H 2 inkopen

Post on 02-Jul-2015

304 views 0 download

description

de presentatie van methode 'Perspectief', boek 'Inkopen en verkopen' , H 2 Inkopen

Transcript of H 2 inkopen

Inkopen

Boek Inkopen en verkopen H 2

Wie koopt in?

Oerproducent

Fabrikant

Groothandel

Detaillist

Bedrijfskolom

Inkoopplan

1. Leveranciers zoeken

2. Onderhandelen over :

a. prijzen

b. kwaliteit

c. leveringsvoorwaarden (tijd en geld)

3. Vastleggen in een overeenkomst

Inkoopplan

Doelen bij het inkopen:

- Voldoen aan de vraag van de klant

- Behalen zo hoog mogelijk rendement

- Zorgen voor betrouwbare leveranciers

vraag 1

Inkoopproces

1. Vaststellen inkoopbehoefte (wat wanneer)

2. Keuze leveringsomstandigheden (eisen aan leveranciers)

3. Offertes opvragen (voorwaarden vastleggen waaraan een offerte moet voldoen)

4. Keuze leveranciers (onderhandelen)

5. Inkoopovereenkomst

6. Bestellen

7. Controle

8. Evaluatie

Kraljic - matrix

Twee dimensies bij de inkoop van een product of dienst.

1. Invloed op de winst (hoog of laag)

2. Inkooprisico (hoog of laag)

Kraljic - matrix

Invloed op de winst

hoog

laag hoog

Inkooprisico

Kraljic - matrix

Invloed op de winst

hoog Hefboom-

producten

laag Inkooprisico hoog

Producten die door veel leveranciers geleverd kunnen worden, en grote invloed op de winst hebben

Kraljic - matrix

Invloed op de winst

hoog Hefboom- Strategische

producten producten

laag Inkooprisico hoog

Producten die door weinig leveranciers geleverd kunnen worden, en grote invloed op de winst hebben

Kraljic - matrix

Invloed op de winst

hoog Hefboom- Strategische

producten producten

Routine

producten

laag Inkooprisico hoog

Producten die door veel leveranciers geleverd kunnen worden, en weinig invloed op de winst hebben

Kraljic - matrix

Invloed op de winst

hoog Hefboom- Strategische

producten producten

Routine Knelpunt

producten artikelen

laag Inkooprisico hoog

Producten die door veel leveranciers geleverd kunnen worden, en weinig invloed op de winst hebben

Kraljic - matrix

Invloed op de winst

hoog Hefboom- Strategische

producten producten

Routine Knelpunt

producten artikelen

laag Inkooprisico hoog

De hoeveelheid aandacht die de inkoop van een bepaald product zou moeten krijgen, hangt af van de plaats in de matrix.

Vraag 2 -3

• Soort product bepaalt ook de machtsverhoudingen tussen jou als inkoper en de leverancier.

• ‘Buyers market’

• Of juist een ‘sellers market’

Inkoopkanaal

Oerproducent

Fabrikant

Groothandel

Detaillist

Elke schakel wil geld verdienen.

Vraag 4 en 5

Distributiekanaal

• De weg die een artikel aflegt naar de consument

• Kan heel direct zijn, maar vaak via een x-aantal schakels

• Vaak ook keuze van de fabrikant:

- Marktpenetratie

- Selectieve distributie

- Exclusieve distributie

Leveranciersselectie

• Single sourcing = een leverancier

• Multiple sourcing

• Beide keuzes hebben voor- en nadelen!

- Wederzijdse betrokkenheid

- Tijdsinvestering

- Afhankelijkheid

- Logistiek

Vraag 6

Leveranciersselectie

Vaak op basis van een ‘vendor rating’: welke aspecten laat je het meest meetellen in je beslissing?

Bvb :

kwaliteit van de geleverde goederen

Op tijd leveren

Prijs

Vergelijkbaar met vergelijkingssites voor consumenten?

