Post on 28-Mar-2016
description
jaarboek # 07architectuurcentrum aorta
wat maakt Utrecht Utrecht?architectuur in en om Utrecht
3aorta 2007
Wat maakt Utrecht Utrecht?
foto: Kees Visser en ro Vorm 3utrecht Vanuit de lucht
‘Behalve het uiterlijke karakter is ook het innerlijke karakter eener stad voor den stedenbouwer een factor van belang. Hiermee bedoel ik den aard der stad, gelijk die door de voornaamste bezigheden der burgers bepaald wordt: ‘...’ een handelsstad, een marktstad, een fabrieksstad, een woonstad, een universiteitsstad.’
‘De Hedendaagsche Stedenbouw’, 1912, J.P. Fockema Andreae, pagina 34 – destijds wethouder Openbare Werken
later burgemeester van Utrecht van 1914 tot 1933
3AORTA 2007
Wat maakt Utrecht Utrecht?
FOTO: KEES VISSER EN RO VORM 3UTRECHT VANUIT DE LUCHT
4 AORTA 2007
voorwoord‘Het innerlijke karakter van de stad is van belang. De aard van de stad wordt bepaald door de voornaamste bezig
heden van hare burgers. Is het een handelsstad, marktstad, fabrieksstad, woonstad of universiteitsstad’ vraagt
Fockema Andrea zich af in zijn boek Hedendaagsche stedenbouw uit 1912.
En eigenlijk is die vraag blijvend actueel. Op dit moment profileert Utrecht zich als evenementenstad, studenten
stad en een stad waar het rustig wonen is. Onder het gemeentelijke motto “je vindt het in Utrecht” staat op de site
van Utrechtyourway: wie mij kent, weet dat ik niet vaak op de voorgrond treedt. Ook in omvang. Daardoor bied ik
rust en geborgenheid. Je mag bij mij zijn wie je bent. Ik laat je in je waarde. Studenten, kunstenaars, ondernemers,
bewoners en bezoekers. Ik heb ruimte genoeg voor jullie creativiteit en ben inspirerend genoeg voor jullie groei.
Je kunt hier je eigen weg gaan en vinden. Ik ben oud en wijs, ik heb de tijd.
Utrecht staat een aantal majeure, stedenbouwkundige ingrepen te wachten op verschillende schaalniveaus.
De meest bepalende en grootschalige is die van het Stationsgebied, dat gefaseerd tot ontwikkeling komt in
de komende twintig jaar. Na tientallen jaren van planvorming is de schop eindelijk de grond in gegaan op het
Vredenburg.
Er wordt veel verwacht van dit overgangsgebied tussen de voor en de achterkant, tussen de oude stad en Leidsche
Rijn, deze brug over de barrière die spoor heet, deze nieuwe culturele zone, dit moderne uitgaansgebied met
woningen. En met naar verwachting architectonische iconen. Hoe het precies zal uitpakken weten we nog niet
maar één ding is zeker: het zal de perceptie over deze stad grondig veranderen. Niet alleen vanwege de groot
schaligheid en complexiteit van de ingrepen maar vooral omdat het gebruik van de stad zal veranderen. Voor ons
als burgers, voor de toeristen, de zakenmannen en – vrouwen en alle andere bezoekers. Er komt overigens ook
een flink volume aan moderne architectuur bij.
Dit jaarboek 2007 is een kijk en leesbundel over architectuur in en om Utrecht. In deze editie is het programma
van 2007 opgenomen, maar ook interviews met bewoners, een architect en een projectontwikkelaar woonachtig
en werkzaam in de stad. Zij geven hun visie op dat wat Utrecht Utrecht maakt. Natuurlijk wordt de historische
binnenstad als kwaliteit benoemt en ja, ook de Dom die voor velen dienst doet als maat der dingen.
Utrecht heeft nog steeds een enorme druk op de woningmarkt. Dat maakt wellicht wat lui in het nadenken over de
stad. Utrecht is ook maar al te vaak een doorgangsstad gebleken: na je studie vertrek je bij gebrek aan betaalbare
starterskoopwoningen. Nu kennis, creativiteit en ondernemerschap belangrijke economische factoren zijn, roept
het de vraag op hoe deze high potentials te binden aan de stad. Het aantal jongeren zal in de toekomst klein zijn.
De economie zal een strijd voeren om de jongeren. Steden zullen straks meer moeite moeten doen om ze binnen
te halen en binnen te houden. De factor kwaliteit wordt in de toekomst dus heel belangrijk. ‘Vul het gat op tussen
de studentenkamer en de eengezins koopwoning. Er zijn hier in de stad genoeg plekken om dit te doen in een
hoge dichtheid, met leuke architectuur’. (Hooimeijer, debat van kamer tot koopwoning, zie pagina 40)
De stad is historisch gegroeid. Wanneer je door Utrecht loopt, trekt een hele geschiedenis aan je voorbij. Die
gelaagdheid is zo bijzonder. En hoe profileert Utrecht zich over tien jaar? Wie het weet, mag het zeggen.
De toekomst wordt als een minder eenduidig beeld naar voren: waar groeit Utrecht heen.
Eveline Paalvast, directeur
Maart 2008
5AORTA 2007
Aorta: Een historisch stukje UtrechtUtrecht is een stad met gelaagdheid. Het is één van de oudste steden in
Nederland. De Latijnse naam TRAIECTUM (doorwaadbare plaats) stamt
uit de Romeinse tijd. Hier was een oversteekplaats in de rivier. De stad
heeft zich vanuit de Romeinse vesting en vervolgens het bisdom Utrecht,
ontwikkeld tot de stad die het nu is. Een stad die werkelijk in het geo
grafisch centrum van ons land ligt, doorsneden door tallozen auto water
en spoorwegen.
Architectuurcentrum Aorta is gevestigd op zo’n historisch stukje Utrecht
met een rijke geschiedenis. Achter de Dom lag net buiten het Romeinse
Castellum. In de middeleeuwen bevond zich op deze plek waarschijnlijk
het gerechtsgebouw van de proost, de leider van de geestelijke instelling.
Rond 1580 werd de roomskatholieke godsdienst door de Calvinisten
verboden (de Reformatie) en kwam het grondgebied in handen van (rijke)
particulieren. Het pand waarin Aorta gevestigd is is hier een voorbeeld
van. In de kern is het middeleeuws, maar het pand heeft sindsdien diverse
verbouwingen ondergaan. In de 19e eeuw heeft het pand als Hoofdpost
kantoor dienst gedaan, tot de bouw van het nieuwe postkantoor aan de
Neude (1924). De nu zo rustige doorgang was toen ‘…een drukke straat.
De postwagens vroeger, en de auto’s den laatste tijd, reden er af en aan; er
was vertier en drukte. Maar nu? Doodsch en stil was ’t er.’ Na het vertrek
van de post heeft De Onderlinge Pharmaceutische Groothandel, het tegen
woordige OPG, voor de nodige geluidsoverlast gezorgd. De wattenpers
machine heeft in die tijd tot veel commotie geleid. Vanaf de jaren 70 kreeg
het pand een museale functie. Het Nationaal Museum van Speeldoos tot
Pierement, het Nederlands goud, zilver en klokkenmuseum en het
Museum voor Hedendaagse Kunst kregen er een plek. Sinds 1996 heeft
Aorta haar intrek genomen. Het platform voor de hedendaagse architectuur,
op een plek waar het bouwhistorisch verleden spreekt.
* bron: Historisch onderzoek, nr. 991124.VOO , 25 november 1999
‘Geen stijl, maar des te meer karakter heeft de stad, Een harde en benepen eigenzinnigheid. Die zich de maat van alle dingen waant…’Een typering van Utrecht door H. Marsman (1899 – 1940), gegrift in een gevelsteen op de Domstraat
‘…De postwagens vroeger, en de auto’s den laatste tijd, reden er af en aan; er was vertier en drukte…’
UTRECHTS POSTKANTOOR 1905 FOTO: UTRECHTS ARCHIEF
Utrecht en omgeving zijn van een bijzondere schoonheid; je kunt er uren naar kijken 15 Eén ding hebben de programma’s gemeen; Utrecht en de omgeving staan centraal 16 De hedendaagse bouwkunst krijgt steeds meer een kosmopolitisch karakter 19 Deze stad heeft ook een schat aan moderne architectuur 20 De visie van Utrecht op Architectuur vind ik niet overtuigend 27 Het verhaal van het tot stand komen van Het Bolwerk bleek een spannend jongensboek 30 Een soort coming out van de landschapsarchitecten 39 Momenteel is waarschijnlijk maar 30% van de Utrechters ‘authentiek’ 45 De professionele rol van vrouwelijke architecten te benadrukken 51 Wat is in deze optiek duurzame en daarmee voor de stad waardevolle architectuur? 59 Wat zijn de dromen en nachtmerries van de kavelkoper? 63 Hoe gebruik en programma invloed hebben op architectuur 67 Een serieuze maar laagdrempelige expositie, die ook de veranderde architectuur van de studentenhuisvesting in de stad belicht 75 Aorta zal de ingezette koers voortzetten naar een verdere professionalisering 76
7AORTA 2007
inhoudHet programma Culturele evenementen 12 Educatie 16 Spanje <
> Nederland 17 Films en mooie woorden 17 Polder Rijnenburg 18
Vaartse Rijn Station 19 Jongeriuscomplex 20 Get Inspired 26
Rotsoord 32 Nieuwe lading 34 Utrecht Studentenstad 40
Women who build 46 Dare 52 Rietveldprijs 54 Het Wilde Dromen 58
Bar 62 Rondleidingen 64 Aorta informatief 66
Interviews Antoni Folkers, architect en voorzitter stichting Jongerius 22
Edwin Oostmeijer, projectontwikkelaar en winnaar Gouden Piramide
2006 28 Henny van Poppel en Marieke Zonnenberg, bewoners van
droomhuis gebouwd in particulier opdrachtgeverschap 60
Over Aorta Publicaties 68 Jaarcijfers 70 Bezoekrates 72 Koers 2008
74 De visie 77 Medewerkers 78 Sponsoren 79 Colofon 79
English Summary 80
8
9GEVEL FACULTEIT EDUCATIE UTRECHT | ARCHITECT: ECTOR HOOGSTADFOTO: ECTOR HOOGSTAD
10 AORTA 2007
‘een mix van debat, exposities, documen tatie en
onderzoek, veel eigen initiatieven.
…ik ben nog steeds blij dat aorta er is gekomen!’
drs annemiek rijckenberg, zelfstandig adviseur
stedelijke ontwikkeling en voormalig wethouder
ruimtelijke ordening voor de gemeente utrecht 1994 –
2001, in jaarboek aorta 2006
11FOTO: AORTA STADHUIS | ARCHITECT: E. MIRALLES
12 AORTA 2007
tijdelijk verblijfthema dag van de architectuur
Ontwerp je eigen Space-boxEen workshop voor kinderen in het café van Aorta. De kinderen kregen een
vuurdoop in de wereld van de architectuur en de studentenhuisvesting.
Hoe ga je crea tief en efficiënt om met beperkte ruimte? Wat heb je wel en
niet nodig? Kinderen werden gestimuleerd om hun eigen ideeën om te
zetten in een ontwerp voor een Spacebox.
University College UtrechtOp het terrein van het University College Utrecht, aan de Prins Hendrik
laan, zijn rondleidingen verzorgd door de architecten Art Zaaijer en Michael
van Leeuwen. Het University College is een campus naar origineel Angel
saksisch model en maakt onderdeel uit van de Universiteit Utrecht. De
campus is gericht op internationale en Nederlandse studenten die tijdens
hun Engelstalige bachelor op de campus studeren en wonen. De campus
bevindt zich op het voormalige Kromhout Kazerneterrein en is volledig
ingericht voor de studenten.
Bekend zijn de geluidsmuurwoningen van Koen van Velsen. Bezoekers
werden rondgeleid en kregen een toelichting op de afzonderlijke
gebouwen die ontworpen werden door Architectenbureau Art Zaaijer,
Architectuur bureau Sluijmer en Van Leeuwen en Architectenbureau
Koen van Velsen. Het was een mooie gelegenheid deze voor het publiek
gesloten campus eens te openen voor iedereen die interesse had.
Utrecht studentenstadEen tentoonstelling over Utrechtse studentenhuisvesting vanaf de weder
opbouwperiode tot nu. Door het nabootsen van interieurs van studenten
kamers uit verschillende periodes. Van de hospita naar de Spacebox, de
stapelbare verplaatsbare woon studio (zie ook pagina 41).
Het landelijke thema van de Dag van de Architectuur was ‘Tijdelijk verblijf’.
In Utrecht is dit vertaald naar studentenhuisvesting. Aorta organiseerde
een expositie, een kinderworkshop en rondleidingen.
Datum: 23 juni | Aantal bezoekers: 73
culturele evenementenIeder jaar worden er in Utrecht verschillende
culturele evenementen georganiseerd waaronder
de Dag van de Architectuur, Open Monumenten
dag en Culturele Zondagen. Architectuurcentrum
Aorta haakt graag in op dit soort activiteiten
omdat het de mogelijkheid biedt architectuur
vanuit een andere invalshoek te benaderen en
een groot publiek aan te spreken.
UTRECHT UNIVERSITY COLLEGE | ARCHITECTENBUREAU ART ZAAIJER
DRIE GEBOUWEN STUDENTENHUISVESTING FOTO: YOUR CAPTAIN LUCHTFOTOGRAFIE
13RONDLEIDING UNIVERSITY COLLEGEFOTO: AORTA
naast tentoonstellingen organiseert aorta
workshops, symposia, lezingen en debatten
over actuele onderwerpen in de gebouwde
en landelijke omgeving. één ding hebben de
programma’s gemeen; utrecht en de omgeving
staan centraal.
14 AORTA 2007
In Utrecht staan veel monumenten van de twintigste eeuw open monumentendagIn het café van Aorta vonden twee kinderworkshops plaats. Moderne
monumenten uit Utrecht zoals De Inktpot, het Rietveld Schröderhuis, het
Postkantoor en de Stadsschouwburg werden vergeleken met moderne
architectuur van nu en vormden de inspiratie om zelf te gaan ontwerpen:
op basis van moderne vormen maakten kinderen hun eigen monument van
de twintigste eeuw!
Speciaal voor de Open Monumentendag is Villa Jongerius voor het publiek
open gesteld. De villa behoorde in de jaren ’30 tot het grotere complex
waar zich ook het hoofdkantoor van de firma Jongerius bevond. De villa,
de tuin en het kantoor zijn in 1938 als één complex gebouwd door Jan
Jongerius. De villa had destijds een bijzonder voorkomen, een mix van
Art Deco en Modernisme, en lag op een unieke plek aan de overzijde
van het Merwedekanaal. Sinds 1955 is het in gebruik door Defensie en in
vergetelheid geraakt. Bij het vertrek van Defensie in 2011 wordt het gebied
herontwikkeld. De stichting Jongerius zet zich in voor de toekomstige
ruimtelijke ontwikkeling van het complex, waarbij een maatschappelijke
culturele bestemming van het complex een doelstelling is. Onder leiding
van gidsen van de Stichting Vrienden van het Jongeriuscomplex en Archi
tectuurcentrum Aorta kon men op de Open Monumentendag deze unieke
villa bezoeken. In de woonkamer werd een film van de villa in glorieuzer
tijden vertoond. Een uniek familie document. Sinds Mei 2007 heeft deze
villa, maar ook de tuin en het kantoor, een gemeentelijke monumenten
status verkregen. (zie ook pagina 24).
Datum: 8 september | Aantal bezoekers: 319Tijdens de Open Monumentendag organiseerde Aorta verschillende
activiteiten die aansloten bij het landelijke thema
Utrecht en zijn omgeving zijn van een bijzondere schoonheidculturele zondagenTijdens het Uitfeest verzorgde auteur Kees Visser twee lezingen. Aan de
hand van foto’s uit het boek ‘Utrecht vanuit de lucht’ vertelde hij over
de stadsontwikkeling van Utrecht. ‘Wanneer de stad en het landschap
van bovenaf worden bekeken, oogt de wereld veel rustiger. Utrecht en
omgeving zijn van een bijzondere schoonheid; je kunt er uren naar kijken
en ontdekt telkens weer een ander dakterras of bootje in de Vecht. De stad
krijgt andere kleuren en dimensies, die alleen maar op luchtfoto’s zicht
baar worden.’ Je eigen straat, of je dakterras herkennen. Was dat niet de
buurvrouw die lekker lag te zonnen in het Lepelenburgpark? Kees Visser
zoomde in op de historische binnenstad, de twintigste eeuwse uitbreidings
wijken, maar ook de prachtige landelijke gebieden rondom Utrecht. En
dat allemaal vanuit de lucht! Leuker dan Google Earth! (Luchtfoto’s in dit
jaarboek.)
In 2007 bestond Utrecht Uitfeest 10 jaar en dat werd feestelijk gevierd.
Ongeveer 65.000 mensen bezochten die dag de open huizen, waaronder
Aorta.
Datum: 9 september | Aantal bezoekers: Lezing Uitfeest 115 (Bezoekers Uitfeest algemeen 230)
‘een vuurdoop in de wereld van de architectuur’
15KINDERWORKSHOP FOTO: AORTA
16 AORTA 2007
Bij Aorta een vuurdoop in de wereld van de Vurige
vormen in de Architectuur. Wat is dat eigenlijk…
architectuur? Wat doet een architect en zit er een
architect in mij? Binnen een duidelijk kader werden
de kinderen gestimuleerd om een eigen gebouw te
ontwerpen wat nog nergens ter wereld bestaat! culturele zondagen Op het Vredenburgterrein maakten de kinderen een sprong naar de
middeleeuwen. Wat is dat precies: de middeleeuwen? Hoe woonden de
mensen toen? Hoe zagen de gebouwen van de gewone mensen er uit?
Met wat voor materialen bouwden de schoenlapper, de harnasmaker en
de kapper hun huizen? Bouwen we nog steeds zo onze huizen? Met elkaar
werd een nieuwe stad gereconstrueerd, op basis van materialen die in de
middeleeuwen werden gebruikt. Nieuwe vormen, nieuwe ideeën waren
welkom.
Datum: 4 november | Aantal bezoekers: 60Ieder jaar organiseert Aorta op Culturele zondag een workshop voor
kinderen. Als onderdeel van de Culturele Zondag De Vuurdoop vonden
zowel in het café van Aorta als bij de opgraving van de middeleeuwse
woonwijk De Teerling op het Vredenburg twee kinderworkshops plaats.
kleinste huisje van
Utrecht!kunstkijkdag Het omstreden metalen en kleinste huisje van Utrecht, aan de Kromme
Nieuwegracht op de hoek van de Drift, was het thema van de dag. Het
huisje, op een kavel van slechts drie bij vijf meter, is een ontwerp van de archi
tecten Sluimer en van Leeuwen. Voorheen een parkeerplaats voor één auto, nu
een bewoonbaar huis van zeven bouwlagen hoog. Het bijzondere aan dit huis
is zijn openheid naar de stad. Er is weidsheid geschapen op de kleinst denk
bare oppervlakte. Na een korte film werd het gebouwtje bezocht. Door middel
van een quiz met vragen over het huisje werden de kinderen geprikkeld na
te denken over het idee, het ontwerp, mooi en lelijk en het materiaalgebruik.
Datum: 19 april | Aantal bezoekers: 30De Kunstkijkdag is de Utrechtse ontmoetingsdag tussen kinderen en
de culturele instellingen. Het doel van deze dag is dat kinderen bewust
worden gemaakt van hun culturele omgeving.
leer mij Utrecht kennenZaterdag 3 november verzorgde Aorta een rondleiding door De Uithof als
onderdeel van de cursus “Leer mij Utrecht kennen”. De laatste jaren is er
met verve gebouwd, met ontwerpen van gerenommeerde Nederlandse
architecten, wat De Uithof steeds meer het aanzien geeft van een echte
campus. Bijzondere gebouwen zijn o.a. het opvallende en prijzen winnende
Educatorium van Rem Koolhaas/OMA (1997), het Minnaertgebouw van
Neutelings Riedijk Architecten (1997), de Faculteit voor Economie en
Management van Mecanoo met de verborgen binnentuinen (1995), het
NMRgebouw van UN Studio (2001), de opvallende Basketbar van NL
Partners (winnaar Rietveldprijs 2003), de universiteitsbibliotheek van Wiel
Arets (2004, winnaar Rietveldprijs 2005) en de meest recente aanwinst de
Faculteit Educatie van Ector Hoogstad Architecten (2007). Het groen
structuurplan van De Uithof is van West 8.
