een gemis, een vraag, een opdracht

Post on 12-Apr-2017

44 views 1 download

Transcript of een gemis, een vraag, een opdracht

WelkomWelkomVoorganger: Ds. MaliepaardVoorganger: Ds. Maliepaard

Organist: Dhr. de HarderOrganist: Dhr. de HarderThema: Een vraag, een gemis, Thema: Een vraag, een gemis,

een opdrachteen opdracht

Voor de dienst zingen we:Voor de dienst zingen we:Gez. 481: 1 en 4Gez. 481: 1 en 4

O grote God die liefde zijt (LvdK 481) t. J. Wit; m. J. Schop

O grote God die liefde zijt (LvdK 481) t. J. Wit; m. J. Schop

O grote God die liefde zijt (LvdK 481) t. J. Wit; m. J. Schop

O grote God die liefde zijt (LvdK 481) t. J. Wit; m. J. Schop

Welkom en MededelingenWelkom en MededelingenVoorganger: Ds. MaliepaardVoorganger: Ds. Maliepaard

Organist: Dhr. de HarderOrganist: Dhr. de HarderThema: Een vraag, een gemis, een Thema: Een vraag, een gemis, een

opdrachtopdracht

Aanvangslied Ps. 122Aanvangslied Ps. 122

Psalm 122 (LvdK) t. K. Heeroma; m. L. Bourgeois 1551

Psalm 122 (LvdK) t. K. Heeroma; m. L. Bourgeois 1551

Psalm 122 (LvdK) t. K. Heeroma; m. L. Bourgeois 1551

Psalm 122 (LvdK) t. K. Heeroma; m. L. Bourgeois 1551

Psalm 122 (LvdK) t. K. Heeroma; m. L. Bourgeois 1551

Psalm 122 (LvdK) t. K. Heeroma; m. L. Bourgeois 1551

Psalm 122 (LvdK) t. K. Heeroma; m. L. Bourgeois 1551

Psalm 122 (LvdK) t. K. Heeroma; m. L. Bourgeois 1551

Psalm 122 (LvdK) t. K. Heeroma; m. L. Bourgeois 1551

Stil gebedStil gebed

Votum en GroetVotum en Groet

Klein GloriaKlein Gloria

Ere zij de Vader en de ZoonEn de Heilige Geest,

Als in den beginne, nu en immer,En van eeuwigheid tot eeuwigheid.

Amen.

Zingen: Gez. 281: 1,2 en 4Zingen: Gez. 281: 1,2 en 4

Jezus zal heersen (LvdK 281) t. I. Watts; v. J.W. Schulte Nordholt; m. anoniem, 1789

Jezus zal heersen (LvdK 281) t. I. Watts; v. J.W. Schulte Nordholt; m. anoniem, 1789

Jezus zal heersen (LvdK 281) t. I. Watts; v. J.W. Schulte Nordholt; m. anoniem, 1789

LeefregelLeefregel

Zingen: Elb 203Zingen: Elb 203

Genade, zo oneindig groot (EL 203)

t. E. Zuiderveld-Nieman; m. trad.

Genade, zo oneindig groot (EL 203)

t. E. Zuiderveld-Nieman; m. trad.

Genade, zo oneindig groot (EL 203)

t. E. Zuiderveld-Nieman; m. trad.

Genade, zo oneindig groot (EL 203)

t. E. Zuiderveld-Nieman; m. trad.

Gebed ter verootmoediging en Gebed ter verootmoediging en om de Heilige Geestom de Heilige Geest

Kinderlied Elb 433Kinderlied Elb 433

God die alles maakte (EL 433) t. S.B. Rhodes; m. H. von Müller

God die alles maakte (EL 433) t. S.B. Rhodes; m. H. von Müller

God die alles maakte (EL 433) t. S.B. Rhodes; m. H. von Müller

Schriftlezing: Rom. 11: 1-24 Schriftlezing: Rom. 11: 1-24 (hsv)(hsv)

Beloften voor IsraëlBeloften voor Israël

1 Ik zeg dan: Heeft God Zijn volk 1 Ik zeg dan: Heeft God Zijn volk verstoten? Volstrekt niet! Ik ben verstoten? Volstrekt niet! Ik ben immers ook een Israëliet, uit het immers ook een Israëliet, uit het nageslacht van Abraham, van de nageslacht van Abraham, van de

stam Benjamin.stam Benjamin.

2 God heeft Zijn volk, dat Hij van 2 God heeft Zijn volk, dat Hij van tevoren kende, niet verstoten. Of tevoren kende, niet verstoten. Of

weet u niet wat de Schrift zegt weet u niet wat de Schrift zegt in in de geschiedenis vande geschiedenis van Elia, hoe hij  Elia, hoe hij

God aanspreekt over Israël en God aanspreekt over Israël en zegt:zegt:

3 Heere, Uw profeten hebben zij 3 Heere, Uw profeten hebben zij gedood en Uw altaren afgebroken, gedood en Uw altaren afgebroken,

en ik ben alleen overgebleven. en ik ben alleen overgebleven. Ook staan zij mij naar het leven. Ook staan zij mij naar het leven. 

