TAAK 2.0TAAK 2.0 waterwinstwaterwinst
Taak 2.0Na het afvalwaterakkoord uit 2009 (TAAK)
werken wij, de Twentse gemeenten en
waterschap Regge en Dinkel, nog intensiever
samen. Daarmee wordt meer “waterwinst”
gerealiseerd voor de inwoners en bedrijven
in Twente.
AanleidingIn 2009 hebben we een kansenboek opgesteld
en een afvalwaterakkoord gesloten: het
Twents Afvalwaterakkoord (TAAK). De toen
nog theoretische kansen uit het kansenboek
zijn inmiddels voor een deel omgezet in
concrete activiteiten. Maar we kunnen
meer doen. In het Bestuursakkoord Water
uit 2011 is afgesproken dat waterschappen
en gemeenten vanaf 2020 € 380 miljoen
per jaar besparen. Zodoende kan een groot
deel van de verwachte lastenstijging worden
voorkomen. De 14 Twentse gemeenten
en waterschap Regge en Dinkel zijn er van
overtuigd dat een aanzienlijk deel van de
besparingen door samenwerken wordt
bereikt. Daarom kiezen wij ervoor om de
samenwerking verder te intensiveren en meer
te bereiken. In het rapport “Waterwinst,
TAAK 2.0” is beschreven hoe we dat doen.
En we sluiten opnieuw een akkoord, waar -
mee alle Twentse gemeenten en het water-
schap zich conformeren aan dit plan voor
een nog succesvollere samenwerking. Dit
akkoord noemen we Waterwinst, TAAK 2.0.
DoelenGemeenten en waterschap zijn er van over-
tuigd dat verdere samenwerking nodig is.
Naast het bereiken van kostenbesparingen
gaat elke gemeente en het waterschap ook
afzonderlijk de doelmatigheid en efficiëntie
verbeteren. De doelen van samenwerking
zijn de 3 K’s: Kosten besparen, Kwaliteit
verbeteren en Kwetsbaarheid verminderen.
Kosten besparen
De kosten van de afvalwaterketen stijgen
het komende decennium, maar we willen
de stijging zo klein mogelijk houden
(“minder meer”). De doelstelling is een
kostenbesparing tenminste naar rato van
de landelijke doelstelling volgens het
Bestuursakkoord Water. Dit moet in 2020
zijn bereikt.
Kwaliteit verbeteren
De kwaliteit van het afvalwaterketenbeheer
moet behouden blijven en waar mogelijk
worden verbeterd. Doelstelling is dat
inwoners en bedrijven het beheer ervaren
als een waardevolle dienst en dat het
beheer bijdraagt aan een goede werk- en
leefomgeving.
Kwetsbaarheid verminderen
De afvalwaterketen moet minder kwetsbaar
worden, zodat bijvoorbeeld de gevolgen van
klimaatverandering worden opgevangen.
Samenwerking moet er ook voor zorgen dat
de organisaties minder kwetsbaar worden.
StrategieSlimme keuzes maken en resultaatgericht
werken, daarmee gaan we de doelen
bereiken. Dat doen we al, maar dit kan nog
beter als we naast inzetten op kosten besparen,
kwaliteit verbeteren en kwetsbaarheid
verminderen, meer innoveren en zorgen
voor samenwerking tussen overheden,
ondernemers, onderwijs- en onderzoeks-
instellingen (4 O’s). Ofwel: Om zo snel
mogelijk resultaten te bereiken gaan we
“doen” en “vernieuwen”. Dit betekent ook dat
we niet eerst denken over nieuwe organisatie -
structuren, maar gebruik maken van het
bestaande Twents Waternet. Tevens behouden
we de lokale horizontale samenwerking. Dit
zijn de samenwerkingsverbanden tussen
gemeenten, gericht op doelmatigheid, die
breder zijn dan de afvalwaterketen. We
versterken de verticale synergie (bijvoorbeeld
riolering-zuivering) en proberen zoveel
mogelijk rendement te halen uit afstemming
tussen de organisaties, belangengroepen
en vakgebieden. Dit laatste noemen we
diagonale synergie. Uiteindelijk bereiken
we voor burgers en bedrijven meer met
hetzelfde geld of hetzelfde met minder geld.
Om snel resultaten te boeken beginnen we
met de meest kansrijke ideeën. Nog in 2012
bepalen we welke winstkansen de hoogste
prioriteit hebben. Daarbij telt niet alleen de
omvang van de mogelijke winst, maar ook
aspecten zoals haalbaarheid, snelheid en
benodigde investeringen.
Monitoring“Waterwinst, TAAK 2.0” blijft niet steken in
mooie woorden. Om dat zeker te stellen
houden we de voortgang goed in de
gaten. Het zal lastig zijn om alle resultaten
meetbaar en aantoonbaar te maken. Toch
proberen we dat. In het rapport “Waterwinst,
TAAK 2.0” is aangegeven hoe we dat doen.
Actie!Genoeg gepraat en geschreven, het is tijd
om te versnellen. In “Waterwinst, TAAK 2.0”
staat al het jaarprogramma voor 2012. We
weten wat ons te doen staat. In “Waterwinst,
TAAK 2.0” hebben we ook vastgelegd
hoe we samenwerken, wat de algemene
kosten van de samenwerking zijn en hoe
we deze kosten verdelen. Daarbij hebben
we erop gelet dat deze kosten evenredig
over de burgers worden verdeeld, ongeacht
waar in Twente iemand woont. Met de
handtekeningen onder dit akkoord staat er
niets meer in de weg om verder te gaan
met het creëren van meer “waterwinst”.
1 Inleiding 2
1.1 TAAK 3
1.2 Bestuursakkoord Water 3
1.3 TAAK 2.0 3
1.4 Doel van dit rapport 3
2 Visie 4
2.1 Doelen 5
2.2 Strategie 5
2.3 Ambitie 8
2.4 Werkwijze 8
3 Monitoring 10
3.1 Doelen van monitoren 11
3.2 Monitoren van de activiteiten 11
3.3 Monitoren van de resultaten 11
4 Organisatie 14
4.1 Bestuurlijk platform 15
4.2 Ambtelijk platform 15
4.3 Adviesgroep 16
4.4 Werkplaatsen 16
4.5 Financiële organisatie 19
5 Financiën 20
5.1 Soorten kosten 21
5.2 Uitgangspunten 21
5.3 Verdeling van algemene kosten 22
5.4 Verdeling voorbereidingskosten 22
5.5 Uitvoerings- en exploitatiekosten 23
5.6 Verdeling kosten met andere organisaties 23
6 Communicatie 24
6.1 Doelgroepen 25
6.2 Waarover te communiceren 25
6.3 Aanpak 26
7 Planning 28
7.1 Prioriteit van winstkansen 29
7.2 Jaarprogramma’s 29
7.3 Werkplannen 31
Literatuur 32
BijlagenBijlage A Afkortingen 34
Bijlage B Kostenverdeling 34
Bijlage C Jaarprogramma 36
Bijlage D Begroting 38
Colofon 39
Inhoudsopgavewaterwinstin het kort
2 waterwinst waterwinst 3
TAAK 2.0TAAK 2.0 waterwinstwaterwinst
Dit rapport beschrijft de Twentse wijze van
samenwerken in de afvalwaterketen. Na het
afvalwaterakkoord uit 2009 (TAAK) willen wij,
de Twentse gemeenten en waterschap Regge
en Dinkel, nog intensiever samenwerken, om
daarmee meer “waterwinst” te realiseren voor
de inwoners en bedrijven in Twente.
1. Inleiding1.1 TAAKNaar aanleiding van het Bestuursakkoord
Waterketen 2007[1] hebben de 14 Twentse
gemeenten en waterschap Regge en
Dinkel de optimalisatiekansen in de (afval)
watersystemen verkend. De kansen zijn
samengevat in het Twents Kansenboek
Ketenoptimalisatie[2] (TKK). In 2009 zijn
afspraken gemaakt over het uitwerken en
benutten van de kansen. Dit is vastgelegd
in het Twents afvalwaterakkoord (TAAK).
Hiermee was Twente de eerste regio die het
Bestuursakkoord Waterketen had uitgewerkt
in een regionaal akkoord. De theoretische
kansen uit het TKK en TAAK zijn inmiddels
voor een deel omgezet in concrete activiteiten.
1.2 Bestuursakkoord WaterIn 2011 is het landelijke Bestuursakkoord
Water[3] gesloten. Hierin is afgesproken dat
waterschappen en gemeenten vanaf 2020
€ 380 miljoen per jaar besparen, zodat een
deel van de verwachte lastenstijging wordt
voorkomen. Waterschappen en gemeenten
moeten dit realiseren door:
Het beheer verder te professionaliseren,
kennis en capaciteit te bundelen
(regionale aanpak);
Te focussen op kennis en innovatie;
Verbeteren van de werkprocessen;
Kosteneffectievere investeringsbeslissingen en
Efficiënter uitvoeren van operationele taken.
Om de voortgang te monitoren zijn mijl-
palen gedefinieerd. Op 31 december 2012
moet er in meer dan 75% van de kringen
of werkeenheden effectief en doelmatig
worden samengewerkt.
1.3 TAAK 2.0Naast het beperken van investeringen zal
een aanzienlijk deel van de besparingen door
samenwerken kunnen en moeten worden
bereikt. Daarom kiezen de 14 Twentse
gemeenten en waterschap Regge en Dinkel
ervoor om de samenwerking verder te
intensiveren. In dit rapport is beschreven
hoe dat gebeurt. Het is de vervolgstap van
het TKK en TAAK. De nieuwe afspraken
worden weer bestuurlijk vastgelegd in een
Twents afvalwaterakkoord: het TAAK 2.0.
TAAK 2.0 heeft tot doel om voor burgers en
bedrijven meer te bereiken met hetzelfde
geld of hetzelfde bereiken met minder geld.
Ofwel: het realiseren van “Waterwinst”,
mede door samenwerking. Dit akkoord
geldt tot en met 2014.
