Download - Waarom lees ik de tekst? · 2019. 11. 5. · Lees de uitleg hierna en lees de tekst. Maak dan de vragen. Wat moet je weten? Tijdens het lezen stel je jezelf allerlei vragen. Dat gebeurt

Transcript
Page 1: Waarom lees ik de tekst? · 2019. 11. 5. · Lees de uitleg hierna en lees de tekst. Maak dan de vragen. Wat moet je weten? Tijdens het lezen stel je jezelf allerlei vragen. Dat gebeurt

REMEDIEERBLAD | BLOK 1, STRATEGIE 1 | GROEP 6

Waarom lees ik de tekst?

Wat ga je doen?

Je gaat de strategie Waarom lees ik de tekst? nog eens oefenen.Lees de uitleg hierna. Maak dan de vragen. Lees de teksten nog niet.

Wat moet je weten?

Je leest een tekst met een doel. Dat noem je een leesdoel.Stel jezelf deze vraag voor je gaat lezen: waarom wil ik deze tekst lezen?

Leesdoelen zijn:• Ik heb zin om te lezen.• Ik wil iets weten of leren.• Ik wil iets kopen.• Ik wil iets maken of doen.• Ik wil weten wat er is gebeurd.

Bij elk leesdoel past een tekstsoort.

1 Laarzen te koop!

Te koop: laarzen, maat 33. Ze zijn blauw met groen en geel. Ze zitten heel lekker! Handig voor als je gaat vissen. Of gewoon voor als je door de regen moet lopen. Ze zijn nog bijna nieuw. Voor € 12,50 kun je ze komen halen. Maar je moet wel snel zijn. Weg = weg!

2 Het weer

Morgen is het bewolkt. In het hele land regent het af en toe. Vooral in het noorden kan het hard waaien. Het wordt niet warmer dan 12 graden. Aan het begin van de avond kan het mistig worden. ’s Nachts wordt het koud: het koelt af naar een graad of 4. In het oosten kan het zelfs gaan vriezen.

❮ 1 / 2 ❯© MALMBERG | LEESLINK, NIVEAU 2

1

5

10

1

5

Page 2: Waarom lees ik de tekst? · 2019. 11. 5. · Lees de uitleg hierna en lees de tekst. Maak dan de vragen. Wat moet je weten? Tijdens het lezen stel je jezelf allerlei vragen. Dat gebeurt

❮ 2 / 2 ❯

REMEDIEERBLAD | BLOK 1, STRATEGIE 1 | GROEP 6

Maak de vragen

1 Kijk naar de teksten.a Je wilt laarzen kopen. Welke tekst moet je dan lezen? Kruis aan.

tekst 1 tekst 2

b Moet je de teksten lezen om het goede antwoord te vinden? Kruis aan.

Ja, want anders weet je niet waar de tekst over gaat.Nee, je hoeft alleen naar de titels en de plaatjes te kijken.

2 Lees tekst 1.Wanneer heb je iets aan deze tekst? Kruis aan.

Als je gaat vissen op je blote voeten.Als je gele laarzen nodig hebt.Als je laarzen in maat 33 nodig hebt.

3 Kijk naar tekst 2.Voor wie is dit een goede tekst? Kruis aan.

Ik wil weten Ik wil weten of het morgen waarom het regent. zoveel regent.

4 Lees tekst 2.Heeft de jongen uit vraag 3 antwoord gekregen op zijn vraag?Markeer het goede antwoord en vul in.

Ja / nee, want

Kijk terug

Je weet nu dat je een tekst leest met een doel.Je kent ook verschillende leesdoelen. Bij elk leesdoel past een tekstsoort.

5 Stel, je leest graag over spinnen.Met welk doel lees je dan? Schrijf op.

© MALMBERG | LEESLINK, NIVEAU 2

Page 3: Waarom lees ik de tekst? · 2019. 11. 5. · Lees de uitleg hierna en lees de tekst. Maak dan de vragen. Wat moet je weten? Tijdens het lezen stel je jezelf allerlei vragen. Dat gebeurt

REMEDIEERBLAD | BLOK 1, STRATEGIE 2 | GROEP 6

Waar gaat de tekst over?

