1 BEHOUD GENETISCHE DIVERSITEIT SCHAPENRASSEN Subsidievoorwaarden en controles Voorlichting 17 en 18...

Post on 24-May-2015

217 views 0 download

Transcript of 1 BEHOUD GENETISCHE DIVERSITEIT SCHAPENRASSEN Subsidievoorwaarden en controles Voorlichting 17 en 18...

1

BEHOUD GENETISCHE DIVERSITEIT SCHAPENRASSENSubsidievoorwaarden en controles

Voorlichting 17 en 18 septemberSteven Torfs en Els Bonte

2

Agenda

• Overgangsjaar 2014• Subsidievoorwaarden • Overnames• Niet-nalevingen

• Controles randvoorwaarden• Controles subsidie genetische diversteit

schapenrassen

3

Overgangsjaar 2014

• Vanaf 2015 nieuwe GLB• 2014 wordt een overgangsjaar • Geen nieuwe verbintenissen• Houders van verbintenis met eindjaar 2013

krijgen de keuze:• Eind zoals origineel voorzien• Verlengen met een 6e jaar! Bij niet-naleving terugvordering vanaf

startjaar• Volledig papierloos, dus enkel via e-loket

4

o Ardense Voskopo Belgisch melkschaapo Entre-Sambre-et-Meuse schaapo Houtlandschaapo Kempens schaap

Subsidievoorwaarden

• Subsidiebedrag: 5 jaar lang jaarlijks 25 euro/schaap.

• Schapenrassen: o Lakens schaapo Mergellandschaapo Vlaams kuddeschaapo Vlaams schaap

5

• Per ras: 1 verbintenis

• Per ras: min. 5 en max. 650 schapen

• aantal is bindend

= gedurende volledige jaar moet aangevraagd

aantal subsidiegerechtigde schapen aanwezig zijn

• Dieren moeten aanwezig op de:

• percelen aangegeven in de VA

• OF in de VA extra opgegeven plaatsen

Subsidievoorwaarden

6

• Sanitel moet in orde zijn:• Correct geïdentificeerd en geregistreerd zijn

(oormerken en register)

• Tijdig melden in stamboek: o Geboortes: voor 31 augustus geboortejaar

o Aankomsten/vertrekken: binnen 10 dagen

Subsidievoorwaarden

7

• Subsidiegerechtigd schaap:

o Voldoet aan originele rasstandaard

o Is tijdig in- en uitgeschreven in

stamboek

o Is minstens 1 jaar oud op 21 april !

o Wordt bij ziekte of ongeval binnen 3

maand vervangen

Subsidievoorwaarden

8

• Vlaamse exploitatie voor schapen bezitten

• Verbintenis gedurende 5 opeenvolgende

jaren naleven

• Verbintenisaanvraag en jaarlijkse betaling

aanvragen via de verzamelaanvraag

o vanaf 2014 enkel via e-loket

!! Het niet indienen van een verzamel- of

betalingsaanvraag = niet-naleving

Subsidievoorwaarden

9

• Initieel aantal = het aantal dieren waarvoor men in startjaar subsidie aanvroeg

• Maximum aantal = 120% van het initieel aantal = maximum aantal binnen huidige

verbintenisIndien meer nieuwe verbintenis (niet in 2014)

Aantal dieren

10

• Verbintenisaantal 5 jaar naleven= dieren dat u in het laatste jaar aangaf= jaarafhankelijk= minimaal aan te houden

• Aantal dieren waarvoor u betaling aanvraagt

= moet het hele jaar aanwezig zijn≠ aantal dieren dat u heeft op een

moment

Aantal dieren

11

• Verbintenisaantal is bindend minimumo Je kan het aantal dieren in je verbintenis

niet verlageno Voorzie een buffer !

o Bij ziekte of ongeval geldt een

uitzonderingsperiode van 3 maand

attest Rendac of dierenarts binnen 10

dagen bezorgen aan buitendienst

Aantal dieren

12

• Voorbeeld bindend minimumStartjaar 2012 : 45 Vlaamse schapen initieel aantal = 452013 : 50 Vlaamse schapen

verbintenisaantal = 502014: 47 Vlaamse schapen

aangevraagd aantal = 47 < verbintenisaantal

Niet OK !

