Afstemmen van natuurbeheer op bodem, water, overstromingen…

Post on 11-Jan-2016

41 views 1 download

description

Afstemmen van natuurbeheer op bodem, water, overstromingen…. Wat is goed en wat niet?. West-Vlaamse Natuurstudiedag, 4 maart 2006. Luc Vertommen (Natuurpunt) en Jan Wouters (INBO). Wat is natuurbeheer?. geheel aan maatregelen. bij toepassing of bewust achterwege laten. - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of Afstemmen van natuurbeheer op bodem, water, overstromingen…

Afstemmen van natuurbeheer op bodem, water, overstromingen…

Wat is goed en wat niet?

Luc Vertommen (Natuurpunt) en Jan Wouters (INBO)

West-Vlaamse Natuurstudiedag, 4 maart 2006

Wat is natuurbeheer?

geheel aan maatregelen

bij toepassing of bewust achterwege laten

beïnvloeden van het fysische milieu

op directe of indirecte wijze

voor :• duurzame instandhouding levensgemeenschappen• ontstaan van levensgemeensch. met een hogere natuurwaarde

en/of graad van natuurlijkheid

Het begin

Stel: jullie hebben in jullie groep een oog laten vallen op een waterrijk gebied “Waterland”.Stel: door een gunstige wind verwerven jullie het beheerWat nu?

Stappenplan

Gebiedskennis opbouwen

Doe-plan evalueren rapporteren

Een gebiedsvisie vormen

Doe-planopstellen

uitvoering Doe-plan

voorbereiden

Doe-planuitvoeren

Stap 1: Gebiedskennis opbouw

Graaf in het verleden• Bestudeer basiskaarten

• geologische kaart• bodemkaart

• Bestudeer historische kaarten• Ferraris, Vandermaelen, …

• Andere bronnen: Atlassen (Floradatabank,…), oude excursieverslagen,

• Interview oude gebruikers …

Voormalige abiotiek en biotiek

Stap 1: Gebiedskennis opbouw

Spit het actuele uit• Abiotiek

• Biotiek

• Connectiviteit

Stap 1: Gebiedskennis opbouw

Spit het actuele uit• Abiotiek

• Directe wijze

• Indirecte wijze

• Biotiek

• Connectiviteit

Stap 1: Gebiedskennis opbouw (actuele abiotiek)

• Direct• Geologie

• Bodem (textuur, profiel)

• Waterhuishouding

• Voedselrijkdom

• Zuurtegraad/Geleidbaarheid

• Water- en Bodemkwaliteit

Stap 1: Gebiedskennis opbouw (actuele abiotiek)

• Direct• Geologie: praktisch ongewijzigd

• Bodem (textuur, profiel): te controleren

• Waterhuishouding: meten/berekenen• te velde

• simulaties (computermodellen)

Stap 1: Gebiedskennis opbouw (actuele abiotiek)

• Direct• Geologie: praktisch ongewijzigd• Bodem (textuur, profiel): te controleren• Waterhuishouding: meten/berekenen

• te velde:• bodemprofiel : indicaties voor verdroging, vernatting, soms trofie• peilbuizen: grondwater• peillatten: oppervlaktewater• meetgoten: debieten (specialistenwerk)• overstromingen: plaats en periode

• simulaties (computermodellen)

Stap 1: Gebiedskennis opbouw (actuele abiotiek)

• Direct• Geologie: praktisch ongewijzigd

• Bodem (textuur, profiel): te controleren

• Waterhuishouding: meten/berekenen

• Voedselrijkdom: veelal specialistenwerk• via biomassa

bijv. benaderend via aantal afgevoerde hooibalen,

door steekproeven (arbeidsintensief), directe schatting

• via nutriëntenanalyse van vegetatie en bodem (C, N, P, K)

limiterende elementen (via verhoudingen C/N, fosfaatverzadiging)

door grondontleding

Stap 1: Gebiedskennis opbouw (actuele abiotiek)

