levert voor de productie:

- Grondstoffen

- Ruimte

Gas, olie, hout

§5.2 De timmerfabriek blz. 80-81

- Wind en waterkracht

http://sittard-geleen.allesvan.nl/images/coupon/av-sittard/Stopbord.jpg

Aan zee of in de woestijn

- Vruchtbaarheid van de bodem

- Type klimaat

Tot de kapitaalgoederen van een bedrijf behoren:

- Voorraad grondstoffen

- Voorraad eindproducten

§5.2 De timmerfabriek blz. 80-81

- Het gebouw

http://sittard-geleen.allesvan.nl/images/coupon/av-sittard/Stopbord.jpg

- Machines

- Gereedschappen

De arbeid in een bedrijf:

- Ongeschoolde en geschoolde arbeid

- Leidinggevende of uitvoerende arbeid.

§5.2 De timmerfabriek blz. 80-81

http://sittard-geleen.allesvan.nl/images/coupon/av-sittard/Stopbord.jpg

Produceren

Kapitaalintensief Arbeidsintensief

§5.2 De timmerfabriek blz. 80-81

De productie vergt in verhouding veel kapitaalgoederen en weinig arbeid.

De productie vergt in verhouding veel arbeid en weinig kapitaalgoederen.

- Veel kapitaalgoederen - Weinig kapitaalgoederen

- Weinig arbeid - Veel arbeid

Werk in fabriek Kapper, huisarts, docent, politieagent enz.

Investeren

De aankoop van kapitaalgoederen door bedrijven.

§5.2 De timmerfabriek blz. 80-81

http://www.bliksem.nl/images/thema/archief/thema-investeren-archief.jpg

Bedrijfstak

Een groep bedrijven die dezelfde rol vervullen in het productieproces

Bedrijfstak winkels, bedrijfstak fabrieken enz…

§5.3 De kaasspeciaalzaak blz. 82-83

Bedrijfskolom

De bedrijven die achtereenvolgens betrokken zijn bij de productie van 1 product

Voorbeeld bedrijfskolom van kleding

Katoenplantage

§5.3 De kaasspeciaalzaak blz. 82-83

Katoenfabriek

Kledingfabriek

Groothandel

Winkel

Hoe verder in de bedrijfskolom hoe hoger de prijs.

Product wordt steeds duurder!!!

Inkoopprijs + toegevoegde waarde

Omzet Afzet x verkoopprijs

Brutowinst

Inkoopwaarde van de omzet -

§5.4 De schoenenwinkel blz.84-85

AfzetDe hoeveelheid producten die worden verkocht

OmzetDe verkoopopbrengst in een periode

Inkoopwaarde van de omzet

Het bedrag dat een bedrijf heeft betaald voor de verkochte producten.

De winkelier ontvangt voor zijn producten de verkoopprijs inclusief BTW.

BTW

§5.4 De schoenenwinkel blz.84-85

Belasting toegevoegde waarde

Belasting die mensen betalen bij de aankoop van goederen en diensten.

De winkelier:

- Draagt de ontvangen BTW af aan de belastingdienst

- De verkoopprijs exclusief BTW is voor de winkelier

Percentage van de verkoopprijs, exclusief BTW

Rekenvoorbeeld BTW

Een fietsenwinkel wil € 300 voor een fiets ontvangen.

Het BTW percentage is 19%.

€ 300 is de verkoopprijs exclusief BTW

§5.4 De schoenenwinkel blz.84-85

Wat is de verkoopprijs inclusief BTW?

€ 300 x 1,19= € 357,-

De BTW is dan € 57,- (€357 - €300)

In de boekhouding van een winkelier staat:

- Afzet van elk product

- Verkoopprijs inclusief BTW van elk product

- Verkoopprijs exclusief BTW van elk product

§5.4 De schoenenwinkel blz.84-85

- Omzet

- Inkoopwaarde van de verkopen

- Brutowinst

- Bedrijfskosten

- Nettowinst

Bedrijfskosten

Alles wat een bedrijf kwijt is voor de productie van goederen en diensten.

