Wim van de GriftDrachtenJuni 2013
Zeer zwakke scholen in het voortgezet onderwijs
Het
In de wet op het voortgezet onderwijs staat:
Het bevoegd gezag voldoet niet aan de wettelijke opdrachten voor het onderwijs wanneer de leerresultaten onvoldoende zijn
De leerresultaten zijn onvoldoende wanneer: • de gemiddelde examenresultaten en • het doorstroomrendement gedurende 3 jaar onder het niveau van vergelijkbare scholen liggen
Wanneer is een school zeer zwak?
Op dit moment (juni 2013) staan op de website van de Inspectie van het Onderwijs:
• 23 afdelingen van in totaal 17 schoolbesturen voor voortgezet onderwijs die zeer zwak zijn
• 7 van deze 23 afdelingen staan in de drie noordelijke provincies
Wat is het probleem?
• vier verklaringen voor het zeer zwak worden van scholen
• compensatiehypothese• additiviteitshypothese• contingentietheorie• theorie over gelegenheid tot leren
en• drie plannen om dit aan te pakken
• beleid maken op de leerlingeninstroom• beleid maken op opbrengsten, gebruik van de tijd en professionalisering van leraren• de professionalisering van leraren
Wat komt er aan de orde?
1. Compensatiehypothese (Chrispeels, 1992; Janssens, 2001; Teddlie, Stringfield, & Reynolds; 2000)
2. Additiviteitshypothese (Baumert, Stanat, & Waterman, 2005; Janssens, 2001; Opdenakker & Van Damme, 2005; Reynolds & Teddlie, 2000; Willms, 1986)
3. Contingentietheorie (Creemers, Scheerens, & Reynolds, 2000; Scheerens & Bosker, 1997)
4. Theorie over gelegenheid tot leren (Van de Grift & Houtveen, 2006; 2007ab; Houtveen, Van de Grift, Kuijpers, Boot, Groot & Kooijman, 2007)
Theorieën over het zeer zwak worden van scholen
Scholen in gebieden met veel laagopgeleide ouders moeten ervoor compenseren dat veelleerlingen achter liggen in hun ontwikkelingEerst moeten basale zaken (zorg voor eenveilige, ordelijke en stimulerende omgeving, zorgen dat leerlingen op school komen) geregeldzijn voordat aan onderwijs gedacht kan wordenGevolgen:• leraren op scholen in sociaal economisch zwakke gebieden
moeten harder werken voor hetzelfde resultaat dan de leraren op andere scholen
• neveneffect: grotere mobiliteit van leerlingen en personeel
1. Compensatiehypothese
Scholen in sociaal economisch zwakke gebieden lopen door segregatie en concentratie van zwak presterende leerlingen grotere risico’s op lagereopbrengsten, zelfs als deze opbrengstenstatistisch gecorrigeerd worden voor socialeen economische achtergronden van de oudersGevolg:• op deze scholen wordt ervaren dat de gebruikelijke correctie
voor de sociale en economische achtergronden niet voldoende compenseert voor de taakverzwaring die leraren ondervinden
2. Additiviteitshypothese
Door ineffectief schoolbeleid is er een slechte fit tussen interne en externe factorenBijvoorbeeld:• het handhaven van een school(soort) bij een teruglopende
leerlingeninstroom• het op grote schaal werken vanuit een niet getoetst
pedagogisch ideaal met personeel dat daar nog niet klaar voor is
• problemen in het leiderschap, of tweespalt in het lerarenteam over de te varen koers
3. Contingentietheorie
Leerlingen op onderpresterende scholen krijgenonvoldoende gelegenheid om zich op het examen voor te bereiden door: • een gebrekkig leerstofaanbod • te weinig leer- en instructietijd• zwak pedagogisch didactisch handelen• een onvoldoende stimulerend onderwijsleerklimaat • onvoldoende kennis over vorderingen van leerlingen• onvoldoende adequate procedures om zwakke
leerlingen te helpen
4. Theorie over gelegenheid tot leren
Data:• 37 afdelingen van in totaal 23 scholen voor
voortgezet onderwijs die in juli 2010 zeer zwak waren
worden vergeleken met twee landelijke steekproeven uit:• 2008 (n=186) en • 2009 (n=165)
Onderzoek naar evidentie voor deze hypothesen en theorieën
‘08 ‘09 zzs1 Leraren zorgen dat leerlingen op
respectvolle wijze met elkaar en met leraren omgaan
99 99 94
2 Sociale veiligheid van leerlingen en personeel is gewaarborgd
97 98 78
3 Ongeoorloofd verzuim van leerlingen is beperkt
98 100 77
4 Leerlingen maken efficiënt gebruik van de onderwijstijd
83 90 41
Evidentie voor de compensatiehypothese
Evidentie voor de compensatiehypothese
Naar prestaties van Friese en andere leerlingen in het noorden zijn diverse studies gedaan:• Wijnstra, J.M. (1976). Het onderwijs aan van huis uit friestalige
kinderen. Den Haag, SVO.• Gorter, D., Jelsma, G.H., Van der plank, P.H. & Vos, K. (1984). Taal yn
Fryslân. Ljouwert, Fryske Akademy• Van Langen, A. & Vierke, H. (1992). Het onderwijs in de noordelijke
plattelandsgebieden Nijmegen, ITS• Van de Grift, W. (2001). IST en RST in Fryslân. (Niet gepubliceerd)• De Jong, S. & Riemersma, A.M.J. (1994). Taalpeiling yn Fryslan.