• Direct• Geologie: praktisch ongewijzigd

• Bodem (textuur, profiel): te controleren

• Waterhuishouding: meten/berekenen

• Voedselrijkdom: veelal specialistenwerk

• Zuurtegraad/Geleidbaarheid: rel. gemakkelijk te meten, maar variabel

Stap 1: Gebiedskennis opbouw (actuele abiotiek)

• Direct• Geologie: praktisch ongewijzigd• Bodem (textuur, profiel): te controleren• Waterhuishouding: meten/berekenen• Voedselrijkdom: veelal specialistenwerk• Zuurtegraad/Geleidbaarheid: rel. gemakkelijk te meten, maar

variabel• Water- en Bodemkwaliteit: specialistenwerk

• nagaan of er geen recente onderzoeken gebeurd zijn• water: website en publicaties VMM• bodem: Databank ondergrond Vlaanderen:

http://dov.vlaanderen.be/

BLIJF OPVOLGEN

Stap 1: Gebiedskennis opbouw

Spit het actuele uit• Abiotiek

• Directe wijze

• Indirecte wijze (via biologische gegevens)Opgelet ! link met abiotiek is vaak niet zo eenduidig veel

misverstanden

• Biotiek

• Connectiviteit

Stap 1: Gebiedskennis opbouw (actuele abiotiek)

• Indirect• Gebruik van indicatoren: duiden vooral op wijzigingen en

verstoringen• voorbeeld Indicatortabellen Staatsbosbeheer

• Gebruik van Ellenberggetallen: inschatting van bijv. vochtgraad, zuurtegraad en voedselrijkdom

• bijvoorbeeld via Floradatabank: http://flora.instnat.be/flora/

Stap 1: Gebiedskennis opbouw

Spit het actuele uit• Abiotiek

• Biotiek

• Connectiviteit

Stap 1: Gebiedskennis opbouw

Spit het actuele uit• Abiotiek

• Biotiek• Best gebiedsspecifiek onderzoek (karteringen,…)

• Ook meer algemene gebiedsinventarisaties bijv. Biologische waarderingskaart, atlasgegevens

• Connectiviteit

Stap 1: Gebiedskennis opbouw

Spit het actuele uit• Abiotiek

• Biotiek

• Connectiviteit• een gebied staat nooit alleen: hoe verhoudt het gebied zich t.a.v. zijn

omgeving m.b.t. de er voorkomende levensgemeenschappen en soorten ?

Stap 1: Gebiedskennis opbouw

Spit het actuele uit• Abiotiek

• Biotiek

• Connectiviteit• een gebied staat nooit alleen: hoe verhoudt het gebied zich t.a.v. zijn

omgeving m.b.t. de er voorkomende levensgemeenschappen en soorten ?

Huidige abiotiek, biotiek, connectiviteit

Stap 2 : Vorm een gebiedsvisie

hulpmiddel: sterktezwakte-analyse• sterkere punten van het gebied

• zwakkere punten

• kansen of ontwikkelingsmogelijkheden

• bedreigingen of knelpunten

stel op basis van deze analyse streefbeelden op• niet per se teruggaan naar het historisch beeld (als dit al mogelijk is)

• spelregel: min. behoud van• abiodiversiteit

• biodiversiteit (verscheidenheid van het leven)

• connectiviteit

Stap 2 : Vorm een gebiedsvisiebehoud van abiodiversiteit

Wat is abiodiversiteit? • het natuurlijke gamma aan abiotische factoren alsook de natuurlijke processen

die hierop van toepassing zijn• strikt genomen onderdeel van biodiversiteit

Waarom dan nodig?• fysisch milieu heeft een natuurbehoudswaarde an sich• niet altijd hand in hand met behoud biodiversiteit, nl. wanneer de baten zich op

verschillende schaalniveaus (tijd, ruimte) afspelen• soortenrijk orchideeëngrasland laten natuurlijk overstromen ?• overstuiving van een prachtige duinpanne weren?• goed ontwikkeld laagveen laten evolueren naar een geïsoleerd hoogveentje?