4 Maar wat zegt het Goddelijk 4 Maar wat zegt het Goddelijk antwoord tegen hem? Ik heb voor antwoord tegen hem? Ik heb voor Mijzelf Mijzelf nognog zevenduizend mannen  zevenduizend mannen

overgelaten, die de knie voor overgelaten, die de knie voor het het beeld beeld van Baäl niet gebogen van Baäl niet gebogen

hebben.hebben.

5 Zo is er dan ook in deze 5 Zo is er dan ook in deze tegenwoordige tijd een overblijfsel tegenwoordige tijd een overblijfsel

ontstaan, overeenkomstig de ontstaan, overeenkomstig de verkiezing van de genade.verkiezing van de genade.

6 Maar als het door genade is, is 6 Maar als het door genade is, is het niet meer uit de werken, het niet meer uit de werken,

anders is genade geen genade anders is genade geen genade meer. En als het uit de werken is, meer. En als het uit de werken is, is het geen genade meer, anders is het geen genade meer, anders

is het werk geen werk meer.is het werk geen werk meer.

7 Wat dan? Wat Israël zoekt, dat 7 Wat dan? Wat Israël zoekt, dat heeft het niet verkregen, maar het heeft het niet verkregen, maar het

uitverkoren uitverkoren deeldeel heeft het  heeft het verkregen en de anderen zijn verkregen en de anderen zijn

verhard,verhard,

8 zoals geschreven staat: God 8 zoals geschreven staat: God heeft hun een geest van diepe heeft hun een geest van diepe slaap gegeven, ogen om niet te slaap gegeven, ogen om niet te

zien en oren om niet te horen, tot zien en oren om niet te horen, tot op de dag van heden.op de dag van heden.

9 En David zegt: Laat hun tafel 9 En David zegt: Laat hun tafel voor hen worden tot een strik, tot voor hen worden tot een strik, tot een valkuil, tot een struikelblok en een valkuil, tot een struikelblok en

tot vergelding.tot vergelding.

10 Laat hun ogen verduisterd 10 Laat hun ogen verduisterd worden, zodat zij niet zien en maak worden, zodat zij niet zien en maak

hun rug voor altijd krom.hun rug voor altijd krom.

11 Ik zeg dan: Zijn zij soms 11 Ik zeg dan: Zijn zij soms gestruikeld met de bedoeling dat gestruikeld met de bedoeling dat zij vallen zouden? Volstrekt niet! zij vallen zouden? Volstrekt niet!

Door hun val echter is de Door hun val echter is de zaligheid zaligheid tottot de  de

heidenen heidenen gekomengekomen om hen tot  om hen tot jaloersheid te verwekken.jaloersheid te verwekken.

12 Als dan hun val voor de wereld 12 Als dan hun val voor de wereld rijkdom rijkdom betekentbetekent en  en het feit dathet feit dat zij  zij achteropkomen rijkdom voor de achteropkomen rijkdom voor de heidenen, hoeveel te meer hun heidenen, hoeveel te meer hun

volheid!volheid!

Wortel en takkenWortel en takken

13 Want tegen u, de heidenen, 13 Want tegen u, de heidenen, zeg ik: Voor zover ik de apostel zeg ik: Voor zover ik de apostel

van de heidenen ben, maak ik mijn van de heidenen ben, maak ik mijn bediening heerlijk,bediening heerlijk,

14 om daardoor zo mogelijk 14 om daardoor zo mogelijk mijn mijn verwanten wat betreftverwanten wat betreft het  het

vlees tot jaloersheid te verwekken vlees tot jaloersheid te verwekken en enigen uit hen te behouden.en enigen uit hen te behouden.

15 Want als hun verwerping 15 Want als hun verwerping verzoening voor de verzoening voor de

wereld wereld betekentbetekent, wat , wat betekent betekent dandan hun aanneming anders dan  hun aanneming anders dan

leven uit de doden?leven uit de doden?

16 En als de eerstelingen heilig 16 En als de eerstelingen heilig zijn, dan het deeg ook, en als de zijn, dan het deeg ook, en als de

wortel heilig is, dan de takken ook.wortel heilig is, dan de takken ook.

17 Als nu enige van die takken 17 Als nu enige van die takken afgerukt zijn, en u, die een wilde afgerukt zijn, en u, die een wilde olijfboom bent, in hun olijfboom bent, in hun plaatsplaats bent  bent

geënt en mede deel hebt gekregen geënt en mede deel hebt gekregen aan de wortel en de vettigheid van aan de wortel en de vettigheid van

de olijfboom,de olijfboom,

18 beroem u dan niet tegenover de 18 beroem u dan niet tegenover de takken. En als u zich beroemt: U takken. En als u zich beroemt: U

draagt de wortel niet, maar de draagt de wortel niet, maar de wortel u.wortel u.