Aantal dieren

13

0

5

10

15

20

25

30

35

Voorbeeld: genetische diversiteit runderen VBA 20 dieren

VBA = 20 dieren

= initieel aantal

Procentuele korting

Geco

nst

ate

erd

aan

tal

die

ren

50% VBA

Betaling + verhoging VBA (startjaar + 20%)

Stopzetting en terugvordering Min. vereiste 5 dieren

Start nieuwe 5 jarige VB

Verbintenisaantal dieren

Niet in 2014

14

• Wanneer alle of groot aantal dieren naar een andere schapenhouder gaan

indien je VBA niet aanhoudt je verbintenis kan stopgezet en teruggevorderd worden indien nodig (gedeeltelijke) overdracht bespreken met overnemer

• Geen tijdig ingediend overdrachtsformulier = geen overdracht

Overdrachten

15

• De landbouwer die actief is op 21 april doet betalingsaanvraag in de

verzamelaanvraag• Overname tem 21 april

de overnemer is verantwoordelijk en wordt betaald

• overname na 21 april de overlater is verantwoordelijk en

wordt betaald

Overdrachten

16

• Verlaging van de steuno Bij niet-naleving van één of meerdere

subsidievoorwaarden o Het ‘geconstateerd’ aantal < verbintenisaantalo Het aangegeven aantal < verbintenisaantal

• Verstrengingsfactor voor herhaling• 2e maal tekort tijdens verbintenis = sanctie x 2,…

o De aanhoudingsperiode niet in orde

= aanwezigheid (volledige jaar!) en leeftijdo Laattijdige melding bewegingeno Bij niet-naleving van randvoorwaarden of

minimumeisen

Niet-nalevingen dieren

17

• Stopzetting en terugvordering

= subsidie wordt teruggevorderd vanaf het startjaar !

o Geen verzamelaanvraag of geen betalingsaanvraag

ingediend

o Maatregelspeciefieke voorwaarden niet nageleefd

bijvoorbeeld niet ingeschreven in stamboek

o Het geconstateerd aantal < 5 dieren of 50% van

verbintenisaantal

o Aanhoudingsperiode < 50% vd vereiste aanhouding

o Bij opzet

Niet-nalevingen dieren

18

• Ten gevolge van overmachto Ernstige ziekte van de landbouwer, epizoötie,

onteigening, …

o Contacteer de buitendienst en dien de bewijsstukken

in

Verbintenis blijft lopen, maar tijdelijk geen betaling

Verbintenis stopt, maar geen terugvordering

Niet-nalevingen dieren

26

Controles TER PLAATSE IN HETKADER VAN PREMIES BIJ ALV

27

Soorten controles

Controles op premievoorwaardenControle op bedrijfstoeslagControle op zoogkoeienpremieControle op agromilieumaatregelen (bv. genetische diversiteit schapenrassen)…

Controles op randvoorwaardenControle door ALVControle door andere diensten

28

Controle op de Randvoorwaardenin praktijk

29

Wat zijn randvoorwaarden ?

Uitbetaling van (rechtstreekse) steun koppelen aan voorwaarden leefmilieu, volksgezondheid, diergezondheid, dierenwelzijn

Sinds 2005

Doelstelling : evenwicht landbouw – leefmilieu – duurzame landbouw

30

Wat zijn randvoorwaarden ?

• voldoen aan een aantal beheerseisen leefmilieu, volksgezondheid, diergezondheid, gezondheid van planten en dierenwelzijno 18 bestaande Europese verordeningen en

richtlijnen• voldoen aan een aantal normen om de

landbouwgrond in goede landbouw- en milieuconditie te houdeno Vlaamse wetgeving

• het areaal blijvend grasland behouden

31

Beheerseisen• Milieurichtlijnen

Wat zijn randvoorwaarden ?

Landbouwgrond in goede landbouw- en milieuconditie(bodemerosie, bodemstructuur, organische stof, minimaal onderhoud, waterbeheer)

Areaal blijvend grasland behouden

VogelrichtlijnGrondwaterrichtlijnSlibrichtlijnNitraatrichtlijnHabitatrichtlijn

RunderenSchapen en GeitenVarkens

• Identificatie en Registratie van dieren

• Hygiënepakket, dierziekten, hormonen, dierenwelzijn

32

Brochure randvoorwaarden en checklist kan je terugvinden op het internet :

www.vlaanderen.be/landbouw/randvoorwaarden

Wat zijn randvoorwaarden ?

33

Betrokken diensten

Vlaams Betaalorgaan

Agentschap Natuur en Bos

Dienst Land &Bodembescherming

DepartementLNE

FAVV

OVAMVLMMestbank

dier- en plantgezondheid

dierenwelzijn

grondwaterrichtlijn

vogel- & habitatrichtlijn

goede landbouw & milieuconditie

Milieu- Inspectie

nitraat- en slibrichtlijn

slibrichtlijn

34

Wie doet wat?

