Post on 22-Feb-2016
description
Dit document is opgesteld ter ondersteuning van de mondelinge presentatie en is niet bedoeld om afzonderlijk te worden gebruikt
Slotseminarie
Thematische evaluatie van de Belgische
ontwikkelingssamenwerking inzake milieu
Brussel, 23 juni 2014
2
Agenda
Inleiding
Specifieke en transversale vaststellingen
Antwoorden op de evaluatievragen
Conclusies
Aanbevelingen
Kader, voorwerp en reikwijdte
Strategisch kader:– De strategienota leefmilieu (2002)– het rapport over “Klimaatverandering en het Belgische
ontwikkelingssamenwerkingsbeleid: uitdagingen en mogelijkheden”,– paragrafen in verband met milieu uit de algemene beleidsnota’s van de
verschillende ministers, en de ISP’s (indicatieve samenwerkingsprogramma’s met de partnerlanden).
De strategienota leefmilieu (2002) vormt het voornaamste kader en voorwerp van de evaluatie.
Reikwijdte:• Het milieu als samenwerkingssector en als transversaal thema• Alle uitgevoerde interventies van de Belgische samenwerking in de periode 2002-
2011
3
De evaluatievragen
Vraag 1 : In hoeverre is de strategienota nuttig? Vraag 2 : In hoeverre zijn de aspecten die in de strategienota als
prioritair worden beschouwd ook daadwerkelijk als prioritair behandeld ?
Vraag 3 : In hoeverre en met welke resultaten is eerbied voor het milieu aanwezig in alle lagen van de Belgische samenwerking ?
Vraag 4 : In hoeverre en met welke resultaten heeft de Belgische ontwikkelingssamenwerking in de partnerlanden bijgedragen tot het scheppen van de vereiste voorwaarden voor milieubescherming en duurzaam milieubeheer ?
Vraag 5 : In hoeverre heeft de Belgische steun bijgedragen tot een duurzaam leefmilieu (MDG 7) ?
4
Verloop van de evaluatie
5SC: Stuurcomité; SS: Slotseminarie
05/201409/2012 09/2013
Terrein fase Synthese fase
Kritische inventaris en
startfase
Document studie fase
SC SCSCSC SS
Goedkeurin, vertaling,
verspreiding
SC
8
Agenda
Inleiding
Specifieke en transversale vaststellingen
Antwoorden op de evaluatievragen
Conclusies
Aanbevelingen
9
Belangrijkste vaststelingen uit de kritische inventaris
Weinig interventies met een milieudoel (marker 2 = 5%) doch sterke stijging van de uitgaven, in het bijzonder voor de multilaterale interventies in de sector « milieubescherming » (2%)
Een minderheid van de interventies (20%) in de sectoren met een directe invloed op het milieu maar relatief sterke stijging van deze interventies
12
Milieu-markers en de kritische inventaris
Verschil tussen de scores van de evaluatoren en die van de databank ODA.be– De scores (0-1-2) gegeven door de evaluator (in d
gevallenstudie) zijn gemiddeld 26% lager dan de scores van ODA.be
Specifieke en transversale vaststellingen
Antwoorden op de evaluatievragen
Conclusies en getrokken lessen Aanbevelingen
14
Belgische multilaterale samenwerking op het vlak van milieu
Belgische multilaterale samenwerking op het vlak van milieu– vormt het leeuwendeel van de interventies ingedeeld onder
« milieubescherming »– bestaat voornamelijk uit een steun aan het GEF en UNEP, voor wie
België een relatief belangrijke donor is
GEF en UNEP:– instellingen essentieel voor een goed mondiaal milieubeheer– efficientie is een uitdaging maar verbetering is merkbaar– Niet helemaal in lijn met ontwikkelingssamenwerking in de strikte
zin van het woord (meer gericht op het internationale milieu dan op het terugdringen van de armoede in de partnerlanden)
Specifieke en transversale vaststellingen
Antwoorden op de evaluatievragen
Conclusies en getrokken lessen Aanbevelingen
16
Agenda
Inleiding
Specifieke en transversale vaststellingen
Antwoorden op de evaluatievragen
Conclusies
Aanbevelingen
17
Vraag 1 : In hoeverre is de strategienota nuttig?
De SNLM heeft een positieve rol gespeeld, namelijk ten voordele van een toenemend aantal interventies met het milieu als doel, maar is weinig samenhangend, vrij weinig gebruikt en heeft de transversale integratie van milieu weinig beïnvloedt
Door de gewijzigde context is de nota intussen voorbijgestreefd, maar de nood aan een nieuwe Belgische strategie blijft
Specifieke en transversale vaststellingen
Antwoorden op de evaluatievragen
Conclusies en getrokken lessen Aanbevelingen
18
Vraag 2 : In hoeverre zijn de aspecten die in de strategienota als prioritair worden beschouwd ook daadwerkelijk als
prioritair behandeld?
