Stagegids
leerjaar 1
Pedagogisch medewerker kinderopvang niveau 3 en
Gespecialiseerd pedagogisch medewerker niveau 4 Cohort 2017 – Opleidingstraject september 2017 tot augustus 2020
Scalda - College voor Welzijn, Vitalis college en Kellebeek College
Naam studente: ____________________________________________
Naam slb’er/stagedocent:____________________________________
E-mailadres slb’er/stagedocent:_______________________________
2
© 2017 Scalda - College voor Welzijn, Vitalis college en Kellebeek College
Alle rechten voorbehouden. Zonder voorafgaande toestemming van Scalda - College
voor Welzijn, Vitalis college en Kellebeek College mag niets in deze uitgave worden
verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm,
magnetische media of op welke andere wijze dan ook.
3
Inhoud Deel A: Algemeen ................................................................................................................. 7
1. Beroepsgericht onderwijs ............................................................................................... 9
1.1 Kwalificatiedossier ............................................................................................ 9
1.2 Leren in de praktijk ..........................................................................................10
1.3 Leerlijnen ........................................................................................................10
2. Het werken aan stageopdrachten ..............................................................................12
2.1 Het stagemodel ...............................................................................................12
2.2 Positionering stageopdrachten ........................................................................12
2.3 Werken aan stageopdrachten .........................................................................12
2.3.1 Ondersteuning vanuit school bij het werken aan de stageopdrachten .............12
2.3.2 Maatwerk ........................................................................................................12
2.3.3 Wat als een stageopdracht niet op de stageplaats kan worden uitgevoerd? ....13
3. Begeleiding ................................................................................................................14
3.1 Begeleiding op school .....................................................................................14
3.2 Begeleiding op stage .......................................................................................14
3.2.1 De studente .....................................................................................................15
3.2.2 De stagebegeleid(st)er ....................................................................................15
3.2.3 De studieloopbaanbegeleid(st)er (slb’er) .........................................................15
3.2.4 De stagedocent …………………………………………………………………. 16
3.3 Begeleidingsgesprekken op stage ...................................................................17
4. Beoordelen ....................................................................................................................18
4.1 Ontwikkelingsgericht beoordelen en examineren ............................................18
4.2 Het beoordelen van stageopdrachten .............................................................18
4.2.1 Beoordelingslijst ..............................................................................................18
4.2.2 Herkansing ......................................................................................................19
4.2.3 Eindverantwoordelijkheid beoordelen ..............................................................19
4.3 De afronding van stageopdrachten op school .................................................19
5. Afspraken, regels en richtlijnen ......................................................................................20
5.1 Praktijkovereenkomst (POK) ...........................................................................20
5.2 Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) ............................................................20
5.3 Beroepsgeheim ...............................................................................................20
5.4 Regels en voorschriften ...................................................................................20
5.5 Reiskosten en stagevergoeding ......................................................................20
5.6 Ongewenste intimiteiten ..................................................................................20
5.7 Verzekering .....................................................................................................21
5.8 Verzuim ...........................................................................................................21
5.9 Verlof ..............................................................................................................21
5.10 Schoolvakanties en extra vrije dagen ..............................................................21
5.11 Overige afspraken en richtlijnen ......................................................................21
Deel B: Stageopdrachten .....................................................................................................23
Blok 2 ........................................................................................................................25
Stageopdracht Oriëntatie blok 2 ..................................................................................27
Stageopdracht Professionaliteit blok 2 .........................................................................32
Stageopdracht Verzorging blok 2 ................................................................................37
Blok 3 ........................................................................................................................41
Stageopdracht Professionaliteit blok 3 .........................................................................47
4
Stageopdracht Verzorging blok 3 ................................................................................52
Blok 4 ........................................................................................................................61
Stageopdracht Verzorging blok 4 ................................................................................63
Stageopdracht Professionaliteit blok 4 .........................................................................68
Stageopdracht Activiteit blok 4 ....................................................................................74
Deel C: Bijlagen ....................................................................................................................79
Bijlage 1 Gegevens scholen ..........................................................................................81
Bijlage 2 Urenregistratieformulier stage Cohort 2017 .....................................................82
Bijlage 3 Formele gegevens stage……………………………………………………….. … 86
Bijlage 4 Rapportage evaluatie stage .............................................................................88
Bijlage 5 Periodisering schooljaar 2017-2018……………………………………………… 90
Bijlage 6 Planningsformulier stageopdrachten .................................................................92
Bijlage 7 Format leerdoelen ...........................................................................................97
Bijlage 8 Format Stappenplan ...................................................................................... 101
Bijlage 9 Reflectieverslag eerstejaars .......................................................................... 105
Bijlage 10 Format: Het maken van een verslag .............................................................. 106
5
Inleiding
Voor je ligt de stagegids leerjaar 1 voor de opleidingen Pedagogisch medewerker
kinderopvang niveau 3 en Gespecialiseerd pedagogisch medewerker niveau 4. Het
betreffend het opleidingstraject september 2017 tot augustus 2020 en geldt voor cohort
2017.