Wat ga je doen?

Je gaat de strategie Waar gaat de tekst over? nog eens oefenen.Lees de uitleg hierna. Maak dan de vragen. Lees de teksten nog niet.

Wat moet je weten?

Een tekst gaat altijd ergens over. Dat heet: het onderwerp.Je kunt het onderwerp van een tekst voorspellen.

Hoe? Voordat je gaat lezen, kijk je naar de tekst. Kijk naar: • de titel• de plaatjes

Je hebt de tekst nog niet gelezen. Maar je weet al wel een beetje waar het over gaat.

1 Problemen op het spoor in de herfst

Herfst is geen leuke tijd van het jaar. Dat vinden mensen die vaak met de trein reizen. Want in de herfst vallen de blaadjes van de bomen. En sommige blaadjes vallen op de rails. Als er heel veel blaadjes op de rails waaien, wordt het glad. En dat is gevaarlijk. Treinen kunnen dan niet zo goed meer remmen. Ze moeten langzamer rijden. Soms rijden ze helemaal niet. Wil je in de herfst met de trein ergens heen? Let dan goed op. Kijk eerst of je trein wel rijdt. En of hij op tijd rijdt. Ga wat vroeger op pad.

2 Mooie kleuren in de herfstHerfst is de fijnste tijd van het jaar! Want de blaadjes vallen van de bomen. Het hele bos kleurt rood, oranje, geel en bruin. Overal staanpaddenstoelen. Een prachtig gezicht! Dus doe stevige schoenen en een warme jas aan. Ga naar het bos en maak een lange wandeling. Geniet van de herfst!

❮ 1 / 2 ❯© MALMBERG | LEESLINK, NIVEAU 2

1

5

10

1

5

10

Page 4: Waarom lees ik de tekst? · 2019. 11. 5. · Lees de uitleg hierna en lees de tekst. Maak dan de vragen. Wat moet je weten? Tijdens het lezen stel je jezelf allerlei vragen. Dat gebeurt

❮ 2 / 2 ❯

REMEDIEERBLAD | BLOK 1, STRATEGIE 2 | GROEP 6

Maak de vragen

1 Kijk naar tekst 1 en 2.a Lees de titel van tekst 1. Kijk naar de foto.

Weet je nu waar de tekst over gaat? Kruis aan.

Ja, dat weet ik precies.Ja, ik denk het wel.Nee, ik weet het niet.

b Lees de titel van tekst 2. Kijk naar de foto. Wat zie je? Schrijf op.

2 Tekst 1 en 2 gaan allebei over de herfst. a Wat vinden de schrijvers van de herfst?

Markeer de goede antwoorden.

De schrijver van tekst 1 vindt de herfst wel / niet leuk.

De schrijver van tekst 2 vindt de herfst wel / niet leuk.

b Aan welke woorden in de titels zie je dat? Markeer in elke titel één woord.

3 Waarover gaat tekst 1, denk je? Kruis aan.

Over een speurtocht in de trein.Over problemen met treinen in de herfst.Over uitstapjes met de trein in de herfst.

4 Waarover gaat tekst 2, denk je? Kruis aan.

Over hoe mooi het bos is in de herfst.Over problemen met blaadjes in de herfst.Over waarom de blaadjes van de bomen vallen.

Kijk terug

Voordat je gaat lezen, kun je voorspellen waar de tekst over gaat.

5 Lees tekst 1 en 2 nu helemaal. a Had je goed voorspeld waar de teksten over gingen? Kruis aan.

ja nee

b Wat was er anders dan je had voorspeld? Schrijf op.

© MALMBERG | LEESLINK, NIVEAU 2

Page 5: Waarom lees ik de tekst? · 2019. 11. 5. · Lees de uitleg hierna en lees de tekst. Maak dan de vragen. Wat moet je weten? Tijdens het lezen stel je jezelf allerlei vragen. Dat gebeurt

REMEDIEERBLAD | BLOK 1, STRATEGIE 3 | GROEP 6

Wat weet ik al over het onderwerp?

