DE FUNDERING CHALLENGEBy MiSs MoPs

“Goedemiddag, meneer en mevrouw Lukasse.” Begroet Marly het jonge stel. “Ik kan u maar liefst vier woningen laten zien. We zijn hier namelijk bij een appartementencomplex.”

“Laten we beginnen!” Marly neemt het stel mee naar de ‘binnenplaats’. “Hier komen de vier woningen bij elkaar. Het is het centrale punt van het complex. Hier bevinden zich ook de voordeuren.”

“Elk huis heeft zijn eigen kleur. De vraag die ik u dan ook stel is: Wat is uw kleur? Laten we beginnen met het ‘grijze huis’.”

“Elk huis is simpel, strak en modern ingericht. De hoofdkleur in dit huis grijs. Zodra u het huis binnenstapt ziet u de keuken, inclusief het eetgedeelte. Het appartementencomplex richt zich op twee personen, dus deze woningen zijn perfect voor u.”

“Aan de andere kant van de ruimte bevindt zich de trap en de zithoek. Het huis heeft veel ramen, waardoor er genoeg licht naar binnenkomt.”

“Achter de zithoek bevindt zich een schuifdeur. Die verbindt het huis met de achtertuin. Wat een voordeel is aan dit appartementcomplex is dat elk appartement een eigen tuin heeft.”

“Laten we nu de bovenverdieping gaan bekijken.” Marly staat op van de grijze bank en loopt de trap op.

“Here’s where the magic happens.” Lacht Marly. “Oftewel, dit is de slaapkamer.”

“En de andere zijde van de kamer. De slaapkamer straalt rust uit, door het klein aantal meubels en de witte muren.”

“Laten we naar de tweede woning gaan. Het ‘rode huis’.”

“Het rood wordt hier vooral geaccentueerd met de rode vloerbedekking en kleine, rode accenten.” Legt Marly uit. “Verder is de eethoek hier veranderd in een tafel met twee stoelen en is de keuken verplaatst naar onder de trap.”

“Zie hier de zithoek. Ook hier bevindt zich achter de zithoek een schuifdeur naar de achtertuin.”

Marly en meneer en mevrouw Lukasse nemen de trap naar boven. “En hier is de slaapkamer van het ‘rode huis’.”

“En andere kant van de slaapkamer.” Zegt Marly, als zij en meneer en mevrouw Lukasse zich omdraaien.

“Laten we naar de derde woning gaan. Het ‘gele huis’.”

“Hier is echt gekozen voor een gele keuken. Om het toch rustig te houden is er een houten vloer gelegd.”

“De zithoek van het ‘gele huis’. En ook hier weer bevindt zich een schuifdeur die naar de achtertuin leidt.”

“Dit is de slaapkamer. Als u goed heeft opgelet ziet u gelijkenissen met dit huis en huis nummer één; het ‘grijze huis’. Het vierde huis zal dan ook weer gelijkenissen met huis nummer drie hebben.”

“En andere kant van de slaapkamer. Hier is een schildersezel geplaatst, omdat de slaapkamer zo’n ruimte, lichte kamer is.”

“En dan nu de laatste woning. Het ‘oranje huis’.”

“Bij dit huis is de vloer van buiten doorgetrokken naar binnen. Zo springt het oranje er nog beter uit.”

“De zithoek. En voor de laatste keer, ook hier bevindt zich een schuifdeur.”

“De slaapkamer. Met een leuk, vrolijke oranje bed.”

“En andere kant van de slaapkamer.”

“Dan laat ik u nu nog één van de achtertuinen zien.” Marly neemt meneer en mevrouw Lukasse mee naar het ‘grijze huis’. “Alle achtertuinen zijn precies ‘t zelfde. Ook zijn er nog veel mogelijkheden om zelf bloemen of bomen te planten.”

“Dit is de plattegrond van de fundering. Zo heeft u ook een mooi beeld van de achtertuinen.”

“De begane grond.”

“De eerste verdieping.”

“Het appartementencomplex.”

“Ik hoop dat zo alles duidelijk is, meneer en mevrouw Lukasse. Ik hoor wel op welk huis uw beslissing gevallen is.” Marly zwaait het jonge stel uit en neemt dan zuchtend plaats op een stoel in één van de achtertuinen.

TOT DE VOLGENDE KEER!(dit appartementencomplex is gemaakt op de fundering van Anne)