De prioritaire aspecten zijn geen reële prioriteiten in vergelijking met andere eventuele aspecten van het milieu
Als interventiedoelstelling zijn de prioriteiten met betrekking tot watervoorziening en steden dominant
Geen enkele prioriteit werd als transversaal benaderd
Specifieke en transversale vaststellingen
Antwoorden op de evaluatievragen
Conclusies en getrokken lessen Aanbevelingen
19
Vraag 3 : In hoeverre en met welke resultaten is eerbied voor het milieu aanwezig in alle lagen van de Belgische samenwerking?
Eerbied voor het milieu is geïntegreerd in alle lagen (beleid, beleidsdialoog en interventies) en dit leidt tot:– een verhoging van de uitgaven voor interventies met een
milieudoelstelling en dus hun positief effect op het milieu– een correctie van negatieve milieueffecten
Echter:– het respect voor het milieu is niet systematisch op een
transversale wijze geïntegreerd– verbeteringen zijn mogelijk– de algemene balans van de Belgische samenwerking blijft
onzeker, de ontwikkelingsrichting is niet aanzienlijk gericht op meer duurzaamheid
Adaptatie is vaak impliciet geïntegreerd
Specifieke en transversale vaststellingen
Antwoorden op de evaluatievragen
Conclusies en getrokken lessen Aanbevelingen
20
Vraag 4 : In hoeverre en met welke resultaten heeft de Belgische ontwikkelingssamenwerking in de partnerlanden bijgedragen tot het
scheppen van de vereiste voorwaarden voor milieubescherming en duurzaam milieubeheer?
De SNLM voorziet 4 modaliteiten (verwachtte resultaten): opname van milieu in de strategieën, internationale conventies, regionele samenwerking en steun aan het maatschappelijk middenveld (in de brede zin van het woord)
Drie van de vier modaliteiten voorzien door de SNLM worden vooral via de multilaterale samenwerking gerealiseerd en zijn minder geconcentreerd op de partnerlanden
De bijdragen van de bilaterale samenwerking zijn desalniettemin talrijk, inclusief bijdragen niet geviseerd als objectief en bijdragen die buiten de 4 modaliteiten van de SNLM vallen
De uiteindelijke effecten (op de praktijken) zijn niet identificeerbaar maar kunnen evenwel beperkt worden door het gebrek aan een precieze analyse van de bestaande situatie voor de interventie, die zou moeten toelaten te bepalen wat te doen en in welke orde om een impact te verkrijgen.
Specifieke en transversale vaststellingen
Antwoorden op de evaluatievragen
Conclusies en getrokken lessen Aanbevelingen
21
Vraag 5 : In hoeverre heeft de Belgische steun bijgedragen tot een
duurzaam leefmilieu (MDG 7) ?
De indicatoren (deels niet relevant) weerspiegelen niet de bijdragen van de individuele donoren
De bijdragen van België zijn geconcentreerd op de streefdoelen van watervoorziening en sanering
De bijdragen van de Belgische samenwerking kunnen waargenomen worden op het lokaal vlak maar niet op nationaal vlak
Specifieke en transversale vaststellingen
Antwoorden op de evaluatievragen
Conclusies en getrokken lessen Aanbevelingen
22
Agenda
Inleiding
Specifieke en transversale vaststellingen
Antwoorden op de evaluatievragen
Conclusies
Aanbevelingen
23
Conclusies
De complexiteit van milieu-integratie Onvoldoende (kwaliteit) informatie beschikbaar om de effecten te meten SNLM weinig samenhangend, nuttig maar beperkt Prioriteit werd gegeven aan water en steden (sanering) Eerbied voor het milieu is geïntegreerd in alle lagen (niet overal), met
positieve maar verbeterbare resultaten (+ diverse lessen met betrekking tot de vereiste voorwaarden voor succesvol milieu-integratie)
Verschillende bijdragen tot de « vereiste voorwaarden », doch niet geconcentreerd op de partnerlanden of op de vier resultaten verwacht van de SNLM met beperkte resultaten door een gebrek aan een precieze diagnose
Bijdragen van de Belgische samenwerking tot MDG7 moeilijk vast te stellen, bijdragen vooral in watervoorziening en sanering
Transversale milieu-integratie gerechtvaardigd, sectorale benadering slechts in bepaalde omstandigheden
Algemeen positieve resultaten maar nog ruimte tot verbetering
Specifieke en transversale vaststellingen
Antwoorden op de evaluatievragen
Conclusies en getrokken lessen Aanbevelingen
24
Agenda
Inleiding
Specifieke en transversale vaststellingen