Wat ga je doen?

Je gaat de strategie Wat weet ik al over het onderwerp? nog eens oefenen. Lees de uitleg hierna. Maak dan de vragen. Lees de teksten nog niet.

Wat moet je weten?

Voor het lezen bedenk je:• Wat weet ik al over het onderwerp?

Tijdens het lezen bedenk je:• Leer ik nieuwe dingen?• Bij welke dingen ik al wist, passen ze?

Na het lezen bedenk je:• Wat heb ik erbij geleerd?

1 Winterslaap

Sommige dieren houden een winterslaap. Dat doen ze omdat er in de winter weinig eten is. Voordat ze gaan slapen, eten ze heel veel. Met hun volle buik komen ze de winter wel door.

Eigen klokjeDe dieren weten zelf wanneer ze moeten gaan slapen. Egels gaan slapen als het kouder wordt dan acht graden. Ze weten dan: nu begint de winter. Bedtijd!

WakkerBeren houden geen winterslaap. Ze slapen wel veel in de winter. Maar ze zijn soms ook even wakker. Dan lopen ze rond en eten wat. Beren slapen dus niet de hele winter door!

2 Vogels

Er zijn vogels die op vakantie gaan in de winter. Ze vliegen naar een warme plek. Die vogels noem je trekvogels.

In de winter is hier te weinig eten voor sommige vogels. Daarom vliegen ze naar het zuiden. Daar blijven ze de hele winter. Dat noem je: overwinteren. In de lente vliegen ze weer terug. Vaak vliegen trekvogels in de vorm van een v.

❮ 1 / 2 ❯© MALMBERG | LEESLINK, NIVEAU 2

1

5

10

15

1

5

10

Page 6: Waarom lees ik de tekst? · 2019. 11. 5. · Lees de uitleg hierna en lees de tekst. Maak dan de vragen. Wat moet je weten? Tijdens het lezen stel je jezelf allerlei vragen. Dat gebeurt

❮ 2 / 2 ❯

REMEDIEERBLAD | BLOK 1, STRATEGIE 3 | GROEP 6

Maak de vragen

1 Tekst 1 gaat over winterslaap.a Aan welke woorden denk jij bij het onderwerp winterslaap? Vul in.

Ik denk aan:

b Welke plaatjes passen volgens jou bij winterslaap? Kruis twee hokjes aan.

2 Lees tekst 1.Welke dingen wist jij al over winterslaap? Kruis aan. Je mag meer hokjes aankruisen.

Dieren slapen omdat er te weinig eten is. Egels houden een winterslaap. Egels gaan slapen als het kouder wordt dan acht graden. Beren houden geen winterslaap.

3 Tekst 2 gaat over vogels die naar het zuiden trekken.Welke plaatjes heb jij in je hoofd bij dat onderwerp? Vul in.

Ik zie:

Ik hoor:

4 Lees tekst 2. Wat weet je nu over het onderwerp? Vul in.

Sommige vogels gaan op

Die vogels noem je

Ze blijven de hele winter op een warme plek.

Dat noem je

Kijk terug

Je weet al best veel. Tijdens het lezen leer je nieuwe dingen. Na het lezen weet je meer.

5 Denk nog eens aan tekst 1 of tekst 2.Welke plaatjes heb je nu in je hoofd? Schrijf op.

© MALMBERG | LEESLINK, NIVEAU 2

Page 7: Waarom lees ik de tekst? · 2019. 11. 5. · Lees de uitleg hierna en lees de tekst. Maak dan de vragen. Wat moet je weten? Tijdens het lezen stel je jezelf allerlei vragen. Dat gebeurt

REMEDIEERBLAD | BLOK 1, STRATEGIE 4 | GROEP 6

Wat doe ik als ik het niet meer snap?

Wat ga je doen?

Je gaat de strategie Wat doe ik als ik het niet meer snap? nog eens oefenen. Lees de uitleg hierna en lees de tekst. Maak dan de vragen.

Wat moet je weten?

Je leest soms woorden die je niet kent. Of zinnen die je niet begrijpt. Dan snap je de tekst niet meer.