Ljouwert, Fryske Akademy• Van Langen, A & Hulsen, M. (2001). Prestaties van leerlingen en het
gebruik van Fries als voertaal op basisscholen in Friesland. Nijmegen, ITS
• Van der Vegt, A.L. & Van Velzen, J (2002). Dilemma’s in het groen. Utrecht: Sardes
• Van Ruijven, E.C.M. (2004). Onderwijseffectiviteit in yn Fryslân. Ljouwert, Fryske Akademy
• De Boer, H. (2009). Schoolsucces van Friese leerlingen in het voortgezet onderwijs. Groningen, GION
• Drentse Onderwijsmonitor 2011
Zeer zwakke afdelingen voor voortgezet onderwijs zijn te vinden in:
de drie noordelijke provincies 41.9%de vier grote steden 25.8%de rest van Nederland 32.3%
100%
Eerste evidentie voor de additiviteitshypothese
Er is helaas nauwelijks onderzoek uitgevoerdnaar de mobiliteit van leerlingen en personeel:• Zitten de leerlingen wel voldoende lang op de
betreffende school om de school verantwoordelijk te kunnen stellen voor hun resultaten?
• Is door het lerarentekort een ‘lerarentrek’ op gang gekomen die ten koste gaat van de kwaliteit van het pedagogisch didactisch handelen?
Verdere evidentie voor de compensatie- en de additiviteitshypothese is nodig
Op enkele zeer zwakke afdelingen: • wordt ‘krampachtig’ een theoretische leerweg
of een havo/vwo-afdeling in stand gehouden voor veel leerlingen met een lager schooladvies
• wordt op grote schaal een ingrijpende vernieuwing van het onderwijs ingezet zonder dat het personeel er klaar voor is en zonder veel bewijs dat het ook werken zal
• zijn in korte tijd veel wisselingen in de directie geweest en/of is tweespalt in het lerarenteam over de te varen koers
Evidentie voor de contingentietheorie
‘08 ‘09 zzs1 Jaarlijks opbrengsten evalueren 78 77 352 Systematisch leerproces
analyseren67 75 21
3 Planmatig werken aan verbeteringen
84 80 41
4 Kwaliteit van processen borgen 56 61 65 Kwaliteit schoolexamen en
toetsing borgen87 89 38
Evidentie voor de contingentietheorie: de schoolleiding heeft onvoldoende zicht op opbrengsten, toetsing en schoolprocessen en treft onvoldoende verbetermaatregelen
1. Schoolverzuim en onnodig verlies van onderwijstijd
2. Onvoldoende zicht op leervorderingen en onvoldoende zorg en begeleiding voor leerlingen die dat nodig hebben
3. Onvoldoende garantie dat de lessen van alle leraren aan basale eisen voldoen
4. Minder leraren beschikken over complexere pedagogisch didactische vaardigheden
Evidentie voor de theorie over gelegenheid tot leren
‘08 ‘09 zzs1 Uitval van geplande
onderwijsactiviteiten blijft beperkt
90 93 89
2 Ongeoorloofd verzuim van leerlingen is beperkt
98 100 77
3 Leerlingen maken efficiënt gebruik van de onderwijstijd
83 90 41
Schoolverzuim en onnodig verlies van onderwijstijd
‘08 ‘09 zzs1 Samenhangend systeem voor
volgen van leerlingen93 96 53
2 Bepalen van aard van de zorg die leerlingen nodig hebben op basis van gegevens
94 94 73
3 Planmatige zorg 77 83 73
Onvoldoende zicht op leervorderingen en onvoldoende zorg en begeleiding voor leerlingen die dat nodig hebben
‘08 ‘09 zzs
1 Sociale veiligheid van leerlingen en personeel is gewaarborgd
97 98 78
2 Leraren zorgen dat leerlingen op respectvolle wijze met elkaar en met leraren omgaan
99 99 94
3 Leraren realiseren een taakgerichte werksfeer
89 94 36
4 Leraren leggen duidelijk uit 98 99 79
Onvoldoende garantie dat de lessen van alle leraren aan basale eisen voldoen
‘08 ‘09 zzs1 Leerlingen krijgen te maken met
