Post on 23-May-2020
6-11-2014
1
Het Jonge Kind in de Spotlight! Alle pijlen gericht op spel!
DAG VAN HET REMEDIËREND ONDERWIJS
Astrid van Hertum
Hogeschool Utrecht
20 november 2014
Spelen is voor het jonge kind
een levensbehoefte en een
intense ervaring. Het is zijn
manier om zich te verbinden
met de omringende wereld en
deze te leren kennen.
Mijn spelen is leren,
Mijn leren is spelen.
6-11-2014
2
Spelen en leren: spelen = leren
Jonge kinderen leren door te spelen:
Betekenisvol
Drukken zich uit in het spel
Zelfsturing
Oplossend vermogen
Taal/ taalbegrip / taaldenken
Motorisch handelen = leren begrijpen
Zelfsturing groeit
Zichtbaar in uitingen zoals:
initiatieven nemen
zich aan de taak houden
selectieve aandacht geven
zich aan (zelfgemaakte) regels
houden
zelf controleren
Kinderen ontwikkelen zich het beste als:
Ze veel concrete ervaringen kunnen opdoen
Ze betrokken bezig kunnen zijn
Als de zelf de activiteit als betekenisvol ervaren
Als het spel ruime plaats krijgt in het activiteitenaanbod
Als ontwikkelingsgebieden in samenhang aan bod komen
6-11-2014
3
Rol van de leraar
Observeren
Betekenisvolle context creëren
ten behoeve van het informele
leren
Spelbegeleiding
Opbrengstgericht werken en
spel
Spelbegeleiding
Betrokkenheid tonen op het spel:
o Als speladviseur: spelsuggesties, meedenken bij spelproblemen
o Als spelleider: de spelinhoud wordt door de volwassene bepaalt, ook
de rolverdeling, materialen en middelen.
o Als meespeler: vanuit een rol invloed uitoefenen op het spel, je bent
NIET de leerkracht maar je speelt je rol
Spelbegeleidingstechnieken
Verwoorden (Sustained shared thinking/conversation)
Scaffolding
Stimuleren / activeren
Bevestigen en belonen
Structureren
6-11-2014
4
Verwoorden (sustained shared
thinking/conversation)
Het onder woorden brengen van het spel of handelen van het kind, waardoor
er een verband ontstaat tussen de losse (spel)handelingen: het spel/ de actie
wordt minder vluchtig en krijgt betekenis
Let op intonatie, toon, tempo woordgebruik
Het spel/activiteit met geluiden erbij begeleiden
(niet dominant laten worden)
Onder woorden brengen van gedachten en gevoelens
Verwoorden van de lichamelijke beleving, b.v. het voelt zacht, glibberig etc
Benoem wat je zelf doet “ik rol de bal naar je toe”
Anticiperen, vooruitlopen op de komende gebeurtenis:
“dat zal straks een groot feest worden”
24
Sustained shared thinking
” an episode in which two or more
individuals ‘work together’ in an
intellectual way to solve a problem,
clarify a concept, evaluate activities,
extend a narrative etc. Both parties must
contribute to the thinking and it must
develop and extend”
Siraj-Blatchford et al (2002)
Scaffolding
6-11-2014
5
Stimuleren /activeren
Spelimpulsen geven door:
Startactiviteit
Materiaal klaar te leggen
Themahoek samen met kinderen inrichten
Voorbeeld of plattegrond maken
Verhaal of gedicht voorlezen
Beeldmateriaal of foto aanreiken
Materialen combineren
Voorbeeldspel
Poppenspel of drama in de kring
Bevestigen /belonen
goedkeurende feedback aan een kind geven, zonder een
oordeel
positief reageren op het spel/activiteit van het kind
Spel/activiteit nabespreken en reflecteren op eigen
(spel)handelingen, met de nadruk op wat er goed ging
22
Structuur aanbrengen
structuur aanbrengen in het spel/activiteit
materiaal opruimen zodat het niet meer afleidt
weinig materiaal geven
werken met en spelscript/ verhaal/ gedicht
regels
23
6-11-2014
6
Maar wat
als een kind
niet of moeilijk
tot spel komt???
De
Professional
doet ertoe!!!!