Deze stagegids is tot stand gekomen vanuit het samenwerkingsverband ROCKO tussen de
opleidingen Pedagogisch werk en kinderopvangorganisaties in de regio West-Brabant en
Zeeland.
De stagegids is van de studente. Bij verandering van stageadres neemt de studente deze
stagegids mee naar de nieuwe stageplaats. De stagegids is digitaal beschikbaar en te
downloaden van elektronische leeromgeving.
De stagegids geeft informatie over de organisatie van de stage binnen de opleiding, de
begeleiding van de stage en het beoordelen en de regels/richtlijnen die in de stage gelden
(deel A). In deel B zijn de stageopdrachten te vinden. In de bijlagen (deel C) zijn een aantal
formulieren opgenomen die tijdens de stage en bij het maken van de stageopdrachten nodig
zijn.
De stagegids is in de vrouwelijke vorm geschreven. Overal waar ‘zij/haar’ staat, kan ook
indien van toepassing ‘hij/zijn’ gelezen worden en de mannelijke vorm gehanteerd worden.
Bij vragen over deze stagegids kun je bij de contactpersonen van de betreffende school
terecht. Zie Bijlage 1 voor de contactgegevens.
Wij wensen de studente veel plezier en succes met de stage!
het team Pedagogisch Werk
Scalda – College voor Welzijn
Vitalis college
Kellebeek College
6
7
Deel A
Algemeen
8
9
1. Beroepsgericht onderwijs
De beroepspraktijk vraagt om Pedagogisch medewerkers die in diverse situaties in de
praktijk doelgericht kunnen handelen. Wat zij op school en stage leren, moeten zij effectief in
hun werk kunnen toepassen. Zij moeten verantwoordelijkheid nemen en in staat zijn om
nieuwe kennis en vaardigheden te verwerven. Het professionele handelen van de
Pedagogisch medewerker bestaat namelijk niet uit het afzonderlijk hanteren van kennis-,
houding- of vaardigheidsaspecten, maar juist uit het vermogen om deze onderdelen
gecombineerd of geïntegreerd met elkaar te gebruiken. Dit noemen wij integraal leren. Dit
betekent dat deze onderdelen gedurende de opleiding steeds meer met elkaar worden
geïntegreerd en deze van laag- naar hoog complex worden aangeboden.
1.1 Kwalificatiedossier
De inhoud van het beroepsspecifieke deel van de opleiding wordt bepaald door het landelijke
kwalificatiedossier Pedagogisch werk 2015 / Pedagogisch medewerker kinderopvang –
Gespecialiseerd pedagogisch medewerker.
In dit dossier staat aan de hand van kerntaken en werkprocessen aangegeven wat een
Pedagogisch werker als professional moet weten, kunnen en hoe zij zich moet gedragen.
Het dossier bestaat uit een basis- en profieldeel. Het basisdeel geldt voor beide opleidingen
(N3 en N4). Het profieldeel is per opleiding verschillend.
Basisdeel
De verwantschap tussen de verschillende profielen in dit kwalificatiedossier bevindt zich op
de volgende beroepsspecifieke kerntaken (K) en werkprocessen (W)
B1-K1: Begeleiden van kinderen bij
hun ontwikkeling
B1-K1-W1: Inventariseert behoeften en wensen van
het kind
B1-K1-W2: Bereidt de uitvoering van activiteiten voor
B1-K1-W3: Richt ruimten in ter voorbereiding op
activiteiten
B1-K1-W4: Stemt de werkzaamheden af met
betrokkenen
B1-K1-W5: Stimuleert de ontwikkeling door het
aanbieden van activiteiten
B1-K1-W6: Ondersteunt bij verzorgende taken
B1-K1-W7: Zorgt voor een veilig pedagogisch klimaat
B1-K1-W8: Evalueert de werkzaamheden
B1-K2: Werken aan kwaliteit en
Deskundigheid
B1-K2-W1: Werkt aan de eigen deskundigheid
B1-K2-W2: Werkt aan het bewaken en bevorderen
van kwaliteitszorg
10
Profieldeel
De profielen in dit kwalificatiedossier hebben de volgende kerntaken en werkprocessen:
P1 Pedagogisch medewerker kinderopvang
P1-K1: Opvoeden en ontwikkelen
van het kind/de kinderen in
de kinderopvang
P1-K1-W1: Voert gesprekken met de
ouders/vervangende opvoeders en het
kind
P1-K1-W2: Stelt een activiteitenprogramma op
P1-K1-W3: Maakt een plan van aanpak voor de
begeleiding
P1-K1-W4: Zorgt voor uitvoering van een
dagprogramma
P1-K1-W5: Biedt persoonlijke verzorging
P1-K1-W6: Draagt zorg voor huishoudelijke
werkzaamheden
P2 Gespecialiseerd pedagogisch medewerker
P2-K1: Opvoeden en ontwikkelen
van het kind/de kinderen
P2-K1-W1: Voert gesprekken met de
ouders/vervangende opvoeders en het
kind
P2-K1-W2: Stelt een (gespecialiseerd)
activiteitenprogramma op
P2-K1-W3: Ontwikkelt (mede) een begeleidingsplan
P2-K1-W4: Biedt (gespecialiseerde) opvang
P2-K1-W5: Biedt persoonlijke verzorging
P2-K1-W6: Draagt zorg voor huishoudelijke
werkzaamheden
P2-K1-W7: Biedt (specifieke) ontwikkelingsgerichte
activiteiten aan
P2-K2: Organiseren van de
Werkzaamheden
P2-K2-W1: Voert coördinerende taken uit
P2-K2-W2: Bouwt en onderhoudt een netwerk
P2-K2-W3: Voert beleidsondersteunende taken uit
P2-K2-W4: Voert beheertaken uit
Meer informatie over dit dossier is te vinden op de website www.kwalificatiesmbo.nl
1.2 Leren in de praktijk
Leren in de praktijk is een van de belangrijkste onderdelen van het beroepsonderwijs. Om
beroepscompetenties te ontwikkelen moet de studente in een realistische situatie worden
geplaatst, waarin zij een grote hoeveelheid aan kerntaken moet combineren en integreren.