Doe dit: • Lees de zin nog een keer.• Lees de zin ervoor en erna.• Bekijk het plaatje.

Helpt dat niet? Lees gewoon verder. Misschien begrijp je het dan toch!

Gezichtjes van eierkoek

Wat heb je nodig?eierkoekenglazuursmartiesdropveterseen appelboorspekkieslange satéprikkers

Voor dit recept heb je lijm nodig. Maar dan wel lijm die je kunt eten! Maak daarom eerst het glazuur. Strooi twee eetlepels poedersuiker in een schaaltje. Doe er een paar druppels water bij. Roeren maar. Klaar!

Leg de eierkoeken op een schaal. Pak een lepeltje. Doe op elke eierkoek drie druppels glazuur. Twee voor de ogen en één voor de neus. Leg op elke druppel een smartie. Maak nu de mond. Trek een streep met het glazuur. Leg er een dropveter overheen.

Heb je liever een grote neus? Maak dan een gat in de eierkoek. Gebruik een appelboor. Steek een spekkie in het gat. Klaar is je gezicht!

Prik de gezichtjes aan een prikker. Dan kun je ze handig vasthouden. En uitdelen aan anderelekkerbekkies. Misschien heb je wel een zus of broerdie van lekkere dingen houdt. Of eet je ze zelf op?

❮ 1 / 2 ❯© MALMBERG | LEESLINK, NIVEAU 2

1

5

10

15

20

25

Page 8: Waarom lees ik de tekst? · 2019. 11. 5. · Lees de uitleg hierna en lees de tekst. Maak dan de vragen. Wat moet je weten? Tijdens het lezen stel je jezelf allerlei vragen. Dat gebeurt

❮ 2 / 2 ❯

REMEDIEERBLAD | BLOK 1, STRATEGIE 4 | GROEP 6

Maak de vragen

1 Lees het recept Gezichtjes van eierkoek.a In regel 13 staat het woord glazuur. Hoe wordt uitgelegd wat dat is?

Markeer het goede antwoord.

Het woord wordt uitgelegd in de zin ervoor / de zin zelf / de zin erna.

b Wat is glazuur dus? Kruis aan.

een koek gemaakt van ei een schaaltje om iets in te mengen een soort lijm die je kunt eten een speciale lepel om mee te roeren

2 In regel 22 staat het woord appelboor. a Wat helpt je het woord te begrijpen? Kruis aan.

een plaatje de zin ervoor de zin erna uitleg verderop

b Wat doe je normaal met een appelboor, denk je? Vul in.

Met een appelboor kun je een boren in

3 In regel 25 staat het woord prikker.Op welke foto zie je geen prikker? Kruis aan.

4 In regel 27 staat het woord lekkerbekkies.Lees verder. Weet je nu wat lekkerbekkies zijn? Vul in.

Lekkerbekkies zijn mensen die

Kijk terug

5 Lees de tekst nog eens.a Markeer de zin die jij het moeilijkst vond.

b Begrijp je de zin nu wel? Markeer en vul in.

Ja / nee, want

© MALMBERG | LEESLINK, NIVEAU 2

Page 9: Waarom lees ik de tekst? · 2019. 11. 5. · Lees de uitleg hierna en lees de tekst. Maak dan de vragen. Wat moet je weten? Tijdens het lezen stel je jezelf allerlei vragen. Dat gebeurt

REMEDIEERBLAD | BLOK 1, STRATEGIE 5 | GROEP 6

Welke vragen zie ik?

Wat ga je doen?

Je gaat de strategie Welke vragen zie ik? nog eens oefenen.Lees de uitleg hierna en lees de tekst. Maak dan de vragen.

Wat moet je weten?

Tijdens het lezen stel je jezelf allerlei vragen. Dat gebeurt vaak vanzelf. Zoek het antwoord op zo’n vraag. Je begrijpt de tekst dan beter.

Veel vragen beginnen met de letter W of H:• Wie• Wat• Waar• Wanneer• Welke• Hoe• WaaromDit noemen we WH-vragen.

Vragen die beginnen met Wie, Wat, Waar, Wanneer of Welke zijn vaak makkelijk. Je vindt de antwoorden in de tekst.