Antwoorden op de evaluatievragen
Conclusies
Aanbevelingen
25
1. Het conceptueel en strategisch kader van het milieu en van de duurzame ontwikkeling verduidelijken op het niveau van
de ontwikkelingssamenwerking Onderscheidt beter:
– duurzame ontwikkeling en milieu– beheer van het wereldmilieu en milieu-integratie in de
ontwikkelingssamenwerking– eerbied voor het milieu en adaptatie
Verzeker zich van de samenhang, leesbaarheid en communicatie betreffende de strategische documenten
Twee voorgestelde strategische documenten:– een strategie voor duurzame ontwikkeling binnen de
ontwikkelingssamenwerking– een specifieke strategie om het milieu te integreren in de
ontwikkelingssamenwerking (vertaald in sectorale en operationele documenten)
Specifieke en transversale vaststellingen
Antwoorden op de evaluatievragen
Conclusies en getrokken lessen Aanbevelingen
26
2. De sectorale benadering terugbrengen tot de essentie
De milieu-uitgaven richten op:1. de internationale verplichtingen2. de vrijwillige bijdragen aan het GEF en het UNEP3. de ondersteuning van de transversale milieu-integratie
(met expertise, financiering van milieustudies)4. het beantwoorden aan verzoeken van de partners (voor
zover België daar een voordeel biedt ten opzichte van andere donoren) en
5. milieudoelstellingen die verbonden zijn aan de concentratiesectoren.
Afzien van de kwantitatieve doelstellingen voor de uitgaven op het vlak van milieubescherming (zonder afzien van de labelling)
Specifieke en transversale vaststellingen
Antwoorden op de evaluatievragen
Conclusies en getrokken lessen Aanbevelingen
27
3. Het leidende beginsel van transversale milieu-integratie verankeren in alle interventies, door het uit te breiden naar
adaptatie
Geef aandacht aan de wederzijdse interacties tussen het milieu en de interventie (systematische screening)
Meer aandacht voor de voorwaarden voor duurzaam milieubeheer en voor de kwetsbaarheid en aanpassing van de begunstigden
Specifieke en transversale vaststellingen
Antwoorden op de evaluatievragen
Conclusies en getrokken lessen Aanbevelingen
4. De methodes om milieubewustzijn aan te wakkeren versterken, ook in de beginstadia van de
interventiecyclus
Meer aandacht aan het milieu in de diagnoses die voorafgaan (op strategisch niveau en interventie niveau)
Analyseer de gevolgen zodra een strategische beslissing genomen is – strategische milieubeoordeling
Specifieke en transversale vaststellingen
Antwoorden op de evaluatievragen
Conclusies en getrokken lessen Aanbevelingen
5. Milieu-integratie vergemakkelijken en ondersteunen
Behoudt de sectorgerichte concentratie: milieu-integratie is gemakkelijker in een beperkt aantal van sectoren
Verdiep de analyse van de institutionele capaciteiten (van de Belgische samenwerking, van alle Belgische actoren) en beantwoord aan de noden (eventuele institutionele hervormingen, doelgerichte opleiding)
Vestig een permanente dienst voor advies toegankelijk voor alle actoren
Organiseer de uitwisseling van ervaringen en goede praktijken (binnen de indirecte samenwerking)
Specifieke en transversale vaststellingen
Antwoorden op de evaluatievragen
Conclusies en getrokken lessen Aanbevelingen
6. Verbeter de labelling van de interventie(milieu- en Rio-markers)
Geef duidelijkere instructies zodat geen enkele interventie buiten de drie voorgestelde rubrieken 0, 1, 2 valt
De markering betreft alléén de doestellingen; daarom kunnen we de scores niet gebruiken om de werkelijke milieueffecten of de werkelijke aandacht voor externe milieueffecten te evalueren
Specifieke en transversale vaststellingen
Antwoorden op de evaluatievragen
Conclusies en getrokken lessen Aanbevelingen
7. Monitoring en evaluatie vanuit milieuopzicht versterken
Ontwikkel strategische indicatoren wat betreft adaptatie en de milieueffecten (in het bijzonder voor de concentratiesectoren)
Voor de monitoring van de interventies: opstellen van baselines en toezien op de milieurelevantie van de algemene indicatoren
Uitvoeren van ex-post studies naar de milieueffecten
Evalueer systematisch de transversale integratie van het milieu
Specifieke en transversale vaststellingen
Antwoorden op de evaluatievragen
Conclusies en getrokken lessen Aanbevelingen