Oktober & November 2007 | Aantal bezoekers: 60In samenwerking net Museum Sterrenwacht Sonnenborgh, Volksbuurt
museum Wijk C, Rondom, gemeente Utrecht en Gilde Utrecht organiseerde
Aorta dit jaar de cursus Leer mij Utrecht kennen. Het programma bestond
uit een reeks van zes excursies waarin een bijzonder stukje Utrecht werd
bezocht. Plekken waar de meeste Utrechters niet dagelijks komen.
architectuur leren begrijpen
KINDERWORKSHOP FOTO: AORTA
17AORTA 2007
Rem Koolhaas – a kind of architectFilm Weinig architecten weten zoveel aandacht te trekken als Rem Koolhaas,
zowel binnen als buiten de wereld van de architectuur. Recente projecten
als de Nederlandse ambassade in Berlijn, Casa da Musica in Porto, de
bibliotheek van Seattle en het gebouw van de staatsomroep in Beijing zijn
spraakmakend. Koolhaas’ visie op architectuur en stedelijkheid wordt door
middel van zijn projecten geduid. In de film Rem Koolhaas – A Kind of
Architect koos Markus Heidingsfelder, die eerder door MTV werkte, voor
een clipachtige filmstijl. We zien Koolhaas als jonge journalist en filmer, met
Frans Bromet en Jan de Bont, en komen in aanraking met de dingen die
hem toen inspireerden. Stedelijk Museum directeur Willem Sandberg en
Cobrakunstenaar Constant springen daaruit naar voren. We zien Koolhaas
geportretteerd als filosoof en kunstenaar, met architectuur en stedenbouw
als medium, als goeroe en als aarzelend zoeker, als jonge vent en gerijpt
architect. (De dvd is te koop bij Filmhuis ’t Hoogt.)
Datum: 15 & 16 september | Aantal bezoekers: 164Films & Mooie woorden presenteert Architectuurcentrum Aorta i.s.m.
Filmhuis ’t Hoogt.
Spanje < > Nederland Ontwerpen buiten de eigen cultuur
DebatDe hedendaagse bouwkunst krijgt steeds meer een kosmopolitisch
karakter. Vooraanstaande architecten werken tot ver buiten hun eigen
landsgrenzen aan beeldbepalende bouwwerken en stedenbouwkundige
projecten. Is deze globalisering in de architectuur een stimulans voor de
ontwikkeling van de bouwkunst? Of doet ze juist afbreuk aan de betekenis
van nationale bouwtradities en culturele verscheidenheid?
Onder de titel ‘Ontwerpen buiten de eigen cultuur’ vond in Utrecht een
SpaansNederlands architectendebat plaats waarin deze en andere vragen
aan de orde kwamen. Twee Spaanse en twee Nederlandse toparchitecten
traden in dit (simultaan vertaalde) debat met elkaar in discussie: Antonio
Ortiz en Enrique Sobejano over hun projecten in Nederland en Wiel Arets
en Jacob van Rijs over hun ontwerpen in Spanje. Helena Casanova, een
in Nederland gevestigde Spaanse architect, stond als gespreksleider stil
bij vragen als: Wat beweegt Spaanse architecten ertoe om in Nederland te
komen bouwen en Nederlanders om datzelfde in Spanje te doen? Zijn de
verschillende werkwijzen in de betreffende landen een verrijking voor de
projecten of juist een barrière? Welke rol speelt culturele identiteit vandaag
de dag in hun ontwerpen en de architectuur in het algemeen? Maakt het
nog uit waar je werkt, voor wie je werkt en binnen welke stedelijke en
culturele context? De meningen waren verdeeld. Spaanse architecten
concludeerden dat het een opgave is je als buitenlandse architect in
Nederland te profileren. Ambities zijn hoog, maar uiteindelijke realisatie laat
vaak lang op zich wachten of vindt nooit plaats. In Spanje zijn de barrières
beduidend minder hoog beamen Arets en Van Rijs. Uiteindelijk maak het
niet uit waar je ontwerpt, wanneer je de culturele context in beschouwing
neemt, voor de architect is het iedere keer weer een invulling geven aan de
vraag van de opdrachtgever. De avond werd afgesloten met een receptie
bijgewoond door de ambassadeur van Spanje, de heer Alfonso Dastis.
Datum: 18 & 19 oktober 2007 | Aantal bezoekers: 120Voor de organisatie van dit debat is samengewerkt met Instituto Cervantes
in Utrecht en de culturele afdeling van de Spaanse ambassade.
Aansluitend op dit debat organiseerde Architectuurcentrum Aorta een
rondleiding in het Utrechtse stadhuis ontworpen door de Catalaanse
architect Enric Miralles (1955 – 2000). (zie ook pagina 64)
architectuurcentrum aorta vindt het belangrijk om zowel kinderen
als volwassenen met architectuur in contact te brengen en hen te
interesseren voor de gebouwde omgeving. door prikkelende en leuke
programma’s aan te bieden probeert aorta hun begrip, kennis en inzicht
in de processen die met architectuur en de gebouwde omgeving te maken
hebben te vergroten.
REM KOOLHAAS FOTO: DOMINIK GIGLER
18 AORTA 2007 | DEBAT
De Gemeente Utrecht heeft, voor de collegeperiode 2006 – 2010, een
start gemaakt met de ontwikkeling van Polder Rijnenburg. Uitgangspunt
hierbij is dat in deze polder – die ligt ten zuiden van de stad, grenzend aan
de snelwegen A2 en A12 én aan het Groene Hart – maximaal vijfduizend
woningen in een ‘groenblauwe’ omgeving worden gerealiseerd. De aan
leiding voor Aorta en de BNA Regio Noordwest/Centrum om een debat te
initiëren. Op het programma van de middag stond in de eerste plaats een
korte busexcursie door Polder Rijnenburg met een drietal korte inleidingen:
Jantien van Oosteijen van het programmabureau Groene Hart over het
Groene Hart beleid en de Groene Hart Atlas in het algemeen; Maaike van
Stiphout van DS Landschapsarchitecten over de structuren, de details en
de kwaliteit van het gebied; Jan Maurits van Linge over zijn visie als land
schapsarchitect over de betekenis en ruimtelijke kwaliteiten van buffer
zones als Polder Rijnenburg. Het tweede onderdeel van het programma
betrof een plenair gesprek over onder meer de karakteristieken van het
huidige gebied, de relatie met het Groene Hart en de beoogde ontwikke
ling. De vraag óf het wenselijk is Polder Rijnenburg te ontwikkelen is een
gepasseerd station. Wat is wenselijk en wat niet? Wat is mogelijk en wat
niet? Hoe kan wonen in een ‘groenblauwe’ omgeving garant staan voor
een passende overgang van en naar het Groene Hart? Wat kan gezegd
worden over beoogde kwaliteiten en vooral ambities? En wie bewaakt de
uitgangspunten?
De discussie werd gestructureerd aan de hand van vier thema’s, te weten:
a. bestaande ruimtelijke kwaliteit,
b. proces,
c. betekenis transformatie, en
d. nieuwe (ruimtelijke) kwaliteiten.
Voor de transformatie van de polder is het belangrijk het contact tussen
stad en land te handhaven. ‘Als je het op een goede manier verbindt, biedt
je de mogelijkheden aan de stad rijker te worden dan hij is. Het landschap
zorgt voor andere condities dan plekken in de stad. Bij een goede verbin
ding naar de stad wordt het landschap een stuk van de stad.’ Ruimtelijke
kwaliteit wordt versterkt door goede verbindingen. Het is daarom ook be
langrijk de ecologische en recreatieve verbindingen vitaal te houden en te
versterken. Durf stad en landschap met elkaar te laten communiceren en
investeren daarin. Hiervoor moeten keuzes en ambities worden geformu
leerd. Door geconcentreerde bebouwing wordt het landschap het meest
ontzien. Bijvoorbeeld door de huidige snelweg als stedelijke straat op te
vatten, alhoewel de geluidswal daarvoor nog een barrière vormt. De stad
groeit zo langs de snelweg de polder in en brengt een verbinding tussen
stad en land. De keuze voor geconcentreerde bebouwing is alleen mogelijk
wanneer bewoners voor het beheer zullen zorgen.
Er werd gesuggereerd om bij de transformatie met name vanuit het Groene
Hart te denken. Het is interessant dat je een landschap hebt, dat de kans
biedt een ander woonmilieu te creëren, je zou het dorps als stads kunnen
noemen. Er moeten eerst keuzes worden gemaakt. Het vergt namelijk
een geheel andere aanpak om een bestaande woonbehoefte hier in te
vullen of een andere categorie, namelijk luxe, aan te spreken. Rijnenburg
is een attractief woongebied. Voorgesteld wordt het een regionale opgave
te maken en betekenis te geven aan de stad Utrecht, maar ook voor het
Groene Hart. Verschillende elementen werden nog genoemd die niet mo
gen ontbreken. Maar belangrijker is dat in de verschijningsvorm Rijnen
burg straks twee werelden inzichtelijk dienen te worden: stad (Utrecht) en
landschap (Groene Hart). En dat verbindingen tussen deze twee wezenlijk
zijn. Geconcludeerd werd dat het vooral gaat om het zoeken naar nieuwe
vormen, betrek de rol van de particuliere beheerders, leg de verbindingen,
trek lring uit andere planprocessen, geef invulling door middel van een
openplanproces met een strakke regie, begin hiermee met de bewoners,
leg de afspraken vast zodat ook het landschap weerbaar gemaakt wordt
en de rest niet volgebouwd. Van belang is een keuze in de hoeveelheid
groen en recreatie en de norm voor kwaliteit.De discussie was vooral een
opening om verder met elkaar in discussie te gaan om de kwaliteit van dit
te ontwikkelen gebied te verbeteren.
(volledig verslag: www.aorta.nu)
Datum: 16 mei | Aantal bezoekers: 50
dorps en stads
met een reeks open debatten wil aorta door het jaar heen kunnen inspringen op de actualiteit in de
gemeente utrecht en omstreken. afhankelijk van de ontwikkeling op lokaal, regionaal en landelijk
niveau is er een aantal onderwerpen dat zich uitstekend leent voor een diepgaand debat. verschillende
partijen ontmoeten elkaar, uiteenl opende standpunten worden toegelicht en geconfronteerd met
anderen. bezoekers worden uitgedaagd deel te nemen aan het debat.
ronde door het Groene Hart – Polder Rijnenburg
EXCURSIE POLDER RIJNENBURG FOTO: AORTA
19AORTA 2007 | DEBAT
Het Vaartse Rijn station is onderdeel van het voorgenomen Randstadspoor
in de regio Utrecht. Het Randstadspoor wordt ontwikkeld om stadsdelen
en wijken te voorzien van een snelle OVverbinding. Dit station is ook
een belangrijk overstappunt voor de vrije busbaan richting De Uithof.
De halte is echter door de stedelijke context van groter belang. Het is
een belangrijke verkeersverbinding naar de binnenstad en een aanvul
ling op het aanbod van openbaar vervoer voor bedrijven, scholen en
bewoners in dit deel van de stad. Er is een trek naar het zuiden van het
creatieve milieu van Utrecht: Rotsoord is in opmars, Vondelparc voorziet
al in bedrijfsvoorzieningen voor de creatieve en dienstverlenende sector.
Door de vestiging van het Louis Hartloopercomplex met filmhuisprogram
mering, restaurants langs de Ooster en Westerkade wordt de grens van
de binnenstad langzaam verlegd. Door de komst van het station wordt de
zuidelijke binnenstad beter bereikbaar. De Twijnstraat en de Oudegracht
gaan hierdoor meer fungeren als aanloopstraat naar het winkelgebied en
het Museumkwartier. Het station is kortom de poort naar de binnenstad en
het zuiden van Utrecht en is daarmee onderdeel van een grotere gebieds
ontwikkeling. Inmiddels is de relatie tussen het station Vaartse Rijn en het
Museumkwartier opgenomen als één van de bepalende ontwikkelingen
voor de gemeentelijke agenda van de binnenstad.
Centrale thema’s in het debat waren: Hoe kan het station als Zuidpoort van
de stad betekenisvol bijdragen aan de ontwikkeling van het gebied? Waar
in onderscheidt het zich van de gemiddelde halte in termen van ontwerp
en programma? Kan het bijdragen aan de economische dynamiek van het
gebied? Zijn er bijzondere functies denkbaar? En voor wie? Hoe verhou
den deze functies zich met de rest van de stad? Of met het omliggende
gebied? Wat maakt dit ontwerp aantrekkelijk en passend in de dynamiek
van zijn directe omgeving? Voldoet het ontwerp aan de ambities?
‘Het is maar één keer mogelijk om een goed station te maken’, zegt
Gierveld. De toetsing van het plan is binnenkort. Maar wat ontbreekt is
een duidelijk beeld van wat het station kan betekenen voor de omgeving.
Studio SK ontwierp de lijnvisie voor het Randstadspoor. Een bouwdoos
met elementen waaruit een station kan worden opgebouwd. Het nieuwe
station Vaartse Rijn wordt geplaatst op het kruispunt van de oude spoorlijn
als grens van de stad en het landschap en de trekvaart, de handelsroute
over het water. Ook nu bevindt zich het station op een kruispunt tussen
het historische centrum en de culturele broedplaats aan de andere kant
van de lijn. De Gemeente zoekt een structuur om beide te verbinden. Het
Vaartse Rijnstation moet hierin een knoop worden, een verbindende poort
van beide stadsdelen. De visie ligt er, het programma is alleen nog niet
voldoende ingevuld. Er wordt gedacht aan publieke en private functies.
Over de architectuur kan men twisten. Er zijn voor en tegenstanders.
Het ontwerp mag wellicht wat ingetogener volgens een bewoner of dient
te verschuiven ten behoeve van de continuïteit van het waterlint. Maar
belangrijker is de repliek ten aanzien van het programma. Om het ontwerp
succesvol te laten zijn moet al vroegtijdig expliciet gekozen worden voor
het programma en de kwaliteit, in dit geval culturele kwaliteit. Als er geen
programma is, zegt Van Ees, wordt de invulling hoe dan ook doods. Het
ontwerp van Studio SK vraagt een inspanning om te zorgen dat er pro
gramma is ook gedurende de verlaten uurtjes van de dag. Er wordt gepleit
voor een goed scenario om de mogelijkheden te kunnen benutten voor
deze plek. Conclusie van het debat is dat de aanleg van de halte op zich
niet riskant is, maar wel de extra invulling die er aan wordt gegeven. Het is
duidelijk een leefgebied, met de bewoners moet worden gekeken naar de
behoeftes in de directe omgeving, aldus ProRail. De creatieve sector zou
goed passen in dit gebied. De vraag is echter of de economische status
van die sector niet botst met de hoge prijs van ruimtes onder de infrastruc
tuur. Harrie Bosch, wethouder voor ruimteijke ordening reageert met: ‘Het
gaat gewoon lukken! Het zal eerder een probleem worden om de boel af te
remmen dan dat er angst hoeft te zijn voor leegstand.’
(volledig verslag: www.aorta.nu)
Datum: 17 september | Aantal bezoekers: 55
Martin Mulder (projectmanagementbureau)
Marcel Gierveld (Stadsontwikkeling Gemeente Utrecht)
Paul van der Ree (studio SK en architect van het stationsontwerp)
Christian van Ees (vml. stedenbouwkundig adviseur Noord/Zuidlijn Amsterdam)
Jan Dogterom (adviseur stedelijke ontwikkeling)
Oedzge Atzema (hoogleraar economische geografie)
Harm Scheltens (directeur Pastoe)
Gerard Wek (Kamer van Koophandel)
R. van Steensel (bewonersgroep omgeving Pelikaanstraat)
Harrie Bosch (wethouder Ruimtelijke Ordening)
Tymon de Weger (wethouder verkeer en milieu)
meer dan een halteVaartse Rijn Station
STATION VAARTSE RIJN ONTWERP: STUDIO SK
20 AORTA 2007 | TENTOONSTELLING
Jan Jongerius werd in 1888 geboren als telg van de bekende Utrechtse
hoveniersfamilie Jongerius, waartoe ook Agnes Jongerius (voorzitter FNV)
en Hella Jongerius (designer) behoren. Jan had een groentenhandel, maar
in 1921 sloot hij een contract met de Texas Company (het latere Texaco)
en introduceerde hij de eerste benzinepompen in Nederland. Al snel kwam
Jan in contact met autofabrikant Ford en in 1935 richtte hij Ford Jongerius
NV op. In korte tijd wist hij zijn imperium uit te breiden en eind jaren dertig
was hij de grootste Forddealer in Nederland. Jan Jongerius werd in Utrecht
al snel bekend onder zijn bijnaam: Jan Ford. Tevens bouwde Jongerius
NV aan het Merwedekanaal bussen en allerlei soorten vrachtauto’s. Aan
het Merwedekanaal liet Jongerius een villa en kantoor bouwen, waarvoor
hij vermoedelijk werd geïnspireerd door Amerikaanse en mediterrane
architectuur. Jan overleed in 1942 en in 1955 ging zijn imperium failliet. De
gebouwen vielen toe aan de Dienst Domeinen. Tot eind jaren negentig was
de villa in gebruik door Defensie, nadat het in onbruik raakte, is het zelfs
gekraakt. De laatste jaren heeft het complex onder andere gediend als
decor voor televisieseries, zoals Hartslag. Momenteel is alleen de villa een
rijksmonument.
Nu Defensie het terrein gaat verlaten komt een aantrekkelijke bouwlocatie
vrij. De Stichting Vrienden van het Jongeriuscomplex verwelkomt ontwik
kelingen die deze bijzondere plek weer recht kunnen doen, maar beijvert
zich tegelijkertijd om het erfgoed van Jan Jongerius voor de toekomst te
behouden. De Stichting doelt met name op het complex van villa, tuin en
kantoor, dat als één geheel gebouwd is in 1938, maar waarvan momenteel
slechts de villa door het Rijk beschermd is. Een verzoek om deze bescher
ming te effectueren voor zowel de villa, als de tuin én het kantoor heeft de
Stichting begin 2007 bij de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap
en Monumenten ingediend. In het licht van de toekomstige ontwikkelingen
organiseerde Aorta samen met de Stichting een tentoonstelling over het
bijzondere architectonische complex en zijn opdrachtgever, de rooms
katholieke zakenman Jan Jongerius. De tentoonstelling paste in een eerder
ingezette reeks over Utrechtse katholieke architecten en familiebedrijven,
c.q. opdrachtgevers in Utrecht, zoals architect Willem Maas en het Bouw
bedrijf Bredero (programma Aorta 2005 en 2006).
Jongerius was niet alleen een selfmade ondernemer, maar ook een
toegewijd katholiek en filantroop. Hij ondersteunde diverse parochies
en katholieke instellingen. Het Vaticaan kende hem daarom de Orde
van Gregorius de Grote toe, een hoge pauselijke onderscheiding. Op de
tentoonstelling waren diverse foto’s, correspondentie en objecten te zien
van Jan Jongerius en zijn imperium. Zoals een geschilderd portret van
hem, diverse correspondentie, originele foto’s en een film (deels in kleur)
uit 1939 met bijzondere momenten uit zijn bedrijf en familie. Middelpunt
was het bijzondere complex met zijn intrigerende architectonische vorm
geving. Op dit moment zijn de gebouwen flink verwaarloosd, maar op de
tentoonstelling was het complex in al zijn glorie te zien. Het complex van
villa, tuin en kantoor vormen een architectonisch hoogstandje in een stijl
die een eigenzinnige mix is van het Moderne Bouwen en onNederlandse
art deco motieven. Even opmerkelijk is het gegeven dat het in zeer korte
tijd gebouwd is (19371938) en in een ongebruikelijke periode, nét na de
crises van de jaren dertig. Het complex weerspiegelt tot in de details de
geest van Jan Jongerius, die zich in alles graag liet kennen als succesvol
zakenman. (zie ook www.jongeriuscomplex.nl)
Datum: 24 januari tot en met 17 februari | Aantal bezoekers: 378
bijeenkomst De tentoonstelling werd geopend met een bijeenkomst waarin het behoud
en de toekomst van het complex centraal stond. De aanwezigen luister
den naar Antoni Folkers architect en voorzitter van de Stichting Vrienden
van het Jongeriuscomplex, HubertJan Henket architect en erevoorzitter
van de internationale organisatie DOCOMOMO (de internationale orga
nisatie die zich inzet voor het documenteren en conserveren van gebou
wen, landschappen en stedenbouwkundige ensembles van de Moderne
Beweging) en Frans van Seumeren voormalig directeur van bergings en
transportbedrijf Mammoet en kleinzoon van Jan Jongerius. Aan de hand
van unieke filmbeelden uit het familiearchief werd door Frans van Seume
ren de opkomst en de ondergang van de firma geschetst. Jan Jongerius
was in de geschiedenis van Utrecht een belangrijke katholieke zakenman,
en bovendien een sociaal voelend en handelend mens. HubertJan Henket
schetste het belang van het behoud van dit belangrijke industriële erfgoed
in Utrecht. Er is uit de periode van de crisistijd weinig overgebleven.