1.4 Doel van dit rapportMet deze beschrijving van de Twentse wijze
van samenwerken willen we de bestaande
samenwerking waarborgen, intensiveren en
nog resultaatgerichter maken. Randvoor-
waarden voor het goed functioneren van de
samenwerking zijn:
Bestuurlijke borging van de samenwerking
in de afvalwaterketen;
Helderheid over de werkwijze, organisatie,
financiën en planning;
Communicatie over de wijze van
samenwerking;
Resultaatgericht zijn.
Dit document is bedoeld: Als basis voor de besluitvorming door de
Twentse bestuurders;
Als leidraad voor de uitvoering door de
ambtenaren van de 14 Twentse gemeenten
en waterschap Regge en Dinkel;
Ter informatie voor de landelijke
beleidsmakers, die de voortgang
monitoren;
Als een van de bronnen voor het
informeren van inwoners en bedrijven.
Markeringen in de tekstIn dit rapport is gebruik gemaakt van de
volgende markeringen:
De kaders bevatten toelichtingen op de
hoofdtekst;
bron [nummer] Nummers tussen vierkante
haken verwijzen naar documenten in de
literatuurlijst op blad 32;
In bijlage A staan de verklaringen van
gebruikte afkortingen.
2. Visie
Tijd
Ko
ste
n
Huidige lasten
Besparing lasten: ca. 25%
Besparing individuele organisatiesBesparing door samenwerking
Autonome lastenstijging: 100%
2020
Kostendoelstelling
4 waterwinst waterwinst 5
TAAK 2.0TAAK 2.0 waterwinstwaterwinst
Twente was een van de voorlopers bij de
samenwerking tussen gemeenten en waterschap.
We hebben een eigen visie en eigen regionale
werkwijzen. Tegelijkertijd kijken we om ons heen
en proberen we te leren van de initiatieven in
andere regio’s. Er is veel bereikt, maar het kan
nog beter.
Onze visie is dat we nog beter en efficiënter
onze diensten aan burgers en bedrijven
kunnen en zullen leveren. Door nog inten-
siever samen te werken, sneller te innoveren
en door te leren van anderen gaan we geld
besparen en de dienstverlening verder
verbeteren. Met onze soepele samenwerking
kunnen we een voorbeeld zijn voor andere
Nederlandse regio’s.
2.1 DoelenSamenwerking is geen doel maar een middel.
Gemeenten en waterschap zijn ervan over -
tuigd dat verdere samenwerking nodig is om
het besparingsdoel uit het bestuursakkoord
te bereiken. Dat wil niet zeggen dat samen-
werking voldoende is. Elke gemeente en
het waterschap zullen ook afzonderlijk
de doelmatigheid en efficiëntie moeten
verbeteren om het besparingsdoel te
bereiken. De doelen van samenwerking zijn,
overeenkomstig het bestuursakkoord, de 3
K’s: kosten besparen, kwaliteit verbeteren en
kwetsbaarheid verminderen.
Kosten besparen
De kosten van de afvalwaterketen zullen
het komende decennium verder stijgen.
Mede door samenwerking moet deze
kostenstijging zoveel mogelijk worden
voorkomen (“minder meer”). De doelstelling
voor gemeenten en waterschap is om
de voorziene kostenstijging te beperken,
naar rato van de landelijke doelstelling.
De besparing moet in 2020 zijn bereikt en
wordt gemeten ten opzichte van 2010.
Kwaliteit verbeteren
De kwaliteit van het afvalwaterketenbeheer
moet behouden blijven en waar mogelijk
verbeterd worden. Doelstelling is dat
inwoners en bedrijven het beheer ervaren
als een waardevolle dienst en dat het
beheer bijdraagt aan een goede werk- en
leefomgeving.
Kwetsbaarheid verminderen
De afvalwaterketen moet minder kwetsbaar
worden, zodat bijvoorbeeld de gevolgen
van klimaatverandering kunnen worden
opgevangen. Samenwerking kan en moet er
ook voor zorgen dat de beheerorganisaties
minder kwetsbaar worden.
2.2 StrategieKosten besparen en kwaliteit verbeteren
vergt optimalisatie en het maken van
keuzes. In Twente is al veel bereikt door
processen beter op elkaar af te stemmen
(OAS-projecten). Voor verdere optimalisatie
is meer nodig, zoals het bundelen van
sommige activiteiten, doelmatiger investeren
en betere of goedkopere methoden toe-
passen. Mede daarom wordt sterk ingezet
op innovatie.
Toel
icht
ing
Voorbeelden van gerealiseerde
samenwerkingsprojecten
Het waterschap en de gemeente
Tubbergen hebben gezamenlijk
een studie naar optimalisatie in
de afvalwaterketen uitgevoerd
(OAS). Door samen werking wordt
een besparing van € 460.000,-
gerealiseerd. Door extra maatregelen
te treffen op de zuivering kunnen
duurdere maatregelen in het
rioolstelsel achterwege blijven.
Toel
icht
ing
TAAK 2.0waterwinst
6 waterwinst
TAAK 2.0waterwinst
Voorbeelden van gerealiseerde
samenwerkingsprojecten
Gemeente Losser en het
waterschap Regge en Dinkel
hebben gezamenlijk geïnvesteerd in
maatregelen. De maatregelen waren
gericht op het verminderen van de
vuilemissie met 80%. Deze inspanning
werd noodzakelijk geacht vanwege het
kwetsbare ontvangende oppervlakte-
watersysteem van de Dinkel. De kosten
van de bovenwettelijke maatregelen
(boven de gemeentelijke basisinspanning)
worden gezamenlijk gedragen (ieder 50%).
Tussen Hengelo en Enschede is een
watermachine gerealiseerd; het Kristalbad.
Effluent van de rwzi Enschede wordt
geëcologiseerd en bij hevige neerslag
wordt het water hier langer vastgehouden.
De stad Hengelo heeft hierdoor minder
wateroverlast en er is een ecologische
verbindingszone gerealiseerd.
In Ootmarsum (gemeente Dinkelland)
wordt gestuurd op de inname van
afvalwater naar de rwzi door inzet
van een gemeenschappelijke buffer.
Hiermee worden € 750.000,- aan
investeringen bespaard.
De gemeente Almelo maakt voor het
spoelen van een aantal bergbezink-
leidingen gebruik van water van
het waterschap en Rijkswaterstaat,
waardoor er werd bespaard op de
spoelsystemen.
Innovatie met 4 O’s
Een speerpunt van de strategie is innoveren
door samenwerking tussen overheid, onder -
nemers, onderwijs- en onderzoeksinstellingen.
Er wordt naar gestreefd om onderzoeken,
haalbaarheidsstudies, pilots en ook projecten
samen met ondernemers, onderwijs- en/of
onderzoeksinstellingen uit te voeren.
Verbinden van systemen en de 4 O’s
Optimalisatie in de afvalwaterketen is meer
dan het verbeteren van de riolering en de
zuivering. Gemeenten en waterschap hanteren
een driedimensionale benadering.
Optimalisatie binnen de riolering en binnen
zuiveringen (horizontale synergie) is gang-
baar. Ook worden riolering en zuivering
steeds beter op elkaar afgestemd (verticale
synergie). Onderdeel van de strategie is het
betrekken van andere werkvelden en stake -
holders, die kunnen bijdragen aan een
verbetering van service aan bewoners
en bedrijven en aan de doelmatigheid
(diagonale synergie). Dit wordt gezien
als het verduur zamen van de stedelijke
waterkringloop, door het verbinden van de
4O’s: overheden, ondernemers, onderwijs-
en onderzoeks instellingen.
Principes
Er wordt gewerkt met de volgende
principes:
Voortbouwen op sterkten
In Twente is de brede benadering in theorie
ingevuld (Twents Kansenboek Keten-
optimalisatie[2]), maar ook reeds in de
dagelijkse praktijk. Het Kristalbad is een
goed voorbeeld daarvan. Dergelijke goed-
lopende activiteiten willen we behouden.
Bestaande initiatieven uitbouwen
Er bestaan al diverse initiatieven om inno-
vaties of doelmatigheidsverbeteringen in
het afvalwaterketenbeheer door te voeren.
Uitbouwen hiervan is vaak eenvoudiger dan
nieuwe opstarten.
Dit betekent: bestaande initiatieven clusteren,
kennis en kunde rond een thema bundelen
en uitbouwen en horizontale projecten
verbreden richting verticaal (bijv. van riolering
naar zuivering) en/of diagonaal (bijv. van
riolering naar onderzoek).
8 waterwinst
TAAK 2.0TAAK 2.0 waterwinstwaterwinst
waterwinst 9
2.3 AmbitieHet is onze ambitie om de strategie zeer
snel te implementeren en binnen enkele
jaren meetbare resultaten te boeken.
Concreet betekent dit:
Eind 2012 wordt effectief en doelmatig
samengewerkt tussen de Twentse
gemeenten en het waterschap, conform
bovenstaande strategie en principes;
Eind 2013 is ook de samenwerking van de
overheden met de andere 3 O’s van de
grond gekomen;
Eind 2014 zijn de mogelijke verbeteringen
die volgen uit het jaarprogramma 2012 (zie
H7 en bijlage C) geïmplementeerd;
Eind 2017 is ongeveer de helft van het
besparingsdoel bereikt;
Eind 2020 is het besparingsdoel volledig
bereikt.
2.4 WerkwijzeIn de volgende hoofdstukken is beschreven
hoe de doelen en ambities gerealiseerd
worden. De aanpak wordt beschreven aan
de hand van de volgende thema’s:
Monitoring;
Organisatie;
Financiën;
Communicatie;
Planning.
Er wordt voortgebouwd op de huidige
werkwijzen van het Twents Waternet. Alle
14 gemeenten en het waterschap nemen
hieraan deel, op basis van gelijkwaardigheid.
Inhoudelijke thema’s worden opgepakt
door zogenaamde werkplaatsen. In het
tweede deel van bijlage C staat een
overzicht van de werkplaatsen van 2012. In
de toekomst worden meer werkplaatsen
gestart, om meer winstkansen te benutten.
Na de voorbereiding van een thema
door een werkplaats vindt uitvoering en
implementatie van projecten plaats.