Onder begeleiding leert zij de juiste keuzes en afwegingen maken en weet zij hoe ze in
complexe situaties op de beroepspraktijk moet handelen.
De kerntaken en combinaties hiervan zijn in de stageopdrachten vertaald en zijn sturend
voor wat er op school en in de stage geleerd moet worden.
1.3 Leerlijnen
De opleiding werkt met leerlijnen om het onderwijs vorm te geven. De leerlijnen zijn terug te
vinden in het onderwijsplan, rooster en het Onderwijs- en Examen Reglement (OER). Zowel
de lessen als de stageopdrachten en examens zijn aan deze leerlijnen gekoppeld.
11
We onderscheiden de vier volgende leerlijnen en sublijnen:
Activiteitenlijn
- activiteitenplan
- spontaan
Het leren is gericht op:
Het planmatig voorbereiden, aanbieden en
evalueren van (ontwikkelingsgerichte)
activiteiten.
Activiteiten spontaan, op het juiste moment
en zonder voorbereiding inzetten.
Kindlijn
- ontwikkelen
- opvoeden
- verzorgen
Het leren is gericht op:
Het bieden van verzorging aan het kind of
hem daarbij ondersteunen. Het observeren
en stimuleren van de ontwikkeling en het
pedagogisch handelen in de dagelijkse
beroepspraktijk.
Professionaliteit & Kwaliteitslijn
(P&K)
- oriëntatie
- professionaliteit
- kwaliteit
- huishouden
- keuzedelen
Het leren is gericht op:
-het communiceren en samenwerken met ouders en collega’s.
-het werken volgens richtlijnen en
protocollen.
-deskundigheidsbevordering, reflectie,
professionalisering en feedback.
-huishoudelijke werkzaamheden.
Generieke lijn
- Nederlands
- Engels
- rekenen
- loopbaan en burgerschap
De generieke leerlijn is alleen terug te
vinden in lessen en examens die op school
plaatsvinden.
Het leren is gericht op:
-ontwikkeling van de Nederlandse, Engelse
taal (niveau 4) en rekenvaardigheden.
-loopbaanoriëntatie en burgerschaps-
vorming.
12
2. Het werken aan stageopdrachten
2.1 Het stagemodel
Ieder schooljaar is verdeeld in vier perioden van negen weken.
Voor de jaarplanning wordt naar bijlage 5 verwezen.
Aantal dagen stage Blok 1 Blok 2 Blok 3 Blok 4
Leerjaar 1 X 1 dag 1,5 dag 1,5 dag
Leerjaar 2 1,5 dag 1,5 dag 1,5 dag 1,5 dag
Leerjaar 3 2,5 dag 2,5 dag 2,5 dag 2,5 dag
2.2 Positionering stageopdrachten
De stageopdrachten zijn als volgt over de blokken verdeeld:
Blok 1
9 weken
Blok 2
9 weken
Blok 3
9 weken
Blok 4
9 weken
Geen stage 6 uur stage Gemiddeld 12 uur stage Gemiddeld 12 uur stage
Oriëntatie 2
Huishouden 3
Professionaliteit 2 Professionaliteit 3 Professionaliteit 4
Activiteit 3 Activiteit 4
Verzorgen 2 Verzorgen 3 Verzorgen 4
De gekleurde bolletjes geven aan bij welke leerlijn de stageopdrachten horen.
De omschrijving van de stageopdrachten vind je in deel B terug.
2.3 Werken aan stageopdrachten
De stageopdrachten zijn richtinggevend voor de inhoud van het onderwijs op school. De
leeractiviteiten op school zijn steeds op de stageopdrachten afgestemd.
In bijlage 10 van deze stagegids kun je lezen hoe je een verslag moet maken.
2.3.1 Ondersteuning vanuit school bij het werken aan de stageopdrachten
Op school krijgt de studente de ruimte om de stageopdrachten te lezen en zich hierop te
oriënteren. Daarnaast worden de stageopdrachten door de docent uitgelegd. Tijdens deze
uitleg krijgt de studente de mogelijkheid om vragen te stellen en/of problemen voor te leggen.
Iedere school heeft zijn eigen manier om de studente te ondersteunen bij het plannen van de
opdracht. Bij het plannen van de stageopdracht kan de studente het planningsformulier uit
bijlage 6 gebruiken.