Leveranciersselectie

Stel: leverancier 1 scoort het volgende:

kwaliteit van de geleverde goederen 80%

Op tijd leveren 92%

Prijs 80%

Leveranciersselectie

Stel: leverancier 2 scoort het volgende:

kwaliteit van de geleverde goederen 90%

Op tijd leveren 80%

Prijs 75%

Leveranciersselectie

1 2

kwaliteit van de geleverde goederen 80% 90%

Op tijd leveren 92% 80%

Prijs 80% 75%

Wie je kiest is afhankelijk van wat je het belangrijkste vindt. Dus geef je aan alles een ‘wegingsfactor’

Leveranciersselectie

Belang 1 2

kwaliteit 50 punten 80% 90%

Op tijd leveren 10 punten 92% 80%

Prijs 40 punten 80% 75%

Belang * score = punten

Dus kwaliteit leverancier 1 krijgt

50 punten *80% = 50 *0,8 = 40 punten

Leveranciersselectie

Als je dit zo voor alle aspecten doet, kan je dus tellen hoeveel punten elke leverancier totaal krijgt

Belang 1 2 Punt1Punt 2

kwaliteit 50 punten 80% 90% 40 ?

Op tijd leveren 10 punten 92% 80% ? ?

Prijs 40 punten 80% 75% ? ?

Totaal ? ?

Leveranciersselectie

Als je dit zo voor alle aspecten doet, kan je dus tellen hoeveel punten elke leverancier totaal krijgt

Belang 1 2 Punt1Punt 2

kwaliteit 50 punten 80% 90% 40 45

Op tijd leveren 10 punten 92% 80% 9,2 8

Prijs 40 punten 80% 75% 32 30

Totaal 81,2 83

vraag 7

Bewaking en evaluatie

• Subjectieve methode

• Objectieve methode

- Persoonlijke beoordeling

- Leveranciersdoorlichting

- Financiële beoordeling

- Vendor rating

Toetsvragen

Welke doelen houd je voor ogen bij inkopen?

Kies de juiste antwoorden.

• zorgen voor de juiste machtsverhoudingen

• voldoen aan de vraag van de klanten

• maken van een goede risico-inventarisatie

• behalen van een zo hoog mogelijk rendement

• zorgen voor betrouwbare leveranciers

Toetsvragen

Welke doelen houd je voor ogen bij inkopen?

Kies de juiste antwoorden.

• zorgen voor de juiste machtsverhoudingen

• voldoen aan de vraag van de klanten

• maken van een goede risico-inventarisatie

• behalen van een zo hoog mogelijk rendement

• zorgen voor betrouwbare leveranciers

Toetsvragen

Zet de fasen uit het inkoopproces in de juiste volgorde.

• keuze van de leveringsomstandigheden

• uitnodigen leveranciers om offerte uit te brengen

• vaststellen inkoopbehoefte

• inkoopovereenkomst

• keuze van de leveranciers

• bewaken

• evaluatie

• bestelling of opdracht

Toetsvragen

1. vaststellen inkoopbehoeften

2. keuze van de leveringsomstandigheden

3. uitnodigen leveranciers om offerte uit te brengen

4. keuze van de leveranciers

5. inkoopovereenkomst

6. bestelling of opdracht

7. bewaken

8. evaluatie.

Toetsvragen

Welke producten hebben een geringe invloed op de winst en hebben een hoog inkooprisico omdat er slechts 1 leverancier is?

a. strategische producten

b. knelpuntproducten

c. hefboomproducten

b

Toetsvragen

Wat zijn routineproducten?

a. Producten of diensten die een geringe invloed hebben op de winst en waarvan het inkooprisico laag is.

b. Producten of diensten die een grote invloed hebben op de winst en waarvan het inkooprisico hoog is.

c. Producten of diensten die een geringe invloed hebben op de winst en waarvan het inkooprisico hoog is.

a

© Jet Idskes , 2014