Inhoud voor vorm
Het accent ligt op “doen” en “vernieuwen”
en niet op het vormen van nieuwe
(organisatie) structuren. Het vormen
van nieuwe organisatiestructuren kan
vastlopen in discussies over risico’s
en verantwoordelijkheden. “Doen” en
“vernieuwen” geeft energie en resultaten.
Voldoen aan mijlpalen
Als “stok achter de deur” komt er mogelijk
aanvullende wetgeving om partijen te
dwingen tot samenwerking en besparingen.
Daarom moeten de landelijk opgelegde
mijlpalen worden gehaald. Vanuit de regio
laten we zien dat er stappen voorwaarts
gezet worden, zodat blauwdrukken vanuit
hogere overheden voorkomen worden.
Daarnaast worden de mijlpalen gezien als
een nuttig monitoringsinstrument waar ook
Twente aan wil voldoen. De intentie is om
de mijlpalen richtinggevend te laten zijn.
Geen blauwdruk denken
De gemeenten willen de lokale, horizontale
synergie behouden. Ook deze samen-
werkingsvormen zijn opgestart vanuit doel
matig heidswensen, maar zijn breder dan
de afvalwaterketen (groenbeheer, sociaal
maatschappelijke taken, etc.).
De landelijke mijlpalen
Per zuiveringskring of set van
zuiveringskringen wordt een
duo van bestuurlijke trekkers
benoemd (vanuit de deel-
nemende gemeenten en het
waterschap) die het regionale
uitwerkingsproces opstarten en
aansturen. Termijn: eind 2010.
Per (set van) zuiveringskring(en) zijn
er afspraken gemaakt over de vorm
van structurele samenwerking tussen
gemeenten en waterschap en de
uitvoering van de operationele
taken. Termijn: 31 december 2011.
In meer dan 75% van de zuiverings-
kringen wordt effectief en doelmatig
wordt samengewerkt in integrale
investeringsprogramma’s en de uit-
voering van operationele taken in de
afvalwaterketen en bij de advisering
van besturen van gemeenten en
waterschappen.
Termijn: 31 december 2012.
Toel
icht
ing
10 waterwinst waterwinst 11
TAAK 2.0waterwinst
De doelen en ambities uit het vorige hoofdstuk
zijn belangrijk om richting te geven aan alle
inspanningen. Maar waterwinst ontstaat pas als
er resultaten worden geboekt. Daarom wordt
aandacht gegeven aan het monitoren van de
voortgang. Het zal lastig zijn om de resultaten van
het samenwerken te meten en in getallen uit te
drukken. Toch moet dat gebeuren, want het zijn
de resultaten die tellen.
3.1 Doelen van monitorenMet de monitoring moet het volgende
worden bereikt:
Volgen of de geplande activiteiten (tijdig)
worden uitgevoerd;
Volgen of die activiteiten ook het
gewenste resultaat opleveren;
Aantonen dat de samenwerking bijdraagt
aan de landelijke doelstellingen.
Daarnaast willen we, mede door evaluaties,
leren van de positieve en negatieve ervaringen
die worden opgedaan, zodat werkwijzen
kunnen worden verbeterd. Er zijn ambitieuze
doelen en ambities geformuleerd. Om die
te bereiken is inzet, enthousiasme, betrokken -
heid en draagvlak nodig.
Dat geldt voor de bestuurders en ambtenaren,
maar ook voor de andere 3 O’s. En er moet
draagvlak zijn bij inwoners en bedrijven.
Monitoring kan inzichtelijk maken wat er
gebeurt en welke resultaten dat oplevert.
Daarom zullen de uitkomsten van de
monitoring worden gebruikt als een bron
voor de communicatie.
3.2 Monitoren van de activiteitenHet monitoren van activiteiten is relatief
eenvoudig. Jaarlijks zal worden nagegaan
welke activiteiten zijn uitgevoerd en of dit
overeenkomt met de planning. De resultaten
worden gerapporteerd aan het bestuurlijk
platform van het Twents Waternet. Hierbij
wordt ook gerapporteerd in hoeverre de
andere 3 O’s bij de activiteiten betrokken zijn.
Door het monitoren van de activiteiten kan
eind 2012, 2013 en 2014 worden vastgesteld
of de ambities voor die jaren zijn waargemaakt
(samenwerking in 2012, 4 O’s in 2013 en
actieprogramma in 2014). Het monitoren
van activiteiten is tevens voldoende om te
bepalen wanneer de landelijke mijlpalen
zijn bereikt
Evaluaties
Tenminste de helft van de activiteiten uit het
jaarprogramma (zie paragraaf 7.2 en bijlage
C) zal na afronding worden geëvalueerd.
Er wordt nagegaan hoe de activiteiten zijn
uitgevoerd en wat de resultaten zijn. De
leerpunten die daaruit voortkomen worden
gecommuniceerd aan de betrokkenen van
het project en het Twents Waternet.
3.3 Monitoren van de resultatenHet monitoren van resultaten gebeurt in
relatie tot de doelen en ambities:
In hoeverre zijn de drie doelen bereikt
(kosten, kwaliteit, kwetsbaarheid)?
In hoeverre zijn de ambities voor 2017 en
2020 bereikt (helft besparingsdoel in 2017
en volledig in 2020)?
3. Monitoring
Dit betekent dat de kosten, kwaliteit en
kwetsbaarheid gemeten moeten worden.
Het meten van de kwaliteit en kwetsbaarheid
is lastig en zal daarom beperkt blijven tot
kwalitatieve beoordelingen. Eventueel
wordt aansluiting gezocht bij de landelijke
methoden (koepels VNG/UvW).
Kosten
De kosten zullen worden gemonitord aan
de hand van het eindresultaat: de lasten
voor de inwoners en bedrijven. Hiertoe
worden de volgende acties uitgevoerd:
Nulmeting 2010, waarbij de rioolheffingen
en zuiveringsheffing van 2010 bij elkaar
worden opgeteld. De bedragen worden
gecorrigeerd naar kostendekkende
bedragen. Dit wil zeggen dat bijdragen
uit algemene middelen en/of reserves
erbij worden geteld. Tevens wordt
de verwachte autonome stijging
ingeschat, op basis van de verwachte
kostenstijgingen in de bestaande GRP’s en
de Perspectievennota van het waterschap,
alsmede de verwachtingen volgens de
landelijke feitenstudie.
Vervolgens worden vanaf 2013 jaarlijks
de werkelijke lasten vergeleken met de
autonome stijging.
Met deze monitoring wordt inzichtelijk
gemaakt in hoeverre de gewenste kosten-
besparing op de lastenstijging is bereikt.
Er kan niet cijfermatig worden bepaald
welk deel van de besparingen zijn bereikt
door samenwerking en welk deel door de
individuele organisaties. Voor deze verdeling
wordt een kwalitatieve inschatting gedaan.
Kwaliteit
De kwaliteit wordt gemonitord aan de hand van:
De kwalitatieve aspecten in de (jaarlijkse)
rioleringsbenchmark van de gemeenten;
Evaluaties van uitgevoerde projecten,
waarbij wordt gekeken of de beoogde
kwaliteitsvoordelen, daadwerkelijk zijn
uitgekomen. Deze evaluaties vinden
plaats op het moment dat de voordelen
zichtbaar zouden moeten zijn (veelal
enkele jaren na uitvoering of implementatie);
Met deze monitoring wordt inzichtelijk
gemaakt in hoeverre de bijdrage aan een
goede werk- en leefomgeving is toe-
genomen. Het geeft niet aan in hoeverre
inwoners en bedrijven het beheer ervaren
als een waardevolle dienst. Hiervoor zijn
enquêtes nodig. Er wordt nog bekeken of
en in hoeverre tevredenheidsonderzoeken
zullen worden gedaan, om ook dit in beeld te
brengen. Dit is afhankelijk van de noodzaak
en kosten.
Kwetsbaarheid
Zoals vermeld bij de doelen kan kwetsbaarheid
betrekking hebben op het (afval)water systeem
en op (het beheer door) de organisaties.
Beide worden globaal gemonitord door
evaluaties van uitgevoerde projecten. Evenals
bij kwaliteit wordt voor de projecten bekeken
of de beoogde voordelen daad werkelijk zijn
uitgekomen (enkele jaren na uitvoering/
implementatie, op het moment dat de
voordelen zichtbaar zouden moeten zijn).
TAAK 2.0waterwinst
12 waterwinst
TAAK 2.0waterwinst
Toel
icht
ing
De landelijke
mijlpalen in Twente
Minimaal een keer per jaar vindt
er bestuurlijk overleg plaats tussen
de waterwethouder van de gemeente
en een dagelijks bestuurslid van het
waterschap. Hiermee voldoet Twente
aan de eerste mijlpaal en vormen
wethouder en dagelijks bestuurslid
het duo van bestuurlijke trekkers
Met de ondertekening van Waterwinst
TAAK 2.0 zijn er afspraken gemaakt
over de vorm van structurele samen-
werking tussen gemeenten en
waterschap en de uitvoering van de
operationele taken.
Via het monitoren van de inspan-
ningen zal blijken dat eind 2012 in
meer dan 75% van de zuiverings-
kringen effectief en doelmatig wordt
samengewerkt in integrale investerings-
programma’s en de uitvoering van
operationele taken in de afvalwater-
keten en bij de advisering van besturen
van gemeenten en waterschappen.
We
rkp
laat
s 1:
We
rkp
laat
s 2
:
We
rkp
laat
s 3
:
...
Info
rmat
ieu
itw
isse
len
/ke
nn
is d
ele
n
Ne
twe
rke
n
...
Twents Waternet(bestuurlijk platform)
Twents Waternet(ambtelijk platform)
College/DB
SSNT(shared services netwerk Twente)
AdviesgroepTwents Waternet
Organisatieschema Twents Waternet
14 waterwinst waterwinst 15
TAAK 2.0TAAK 2.0 waterwinstwaterwinst
De organisatie is gebaseerd op de bestaande
structuur van het Twents Waternet. Voor de
intensivering van de samenwerking worden kleine
aanpassingen gedaan. Centraal in de organisatie
staat het ambtelijke platform van het Twents
Waternet (TWN).