Voorbeelden van bedrijfskosten:

§5.5 De kledingboetiek blz. 86-87

- Huisvestingskosten

- Loonkosten

- Inkoopkosten

- Verkoopkosten

- Afschrijvingskosten

Bedrijfskosten kunnen worden ingedeeld in:

- Variabele kosten

De kosten die omhooggaan als het drukker wordt in een bedrijf en omlaag gaan als het minder druk wordt in een bedrijf.

§5.5 De kledingboetiek blz. 86-87

- Vaste kosten

De kosten die onafhankelijk zijn van de bedrijfsdrukte.

Huurkosten, loon van vast personeel, afschrijvingskosten.

Grondstoffen, elektriciteitskosten, benzinekosten, loonkosten uitzendkracht, verwarming gebouw, kosten reclamefolders.

Afschrijvingskosten

De waardevermindering van duurzame goederen.

(Aanschafwaarde – Restwaarde)

Gebuiksduur

§5.5 De kledingboetiek blz. 86-87

REKENVOORBEELD:

Je koopt een laptop voor € 600,-. Na 4 jaar ga je hem verkopen en krijg je er nog € 100,- voor.

Hoeveel moet ik per maand reserveren om een nieuwe laptop na 4 jaar te kunnen kopen?

Afschrijvingskosten

(Aanschafwaarde – Restwaarde)

Gebuiksduur

§5.5 De kledingboetiek blz. 86-87

REKENVOORBEELD:

Je koopt een laptop voor € 600,-. Na 4 jaar ga je hem verkopen en krijg je er nog € 100,- voor.

Hoeveel moet ik per maand reserveren om een nieuwe laptop na 4 jaar te kunnen kopen?

4 jaar x 12 maanden = 48 maanden

( €600 - € 100)

48 = € 10,42 per maand

Omzet Afzet x verkoopprijs

Brutowinst

Inkoopwaarde van de omzet -

§5.5 De kledingboetiek blz. 86-87

Bedrijfskosten -

Nettowinst

Nettowinst

Het bedrag dat overblijft nadat de bedrijfskosten van de brutowinst af zijn.

De eigenaar gebruikt de nettowinst van een bedrijf voor:

- Modernisering of uitbreiding van een bedrijf

- Om verliezen op te vangen

§5.5 De kledingboetiek blz. 86-87

De eigenaar gebruikt de nettowinst van een bedrijf voor:

- Modernisering of uitbreiding van een bedrijf

- Om verliezen op te vangen

§5.6 blz. 88-89

Brutowinstmarge

Het verschil tussen de inkoopprijs en de verkoopprijs van een product.

Brutowinst .

Inkoopwaarde x 100%

§5.6 De computershop blz. 88-89

Met de brutowinstmarge bereken je de verkoopprijs exclusief BTW. De klant in de winkel betaald ook BTW, verkoopprijs inclusief BTW.

§5.6 De computershop blz. 88-89

REKENVOORBEELD:

Een winkelier legt een brutowinstmarge van 35% op al zijn artikelen. Een nieuw artikel heeft een inkoopprijs van € 5,-. De BTW op dit artikel is 19%

Bereken de winkelprijs van dit product.

Inkoopprijs + brutowinstmarge = Verkoopprijs excl. BTW€ 4,- + (0,35 x €4) = Verkoopprijs excl. BTW

€ 4,- + € 1,40 = € 5,40

Verkoopprijs excl. BTW x 1,19 = Verkoopprijs incl. BTW

€ 5,40 x 1,19 = € 6,42

Nettowinst kan stijgen door:

- Hogere verkoopprijzen

- Lagere inkoopprijzen

§5.7 Het scooterhuis blz. 90-91

- Besparingen op de bedrijfskosten (loonkosten & verkoopkosten)

Nettowinst kan dalen door:

- Hogere verkoopprijs zorgt voor lagere afzet & omzet

- Bezuinigingen op de loonkosten die noodzakelijk zijn voor goede productie

- Kosten van promotie zijn hoger dan de extra omzet door die promotie