Zomertijd en wintertijd

Eind oktober is de klok een uur achteruit gezet. De wintertijd is begonnen. ’s Ochtends wordt het vroeger licht. ’s Avonds wordt het vroeger donker.

Echte tijdDe wintertijd is eigenlijk de ‘echte’ tijd. In de lente zetten we de klok een uurtje vooruit. Dat is de zomertijd. De zomertijd is van eind maart tot eind oktober. Dat is niet in de hele wereld zo, maar wel in Europa.

GeldDe zon komt in de zomer heel vroeg op. Dan kun je best een uur eerder opstaan. Daardoor is het ’s avonds lang licht, want je gaat een uur eerder naar bed. Zo heb je meer aan je dag. Je hoeft ook minder lang lampen aan te doen. Dat scheelt geld. Mensen in Engeland hebben dat bedacht. In 1977 is de zomertijd in heel Europa ingevoerd.

Vooruit of achteruit?Moet de klok nou vooruit of achteruit? Simpel! In het voorjaar moet de klok vooruit. Dus in het najaar moet hij achteruit.

Bron: www.willemwever.nl

❮ 1 / 2 ❯© MALMBERG | LEESLINK, NIVEAU 2

1

5

10

15

20

Page 10: Waarom lees ik de tekst? · 2019. 11. 5. · Lees de uitleg hierna en lees de tekst. Maak dan de vragen. Wat moet je weten? Tijdens het lezen stel je jezelf allerlei vragen. Dat gebeurt

❮ 2 / 2 ❯

REMEDIEERBLAD | BLOK 1, STRATEGIE 5 | GROEP 6

Maak de vragen

1 Lees de tekst Zomertijd en wintertijd. a Lees de eerste, vetgedrukte alinea (regel 3 t/m 5).

Wanneer zetten we de klok een uur achteruit? Schrijf op.

b Wat gebeurt er als je de klok een uur achteruit zet? Markeer de goede antwoorden.

Het wordt ’s ochtends vroeger / later licht.

Het wordt ’s avonds vroeger / later donker.

2 Lees de alinea Echte tijd.a Van wanneer tot wanneer is het zomertijd?

Markeer het antwoord in de tekst.

b Waar is het dan zomertijd? Kruis aan.

In de hele wereld. Niet overal, maar wel in Europa. Overal, behalve in Europa.

3 Lees de alinea Geld.a Waarom is het handig om in de zomer eerder op te staan?

Kruis twee hokjes aan.

Het is dan mooi weer. Je hebt meer aan je dag. Het scheelt geld. Van lang slapen word je lui.

b Wanneer is de zomertijd ingevoerd? Schrijf op.

c Wie heeft de zomertijd bedacht? Schrijf op.

4 Lees de alinea Vooruit of achteruit?Stel, je vergeet steeds of de klok vooruit of achteruit moet. Welke zin moet je dan onthouden? Markeer die zin in de tekst.

Kijk terug

Tijdens het lezen stel je jezelf vragen. De antwoorden op makkelijkeWH-vragen vind je in de tekst. Hoe- en Waarom-vragen zijn moeilijker tebeantwoorden.

5 Elke vraag op dit blad is een WH-vraag.a Welke vraag vond jij het moeilijkst? Waarom? Schrijf op.

© MALMBERG | LEESLINK, NIVEAU 2

Page 11: Waarom lees ik de tekst? · 2019. 11. 5. · Lees de uitleg hierna en lees de tekst. Maak dan de vragen. Wat moet je weten? Tijdens het lezen stel je jezelf allerlei vragen. Dat gebeurt

REMEDIEERBLAD | BLOK 1, STRATEGIE 6 | GROEP 6

Welk plaatje past bij de tekst?

Wat ga je doen?

Je gaat de strategie Welk plaatje past bij de tekst? nog eens oefenen.Lees de uitleg hierna en lees de tekst. Maak dan de vragen.

Wat moet je weten?

Tijdens het lezen maak je plaatjes in je hoofd. Dat komt door bepaalde woorden of zinnen die je leest. Als je verder leest, veranderen de plaatjes.