activerende werkvormen57 62 10
2 Leraren stemmen didactisch handelen af op verschillen tussen leerlingen
45 44 944
3 Leerstofaanbod maakt afstem-ming mogelijk op onderwijs-behoeften van individuele leerlingen
90 93 44
Minder leraren beschikken over complexere pedagogisch didactische vaardigheden
Externe locus of control voor bestuur, schoolleiding en leraren:
• De compensatiehypothese• De additiviteitshypothese
Interne locus of control voor bestuur en schoolleiding:
• De contingentietheorie
Interne locus of control voor schoolleiding en leraren:
• De theorie over gelegenheid tot leren
Externe en interne locus of control
Plan 1: Schoolleidingen kunnen scherper allocatie en determinatiebeleid voeren bij de plaatsing van leerlingen
Gebaseerd op de contingentietheorieSlimmer reageren op veranderingen in het aantal en het niveau van de leerlingeninstroom
Het aanbod van 12-jarigen in Nederland
20002002
20032004
20052007
200820092010
2013
201420152016
2017
20182019
2020
20012006 2011
2012
165000
170000
175000
180000
185000
190000
195000
200000
205000
210000
aantal 12-jarigen (bron: op basis van aantal geboorten in CBS, Statline)
Bij een afname van het aantal leerlingen in het voortgezet onderwijs komen er meer scholen met kleine vwo, havo en tl-afdelingen
Gevolg 1: Scholen zullen hun best gaan doen om kleine vwo, havo en tl-afdelingen in stand te houden
Gevolg 2: vwo, havo en tl-afdelingen zullen minder selectief zijn bij de instroom
Er zijn geleidelijk meer leerlingen in havo en vwo gekomen
1990 2000 2006 2007 2008 2009 20100
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
Vijftien jaar geleden ging minder dan eenderde (32%) van de leerlingen naar HAVO of VWO, nu is dat al bijna de helft (44%)
Gevolg:Scholen zijn een ‘kansenbeleid’ gaan voeren• Heterogenere groepen in de hogere
onderwijssoorten (meer havisten in vwo, meer mavisten in havo, meer kb-leerlingen in mavo)
• Concentratie van zwakke leerlingen in de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo (minder kb-leerlingen in de basisberoepsgerichte leerweg)
Wat gebeurt er met de schoolcijfers bij een selectie-, dan wel kansenbeleid?
th. leerw. havo vwo‘Gewone’ selectie 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15Gemiddelde score 3 8 13
Selectiebeleid (1) 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15Gemiddelde score 3,5 (4) 9 13,5
Kansenbeleid 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15Gemiddelde score 2,5 7 12,5
Bij een selectie- (dan wel kansen-)beleid gaat het gemiddelde in elk van de subgroepen stijgen (dan wel dalen) terwijl het grand mean gelijk blijft Dit staat bekend als Simpsons paradox
% lln % goed
st. score
gemiddelde score van leerling met advies …
gemiddelde score van basisschool met…
7% < 50 518
43%
50 519 VMBO-B
62 527 > 50 allochtone lln
65 528 VMBO-K
70 532 VMBO-GT
74 535 landelijk gemiddelde
38% 75 536 VMBO-GT/HAVO
76 537 > 50 ongewogen lln
12% 90 546 VWO
Scores eindtoets basisonderwijs en advies
Valkuil: De wet van Campbell
In 1976, formuleerde Campbell een ‘ijzeren’ sociaal wetenschappelijke wet over het gedrag van mensen die beoordeeld worden:
'The more a quantitative social indicator is used for decision-making, the more this indicator will be a subject of misrepresentation and corruption and the more the social process is misrepresented, the more that indicator must be monitored.' (Campbell, 1976, 35).