De staat waarin de beide gebouwen, villa en kantoor, verkeren maakt een
restauratie nog goed mogelijk.
(volledig verslag: www.aorta.nu)
Datum: 31 januari | Aantal bezoekers: 200
het Jongeriuscomplex
21AORTA 2007
het complex van villa, tuin en kantoor aan het merwedekanaal is een
architectonisch hoogstandje in een stijl die een eigenzinnige mix is van
het moderne bouwen en on-nederlandse art deco motieven.
HET JONGERIUSCOMPLEX BRON: FAMILIE JONGERIUS
22
het kasteel van Doornroosje
Antoni Folkers (1960) studeerde cum laude af aan de TU Delft en werkte achtereenvolgens in Ouagadougou, Amsterdam, Starnberg (Duitsland), Dar es Salaam (Tanzania) en nog een trits Afrikaanse plekken. Samen met Belinda van Buiten richtte hij de maatschap Folkers & Van Buiten op in 1993. Later omgedoopt tot FBW architecten met vestigingen in het buitenland. Naast architect en voorzitter van de stichting ArchiAfrika, is hij ook initiator en voorzitter van de Stichting Vrienden van het Jongeriuscomplex. De stichting heeft intussen haar eerste verjaardag gevierd op 1 maart 2008.
FOTO: AORTA
23
het is tenslotte maar 60 jaar geleden. De hypothese die toen is gesteld is dat Jan Jongerius op zijn vele reizen door de Verenigde Staten, Zuid Europa en Noord Afrika zich liet inspireren door de archi-tectuur op het grensvlak van Art Deco en Modernisme. Misschien heeft hij een gebouw gefotografeerd, tekeningen op-gevraagd en laten namaken. Inmiddels is historisch bevestigd dat Jan Jongerius de architect is geweest. Maar wij denken dat Van Bentum, een staalconstructiebedrijf dat nu nog in Nieuwegein gevestigd is, als aannemer of als vriend van Jongerius daar een rol in heeft gespeeld. Deze studie hebben wij in 2005 aangeboden aan de gemeente. Het werd stil. Het probleem zat denk ik in het feit dat wij tot de slotsom waren gekomen dat de villa niet meer los gezien kon worden van het kantoor en de tuin. Dat het in één keer is ontworpen, als een Gesammtkunstwerk. De villa was al rijksmonument geworden, maar zo’n tuin en kantoor nemen een hoop ruimte in, dat zat mogelijke ontwikkelingsideeën waar-schijnlijk in de weg. Het plan verdween in de kast.
STORTVLOEDMet Bettina van Santen en Ton van den Berg hebben wij in oktober 2006 een ar-tikel geschreven en een oproep geplaatst. Dat heeft een stortvloed ontketend. In december 2006 was er al een Stichting geïnitieerd door de familie met als eerste doel om monumentenstatus te bereiken voor villa én kantoor. De familie kwam met parafernalia, schilderijen, foto’s en andere prachtige materialen. Binnen 4 weken stond er een tentoonstelling en was er een grote bijeenkomst georgani-seerd. Het was het juiste moment. Aorta speelde een sleutelrol. Het was het plat-form. Inmiddels zijn we een jaar verder. De status voor gemeentelijke monument is toegekend voor de villa met kantoor en tuin. De aanvraag voor Rijksmonu-ment loopt tot de dag van vandaag. Een tweede doelstelling van de stichting is om actief betrokken te blijven bij ruimtelijke ontwikkelingen van het complex, en het te verwerven om het een maatschappelijk culturele bestemming te geven.
TOEKOMSTErgens in 2010-2011 is Defensie weg en wordt het gebied herontwikkeld. Hiervoor is een visie ontwikkeld voor de Merwede-kanaalzone. De stichting mag meepraten in de ontwerpwerkgroep, waarin ook gemeentelijke en externe stedenbouw-kundigen, en Bouwfonds vertegenwoor-digd zijn. Terecht dat er woningbouw komt, en ook dat het een hele hoge dichtheid krijgt. De ideeën die wij hebben voor het complex passen daar heel goed bij. Het HOV is niet goed opgelost vind ik, daar wordt het een eiland van. Wat ik wel jammer vindt is dat wij nu van een proactieve partij een reactieve partij zijn geworden. Dat wij daar in onze avond-uurtjes een beetje naar kijken en daar ad hoc wat ideeën aan geven in deze fase is niet goed. Ik ben nu aan het proberen om daar al een opdracht in te krijgen. Ik denk dat dat in het belang is van het gebied en van de stichting.
VEELHEID VAN DINGENEen stad als Rotterdam presenteert zich heel duidelijk als een stad met een architectuurvisie. Dat leidt tot een heel duidelijk portret van zo’n stad. De visie van Utrecht op architectuur vind ik niet zo overtuigend. Er zit een enorme gelaagd-heid in Utrecht, dat zou volgens mij meer uitgebouwd kunnen worden. De Dom-toren is voor mij Utrecht, de mooiste toren van Nederland. De manier waarop dat ding staat in die stad en hoe die geleed is. Er zit zo’n enorme uitdaging om veel meer te maken van dat winderige rot-pleintje dat het nu is. Ook dat stukje waar Aorta zit, daar zou je zo een middeleeuw-se film kunnen opnemen. Utrecht heeft ook bijzondere architectuur, bijvoorbeeld op de Wijde Begijnestraat een pand uit de jaren ’20-’30 met een detaillering die doet denken aan Macintosh. Het enige gebouw dat in Nederland op de werel-derfgoedlijst staat is van Rietveld en staat hier in Utrecht. En ook de Universiteits-bibliotheek van Arets is bijna niet meer Nederlands, zo’n ongelooflijk knap ge-bouw. Utrecht is dus vooral een veelheid aan dingen.|
DECO-TORENTJESHistorisch gezien is het de eerste de keer dat de sprong is gewaagd over het Merwedekanaal. Destijds een bewuste keuze van de Gemeente om het landelijke gebied voor de industrie in te richten. In die tijd stond daar aan de overkant van het Merwedekanaal die villa met dat enorme scherm met die deco torentjes, de klok, en verder stond er niets. Dat was Jongerius. Daar presenteerde hij zich mee aan de stad. Na de tweede wereldoorlog is het eigenlijk in vergetelheid geraakt. Het complex kwam in bezit van Defensie, de achterkant van de stad achter het station, onaangenaam gebied waar je niet snel naar toe gaat. Het Jongeriuscomplex is het eerste dat je tegenkomt wanneer je het gebied in gaat. Zo’n desolaat gebied met van die enorme parkeerterreinen en die winderigheid van het kanaal, en dan ineens staat daar zo’n prachtige villa. Als het kasteel van Doornroosje bijna helemaal overwoekerd door groen. Dat is nu heel snel aan het veranderen. De ontwikkelingen die nu worden ingezet in de Merwedekanaalzone maken het gebied juist weer het brandpunt. En dan wordt het kasteel van Doornroosje ook ineens weer herontdekt.
TROPISCHE CONTEXTOnze interesse voor het pand kwam voort uit behoefte aan bureauruimte. Dan ga je door de stad fietsen en vergeten plekjes zoeken. Wij werken veel in Afrika en de villa viel me op door de warme overstek-ken. Ik kan me zo’n paleis goed voor-stellen in een tropische context. In het initiatief zat een stukje idealisme, zoiets moet je voor de stad bewaren. Maar als we gaan bewaren dacht ik, dan gaan wij (FBW architecten) dat plan ook tekenen. Het masterplan was een visie die wij destijds in eigen opdracht hebben ontwik-keld. Het eerste onderzoek is gestart in samenwerking met Peter Maarten Bakker, onze stagiair van de Hoge School in die tijd. Het onderzoek bleek een schatkist aan informatie, maar er bleven mysteries bestaan. Er zijn geen bouwtekeningen of bouwaanvragen te vinden, de architect is niet bekend. Een merkwaardige situatie,
FOTO: AORTA
24 AORTA 2007
25FOTO: ROLF BRUGGINK VILLA JONGERIUS 2000
26 AORTA 2007 | LEZING
de Utrechtse genomineerden (en winnaar!) van De Gouden Piramide 2006 Edwin Oostmeijer – geen grote naam in projectontwikkelaarsland – was
volgens de jury van de Gouden Piramideonder leiding van rijksbouwmees
ter Mels Crouwel, de meest inspirerende opdrachtgever van 2006. ‘Het
verhaal van de totstandkoming van Het Bolwerk bleek een ‘spannend
jongensboek’ (…) hier is zonder meer sprake van een enorme prestatie.
Zo’n vasthoudende, onverschrokken inzet komt men niet gauw tegen.’
aldus het juryrapport. De Gouden Piramide is de jaarlijkse Rijksprijs voor
inspirerend opdrachtgeverschap in de architectuur, stedenbouw, land
schapsarchitectuur, infrastructuur en ruimtelijke ordening. De Gouden
Piramide is een gezamenlijk initiatief van de ministeries van VROM, LNV,
OCW en VenW. Op 28 oktober 2006 kreeg Edwin Oostmeijer de prijs uit
handen van Hedy d’Ancona, oudminister van Cultuur.
Maar ook de andere Utrechtse genomineerde, de gemeente Utrecht en
Projectbureau Leidsche Rijn, gooide hoge ogen met de geluidswerende
voorzieningen langs de A2, bekend onder de namen de Cockpit en
The Wall. Uit het juryrapport: ‘Het is een hele prestatie van het Project
bureau Leidsche Rijn om in samenwerking met Rijkswaterstaat tot zo’n
afwijkende, innovatieve oplossing te komen (…). Ze hebben in zekere zin
het onmogelijke waargemaakt.’
De andere genomineerden voor De Gouden Piramide 2006 waren:
Stichting STCGroup met het Scheepvaart en Transportcollege in
Rotterdam; Hans Gerson en Hans Wolff met het Muziekgebouw aan ’t IJ
in Amsterdam en Kees Sol en Frans Hiddema met het Oogziekenhuis in
Rotterdam.
Datum: 28 februari tot en met 17 maart | Aantal bezoekers: 124
Lezingen Get Inspired In het kader van de Gouden Piramide organiseerde Aorta twee lezingen
van de Utrechtse genomineerden samen met hun architecten, over ervarin
gen, inspiraties, en visie op het belang van goed opdrachtgeverschap.
In de eerste lezing spraken Nora Hugenholtz, opdrachtgever namens
het Projectbureau Leidsche Rijn, Fons Verheijen van VVKH Architecten,
architect van The Wall en Gijs Joosen van ONL Architecten, projectarchi
tect van de Cockpit en het geluidsscherm. De keuze voor de architecten
door de opdrachtgever was gebaseerd op recente ontwerpen van beide
bureaus. VVKH Architecten is onder meer bekend van het Alexandrium in
Rotterdam, een vergelijkbare opgave, en ONL Architecten heeft inmiddels
een traditie opgebouwd om in samenwerking met Meijers Staalbouw bv
constructies te maken die in het oog springen door bijzondere vorm en
functie.
In de tweede lezing vertelden Edwin Oostmeijer en bOb van Reeth over
Het Bolwerk. Opdrachtgever Edwin Oostmeijer kende een ander project
van bOb van Reeth van AWG Architecten op de Mariaplaats in Utrecht en
was gecharmeerd van zijn ingetogen ontwerp. Dit leidde tot de samenwer
king waarin beiden zeer vasthoudend het ontwerp hebben uitgevoerd.
Datum: 28 februari & 7 maart | Aantal bezoekers: 82
get inspired
Het Bolwerk, een ‘spannend jongensboek’
27HET BOLWERK | ARCHITECT: BOB VAN REETH & EDWIN OOSTMEIJERFOTO: JEROEN MUSCH
Bolwerk brutaal en bescheiden 28
Edwin Oostmeijer (Enschede, 1963) was ooit journalist en werkt nu als zelfstandig projectontwikkelaar. In 2006 is hem de Gouden Piramide 2006 uitgereikt, de Rijksprijs voor Inspirerend Opdracht-geverschap. Op zijn conto staan Het Bolwerk in Utrecht, Reykjavik in Leidsche Rijn en Mijn Ithaka, een bijzondere vorm van mede-opdrachtgeversschap, in Almere. Sinds januari 2008 is hij voorzitter van de Utrechtse Dag van de Architectuur en jurylid voor de prijs-vraag van de nieuwe centrale bibliotheek in Utrecht. In zijn vrije tijd rijdt hij op zijn IJslandse paard Gyllir frá Sauõárkróki.
FOTO: AORTA
BUNKEROoit liet ik mijn hond uit op deze plek waar nu Het Bolwerk staat. Wat ik altijd heel bijzonder heb gevonden is dat het hier stedelijk is maar ook groen en rustig tegelijk. Je hoort het verkeer van de Singel, maar staat wel in een dicht bos van het oude monumentale park van Zocher op de oude stadswallen. Voor mij was het altijd één van de mooiste plekken van de stad. Op de plek van Het Bolwerk stond een bunker, gecamoufleerd als boerderij met gemetselde gevels, kozijnen en een pan-nen dak. In het bestemmingsplan kwam ik tegen dat dit misschien een plek was voor woningbouw. Ik had in het verleden particulier huizen gerenoveerd en ben vaak verhuisd. Dan krijg je een soort liefde en aandacht voor plekken en huizen. Die ervaring met huizen en bijzon-
29
dere projecten heeft wel geholpen, maar project ontwikkeling is natuurlijk een andere tak van sport. Ik wist niet waar ik aan begon maar heb de mission impossible volbracht. Het heeft wel lang geduurd, omdat je op oude plekken in de stad aan het bouwen bent in een beschermd stads-gezicht. Dat is balanceren op een koord, dat geeft altijd gedonder in de glazen. Het Bolwerk is in 2007 ook genomineerd voor de Rietveldprijs. ‘Van een allure, een niveau bijna buitenlands’, aldus het juryrapport, ‘maar het had iets gedurfder gemogen’. Mijn inzet is altijd geweest dat het iets moet zijn dat zich voegt naar de plek, dat het opvalt door zijn materiaal en detaillering, maar er gewoon staat alsof het er altijd heeft gestaan. Dat is gedurfd genoeg. De architectuur van Erik van Egeraat, de winnaar van de prijs met zijn A.A. Heijmans van der Berghgebouw, had hier niet gepast.
WALHALLAJe zou denken dat het winnen van zo’n belangrijke prijs als de Gouden Piramide het Walhalla opent. Maar helaas is er niemand die zegt: ‘Beste meneer Oost- meijer, u heeft zo’n mooi project gemaakt. Hier heeft u een stuk grond, zou u hier iets willen doen?’. Misschien kom je daardoor wat makkelijker bij een gemeente binnen en heeft men iets meer aandacht, maar het blijft hard werken en vechten. De woningen van het project Reykjavik in Vleuterweide, in samenwerking met VMX architecten en Van Bekkum zijn in 2006 gerealiseerd net na de oplevering van Het Bolwerk. Een bijzonder complex, ook geprezen door de jury van de Rietveldprijs 2007. Daarna zijn het voornamelijk prijs-vragen die mijn tijd dicteren. De Europese aanbesteding voor het Hieronymus-erf, in samenwerking met twee Zwitserse architecten uit Zürich, is helaas aan mij voorbij gegaan. Teleurstellend omdat ik op loopafstand Het Bolwerk heb gerea-liseerd en daar ook iets heel moois had kunnen doen. Een dure les dat je in een Europese aanbesteding op elke punt-komma kunt worden afgerekend. Een uitspraak over het ingediende plan voor de prijsvraag Notenbomenlaan, woningen naast het Meerstroom college, met Atelier Kempe Till uit Rotterdam, volgt in mei van dit jaar. En het plan voor de prijsvraag
in Westervoort, met Onix uit Groningen, is op dit moment in volle gang. Almere, een samenwerking met VMX architecten en Van Bekkum, is gelukkig doorgegaan.
HOOFDROLBegin 2007 las ik over een bijzondere prijsvraag in de gemeente Almere, waarin bewoners een hoofdrol spelen als het om nieuwbouw gaat. Ontwikkelaars moesten aangeven hoe ze bewoners in een vroeg stadium lieten meedenken in het project. Almere is net weer uitgeroepen tot de lelijkste stad van Nederland, waarschijnlijk door mensen die daar nooit zijn geweest. En er is ook best het één en ander op aan te merken, maar op Kanaleneiland of Overvecht is ook wel wat aan te merken. Het leuke aan Almere is dat het eigenlijk heel erg vlakbij is, vlakbij Utrecht en vlak-bij Amsterdam, en alle mogelijkheden open liggen. Met de mensen uit Almere, ons klankbord, hebben wij een plan ontwikkeld dat anders is dan anders: een gebied van twee hectare, aan de randen bebouwd, binnenin een gemeenschap-pelijk park en een zwembad van 50 meter. Op de publieksmanifestatie in november konden bewoners zich inschrijven. Collega ontwikkelaars vonden het een prachtig plan, maar dachten dat er geen publiek voor zou zijn. Dat bleek gelukkig een misvatting want wij wonnen de prijs-vraag, en zijn nu keihard aan het werk omdat in oktober al met de bouw gestart moet worden. Een plan bedenken is erg leuk. Vooral de samenwerking met andere partijen. Maar er zit veel tussen het beden-ken van het plan en de weerbarstigheid van het uitvoeren. Je droomt er wel eens van dat het iets makkelijker zou lopen.
JOURNALISTMijn journalistieke culturele achtergrond heeft me in dit vak een andere inbreng gegeven. Ik kon goed formuleren en com-municeren wat ik wilde. Maar uiteindelijk gaat het om betrokkenheid. Om iets van de grond te krijgen moet je er bovenop zitten, de intentie hebben om tot het uiterste te gaan. Het vak wordt steeds breder. Met een grote zak geld red je het niet meer, je moet een missie hebben. Het is belangrijk dat je van begin tot het eind een ambitie niet alleen kunt verwoorden maar ook kunt volbrengen. Daar zou ik
FOTO: AORTA
graag mee doorgaan, maar wel op mijn manier. De toekomst van dit vak ligt in een werkelijke interesse om een wezen-lijke bijdrage aan de omgeving om je heen te leveren. Met name op het gebied van wonen is nog een slag te maken, er wordt te gemakkelijk uitgegaan dat bewoners niets anders willen dan een gangbare wo-ning. De aanpak in Almere is interessant. Neem bewoners mee als klankbord in een eerder stadium. Het kost wel veel meer tijd, geld en aandacht. Als ontwik kelaar of overheid moet je dan soms kordaat zijn in het doordrukken van iets, op een gegeven moment moeten wel compromisloze keuzen worden gemaakt. Anders krijg je situaties zoals bij het Rijksmuseum, waar de fietserbond en de stadsdeelraad de prachtige nieuwe entree om zeep hebben geholpen. Bij Het Bolwerk ging de discus-sie met name over de hoogte. Als ik daar naar geluisterd had dan was het een lelijke in elkaar gedrukte bonbon gewor-den. Wij hebben geen concessies gedaan en het plan zoals bedoeld van A tot Z gerealiseerd.
DE BELLE EN …Utrecht staat voor hele grote opgaven: Leidsche Rijn,inbreidingslocaties in het centrum en de Belle van Zuylen. Maar de identiteit van Utrecht wordt eigenlijk voor een belangrijk deel ontleend aan de geschiedenis van de stad, de Dom, de oude binnenstad. Allemaal tekenen van voorbije tijden die we gekoesterd hebben en nog steeds koesteren. Maar we leven in meerdere tijden tegelijk. Wanneer je een ingreep doet van deze tijd, laat dan iets na van deze tijd en geen replica. Utrecht is natuurlijk toch ook heel erg de stad van drie lagen en een kap. Het is goed dat de hoogbouwvisie nu gekomen is. Als het gaat om de visie van Utrecht op architec-tuur denk ik dat Utrecht ambities heeft, maar tegelijkertijd terughoudend is als het om de uitvoering gaat. Utrecht is ei-genlijk brutaal en bescheiden tegelijk. Het Bolwerk is daar een voorbeeld van. Zolang het aan de rand van de stad gebeurt, De Uithof, Leidsche Rijn, De Belle van Zuylen, dan kan en mag er veel meer. Ik vind niet dat spektakel altijd nodig is, het gaat er om dat het mee kan in de tijd. Kom eens terug als het er 15 jaar staat, wat heeft de tijd dan getrotseerd? |
30 AORTA 2007
31COCKPIT | ARCHITECT: ONL [OOSTERHUIS_LENARD]FOTO: ONL [OOSTERHUIS_LENARD]
‘het onmogelijke mogelijk gemaakt’
32 AORTA 2007
samenwerking noodzakelijkAls een divers industrielandschap aan het water en met een ge
varieerd gebruik is het gebied Rotsoord voor Utrecht uniek. Het ligt
dicht tegen de binnenstad aan en tussen twee woonwijken. Omdat
Rotsoord decennia lang als eiland heeft kunnen functioneren, is er
geen sprake geweest van een gewone wijkontwikkeling. De menging
van wonen, bedrijvigheid en groen biedt aanknopingspunten voor de
toekomst. De komst van het station en de uitdijende binnenstad halen
Rotsoord uit het isolement.