Behoud abiodiversiteit wil niet zeggen dat men van het fysisch milieu moet afblijven • cfr. behoud biodiversiteit• behoud van halfnatuurlijke levensgemeenschappen

Stap 2 : Vorm een gebiedsvisie

hulpmiddel: sterktezwakte-analyse

stel op basis van deze analyse streefbeelden opstel zo concreet mogelijke (= toetsbare) doelstellingen op• liefst zo breed mogelijk: zowel t.a.v. abiodiversiteit, biodiversiteit en

de connectiviteit

Stap 2 : Vorm een gebiedsvisieSleutelen aan de waterhuishouding

Vermijdt ‘onbewust’ met waterhuishouding spelen: • poel in kwelzone

• verbossen lokale infiltratiezone

Spelen met water = vaak spelen met vuur• waterhuishouding, pH, trofie en beheer hangen samen

• ontbrekende kennis identificeren

enkele effecten van beheer en waterhuishouding op

• fosfaatbeschikbaarheid• kwel : P (tenzij het de mineralisatie doet stijgen bijv. zure bodems)

• overstromingsduur : P

• ruig laten : P

• winterbegrazen : P

• maaien : P vrijwel indifferent (op lange termijn )

• mais als omvormingsbeheer : P vrijwel indifferent

• afgraven bovenste bodemlaag : P

• drainage : P

Stap 2 : Vorm een gebiedsvisieSleutelen aan de waterhuishouding

Stap 2 : Vorm een gebiedsvisieSleutelen aan de waterhuishouding

enkele effecten van beheer en waterhuishouding op• nitrificatie en denitrificatie

• drainage : N• vernatten: N , maar van nitraat naar ammonium, ook minder denitrif.• frequentie peilschommeling in bodemlaag rijk aan O.M. : N• begrazing : verhoogt mineralisatie: N , maar ook invloed op totaal N:

• bicarbonaatbuffer• kwel : buffer• opstuwen : buffer uitz. zijwaartse toevoer grondwater (lokale systemen)• denitrificatie : buffer

• sulfide-sulfaatcyclus• overstromingsduur : verzuring• snel afbreekbaar org. materiaal : verzuring

Stap 3: Stel een doe-plan op= Wat willen/kunnen we doen om de visie te

realiseren?realistisch: • hou rekening met mensen en middelen• maak een onderscheid tussen eenmalige ingrepen, herstelbeheer

(korte termijn) en instandhoudingsbeheer (lange termijn)

duidelijk, ook voor derdenincl. monitoring incl. beheersinfrastructuurincl. openstelling

contacteer deskundigen / bezoek referentiegebieden

Voorbeeld maatregel waterhuishouding

Laantjes• Wat ze zijn

• Wat ze doen• Oppervlakkige drainage

• Snellere regenwaterafvoer• Kwel raakt minder hoog in zomer• Beter beheerbaar zonder structuurschade

• Wat het effect is• Schraler (vooral P)• Zelfontzurend• Herstellen mineralenaanvoer/bicarbonaatbuffer niet

• Toets aan doelstelling

+/- 30 cm

Stap 4: De voorbereiding= Nog eventjes geduld • Registreer de uitgangssituatie:

• dia’s/foto’s• meet reeds de doelstellingen

• Voer waar nodig detailonderzoek uit: • bijv. is er wel een zaadbank en zo ja waar?

• Experimenteer bij arbeidsintensieve en/of dure ingrepen als het kan eerst eens in het klein:

• verschil tussen theorie – praktijk• er blijven altijd een aantal onzekerheidsfactoren bestaan

• Vergunningen

• Communiceer (buurt, overheden,…)

• Bij uitbesteding: kies de juiste aannemer

Stap 5: De uitvoeringIn principe niet veel aan toe te voegen, verwacht toch altijd iets onverwachtsFoto’s

Stap 6: De evaluatieVolg de evolutie op a.h.v. de doelstellingenMaak een fiche op van de uitgevoerde werken• houd het eenvoudig:

• Wie heeft het gepland en uitgevoerd• Wat werd gedaan• Waar werd gewerkt (plaats en natuurtype)• Waarom wou men dit doen• Welke resultaten zijn er (abiotiek, biotiek, connectiviteit)• Zijn er suggesties

• geef het a.u.b. door• natuurontwikkelingsdatabank (INBO)

• zie ook “Natuurontwikkeling in Vlaanderen: Een stand van zaken en vuistregels voor de praktijk” (Van Uytvanck, J. & Decleer, K, 2004.) : http://www.inbo.be/docupload/1503.pdf

Stuur waar nodig en waar het kan bij

Illustraties

Abiotische kansrijkdom: natuurlijke processen (meandering, …)

foto K. Decleer

foto K. Decleer

Abiotische kansrijkdom: natuurlijke processen (meandering)

foto K. Decleer

Abiotische kansrijkdom: natuurlijke processen (spontane bosontwikkeling)

foto K. Decleer

Abiotische kansrijkdom: natuurlijke processen (vorming van slikken en schorren)

foto VLM

Eenmalige natuurontwikkelingsmaatregelen in het Vinne in het kader van een natuurinrichtingsproject: kappen populieren, afvoeren ruimingswallen (hier te zien op de foto)

foto VLM

Eenmalige natuurontwikkelingsmaatregelen in het Vinne in het kader van een natuurinrichtingsproject: de eerste resultaten zijn er veelbelovend; de intensieve voorbereiding werpt haar vruchten af.

foto VLM

Eenmalige natuurontwikkelingsmaatregelen in het Vinne in het kader van een natuurinrichtingsproject: Als je dit vergelijkt met foto 6 (ref.punt is de hoeve), zie je welke metamorfose het gebied heeft ondergaan.

foto J. Van Uytvanck

In de Daknamse meersen heeft men open water gecreeerd door te graven (soort “badkuipen”), met de intentie de verlandingsgemeenschappen meer kansen te geven. Dat dit loont, toont de volgende dia

foto J. Van Uytvanck

Verlandingsvegeta-tie met Riet en Grote egelskop. In het water: veel kranswieren. Hier en daar zie je een bloeiwijze van het groot blaasjeskruid. Op de achtergrond waterviolier.

foto J. Van Uytvanck

Een mooie vochtgradiënt. Geleidelijke overgangen zijn kansenrijke milieus omdat ze een ruim aanbod van milieufactoren geven.

foto J. Van Uytvanck

Poelen, een lust voor het oog en het oor

foto J. Van Uytvanck

Hier heeft men eerder onbewust een poel gekregen, een plagplek was de bedoeling

foto J. Van Uytvanck

Hier wou men zeer duidelijk een poel. We hebben het niet zozeer op de getoonde plek, maar in dergelijke licht hellende gebieden, bestaat de kans dat men de poelen zal willen graven op de kwel- of bronniveaus.

foto J. Van Uytvanck

Sommige natuur is maakbaar: een doorsnee wei omgetoverd tot wetland.

foto J. Van Uytvanck

Deze plek werd vrij grotendeels geplagd: bedoeling was nat schraalgrasland. Het resultaat was niet echt zoals verhoopt: vooral pitrus vond er zijn weg. Een mogelijke verklaring is dat door verdroging de beschikbaarheid van N en P vergrootte.

foto J. Van Uytvanck

Interne eutrofiering door vernatting (overstroming) eventueel gecombineerd met begrazing.