Plaatjes in je hoofd kunnen eruitzien als:• een foto• een tekening• een filmpje• een schema

De plaatjes in je hoofd helpen je te onthouden waar de tekst over gaat.

Iehhh, een spin!

Wist je dat in bijna elk huis duizenden spinnen zitten? Zelfs als je huis heel schoon is. Ze zitten niet alleen op zolder of in de kelder. Ook in warme hoeken in je woonkamer.

Enge beestenVeel mensen vinden spinnen maar enge beesten. Ze zijn kriebelig en hebben van die lange poten. Sommige mensen slaan spinnen meteen dood. Dat is niet zo slim. Maak je een spin dood? Dan is de kans groot dat er meer spinnen komen.

NuttigSpinnen zijn nuttige diertjes. Spinnen eten namelijk veel insecten. Zoals vliegen en wespen. Een spin eet ongeveer 0,089 gram insect per dag. Niet echt veel, denk je misschien. Maar er zijn heel veel spinnen in Nederland. Samen eten ze dus veel insecten. Dat is goed, anders zouden er veel te veel insecten zijn.

De spin als medicijnVroeger dachten mensen dat de spin geheime krachten had. Dat hij een soort medicijn was. Bij de Grieken en de Romeinen bijvoorbeeld. Zij droegen een spin in een zakje om de hals. Ze dachten dat ze dan niet ziek konden worden. Later dachten mensen dat je een spin moest opeten als je koorts had. Brrr!

Bron: www.hetklokhuis.nl

❮ 1 / 2 ❯© MALMBERG | LEESLINK, NIVEAU 2

1

5

10

15

20

25

Page 12: Waarom lees ik de tekst? · 2019. 11. 5. · Lees de uitleg hierna en lees de tekst. Maak dan de vragen. Wat moet je weten? Tijdens het lezen stel je jezelf allerlei vragen. Dat gebeurt

❮ 2 / 2 ❯

REMEDIEERBLAD | BLOK 1, STRATEGIE 6 | GROEP 6

Maak de vragen

1 Lees regel 1 tot en met 5.Welk plaatje past het best bij dit stukje? Kruis aan.

2 Lees de alinea Enge beesten.a Lees: Ze zijn ... lange poten. (regel 8 en 9)

Heb jij een filmpje of een foto in je hoofd als je dit leest? Kruis aan.

een filmpje een foto

b Wat zie je op de foto of het filmpje? Schrijf op.

c Hoe voel je je bij die foto of dat filmpje? Kruis aan.

bang kriebelig nieuwsgierig vrolijk

3 Lees de alinea Nuttig.Welk plaatje past het best bij deze alinea? Kruis aan.

Een foto van een spin die een vlieg heeft gevangen in zijn web. Een foto van een spin met heel lange, kriebelige poten. Een tekening van een spin die in een hoekje van de kamer zit.

4 Lees de alinea De spin als medicijn.Lees: Later dachten ... koorts had. (regel 24 en 25) Welk plaatje past het best bij deze zin? Kruis aan.

Een filmpje van iemand die een spin doodslaat. Een foto van iemand die een spin bij zijn mond houdt. Een tekening van een spin met een toverstokje.

Kijk terug

Tijdens het lezen maak je plaatjes in je hoofd. Door de plaatjes in je hoofd begrijp en onthoud je de tekst beter.

5 Lees de tekst nog eens door. Kreeg jij nog meer plaatjes in je hoofd? Schrijf op.

© MALMBERG | LEESLINK, NIVEAU 2

Page 13: Waarom lees ik de tekst? · 2019. 11. 5. · Lees de uitleg hierna en lees de tekst. Maak dan de vragen. Wat moet je weten? Tijdens het lezen stel je jezelf allerlei vragen. Dat gebeurt

REMEDIEERBLAD | BLOK 1, STRATEGIE 7 | GROEP 6

Hoe vat ik samen?

Wat ga je doen?

Je gaat de strategie Hoe vat ik samen? nog eens oefenen.Lees de uitleg hierna en lees de tekst. Maak dan de vragen.