Rotsoord leent zich voor een eigen profilering,
onderscheidend van de binnenstad. Dit eigen
gezicht biedt kansen voor waardecreatie: als
interessant investeringsdoel voor marktpartijen,
opties voor cofinanciering middels subsidies
en mogelijkheden om de cultuurhistorische
kenmerken van het gebied op een vitale manier
opnieuw betekenis te geven (de lijn verleden –
heden – toekomst).
Sinds enkele jaren speelt de ontwikkeling van
gebiedsconcepten een grote rol op de com
merciële vastgoedmarkt. Een gebiedsconcept
verbindt de identiteit of typering van een gebied
met de ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden.
Kenmerk is dat zo sterk is dat het gedragen
wordt door alle betrokken partijen, het vertolkt
het gemeenschappelijk belang. Het onderzoekt
op welke wijze de interactie tussen betrok
ken publieke en private partijen kan worden
vormgegeven. Deze interactie is van cruciaal
belang voor het succes van de ontwikkelingen
op Rotsoord. Het concept is ‘vermarktbaar’
en benadrukt de uniciteit van een gebied. Het
vormt de verbindende schakel tussen diverse
onderdelen van een integrale gebiedsgerichte
uitvoeringsstrategie. Het ontwikkelen van
een gebiedsconcept kan voor de opgaven in
Rotsoord net die gewenste extra stap zijn.
Rotsoord’s verdere ontwikkeling is sterk af
hankelijk van samenwerking tussen partijen.
Van oudsher is er in Rotsoord ruimte voor
eigen initiatief. Nu is er versnippering.
IN OPDRACHT VAN HET PROJECT‑
MANAGEMENT BUREAU UTRECHT EN
PROJECTBUREAU BELVEDERE, HEEFT AORTA
EEN AANTAL BIJEENKOMSTEN GEORGANI‑
SEERD OM OP EEN METHODISCHE MANIER
SAMEN MET DE INVESTERENDE PARTIJEN VAN
ROTSOORD HET TOEKOMSPERSPECTIEF VOOR
HET GEBIED TE BENOEMEN. NIET ALLEEN HET
‘WAT’ MAAR OOK ‘HOE GAAN WE HET DOEN’.
HET PROJECT IS GESTART IN 2007 EN WORDT
IN 2008 AFGEROND.
FOTO’S: HET BOS
‘Rotsoord, uniek in Utrecht.’
33AORTA 2007
samenwerking noodzakelijk
34 AORTA 2007 | TENTOONSTELLING EN DEBAT
De landschapsarchitectenMichiel Huls werkzaam bij Delta Vorm Groep bv; Wim Voogt werkzaam
bij OKRA landschapsarchitecten bv, Sander Rombout, Ronald van der
Heide, werkzaam bij Copijn Tuin en landschapsarchitecten bv; Stefan van
Schijndel, werkzaam bij TLU landschapsarchitecten, en Sofia Opfer van
Stil Buitenruimtes waren de vijf jonge geselecteerde landschaparchitecten
voor de tweede tentoonstelling Nieuwe lading. Curator Arda van Helsdingen,
landschapsarchitecte en onder andere docente aan de Academie voor
Bouwkunst selecteerde de vijf op basis van ingediende voorstellen voor de
tentoonstelling.
In de tentoonstelling, die de jonge landschapsarchitecten zelf hebben
vormgegeven en geproduceerd, reageren zij op vragen als:
Waar dient de landschapsarchitect zich anno 2007 mee bezig te houden?
Wat is de Utrechtse ontwerpopgave? Wat is de ambitie van de jonge
landschapsarchitect?
Volgens Wim Voogt laat Utrecht kansen liggen bij het herbestemmen
van de forten en de aanpak van de Hollandse Waterlinie. De waterlinie
moet een beeldmerk worden, een duidelijk herkenningspunt. Het gebied
kan tevens worden ingezet als bezinkingsgebied voor zand en afval uit
de Kromme Rijn. Stil Buitenruimtes is geïnteresseerd in het vertellen van
een verhaal. Dit kunnen sporen uit het verleden zijn, maar ook autonome
verhalen. De landschapsarchitect is de verteller, die de verhalen inzichtelijk
maakt en de mensen zich thuis laat voelen in het gebied. Michel Huls ziet
kansen voor de landschapsarchitect op het gebied van collectiviteit. Het
gebied, de binnenhoven, verbeteren in samenwerking met de bewoners.
Ronld van der Heide en Sander Rombout stelden zich een eigen opgave:
Utrecht dichterbij het landschap te brengen. De snelheid van de fiets is de
snelheid van het landschap. Stefan van Schijndel ziet kansen in de tijd. De
tegenwoordige landschapsarchitect lijkt snel resultaat te moeten boeken
en wordt te laat betrokken bij projecten. Maak van de tijd je vriend, niet je
vijand! Er waren zowel groene als stenige plannen, concrete en praktische
plannen. De uitleg van het eigen vakgebied was genuanceerd, er werd
nadruk gelegd op samenwerking.
Datum: 11 april tot en met 7 mei | Aantal bezoekers: 168De tentoonstelling in de reeks Nieuwe lading toont jonge en ambitieuze
ontwerpers uit telkens een andere discipline. In 2007 zijn zes Utrechtse,
relatief jonge, landschapsarchitecten samengebracht. De bureaus verschil
len qua grootte, ervaring en opdrachtportefeuille.
Debat Nieuwe ladingDe stellingname van de exposerende landschapsarchitecten op het vak
gebied vormen de aftrap voor de discussie. Er is in Utrecht te weinig debat
op dit gebied, het was goed dat dit debat een keer gevoerd werd.
Jonge landschapsarchitecten zijn niet naïef, ze zetten bewust een ambitie
neer en spelen bewust de rol van de dromer. Dat is de rol van de jonge
landschapsarchitect. ‘Wie niet kan dromen is geen realist’ aldus Anco
Schut (hoofd Stadsontwikkeling) met een citaat van Riek Bakker.
De opdrachtgever eist dat de landschapsarchitect overal in thuis is. Dat is
niet realistisch. Er moet een goede definitie komen, een soort coming out
van de landschapsarchitect, waar iedereen mee uit de voeten kan.
Vanwege het aspect geld en de tijd is het ook belangrijk dat je als land
schapsarchitect kunt schaken, schmieren, dreigen en eisen.
Over de kwaliteit van de landschapsarchitectuur in Utrecht is men wel te
spreken. Er zijn vele mooie voorbeelden in de stad, waaronder Dichters
wijkwest, Griftpark, Vondelparc, Zocherplatsoen, Neude. Schoenmakers
vult aan dat de Utrechtse straten juist in hun eenvoud goed zijn. Zij herkent
een duidelijke traditie in de stad in de manier waarop er over ruimte wordt
nagedacht. Toch zijn er kansen, aldus Copijn, in de manier waarop je per
fiets het buitengebied kunt bereiken. ‘Het buitengebied moet meer naar
binnengehaald worden’. Vooral op het moment dat het veranderlijk is, blijk
je verbondenheid te voelen met de stad of verwondering over een plek.
Vanzelfsprekend door de verandering die het voorjaar teweegbrengt, maar
ook wanneer perspectieven verschuiven bij beweging. Het is een uitdaging
voor het vakgebied om iets te maken dat kan veranderen. De positie van
de landschapsarchitect is aan het veranderen, hij zal het cultuurlandschap
moeten veranderen in natuurlandschap, op een hoger schaalniveau werken
en dit koppelen aan de kleinere schaal. Lenting vraagt zich af wat de rol
van de landschapsarchitect nu precies is. In Utrecht is er geen contact
tussen landschapsarchitecten. Van der Heide van Copijn ziet de rol van de
landschapsarchitect momenteel als een zoektocht naar de definitie van
het vak, naar de rol die de landschapsarchitect speelt in het netwerk van
architecten, stedenbouwers en kunstenaars. Maar zeker ook om de am
bachtelijke kant van het vak te combineren. Hierbij vult Van Tilborg (H+N+S
en redacteur van de Blauwe Kamer) aan dat ook het belang van budget
bewaking een taak is voor de landschapsarchitect. Deze zou een centrale
figuur moeten zijn in het netwerk en de hoeder van de kwaliteit. TLU noemt
een goed voorbeeld van interdisciplinaire samenwerking in Houten. De
uitgave over dit experiment kan de landschapsarchitect helpen bij het
benoemen van zijn/haar rol. Het is belangrijk die rol te kennen om te weten
hoeveel je kunt bereiken als landschapsarchitect, om bij te dragen aan
woongeluk, waar het tenslotte allemaal om gaat. De rol van de landschaps
architect is om te zien en te begrijpen waarom de stad zo is als die is.
nieuwe lading
35AORTA 2007
COPIJN TUIN- EN LANDSCHAPSARCHITECTEN BV
TLU LANDSCHAPSARCHITECTEN
STIL BUITENRUIMTES
DELTA VORM GROEP BV
‘het veld ligt open’
OKRA LANDSCHAPSARCHITECTEN
Er ligt nog veel om opgepakt te worden. Zo moet er nagedacht worden
over het Fortengebied, moeten busbanen trambanen worden. Kansen
liggen in de Merwedekanaalzone, het herstructureren van het Veemarktter
rein en het upgraden van de noordelijke randweg. Alleen Hoog Catharijne
wordt gezien als een gemiste kans. Momenteel ligt er een grote opgave.
De landschapsarchitect kan nu een leading positie innemen in de discussie
voer ruimtelijke kwaliteit binnen deze opgave. ‘Het veld ligt open’, aldus
Schoenmakers.
(volledig verslag www.aorta.nu)
Datum: 18 april | Aantal bezoekers: 105Gespreksleider:
Noël van Doorn (hoofd landschapsarchitectuur aan de Academie van
Bouwkunst)
Panelleden:
Walther Lenting (Special project developer Ecocern en vml. wethouder
Stationsgebied en Leidsche Rijn)
Hank van Tilborg (landschapsarchitect en redacteur Blauwe Kamer)
Arda van Helsdingen (landschapsarchitecte en curator van Nieuwe Lading)
Mariet Schoenmakers (directeur AM Concepts)
en de geselecteerde landschapsarchitecten
36 IRENEPARK | ARCHITECT: GULIKERS ARCHITECTEN FOTO: JOHN AENDEIJKER
37REYKJAVIK | ARCHITECT: VMX ARCHITECTEN
38 AORTA 2007
39WARMTEKRACHTKOPPELINGSCENTRALE | ARCHITECT: DOK ARCHITECTEN FOTO: JAN DERWIG
40 AORTA 2007 | TENTOONSTELLING EN DEBAT
‘Een welgestelde jongeheer in een plechtstatig ingerichte 19e eeuwse
kamer met hoog plafond. Een gezellige studentenkeuken uit de jaren ’60.
Een hypermoderne limegroene SmartCube. Architectuurcentrum Aorta
geeft kijkjes binnen bij studenten van toen en nu’, AD/UN 12 mei 2007
‘De deftige studenten van eertijds – altijd mannen – zijn op zwartwit
fotootjes te zien. De gemeenschappelijke keuken uit de jaren ’60 is echt.
Met zo’n witmetalen gasgeiser en een grote tafel in het midden. Ook het
studentenhok uit de jaren ’80 is compleet nagebouwd. Een keurig kamertje
met pickup en kleurige slaapbank’.
Met de tentoonstelling en een debat wilde Architectuurcentrum Aorta de
aandacht vestigen op de ontwikkeling van studentenhuisvesting in de
stad. Utrecht staat van oudsher bekend als studentenstad en kent sinds
jaar en dag een woningnood onder studenten. Om deze woningnood te
verminderen worden al vanaf de Tweede Wereldoorlog studentenwoningen
gerealiseerd.
Door het interieur van studentenkamers uit verschillende perioden na te
bootsen konden bezoekers het tijdsbeeld ervaren. Ook de architectonische
veranderingen door de tijd werd belicht. De woning van de student heeft
vanaf de 19e eeuw een behoorlijke verandering doorgemaakt. De ten
toonstelling toonde de invloed van de tijdsgeest op het ontwerpen van de
studentenwoning. Zo hebben de overheid en de woningcorporaties in de
20ste eeuw een aanzienlijke stempel op de verschijningsvorm van studen
tenwoningen gedrukt. Bekende complexen zoals IBB, Van Lieflandlaan, La
Capanna, De Bischoppen en het University College werden getoond. De
laatste decennia kenmerken zich tevens door bijzondere, specifiek voor de
doelgroep ontworpen projecten. Technische innovaties leiden tot nieuwe
oplossingen zoals de SmartCube: Een simpel herplaatsbare eenheid met
keuken, natte cel en hoogslaper. In te zetten om leegstaande kantoor
gebouwen al dan niet tijdelijk te gebruiken voor studentenhuisvesting.
Datum: 9 mei tot en met 7 juli | Aantal bezoekers: 414
Debat Onder aan de ladder: van kamer tot koopwoningDe toekomst van studentenhuisvesting. Prof. dr. Pieter Hooimeijer, hoog
leraar Sociale Geografie en Demografie aan de UU, verzorgde de inleiding
van het debat. Studenten Gijs Bos en Eveline de Bruijn hebben onder zijn
leiding onderzoek verricht. Dit omvatte een update van de studenten
monitor 2001, de eerste kwantificering van het probleem van de studen
tenhuisvesting en een analyse van de onderkant van de woningmarkt; van
de eerste (studenten)kamer tot de eerste koopwoning.
Met de oplevering van een aantal grote studentcomplexen lijkt er beweging
in de markt voor studentenhuisvesting te komen. Maar hoe zal dit met
oog op de krimpende bevolking er over 5 a 10 jaar uitzien? Zal er dan een
overschot aan studentenwoningen ontstaan? Ook de doorstroom naar
starterswoningen en de uitbreiding van de voorzieningen in De Uithof zijn
thema’s. Onder leiding van MarieLouise van Kleef, voormalig wethouder
Ruimtelijke Ordening en Wonen, werden deze en andere thema’s samen
met betrokken partijen zoals studentenhuisvesters, projectontwikkelaars
en studentenvakbonden bediscussieerd. De huidige wethouder, Harrie
Bosch, was hierbij aanwezig.
Sinds de erkenning van het probleem van de studentenhuisvesting in 2001
hebben de gemeente, de grote corporaties en de marktpartijen elkaar
gevonden. Er zijn grote nieuwe complexen geopend en er komen er op
korte termijn nog meer bij. De contacten met particuliere verhuurders zijn
verbeterd. De wil om te verhuizen na de studie, door weinig alternatieven,
is een punt van discussie. Er studeren gemiddeld 62.000 studenten aan de
universiteiten en hogescholen van Utrecht. Circa 9500 daarvan zijn actief
op zoek naar woonruimte, in 2007 hadden circa 3300 studenten nog geen
woonruimte gevonden. De student wordt mondiger en stellen eisen. De
eisen van de studenten zijn realistisch, meestal een kamer tussen de 11 en
20 m2. De afstand tot het centrum van de stad en de prijs spelen een rol bij
de keuze van een woning. De binnenstad en Utrecht Oost zijn onverminderd
populair als vestigingsplek. Wanneer de afgestudeerden zouden verhuizen
is de kamernood voor studenten opgelost, maar studenten zijn niet de
enige woningzoekenden en in heel Nederland groeit het aantal huishou
dens. De inspanning om te bouwen blijft dus nodig. Doorstoom lijkt een
belangrijk punt voor de komende jaren. Momenteel is waarschijnlijk maar
30% van de Utrechters ‘authentiek’. Studenten zijn ook Utrechters en
dienen als zodanig serieus genomen te worden. Gijs Mul merkte op dat
het verkeerd is om te zeggen dat de kamernood over is, er moet nage
dacht worden over nieuwe locaties. Een campuscontract zou een goed
instrument kunnen zijn voor doorstroom. Ton Jochems van de SSH voelt
zich een rennende hond met een worst voor zijn neus, in 2003 moesten er
2000 kamers worden bijgebouwd. Er zijn inmiddels 3000 kamers gekomen,
Utrecht studentenstad
CITY CAMPUS | KLUNDER ARCHITECTEN
41AORTA 2007
maar nog zijn er 1800 kamers nodig. Dat zal alleen maar meer worden,
zowel de hogescholen als de universiteit zet in op verdere groei. Het hoeft
geen probleem te zijn om de kamernood op te lossen. RABO vastgoed wil
ontwikkelen, maar ook maatschappelijk verantwoord. ‘Studenten zijn een
bijzondere groep, vanwege hun tijdelijke karakter. Je moet ze opnemen in
een groter geheel’. Ook DuWo onderzoekt regelmatig de huisvestingsvraag
van de student, hij zag vooral een trend in de voorkeur voor zelfstandige
eenheden. De SSH sloot zich hierbij aan en gaf hiermee een verantwoor
ding voor de keuze van deze opzet in de woningbouw in de Uithof.
De factor kwaliteit wordt in de toekomst steeds belangrijker. Flatsharing,
of het roommatemodel, werd niet als een oplossing gezien. Studenten
kunnen bijdragen aan een kleuring en opwaardering van wijken. Voorbeel
den voor mogelijke studentenhuisvestingen kunnen de Merwedekanaal
zone, Kanaleneiland, Jaarbeursterrein of Kromhoutkazerneterrein zijn. Het
programma van wethouder Bosch koerst niet af op studenten in Leidsche
Rijn, hij ziet liever studenten in het gebied richting de Uithof. Het terrein
van de Uithof is pas sinds 1992 voor woningbouw vrijgegeven. Sindsdien
heeft het een enorme vlucht genomen en is er tegenwoordig ook sprake
van fun op het terrein. De discussie handelt verder over koopstarters,
de stap van de onzelfstandige woning naar een goedkope koopwoning.
Bosch gaf aan het bouwen van koopstartwoningen te willen stimuleren,
omdat dit sociale huurwoningen zou opleveren. De avond werd afgesloten
met de conclusie dat de discussie een andere was dan die van vijf jaar
geleden. Dat is een goed teken.
Datum: 6 juni | Aantal bezoekers: 70
Gespreksleider:
MarieLouise van Kleef (voormalig wethouder Ruimtelijke Ordening en Wonen
gem Utrecht)
Panelleden:
Pieter Hooijmeier (hoogleraar Sociale Geografie en Demografie Universiteit Utrecht)
Irene van der Broeck (LSVB)
Ton Jochems (SSH)
Gijsbert Mul (DuWo)
Ed de Groot (corporatie Volksbelang Vianen)
Art Zaaijer (Stedenbouwkundige De Uithof)
Anneke Bochem (RABO Vastgoed)
Speciale gasten:
Koos Lieshout (Dienst Stadsontwikkeling Gemeente Utrecht)
Harrie Bosch (wethouder Ruimtelijke Ordening en Wonen)
Mark Lagewaard (Studentenvakbond Utrecht)
J. Scherrenberg (Vereniging Particuliere Verhuurders)
binnengluren bij de Utrechtse student
SPACEBOXEN
FOTO: AORTA
FOTO: AORTA
42 DE BISSCHOPPEN | ARCHITECT: KÖTHER SALMAN KOEDIJK ARCHITECTEN FOTO: J.P. FIERING, IN OPDRACHT VAN SSH UTRECHT
FOTO: IWAN BAAN 43SCHERF 13 | ARCHITECT: SEARCH
‘er moet nagedacht worden over nieuwe locaties’
44 AORTA 2007
Het juryoordeel voor Forum ’t Zand:
‘Dit is een schoolgebouw waaraan elk kind met plezier zal terugdenken. Het verleent de scholen en andere gebruikers een identiteit en biedt de wijk een icoon.’
