H 7 Krachten

Post on 18-Jan-2016

36 views 0 download

description

H 7 Krachten. Deel 1 Het gevolg van krachten. 1,5 min waar gaat paragraaf 7.1 over. 1:30. 1,5 min waar gaat paragraaf 7.1 over. 1:20. 1,5 min waar gaat paragraaf 7.1 over. 1:10. 1,5 min waar gaat paragraaf 7.1 over. 1:00. 1,5 min waar gaat paragraaf 7.1 over. 1:00. - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of H 7 Krachten

H 7 Krachten• Deel 1 Het gevolg van krachten

1,5 minwaar gaat paragraaf 7.1 over

1:30

1,5 minwaar gaat paragraaf 7.1 over

1:20

1,5 minwaar gaat paragraaf 7.1 over

1:10

1,5 minwaar gaat paragraaf 7.1 over

1:00

1,5 minwaar gaat paragraaf 7.1 over

1:00

1,5 minwaar gaat paragraaf 7.1 over

0:50

1,5 minwaar gaat paragraaf 7.1 over

0:40

1,5 minwaar gaat paragraaf 7.1 over

0:30

1,5 minwaar gaat paragraaf 7.1 over

0:20

1,5 minwaar gaat paragraaf 7.1 over

0:10

1,5 minwaar gaat paragraaf 7.1 over

0:05

1,5 minwaar gaat paragraaf 7.1 over

0:04

1,5 minwaar gaat paragraaf 7.1 over

0:03

1,5 minwaar gaat paragraaf 7.1 over

0:02

1,5 minwaar gaat paragraaf 7.1 over

0:01

1,5 minwaar gaat paragraaf 7.1 over

0:00

Zien of niet zien.

• Een kracht kan je niet zien

• De gevolgen wel zien, horen of voelen.

Er zijn er vier

1 Verandering van snelheid

2 Verandering van richting

3 Verandering van vorm

4 Houd iets op zijn plaats.

Kracht

• Grootheid Kracht F

• Eenheid Newton N

Vector

• Een kracht kan je voorstellen door een vector.Een vector heeft een:– Aangrijpingspunt– Richting– Grootte

• Vector is op schaalaangegeven door 1 cm …. N

Opdracht

• Maak opdracht 1 t/m 5

Isaac Newton’s 1ste wet

• Newtons eerste wet

Als de resultante kracht op een voor werp 0 N is dan:

1.Beweegt voorwerp met constante snelheid of2.Staat het voorwerp stil. (netto kracht = 0N)

10 N 10 N

Isaac Newton’s 2de wet

• F = m x g

De aantrekkingskracht is evenredig met krachten die er op werken.

Isaac Newton’s 3de wet

• Bij hang / steunpunt

Fz = Fg. bij vallen Fg = 0 N)

Als een voorwerp een kracht uitoefent op een tweede voorwerp dan oefent het tweede voorwerp een gelijke tegengestelde kracht uit op het eerste voorwerp.Actiekracht = - reactiekracht.

Deze mensen hebben een gewicht.

Fz = Fg

Deze springer isGewichtloos.

Fz = m • gFg = 0 N

Op meer gewichtloosheid.