4. Organisatie
4.1 Bestuurlijk platformIn het bestuurlijk platform van het Twents
Waternet ontmoeten de bestuurders van de
14 Twentse gemeenten en het waterschap
elkaar. Dit platform komt tenminste een
keer per jaar bijeen.
De taken van het bestuurlijk platform zijn:
Aansturen en ondersteunen van het
ambtelijk platform;
Onderling afstemmen van het bestuurlijk
draagvlak bij en de besluitvorming door de
deelnemende organisaties;
Implementeren landelijke ontwikkelingen.
In het bestuurlijk platform worden ontwikke-
lingen en actuele beleidsvraagstukken
binnen de afvalwaterketen besproken. Ieder
jaar worden in ieder geval de volgende twee
agendapunten behandeld:
Het monitoring- en evaluatierapport dat
jaarlijks door het ambtelijk platform wordt
ingediend;
De (actie)plannen voor het komende jaar,
die ter goedkeuring door het ambtelijk
platform worden voorgelegd.
4.2 Ambtelijk platformHet ambtelijk platform Twents Waternet
(TWN) bestaat uit beleids- en beheermede-
werkers van de 14 Twentse gemeenten en
het waterschap. Zij komen tenminste twee
keer per jaar samen voor regulier overleg.
Daarnaast zijn er bijeenkomsten afhankelijk
van noodzaak en wenselijkheid.
De taken van het TWN zijn:
Bewaken doelen: kosten besparen,
kwaliteit verbeteren en kwetsbaarheid
verminderen;
Plannen ter goedkeuring voorleggen aan
het bestuurlijk platform;
Aansturen van de werkplaatsen en de
adviesgroep;
Rapporteren aan het bestuurlijk platform
over voortgang en resultaten;
Bestuurlijk afstemmen met de eigen
organisatie (door de individuele leden van
het ambtelijk platform);
Communiceren en uitdragen van de visie,
voortgang en resultaten van het Twents
Waternet in de eigen organisatie en
partijen binnen hun beheergebied.
Het doel van TWN-bijeenkomsten is:
Invulling geven aan bovenstaande taken;
Uitwisseling van kennis, ervaring en
netwerken;
Het presenteren, bediscussiëren en beoor-
delen van de resultaten van de werkplaatsen;
Bespreken van knelpunten en genereren
van oplossingen;
Opdrachtformulering voor werkplaatsen
Landelijke ontwikkelingen bespreken.
Het ambtelijk platform wordt geraadpleegd
over (vervolg)stappen van een werkplaats.
Het platform is ook een “lanceerplatform”.
Initiatieven voor concrete samenwerking
kunnen vanuit het platform komen.
16 waterwinst
TAAK 2.0TAAK 2.0 waterwinstwaterwinst
waterwinst 17
4.3 AdviesgroepDe adviesgroep is de verbindende factor
tussen de werkplaatsen en het ambtelijk/
bestuurlijk platform en de werkplaatsen
onderling.
De taken van de adviesgroep zijn:
Voorbereiden van de bijeenkomsten van
het Twents Waternet, zowel bestuurlijk als
ambtelijk, door het opstellen van onder
andere het agendavoorstel, te bespreken
adviezen, voorstellen en keuzes, waaronder
de budgetverdeling voor de werkplaatsen.
Voortgangsbewaking en monitoring zoals
gesteld in hoofdstuk 3;
Toezien op de kwaliteit van de producten,
de kansrijkheid van initiatieven, de
afstemming tussen werkplaatsen en de
communicatie met de doelgroepen uit
hoofdstuk 6.
Opstellen van de monitoring-/
evaluatierapporten (jaarrapportage) en de
jaarprogramma’s, die door het ambtelijk
platform ter goedkeuring worden
ingediend bij het bestuurlijk platform;
De “bedrijfsvoering” en secretariaat functie
van het Twents Waternet.
In de adviesgroep zijn een aantal leden van
het Twents Waternet vertegenwoordigd.
Van belang is dat de adviesgroep voldoende
gemeentelijke leden telt vanwege de nood-
zakelijke inbreng van het gemeentelijke
belang en de kennis van het gemeentelijke
besluitvormingsproces.
4.4 WerkplaatsenHet echte werk gebeurt in de werkplaatsen.
Hier vindt het “doen” en “innoveren” plaats
en worden de resultaten geboekt. De taak
van een werkplaats is om een onderwerp
van gemeenschappelijke aard - waar alle
leden van het Twents Waternet profijt van
zouden kunnen hebben - op te pakken en
uit te werken. Dit kan omvatten:
Uitwerken van een idee;
Onderzoek en/of haalbaarheidsstudie;
Uitvoering en implementatie;
Nazorg en evaluatie.
Na een positief haalbaarheidsonderzoek
wordt de uitvoering van een project voor-
bereid. Deze voorbereiding gebeurt door
de organisaties die daadwerkelijk aan het
project willen deelnemen. Dit gebeurt
buiten het Twents Waternet maar wel op
basis van de financiële verdeelsleutel uit dit
document (zie paragraaf 5.4 en bijlage B).
Toel
icht
ing
Inhoud van een werkplan
Aanleiding
Doel
Uitgangspunten
Werkwijze en werkzaamheden
Resultaten
Bijdrage aan de drie K’s
Organisatie
Planning en middelen
Communicatie
Voor de beoordeling van de
werkplannen zullen nog criteria
worden opgesteld.
waterwinst 19
TAAK 2.0TAAK 2.0 waterwinstwaterwinst
18 waterwinst
De pijler voor het goed functioneren van
een werkplaats is het werkplan. Het werk-
plan moet gebaseerd zijn op:
Doen en innoveren;
Het belang van alle leden van het Twents
Waternet;
Bijdragen aan de doelen (kosten, kwaliteit
en kwetsbaarheid, volgens hoofdstuk 2);
Samenwerking van de 4 O’s:
overheid, ondernemers, onderwijs en
onderzoeksinstellingen.
Werkzaamheden
In de werkplaatsen worden de kansrijke
thema’s geanalyseerd op haalbaarheid,
bijdragen aan het bereiken van de doelen
en eventuele nevenvoordelen. Werkplaatsen
ontwikkelen nieuwe werkwijzen en bouw-
stenen (handreikingen) en/of bevor deren dat
deze in gebruik worden genomen.
Werkwijze en samenwerking
De werkplaatsen kiezen zelf een werkwijze
die past bij het thema en de aard van de
samenwerking. Betreft het de uitwerking van
een innovatie dan worden ook de andere
3 O’s benaderd. Bij het verkennen van een
samenwerkingsverband tussen overheden
zal een andere samenstelling wenselijk zijn.
Resultaat
Het resultaat moet bijdragen aan het behalen
van de doelen en ambities. De resultaten
van werkplaatsen worden gedeeld in het
TWN. Uit het werkplaatsresultaat volgt veelal
een project voor samenwerking. Hieraan
kunnen alle leden van het Twents Waternet
of een aantal leden deelnemen. Vaak moet
voor een project een organisatievorm
worden gevonden.
Afhankelijk van de inhoud wordt de meest
geschikte organisatiewijze gekozen. Hierbij
wordt zoveel mogelijk aansluiting gezocht
bij bestaande structuren.
Communicatie
Iedere werkplaats heeft een trekker die de
werkgroep in beweging houdt en de voortgang
en de resultaten naar de adviesgroep en het
Twents Waternet communiceert. Zo worden
verkregen inzicht en kennis gedeeld en uit-
gedragen richting de eigen organisaties en
breder. De werkplaats reikt materiaal aan
voor de communicatie met de doelgroepen
uit hoofdstuk 6. De adviesgroep verzorgt
de communicatie op basis van deze
bouwstenen.
4.5 Financiële organisatieIn het volgende hoofdstuk wordt ingegaan
op de financiën van de samenwerking. De
(wijze van) besluitvorming daarover moet
werkbaar zijn voor de hierboven beschreven
organisatie. Tegelijkertijd behouden
gemeenten en waterschap zeggenschap
over de in te zetten middelen.
Dit gaat als volgt in zijn werk:
Het toegekende algemene budget
(niet projectgebonden) wordt door
het ambtelijk platform verdeeld onder
de werkplaatsen, op advies van de
adviesgroep.
Budgetaanvragen worden voorgelegd
aan de afzonderlijke besturen van de
deelnemende organisaties. Hiervoor
zorgen de leden van het ambtelijk
platform.
Onderling afstemming vindt (mede plaats
door (de leden van) het bestuurlijk platform;
Om middelen te kunnen inzetten moet
een werkplaats een plan indienen, waaruit
blijkt dat het een slimme investering is
in relatie tot de winstkans(en). Hierbij
concurreren de werkplaatsen met elkaar,
zodat de meest rendabele ideeën als
eerste worden opgepakt. Ook hierbij heeft
de adviesgroep een belangrijke adviesrol.
Voor uitvoering of implementatie van
projecten kunnen aanzienlijke middelen
nodig zijn. Gemeenten en waterschap
hebben ieder de keuze om wel of niet
mee te doen aan dergelijke concrete
projecten.
Om te voorkomen dat voor elk afzonderlijk
onderzoek of project over de (wijze van)
kostenverdeling moet worden besloten, zijn
in het volgende hoofdstuk de methoden
van kostenverdelingen vastgelegd.
20 waterwinst waterwinst 21
TAAK 2.0TAAK 2.0 waterwinstwaterwinst
De samenwerking is gericht op het besparen
van kosten. Hiervoor is meer vernieuwing en
optimalisatie nodig en die vereisen investeringen,
in de vorm van geld en inzet. Met andere woorden:
de kosten gaan voor de baten. Dit hoofdstuk
beschrijft de soorten kosten en de wijze waarop
de kosten worden verdeeld.
5. Financiën
Dit hoofdstuk bevat principe afspraken,
waaraan de deelnemende organisaties
zich conformeren door ondertekening
van Waterwinst TAAK 2.0. Zodoende wordt
voorkomen dat voor elk afzonderlijk project
opnieuw de (wijze van) kostenverdeling
moet worden bepaald.