2.3.2 Maatwerk
Het is belangrijk om goed te kijken naar het studietempo en de leerstijl van de studente en
de leermogelijkheden op haar stageplaats. Dit betekent dat de studente de mogelijkheid
krijgt om de stageopdrachten versneld dan wel vertraagd door te lopen.
Wanneer de studente sneller klaar is met de opdrachten van een blok en alles heeft behaald,
kan zij in overleg met haar stagebegeleid(st)er en de studieloopbaanbegeleid(st)er besluiten
om de opleiding te versnellen. Na een positief advies van zowel de stage als het PW-team,
kan de studente aan een versneld traject beginnen.
13
Het kan ook gebeuren dat de studente vertraging oploopt door bijvoorbeeld persoonlijke
omstandigheden en/of ziekte. Zij kan dan in overleg met de studieloopbaanbegeleid(st)er
een aangepast traject volgen.
2.3.3 Wat als een stageopdracht niet op de stageplaats kan worden uitgevoerd?
De stageopdrachten zijn zó geschreven dat de studente ze zowel op een babygroep als
een BSO moet kunnen uitvoeren. Als de opdracht niet (direct) uitvoerbaar is op de
stagegroep, kunnen de volgende mogelijkheden worden benut:
1. De studente bedenkt in overleg met zijn stagebegeleid(st)er een kleine aanpassing
van de opdracht. Zij bespreekt dit voorstel met de docent op school. De studente kan
pas met de opdracht aan de slag als zij hiervoor toestemming heeft gekregen.
2. De opdracht wordt in een andere groep binnen de instelling uitgevoerd.
Als géén van bovenstaande mogelijkheden gebruikt kunnen worden, overlegt de
studente met school over een mogelijke oplossing.
14
3. Begeleiding
3.1 Begeleiding op school
Op school krijgt de studente een studieloopbaanbegeleid(st)er (slb’er) toegewezen met wie
zij haar resultaten en de ontwikkeling van haar leerroute bespreekt. De slb’er heeft vanuit de
opleiding een sleutelrol in haar (studie)loopbaanplanning. Zij begeleidt bij het
zelfverantwoordelijk ‘leren-leren’ en bij studiebelemmeringen op het persoonlijke vlak.
In de eerste fase van het opleidingstraject is er veel begeleiding. Deze begeleiding neemt af
naarmate het opleidingstraject vordert. De sturing van de studieloopbaanbegeleid(st)er
maakt langzaam plaats voor zelfsturing.
Begeleiding van de studente van geleid naar begeleid, naar zelfstandig:
Geleid: In een geleide situatie krijgt de studente de opdrachten en instructies van
de begeleider. Zij volgt bij het uitvoeren van de werkzaamheden de
richtlijnen, procedures en protocollen die zij aangereikt krijgt.
Begeleid: In een begeleide situatie overlegt de studente met de begeleider over de
aanpak van de uitvoering. Zij doet zelf onderzoek en komt met voorstellen
voor de uit te voeren werkzaamheden, daarbij gebruik makend van
bestaande richtlijnen, procedures en protocollen. Zij krijgt ondersteuning
van de begeleider waar dat nodig is.
Zelfstandig Bij het zelfstandig functioneren in een situatie handelt de studente naar
eigen inzicht, rekening houdend met de geldende richtlijnen, procedures
en protocollen. De studente kan zelfstandig functioneren in wisselende en
in nieuwe situaties.
3.2 Begeleiding op stage
Het team Pedagogisch Werker organiseert bijeenkomsten waarin aandacht zal zijn voor
begeleiding en beoordeling van de studente. De stagebegeleid(st)er krijgt hiervoor een
uitnodiging, maar zij kan ook zelf haar behoefte aan informatie kenbaar maken. Tussentijdse
wijzigingen aan de stagegids en/of actuele informatie ontvangt de stagebegeleid(st)er/
praktijkopleid(st)er via een (nieuws)brief en/of mailing.
Bij de start van de opleiding vindt er een algemene informatiebijeenkomst voor de
stagebegeleiders en de desbetreffende docenten plaats met als doel: kennismaking,
toelichting op de stageopleiding, de -gids en de opdrachten.
Stagebezoeken door de docent (slb’er of stagedocent)
De docent komt twee keer per stageperiode op de stageplaats langs en heeft dan een
gesprek met de studente en de stagebegeleid(st)er. Daarnaast kan er telefoon- en/of
mailcontact zijn. Zowel in de tussen- als in de eindevaluatie (zie bijlage 4) wordt de
ontwikkeling van de studente besproken met aandacht voor de sterke kanten en de
aandachtspunten van de studente.