45FORUM ’T ZAND | ARCHITECT: VENHOEVEN CS | PRIJSWINNAAR RIETVELDPRIJS 2007FOTO: LUUK KRAMER
46 AORTA 2007 | TENTOONSTELLING
Een internationale tentoonstelling met werken van Spaanse, Libanese,
Italiaanse en Nederlandse architecten met het thema: ‘Women who build,
building from the inside’. Door de tentoonstelling wordt de professionele
rol van vrouwelijke architecten benadrukt door te laten zien op welke
manier zij een bijdrage leveren aan het ontwerpen van een bebouwde
omgeving. Deze reizende tentoonstelling werd op 19 juli feestelijk geopend
in het Academiegebouw en Architectuurcentrum Aorta. Voordat de tentoon
stelling Utrecht aandeed heeft het langs tal van grote steden in Europa en
het Midden Oosten gereisd. Het idee ontstond in Spanje en werd ontwikkeld
door het Spaanse bouwnetwerk voor vrouwen La Mujer Construye.
Vervolgens reisde de tentoonstelling via Spanje, Libanon, Italië naar Neder
land. Telkens sloot zich een nieuwe groep architecten hierbij aan. In deze
traditie is de volgende selectie van Nederlandse vrouwelijke architecten in
de bestaande expositie opgenomen: Annette Marx, Vera Yanovshtchinsky,
Evelien van Veen, Belinda van Buiten, Marianne Loof, Jeanne Dekkers,
Liesbeth van der Pol, Joke Vos, Evelyne Merkx, Ellen van Loon, Mechthild
Stuhlmacher en Francine Houben. Deze selectie van architecten werd
verzorgd door Bouwnetwerk, het Nederlandse netwerk voor vrouwen in de
bouw en La Muijer Construye. De onderwerpen van de getoonde objecten
sluiten aan bij de filosofie van La Mujer Construye om in een cultureel,
solidair en toegankelijk collectief de architectuur te promoten, te onder
steunen en verder te verbreiden.
De expositie is een route door het leven. De gebouwen horen bij een
levensfase. De architecten laten zien hoe cultureel verschillend er met de
thema’s wordt omgegaan. Het streven was de architectuur aan het maat
schappelijke en alledaagse leven te relateren. Aan de hand van poëtische
teksten en beelden die ruimtes, dromen en gevoelens opriepen werd de
bezoeker rondgeleid. Thema’s die in de tentoonstelling werden uitgelicht
waren het huis, dagelijks leven, de school, het samenleven, werk, vrolijk
heid, de stad, herinnering, stilte, vertrek, wedergeboorte. De architectuur
als constructie waarbinnen het leven zich ontwikkelt. ‘building from the
inside, an imaginary journey through the poetry of built spaces’
Datum: 19 juli tot en met 15 augustus | Aantal bezoekers: 358Aantal bezoekers openingsbijeenkomst: 140
‘The beauty of spaces can contribute to building a
more human world.’
47AORTA 2007
women who build, building from the inside
48 PERISOOPWONINGEN ROTTERDAM | ARCHITECT: JOKE VOS FOTO: GER VAN DER VLUGT
49VIRIKA HOSPITAL UGANDA | ARCHITECT: BELINDA VAN BUITEN, FBW ARCHITECTENFOTO: FBW ARCHITECTEN
50 DE WOERD | ARCHITECT: MULLENERS + MULLENERS | PUBLIEKSPRIJS RIETVELDPRIJS 2007 FOTO: ARNO REIJEN
‘met respect voor de geschiedenis van het gebied en vooral met respect voor de toekomstige bewoners’
DE WOERD | ARCHITECT: MULLENERS + MULLENERS | PUBLIEKSPRIJS RIETVELDPRIJS 2007FOTO: MULLENERS + MULLENERS 51
52 AORTA 2007 | TENTOONSTELLING
DARE Afstudeerexpositie van de faculteit Urban Design van de Hogeschool van
de Kunsten Utrecht, tegenwoordig bekend onder de naam MaHKU.
De expositie bij Aorta was onderdeel van een kortlopende, intensieve
presentatie van alle faculteiten op een vijftal podia in de stad. Naast
Aorta waren dat Casco, de Academie Galerie, Expodium en het Centraal
Museum. In 2006 nam de MaHKU in samenspraak met Casco het initiatief
om een reeks van onderzoeksactiviteiten te concentreren in een jaarlijkse
manifestatie: het Dutch Artistic Research Event (DARE). In 2007 werd in de
context van DARE in samenspraak met DAF (Dutch Aesthetics Federation)
als satelliet van Utrecht Manifest een internationaal symposium georgani
seerd in het Centraal Museum. Dit symposium richtte zich op de actuele
mogelijkheidsvoorwaarden van een geëngageerde vormgeving. Sprekers
waren o.a. Hella Jongerius, Petra Blaisse, Roemer van Toorn.
Datum: 31 augustus tot en met 9 september | Aantal bezoekers: 136Aorta toonde in DARE het afstudeerwerk van de masterstudenten Urban
Design van de Hogeschool van de Kunsten in Utrecht (MaHKU).
‘Aorta springplank voor nieuwe initiatieven’
53A.A. HIJMANS, VAN DER BERGH GEBOUW | ARCHITECT: EEA ARCHITECTS | PRIJSWINNAAR RIETVELDPRIJS 2007 FOTO: CHRISTIAN RICHTERS
Het juryoordeel voor het Hijmans van der Berghgebouw:
‘In het interieur verhult de barokke inrichting in eerste instantie de ruimtelijke structuur. Toch blijkt deze juist opvallend helder. Hierin schuilt dan ook de kracht van het project.’
54 AORTA 2007 | TENTOONSTELLING EN DEBAT
Bekendmaking genomineerdenDe Rietveldprijs wordt tweejaarlijks toegekend aan een uitgevoerd project
in de stad Utrecht. Daarbij telt de kwaliteit van het project zelf, maar ook
de bijdrage die het levert aan de beleving en bruikbaarheid van de stad.
Naast de bekendmaking van de genomineerden op 30 september 2007,
was er bij Aorta een expositie te zien van alle 12 geselecteerde projecten.
De selectie voor spraakmakende projecten in 20052006 bestond uit:
Het Bolwerk van AWG Architecten, Warmtekrachtkoppelingcentrale van
DOK architecten, A.A. Hijmans van den Berghgebouw van Erick van Egeraat
associated architects, De Bisschoppen van Köther I Salman I Koedijk I ar
chitecten, Irenepark van Gulikers architecten, Utrechters van Studio NLD
i.s.m. Architectuurbureau Sluijmer & van Leeuwen en Metname, Cockpit
gebouw en geluidsscherm van ONL [Oosterhuis_Lénárd], Forum ’t Zand
van VenhoevenCS Architecten, Scherf 13 van SeARCH, Reykjavik van
VMX Architects, het project De Woerd van Mulleners + Mulleners architec
ten en het stedenbouwkundig plan Papendorp van Wissing Stedenbouw
en Ruimtelijke Vormgeving.
Uit de geselecteerde projecten heeft de jury op 30 september vier
projecten genomineerd. Naast het A.A. Hijmans van den Berghgebouw van
EEA en Forum ’t Zand van Ton Venhoeven c.s. Architekten, de twee win
naars die in januari 2008 bekend zijn gemaakt, waren dat het Cockpitge
bouw en geluidsscherm van ONL [Oosterhuis_Lénárd] en Het Bolwerk, een
ontwerp van AWG Architecten (bOb van Reeth). De jury bestond uit Ton
Schaap (voorzitter), stedenbouwkundige gemeente Amsterdam en stads
stedenbouwer van Enschede; André Kempe, Atelier Kempe Thill; Wilfried
van Winden, Molenaar en Van Winden architecten; Marieke Hillen, architec
tuurhistoricus en redacteur bij De Architect. Het AD Utrechts Nieuwsblad
organiseerde ook in 2007 weer een publieksprijs. De winnaars van de
Rietveldprijs en de publieksprijs worden in 2008 bekend gemaakt.
Datum: 30 september | Aantal bezoekers: 120Aantal bezoekers tentoonstelling: 336
Debat ‘Utrecht op de automatische piloot?’ Strategische keuzes in UtrechtDe voorwaarden voor kwaliteit in de gebouwde omgeving op de langere
termijn, hangen nauw samen met de manier waarop de stad zich als ge
heel op de toekomst voorbereid. Hoe krachtig is de gezamenlijke strategie
en hoe speelt die mee in de besluitvorming over grote investeringen die
Rijksoverheid en bedrijfsleven doen? Partijen moeten elkaar vinden op een
duurzame ontwikkelingsstrategie zodat er in de toekomst samenhang en
kwaliteit in de gebouwde omgeving worden gemaakt. In Utrecht zien we dat
samenwerken tijdens de uitvoering van projecten over het algemeen goed
gaat, maar dat het gezamenlijk werken aan het lange termijn perspectief
nog onvoldoende uit de verf komt. De afgelopen jaren zijn er ook vele
initiatieven van onderop ontstaan, die op diverse manieren een positieve
en actieve bijdrage leveren aan de discussie over de kwaliteit van de ge
bouwde omgeving. Er zijn veel initiatieven die de stad sterk verlevendigen
met hun culturele programma’s. Utrecht is niet voor niets evenementen
stad 2007!
Tijdens het debat werd onderzocht hoe de verschillende spelers (overheid
en marktpartijen/opdrachtgevers) effectief kunnen samenwerken: op stra
tegisch niveau om Utrecht daadkrachtig te positioneren in de discussies
over de toekomst van de Randstad. Wat levert het op om Utrecht als stad
en regio op (inter)nationaal niveau krachtig te positioneren? Welke beelden
hebben we bij Utrecht in 2040? Wat betekent dit voor de burger, bestuur
ders, ontwikkelaars? Wat kan de bredere gebiedsverantwoordelijkheid van
corporaties opleveren? Ondertussen manifesteert Utrecht zich steeds
sterker met haar culturele klimaat. Hoe zien we dat terug in de inrichting
van onze omgeving? Kunnen we met de huidige fysieke voorzieningen
vooruit? Levert het nieuwe vragen op voor op voor de architectuur? Welke
rol en verantwoordelijkheid moeten de verschillende spelers in de regio
nemen bij de strategische positionering van de stad?
gespreksleider:
Pieter Hooimeijer (hoogleraar geografie en demografie Universiteit Utrecht)
panelleden:
Jeu Bielders (voorzitter Deltametropool en Kamer van Koophandel Utrecht)
Edward Zevenbergen (Senior Ontwikkelingsmanager Bouwfonds MAB)
Marien de Langen (Mitros)
Margriet van Kraats (directeur poppodium Tivoli)
Ton Van Vlimmeren (directeur Dienst Wijken gemeente Utrecht)
De Stichting Rietveldprijs, wil het stedelijk debat over de voorwaarden voor
goede architectuur stimuleren.
Rietveldprijs 2007
55PAPENDORP | ARCHITECT: WISSING STEDENBOUW EN RUIMTELIJKE VORMGEVINGFOTO: WISSING STEDENBOUW EN RUIMTELIJKE VORMGEVING
‘goede architectuur is meer dan pleisters plakken’
56 AORTA 2007
57U-TRECHTERS | ARCHITECT: STUDIO NL-D ISM SLUIJMER & VAN LEEUWEN EN METNAME FOTO: HANS UTERLEMANN
‘4 Utrechters in een veilige omgeving’
58 AORTA 2007 | FILM
‘Bewoners willen vaak bouwen zoals iedereen bouwt, uit angst dat hun
huis anders onverkoopbaar blijkt. ‘Er zijn maar weinig mensen die echt
vanuit hun eigen woonwensen durven te denken en die niet meteen een
plaatje aanwijzen’, stelde Rolf Reichardt van MONK architecten. Hij had de
eer om een jong stel, dat het lef wél had te begeleiden bij de bouw van hun
nieuwe woning op het Fort Blauwkapel aan de noordrand van Utrecht. De
speciaal voor Aorta gemaakte film Het wilde dromen toont hun ervaringen,
naast dat van twee anderen. Ze wensten een open woning met een zithoek
rondom een open haard. MONK architecten – gekozen omdat de website
aansprak – ontwierp een vrijwel volledig uit hout en glas opgebouwde zeer
smalle woning met grote stenen schoorsteen. Het hout verwees naar de
tijd dat het fort nog in functie was en alleen houten opbouwen waren toe
gestaan. Mede hierdoor wekte het ontwerp de interesse van de welstands
commissie die uiteindelijk een deel van haar strenge eisenpakket liet varen
en realisatie mogelijk maakte. De bewoners zijn nog altijd trots en ‘ach, we
verkopen het huis misschien niet zo snel als een doorsnee woning, maar
we zijn ervan overtuigd dat – mochten we er ooit uitgaan – er altijd wel een
selecte groep geïnteresseerden zal zijn’.’ (ArchiNed 5 december)
Het Wilde Dromen (2007) is een documentaire over drie vrije kavelbouwers
in Blauwkapel en Leidsche Rijn. De drie stellen werden gefilmd tijdens
en terugkijkend op het ontwerp en bouwproces van hun eigen huis. De
documentaire laat drie verschillende manieren zien om als particulier je
droomhuis te bouwen. Een cataloguswoning of een nieuw ontwerp.
De film belicht hun keuzes, de moeilijkheden waar zij tegenaan lopen,
de interactie met de architecten en het uiteindelijke resultaat. Centraal
staan de persoonlijke dromen van de kavelnemers. ‘Ik hoef niet persé te
verhuizen, maar voor je droomhuis ga je weg’ bewoners van De Hoven
(Leidsche Rijn); ‘het is een uitdaging je droomhuis te laten tekenen’ aldus
de bewoners van De Oeverwal (Leidsche Rijn).
regie: Ruud Bakker, camera: Hans Jonkhart interviews en research: Martine Bakkerproductie: Adapter Film i.o.v. Architectuurcentrum AortaDVD te koop bij Aorta Û 8,00, 25 minuten.
Discussie onder leiding van Bernard Hulsman (NRC Handelsblad)
Jacqueline Tellinga (Heilige Huisjes NAi, projectleider Homeruskwartier
Almere)
Kavelnemers uit Het Wilde Dromen
Rolf Reichardt (van MONK Architecten houten schootshuis Blauwkapel)
Hans Vermeulen (DUS Architecten)
Marcel Kastein (De Regie)
Hans Vos (SEV Realisatie)
Net zoals in de documentaire stond in de discussie het perspectief van de
vrije kavelkoper centraal. Het landelijke beleid is erop gericht particulier
opdrachtgeverschap te stimuleren. Toch lukt dat maar nauwelijks.
Gemeentelijke planning en stedenbouwkundige randvoorwaarden geven
er richting aan. Maar uiteindelijk zijn het de opdrachtgevers die met hun
keuzes andere kavelkopers een spiegel voorhouden. Zijn (toekomstige)
kavelkopers bekend met alle mogelijkheden van particulier opdracht
geverschap? Hoe raken particuliere opdrachtgevers enthousiaster en meer
geïnspireerd? Moet de vrije kavel vrijer of juist niet? Wat zijn de dromen
en nachtmerries van de kavelkoper en wat betekent dit allemaal voor de
toekomst van het particulier opdrachtgeverschap? Het leek met de nacht
merrie wel mee te vallen. Particulier opdrachtgeverschap gaat een zonnige
toekomst tegemoet, dat was althans de conclusie van de avond.
(volledig verslag: www.aorta.nu)
Datum: 20 november | Aantal bezoekers: 70
droom of nachtmerrie
‘gelijke invloeden van de opdrachtgever, de architect en de aannemer is ook heel belangrijk’
59SCHOOTSHUIS BLAUWKAPEL | ARCHITECT: MONK ARCHITECTEN FOTO: ROLF REICHARDT, MONK ARCHITECTEN
60
‘Je droomhuis bouwen kan.’
Vrije kavels zijn in de gemeente Utrecht een betrekkelijk nieuw fenomeen. Na een stroeve opstartperiode nam de verkoop ruim 2 jaar geleden gestroomlijnde vormen aan. Een aantal woningen is inmiddels gerealiseerd. Voor de vijf kavels in Blauw kapel zijn de kaprichting, goot- en nokhoogte en het bebouwingspercentage vastgelegd. Deze zijn afgeleid van de bebouwing in het bestaande dorp. Ook het materiaalgebruik wordt bepaald door de omringende gebouwen. De woning van Henny van Poppel en Marieke Zonnenberg is een verticaal opgerekt, archetypisch huis, zeer smal en hoog. Een droomhuis verwezenlijkt in particulier opdrachtgeverschap met hulp van MONK architecten.
FOTO: AORTA
61
WONEN IN EEN DORPWe waren nog nooit in Blauwkapel ge-weest toen we geattendeerd werden op een woning. We vonden het meteen een bijzondere plek. Op deze plek bevond zich een oud fort van de Hollandse Waterlinie. Voorheen een verdedigingslinie van Amsterdam voor Utrecht langs naar Woerden. Napoleon wilde de vaarroutes beschermen en heeft een fort aangelegd. Er lag toen al een dorpje. Op de plek van ons huis lagen de boten in de 13e eeuw, aan de overkant lag de herberg voor de trekvaart. Vanaf de weg zie je het bijna niet, het is een soort eiland. Doorslag-gevend voor ons was niet deze historie maar het feit dat wij dichtbij de stad een vrijstaand huis wilden dat we zelf zouden kunnen bouwen.
VERTROUWENOns huis is ontworpen door MONK archi-tecten. De knipoog naar de geschiedenis was een idee van de architect: ‘Je woont op een fort, daar moet je wat mee doen’. Wanneer je iets met de geschiedenis van een plek doet dan kun je vaak meer bereiken. Het is de combinatie van een goed verhaal, het verleden van de plaats en een mooi ontwerp dat het succes heeft gebracht. Het ontwerp voldeed aan de randvoorwaarden van kaprichting, goot- en nokhoogte maar de materiaalkeuze was heel anders. De welstandcommissie keurde het ontwerp goed en we zijn van start gegaan. Uiteindelijk zijn we ander-half jaar bezig geweest. We hebben veel plezier gehad tijdens deze periode, de wekelijkse bouwvergaderingen met de architect en de opzichter, de discussies waarin iedereen zijn eigen rol heeft. Het is belangrijk dat je de mensen met wie je samenwerkt kunt vertrouwen; het is hun vak. Zij wisten wat we wilden.
DROOM OF NACHTMERRIEJe bouwt je eigen huis om volledig te kun-nen bepalen wat je wilt, maar ook uit een stukje idealisme. Het is een deel van jou.
We zijn heel nauw bij de bouw betrokken geweest. Vanaf het begin moet je al aller-lei beslissingen nemen en wen je al aan je nieuwe huis. Een huis dat je zelf bouwt is een deel van jezelf, er zit niet alleen geld en tijd maar ook een deel van jou in, daar neem je niet snel meer afscheid van. Gelukkig wisten we wat ons te wachten stond, we hebben namelijk al eerder zelf gebouwd. Maar dit keer was het echt ons huis, zonder voorbeeld, alleen een idee van wat we wilden. Door eerdere ervarin-gen heb je meer zelfvertrouwen in de procesgang. Je maakt je minder druk om dingen. Dat geeft minder spanning. Bij ons eerste huis waren we eigenlijk al de eerste dag met de elektriciteit bezig. Dit keer hebben we dat pas op het laatst ge-daan, dan loop je door je huis en bepaal je waar alle stekkerdozen komen. Het vraagt wel veel van je, we zouden het niet zo snel nog een keer doen, maar raden het ook zeker niemand af. Ook al is het moeilijk en kun je onderweg altijd tegenslagen krijgen is het de moeite waard en vaak wel haal-baar. Wij zijn nog steeds erg enthousiast over deze woning. Het is heerlijk wonen.
DOE WAT BIJ JE PASTWij vinden het belangrijk om de bood-schap uit te dragen dat het mogelijk is je droomhuis te bouwen. Mensen denken vaak in onmogelijkheden, discussiëren over wat er allemaal niet kan. Laat het huis van een ander los en ga bij jezelf na wat je wilt. Kijk verder dan de jaren ’30 woning en durf je te laten gaan. De randvoorwaarden zijn er, maar binnen die kaders is er veel mogelijk. Je hoeft er niet creatief voor te zijn, alleen ruim definië-ren wat je zelf graag wilt. Rolf Reichardt van MONK heeft onze ideeën vertaald naar dit huis. Dat wil niet zeggen dat ieder huis baanbrekend hoeft te zijn. Dat was ook onderdeel van de discussieavond ‘Het Wilde Dromen’. Je zou niet iedereen een plezier doen met een huis als de onze. Niet iedereen hoeft altijd vooruit of te vernieu-wen, zo zit de samenleving gewoon niet in
elkaar. Doe wat bij je past. Al doe je het op een andere manier, je komt dezelfde dingen tegen: de vergunningen, de bouw, de aannemer, de problemen, de bouw-vergaderingen. Laten we niet te hard oordelen over de droomwoning van elkaar. Door te wijzen op particulier opdracht geverschap trek je twijfelaars over de streep, je moet je alleen realiseren dat het een select publiek is die zich aangesproken voelt. Wij denken wel dat het belangrijk is om in een gebied duide-lijke randvoorwaarden te stellen, zodat alle droomhuizen van al die verschillende mensen in een plan wel een eenheid kun-nen vormen. We zijn erg benieuwd hoe dat in Almere nu vorm gaat krijgen.