Agentschap voor Landbouwen Visserij (ALV)

subsidiabiliteit (5 %)

randvoorwaarden (1%) niet-naleving van beheerseis

(‘ad hoc’ vaststellingen)

externe beheersdiensten(FAVV/VLM/LNE/ANB)

Verlagingen van de steun

35

Controle op de randvoorwaarden

De volgende randvoorwaarden worden niet ter plaatse gecontroleerd door ALV

Gebruik van hormonenMeldingsplicht in geval van bepaalde dierziekten (o.a. blauwtong en mond- en klauwzeer)Maatregelen in geval van BSE

Administratieve controle :Mestbalans van het bedrijf (gegevens van de Mestbank)

Vergelijking geproduceerde/geleverde mest ten opzichte van de afgezette mest

Behoud van het areaal blijvend graslandNaleven verplichte aardappelrotatie

36

Procedure controles ALV

Controle aan de hand van een controlerapportAlgemeen deelCheckpunten in verschillende bijlagenEvaluatie van de niet-nalevingen

37

Procedure controles ALV

Controle wordt in principe niet aangekondigd

Na afloop van controle worden controlerapport en de vaststellingen overlopen

Landbouwer kan opmerkingen noteren

Binnen de maand na controle krijgt de landbouwer een afdruk van het volledige geregistreerde controlerapport

38

Procedure controles andere diensten

Resultaten van de controles van andere beheersdiensten worden aan ALV bezorgd.ANB – VLM

Werken aan de hand van PV’s of inspectieverslagenNiet–nalevingen die ook randvoorwaarden zijn worden geregistreerd in ALV–databankALV stuurt een afdruk van het geregistreerde randvoorwaarden- controlerapport

39

Procedure controles andere diensten

FAVVWerkt met checklistsAlle checklists worden aan ALV bezorgdALV registreert de niet–nalevingenALV bezorgt een afdruk van het geregistreerde randvoorwaarden– controlerapportEnkel de controlepunten die relevant zijn voor de randvoorwaarden worden geregistreerd

40

Communicatie naar de landbouwer

ControlerapportenBevatten de gecontroleerde items, de gemaakte vaststellingen + omschrijvingLandbouwer kan reeds opmerkingen noteren op het rapportBevatten geen uitleg over financiële gevolgen

AfrekeningenBevat overzicht van de niet–nalevingen, met de verlagings-percentages per niet–naleving + totale verlagingscoëfficiënt die is toegepast + niet uitbetaald bedrag door randvoorwaardenLaatste versie steeds beschikbaar op e-loket

Overzicht vaststellingen randvoorwaardenAan iedere landbouwer wordt apart een overzicht gestuurd van de niet–nalevingen en de toegepaste verlagingscoëfficiënten, geen vermelding van bedragen

41

Verloop controle randvoorwaarden ALV

Verloop van een controle ter plaatseControle op de percelenControle op het bedrijf

StallenFytolokaalMestopslagBedrijfsgebouwen

Administratieve controle (papieren)

42

Controle op de percelen

MilieurichtlijnenVogel– en habitatrichtlijn

Instandhouding vegetatie en kleine landschapselementenBescherming van vogels

Grondwater– en Slibrichtlijn

NitraatrichtlijnUitrijverbod voor mest in de winterGeen mest uitrijden op ondergelopen, bevroren gronden of

op hellingenGeen mest uitrijden nabij waterlopenMest ‘emissiearm’ aanwenden (o.a. mestinjectie)Geen mestlozingen

43

Controle op de percelen

De landbouwgrond in goede landbouw– en milieuconditie houden

Bodemerosie bestrijdenVerplichte maatregelen op sterk erosiegevoelige percelenAanbevolen maatregelen op matig erosiegevoelige percelen

Geen oogstresten verbrandenMinimaal onderhoud van de percelen

Landbouwkundig gebruikOnkruiden bestrijdenGeen distelsGeen houtachtige begroeiingen

44

Controle in de stallen

Identificatie en registratie van dierenRunderen

OormerkenRunderpaspoortenRegisterSanitel

VarkensOormerkenRegister

Schapen en geitenOormerkenRegister

45

Controle identificatie en registratie schapen

Bijhouden van een correct registerElke landbouwer die schapen (of geiten) houdt, moet correct register bijhouden (per diersoort).Dat register (op papier of digitaal) bevat minimaal :• totale aantal schapen die op 15 december op bedrijf zijn;• alle verplaatsingen, met vermelding van aantal dieren,

vorige veehouder of overnemer, datum van verplaatsing en oormerknummers;

• alle geboortes.De landbouwer moet elke verplaatsing (aankomst of vertrek) binnen 3 werkdagen correct in zijn register inschrijven en elke geboorte op ogenblik van identificeren.Hij moet zijn register ten minste 5 jaar op zijn bedrijf bewaren en op elk moment aan controleagenten kunnen tonen.De gegevens in het register moeten overeenstemmen met bijhorende bewijsstukken (bv. facturen).