15
Wie is bij de stagebegeleiding van de studente betrokken?
de studente
de stagebegeleid(st)er
de slb’er (dit geldt alleen voor het Kellebeek College en Scalda)
de stagedocent (dit geldt alleen voor het Vitalis college)
3.2.1 De studente
Taken en verantwoordelijkheden van de studente:
het plannen en voeren van een begeleidingsgesprek met de stagebegeleid(st)er
het bespreken van ideeën, planning en aanpak van de stageopdrachten met de
stagebegeleid(st)er
het werken aan persoonlijke leerdoelen en stageopdrachten
het reflecteren op de eigen ontwikkeling
het bijhouden van het urenregistratieformulier stage
het aangeven waar begeleiding en/of ondersteuning nodig is
3.2.2 De stagebegeleid(st)er
Taken en verantwoordelijkheden van de stagebegeleid(st)er:
de studente helpen bij het voorbereiden en evalueren van de werkzaamheden
instructies geven voor taken en werkzaamheden
het uitspreken van verwachtingen en maken van afspraken
vakkennis en vaardigheden aan de studente overbrengen
zicht hebben op het leerproces van de studente
de studente stimuleren tot leren, zelfstandigheid en reflectie
het regelmatig voeren van coachings- en beoordelingsgesprekken met de
studente (minimaal vier keer per blok) waarin het functioneren en de opdrachten
besproken worden
akkoord geven op de planning van de stageopdrachten
het beoordelen van de stageopdrachten
het opnemen van contact met school bij vragen of problemen m.b.t. de
begeleiding
De stagebegeleid(st)er neemt met school contact op:
direct bij te laat komen en niet gemeld verzuim
bij vragen m.b.t. de begeleiding van de studente
bij vragen over de stageopdrachten waar de studente aan werkt
als de studente in de stage niet goed functioneert
als de studente op de stageplaats wil of moet stoppen
in conflictsituaties met de studente
bij vermoedelijke onregelmatigheden
3.2.3 De studieloopbaanbegeleid(st)er (slb’er)
(dit geldt alleen voor het Kellebeek College en Scalda)
De slb’er begeleidt de studente individueel door gesprekken op school en in de stage.
16
Een goede begeleiding is belangrijk, niet alleen van de stagebegeleid(st)er, maar ook van de
slb’er. Van de studente wordt verwacht dat zij zelf aangeeft waar zij begeleiding en/of
ondersteuning bij nodig heeft.
De taken en verantwoordelijkheden van de slb’er m.b.t. de stage:
hij/zij voert begeleidingsgesprekken op het stageadres met de student en de
stagebegeleid(st)er.
hij/zij bespreekt de voortgang en leerdoelen van de stage.
hij/zij zorgt voor de invulling en ondertekening van de gespreksformulieren.
hij/zij onderhoudt met de stagelocatie en stageorganisatie.
hij/zij coacht stagebegeleid(st)ers bij de begeleiding van de studenten en de
implementatie van de nieuwe stageopdrachten.
Hieronder verstaan we:
het coachen van de stagebegeleid(st)er in de begeleiding van de studente.
het ondersteunen in het gebruik van de opdrachten en methoden die binnen de
stage gebruikt worden.
het coachen van de stagebegeleid(st)er bij het begeleiden en beoordelen van de
studente. Dit omvat het coachen van de studente, het beoordelen van opdrachten
en activiteiten, het doorverwijzen naar informatiebijeenkomsten en trainingen voor
stagebegeleid(st)ers.
het beantwoorden van vragen rondom de organisatie met betrekking tot het
buitenschools leren.
het functioneren als intermediair tussen ontwikkelingen in het werkveld en
ontwikkelingen binnen de opleiding met betrekking tot het buitenschools leren.
3.2.4 De stagedocent
(dit geldt alleen voor het Vitalis college)
Iedere instelling krijgt bij de begeleiding van de studente ondersteuning op maat. Dit
wordt bij het Vitalis college door de stagedocent gedaan.
Vanuit de opleiding wordt de studente door de studieloopbaanbegeleid(st)er begeleid. De
stagedocent, slb’er, stagebegeleid(st)er èn studente zijn sámen verantwoordelijk voor de
studievoortgang van het buitenschools leren van de studente.
De taken en verantwoordelijkheden van de stagedocent:
hij/zij maakt afspraken met de stagebegeleid(st)er over de wijze waarop de instelling begeleid wil worden.
hij/zij plant afspraken en bespreekt met de stagebegeleid(st)er en de studente haar
voortgang en leerdoelen.
hij/zij coacht stagebegeleid(st)ers bij de begeleiding van de studenten en de
implementatie van de nieuwe stageopdrachten.
Hieronder verstaan we:
het coachen van de stagebegeleid(st)er in de begeleiding van de studente.
het ondersteunen in het gebruik van de opdrachten en methoden die binnen de
stage gebruikt worden.
het coachen van de stagebegeleid(st)er bij het begeleiden en beoordelen van de
studente. Dit omvat het coachen van de studente, het beoordelen van opdrachten
17
en activiteiten, het doorverwijzen naar informatiebijeenkomsten en trainingen voor
stagebegeleid(st)ers.
het beantwoorden van vragen rondom de organisatie met betrekking tot het
buitenschools leren.
het functioneren als intermediair tussen ontwikkelingen in het werkveld en
ontwikkelingen binnen de opleiding met betrekking tot het buitenschools leren.
het bijhouden van administratieve praktijkgegevens van de studente.