19 U zult dan zeggen: De takken 19 U zult dan zeggen: De takken zijn afgerukt, opdat ik zou worden zijn afgerukt, opdat ik zou worden

geënt.geënt.20 Dat is waar. Door ongeloof zijn 20 Dat is waar. Door ongeloof zijn

zij afgerukt en u staat door het zij afgerukt en u staat door het geloof. Heb geen hoge dunk van geloof. Heb geen hoge dunk van

uzelf, maar vrees.uzelf, maar vrees.

21 Want als God de natuurlijke 21 Want als God de natuurlijke takken niet gespaard heeft, dan is takken niet gespaard heeft, dan is

het ook mogelijk dat Hij u niet het ook mogelijk dat Hij u niet spaart.spaart.

22 Zie dan de goedertierenheid en 22 Zie dan de goedertierenheid en de strengheid van God: strengheid de strengheid van God: strengheid over hen die gevallen zijn, over u over hen die gevallen zijn, over u echter goedertierenheid, als u in echter goedertierenheid, als u in de goedertierenheid blijft. Anders de goedertierenheid blijft. Anders zult ook u afgehouwen worden.zult ook u afgehouwen worden.

23 En ook zij zullen, als zij niet in 23 En ook zij zullen, als zij niet in het ongeloof blijven, geënt worden, het ongeloof blijven, geënt worden, want God is machtig hen opnieuw want God is machtig hen opnieuw

te enten.te enten.

24 Want als u afgehouwen bent uit 24 Want als u afgehouwen bent uit de olijfboom die van nature wild de olijfboom die van nature wild was, en tegen de natuur in op de was, en tegen de natuur in op de

tamme olijfboom geënt bent, tamme olijfboom geënt bent, hoeveel te meer zullen zij die hoeveel te meer zullen zij die natuurlijke natuurlijke takkentakken zijn, geënt  zijn, geënt

worden op hun eigen olijfboom.worden op hun eigen olijfboom.

Zingen: Gez. 305Zingen: Gez. 305

Waar God de Heer zijn schreden zet (LvdK 305) t. J. Wit; m. Genève 1551

Waar God de Heer zijn schreden zet (LvdK 305) t. J. Wit; m. Genève 1551

Waar God de Heer zijn schreden zet (LvdK 305) t. J. Wit; m. Genève 1551

Waar God de Heer zijn schreden zet (LvdK 305) t. J. Wit; m. Genève 1551

Waar God de Heer zijn schreden zet (LvdK 305) t. J. Wit; m. Genève 1551

Waar God de Heer zijn schreden zet (LvdK 305) t. J. Wit; m. Genève 1551

Waar God de Heer zijn schreden zet (LvdK 305) t. J. Wit; m. Genève 1551

Waar God de Heer zijn schreden zet (LvdK 305) t. J. Wit; m. Genève 1551

PreekPreekThema: Een vraag, eem gemis, Thema: Een vraag, eem gemis, een opdracht. Nav Rom. 11:1een opdracht. Nav Rom. 11:1

GEMEENTE

Heidenen

GEMEENTE

Zingen: Gez. 38: 1,3 en 5Zingen: Gez. 38: 1,3 en 5

De Heer spreekt: hoor mijn hartsgeheim (LvdK 38)

t. J. Wit; m. Genève 1551

De Heer spreekt: hoor mijn hartsgeheim (LvdK 38)

t. J. Wit; m. Genève 1551

De Heer spreekt: hoor mijn hartsgeheim (LvdK 38)

t. J. Wit; m. Genève 1551

De Heer spreekt: hoor mijn hartsgeheim (LvdK 38)

t. J. Wit; m. Genève 1551

De Heer spreekt: hoor mijn hartsgeheim (LvdK 38)

t. J. Wit; m. Genève 1551

De Heer spreekt: hoor mijn hartsgeheim (LvdK 38)

t. J. Wit; m. Genève 1551

GebedenGebeden

Collecte: Collecte: 1 Erediensten1 Erediensten

2. Eigen gemeente2. Eigen gemeente

Slotlied: Elb 413Slotlied: Elb 413

Lichtstad met uw paarlen poorten (EL 413) t. M.A. Alt; m. Continental Sound

Lichtstad met uw paarlen poorten (EL 413) t. M.A. Alt; m. Continental Sound

Lichtstad met uw paarlen poorten (EL 413) t. M.A. Alt; m. Continental Sound

Lichtstad met uw paarlen poorten (EL 413) t. M.A. Alt; m. Continental Sound

Lichtstad met uw paarlen poorten (EL 413) t. M.A. Alt; m. Continental Sound

Lichtstad met uw paarlen poorten (EL 413) t. M.A. Alt; m. Continental Sound

Lichtstad met uw paarlen poorten (EL 413) t. M.A. Alt; m. Continental Sound

Lichtstad met uw paarlen poorten (EL 413) t. M.A. Alt; m. Continental Sound

ZegenZegen3 x Amen3 x Amen

Gezegende zondag!Gezegende zondag!