46

Controle identificatie en registratie schapen

OormerkenElk schaap geboren vóór 10 juli 2005 moet 1 voorgeschreven oormerk dragen. Elk schaap geboren ná 9 juli 2005 moet 2 identieke voorgeschreven oormerken dragen (uitz.: jonge slachtdieren die vóór leeftijd 12 maanden rechtstreeks naar binnenlands slachthuis gaan => 1 beslagoormerk).Landbouwer moet elk pasgeboren dier ten laatste op leeftijd 6 maanden en vóór dier bedrijf verlaat identificeren. Hij moet elk ingevoerd schaap (van buiten EU) laten identificeren door DGZ: hij verwittigt DGZ binnen 3 dagen na aanvoer.Als schaap 1 oormerk heeft verloren (of onleesbaar) => onmiddellijk bij DGZ nieuw oormerk met zelfde identificatie-nummer bestellen en aanbrengen. Als schaap al zijn oormerken heeft verloren (of onleesbaar) => onmiddellijk DGZ verwittigen en dier opstallen. Dier niet zelf hermerken (uitz.: als jong slachtdier beslagoormerk heeft verloren => onmiddellijk merken met eerstvolgende beslagoormerk).

47

Controle in de stallen

Dierenwelzijn kalverenKalveren : alle runderen jonger dan zes maanden

Mogen niet aangebonden wordenStrooisel indien jonger dan twee wekenVoldoende ruimte hebben

Indien in groep (1,5 m²)Box / iglo : voldoende afmetingen

Alarmsysteem indien kunstmatige ventilatie…

48

Controle in de stallen

Dierenwelzijn varkensVoor alle stallen

Varkens moeten permanent over vers water beschikkenAanbinden van zeugen is verbodenIn groep gehouden varkens moeten beschikken over

materiaal om te onderzoeken (‘speelgoed’)Varkens moeten voldoende ruimte hebbenAlarmsysteem indien kunstmatige ventilatie…

In nieuwe zeugenstallen (sinds 2003) bijkomendGroepshuisvesting verplichtVoldoende ruimte per zeugNormen voor roostervloer (max 2 cm spleetbreedte)

49

Controle in de stallen

Dierenwelzijn andere diersoorten (bv. schapen)

Dieren die ziek of gewond lijken op passende wijze verzorgen. Indien nodig, een dierenarts raadplegen. Dieren die kunnen lijden door de aanwezigheid van andere dieren, scheiden.

De dieren kunnen ongehinderd liggen, rechtstaan en zich verzorgen.

De materialen en voorwerpen waarmee de dieren in aanraking kunnen komen zijn niet schadelijk. Deze grondig reinigen en ontsmetten. De dieren niet blootstellen aan vermijdbare risico’s.

Het voeder en de toegang tot water voldoet zowel in hoeveelheid als in kwaliteit, waarbij verontreiniging tot een minimum wordt beperkt.

50

Controle in de stallen

Dierenwelzijn andere diersoorten (bv. schapen)

Dieren die tussen 15 november en 15 maart buiten staan, beschikken zo nodig over de mogelijkheid om te schuilen bij ongunstige weersomstandigheden.

De ventilatie is voldoende. Ingeval van kunstmatige ventilatie, is er een noodvoorziening en is er een alarmsysteem.

De dieren niet voortdurend in kunstlicht of in duisternis houden. Geen aanwijzingen van niet-toegelaten ingrepen. Geen andere tekortkomingen m.b.t. het welzijn van de dieren.

51

Controle op het bedrijf

Controle in het fytolokaalZijn aanwezige producten erkend

Originele verpakking / erkenningsnummer aanwezigIs product nog toegelaten?

Bijkomende minimumeis PDPOUitsluitend bestemd voor de opslag van

bestrijdingsmiddelenSlotvast afgesloten en gescheiden van andere

ruimtesDroog en goed onderhoudenVervallen middelen of middelen voor privégebruik

staan apart

52

Controle op het bedrijf

Controle van het spuittoestel

Is het spuittoestel gekeurd? Heeft het een geldige sticker?

53

Controle op het bedrijf

Controle van de mestopslagcapaciteitKan voldoende mest opgeslagen worden?