NIEUW TUSSEN OUDEr gebeurt in Utrecht wel heel erg veel: De Uithof, Leidsche Rijn. Utrecht is vooral de oude binnenstad. Alles is laag, de Dom als de grens. Sprekend is vooral het nieuw tussen het oud. De moderne huizen die mooi in de omgeving passen, zoals de bunker tegenover de Sterrenwacht Son-nenborgh, het woonhuis van die architect aan de oude gracht, aan de Singel bij de stadsschouwburg en het kleine metalen huisje op de hoek van de Drift, Kromme nieuwe gracht. Misschien kunnen we dat formuleren naar een visie? Dat Utrecht de oude stad wil bewaren en dan op plekken de nieuwe tijd zijn intrede laat doen! |
FOTO: AORTA
62 AORTA 2007 | TENTOONSTELLING EN DISCUSSIE
‘BAR laat zien dat er alternatieven zijn, vrij van dogma’s of voorin
genomenheid, architectuur die ‘gebruik’, ‘programma’ en de mogelijk
heden tot collectiviteit als uitgangspunt neemt en waarmee een innove
rende architectuur wordt gemaakt. Door inventief gebruik te maken van
de vaak beperkt beschikbare middelen slagen zij er in hun projecten een
gemeenschappelijke meerwaarde te geven waarbij de vorm en het beeld
de gebruikskwaliteit van het project ondersteunen.’
De afgelopen jaren hebben meerdere jonge architectenbureaus bij Aorta
een plek gevonden om zich te presenteren. BAR startte in 1999 als bureau
Joost Glissenaar en Klaas van der Molen na het winnen van Europan, de
internationale prijsvraag voor jonge bureaus. Ook daarna bleven ze niet
ongezien in het prijzencircuit. Het ontwerp voor drukkerij Plantijn Caspa
rie werd genomineerd voor de Rietveldprijs 2001. En voor het Brughuis
in Middelburg ontvingen ze in 2006 zowel de Van Eckprijs als de AM/
NAiprijs. Met een aantal opvallende projecten in Utrecht levert BAR een
noemenswaardige bijdrage aan de architectuur in de stad. Denk aan het
interieur van BAK aan de Lange Nieuwstraat, het junkiehotel aan de
Maliebaan dat internationale aandacht heeft getrokken, de eerder genoem
de drukkerij Plantijn Casparie, nu Rotosmeets aan de Kanaalweg en een
mobiele ontmoetingsruimte in Leidsche Rijn. Naast het werk werd in de
tentoonstelling ook hun inspiratie en hun visie getoond. Dit kreeg vorm in
honderdvijftig blokken van 50x50 cm, beplakt met afbeeldingen en teksten
van het werk van BAR. De blokken konden door de bezoekers in een
andere opstelling geplaatst worden, zodat er steeds een nieuwe inrichting
en verhaal verscheen.
Een tentoonstelling over het werk van BAR architectenDatum: 7 november 2007 tot en met 5 januari 2008 Aantal bezoekers: 156
DiscussiePiet Vollaard (Archined)
Patrick Fransen (Studio Hertzberger)
Maartje Lammers (24h)
Oliver Thill (atelier KempeThill)
Joost Glissenaar en Klaas van der Molen bewegen zich met hun werk op
de grens tussen vrij gebruik en sturende vormgeving. In het kader van de
tentoonstelling schoven op donderdag 29 december enkele collega’s aan
om hier publiekelijk over van gedachten te wisselen. De blokken waren
voor de gelegenheid hoog opgestapeld in een muur van een halve arena.
Glissenaar ging ervan uit dat Patrick Fransen (Studio Hertzberger) structuur
leidend laat zijn in zijn ontwerpen, Maartje Lammers (24h) materiaal en
Oliver Thill (Atelier Kempe Thill) monumentaliteit. Men bleek echter vooral
veel in elkaars aanpak te herkennen en concludeerde dat ontwerpen pas
echt interessant wordt buiten het programma om.
Voor gespreksleider Piet Vollaard (Archined) is gebruik verbonden aan
tijdelijkheid. Hij lichte dit toe aan de hand van het werk van Cedric Price en
Frank van Klingeren, wier InterAction Centre (1973) en De Meerpaal (1967)
nadrukkelijk niet zijn ontworpen voor de eeuwigheid. Price en Van Klingeren
bouwden ook nadrukkelijk niets moois. Het ging hen om het gebruik. Dit is
precies de grens waar Glissenaar en Van der Molen mee worstelen. Want
BAR wil wel degelijk dat vormgeving een rol speelt, al hoeft het niet zo
sterk te zijn als in de projecten van 24h. BAR wil iets uit handen geven aan
de gebruikers, maar ook iets in handen houden. Het bureau lijkt nog niet
toe aan de totalitaire consequenties van gebruiksarchitecten als Price en
Van Klingeren. Maar misschien is het voortdurend aftasten van bruikbaar
heid en stijl juist de kracht van hun werk.
(volledig verslag: www.aorta.nu)
Datum: 29 november | Aantal bezoekers: 25
bruikbaar
‘…vrij van dogma’s of vooringenomenheid…’
/ 8 jaar BAR/ 62 projecten / 10 realisaties
63COMPILATIE TENTOONSTELLING BIJ AORTA | ARCHITECT: BAR
‘…vrij van dogma’s of vooringenomenheid…’
/ 8 jaar BAR/ 62 projecten / 10 realisaties
FOTO: AORTAFOTO: ROB ’T HART
64 AORTA 2007
Open rondleidingen Aorta organiseert open rondleidingen op verschillende locaties die zij
bekendmaakt op de website en in de lokale pers. Deze rondleidingen
duren 1,5 à 2 uur en kosten doorgaans Û 7,50 per persoon
(Û 6,25 voor Upas houders en Vrienden van Aorta). De prijs is afhankelijk
van het thema en exclusief vervoer. Aanmelden voor de rondleidingen
is noodzakelijk en kan bij de receptie van Aorta, telefonisch, of via de
website.
Rondleidingen voor groepenGroepsrondleidingen worden uitsluitend op aanvraag georganiseerd.
De kosten bedragen een vast bedrag per gids, per uur, ongeacht het aan
tal deelnemers. Per gids kunnen maximum 20 personen deelnemen.
Gidsen Alle rondleidingen worden begeleid door professionele architectuurgid
sen, voornamelijk met een achtergrond op het gebied van architectuur
geschiedenis, bouwkunde, sociale geografie en/of landschapsinrichting.
Tijdens de rondleidingen geven zij uitgebreide achtergrondinformatie over
de historische, stedenbouwkundige en architectonische ontwikkelingen.
De toelichting is in het Nederlands, maar kan bij groepsaanvragen op
verzoek ook in het Engels of een andere taal worden gegeven.
Thema’s & locatiesDe thema rondleidingen worden veelvuldig bezocht door geïnteresseerden
in binnen en buitenland.
1. De Uithof en de Universiteitsbibliotheek (UBU) van Wiel Arets. Sinds de jaren ’60 worden in De Uithof onderwijsgebouwen gerealiseerd.
Na de eerste bouwimpuls in de jaren ’70 heeft de invulling lange tijd stil
gelegen. De laatste jaren wordt er echter weer met verve gebouwd, wat
De Uithof steeds meer het aanzien geeft van een echte campus.
De nieuwe bouwimpuls heeft een aantal zeer bijzondere gebouwen opge
leverd, die een staalkaart van Nederlandse architectuur vormen. Tijdens
de rondleiding krijgt u inzicht in het stedenbouwkundig plan van De Uithof
en wordt een bezoek gebracht aan enkele van deze toonaangevende,
moderne gebouwen, waaronder: het rode Minnaertgebouw met in de
hoofdhal een waterbassin voor regenwater, het Educatorium van OMA,
de nieuwe universiteitsbibliotheek van Wiel Arets, het NMRgebouw van
UN Studio en de glossy Basketbar van NL Partners.
2. Het stadhuis van Miralles. In 2000 nam Utrecht een vernieuwd stadhuis in gebruik. De Spaanse archi
tect Miralles (1955 – 2000) verbouwde het deels middeleeuwse complex.
Het Utrechtse stadhuis heeft een eeuwenlange geschiedenis, want al meer
dan 650 jaar zetelt het bestuur van deze stad op die plek. In de loop van
die tijd werd een tiental panden en stadskastelen aangebouwd. Miralles
verbond bestaande en moderne architectuur op een niet alledaagse wijze
met elkaar. Niet alleen het uiterlijk van het nieuwe stadhuis is spraak
makend, maar ook het interieur weet menig bezoeker te verrassen. In de
architectuur van Miralles staat de afleesbaarheid van de geschiedenis
voorop. In het gerenoveerde stadhuis door Miralles is oud en nieuwbouw
op geheel eigen wijze met elkaar verbonden.
rondleidingen
THEMA AANTAL DEELN. AANTAL DEELN.De Uithof 81 1.642 8 104Villa Jongerius 27 550 UBU 11 152 University College 5 65 Stadhuis 4 79 4 57Leidsche Rijn 4 43 5 62Moderne Archictectuur binnenstad 3 30 2 31Stationsgebied 3 58 Pythagoras 3 22 Educatorium 2 35 Art Nouveau 2 20 4 66Rietveld en Tijdgenoten 2 35 2 24Musea en het Museumkwartier 2 25 2 17Zocherplantsoen 1 20 Amelisweerd 1 12 1 20Industrieel Erfgoed 1 20 Minnaert 1 3 TOTAAL 153 2.811 28 381
groepsrondleidingenrondleidingen voor
individuele deelnemers
TOTAAL AANTAL GEORGANISEERDE RONDLEIDINGEN EN AANTAL DEELNEMERS PER THEMA
1
23 4
5 6
789
10
65AORTA 2007
3. Leidsche Rijn onder de loupe. De grootste Vinexwijk van Nederland begint langzaam vorm te krijgen.
De afmetingen van het plan ontstijgen die van voorgaande nieuwbouw
projecten of buitenwijken. In 2015 moeten 30.000 woningen en 70.000 m2
kantoorruimte samen met de nodige kleinschalige voorzieningen, zoals
winkels, scholen en ouderenvoorzieningen, en een aantal grootschalige
voorzieningen, zoals bruggen en parken, opgeleverd zijn. Hoewel er op de
woningen veel kritiek wordt geuit, zijn er zeer markante gebouwen te
bezichtigen en te bezoeken, zoals het WOS 8 gebouw, de telefooncentrale,
de TGVhousing, projecten in Langerak, Parkwijk, het winkelcentrum van
AWG architecten, het paviljoen van Stanley Brouwn, de Kersentuin, het
Amaliapark en de school van Wiel Arets. Onder leiding van een gids wordt
een deel van het gebied per fiets bezocht en krijgt u uitleg over de opzet
van dit gebied, de verschillende deelgebieden en afzonderlijke gebouwen.
4. Moderne Architectuur in de binnenstad. Deze route gaat langs projecten van architecten die een prominente bijdrage
aan de architectuur van de Utrechtse binnenstad hebben geleverd, zoals
Mart van Schijndel, Robert van der Hout, Bob van Reeth, W.M. Dudok, West
8, Maaskant, Enric Miralles, Francine Houben en Sluijmer en Van Leeuwen.
5. Stationsgebied. De Grote Operatie Stationsgebied gaat nu echt van start. Dit enorm uit
gebreide project zal jaren in beslag nemen, maar begint met de bouw van
het nieuwe Muziekpaleis en het winkel en appartementengebouw
De Vredenburg. Daarna komt het entreegebouw van Nieuw Hoog
Catharijne, de OVterminal, het Casino, stadskantoor en ga zo maar door!
Bijna teveel om te vatten. Deze rondleiding geeft meer inzicht in wat we de
komende jaren kunnen verwachten.
6. Jugendstil / Art nouveau. De sierlijke vormen van Art Nouveau ofwel Jugendstil (1890 – 1914) zijn op
veel plaatsen in Europa te vinden: van de ingangen van de Parijse metro,
de Eiffeltoren tot de Grand Cafés in Praag en het woonhuis van de archi
tect Victor Horta in Brussel. Deze internationale stijl heeft grote nationale
verschillen in vormentaal. Zo heeft Utrecht een karakteristieke mengeling
van Neogotiek en Jugendstil. Door het gebruik van ijzeren balken en nieuwe,
machinaal vervaardigde, grote ruiten werd de Jugendstil veel toegepast bij
gebouwen met etalages, zoals apotheken, kledingmagazijnen en waren
huizen. Hét andere opvallende kenmerk van de Nederlandse Jugendstil
architectuur is het gebruik van gekleurde, meestal geglazuurde baksteen. In
deze rondleiding maakt u kennis met voorbeelden van Jugendstil in Utrecht,
zoals het pand Sic Semper op de hoek van de Kromme Nieuwegracht, de
apotheek in de Voortstraat, het ‘Gele Kasteel’ aan de Janskerkhof, Café de
Witte Ballons aan de lijnmarkt en vele winkelpanden rond de Oude Gracht.
7. Rietveld en tijdgenoten. Zowel het RietveldSchröderhuis als enkele andere gebouwen van Rietveld
komen tijdens deze wandeling aan de orde. Daarnaast ook veel moderne
villa’s om het Wilhelminapark, onder meer het Dubbel Huis van MVRDV.
De architectuur van Rietveld gaf aanzet tot deze villa’s.
8. Het museumkwartier en museumarchitectuur. De meeste musea in het zuidelijke deel van de binnenstad hebben een
moderne uitbreiding of herstructurering gekregen. In de wandeling worden
onder andere het Centraal Museum van Beel en Agtergael, het Univer
siteitsmuseum van Koen van Velzen en het Museum Catharijneconvent
van HubertJan Henket bekeken en besproken hoe modern gebouwd kan
worden in een historische context.
9. Het Zocherplantsoen. Het Zocherplantsoen is een 19e eeuws landschapspark. Via de 19e eeuwse
omvorming van de stadswallen tot een plantsoen door J.D. Zocher, wordt
er gekeken naar het landschappelijk ontwerp van het Griftpark.
Zo ontstaat een beeld van de verschillende opvattingen in de tijd.
10. Landgoed Amelisweerd. Een groot deel van dit gebied werd in de Middeleeuwen aangelegd als
park dat onderdeel uitmaakte van drie verschillende landgoederen.
Amelisweerd dankt zijn naam aan Amelis de Insula, een ridder die zich in
1224 aan de Kromme Rijn vestigde. Het landgoed wordt geflankeerd door
de landhuizen Nieuw Amelisweerd en Rhijnauwen. Naast een beknopte
geschiedenis van de landgoederen gaat de excursie in op de hedendaagse
bestemmingen van dit soort 17e eeuwse landhuizen. De wandeling start in
Bezoekerscentrum Oud Amelisweerd.
hoewel utrecht vooral bekendstaat om haar historisch centrum, heeft deze stad ook een schat
aan moderne architectuur. veel van de jongere bouwkunst bevindt zich in de binnenstad, waar
rekening moet worden gehouden met bestaande gebouwen en stadsstructuren. de recente uit-
breidingen aan de oost- en westkant van utrecht hebben architectonische hoogstandjes voort-
gebracht. architectuurcentrum aorta organiseert het hele jaar door rondleidingen langs
(moderne) architectuur en landschapsarchitectuur in utrecht. deze excursies zijn geconcentreerd
rondom verschillende thema’s en locaties.
BEZOEKERS INTERNATIONAAL
LAND AANTAL
Nederland 2.697België 112Duitsland 96Spanje 54Divers 52Roemenië 40VS 30Italië 20Denemarken 20Frankrijk 19Luxemburg 18Noorwegen 15Tsjechië 15Mexico 4 Buitenland 495
TOTAAL 3.192
66 AORTA 2007
Aorta geeft informatie aan een breed publiek. Aan de medewerkers van
de publieksbalie kunnen vragen worden gesteld. In het knipselarchief zijn
artikelen te vinden uit landelijke dag, week en vakbladen, die de gebouw
de omgeving van Utrecht als onderwerp hebben. Op de leestafel liggen de
laatste nummers van vakbladen, recent uitgegeven boeken en informatie
over het lopende programma van Aorta. De mediatheek omvat boeken en
tijdschriften over architectuur en stedenbouw (regio Utrecht), informatie
over Utrechtse architectenbureaus en bureaus van buiten die in Utrecht
bouwen en video’s en dvd’s over verschillende onderwerpen met betrek
king tot Utrecht en architectuur.
www.aorta.nuDe website geeft informatie over de organisatie en sponsors, lopende
programma’s, lezingen, debatten, gerelateerde activiteiten en rondleidingen.
De homepage biedt een overzichtelijke agenda van de lopende activiteiten.
In het archief kan gezocht worden naar programma’s en verslagen van
voorgaande jaren. De site geeft informatie in de Nederlandse en Engelse
taal.
informatief
informeren, debatteren, innoveren, stimuleren, presenteren, communiceren
67UNIVERSITETISBIBLIOTHEEK UTRECHT FOTO: JAN BITTER
68 AORTA 2007
Het Wilde Dromen (HD / kopie op DV)Het wilde dromen is een documentaire over drie
stellen die een vrije kavel kopen in Blauwkapel
en Leidsche Rijn. Twee daarvan kijken vanuit
hun droomhuis terug op het proces. Het derde
stel wordt gevolgd tijdens het ontwerpproces.
Centraal staan de persoonlijke dromen vanuit de
kavelnemers. De documentaire geeft een goed
beeld van wat het betekent om zelf een huis te
bouwen – van de praktische soelaas en handige
eigenschappen tot de emoties die er bij komen
kijken. Een poëtisch en beeldend verslag van
de dromen van de particuliere opdrachtgever –
afgezet tegen de weerbarstige realiteit van de
vrije kavelmarkt.
Prijs:ÊÛÊ 8,00, 25 minuten
Vaart in de Vaartse RijnIn opdracht van Architectuurcentrum Aorta en
Landschap Erfgoed Utrecht (vroeger Erfgoed
huis Utrecht) werkten twee ontwerpteams aan
een ontwikkelingsvisie voor de Vaartse Rijn.
De Vaartse Rijn is een vergeten waterlijn, die
loopt van het Ledig Erf in Utrecht tot de rivier
de Lek in Vreeswijk. Ooit was het een econo
mische hoofdader. Maar later werd die functie
overgenomen door het Merwedekanaal en
het AmsterdamRijnkanaal. Nog later kwamen
er wegen die veel beter tegemoet kwamen
aan industriële ontwikkelingen. Toch zijn veel
restanten van de industriële bedrijvigheid op de
oevers nog steeds zichtbaar. Verleden, heden
en toekomst zijn in het Vaartse Rijngebied nauw
met elkaar verbonden. Tegenwoordig worden de
oevers van de Vaartse Rijn voor heel verschil
lende functies gebruikt. Belangrijk is dat de
cultuurhistorische betekenis van de Vaartse
Rijn als industrieel waterlint niet verloren gaat.
De uitkomsten van het onderzoek zijn in de
publicatie beschreven. Dit project moet leiden
tot revitalisatie van de Vaartse Rijn. Er liggen nu
twee interessante ontwikkelingsvisies voor de
Vaartse Rijn, die beide goede elementen in zich
hebben. Het is nu aan de gemeenten Utrecht
en Nieuwegein om mogelijkheden te scheppen.
We hopen dat daarmee de Vaartse Rijn wordt
behouden voor ontwikkeling.
Gebouw van morgen: Rabobank Nederland en de CroeselaanDe omgeving van het Rabobankcomplex Croe
selaan is een gebied waarin extreme verande
ringen hebben plaatsgevonden in steeds korter
op elkaar volgende perioden. In het boekje
Gebouw van Morgen: Rabobank Nederland
en de Croese laan wordt nader ingegaan op
de geschiedenis van dit gebied. Het nieuwe
bestuursgebouw moet één van de meest duur
zame kantoorgebouwen van Nederland worden
en krijgt bovendien een flexibel en innovatief
werkplekconcept. Het boekje uit 2006 geeft
door middel van beeldmateriaal inzicht in deze
toekomstplannen van het nieuwe complex.