3.3 Begeleidingsgesprekken op stage
Begeleidingsgesprekken vinden in overleg tussen stagebegeleid(st)er en studente
plaats, minimaal vier keer per blok. Reflectie op eigen leerervaringen is daarin heel
belangrijk. De stagebegeleid(st)er kan de studente ondersteunen in deze reflectie door
samen de uitgevoerde opdrachten en reflecties te bespreken. Het is echter de bedoeling
dat de studente hiertoe initiatief neemt. Vervolgens bereidt zowel de stagebegeleid(st)er
als de studente deze punten voor. Tijdens de gesprekken moet vooral op het concrete
gedrag van de studente worden ingegaan.
Mogelijke bespreekpunten:
de planning en voortgang van opdrachten en activiteiten
resultaten van opdrachten en/of reflectieverslagen van de studente
persoonlijke leerdoelen waaraan de studente in de stage wil werken
de houding en het gedrag van de studente
het invullen van de beoordelingslijst van de stageopdracht.
18
4. Beoordelen
4.1 Ontwikkelingsgericht beoordelen en examineren
Binnen de studie wordt de studente op verschillende tijdstippen en manieren beoordeeld op
de ontwikkeling die zij doormaakt. We noemen dit ontwikkelingsgericht beoordelen. Iedere
stageopdracht is een ontwikkelingsgerichte beoordeling. Deze beoordeling wordt op het
resultatenoverzicht geregistreerd en is hierdoor een onderdeel van de studievoortgangs-
regeling. De ontwikkelingsgerichte beoordeling bereidt voor op de eindbeoordeling.
De eindbeoordeling is een examen en telt mee voor het diploma. Gedurende de studie krijgt
de studente te maken met een aantal examens.
In het Onderwijs- en Examenreglement (OER) van de opleiding is terug te vinden hoeveel
examens gedurende haar opleiding worden afgenomen, waar en wanneer deze worden
afgenomen en welke werkprocessen hiermee worden afgesloten.
Voor praktijkexamens wordt een aparte handleiding Examineren geschreven.
4.2 Het beoordelen van stageopdrachten
De beoordelingslijst van de stageopdracht wordt ingevuld door de stagebegeleid(st)er en de
beoordeling wordt met de studente besproken. Door het invullen van de beoordelingslijst
geeft de stagebegeleid(st)er feedback aan de studente en stelt vast of het getoonde gedrag
en het handelen aan de gestelde eisen voldoen.
4.2.1 Beoordelingslijst
De studente is verantwoordelijk voor tijdig aanleveren van de beoordelingslijsten van de
stageopdrachten waaraan zij werkt.
Bij het invullen van de beoordelingslijst is het belangrijk dat:
de stagebegeleid(st)er bij de beoordelingscriteria een paraaf zet bij de gewenste
beoordeling.
er door middel van het zetten van een paraaf een duidelijke keuze wordt gemaakt
tussen O-M-V-G. Een paraaf op de lijn tussen twee vakjes is geen optie.
er geen vakjes worden ingevuld met n.v.t.
de stagebegeleid(st)er parafeert of het eindresultaat wel of niet is behaald. Hiervoor
maakt zij gebruik van de cesuur die bij de opdracht vermeld is.
de stagebegeleid(st)er haar feedback op de beoordelingslijst noteert en hiermee haar
beoordeling onderbouwt.
Belangrijk ten aanzien van ter voorkoming van fraude is dat:
de stagebegeleid(st)er de lijst invult, nádat de naam van de student is ingevuld.
de stagebegeleid(st)er een handtekening op de laatste pagina zet en op elke pagina
een paraaf en datum.
de studente de ingevulde en ondertekende beoordelingslijst inscant en deze op de
elektronische leeromgeving inlevert. De studente bewaart de originele beoordelings-
lijst.
19
4.2.2 Herkansing
Wanneer de studente haar stageopdracht niet behaalt, krijgt zij één kans om de opdracht te
herkansen. De beoordelingscriteria die niet op het gewenste niveau zijn gescoord, moeten in
een nieuwe praktijksituatie alsnog op het gewenste niveau aangetoond worden.
In sommige gevallen zal dit betekenen dat de stageopdracht niet in zijn geheel opnieuw
uitgevoerd hoeft te worden. De studente overlegt met de docent op school hoe zij de
herkansing vormgeeft.
Wanneer na herkansing de opdracht nog steeds wordt beoordeeld met ‘niet-behaald’, dan
wordt dit resultaat geregistreerd op de resultatenlijst.
4.2.3 Eindverantwoordelijkheid beoordelen
De school is eindverantwoordelijk voor de beoordeling van de studente. Dit betekent dat een
stageopdracht met een positieve beoordeling door de stagebegeleid(st)er alsnog moet
worden aangepast wanneer de school niet instemt met deze beoordeling. Feitelijk betekent
dit dat de stagebeoordeling door school kan worden ingetrokken. De school onderbouwt dit
besluit met argumenten. Dit geldt zowel voor de ontwikkelingsgerichte beoordelingen als de
examens.
4.3 De afronding van stageopdrachten op school
Na de stagebeoordeling levert de studente het ‘te behalen resultaat’ (de beoordelingslijst
en/of het product) op school in. Dit gebeurt volgens de afspraken die tussen school en
studente worden gemaakt. Bij aanvang van de stage worden deze door de slb’er toegelicht.