9 maanden voor dieren die altijd op stal staan6 maanden voor dieren met buitenloop3 maanden voor stalmest

54

Controle op het bedrijf

Controle van de mestopslagvoorwaardenMestopslag voor vaste mest

Mestdichte wandenDrain– en regenwater opvangen (in aalput)Geen overstort / afleidingskanalen naar waterlopen,

riolering

Mestopslag voor drijfmestGeen overstort / afleidingskanalen naar waterlopen,

rioleringMestdichte voorzieningen om gemorste mengmest op te

vangen

55

Administratieve controle

TraceerbaarheidRegistratie van inkomende en uitgaande producten

Wat?Naam, datum, hoeveelheid en leverancier/koper van

diervoeders, zaaizaden, gewasbeschermingsmiddelen, eindproducten, dieren, …

Hoe?Vorm speelt geen rol : teeltfiches, registers, geordende

facturen, leveringsbonnen, …

Register van het gebruik van sproeistoffenWat?

Welk product wanneer op welke teelt is gebruikt

Registratie van het gebruik van diergeneesmiddelen

Enkel indien afspraak met bedrijfsbegeleidende dierenartsEnkel in risicoperiode (twee maand voor het slachten)

56

Behoud areaal blijvend grasland

Uitgangspunten

Behoud van het aandeel blijvend grasland in de totale oppervlakte landbouwgrond

Definitie blijvend grasland : grond met een natuurlijke of ingezaaide vegetatie van grassen of andere kruidachtige voedergewassen, die gedurende ten minste vijf jaar niet in de vruchtwisseling van het bedrijf werd opgenomen.

Iedere landbouwer moet zijn individueel referentieareaal blijvend grasland behouden

Wordt meegedeeld via de verzamelaanvraag

57

Behoud areaal blijvend grasland

- indien equivalente hoeveelheid grasland elders ingezaaid wordt én voor minstens vijf jaar behouden

Binnen een landbouwbedrijf is omzetten van blijvend grasland mogelijk:

- indien het oorspronkelijke perceel de status blijvend grasland “P” heeft (kolom “c” van de verzamelaanvraag)

historisch permanent grasland

grasland in VEN-gebieden

58

Verlaging = gevolg van niet-naleving

• Indien een vaststelling van niet-naleving • Verminderde uitbetaling van de premies

o Bedrijfstoeslago Gekoppelde premieso Nieuwe beheersovereenkomsten / agromilieumaatregelen

vanaf 2007

• Nalatigheid : 0 % (kleine inbreuk) - 1 % - 3 % - 5 %

• Opzet : 15 % - 20 % - 100 %

• Meerdere niet–nalevingen : (beperkt) optelbaar

• Herhaling van niet–naleving : verlaging x factor 3

59

Voorbeeld van een verlaging

60

Controle op de SUBSIDIE GENETISCHE DIVERSITEIT SCHAPENRASSEN

in praktijk

61

Procedure controle genetische diversiteit

Controle wordt in principe niet aangekondigd

Na afloop van controle worden controlerapport en de vaststellingen overlopen

Landbouwer kan opmerkingen noteren

Binnen de maand na controle krijgt de landbouwer een afdruk van het volledige geregistreerde controlerapport

62

Verloop controle genetische diversiteit

Verloop van een controle ter plaatseControle op de percelenControle op het bedrijf

Stallen

Administratieve controle (papieren)Register schapenBewijsstukken (o.a. facturen)

63

Controle identificatie en registratie

OormerkenAlle potentieel premiewaardige schapen moeten de voorgeschreven oormerken dragen.

RegisterAlle potentieel premiewaardige schapen moeten tijdig en correct zijn in- of uitgeschreven in het register.

64

Controle overige subsidievoorwaarden

Voldoen aan originele rasstandaardControle door het stamboek

Registratie in stamboekAlle potentieel premiewaardige schapen moeten tijdig en correct zijn in- of uitgeschreven in het stamboek.Er moet een volledige overeenkomst zijn tussen de op het bedrijf aanwezige schapen en de schapen in het stamboek.De leeftijd in het stamboek moet kloppen.

Aangegeven plaatsAlle potentieel premiewaardige schapen moeten aanwezig zijn op de aangegeven plaats.

65

Verlaging = gevolg van niet-naleving

• Vaststelling van niet-naleving voor potentieel premiewaardig schaap• Verminderde uitbetaling van de premie genetische

diversiteit schapenrasseno Geen premie voor het betrokken schaapo Bijkomende vermindering van de premie voor de overige

schapen

• Vaststelling van niet-naleving op het vlak van identificatie en registratie schapen• Verminderde uitbetaling van alle premies

o Zie randvoorwaarden

66

Zijn er nog vragen?

Questions are guaranteed in life Answers aren’t