Industrieel erfgoed in UtrechtUitgave Industrieel Erfgoed, 2005. 14 locaties
van hergebruik van het industrieel erfgoed in
Utrecht. Met gegevens over de geschiedenis
van onder andere van Hooghiemstra, Villa Jon
gerius en het Cereol terrein. Aan de hand van de
kaart en de adresgegevens kunnen geïnteres
seerden de verschillende bouwwerken zelf gaan
bekijken.
Prijs: Û 5,00
Bouwen voor het GeloofHet boekje Bouwen voor het Geloof verscheen
als catalogus bij de gelijknamige tentoonstelling
over de architect Alfred Tepe (18401920) en zijn
leerlingen in 2005. In het laatste kwart van de
negentiende eeuw bepaalde Tepe het aan
zicht van veel dorpen en steden in het bisdom
Utrecht met ontwerpen voor een overweldigend
groot aantal neogotische kerken. In Utrecht
zelf zijn onder meer de St. Martinuskerk en de
Willibrorduskerk (1876 – 1877) van zijn hand.
Tegenwoordig is Tepe een vrij onbekende figuur,
terwijl hij gedurende zijn leven werd gelijkgesteld
met zijn tijd en stijlgenoot Pierre Cuypers. In
het boekje zijn zeventien gebouwen van Tepe in
Utrecht beschreven en gemarkeerd op de kaat
van Utrecht. Prijs: Û 5,00
DE ROMEINSE LIJN, van Levefanum naar LaurumIn opdracht van de Provincie Utrecht heeft
Aorta in 2005 het wedstrijdprogramma voor de
ideeënprijsvraag onder de naam ‘de Romeinse
Lijn’ ontwikkeld en de organisatie op zich geno
men. De publicatie toont een impressie van het
ingezonden werk, plannen van de vijf genomi
neerden worden uitgebreider beschreven en het
publicaties
69AORTA 2007
gehele juryrapport. De wedstrijd richtte zich op
de ruimtelijke ontwikkelingskansen met als ar
cheologische onderlegger: de Romeinse Limes,
de verdedigingslinie die door heel Europa loopt
en in de Provincie Utrecht via Wijk bij Duurstede,
Utrecht en Woerden langs de Rijn liep. Doel van
de prijsvraag – voor samengestelde teams van
ontwerpers, archeologen, architecten en steden
bouwkundigen, communicatiedeskundigen en
kunstenaars – was met ideeën te komen om de
Limes (de Romeinse rijksgrens), in ruimtelijke
plannen te betrekken én de Limes beter voor
publiek zichtbaar en beleefbaar te maken. Een
hele uitdaging, want de resten van de 2000
jaar oude Romeinse weg liggen grotendeels in
de bodem verborgen. Het ging in de wedstrijd
vooral om een hedendaagse interpretatie en
visie op de Limes als lint, een drietal locaties,
een communicatiestrategie en een financiële
onderbouwing.
Gratis
Buiten Wonen (cd-rom)Resultaten van de workshop in 2004 waarin
onderzocht werd hoe en in welke vorm wonen
in het landelijk gebiedkan worden vormgegeven.
Drie teams onder leiding van ieder twee masters
ontwikkelden ieder een eigenzinnig voorstel.
Naast ontwerpscenario’s besteden de teams
aandacht aan ontwikkelingsstrategieën en finan
ciering. De cdrom toont alle ontwerpen en geeft
een inhoudelijke toelichting. Integrale verslag
legging verliep ook via de site van Aorta.
Prijs: Û 2,50
100 uit 100 Architectuur Utrecht (1900 – 2000) Architectuurkaart UtrechtIn dit handzame boekje uit 2002 zijn 100
architectonisch interessante gebouwen in
Utrecht opgenomen die in de afgelopen eeuw
zijn gebouwd en die hebben bijgedragen aan
de discussie over architectuur in Utrecht. De
kaart bevat beschrijvingen in het Engels en
Nederlands over de gekozen gebouwen, zoals
architect, bouwstijl en jaar, een overzichtskaart
ter oriëntatie, een overzicht van de buslijnen om
de 100 bestemmingen mee te bereiken en een
uitleg van de gebruikte stijltermen.
Prijs: Û 5,00
50.000 extra woningen in de stad Utrecht (cd-rom)Resultaten van de workshop in 2002 waarin
onderzocht werd hoe en in welke vorm 50.000
woningen extra binnen de stad Utrecht kunnen
worden gerealiseerd. Ook de reacties van de
criticasters en het publiek zijn op de cdrom
opgenomen.
Prijs: Û 2,50
Themanummer ‘Naar Buiten!’ Post PlanjerDit themanummer sloot aan bij de tentoonstel
ling ‘Naar Buiten!’ in 2002. De activiteiten van de
Dienst Landelijk Gebied en de plannen voor de
drie gebieden Groenraven Oost, Utrecht West
en Noorderpark werden uitgediept. Analyses
van het stedelijk groen waren opgenomen,
waaronder de stadsparken Park de Gagel, het
Griftpark en het toekomstige Rijnsche Park
in Leidsche Rijn. De visies van hen die bij de
ontwikkelingen van de plannen zijn betrokken
werden belicht: Wethouder M.L. Van Kleef van
Ruimtelijk Ordening. Landschapsarchitecte
Berdie Olthoff en biologe Marijke van Damme
Jongsten. Om een indruk te geven van de
(onprettige) invloeden die de plannen hebben op
de landbouw, werd een interview weergegeven
met een agrariër die tevens deel uitmaakt van
de herinrichtingcommissie voor Groenraven
Oost. Het beeldessay van fotograaf Ruud Bak
ker visualiseerde een route van stadsrand tot
stadsrand. Zijn beelden laten zien dat de mens
het groen onderwerpt aan zijn wensen en grillen,
waaronder het soms dreigt te bezwijken, terwijl
het verlangen naar een weids landschap blijft.
Gratis
Jaarboek Aorta 2005, Gratis
Aorta 10 jaar, Editie 2006Jaarboek Aorta 2006: Gratis
Jaarboek Aorta 2007, Gratis
70 AORTA 2007
Toelichting op de resultatenrekening
batenSubsidie gemeente Utrecht
Financiële bijdrage van Gemeente Utrecht, DSO
Subsidie basisprogramma
Financiële bijdrage van Stimuleringsfonds voor Architectuur
Overige sponsor- en subsidiegeld programma
Financiële bijdragen van sponsoren en subsidieverstrekkers voor het basis-
programma en aanvullend programma
Sponsorbijdragen
Financiële bijdragen van sponsors voor het totale jaarprogramma
Rondleidingen
Opbrengsten uit de organisatie van rondleidingen
Financiële baten
De rentebaten en -lasten betreffen de op de verslagperiode betrekking heb-
bende renteopbrengsten
Financiële baten
Onder buitengewone baten wordt verstaan baten die voortvloeien uit gebeur-
tenissen en handelingen die te onderscheiden zijn van de activiteiten in het
kader van de gewone bedrijfsuitoefening en derhalve een incidenteel karakter
hebben
Overige baten
Omzet van verkopen aan balie, verhuur ruimte, horeca en entreeheffing
lastenDirecte programmakosten
Totale kosten van activiteiten zoals tentoonstellingen, lezingen en andere
activiteiten
Personeelskosten
Kosten van het vaste personeel en het inhuren van personeel
Huisvestingskosten
Kosten van huur, onderhoud, gas, water, elektra en belastingen
Kantoorkosten
Kosten kopiëren, kantoorbenodigdheden, netwerkbeheer, telefoon, porti en
drukwerk jaarverslag
Algemene kosten
Accountantskosten, bestuurskosten, verzekeringen en administratiekosten
71AORTA 2007
balans per 31 december 200731 12 2007 31 12 2006
Activa
Materiele vaste activa 35.127 42.688
Vorderingen 37.817 43.604
Liquide middelen 193.531 195.411
266.475 281.703
Passiva
Stichtingsvermogen 161.769 161.556
Voorzieningen 27.000 48.000
Kortlopende schulden 77.706 72.147
266.475 281.703
baten en lasten over 2007 2007 2006
Baten
Subsidie gemeente Utrecht 67.731 55.462
Subsidie basisprogramma SFA 36.773 53.115
Overige Sponsor en subsidiegeld programma 132.117 72.277
Sponsorbijdragen 29.612 47.820
Rondleidingen 17.753 18.522
Incidenteel maatwerk – 100.326
Financiële baten 5.042 2.770
Buitengewone baten 16.586 7.168
Overige baten 5.932 6.900
Som der baten 311.546 364.360
Lasten
Directe programmakosten 76.712 100.966
Personeelskosten 153.472 140.783
Afschrijvingen materiële vaste activa 9.572 8.670
Huisvestingskosten 29.827 39.360
Verkoopkosten 3.817 2.189
Kantoorkosten 12.037 10.423
Algemene kosten 25.897 44.565
Som der lasten 311.333 346.956
Batig saldo 213 17.404
jaarcijfers
72 AORTA 2007
bezoekers 2007
aantal bezoekers mediatheek en expositie
aantal bezoekers debatten (5 per jaar)
aantal bezoekers lezingen (4 per jaar)
aantal deelnemers rondleidingen
aantal indirecte contacten
aantal bezoekers film (2007: 3 films)
(2006: 6 films)
Educatie / kinderworkshop (2007: 4)
(2006: 2)
Overige divers maatwerk
2007 2006
2.985
2.428
375
330
397
248
3.192
3.053
29.630
23.103
234
351
98
73
80
0
bezoekers 2007
Sap liep mee met een stadswandeling door de Uithof en
bekeek gebouwen met een verse blik, SAP 10 jan 2007 De ex
positie in architectuurcentrum Aorta was zeer de moeite
waard om te bekijken, Max Velthuis AD 3 maart 2007 over de tentoonstelling
Jongeriuscomplex Een bijzonder mens met een neus voor za
ken en het hart op de juiste plaats. Dat beeld geeft de
tentoonstelling in Architectuurcentrum Aorta van de suc
cesvolle Utrechtse ondernemer Jan Jongerius, Stadsblad 7
feb 2007 Architectuurcentrum Aorta in Utrecht maakt on
der de titel Nieuwe Lading jaarlijks de balans op van het
aanbod jonge ambitieuze Utrechtse ontwerpers. De Architect,
Juni 2007 Utrecht studentenstad is een serieuze maar laag
drempelige expositie, die ook de veranderde architec
tuur van de studentenhuisvesting in de stad belicht, AD/UN
12 mei 2007 ‘Droom of nachtmerrie?’, zo kondigde Utrechts
Architectuurcentrum Aorta het debat van 20 november
over particulier opdrachtgeverschap aan. Archined 5 dec 2007 In
het Utrechts Architectuurcentrum is een tentoonstelling
ingericht met 150 piepschuim blokken. AD/UN 8 dec 2007 Wie
Engelse kennissen of familieleden wil laten kennis maken
met de bijzondere architectuur van de Uithof, kan morgen
terecht bij Aorta, AD/UN sept 2007
74 AORTA 2007
In 2006 is de ‘Koers 2007 – 2010’ vastgesteld.
Hierin zijn geen majeure koerswijzigingen ingezet.
Met een bredere basis zal Aorta de ingezette koers voortzetten naar een verdere professionalisering.
Aorta stelt hierbij de volgende speerpunten voor de komende vier jaar:
> Verdere professionalisering van externe communicatie en marktbewerking
> Meer inzetten van multimedia middelen via diverse kanalen voor een groter bereik
> Groei in het huidige programma aanbod in de (regio) Utrecht
> Meer educatieve activiteiten voor een breder publiek
> Meer ‘fun and leisure’ activiteiten (ook voor kinderen)
> Meer activiteiten in partnership met (commerciële) partners
> Bescheiden verbreding en versterking van de organisatie
verder professionaliseren
‘Waarom Utrecht?’, de vraag die me zo vaak wordt gesteld. Daarom
dus. Al is eigenlijk – ook in mijn geval – het allerbelangrijkste de niet
goed onder woorden te brengen aantrekkingskracht van de stad.’ Nieuwjaarstoespraak burgemeester A. Wolfsen, 2 januari 2008
75COCKPIT | ARCHITECT: ONL [OOSTERHUIS_LENARD] | RIETVELDPRIJS 2007FOTO: ONL [OOSTERHUIS_LENARD]
76 AORTA 2007
‘Verzet tegen de lelijkheid. Wees realistisch, eis het onmogelijke.’ Che Quevarra
77AORTA 2007
motto 2007 / 2008met onze missieEen bijdrage te leveren aan de brede discussie over de kwaliteit van onze
gebouwde en landelijke omgeving – en dus onze leefomgeving beter te
maken. Architectuurcentrum Aorta is een plek voor het maatschappelijk
debat, kennisvergaring en informatie over nieuwe ontwikkelingen en visies
in de architectuur. Een ontmoetingspunt voor de vakgemeenschap én een
kenniscentrum voor het brede publiek, om zo de eigen omgeving beter te
begrijpen.
visieAorta ziet architectuur als een culturele waarde. Het is per definitie méér
dan ontwerpen méér dan een stapeling van stenen: het raakt aan maat
schappelijke, economische, technologische, sociale en politieke ontwikke
lingen. Architectuur geeft een positieve meerwaarde aan de leefomgeving.
Wezenlijk is hoe mensen architectuur ervaren en beleven. Het komt tot
in het huis van elke burger en roept dus veel reacties op. Aorta hanteert
een ruime opvatting van architectuur: stedenbouw, ruimtelijke ordening,
landschap, tuin en interieur en inrichting van de openbare ruimte. Architec
tuur is een instrument waarmee de gebouwde en groene omgeving wordt
vormgegeven en bepaalt de identiteit van de openbare ruimte.
aanpakAorta doet dit door denkbeelden herkenbaar te maken, uit te wisselen
en door de belangstelling van het brede publiek voor architectuur te
bevorderen. Met informerende programma’s leert de leek de taal van de
architectuur, met inspirerende opiniërende programma’s bevordert Aorta
het debat voor de vakgemeenschap.
ontmoetingsplekAorta is een inspirerende ontmoetingsplek voor architecten, publiek,
opdrachtgevers, overheid, ontwikkelaars en bouwers. Het centrum weet
wat er speelt, neemt initiatieven en ontwikkelt projecten. De organisatie is
professioneel, initiërend, levert maatwerk en reageert adequaat op actuele
ontwikkelingen, zoals de ontwikkeling van De Uithof, landinrichtings
gebieden rondom de stad, of de grootschalige ontwikkeling in het stations
gebied. Kortom: alles wat op grote en kleine schaal bijdraagt aan een
betere leefomgeving. Aorta communiceert doorlopend over de stad en
haar ontwikkeling.
samenwerkingAorta staat niet alleen. Het centrum wil haar missie en doelen realiseren in
goede samenwerking met andere culturele instellingen, maatschappelijke
organisaties, gemeenten, de provincie, het bedrijfsleven en het publiek.
Aorta werkt intensief samen met de andere architectuurinitiatieven in
Utrecht.
78 AORTA 2007
teamHet team van Aorta bestaat uit de volgende
medewerkers: Eveline Paalvast, directeur (0,8 fte)
Janneke van der Poel, projectmedewerker (0,8 fte)
Rosalie Kalkoene, projectmedewerker (0,8 fte) – tot mei 2007
Lindy Schuin, projectmedewerker (0,8 fte) – vanaf september 2007
Marti Michielse, administratief medewerker (0,6 fte)
Dini van de Leur, administratief medewerker (0,6 fte)
vrijwilligersHet werk van Aorta zou niet mogelijk zijn zonder
de energie en inzet van vrijwilligers. Zij hielpen
onder andere bij de mailings en het beheer van de
documentatie. In 2007 waren dat: Ebba Braun, Eus Joanknecht, en Jan Peek.
gidsen In 2007 zijn wederom veel gidsen voor Aorta actief
geweest: Riky Bouwman, Sanne Bovenlander, Jan Maarten Dalmeijer, Joos van
den Dool, Thea van Goudzwaard, Annemiek Hakkers, Elien van Helden,
Wineke Hiddema, Martin de Jong, Andy Kilian, Xandra Knoth, Bastiaan
van de Kraats, Tine Kroesen, Els Lagas, Cas Nagtzaam, Renette
Niekerk, Arco Ooms, Stephan Petermann, Eva Röell, Jana Schoen-
berger, Zineb Seghrouchni, Nicole Tak, Petra Vossestein, Pieter Waijer
en Sara Zondergeld.
medewerkersprogrammaraadDe programmaraad functioneert als inhoudelijk
adviesorgaan van Aorta. De raad adviseert het
Aorta team over de diverse programmaonderdelen.
In 2007 bestond de raad uit:
Hans-Lars Boetes Kennismanager PPS voor DLG
Rolf Bruggink TBFL Projectontwikkeling
Henk Jansen Adv. Stedenbouw en Cultuurhistorie, gemeente Utrecht
Tjerk van de Lune Architect studioSK
Paul van der Ree Architect studioSK
Erik Rossen Stedenbouwkundige gemeente Utrecht
Hank van Tilborg H+N+S Landschapsarchitecten
Denise Vrolijk Redacteur SRO
Marlies de Nijs Seniorstedenbouwkundige, gemeente Utrecht
Paul Roncken Landschapsarchitect en universitair docent WUR
raad van toezichtSinds 2007 is besloten dat het bestuur meer op
afstand zal functioneren en statutiare gewijzigd
wordt in een Raad van Toezicht. De Raad van
Toezicht adviseert en ondersteunt de directeur van
Aorta over het programma, de begroting, de jaar
rekening en het jaarboek. Het bestuur bestond in
2007 uit:Jacques Thielen Voorzitter, directeur Far West, aangetreden in 2000
Karel de Wit Penningmeester, BUmanager Wonen Dynamisch ABC,
aangetreden in 2004
Michael van der Velden Markt en marketing, partner Andersson Elffers
Felix, aangetreden in 2001
Paul Kokkeler Personeel en organisatie, Kokkeler advies en
interimmanagement, aangetreden in 2005
Anton Bronsvoort Architectuur, architect en partner Bureau Bronsvoort
Blaak, aangetreden in 2004
79AORTA 2007
colofon© Architectuurcentrum Aorta, augustus 2008.
Oplage: 1.000
Niets in deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt op welke wijze dan ook zonder
voorafgaande schriftelijke toestemming van de rechthebbenden.
Redactie: Lindy Schuin, Eveline Paalvast Ontwerp en layout: het Bos, Utrecht Drukker: Pluspoint, Blankenberge
Met dank aan iedereen die heeft bijgedragen aan de totstandkoming van het jaarboek 2007.
Niet alle rechthebbenden van de gebruikte illustraties konden worden achterhaald.
Architectuurcentrum Aorta kon in 2007 rekenen op de financiële steun
van de volgende bedrijven en instellingen:
sponsoren en subsidieverstrekkers
Beschikbaarheidsubsidiënten:DSO Gemeente Utrecht
Stimuleringsfonds voor Architectuur
Projectsubsidiënten:DSO Gemeente Utrecht
BNA
Erfgoedhuis Utrecht
projectbureau belvedere
Stichting Open Monumentendag
Gemeente Utrecht, POS
KF Heinfonds
Fentener van Vlissingenfonds
Beschikbaarheidssponsoren:Dura Vermeer bv
Rabo Vastgoed bv
Volker Wessels Vastgoed bv
Bylan AccountantsAdviseurs bv
ING Vastgoed Ontwikkeling bv
AM Wonen
Corio Nederland Retail
Grontmij Midwest
Heijmans Vastgoed bv
Geelen Bouwprojecten bv
Projectsponsoren:Stichting Jongerius
Meijers Staalbouw bv
Erfgoedhuis Utrecht
AM
SSH
Het Utrechts Archief
BAM Woningbouw Nieuwegein
Bouwvereeniging Volksbelang
Assink Vastgoed Projectontwikkeling bv
ProperStok Groep bv
Directie Vastgoed en Campusontwikkeling
Rabo Vastgoed
Gemeente Woerden
Utrecht School of the Arts
Bouwnetwerk
BAR architectenburo
Culturele Zondagen
80 ENGLISH
Aorta, the Utrecht Centre of Architecture
Aorta offers information about developments
in the field of urban development, architecture
and related disciplines in the Utrecht region.
This is done by means of activities with a tem-
porary character, such as exhibitions, events,
guided tours, discussions and lectures. Aorta
is a permanent source of information about ar-
chitecture in Utrecht and the surrounding area.
Aorta Centre for Architecture is an indepen-
dent foundation, financially supported by the
government and the business community. The
foundation consisting of a Supervisory board,
an office and a programme platform. We are
pleased to welcome you in our office.
