.................................................................................................
Masterclass Warmte & Koude 2 februari 2012
Vergroening Stadswarmte: wat betekent dat in praktijk?
Bianca BoverhoffManager Business Development
.................................................................................................
........................................................................
Agenda
• Waarom verduurzamen warmtenet• Hoe verduurzamen warmtenet• Voorbeeld “Leiding over Noord”
• Facts & Figures• Speelveld• Rollen en belangen• Aanpak• Afwegingen en dilemma’s
• Waar welke methode van verduurzamen?• Vergroening stadswarmte: wat betekent dat in
prakijk?
2
.................................................................................................
........................................................................3
Eens of oneens
Stadsverwarming is een
ouderwetse techniek
.................................................................................................
........................................................................
Waarom verduurzamen warmtenet?Motivatie
• Eneco strategie en bedrijfsvoering (eigen targets)• In 2013 50% CO2 reductie t.o.v. nulmeting in 2007• Toekomstige verkoopbaarheid warmteproduct• Verminderen afhankelijkheid minder duurzame
bronnen
• Besparingsdoelstellingen overheid, vertaald in wetgeving (bijv. EPC)
• Klantbehoefte: • Woningcorporaties (energielabels)• Projectontwikkelaars (duurzaamheidsscores zoals
BREEAM)• Gemeenten (CO2 reductiedoelstellingen)
• Kans: regelgeving is aangepast (*EMG), zodat het effect van verduurzaming meegenomen kan worden in EPC, energielabel en BREEAM-score.
4* EMG = energiemaatregel gebied
.................................................................................................
........................................................................5
Motivatie verduurzaming warmtelevering
Totaal primairenergiegebruik in Nederland: 3233 PJ
raffinaderijen4%
elektriciteit27%
transport-brandstoffen
17%grond-stoffen
18%
utiliteitsbouw7%
huishoudens10%
landbouw3%
industrie14%
Potentieel 50% CO2 besparing
(tov HR ketel als referentie)
Warmte toepassingen
Gebouwde omgeving
Besparingspotentieel afhankelijk van:•Soort bron•Efficiëntie van bron•Aandeel bron in totale warmtelevering
.................................................................................................
........................................................................
Hoe verduurzamen warmtenet?
6
Biomassa
Industriële restwarmte
Geothermie
.................................................................................................
........................................................................
Voorbeeld “Leiding over Noord”
7
.................................................................................................
........................................................................8
Leiding over NoordFacts & figures
• Warmtetransportleiding Rozenburg – Rotterdam• Aftakkingen Vlaardingen en Schiedam• Totale tracélengte primair net 16 km• Totale leidinglengte primair net 32 km• Diameter per leiding (90 cm inclusief isolatie)• 160 MW• Start bouw 1 januari 2013• Datum gereed 1 februari 2014• Warmtelevering per september 2014 (start
stookseizoen)• Vlaardingen en Schiedam geen concessiegebied
8
.................................................................................................
........................................................................
Warmtetransportleiding over Noord
170140
44
80
120
39
200
100
160
AVR
STEG
WKK
Hulpketels
AVI
Eneco leiding over Noord (160MW)WbR leiding over Zuid (100MW)
Tuinders B3Hoek
9
.................................................................................................
........................................................................10
Warmtenet in RotterdamWeetjes
Totale afzet in Rotterdam 3,6 PJ* (= 3.600.000 GJ)
*Incl. tuinders 6,0 PJ
Waarvan 480.000 GJ ingekocht via WBR (in 2020)
Aansluitingen:• Woningen, ca. 44.000 woningequivalent, 1.2 PJ• Zakelijk, ca. 1.400 (44.000 woningequivalent, 1.2 PJ)• Grootzakelijk, ca. 100 (44.000 woningequivalent, 1.2 PJ)• Tuinbouwbedrijven, ca. 120 (250 ha, 88.000 woningequivalent, 2.4 PJ)
Maximale warmtevraag:Bij strenge vorst ca. 850 MW (waarvan 250 MW in tuinbouw)
Gemiddelde warmtevraag is 30 GJ/woningequivalent (excl. B3-Hoek)
10
.................................................................................................
........................................................................11
Warmtenet in RotterdamGrote rol in verduurzaming
CO2 reductie per jaar
110 kton
Huidige situatie Na aanleg Leiding over Noord
CO2 reductie per jaar
140 kton
11
.................................................................................................
........................................................................
