hoofdstuk 4 Vlakke figuren

Post on 13-Feb-2016

109 views 1 download

description

hoofdstuk 4 Vlakke figuren. is even lang. rechte hoek (90 0 ). deze hoek is even groot. 4.1 Allerlei vlakke figuren. Dit moet je echt weten!. vierkant. rechthoek. driehoek. parallellogram. 4.1 Allerlei vlakke figuren. cirkel. nee. Heeft je figuur hoeken?. ellips. onbekend figuur. - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of hoofdstuk 4 Vlakke figuren

hoofdstuk 4Vlakke figuren

Dit moet je echt weten!

4.1 Allerlei vlakke figuren

vierkant

rechthoek

driehoek

is even lang

rechte hoek (900)

deze hoek is even groot

parallellogram

4.1 Allerlei vlakke figuren

Heeft je figuur hoeken?ja

nee

cirkel

ellips

onbekend figuur

Heeft je figuur 3 hoeken?ja

3 gelijke zijden? gelijkzijdige driehoek

2 gelijke zijden? Symmetrische driehoek

Rechte hoek? rechthoekige driehoekne e

Heeft je figuur 4 hoeken?ja 4 gelijke zijden? vierkant

ruit2 aan 2 gelijke

zijden?rechthoek

parallellogram

vlieger

gewone driehoek

2 gelijke zijden?

symmetrisch trapezium

gewone vierhoek

Je figuur is een vijfhoek, zeshoek, zevenhoek, achthoek, enz.

ne e

De hoeken van een driehoek zijn samen

altijd 1800

4.2 hoeken berekenen in driehoek

A B

C

Deze driehoek heet “driehoek ABC”

1150

350

?

= 1150A B = 350 C = ?0

berekening: 1150 + 350 + ? = 1800

1500 + ? 0 = 1800

1500 + 300 = 1800 dus hoek C = 300

PQ

R Deze driehoek heet “driehoek …”

Deze driehoek heet “driehoek PQR”

400

?P = 400

Q = ?0

R = 900

berekening: 400 + ? 0 + 900 = 1800

1300 + ? 0 = 1800

1300 + 50 0 = 1800 dus hoek Q = 500

500

30 0

4.2 Driehoeken

De hoeken van een driehoek zijn samen altijd 1800

350

700

?750

350

?550

600 600

600

300

750 750

Symmetrische driehoek

Rechthoekige driehoek

gewone driehoe

k

Gelijkzijdige driehoek

35 + 70 + 75 = 180

90 + 35 + 55 = 180

180 : 3 = 60

180 – 30 = 150150 : 2 = 75

9 m

3,5 m

8 m

A B

CD

E

1 1

2 2

hoek D 12 = 1200

hoek C 12 = 1650

? ?

??

Een moeilijk probleem oplossen! hoek C 1 =

hoek D 1 =hoek E =

DE = m

Wat voor een soort driehoek is

DEC?

4.3 Driehoeken tekenen deel 1

Je leert nu hoe je een driehoek moet tekenen.

Opdracht: teken een driehoek ABC.AB = 6cm, BC = 5 cm en CA = 4cm

, Stap 1. Maak een schets. Schrijf in de

schets alles wat je weet van de driehoek.,

A B6 cm

C5 cm4 cm

Stap 2. Teken nu precies. Dit moet je weten!

A B6cm

C

5 cm4 cm

4.2 Driehoeken tekenen deel 2

Je leert nu hoe je een driehoek moet tekenen.

Opdracht: teken een driehoek ABC.AB = 6cm, BC = 3 cm en hoek B =

600

, Stap 1. Maak en schets. Schrijf in de

schets alles wat je weet van de driehoek.,

A B6 cm

C3 cm

600

?

Stap 2. Teken nu precies. Dit moet je weten!

A B

600

?

?

C3 cm

4.2 Driehoeken tekenen deel3

Je leert nu hoe je een driehoek moet tekenen.

Opdracht: teken een driehoek PQR.PQ = 4cm, hoek P = 450 hoek Q =

500

, Stap 1. Maak en schets. Schrijf in de

schets alles wat je weet van de driehoek.,

P Q4 cm

R

500

?

Stap 2. Teken nu precies. Dit moet je weten!

?

450

?

P Q

500

R

450

Maak voor de volgende les 4.3

Opgaven 32 t/m 41

Dit moet je echt weten

over vierhoek!

4.4 Vierhoeken

vierkant

Alle zijden even langAlle hoeken 900

Alle zijden even lang2 paar gelijke hoekenSymmetrie-assen staan loodrecht op elkaar

ruit

rechthoek

2 paar gelijke zijdenAlle hoeken 900

para

llello

gram

2 paar gelijke zijden2 paar gelijke hoeken

vlieger

2 paar gelijke zijden 1 paar gelijke hoeken1 Symmetrie-as

4.5 Hoeken berekenenAls 2 lijnen elkaar snijden krijg je 4 hoeken.

Die hoeken zijn samen 3600.De overstaande hoeken zijn even groot.

P

13

24

hoek P4 = 500

hoek P1 = 500

hoek P2 + P3 = 3600 - 1000 = 2600

hoek P2 = 2600 : 2 = 1300

hoek P3 = 1300

500500

1300

1300

Controle:

1300 + 1300 + 500 + 500 = 3600

Maak voor de volgende les 4.5

Opgaven 56 t/m 64