Address and opening hours
Architectuurcentrum Aorta
Achter de Dom 14
3512 JP Utrecht
The Netherlands
tel: +31 (0)30 232 16 86
fax: +31 (0)30 232 13 90
aorta@aorta.nu
Aorta is located in the centre of Utrecht on the
following address: Achter de Dom 14. The centre
is by public transport (lines 2 and 22) and by car
(parking mall along the Strosteeg).
Aorta is open to public from:
Wednesday to Friday from 12.00 till 17.00 hrs.
Saturday from 13.00 till 17.00 hrs.
Entrance is free.
Events on site can take place on various times.
guided tours
The city of Utrecht is famous for its historical town
centre. However, it also boasts many modern
architectural sites by wellknown architects such
as Rietveld and Rem Koolhaas. Many of these
contemporary buildings are situated in the inner
city, where the medieval structure and surrounding
buildings had to be taken into account during the
design and building process. Recent extentions
to the eastern en western side of Utrecht (De
Uithof and VINEX Leidsche Rijn) accommoda
ted a further number of architectural highlights.
Throughout the year, Aorta, the Utrecht Centre for
Architecture, organises guided tours to (modern)
architectural sites and landscape architecture
in Utrecht. These excursions are concentrated
around several subjects and locations.
guides
All tours will be given by professional guides
specialised in history of architecture, social
geography, engineering or landscape architecture.
They will provide extensive background informa
tion on historical, architectural and townplanning
developments. Tours are usually given in Dutch,
but group tours can also be given in English
and, if requested well in advance, also in other
languages.
guided tours for groups or individuals
On request Aorta organises excursions for groups
(minimum of 8 participants) for a minumum fee
of € 60,– ex. VAT per guide per hour. Prices also
depend on group size and extra requests. If a
group exceeds 20 participants a second guide
will be retained. A special programme can be
put together for your group by combining some
of the different themes mentioned above. Group
reservations must be made at least two weeks in
advance either in writing, by phone or by email.
During the summer months guided tours start al
most every weekend, either on Fridays, Saturdays
or Sundays. The tours last approximately 1,5 to 2
hours and cost around € 7,50 per person
(€ 6,25 with student discount), depending on sub
ject and duration. Prices do not include any travel
expenses on your side. The information is given
in Dutch. Bookings, reservations and inquiries
can be made at the Aorta information desk or by
phone, fax or email
TOURS
Architecture in ‘De Uithof’
A visit to several leading modern buildings on
university campus De Uithof. Building in De Uithof
started in the 1960’s but came to a halt in the
following decade. However, in the past ten years
building has been resumed with much enthusi
asm, turning De Uithof into an actual campus.
The new building impulse has resulted in several
remarkable buildings. You will be guided around
one or more of the following buildings in the De
Uithof complex, depending on which day of the
week the tour takes place: the Educatorium by
Rem Koolhaas/OMA (1997), the Minnaertbuilding
by Neutelings Riedijk Architecten (1997), the fa
culty for Economy and Management by Mecanoo
(1995) and the University Library by Wiel Arets
(2004).
This excursion also emphasizes the urban struc
ture of De Uithof, the urban development plan of
which was designed by Art Zaaijer/OMA (1986) in
answer to the existing structure, which hardly took
into account the original landscape formed by
the Hollandse Waterlinie, the famous Dutch water
defence system. The buildings erected in the
socalled ‘kasbahzone’ illustrate the urban
development master plan. The landscape struc
ture is designed by West 8. The tour visits the
NMRbuilding by Ben van Berkel, UN Studio’s
(2001), the glossy Basketbar by NL Partners
(Rietveld Prize 2003). On request, several other
buildings can be viewed from the outside, such
as the student housing by Uytenhaak (1999), the
Ronald McDonald House by Bosch Haslett (1999)
and the temporary student housing in the form of
colourful stackable containers (Sky Boxes, 2004).
Duration: 2 hrs.
NOTE: The university buildings are not open on
Saturday and Sunday.
The town hall by Enric Miralles
Utrecht’s town hall has an agelong history. The
administration of the city of Utrecht has been
seated at this location for over 650 years. In the
course of time some ten medieval buildings and
city castles were interconnected that still form the
core of the premises. The result was an overly
compact and impenetrable labyrinth with many
different floor levels. In 1997 the local government
commissioned Spanish architect Enric Miralles
(1955 – 2000) to design a building that was open,
transparent and inviting. The aim was to combine
the existing monumental parts, which were to be
renovated, with a new wing.
Miralles combined modern architectural ideas with
the historical elements in a very personal way. The
main entrance was moved; it now is located in the
external wall that for centuries had been the back
of the premises. In the process, this relocation
resulted in the formation of a new square. The
architect’s signature is equally visible in the interior.
He designed, for example, the lamps and benches
that can be found throughout the premises, and
also the furniture in the council chamber. The
historical structure of the interconnected medieval
buildings has been made visible in various ways.
The tour will go around and into this striking
building.
Duration: circa 1.5 hrs
Vinex location Leidsche Rijn
On the western edge of the city of Utrecht the
largest VINEXlocation of The Netherlands,
Leidsche Rijn, is under construction. Leidsche Rijn
will eventually consist of 30.000 houses, industrial
areas and numerous facilities. The excursion will
highlight the architecture arising in this district and
the urban development of subplans. The different
subplans will be designed one after another
and filled in by a large number of national and
81ENGLISH
inter national urban developers. Together they will
illustrate working on a 21st century city.
Leidsche Rijn is a state of the art collection of
modern housing but it’s also special because of
the way the cultural landscape is incorporated in
the layout of the new neighbourhoods. The tour
visits the subplans Langerak I and II, Parkwijk and
the adjoining areas where for example the black
latex box by NL Architects and the TGVdwellings
by Oosterhuis Associates can be seen. Other
projects are residences by Mecanoo, DAF Archi
tects, Jaco de Visser, Atelier Pro and MacCreanor
Lavington Architects. It’s also possible to start the
tours from Information Centre Leidsche Rijn by
Cepezed Architecten, where a scalemodel of the
whole area clarifies the master plan.
Duration: circa 2 hrs.
NOTE: The excursion through Leidsche Rijn is
normally done by bike. It is also possible to have
an accompanying guide on your bus.
Contemporary architecture in the inner city
This guided tour focuses on 20th century architec
ture in the city centre of Utrecht. The route links
up projects of architects who made a prominent
contribution to the architecture in Utrecht, such
as Mart van Schijndel, wellknown projects by
Sluijmer & Van Leeuwen like the metal house built
on the smallest plot in Utrecht.
The tour will also visit an apartment building
by Belgian architect Bob van Reeth, which is
especially designed to fit the historical situation, a
church yard, and incorporates the archaeological
finds dating from the medieval period. During the
tour the focus will be on the refurbishment plans
of West 8 for Neude square and surrounding buil
dings such as the Neude tower (H.A. Maaskant,
1960), the main post office (J. Crouwel, 1924), the
town hall (Enric Miralles, 2000) and the municipal
theatre by W.M. Dudok (1941).
Duration: 1.5 hrs
Master plan central station area
In 2002 the population of Utrecht has chosen by
referendum for the transformation of the central
station area. The chosen approach will result in a
lot of changes in the next few years. The area will
be enriched with two eyecatching buildings in
glass and steel, defining the heart of the city. One
is a new station hall with a waving roof construc
tion. The other is a music palace of 43 meters
high, made out of glass. Herman Hertzberger was
asked to design the new music palace, which will
incorporate part of the old music hall, also
designed by Hertzberger.
Benthem Crouwel Architect, designer of the
Schiphol terminal, has made a design for the new
central station in Utrecht. Apart from combining
different kinds of public transport in one terminal, it
also has to combine two different parts of the city.
Within a few years time, 2.5 times the amount of
passengers passing through the Schiphol Airport
terminal will be using the public transport terminal
in Utrecht. All the other changes to the area and
their respective time frames will be explained in
detail during this walking tour. The tour starts at
the information centre of the station area, where
scalemodels and interactive computer animations
illustrate the plans.
Duration: circa 1.5 hrs
Jugendstil / art nouveau in Utrecht
This tour will explore art nouveau (Jugendstil)
architecture in Utrecht. The elegant shapes of art
nouveau (1890 – 1914) are visible all over Europe.
From the entrances to the Paris Underground,
the Eiffel Tower, the Folies Bergère posters and
the Moulin Rouge to Grand Café’s in Brussels,
Prague and Victor Horta’s residences in Brussels.
This international style features many regional
differences. Some architects had great difficulties
letting go of the ecclesiastical styles of the 19th
century. In Utrecht this resulted in a typical mix of
neogothic and art nouveau architecture.
Art nouveau architects used a lot of modern mate
rials, for example ironcast beams and industrially
produced windowpanes. This made the style very
useful for buildings with large windows, such as
warehouses, pharmacies, clothing stores etc.
What’s typical for Dutch art nouveau architecture
is the use of glazed bricks in a variety of colours,
making up tiled (symbolic) images relating to the
purpose of the building.
Duration: circa 1.5 hrs
Rietveld and contemporaries
Wilhelmina Park and the streets surrounding it
feature many remarkable buildings. During this
walking tour you will visit predominantly buildings
designed by Gerrit Rietveld, such as the Rietveld
Schröder house (1924), the renovated apartment
blocks across the street along Erasmuslaan
(1931 – 34) and the chauffeur’s residence (1927).
The tour also includes designs of contemporary
architects, for example S. Ravesteyn’s private re
sidence (1934) and the park pavilion. This pavilion
belongs to the Amsterdam School but has a very
romantic, rural feel to it.
Around the park several other examples of the
Amsterdam School can be seen, as well as a row
of recent, very modern villa’s, amongst which the
Dubble house (MVRDV/Mastenbroek). It is a great
opportunity to compare Rietveld’s architecture
with that of his contemporaries and to judge the
extent of his influence on architecture from later
periods.
Duration: circa 1,5 hrs.
NOTE: This excursion does not include a tour of
the interior of the RietveldSchröder house. The
RietveldSchröder house can be visited prior to
or after the walking tour. We recommend that you
book in advance. For reservations call the Central
Museum: +31 (0)30 236 23 62.
Museums and the museum quarter
The main theme of this walking tour is contempo
rary architecture in the very peaceful southern part
of the inner city, the socalled museum quarter.
By combining funds from the EU with the input of
inhabitants, entrepreneurs, museums, cultural or
ganisations and private investors, the local gover
nment has cast a new light on the cultural heritage
of this area. Part of the project was the restoration
of the unique wharf cellars, the refurbishment of
the Old Canal and the opening up of many hidden
courtyards and almshouses.
Attention will also be paid to modern extensions
of museums and art galleries, as for example the
extension of the University Museum by Koen van
Velsen, the extension and rerouting of the Ca
tharijneconvent museum by Hubert Jan Henket,
the Central Museum (Beel en Achtergael) and the
restoration of former 16th century city rampart
(now an observatory) Sonnenburg. This tour will
also focus on the issue of new developments in a
historical city with monuments and urban conser
vation area’s, illustrated by the domestic residence
of architect Robert van den Hout (winner of the
Rietveld Prize 2001), and the apartments in the
former church of St. Martin.
Duration: circa 1.5 hrs
Zocher Park, a 19th century park
in the English landscape style
In 1828 J.D. Zocher (1791 – 1870) was invited by
then mayor of Utrecht, Van Asch van Wijck, to de
sign a park along the city moat, the location of the
fortifications. In 1829 he transformed the bastions
into a municipal park, which it still is today. Zocher
Park in Utrecht is one of five Dutch parks belon
ging to the National Heritage. It is truly unique that
much of the original layout is still recognizable.
82 ENGLISH
Many of the original trees and tree clusters are still
dotted around the park, which stretches out over
4 kilometres.
The Zocher family from Haarlem has produced a
line of famous landscape architects who designed
many gardens, parks and graveyards in The
Netherlands. Jan David Zocher was the most
famous of them all, partly because of his design
for the famous Vondel Park in Amsterdam. He
also drew up plans for several neoclassical villas
in and along the Utrecht Vondel Park, some of
which still decorate the park. An example of this is
Lievendael (1862).
Duration: circa 1.5 hrs
Plans and dreams for the Dom Square
The Dom Church and the Dom Square were once
a single entity, but the disastrous storm in 1674
changed a planned building into an accidental
square. The reconstruction of the nave with scaf
folding pipes occupied a particularly important
place in the celebration in 2004. This is not the
only plan that has been proposed for the Dom
Square; over the years a whole variety of ideas
and plans have been put forward. It took a long
time before it became accepted that something
had to be done with the public space. From 1674
to 1826 the remains of the nave were left lying in
the square. Only with the construction in 1898 of
the Academiegebouw, designed by E. Gugel and
F.J. Nieuwenhuis, did the square slowly begin to
take shape. The following phase of change for
the Domplein area started at the beginning of the
twentieth century.
This tours gives a overview of the various (recon
struction) plans for the Dom Square. The plans
vary strongly from ideas about a complete recon
struction of the nave and a cosy decoration to a
reorganisation for the ever growing flow of traffic
like the plans of H.P. Berlage. In 1988 a competi
tion was organised for ideas for the Dom Square.
As a result of the competition, a number of quite
spectacular plans were developed. Besides ideas
for changes aboveground, there are also plans
that focus on the rich archaeological remains,
thereby integrating archaeological research into
architectural history. The symbolic language and
marks, and the other elements that have been
used in the Domkerk, are shown also explained.
Duration: circa 1 hour
Country estate Amelisweerd
The main part of Amelisweerd was laidout in the
Middle Ages as a park belonging to three different
manors. Amelisweerd was named after the knight
Amelis de Insula who took up residence along the
river Kromme Rhine in 1224. Hardly anything is
known about the original manor OldAmelisweerd.
However, many more details are available about
the stately classicistical country house, which was
built in 1770. Country houses NewAmelisweerd
and Rhijnauwen enclose the estate. The latter
was also built in the eighteenth century, in a sober
classicistical style. The history of Rhijnauwen as a
manor is still clearly visible.
NewAmelisweerd came into existence by split
ting up the holm (waard or weerd) Amelisweerd
in Old and NewAmelisweerd. The homesteads
the Boeije and the Kleine Kuil, together with six
dwellings belong to the estate as well. In 1810
Lodewijk Napoleon claimed both estates. New
Amelisweerd was to house his personnel, while
OldAmelisweerd was to be his own residence.
NewAmelisweerd was laidout around 1860 in
the late English landscape style. Nowadays the
three country houses function as a youth hostel
(Rhijnauwen), a museum/residence (OldAmelis
weerd) and apartments (NewAmelisweerd). Apart
from a brief history of the estates, information is
provided about the architecture of the country
houses and the layout of the park.
Duration: circa 1.5 hrs
University Library Utrecht
Wiel Arets Architects & Associates, 2004
According to the architect, the two closed, black
concrete book depots in this black glass box
almost seem to float like clouds.
The inside of the library is mostly black too, but
because of the vast open spaces around the
depots and the use of very light grey floors, the
interior is surprisingly light and spacious. The
colour scheme of black, white and grey is broken
by the striking information desks, furnished with
a kind of bright red rubber. From the study rooms
on top of the book depots, the library visitor has
a marvellous view of De Uithof or of the aesthetic
roof garden with grape vines.
Taken from a photography by Kim Zwarts, a close
up picture from the leaves of a willow tree is silk
screened onto the glass façade panels. The print,
just like the turning double windows, functions as
a sunshade. The same print has been applied by
means of a rubber mould, so that a deep relief
has been obtained. The library has not only been
designed as a quiet place where books can be
stored and consulted, but also as a meeting place
for visitors and students.
Duration: circa 1 hour
82 english
Many of the original trees and tree clusters are still
dotted around the park, which stretches out over
4 kilometres.
The Zocher family from Haarlem has produced a
line of famous landscape architects who designed
many gardens, parks and graveyards in The
Netherlands. Jan David Zocher was the most
famous of them all, partly because of his design
for the famous Vondel Park in Amsterdam. He
also drew up plans for several neoclassical villas
in and along the Utrecht Vondel Park, some of
which still decorate the park. An example of this is
Lievendael (1862).
Duration: circa 1.5 hrs
Plans and dreams for the Dom Square
The Dom Church and the Dom Square were once
a single entity, but the disastrous storm in 1674
changed a planned building into an accidental
square. The reconstruction of the nave with scaf
folding pipes occupied a particularly important
place in the celebration in 2004. This is not the
only plan that has been proposed for the Dom
Square; over the years a whole variety of ideas
and plans have been put forward. It took a long
time before it became accepted that something
had to be done with the public space. From 1674
to 1826 the remains of the nave were left lying in
the square. Only with the construction in 1898 of
the Academiegebouw, designed by E. Gugel and
F.J. Nieuwenhuis, did the square slowly begin to
take shape. The following phase of change for
the Domplein area started at the beginning of the
twentieth century.
This tours gives a overview of the various (recon
struction) plans for the Dom Square. The plans
vary strongly from ideas about a complete recon
struction of the nave and a cosy decoration to a
reorganisation for the ever growing flow of traffic
like the plans of H.P. Berlage. In 1988 a competi
tion was organised for ideas for the Dom Square.
As a result of the competition, a number of quite
spectacular plans were developed. Besides ideas
for changes aboveground, there are also plans
that focus on the rich archaeological remains,
thereby integrating archaeological research into
architectural history. The symbolic language and
marks, and the other elements that have been
used in the Domkerk, are shown also explained.
Duration: circa 1 hour
Country estate Amelisweerd
The main part of Amelisweerd was laidout in the
Middle Ages as a park belonging to three different
manors. Amelisweerd was named after the knight
Amelis de Insula who took up residence along the
river Kromme Rhine in 1224. Hardly anything is
known about the original manor OldAmelisweerd.
However, many more details are available about
the stately classicistical country house, which was
built in 1770. Country houses NewAmelisweerd
and Rhijnauwen enclose the estate. The latter
was also built in the eighteenth century, in a sober
classicistical style. The history of Rhijnauwen as a
manor is still clearly visible.
NewAmelisweerd came into existence by split
ting up the holm (waard or weerd) Amelisweerd
in Old and NewAmelisweerd. The homesteads
the Boeije and the Kleine Kuil, together with six
dwellings belong to the estate as well. In 1810
Lodewijk Napoleon claimed both estates. New
Amelisweerd was to house his personnel, while
OldAmelisweerd was to be his own residence.
NewAmelisweerd was laidout around 1860 in
the late English landscape style. Nowadays the
three country houses function as a youth hostel
(Rhijnauwen), a museum/residence (OldAmelis
weerd) and apartments (NewAmelisweerd). Apart
from a brief history of the estates, information is
provided about the architecture of the country
houses and the layout of the park.
Duration: circa 1.5 hrs
University Library Utrecht
Wiel Arets Architects & Associates, 2004
According to the architect, the two closed, black
concrete book depots in this black glass box
almost seem to float like clouds.
The inside of the library is mostly black too, but
because of the vast open spaces around the
depots and the use of very light grey floors, the
interior is surprisingly light and spacious. The
colour scheme of black, white and grey is broken
by the striking information desks, furnished with
a kind of bright red rubber. From the study rooms
on top of the book depots, the library visitor has
a marvellous view of De Uithof or of the aesthetic
roof garden with grape vines.
Taken from a photography by Kim Zwarts, a close
up picture from the leaves of a willow tree is silk
screened onto the glass façade panels. The print,
just like the turning double windows, functions as
a sunshade. The same print has been applied by
means of a rubber mould, so that a deep relief
has been obtained. The library has not only been
designed as a quiet place where books can be
stored and consulted, but also as a meeting place
for visitors and students.
Duration: circa 1 hour
zandpadWie zou hier niet willen wonen – altijd kerst, lijkt het wel, overal lampjes, dagelijks vlees Maar dan zonder familie, althans dat mag je toch hopen: je zou je zus of dochter moeten kopen hier De hele wereld wordt opgediend, uitgekleed, afgewerkt: bloot tot aan beide kanten van het raam Het is hier één groot komen en gaan de dagen door Geen slaap, geen bijslaap zelfs, enkel dromen dat je jezelf weet te vergeten voor dat éne moment: goddelijk of goddeloos, wezenlijk of wezenloos maar broos tot het bot dat het lot zich zo in centen manifesteren moet Je zwaait, je zou willen aaien maar je weet niet hoe dat te realiseren en wat dat dan kost
Ruben van Gogh
‘De naam Aorta verwijst naar het kloppend hart, de slagader van de bebouwde omgeving. De A in de naam staat bovendien voor Architectuur.’Manon van der Wiel, coördinator van Aorta in 1997, in Bouw juli/1997