Vervolgens wordt de opdracht definitief op school afgerond. De docent bekijkt de ingeleverde
opdracht en de beoordeling. Zij geeft korte feedback ten behoeve van de ontwikkeling van de
studente. Daarnaast zijn de ingeleverde stageopdrachten input voor het voortgangsgesprek
dat de docent regelmatig met de studente voert.
20
5. Afspraken, regels en richtlijnen
5.1 Praktijkovereenkomst (POK)
Voorafgaand aan de stage wordt er voor alle studenten een praktijkovereenkomst (POK)
afgesloten tussen de studente, de stage-instelling en de school.
De praktijkovereenkomst wordt in drievoud opgemaakt. Alle exemplaren worden door alle
partijen ondertekend. Indien de studente minderjarig is, tekenen de ouders/verzorgers ook.
Op de praktijkovereenkomst staat het totaal aantal uren vermeld dat de studente op de
stageplaats stage loopt.
5.2 Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG)
Medewerkers in de kinderopvang en peuterspeelzalen moeten een Verklaring Omtrent
het Gedrag (VOG) hebben. Een VOG toont aan dat hun gedrag in het verleden geen
bezwaar is voor het werken met kinderen.
In het werkveld van Pedagogisch werk/Kinderopvang is een Verklaring omtrent Gedrag
ook voor stagiaires verplicht. Meer informatie over de VOG is op de volgende site te
vinden: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/kinderopvang/vog-aanvraagformulieren-
kinderopvang
Indien de studente geen geldige, originele VOG (meer) heeft, moet een nieuwe worden
aangevraagd. Op school krijgt iedere studente informatie over de procedure ‘Aanvragen
VOG’. Een VOG is 2 jaar geldig.
5.3 Beroepsgeheim
Tijdens de stage moet de studente zich aan het beroepsgeheim houden. De studente
houdt alle informatie die op de stageplaats aan haar wordt toevertrouwd over
betrokkenen en/of organisatie geheim. Het spreekt vanzelf dat in verslagen van school
geen namen van betrokkenen worden gebruikt.
Het werkveld Kinderopvang heeft een beroepscode, waarin gedragsregels zijn
opgesteld. De studente moet hiervan op de hoogte zijn en werkt volgens deze regels.
5.4 Regels en voorschriften
De studente moet zich aan de (huis)regels en voorschriften van de stageplaats houden.
Op de meeste stageplaatsen worden eisen gesteld aan kleding en/of uiterlijk. De
studente past zich aan deze eisen aan.
5.5 Reiskosten en stagevergoeding
De stageplaats is niet verplicht reiskosten of een andere vergoeding te betalen.
5.6 Ongewenste intimiteiten
Indien de studente te maken krijgt met ongewenste intimiteiten licht zij direct haar
studieloopbaanbegeleid(st)er of de vertrouwenspersoon van school in. Indien de
studente hiertoe in staat is, licht zij ook de stagebegeleid(st)er of praktijkopleider in.
21
5.7 Verzekering
De school heeft voor elke studente een WA-verzekering tijdens de stage afgesloten.
Deze verzekering dekt schade die de studente tijdens de stage aan personen en/of
goederen toebrengt en is aanvullend op de eigen WA-verzekering van de studente. Er
bestaat altijd een eigen risico.
5.8 Verzuim
Wanneer de studente op een stagedag ziek is of wordt, dan meldt zij zich volgens de
regels van het stageadres en van de school bij beiden af. De studente registreert de
ziekmelding op de urenlijst. Wanneer de studente zonder afmelding niet op de
stageplaats verschijnt, neemt de stagebegeleid(st)er direct contact op met de studente
en school.
Buitensporig verzuim heeft invloed op de studievoortgang. Verzuim wordt in overleg met
de stagebegeleid(st)er ingehaald. De uren, vermeld in de praktijkovereenkomst (POK),
zijn leidend. De ingehaalde uren worden op het urenregistratieformulier verantwoord.
Wanneer de studente beter is, geven zij dit door aan het stageadres en de school.
5.9 Verlof
Stage verlof wordt met de stagebegeleid(st)er overlegd. De verlofregeling voor
Pedagogisch werkers in de CAO Kinderopvang vormt hierin het uitgangspunt. Mocht de
stagebegeleid(st)er vragen over een verlofaanvraag hebben, dan kan er contact met
school worden gelegd.
Soms vinden er op de stagebegeleid(st)er activiteiten plaats die belangrijk kunnen zijn
voor het leerproces van de studente. Wanneer deze activiteit plaatsvindt op een dag dat
de studente naar school moet, dan kan zij verlof op school aanvragen.
5.10 Schoolvakanties en extra vrije dagen
De studente loopt in principe geen stage op de vastgestelde vakantie- en vrije dagen van
school. Wanneer de studente gemiste stage-uren moet inhalen, dan kan zij hiervoor van
haar vakantie- en vrije dagen gebruikmaken.