Voor veel kosten geldt dat, als deze niet
door Twents Waternet gemaakt worden,
de individuele organisaties deze kosten zelf
moeten maken.
5.1 Soorten kostenEr wordt onderscheid gemaakt in de
volgende soorten kosten:
Algemene kosten
Dit zijn alle kosten voor de organisatie,
communicatie, onderzoeken, haalbaar-
heidsstudies en de initiatieffase van projecten.
Algemene kosten worden gemaakt voor alle
organisaties van het Twents Waternet.
Voorbereidingskosten
Dit zijn alle kosten voor de voorbereiding van
concrete projecten. Voorbereidingskosten
worden gemaakt ten behoeve van alle
organisaties die aan het betreffende project
deelnemen. Het opstellen van bestekken en
de aanbesteding van werken valt niet meer
onder de voorbereiding, maar onder de
uitvoeringskosten.
Uitvoerings- en exploitatiekosten
Dit zijn alle kosten voor de aanbesteding,
aanleg en implementatie van concrete
projecten, alsmede eventuele exploitatie-
kosten tijdens de gebruiksfase. Uitvoerings-
kosten worden gemaakt voor de organisaties
die aan het betreffende project deelnemen.
5.2 UitgangspuntenDe uitgangspunten voor de verdeling van
kosten zijn:
Gelijkwaardigheid van organisaties
Alle deelnemers dragen bij algemene kosten
en de projecten waaraan zij deelnemen.
Gelijkwaardigheid van inwoners
Niet specifiek toewijsbare kosten worden
tussen deelnemers verdeeld op basis van
inwoneraantal, zodat inwoners van Twente
een gelijke bijdrage leveren, ongeacht de
gemeente waarin zij woonachtig zijn.
Profijtbeginsel
Kosten die specifiek voor een deelnemer
worden gemaakt, komen ten laste van de
betreffende deelnemer.
Geen verrekening van uren
De deelnemende organisaties leveren tevens
een bijdrage door tijdbesteding van mede-
werkers. De kosten van deze tijdbesteding
worden niet verrekend.
Bijdrage van derden
In geval van bijdragen door derden worden
de kosten verdeeld na aftrek van die bijdragen.
Voor inwoners maakt het financieel niet
uit of zij bijdragen via de gemeente of via
het waterschap. Desondanks zijn er ook
afspraken gewenst over de verdeling tussen
waterschap en gemeenten. Uitgangspunt
hierbij is dat de bijdrage van inwoners voor
35% via het waterschap wordt verrekend en
voor 65% via de gemeente.
Toel
icht
ing
Voorbeeld: Grondwater gegevens-
verzameling en databeheer
In de werkplaats grondwater wordt
onderzoek gedaan naar mogelijkheden
voor gezamenlijk gegevensverzameling
en databeheer. De kosten die in deze
haalbaarheidsstudie worden gemaakt
vallen onder algemene kosten. Indien
deze haalbaarheidsstudie positief is, gaat
het project over in de voorbereiding. Het
wordt duidelijk wie aan het project wil
gaan deelnemen. De deelnemers gaan
voorbereidingskosten maken. Daarna
wordt een aanbestedingsdocument
voor uitbesteden van gegevensverza-
meling en databeheer opgesteld en na
aanbesteding vindt implementatie en
aanleg plaats. Afhankelijk van het aantal
meetpunten per organisatie is er sprake
van meer of minder kosten. Deze kosten
zijn specifiek te maken per deelne-
mende organisatie. Daarnaast blijft er
een generieke kostenpost, bijvoorbeeld
de aanschaf van de software die gebruik
gaat worden voor het databeheer.
22 waterwinst waterwinst 23
TAAK 2.0TAAK 2.0 waterwinstwaterwinst
Het aantal “inwoners” van het waterschap is
gelijk aan de som van de inwoneraantallen
van de deelnemende gemeenten.
5.3 Verdeling van algemene kostenHet Twents Waternet neemt initiatieven
en onderzoekt mogelijkheden om door
samenwerking kosten te besparen. Voor
de organisatie, initiatieven en onderzoeken
worden kosten gemaakt. Tenminste een
deel van de initiatieven moet uiteindelijk
tot besparingen leiden waarmee de
investeringen ruim worden terugverdiend.
In principe zijn deze projecten van belang
voor alle leden van het Twents Waternet.
Hiervoor geldt het uitgangspunt dat iedereen
meebetaalt naar rato van inwoneraantal,
ongeacht of de leden wel of niet zitting
hebben in een werkplaats. Dit houdt in
dat alle algemene kosten (organisatie,
onderzoeken en haalbaarheidsstudies)
worden verdeeld naar rato van inwoneraan-
tallen. De percentages staan in tabel 1
in bijlage B. De inwonersaantallen zijn
gebaseerd op 2010. De verdeelsleutel is
geldig tot en met 2014 en wordt niet
aan gepast aan verandering van inwoners-
aantallen gedurende deze periode.
Budgetverlening
Het TWN is budget coördinator voor de
algemene kosten. De werkplaatsen kunnen
via de adviesgroep bij het TWN budget voor
hun activiteiten aanvragen. De werkplaatsen
maken daartoe een werkplan met een
onderbouwing van het benodigde budget
en de mogelijke baten. Zoals aangegeven
in paragraaf 4.3 adviseert de adviesgroep
aan het TWN over het werkplan met name
op basis van bijdragen aan de doelen en
ambities (winstkans) van het initiatief.
Voor de algemene kosten wordt een vast
jaarlijks budget toegekend van € 150.000,-.
Een eventueel resterend budget aan het
eind van het jaar komt volgens dezelfde
verdeelsleutel toe aan de individuele orga-
nisaties. In bijlage D staat de begroting voor
de algemene kosten in 2012.
5.4 Verdeling voorbereidingskostenNadat de haalbaarheid en mogelijke winst-
gevendheid van een initiatief is vastgesteld
in een werkplaats, kan hiervoor een concreet
project worden gestart. Behalve winst-
gevendheid kunnen ook kwalitatieve
voor delen aanleiding zijn om een project te
starten. De voorbereiding is de eerste fase
van het project. Dan is of wordt ook bekend
welke organisaties aan het project willen
deelnemen. De kosten van de voorbereiding
worden op dezelfde wijze verdeeld als de
algemene kosten, maar alleen tussen de
organisatie die aan het project deelnemen.
In bijlage B is een voorbeeld gegeven van
de verdeling van deze kosten als enkele
gemeenten en het waterschap deelnemen
aan een project.
Toel
icht
ing
35% versus 65%
Zoals gezegd maakt het voor burgers
niet uit of de kosten via het water-
schap of de gemeente worden
verrekend. Een optie zou zijn om de
kosten gelijk te verdelen (50%-50%). Er
is gekozen voor een verdeling van 35%
versus 65%, mede rekening houdend
met de verschillende omvang van de
besparingsdoelen voor waterschap en
gemeenten.
5.5 Uitvoerings- en exploitatiekostenNa de voorbereiding van een project volgen
de eventuele aanbestedingsdocumenten en
aanbesteding, realisatie en exploitatiefase.
Vaak is onderscheid mogelijk tussen algemene
uitvoeringskosten en kosten voor een
specifieke deelnemer. Dergelijke algemene
projectkosten worden verdeeld op basis van
de verdeelsleutel (op gelijke wijze als voor -
bereidingskosten). De kosten die specifiek
voor een deelnemende organisatie worden
gemaakt komen ten laste van die deelnemer
(voor voorbeeld zie bijlage B). Ten behoeve
van deze kostenverdeling zal bij uit- of aan-
besteding van werken en diensten gevraagd
worden om een prijsspecificatie per deel-
nemende organisatie. Indien mogelijk en
van toepassing worden de specifieke kosten
tussen de deelnemende organisaties verdeeld
naar rato van de voordelen die de organisaties
met het project behalen. Voor de realisatie en
exploitatiefase zal een standaard contract-
vorm worden ontwikkeld (afsprakenmap),
die als basis dient voor het vastleggen van
de financiële afspraken voor het project.
Later instappen
In incidentele gevallen komt het voor dat
een organisatie later “instapt” in een project,
bijvoorbeeld als de voorbereidingsfase en
wellicht een deel van de uitvoeringsfase al
achter de rug is. In dat geval verstrekt deze
organisatie de volgende bijdragen:
Een percentage van de algemene en
voorbereidingskosten, conform verdeel-
sleutel in voorgaande paragrafen;
De eventuele meerkosten voor het “later
instappen”;
De prijs van de specifieke onderdelen van
de betreffende deelnemer.
Door de bijdrage aan de algemene en voor-
bereidingskosten daalt het aandeel voor de
andere deelnemers en kunnen zij een deel
van hun bijdrage terugontvangen.
Uitstappen
Indien een deelnemende organisatie besluit
om uit een project te stappen, dan verstrekt
deze organisatie de volgende bijdragen:
De afgesproken of berekende bijdragen
aan de al gemaakte kosten;
De afgesproken of berekende bijdragen aan
de al aangegane verplichtingen, plus de
eventuele meerkosten minus de eventuele
minderkosten van het “uitstappen”.
Door het uitstappen stijgt het aandeel in de
nog te maken algemene kosten voor de
andere deelnemers.
Uitbesteding aan een van de TWN-
organisaties
Het is ook mogelijk dat diensten of werken
niet worden uitbesteed aan derden, maar
aan een van de deelnemende organisaties.
Voor deze gevallen geldt in principe
dezelfde wijze van kostenverdeling.
De bijdragen komen ten goede aan de
organisatie die de uitvoering voor haar
rekening neemt. Het is niet de bedoeling
dat de uitvoerende organisatie hierop winst
maakt, maar dat de kosten op basis van
kostprijs worden vergoed. In dat geval komt
ook de tijdbesteding door deze organisatie
in aanmerking voor vergoeding.