VLM

Een kleinschalige waterzuiveringsinstallatie: bovenaan rietpercolatieveld (veel N-verwijdering, deels P-), onderaan een filter met ijzerrijk materiaal (P-verwijdering). In het geval hier gaat het om rioolwater. Natuurlijke processen in het klein ‘nagebootst’.

foto J. Van Uytvanck

Hier werden ondiepe greppels gegraven en hersteld voor het afvoeren van regenwater

foto J. Van Uytvanck

De bedoeling van de greppels is ontwikkelingskansen bieden aan soortenrijk dottergrasland (waterkruiskruid - grote ratelaar – echte koekoeksbloem)

foto’s Natuurpunt Oost-Brabant

Een ander hoog gewaardeerd natuurtype is nat schraalgrasland of blauwgrasland. Hier enkele doelsoorten: links kleine schorseneer en rechts gevlekte orchis.

foto Natuurpunt Oost-Brabant

Een mogelijk knelpunt bij het instandhouden van dergelijke zeer waardevolle types: waterstagnatie. Deze plassen zullen de aanvoer van grondwater via kwel doen verminderen.

foto Natuurpunt Oost-Brabant

Zwarte zegge

Zuurindicatoren zoals egelboterbloem, zwarte zegge, moerasstruisgras zullen uitbreiden en de vegetatie evolueert naar een kleinzeggengemeenschap. Wat ook een heel bijzondere gemeenschap is. Het is zoals gezegd een keuze waarvoor men als beheerder staat.

foto Natuurpunt Oost-Brabant

In het kleinzeggenmoeras kan men soorten als waterdrieblad en holpijp (op de achtergrond) aantreffen.

Indien men kiest voor het behoud van nat schraalgrasland en men stelt een verschuiving vast, dan zal men maatregelen moeten nemen. Welke maatregelen gepast zijn, kan alleen als men een goede kijk heeft op de waterhuishouding van het gebied. Wat een goede maatregel is voor gebied X kan negatief zijn voor gebied Y. Als het om een vernatting gaat dan is dit gelukkig een goed herstelbaar proces. Hier ziet men hoe in het Vorsdonkbroek, vrijwilligers van Natuurpunt, nieuwe ondiepe greppels in een blauw-grasland graven om zo de afvoer van regenwater te bevorderen.foto Natuurpunt Oost-Brabant

foto Natuurpunt Oost-Brabant

Het is een kleinschalig en precies werk dat met veel toewijding moet gebeuren

foto Natuurpunt Oost-Brabant

foto Natuurpunt Oost-Brabant

Aanblik na de werken

foto Natuurpunt Oost-Brabant

foto Natuurpunt Oost-Brabant

De resultaten mogen gerust gezien worden. Hier ziet men een begreppeld hooiland in het voorjaar. Onder andere de bosanemonen reageren op het beheer heel positief, de soort breidt heel duidelijk uit in het schraalgrasland.

foto J. Van Uytvanck

Een ander mogelijk knelpunt: verdroging. Dergelijke afvoergrachten in een veengebied veroorzaken verdroging.

foto K. Decleer

In de vallei van de Zwarte Beek heeft men een leigracht die sterk draineerde over een behoorlijke lengte kunnen dempen. De reactie liet niet lang op zich wachten: veel meer kwel (roestkleuring). Een soort als slangenwortel breidde sterk uit.

foto K. Decleer

De impact ervan was niet min. Hier kan men zien dat populieren er door afstierven.

foto K. Decleer

Er is nog steeds afvoer. In een kwelmoeras is het noodzakelijk dat grondwater dat aan de oppervlakte komt, ook kan evacueren. Hier ziet men hoe in de leigracht duizendknoop-fonteinkruid (een plant van matig zuur ijzerrijk water) na de werken weelderig groeit

foto M. Slootmaekers

Het direct effect van maaien alleen heeft weinig effect op vermindering van de beschikbaarheid van nutriënten. Op de voorgrond ziet men een jaarlijks gemaaid soortenrijk nat schraalgrasland. Het is ontwikkeld uit rietland zoals dit in de achtergrond te zien is. De beschikbaarheid aan nutriënten is op beide plaatsen bruto ongeveer dezelfde. Zou men stoppen met maaien, zou na hooguit een paar jaar de vegetatie overal riethoog zijn.

foto VLM

Hou reeds bij de inrichting rekening met de mogelijkheden tot openstelling. De schijn doet op deze foto wat misleiden, het pad buigt op tijd naar rechts af.

foto VLM