Warmteregio
Rotterdam
Warmteregio
Rotterdam
Overeenkomstwarmtelevering
Sourcingwarmte
Leiding over Noord
ConcessieBiomassa
Regie ondergrond/ WKO
InkoopprijsWarmte
Leiding over Zuid
Kwaliteit warmte/ EOR
Geothermie
E.ON
Eigenaar productiecentrales
Leverancier
Aandeelhouder WBR Exploitatie
Investeerder warmte- en koudeinfrastructuur
Afnemer/ klant warmte WBR
Concessiehouderwarmte
Distributeur warmte
Ontwikkelaar/ investeerder warmteproductie
Trader
Installateur
Aandeelhouder WBR Exploitatie
Gemeente Rotterdam
Aandeelhouder Eneco
Aandeelhouder WBR Infra
Bevoegd gezag
Trekker Stadsregio Rotterdam Gebiedsontwikkelaar
Vastgoed-ontwikkelaar
Trekker/ partner RCI
Beleidsmaker duurzaam
Burgervaderschap
Concessieverlener
Politiek
AVR
Producent warmte
WBR
Exploitatie Infra
Provincie ZH
Aandeelhouder WBR Infra
Beleidsmakerduurzaam
Bevoegd gezag
Projectontwikkelaars
RWS
DCMR
Etc.
HBR
Waterschappen
Shell
Producent warmte
Ex-aandeelhouderWBR
Bevoegd gezag
Partner RCI
Beheerder/exploitant/ontwikkelaar R’dams haven- en industriegebied
Bevoegd gezag
NUON
Afnemer/ klant warmte WBR
Concessiehouder
Investeerder warmte infrastructuuurGebouweigenaren
Complex speelveldDossiers, stakeholders en rollen
Woonbron
Aandeelhouder WBR Infra Verhuurder
Gemeente Schiedam
Gemeente Vlaardingen
Corporaties
.................................................................................................
........................................................................
Belangen
“Verduurzamen warmtelevering”
“Energiebesparing”
“CO2 reductie”
“Lage aansluitbijdrage”
“Continuïteit warmtelevering”
“Gelijkblijvende energiekosten”
“Lage woonlasten”
“Vergroten wooncomfort”
“Geen interferentie met Blankenburg tracé”
“Beperken verkeersoverlast”
“Snelle vergunningverlening”
“Betaalbare energie”
“Ongehinderde scheepvaart”
“Veilige waterkeringen”
“Warmteafzet in onze gemeente”
“Tracé bij voorkeur niet door ons gebied”
“Geen aansluitplicht”
“Niet door de groenstrook”
“Niet langs de snelweg”
“Geen interferentie met aanleg A4”
“Wel langs de snelweg”
“Bij voorkeur door de groenstrook”
“Rendabele business case”
“Datum gereed 1-2-2014”
Etc. etc.
“Zoveel mogelijk aansluiten”
.................................................................................................
........................................................................14
Rollen
• Eneco: initiator, regisseur, investeerder,
ontwikkelaar, onderhoud & beheer
• Gemeente: sponsor, bevoegd gezag,
beleidsmaker, klant
• Woningbouwcorporatie: sponsor, klant,
intermediair
14
.................................................................................................
........................................................................15
Leiding over NoordMeersporen aanpak
15
Tracé
Afzet warmte (additioneel)
Inkoop Warmte(prijs, beschikbaarheid, kwaliteit – voldoende duurzaam)
Spoor 1
Spoor 2
Spoor 3
Spoor 4Overgang naar nieuwe constellatie
Levering restwarmte
.................................................................................................
........................................................................16
Leiding over NoordDialoog gemeenten
• Bestuurlijk commitment betrokken gemeenten ten behoeve van onderzoek naar en medewerking aan tracé.
• Verkennen interesse & wensen in aansluiting op warmte, o.a.:
• Wat draagt aansluiting bij aan duurzame ambities van gemeente?
• Hoe scoort dit ten opzichte van alternatieven? • Is er aansluitpotentieel in mijn gemeente?• Kosten/baten?• Zijn er mogelijkheden om warmte in te voeden op
het net?• Overlast aanleg?• Willen de woningcorporaties meewerken?• Hoe verhoudt de voorgenomen tracéloop zich ten
opzichte van aansluitpotentieel?
16
.................................................................................................
........................................................................17
AfwegingenGemeenten
• Aanleg leiding biedt unieke kans om aan te sluiten op
duurzame warmte, maar staat overlast die aanleg zal
geven in verhouding tot (duurzame) baten?
• Wat draagt aansluiting bij aan realisatie van onze
duurzame ambities?
• Hoe ‘scoort’ dit t.o.v. alternatieven?
• Is er strategisch commitment van de
woningbouwcorporaties?
• Is er voldoende afzet in onze gemeente?
• Wat met Eneco afspreken aan randvoorwaarden? 17
.................................................................................................
........................................................................18
Leiding over NoordDialoog woningbouwcorporaties
• Strategisch commitment ten behoeve van vervolgonderzoek.
• Verkennen interesse & wensen in aansluiting op warmte, o.a.:
• Duurzame doelstellingen: wat is er al gedaan, draagt aansluiting op warmte bij en in welke mate?
• Uitgangspunten strategisch voorraadbeleid?• Wat zijn de beleidsuitgangspunten? Worden
duurzame maatregelen doorberekend in woonlasten? Doet de gemeente mee? Andere corporaties?
• Instemmingsrecht bewoners? (70%)• Inventarisatie aansluitpotentieel:
• Object en locatie• Huidige aansluitsituatie (individueel vs collectief)• Technische staat installatie(s)• Geplande vervanging/renovatie
• Wat wordt de Bijdrage Aansluitkosten?