Wat moet je weten?

Na het lezen kun je een tekst samenvatten. Je vertelt dan alleen de belangrijkste dingen uit de tekst. Hoe doe je dat? Zoek in elke alinea de kernzin en de kernwoorden.

• Een alinea is een stukje tekst dat op een nieuwe regel begint. Een alinea bestaat uit een paar zinnen.

• De kernzin is de zin met de belangrijkste informatie uit een alinea.Deze zin staat meestal aan het begin of het eind van de alinea.

• Een kernwoord is een belangrijk woord in de tekst.

Markeer de kernwoorden en kernzinnen. Dan ontstaat de samenvatting vanzelf.

Waarom worden blaadjes rood en geel?

In de zomer zijn de blaadjes van bomen groen. Maar in de herfst worden ze rood en geel. Waarom eigenlijk?

EtenEen boom heeft water nodig om te groeien. In de zomer zuigen de wortels water op uit de grond. Het water gaat door de stam naar de takken. Daarna gaat het naar de blaadjes. De blaadjes maken eten voor de boom. Dit eten noemen we bladgroen. En je raadt het al: bladgroen is groen. In de zomer heeft een boom veel bladgroen.

Te koudIn de winter kan de boom geen water opzuigen.Want dan is de grond te koud. Soms is de grondzelfs bevroren! De boom verzamelt daarom vóór de winter al het eten. Hij legt een voorraad aan. In de herfst eet de boom al het bladgroen op.

KleurenDe boom eet. Het bladgroen verdwijnt uit de blaadjes. En zo verdwijnt de groene kleur. De blaadjes verkleuren: je ziet de kleuren die onder het groen zaten. Zonder bladgroen zijn de blaadjes geel en rood.

Bronnen: www.schooltv.nl en www.kennisnet.nl

❮ 1 / 2 ❯© MALMBERG | LEESLINK, NIVEAU 2

1

5

10

15

20

Page 14: Waarom lees ik de tekst? · 2019. 11. 5. · Lees de uitleg hierna en lees de tekst. Maak dan de vragen. Wat moet je weten? Tijdens het lezen stel je jezelf allerlei vragen. Dat gebeurt

❮ 2 / 2 ❯

REMEDIEERBLAD | BLOK 1, STRATEGIE 7 | GROEP 6

Maak de vragen

1 Lees de alinea Eten.a Wat is het kernwoord in deze alinea? Markeer het in de tekst.

b Waaraan zie je dat het een kernwoord is? Vul in.

Het woord is

c Wat is de kernzin van deze alinea? Kruis aan.

Daarna gaat het naar de blaadjes. Het water gaat door de stam naar de takken. In de zomer heeft een boom veel bladgroen.

d Markeer de kernzin in de tekst.

2 Lees de alinea Te koud.a Wat is het kernwoord in deze alinea? Markeer het in de tekst.

b Wat is de kernzin van deze alinea? Kruis aan.

De eerste zin. De laatste zin.

c Markeer de kernzin in de tekst.

3 Lees de alinea Kleuren.a Wat is het kernwoord in deze alinea? Markeer het in de tekst.

b Wat is de kernzin van deze alinea? Markeer de kernzin in de tekst.

4 Hieronder staat een samenvatting van de tekst. Maar er staan ook dingen in die niet belangrijk zijn. Streep drie zinnen door die niet in de samenvatting horen.

Het water gaat door de stam naar de takken. In de zomer heeft een boom veel bladgroen. Bladgroen is eten voor de boom. En je raadt het al: bladgroen is groen. Soms is de grond zelfs bevroren! In de herfst eet de boom al het bladgroen op. Zo legt hij een voorraad aan. De blaadjes verkleuren. Zonder bladgroen zijn de blaadjes geel en rood.

Kijk terug

Na het lezen kun je een tekst samenvatten. Markeer in elke alinea de kernzin en de kernwoorden.

5 Lees de tekst nog eens door. Zijn er dingen die jij belangrijk vindt, maar die niet gemarkeerd zijn? Schrijf op.

© MALMBERG | LEESLINK, NIVEAU 2