5.6 Verdeling kosten met andere organisatiesIndien ook bedrijven en/of de andere 3
O’s aan een project deelnemen moeten
projectspecifieke afspraken worden
gemaakt voor de kostenverdeling. In deze
gevallen worden afspraken gemaakt over
de verdeling tussen het “Twents Waternet”
enerzijds en de overige deelnemers
anderzijds. Daarna wordt het aandeel
van “Twents waternet” verdeeld onder de
individuele gemeenten en het waterschap
conform voorgaande paragrafen.
24 waterwinst waterwinst 25
TAAK 2.0TAAK 2.0 waterwinstwaterwinst
Om de doelen en ambities te bereiken is inzet,
enthousiasme, betrokkenheid en draagvlak nodig.
Dat geldt voor de bestuurders en ambtenaren,
maar ook voor de andere 3 O’s.
En er moet draagvlak zijn bij inwoners en bedrijven.
Communicatie moet hieraan bijdragen. Daarnaast
is communicatie nodig om de samenwerking en
activiteiten goed te laten verlopen.
6. Communicatie6.1 DoelgroepenDe doelgroepen waarmee het Twents
Waternet wil communiceren zijn:
Burgers en bedrijven
De partijen waar we het allemaal voor
doen zijn de burgers en bedrijven. Door open
en helder te communiceren moeten we
(h)erkenning en waardering voor de aanpak
zien te verkrijgen. Zij zijn uiteindelijke dege-
nen die moeten kunnen profiteren van de
verbeteringen.
Onderwijs, onderzoeksinstellingen
en ondernemers
Om de medewerking van de andere 3 O’s
te verkrijgen is communicatie met deze
organisaties nodig. Zij moeten tenminste op
de hoogte zijn van de activiteiten.
Collega’s
Samenwerken lukt niet zonder inzet,
enthou siasme en betrokkenheid van
de mede werkers van de deelnemende
organisaties. Door te laten zien wat er aan
voortgang en resultaat wordt geboekt zal de
populariteit voor initiatieven, de deelname
aan werkplaatsen en de bereidheid tot
medewerking toenemen.
Bestuurders en managers
De derde doelgroep zijn de bestuurders en
managers van de deelnemende organisaties.
Zij moeten goed betrokken worden, opdat
ze optimale keuzes kunnen maken.
Landelijke beleidsmakers
Hiermee wordt ingezet op erkenning en
waardering van de beleidmakers voor de
samenwerking in de afvalwaterketen in
Twente. We willen uitdragen wat onze bij-
drage is aan het behalen van de landelijke
doelstellingen.
De communicatie met deze groepen heeft
de volgende doelen:
Draagvlak creëren bij burgers, bedrijven,
collega’s, bestuurders en managers;
Verantwoording afleggen aan bestuurders
en landelijke beleidsmakers;
Bekendheid en daardoor ook medewerking
van burgers, bedrijven en instellingen;
Afstemming en vlotte organisatie (interne
communicatie).
6.2 Waarover te communicerenDe inhoud van de communicatie kent vier
aspecten, te weten:
Algemeen
Op beperkte schaal wordt bekendheid
gegeven aan de samenwerking, de visie,
aanpak, voortgang en resultaten van het
geheel. Hiertoe behoren ook de resultaten
van de monitoring. De informatie is relevant
voor alle doelgroepen.
26 waterwinst
TAAK 2.0waterwinst
waterwinst 27
TAAK 2.0waterwinst
Projecten
Onderdeel van elk project is de communicatie
over het project. De doelgroepen kunnen
per project verschillen, maar zal met name
zijn gericht op burgers en bedrijven.
Interne communicatie
Omwille van afstemming, controle en aan -
sturing wordt gecommuniceerd met en
tussen werkplaatsen, adviesgroep, bestuurlijk
en ambtelijk platform en de aan TWN deel-
nemende organisaties. Deze communicatie
is daarmee gericht op collega’s, bestuurders
en managers.
Participatie
De communicatie kan ook gericht zijn op
het leren kennen van de ideeën en behoeften
van inwoners, bedrijven of andere betrokkenen.
Dit kan onderdeel zijn van alle drie voor-
gaande communicatieaspecten.
6.3 AanpakVoor de communicatie wordt in 2012 een
communicatieplan opgesteld. Dit gebeurt
door of met ondersteuning van enkele
communicatiemedewerkers van gemeenten
of waterschap. In dit plan worden de com-
municatiedoelen en -middelen uitgewerkt.
De voorlopige uitgangspunten zijn:
De adviesgroep coördineert de
communicatie. Voor advies en
uitvoering wordt gebruik gemaakt van
communicatiemedewerkers van de
deelnemende organisaties;
De werkplaatsen leveren het materiaal
voor de projectcommunicatie;
De communicatie met burgers
en bedrijven gebeurt via de eigen
organisaties.
28 waterwinst waterwinst 29
TAAK 2.0TAAK 2.0 waterwinstwaterwinst
7. PlanningDe planning is gericht op het waarmaken
van de ambities uit paragraaf 2.3:
Eind 2012 wordt effectief en doelmatig
samengewerkt tussen de Twentse
gemeenten en het waterschap, conform
bovenstaande strategie en principes;
Eind 2013 is ook de samenwerking van de
overheden met de andere 3 O’s van de
grond gekomen;
Eind 2014 zijn de mogelijke verbeteringen
die volgen uit het jaarprogramma 2012
geïmplementeerd;
Eind 2017 is ongeveer de helft van het
besparingsdoel bereikt;
Eind 2020 is het besparingsdoel volledig
bereikt.
7.1 Prioriteit van winstkansenIn theorie zijn er vele mogelijkheden voor
samenwerking en optimalisatie. Deze kunnen
niet allemaal tegelijk worden opgepakt.
Gezien de ambities is het belangrijk dat de
meest kansrijke mogelijkheden als eerste
worden verkend. Een van de belangrijkste
activiteiten in 2012 is het bepalen welke
winstkansen de hoogste prioriteit hebben
via een winstkansenonderzoek. De prioriteit
wordt bepaald aan de hand van de volgende
kenmerken:
Omvang van de (mogelijk) te behalen winst;
Kans op succes / haalbaarheid (kans dat
de winst gerealiseerd wordt);
Eenvoud van realisatie;
Snelheid waarmee resultaten er komen
(vanaf wanneer levert het wat op);
Concreetheid van de kans;
Benodigde investeringen;
Zichtbaarheid en meetbaarheid van
resultaten.
In het onderzoek wordt geïnventariseerd
wat voor mogelijkheden er zijn en hoe die
(globaal) scoren op bovenstaande kenmerken.
Op basis daarvan wordt bepaald welke
mogelijke kansen als eerste opgepakt moeten
worden. De resultaten van het onderzoek
zijn de basis voor het jaar programma voor
2013.
7.2 Jaarprogramma’sJaarlijks wordt een actieprogramma
opgesteld. Deze wordt voorgelegd aan
het bestuurlijk platform en mede gebruikt
als budgetaanvraag. In het jaarprogramma
wordt tenminste het volgende opgenomen:
de uit te voeren activiteiten/projecten;
per activiteit/project een korte omschrijving;
per activiteit/project de tijdplanning (start-/
eindmaand per fase);
per activiteit/project de verwachte kosten.
Jaarprogramma 2012In bijlage C is het jaarprogramma 2012
opgenomen. De activiteiten in 2012 zijn:
Algemeen Samenstellen adviesgroep
Opstellen en opstarten TAAK 2.0
Start/coördinatie geïntensiveerde samen-
werking
Nulmeting monitoring
Onderzoek naar omvang en prioriteit winst-
kansen
Opstellen communicatieplan
Opstellen afsprakenmap1)
Opstellen beoordelingscriteria (en format)
voor werkplannen
Opstellen jaarrapport 2012 (monitoring en
evaluaties) 2)
Opstellen jaarprogramma 2013.
1) Akkoord tussen gemeente en waterschap over
thema’s die niet meer vergunningplichtig zijn. Het
wordt een soort standaard document met modules.
2) Monitoring en evaluaties zullen in dit eerste jaar
(2012) nog beperkt zijn.
Toel
icht
ing
Voorbeelden uit het
Bestuursakkoord Water
Ook in het Bestuursakkoord Water
staan voorbeelden van mogelijkheden
voor samenwerking en kostenbespa-
ring. Enkele zijn: het opzetten van een
gezamenlijke uitvoeringsorganisatie, het
efficiënt meten, verzamelen en ontslui-
ten van informatie, gezamenlijke inkoop,
gezamenlijke programma’s voor kennis
en onderzoek, versterkte samenwerking
op het gebied van vergunningverlening
en handhaving, het gezamenlijk hef-
fen en invorderen van belastingen, het
investeren in menselijk kapitaal en het
op elkaar afstemmen van investerings-
programma’s. Ook deze voorbeelden
worden betrokken in het onderzoek naar
winstkansen.
waterwinst 31
TAAK 2.0TAAK 2.0 waterwinstwaterwinst
30 waterwinst
Werkplaatsen Verkennen en onderzoeken haalbaarheid
van het gezamenlijk beheren en
onderhouden van gemalen (werkplaats
Gemalenbeheer);
Bepalen haalbaarheid van het gezamenlijk
inkopen en gebruiken van neerslag gegevens
(werkplaats Monitoren neerslaggegevens);
Bepalen animo voor deelname aan de
drie mogelijke gezamenlijke activiteiten
m.b.t. inspectiegegevens (is vervolg van
resultaten Werkplaats Inspectiegegevens);
Uitwerken van ideeën voor kosten efficiënte
aanpak stedelijke wateropgaven (werkplaats
Stedelijke Wateropgave en klimaatadaptie);
Verkennen en bepalen haalbaarheid van
gezamenlijk beheren en gebruiken van de
meetgegevens van grondwatermeetnetten
( werkplaats Gezamenlijk grondwatermeet-
netbeheer)
Implementatie van de twee “bouwstenen”
voor waterloketten (is resultaat van werk-
plaats Waterloket)
en mogelijk: Maken inventarisatietool voor bepalen
haalbaarheid van warmtewinning uit (riool)
water (werkplaats Water en energie);
Starten ontwikkelen “gereedschapskist”
voor de vragen over decentrale behandeling
afvalwater en nieuwe sanitatie (werkplaats
Decentrale afvalwatersystemen).