18
.................................................................................................
........................................................................19
AfwegingenWoningbouwcorporaties
19
• Wat draagt aansluiting bij aan realisatie duurzame ambities?
• Hoeveel duurzaamheid kunnen we ‘extra’ realiseren voor marktconforme kosten/inveseringen?
• Wat zijn alternatieven en wat kosten die?• Wat betekent dit voor mijn strategisch
woningvoorraadbeleid?• Woonlasten versus energierekening• Keuzevrijheid bewoners versus langdurige aansluiting• Biedt het extra comfort/gemak?• Hoe verkrijgen we instemming van onze bewoners?• Wat betekent dit voor mijn exploitatie, beheerskosten
en organisatie?• Is er bestuurlijk commitment bij de gemeente?• Wat met Eneco afspreken aan randvoorwaarden?
.................................................................................................
........................................................................20
Leiding over Noord
• Gewenst resultaat dialoog
• Bestuurlijk commitment gemeenten
medewerking tracé en vervolgonderzoek
• Strategisch commitment
woningbouwcorporaties
vervolgonderzoek
• Vlekkenkaart met aansluitbaar potentieel
• Conceptueel ontwerp secundair net (waar
komen de aansluitingen en hoe zien deze
er globaal uit?)
• Gevoel bij kosten/baten en bijdrage aan
duurzame ambities.
• Input om afweging te kunnen maken.20
.................................................................................................
........................................................................21
Dilemma
21
• Lange termijn commitment is nodig, maar soms zijn bepaalde/bepalende zaken nog niet helder.
• Bijv. gaat nieuwbouw in gebied X wel/niet door? In welke mate en wanneer?
• Hoe ga je daarmee om?• Je maakt afspraken voor de toekomst, maar
gaan partijen zich daar in de toekomst ook daadwerkelijk aan binden?
.................................................................................................
........................................................................22
AfwegingenEneco• Leveringszekerheid bron (inkoop warmte)• Voldoende afname (in de toekomst)*?• Benodigde warmteinfrastructuur aanwezig? Werken
gemeenten zonodig mee aan aanleg?• Is er evenwicht in korte termijn, hoge investering versus
lange termijn terugverdientijd en begrensde tariefmogelijkheden (NMDA)?
• Gaan we uiteindelijk de investering terugverdienen?• Andere investeringsmogelijkheden (ook op holdingniveau)
22
* Vgl. Openbaar vervoer: minimaal aantal gebruikers noodzakelijk om voorziening in stand te houden
.................................................................................................
........................................................................23
Balans in belangen als voorwaarde
• Om tot een gezonde en goede business case te komen is balans in belangen van de diverse stakeholders noodzakelijk.
23
Gemeenten
CorporatiesBewoners
Investeerder(s)
Bevoegd gezagen
Klanten
Inwoners
.................................................................................................
........................................................................24
Voorbeeld Eneco MaaskoudenetBelangen (nog) niet in evenwicht
• Integrale warmte én koudeoplossing voor nieuwbouw en bestaande bouw
• Duurzame koeling via Maaswater• Warmte via het bestaande net• Rotterdam Central District, Coolsingel
en Schiedamsedijk• 56% CO2-besparing t.o.v. referentie*• Projectfase: plan ontwikkeld,
haalbaarheidsstudie afgerond• Conclusie: onder huidige
marktcondities is project niet haalbaar. Zodra vastgoedmarkt aantrekt zal plan in wellicht aangepaste vorm opnieuw bezien worden.
* CV-ketel en compressiekoelmachine
24
.................................................................................................
........................................................................25
Welke methode van verduurzamen?
• Contextafhankelijk• Belangen stakeholders
• Gebiedsafhankelijk• Welke (natuurlijke)
warmtebronnen zijn er voorhanden?
• Inbedding in/aansluiting op bestaade infrastructuur en bronnen
25
.................................................................................................
........................................................................26
Welke methode van verduurzamen?Issues• Bij biomassa invoeden
duurzaamheidsissues, locatieissues etc.
• Geothermie hoge kosten, bijvangstproblematiek etc.
• Bij industriële restwarmte, lange termijn leveringszekerheid, duurzaamheid
Conclusie:Elk alternatief heeft eigen specifieke
issues, voor- en nadelen.
26
.................................................................................................
........................................................................
• Noodzaak tot verduurzaming om toekomstbestendig te kunnen zijn
• Rekening houden met belangen stakeholders, (context) en gebied (bronnen, infrastructuur)
• Marktconforme prijs voor afnemers, extra comfort
• Voldoende investeringszekerheid (terugverdientijd)
• Bijdrage leveren aan doelstellingen woningbouwcorporaties, gemeenten en projectontwikkelaars in € en CO2
• Evenwicht in belangen als randvoorwaarde voor succes.
27
Vergroening stadswarmteWat betekent dat in praktijk?
27
.................................................................................................
........................................................................28
Top Related