Aandacht voor de begeleidingsstijl
2 theoretische kaders:
• Een mediërende leerkrachtstijl: MISC
• HandelingsGerichtWerken: HGW
Bron: Fournier (2012)
6-11-2014
7
MISC
Professor Pnina Klein scherpt het plaatje dat
Piaget schets aan met de volgende schakel:
M M
Stimuli Object Reactie
M = Mediator
Bron: Fournier (2012)
MISC
M Mediational
I Intervention
S Sensitizing
C Caregivers
MISC is een hulpmiddel dat de kwaliteit van de interacties tussen
mediator en de kinderen wezenlijk verbetert, waardoor de
kinderen cognitief en emotioneel betere kansen krijgen!
Bron: Fournier (2012)
Belang van mediaties
Snel veranderende wereld
Levenslang leren
Flexibility of mind > actieve leerder!
Door mediatie prikkelen, aandacht vangen,
maar deze ook vasthouden en verbinden met
andere ervaringen!!!
6-11-2014
8
De 5 mediaties in een notendop
1. Het kind zegt: ‘Kijk! Een toren!’ De opvoeder reageert: ‘Oh wat
een hoge toren, hij steekt al boven de stoel uit!’
2. ‘Ik zie rood, geel en blauwe blokken’, ‘voor wie maak je die
mooie toren/kun je de toren nog hoger bouwen?’ ‘Zijn er
genoeg blokken?’ ‘Weet je waar je nog meer blokken kunt
vinden?’
3. ‘Weet je nog…de toren die je gisteren had gebouwd…deze is
nog hoger!’ ‘Heb je thuis ook blokken om mee te bouwen?’
4. ‘Wat knap….je toren is heel hoog!’ Of ‘Je hebt je toren heel
stevig gebouwd, knap hoor!’ ‘Je hebt heel goed samengewerkt
daarom is het gelukt om zo’n mooie/hoge toren te bouwen!’
5. ‘Vertel eens hoe het is gelukt om zo’n hoge toren te bouwen?’
‘Oh ja, eerst viel hij om? Wat heb je daarna anders gedaan?’
De 5 mediaties in een notendop
1. Mediatie van intentionaliteit
ingaan op het initiatief van het kind waarbij je als mediator
een doel voor ogen hebt!
2. Mediatie van zingeving
betekenis verlenen aan de intentionaliteit
3. Mediatie van uitbreiding
transfer, het kind leren inzien dat wat het hier-en-nu leert,
ook mogelijkheden biedt voor het oplossen van problemen
of opdrachten in de toekomst
4. Mediatie van bekwaamheidsgevoelens
bevorderen van een positief zelfbeeld; het lukt me!
5. Mediatie van gedragsregulering
ik weet dat je deze opdracht aankunt. Ik wil je helpen bij het
plannen en de uitwerking in het oog houden; werken aan een
goede werkhouding
HGW ‘een raderwerk’
Bron: Pameijer en van Beukering (2007)
6-11-2014
9
1. Onderwijsbehoeften &
ondersteuningsbehoeften staan centraal
2. De leerkracht doet ertoe!!
3. De werkwijze is systematisch
en transparant
6-11-2014
10
4. Doelgericht & Haalbaar
5. Wisselwerking of transactioneel kader
6. Constructief samenwerken
6-11-2014
11
7. Positieve kenmerken
Krachten en kansen van de leerling,
de leerkracht, de groep en de ouders
Wat kan de leerling goed?
Waar ligt zijn belangstelling?
Welke aanpak van de leerkracht werkt
goed?
Welke mogelijkheden in de groep?
Sterke kanten/mogelijkheden ouders?
Hoe kan een goede samenwerking met de
ouders een bijdrage leveren?
Aandacht voor het positieve!
MISC
& HGW
=
Spel voor alle kinderen mogelijk!!!
6-11-2014
12
Waarschijnlijk niks nieuws….
maar het is vaak een kwestie van DOEN!!!!
Spel begeleiden!
Ontwikkelen van een
spelvriendelijke omgeving
Spel begeleiden betekent
‘spel mogelijk maken,
spel stimuleren’
(Fournier, 2012)
6-11-2014
13
Goede preventieve basiszorg
Op schoolniveau: heldere visie op spel!