De kosten en tijdplanning van de activiteiten
staan in bijlage C. Het jaarprogramma voor
2013 wordt opgesteld nadat de resultaten
bekend zijn van het onderzoek naar de
winstkansen.
7.3 WerkplannenZoals vermeld in paragraaf 4.4 maken de
werkplaatsen een werkplan, dat mede wordt
gebruikt voor de aanvraag van financiële
middelen. Het plan geeft aan waarom een
project wenselijk is en wat de winstkansen zijn.
Vaak zijn in de ideeënfase nog geen schat-
tingen mogelijk van de winstkansen en
benodigde investeringen, waardoor geen
budget toegekend zou kunnen worden.
Meestal is dit geen probleem omdat voor
de eerste verkenning geen externe kosten
gemaakt hoeven worden (alleen ambtelijke
tijdbesteding). In de gevallen waar externe
hulp noodzakelijk is kan een budget beschik-
baar worden gesteld om een werkplan op
te stellen.
32 waterwinst
TAAK 2.0TAAK 2.0 waterwinstwaterwinst
waterwinst 33
Literatuur[1] VROM, IPO, Vewin, VNG en Unie van Waterschappen - Bestuursakkoord Waterketen 2007, 5 juli 2007.
[2] Twente gemeenten en waterschap Regge en Dinkel - Twents Kansenboek Ketenoptimalisatie, 2009.
[3] Ministerie van Infrastructuur en Milieu, IPO, Vewin, VNG en Unie van Waterschappen - Bestuursakkoord Water 2011, 23 mei 2011.
BijlagenBijlage A Afkortingen 34
Bijlage B Kostenverdeling 34
Bijlage C Jaarprogramma 36
Bijlage D Begroting 38
34 waterwinst waterwinst 35
TAAK 2.0TAAK 2.0 waterwinstwaterwinst
Bijlage A - AfkortingenBW Bestuursakkoord Water
IPO Interprovinciaal Overleg
OAS Optimalisatie AfvalwaterSysteem
SSNT Shared Service Netwerkt Twente
TAAK Twents AfvalwaterAKkoord
TKK T wents Kansenboek
Keten optimalisatie
TWN Twents Waternet / Ambtelijk
platform Twents Waternet
UvW Unie van Waterschappen
Vewin Vereniging van waterbedrijven
in Nederland
VNG Vereniging van Nederlandse
Gemeenten
VROM Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer
Alm Gemeente Almelo
Bor Gemeente Borne
Dini Gemeente Dinkelland
Ens Gemeente Enschede
Haa Gemeente Haaksbergen
Hel Gemeente Hellendoorn
Hen Gemeente Hengelo
Hof Gemeente Hof van Twente
Los Gemeente Losser
Old Gemeente Oldenzaal
Rij Gemeente Rijssen-Holten
Twe Gemeente Twenterand
Tub Gemeente Tubbergen
Wie Gemeente Wierden
WRD Waterschap Regge en Dinkel
Bijlage B - KostenverdelingIn deze bijlage staat de kostenverdeelsleutel voor algemene kosten
en voorbeelden voor de verdeling van voorbereidingskosten en
uitvoerings-/exploitatiekosten, zoals beschreven in hoofdstuk 5.
Verdeelsleutel algemene kosten
Algemene kosten (zie paragraaf 5.3) worden verdeeld op basis van
inwoneraantallen. Hiervan wordt 35% verrekend via het waterschap
en 65% via de gemeenten.
Voorbeeld verdeling voorbereidingskosten
Als alleen enkele gemeenten en het waterschap aan een project deelnemen,
dan worden de kosten als volgt verdeeld:
In dit voorbeeld is ervan uitgegaan dat de deelname van het waterschap alleen de afval-
watersystemen van de deelnemende gemeenten betreft (ook 406.000 inwoners). Als de
deelname van het waterschap haar hele beheergebied betreft, dan is haar aandeel naar rato
groter, als volgt:
Dit laatste geldt niet voor gemeenten in geval van maatregelen met een effect beneden-
strooms.
Voorbeeld verdeling uitvoerings-/exploitatiekosten
Als alleen het waterschap en de gemeenten Almelo en Enschede een project gezamenlijk
uitvoeren, dan worden de kosten als volgt verdeeld, op basis van prijsspecificatie van de
leverancier/aannemer:
Algemene projectkosten: verdeling volgens percentages (zie paragraaf 5.4);
Prijs onderdelen Almelo: 100% ten laste van Gemeente Almelo;
Prijs onderdelen Enschede: 100% ten laste van Gemeente Enschede;
Prijs onderdelen WRD: 100% ten laste van Waterschap Regge en Dinkel.
Organisaties Inwoners AandeelGemeenten 623.000 65,00%
Waterschap 623.000 35,00%
Organisaties Inwoners Aandeel
Gemeente Almelo 72.500 7,56%
Gemeente Borne 21.500 2,24%
Gemeente Dinkelland 26.000 2,71%
Gemeente Enschede 157.000 16,38%
Gemeente Haaksbergen 24.500 2,56%
Gemeente Hellendoorn 36.000 3,76%
Gemeente Hengelo 80.500 8,40%
Gemeente Hof van Twente 35.500 3,70%
Gemeente Losser 22.500 2,35%
Gemeente Oldenzaal 32.000 3,34%
Gemeente Rijssen-Holten 37.000 3,86%
Gemeente Tubbergen 21.000 2,19%
Gemeente Twenterand 33.500 3,50%
Gemeente Wierden 23.500 2,45%
Totaal gemeenten 623.000 65,00%
Waterschap 623.000 35,00%
Organisaties Inwoners Deelname AandeelGemeenten 623.000 deels 65,00%
Waterschap 623.000 deels 35,00%
Organisaties Inwoners Deelname Aandeel
Gemeente Almelo 72.500 Ja 11,61%
Gemeente Borne 21.500 - 0,00%
Gemeente Dinkelland 26.000 - 0,00%
Gemeente Enschede 157.000 Ja 25,14%
Gemeente Haaksbergen 24.500 Ja 3,92%
Gemeente Hellendoorn 36.000 - 0,00%
Gemeente Hengelo 80.500 - 0,00%
Gemeente Hof van Twente 35.500 Ja 5,68%
Gemeente Losser 22.500 Ja 3,60%
Gemeente Oldenzaal 32.000 - 0,00%
Gemeente Rijssen-Holten 37.000 Ja 5,92%
Gemeente Tubbergen 21.000 - 0,00%
Gemeente Twenterand 33.500 Ja 5,36%
Gemeente Wierden 23.500 Ja 3,76%
Totaal gemeenten 623.000 406.000 65,00%
Waterschap 623.000 406.000 35,00%
Organisaties Inwoners Deelname AandeelTotaal gemeenten 623.000 406.000 46,29%
Waterschap 623.000 623.000 53,71%
Tabel 1
Verdeelsleutel algemene kosten
Tabel 2
Voorbeeld verdeling voorbereidingskosten
* In dit eerste jaar 2012 zijn de monitoring en projectevaluaties nog beperkt van omvang, waardoor de jaarrapportage minder uitgebreid zal zijn dan in de hierna volgende jaren.
36 waterwinst waterwinst 37
TAAK 2.0TAAK 2.0 waterwinstwaterwinst
Onderzoek naar winstkansen
Doel van het onderzoek is om te bepalen
welke activiteiten als eerste opgepakt moeten
worden, om zodoende tijdig resultaten
te kunnen boeken, zoals beschreven in
paragraaf 7.1 van het Taak 2.0 rapport. De
resultaten moeten tijdig beschikbaar zijn
voor het opstellen van het jaarprogramma
voor 2013. Het onderzoek wordt uitgevoerd
door de adviesgroep of een nog te starten
werkplaats.
Het beoogde resultaat per november 2012 is:
Lijst van mogelijke winstkansen met prioriteit
(conform paragraaf 7.1). Deze lijst zal
leiden tot de definiëring van nieuwe
werkplaatsen.
Werkplaats Gemalenbeheer
Het doel van deze werkplaats is het onder-
zoeken of er optimalisatiemogelijkheden
zijn voor het gezamenlijk beheren en onder-
houden van rioolgemalen.
Het beoogde resultaat per december 2012 is:
Verkennend onderzoek dat aangeeft of
gezamenlijk gemalenbeheer in Twente
wenselijk is en of de voorbereiding
daarvan wel/niet moet worden opgestart.
Werkplaats Water en energie
Deze werkplaats richt zich op warmte-
winning uit (riool)water. Resultaat wordt het
leveren van een inventarisatietool die het voor
overheden eenvoudiger moet maken om
de haalbaarheid te toetsen voor warmte-
winning uit (riool)water. Het werkplan moet
nog aan het TWN worden voorgelegd.
Het beoogde resultaat per december 2012 is:
Inventarisatietool gereed voor gebruik
Werkplaats Monitoren neerslaggegevens
Het doel is de mogelijkheden voor
gezamenlijke inkoop van neerslaggegevens
en het onderhoud ervan te onderzoeken.
Hiermee wordt bespaard op individuele
aanschaf van regenmeters, het onderhoud
hiervan en mogelijk een betere kwaliteit van
de gegevens.
Het beoogde resultaat per december 2012 is:
Verkennend onderzoek dat aangeeft of
het gezamenlijk inkopen en beheren van
neerslaggegevens voordelen oplevert en
haalbaar is.
Werkplaats Inspectiegegevens, databeheer,
beoordeling en aanpak
De werkplaats heeft geresulteerd in drie
samenwerkingsactiviteiten:
Gezamenlijk verwerken en beoordelen
inspectiegegevens
‘Moeder’-bestek inspecteren/reinigen
riolering
Operationeel beheer en onderhoudsplan
riolering
Per voorstel verschillen de vervolgstappen
in taken voor een volgende werkplaats en/
of nieuwe projecten.