De wet van Campbell geldt bij uitstek voor het beoordelen van opbrengsten van scholen
Valkuil: De wet van Campbell
De leerresultaten zijn onvoldoende wanneer:
• de gemiddelde examenresultaten en • het doorstroomrendement gedurende 3 jaar onder het niveau van vergelijkbare scholen liggen
Scholen kunnen hun leerresultaten verbeteren zonder de kwaliteit van hun onderwijs te verbeteren door:
Valkuil: De wet van Campbell
Een scherper • allocatie-, en • determinatiebeleidbij de plaatsing van leerlingen
• voldoende zicht krijgen op opbrengsten, toetsing en schoolprocessen en verbetermaatregelen treffen
• schoolverzuim en onnodig verlies van onderwijstijd voorkomen
• een goed leervorderingen systeem gebruiken• de zorg en begeleiding van leerlingen verbeteren• zorgen dat de lessen van alle leraren aan basale eisen
voldoen (stimulerend en veilig klimaat, efficiënte organisatie, duidelijke instructie)
• zorgen dat leraren verder professionaliseren op complexere vaardigheden (activeren van leerlingen en inspelen op verschillen)
Plan 2: Schoolleidingen van zeer zwakke scholen zouden intensiever beleid kunnen maken op opbrengsten, gebruik van de tijd en professionalisering van leraren
Plan 3: professionalisering van leraren
Leraren werden geprofessionaliseerd voor• technisch lezen (BAO) (Houtveen & Van de Grift, 2012) • technisch lezen (SBAO) (Houtveen, Van de Grift & Brokamp, submitted)• begrijpend lezen (BAO) (Houtveen & Van de Grift, 2007)• rekenen/wiskunde (BAO) (Houtveen, Van de Grift & Creemers, 2004)
Aanpak professionalisering van leraren
Gedurende 2 jaar, 2 keer per jaar
• Observatie door vakdidacticus daarna feedback en afspraken over verbeterpunten
• Observatie door speciaal getrainde collega daarna feedback en afspraken over verbeterpunten
• Overleg in het lerarenteam onder leiding van de vakdidacticus over de resultaten en de voortgang van zowel leerlingen als als leraren
• Hulp bij het maken van een interventieplan voor leerlingen die achterop gekomen waren
Aanpak professionalisering van leraren
De leraren in de experimentele groep groeiden in 2 à 3 jaar gemiddeld bijna een hele standaarddeviatie in hun vaardighedenDat is ongeveer evenveel als de achterstand die de beginnende leraar heeft op de leraar met 15 jaar ervaring!
Na correctie voor verschillen in voormeting, sekse, intelligentie, etniciteit en leeftijd, intelligentie boekten de leerlingen uit de experimentele groepen een kwart tot tweederde standaard deviatie meer leerwinst dan de leerlingen in de controlegroepen
Les uit de onderwijseconomie
Leerlingen die leraren hebbendie een standaarddeviatie beter zijn bereiken 10% tot 25% meer leerwinst(Aaronson, Barrow & Sander, 2007; Brandsma & Knuver, 1989; Bosker & Witziers, 1996; Hanushek & Rivkin, 2010; Houtveen & Van de Grift, 2007a; 2007b; Kane & Staiger, 2008; Rivkin, Hanushek &. Kain, 2005; Roeleveld, 2003; Rockoff, 2004; Wijnstra, Ouwens & Béguin, 2003)
Leerlingen die leraren hebbendie een standaarddeviatie beter zijn gaan later per jaar gemiddeld 20.000 dollar meer verdienen(Hanushek, 2011)
Resultaten professionalisering van leraren
Resutaten experimenten van: Houtveen & Van de Grift, (2012); Houtveen, Van de Grift & Brokamp (submitted); Houtveen & Van de Grift (2007); Houtveen, Van de Grift & Creemers (2004)
Lezen SBAO
Aanv. lezen
Begr lezen
Rek. .