Op klas-en leerkrachtniveau:
Communicatie met kinderen
Het in kaart brengen van de beginsituatie mbt spel
Het geven van spelimpulsen
Het terugblikken op spelactiviteiten ( MISC; uitbreiding,
bekwaamheidsgevoelens)
Het stimuleren van kiezen
Het verzamelen van kindgegevens en benoemen van
de onderwijsbehoeften om kinderen met extra
onderwijsbehoeften te kunnen signaleren.
Observeren van spel
Spel observeren
Bij het observeren van de spelkwaliteit kun je letten op de volgende onderdelen:
1. Spelrepertoire:
Speelt het kind steeds hetzelfde soort spel, kiest het kind een eenzijdige spelsoort of
wisselt het juist veel af.
2. Spelinhoud:
Kijk naar de inhoud van het spel. Heeft het spel veel of weinig variatie en detail
3. Zelf bedenken:
Komt het kind zelf met ideeën of doet het vrijwel altijd anderen na.
4. Speelruimte:
Welk deel van de speelruimte gebruikt het kind. Wordt er een heel klein stukje
gebruikt of juist meer dan de eigenlijke speelruimte.
6-11-2014
14
5. Hoeveelheid materiaal:
Gebruikt het kind veel of weinig materiaal.
6. Materiaal gebruik:
Is het kind voornamelijk manipulerend bezig of worden de materialen voor een
bepaald iets gebruikt.
7. Spelgerichtheid:
Heeft het kind de aandacht bij het spelen of doet het iets wat niets met spelen te
maken heeft; is niet spelgericht bezig.
8. Speelduur:
Kijk hoe lang de totale speelduur is. Jonge kinderen kunnen 15-25 minuten spelen, oudere kinderen 25-35 minuten.
9. Sociaal-emotioneel spel / tweezijdigheid:
Bij zakelijk spel zijn er geen uitingen van gevoelens aanwezig. Bij emotioneel spel
hebben de gevoelens de overhand. Beide elementen zouden elkaar moeten afwisselen.
10. Sociaal-emotioneel spel / samenspelen:
Zoekt het kind zelf contact, heeft het vaste vriendjes bij het spel of speelt het kind
meestal alleen.
11. Sociaal-emotioneel spel / conflicten:
Kijk in hoeverre het kind tijdens het spelen conflicten veroorzaakt.
12. Taalgebruik:
Kijk en luister in hoeverre het kind taal gebruikt tijdens het spelen en hoe het kind
reageert op anderen met behulp van taal.
Handelingsgericht werken aan spel
Wat heeft
dit kind van
deze ouders in
deze groep bij
deze leerkracht op
deze school
nodig?
6-11-2014
15
Handelingsgericht werken aan spel
1. Onderzoeken van de onderwijsbehoeften
Observeren en achtergrondgegevens verzamelen
2. Bepalen van doelen
analyseren van de verzamelde gegevens
3. Bepalen wat dit kind nodig heeft om dit doel te
bereiken
begeleidingsplan opstellen en uitvoeren
4. Evalueren, bijsturen, herhalen
Naar de praktijk!
• Laten spelen (faciliteren)
• Helpen spelen (spiegelen)
• Leren spelen (modeling)
Bron: Margot Wouterse
Spelbegeleiding (Speelplezier)
6-11-2014
16
• Kind wordt nieuwsgierig en gaat iets
nieuws uitproberen
• Kind krijgt nieuwe
handelingsmogelijkheden aangereikt
• Kind heeft plezier in spel
• Kind komt tot meer en ander spel
Doel spiegelen
• ‘Meespelen’
• http://www.leraar24.nl/video/2567
Spiegelen
• Spelscript / spelontwerp
• Rollenspelkaartjes
• Verhaallijn in wandkaarten
• Demonstratiespel
• Verteltafel
http://www.leraar24.nl/video/2566/spelstimul
ering-demonstratiespel
Spel ondersteunen
6-11-2014
17
Spelscript
http://www.slideshare.net/kardonsch/werken-met-een-spelscript
6-11-2014
18
Rollenspel kaartjes
Thema: Het restaurant
1. De bakker
2. De ober
3. De klant
4. …
Verhaallijn
6-11-2014
19
Terugblikken!
Wat neem je mee in je
koffertje na deze
bijeenkomst?
Wat gooi je uit je
koffertje?
Wat zou ik uit mijn koffertje
moeten gooien?
Wat komt daarvoor in de
plaats?