Het beoogde resultaat per oktober 2012 is:
Keuze aan welke van de drie voorstellen
vervolg wordt gegeven en besluit van
alle gemeenten of ze wel/niet aan een
voorstel deelnemen.
Werkplaats Decentrale afvalwatersystemen
De werkplaats wil een soort “gereedschaps-
kist” ontwikkelen voor veel gestelde vragen
over decentrale behandeling van afvalwater
en nieuwe sanitatie.
Het beoogde resultaat per december 2012 is:
Gereedschapskist gereed voor gebruik
Werkplaats Stedelijke Wateropgave
en klimaatadaptie
Het doel van deze werkplaats is om
gezamen lijk ideeën te genereren om een
doelmatige en kostenefficiënte invulling
te geven aan de stedelijke wateropgaven.
De meest kansrijke ideeën worden door
één of twee gemeenten, samen met het
waterschap uitgewerkt. Er zijn een aantal
ideeën verkend die worden uitgewerkt. De
volgende ideeën zijn geïnventariseerd:
inzicht in interactie riolering en
oppervlaktewater;
verkenning van “laaghangend fruit”
bijvoorbeeld wateroverlast voorkomen
door beter beheer en onderhoud;
opstellen definitie van wateroverlast,
vaststellen normen en berekeningswijzen;
toepassen risicomanagement;
collectief inkopen en uitbesteden;
doelmatig inzicht in de klimaateffecten en
mogelijke oplossingen.
Het beoogde resultaat per december 2012 is:
Per idee een plan van aanpak met daarin
de resultaten van de verkenning, een
inschatting van de haalbare voordelen in
relatie tot de benodigde investeringen en
de slagingskans.
Werkplaats Gezamenlijk grondwater-
meetnetbeheer
In deze werkplaats wordt onderzoek
gedaan naar de mogelijkheden om tot
een gemeenschappelijk databeheer van
gemeentelijke grondwatermeetnetten
te komen. Ook is de focus gericht op
gemeenschappelijk beschikbaar stellen van
meetgegevens.
Het beoogde resultaat per december 2012 is:
Verkennend onderzoek dat aangeeft of
gezamenlijke grondwatermeetnetten
haalbaar en voordelig zijn, alsmede een
plan van aanpak voor de benodigde
voorbereidingen.
Werkplaats Waterloket
De werkplaats waterloket heeft geresulteerd
in twee bouwstenen: een basistekst die elke
organisatie uniek moet maken voor zijn
eigen situatie om vervolgens op de eigen
website te kunnen plaatsen. De tweede
bouwsteen beschrijft het proces voor
wanneer een vraag of melding over water
en riolering bij een overheid binnen komt,
hoe de overheid hier dan mee omgaat.
De werkplaats is tot eind 2012 actief als
Helpdesk voor organisaties die met de
implementatie van het waterloket aan het
werk gaan.
Het beoogde resultaat per december 2012 is:
Implementatie bij tenminste enkele
organisaties.
Bijlage C - JaarprogrammaIn deze bijlage staat het programma voor 2012. Dit is het eerste jaar waarin de samenwerking wordt geïntensiveerd
volgens TAAK 2.0. Het jaarprogramma is hieronder in tabelvorm weergegeven. Onder de tabel staan de korte toelich-
tingen per werkplaats. De activiteiten van de adviesgroep zijn beschreven in de hoofdtekst van dit rapport (TAAK 2.0).
Tabel 3
Jaarprogramma 2012
Activiteit Uitvoerende Start Eind Raming 2012 Plan Trekker Werkplaatsleden
Samenstellen adviesgroep TWN juni 2012 nvt 0 - Ens
Opstellen en opstarten TAAK 2.0 Adviesgroep jan 2012 apr 2012 15.000,- -
Coördinatie Adviesgroep mrt 2012 -
0,-
Ja, dit rapport
Rapportage 2012 * Adviesgroep dec 2012 jan 2013
Opstellen jaarprogramma 2013 Adviesgroep nov 2012 dec 2012
Onderzoek winstkansen te starten werkplaats mei 2012 nov 2012 30.000,-
Nulmeting monitoring Adviesgroep jun 2012 okt 2012 10.000,-
Opstellen beoordelings-criteria PvA werkplaats
Adviesgroep jun 2012 jul 2012
0,-Format PvA werkplaats Adviesgroep jun 2012 jul 2012
Opstellen afsprakenmap Adviesgroep juni 2012 okt 2012 ?
Opstellen communicatieplan Adviesgroep mei 2012 jul 2012 5.000,-
Bepalen haalbaarheid gezamenlijk gemalenbeheer
Werkplaats gemalenbeheer
2011 dec 2012 -PM- ? DinAlm, Bor, Din, Haa, Hof,
Los, Rij, Twe, Tub, Wie
Maken inventarisatietool voor bep. haalbaarheid warmtewinning
Werkplaats water en energie
2011 dec 2012 30.000,- nog niet LosLos, Wrd, Ens, Alm, Rij,
Twe
Bepalen haalbaarheid gezamenlijk inkopen en gebruiken neerslaggeg.
Werkplaats monitoren neerslaggegevens
2011 dec 2012 0,- ? Haa Bor, Ens, Haa, Los, Wie
Bepalen animo voor 3 gezamenl. acitiviteiten inspectiegegevens
Werkplaats inspectiege-gevens,
2011 okt 2012 0,- ? BorBor, Wrd, Haa, Los, Wie,
Hel, Twe, Ens, Alm
Ontwikkelen “gereedschapskist” voor vragen over decentrale behandeling afvalwater en nieuwe sanitatie
Werkplaats decentrale afvalwatersystemen
2011 dec 2012 -PM- ? Alm Alm, Ens, Haa, Los, Rij
Uitwerken ideeën voor kostenefficiënte aanpak stedelijke wateropgaven
Werkplaats stedelijke wateropgave en klimaat-adaptie
2011 dec 2012 40.000,- ? WrdBor, Ens, Haa, Hel, Los,
Old, Rij, Twe, Tub
Bepalen haalbaarheid gezamenlijk gebruiken grondwatermeetnetten
Werkplaats grondwater-meetnet
2011 dec 2012 6.000,- ? WrdAlm, Ens, Hel, Hof, Tub,
Wrd
Handreiking Waterloket Werkplaats waterloket juni 2011 dec 2012 0,- ja Wrd Ens, Hel, Wrd
38 waterwinst waterwinst 39
TAAK 2.0TAAK 2.0 waterwinstwaterwinst
Organisaties Inwoners Deelname Aandeel
Gemeente Almelo 72.500 7,56% € 11.346
Gemeente Borne 21.500 2,24% € 3.365
Gemeente Dinkelland 26.000 2,71% € 4.069
Gemeente Enschede 157.000 16,38% € 24.571
Gemeente Haaksbergen 24.500 2,56% € 3.834
Gemeente Hellendoorn 36.000 3,76% € 5.634
Gemeente Hengelo 80.500 8,40% € 12.598
Gemeente Hof van Twente 35.500 3,70% € 5.556
Gemeente Losser 22.500 2,35% € 3.521
Gemeente Oldenzaal 32.000 3,34% € 5.008
Gemeente Rijssen-Holten 37.000 3,86% € 5.791
Gemeente Tubbergen 21.000 2,19% € 3.287
Gemeente Twenterand 33.500 3,50% € 5.243
Gemeente Wierden 23.500 2,45% € 3.678
Totaal gemeenten 623.000 65,00% € 97.500
Waterschap 623.000 35,00% € 52.500
Totaal per jaar 100,00% € 150.000
Tabel 4
Schatting algemene kosten 2012 - 2014
Bijlage D - Begroting
Algemene kosten
Voor de periode 2012 t/m 2014 worden de algemene kosten van de samenwerking geschat op € 150.000 per jaar
exclusief BTW. Dit betekent dat leden van het Twents Waternet hiervoor het volgende jaarlijkse budget moeten
reserveren:
Colofon
Waterwinst TAAK 2.0
Beschrijving van de Twentse wijze van samenwerking in de afvalwaterketen
document: 12.0011/4
versie: definitief
datum: 9 mei 2012
projectnummer: Wrd003
opdrachtgever: Twents Waternet
adviesgroep: Aart Koers (Gemeente Oldenzaal)
Gerard ten Bolscher (Gemeente Rijssen -Holten)
Karel Frühling (Gemeente Haaksbergen)
Marcel Roordink (Gemeente Almelo)
Rik Meijer (Gemeente Enschede)
Rob Heukels (Gemeente Hengelo)
Robert Middelhuis (Gemeente Losser)
Jeroen Buitenweg (Waterschap Regge en Dinkel)
Jos Jogems (Waterschap Regge en Dinkel)
auteurs: Marlies Dekkers, Arjan Messelaar (Broks-Messelaar Consultancy)
begeleiding: Marlies Dekkers (Broks-Messelaar Consultancy)
ontwerp en opmaak DeNK. creatieve vrijdenkers, Almelo
druk Lulof druktechniek, Almelo
Projectkosten
Er zijn nog geen kosten begroot voor de voorbereiding, uitvoering of implementatie van
specifieke projecten. Zodra dit het geval is wordt een budgetaanvraag voorgelegd aan de
besturen van de individuele organisaties die kiezen voor deelname aan het project.
De bestedingen in 2012 worden als volgt ingeschat:
Opstellen en opstarten TAAK 2.0 € 15.000
Onderzoek naar omvang en prioriteit winstkansen € 30.000
Nulmeting monitoring € 10.000
Communicatie € 5.000
Werkplaats Water en energie € 30.000
Werkplaats Monitoren neerslaggegevens € 0
Werkplaats Inspectiegegevens, databeheer, beoordeling en aanpak € 0
Werkplaats Stedelijke Wateropgave en klimaatadaptie € 40.000
Werkplaats Gezamenlijk grondwatermeetnetbeheer € 6.000
Werkplaats Waterloket € 0 +
Totaal 2012 exclusief PM € 136.000
Werkplaats Gemalenbeheer € pm
Werkplaats Decentrale afvalwatersystemen € pm
Overigen / afronding € pm +
Totaal 2012 € 150.000
Top Related