Effectieve instructietijd (minuten per week) .54 1.47
Klasmanagement .33 -.07 2.22
Scheppen van een exploratief leerklimaat .91 .51Stimuleren van vertrouwen in eigen kunnen 1.19 1.67 .27Directe instructie 2.50 .52 1.47
Intensiveren van de les en activeren van leerlingen 1.13 .42 2.44
Doelen stellen .44 .73 1.88 .30
Monitoren leerlingenvorderingen .53 .95 1.10 -.07
Reflectie op eigen onderwijs .04 1.78 .27Afstemmen van de instructie op verschillen 1.45 .59
Extra leertijd voor zwakke leerlingen .99 1.26
Pre-teaching van zwakke leerlingen .88
Re-teaching van zwakke leerlingen .09
Extra individuele hulp voor zwakke leerlingen .50Hergroeperen van leerlingen 1.05
Handelingsplannen maken .00 .27 3.10 1.38
Overleg met collega’s over vorderingen leerlingen .04 1.33 1.12Extra leerwinst van leerlingen in de exp. groep 1.44 .28;.62 .36 .52
Wim Ik heb geconstateerd dat Anton bij het begin van de les voor de leerlingen verduidelijkte wat zijn lesdoelen waren
Dik Ik zag ook dat hij werkvormen hanteerde die leerlingen activeren
Wim Ja, en ik heb ook gezien dat hij tijdens de instructie naging of leerlingen de leerstof hebben begrepen,maar ik heb nog niet gezien dat hij het zelfvertrouwen van zwakke leerlingen stimuleerde
Beoordeling van een beginnende leraar
toont in gedrag en taalgebruik respect voor leerlingen -5.57 1 voorlopigenormeringgeeft duidelijke uitleg van de leerstof -1.94 2
zorgt voor ontspannen sfeer -1.78 3ondersteunt het zelfvertrouwen van leerlingen -1.05 4geeft feedback aan de leerlingen -.99 5zorgt voor een ordelijk verloop van de les -.95 6
klimaat zorgt voor wederzijds respect -.85 7 halverwege opleidingzorgt voor doelmatig klassenmanagement -.76 8geeft goed gestructureerd les -.71 9bevordert dat leerlingen hun best doen -.67 10gebruikt leertijd efficiënt -.67 11
organisatie gaat tijdens verwerking na of leerlingen opdrachten goed uitvoeren -.50 12stelt vragen die leerlingen tot denken aanzetten -.42 13betrekt alle leerlingen bij de les -.12 14verduidelijkt bij de aanvang van de les de lesdoelen -.12 15hanteert werkvormen die leerlingen activeren -.04 16duidelijke uitleg van didactische hulpmiddelen en opdrachten .16 17stimuleert leerlingen om over oplossingen na te denken .16 18
uitleg gaat tijdens instructie na of leerlingen de leerstof hebben begrepen .23 19 startende leraarstimuleert het zelfvertrouwen van zwakke leerlingen .36 20
activeren zorgt voor interactieve instructie .65 21 1-5 jr ervaringmoedigt kritisch denken van leerlingen aan .65 22bevordert het toepassen van het geleerde .71 23 6-15 jr ervaringlaat leerlingen hardop denken .81 24 gemiddelde leraarleert leerlingen hoe complexe problemen te vereenvoudigen 1.26 25 16-20 jr ervaringgaat na of de lesdoelen werden bereikt 1.32 26stimuleert het gebruik van controle activiteiten 1.54 27leert leerlingen oplossingen checken 1.57 28stemt de instructie af op relevante verschillen tussen leerlingen 1.79 29
leren leren vraagt leerlingen na te denken over strategieën bij de aanpak 1.82 30biedt zwakke leerlingen extra leer-en instructietijd 1.86 31
afstemmen stemt verwerking van leerstof af op verschillen tussen leerlingen 2.26 32
Wim Ik heb geconstateerd dat Anton bij het begin van de les voor de leerlingen verduidelijkte wat zijn lesdoelen waren
15
Dik Ik zag ook dat hij werkvormen hanteerde die leerlingen activeren
16
Wim Ja, en ik heb ook gezien dat hij tijdens de instructie naging of leerlingen de leerstof hebben begrepen,
19
maar ik heb nog niet gezien dat hij het zelfvertrouwen van zwakke leerlingen stimuleerde
20
Beoordeling van een beginnende leraar
toont in gedrag en taalgebruik respect voor leerlingen -5.57 1 voorlopigenormeringgeeft duidelijke uitleg van de leerstof -1.94 2
zorgt voor ontspannen sfeer -1.78 3ondersteunt het zelfvertrouwen van leerlingen -1.05 4geeft feedback aan de leerlingen -.99 5zorgt voor een ordelijk verloop van de les -.95 6
klimaat zorgt voor wederzijds respect -.85 7 halverwege opleidingzorgt voor doelmatig klassenmanagement -.76 8geeft goed gestructureerd les -.71 9bevordert dat leerlingen hun best doen -.67 10gebruikt leertijd efficiënt -.67 11
organisatie gaat tijdens verwerking na of leerlingen opdrachten goed uitvoeren -.50 12stelt vragen die leerlingen tot denken aanzetten -.42 13betrekt alle leerlingen bij de les -.12 14verduidelijkt bij de aanvang van de les de lesdoelen -.12 15hanteert werkvormen die leerlingen activeren -.04 16duidelijke uitleg van didactische hulpmiddelen en opdrachten .16 17stimuleert leerlingen om over oplossingen na te denken .16 18
uitleg gaat tijdens instructie na of leerlingen de leerstof hebben begrepen .23 19 Anton startende leraarstimuleert het zelfvertrouwen van zwakke leerlingen .36 20
activeren zorgt voor interactieve instructie .65 21 1-5 jr ervaringmoedigt kritisch denken van leerlingen aan .65 22bevordert het toepassen van het geleerde .71 23 6-15 jr ervaringlaat leerlingen hardop denken .81 24 gemiddelde leraarleert leerlingen hoe complexe problemen te vereenvoudigen 1.26 25 16-20 jr ervaringgaat na of de lesdoelen werden bereikt 1.32 26stimuleert het gebruik van controle activiteiten 1.54 27leert leerlingen oplossingen checken 1.57 28stemt de instructie af op relevante verschillen tussen leerlingen 1.79 29
leren leren vraagt leerlingen na te denken over strategieën bij de aanpak 1.82 30biedt zwakke leerlingen extra leer-en instructietijd 1.86 31
afstemmen stemt verwerking van leerstof af op verschillen tussen leerlingen 2.26 32
toont in gedrag en taalgebruik respect voor leerlingen -5.57 1geeft duidelijke uitleg van de leerstof -1.94 2zorgt voor ontspannen sfeer -1.78 3ondersteunt het zelfvertrouwen van leerlingen -1.05 4geeft feedback aan de leerlingen -.99 5zorgt voor een ordelijk verloop van de les -.95 6
klimaat zorgt voor wederzijds respect -.85 7zorgt voor doelmatig klassenmanagement -.76 8geeft goed gestructureerd les -.71 9bevordert dat leerlingen hun best doen -.67 10gebruikt leertijd efficiënt -.67 11
organisatie gaat tijdens verwerking na of leerlingen opdrachten goed uitvoeren -.50 12stelt vragen die leerlingen tot denken aanzetten -.42 13betrekt alle leerlingen bij de les -.12 14verduidelijkt bij de aanvang van de les de lesdoelen -.12 15hanteert werkvormen die leerlingen activeren -.04 16duidelijke uitleg van didactische hulpmiddelen en opdrachten .16 17stimuleert leerlingen om over oplossingen na te denken .16 18
uitleg gaat tijdens instructie na of leerlingen de leerstof hebben begrepen .23 19 Score van Antonstimuleert het zelfvertrouwen van zwakke leerlingen .36 20
activeren zorgt voor interactieve instructie .65 21 Zone van demoedigt kritisch denken van leerlingen aan .65 22 naaste ontwikkelingbevordert het toepassen van het geleerde .71 23 van Antonlaat leerlingen hardop denken .81 24leert leerlingen hoe complexe problemen te vereenvoudigen 1.26 25gaat na of de lesdoelen werden bereikt 1.32 26stimuleert het gebruik van controle activiteiten 1.54 27leert leerlingen oplossingen checken 1.57 28stemt de instructie af op relevante verschillen tussen leerlingen 1.79 29
leren leren vraagt leerlingen na te denken over strategieën bij de aanpak 1.82 30biedt zwakke leerlingen extra leer-en instructietijd 1.86 31
afstemmen stemt verwerking van leerstof af op verschillen tussen leerlingen 2.26 32
Prof. dr Wim J.C.M. van de GriftDirector Teacher Education Faculty of Behavioural and Social SciencesUniversity of GroningenPO Box 8009700AV GroningenThe Netherlands
Phone: +31 6 12 75 76 87E-mail: [email protected]
More information?
Top Related