Indien de vakanties en vrije dagen van de stageplaats niet overeenkomen met de
vakanties en vrije dagen van de school, is het de verantwoordelijkheid van de studente
om dit zodanig op elkaar af te stemmen, dat de studente aan de vastgestelde uren
volgens de praktijkovereenkomst (POK) voldoet.
5.11 Overige afspraken en richtlijnen
De student krijgt via school een stageplaats toegewezen.
Per school is een reisafstand en/of -tijd tussen woning en stageplaats vastgesteld die
acceptabel wordt geacht. De studente vraagt op school na hoe groot de reisafstand is en
hoeveel de reistijd bedraagt. Reiskosten zijn voor rekening van de studente.
22
23
Deel B
Stageopdrachten
24
25
Blok 2
26
27
Stageopdracht Oriëntatie blok 2
- Cohort 2017
- Leerjaar 1
- Periode 2
- P&K lijn
Werkproces:
B1-K1-W7: Zorgt voor een veilig pedagogisch klimaat
B1-K2: Werken aan kwaliteit en deskundigheid
Doelen opdracht:
De studente:
stelt zichzelf voor
oriënteert zich op de doelgroep, de inrichting van het gebouw, het vluchtplan, de
organisatie van de werkzaamheden binnen de stageplaats en het activiteitenaanbod.
Opdrachtomschrijving:
Deel A:
Je stelt jezelf voor aan alle kinderen, ouders en collega’s.
Deel B:
Je oriënteert je op onderstaande onderwerpen:
1. De doelgroep
2. De inrichting van het gebouw
3. Vluchtplan
4. De organisatie van de werkzaamheden
5. Activiteitenaanbod
Dit kun je doen door op de website te kijken, met medewerkers te praten en documenten te
bekijken. De inhoud voor het maken van dit verslag vind je in bijlage A. Je mag zelf kiezen
in welke volgorde je aan de opdracht werkt.
Deel C:
Naast geplande activiteiten vinden er ook spontane activiteiten plaats. Een spontane activiteit is een activiteit die niet vooraf is voorbereid, maar op het moment zelf wordt bedacht en ingezet. Je gaat op eigen initiatief en op verzoek van de begeleid(st)er, collega’s en/of kinderen aan minimaal drie spontane activiteiten meedoen. Denk hierbij aan:
voorlezen
een liedje zingen
dansen, sport, buitenactiviteiten
28
een kringgesprek
een rollenspel
een creatieve activiteit
Inleveren:
Deel B: verslag
29
Beoordelingslijst stageopdracht Oriëntatie blok 2
(in te vullen door de stagebegeleid(st)er)
o 1e gelegenheid o 2e gelegenheid
Naam studente:
Groep en cohort:
O Onvoldoende De studente heeft het genoemde beoordelingscriterium niet laten
zien.
M Matig De studente heeft het genoemde beoordelingscriterium gedeeltelijk
laten zien.
V Voldoende De studente heeft het genoemde beoordelingscriterium laten zien.
G Goed De studente heeft het genoemde beoordelingscriterium boven
gemiddeld laten zien.
Beoordelingscriteria O M V G
Deel A De studente:
1. Stelt zichzelf voor aan de kinderen
2. Stelt zichzelf voor aan de collega’s
3. Stelt zichzelf voor aan de ouders
Deel B
De studente heeft onderstaande punten opgenomen in het verslag:
4. de leeftijd van de doelgroep
5. de groepsgrootte, het aantal jongens en meisjes.
6. specifieke kenmerken van de kinderen op de groep.
7. de eerste indruk van de groep.
8. de ruimten die het gebouw heeft.
9. de indeling van de ruimte waarin de stagegroep verblijft.
10. welke materialen in de stagegroep aanwezig zijn.
11. de eerste indrukken van het gebouw.
12. wat te doen bij een calamiteit.
13. het aantal medewerkers.
14. de functies die op de stageplaats aanwezig zijn.
15. de werkzaamheden van de verschillende functionarissen.
16. welke activiteiten er zoals gedaan worden
17. welke thema’s er gedurende het jaar gebruikt worden
Deel C
De studente:
18. heeft met minimaal 3 spontane activiteiten meegedaan
19. toont een positieve en enthousiaste houding tijdens de activiteiten.
30
Cesuur:
Alle beoordelingscriteria moeten met een voldoende of goed beoordeeld zijn.
Feedback stagebegeleid(st)er: O behaald O niet behaald
Naam stagebegeleid(st)er: Stageplaats: Handtekening: Datum:
31
Bijlage A: Oriëntatie in de praktijk
De inhoud van het verslag:
1 De doelgroep
Beschrijf de doelgroep op jouw praktijkplaats:
de leeftijd van de kinderen
de groepsgrootte, het aantal jongens en meisjes
de specifieke kenmerken van de kinderen op de groep. Te denken valt aan
kinderen met allergieën, beperkingen, bijzondere thuissituaties
beschrijf je eerste indruk van de groep; wat vind je er zelf van?
2 De instelling, het gebouw
Beschrijf :
het gebouw: het aantal ruimten en welke functies deze hebben
de ruimte waarin jouw groep verblijft (hoeken, meubels, etc.)
welke materialen er zijn (speel-, spel- en knutselmateriaal)
beschrijf je eerste indruk over het gebouw/de ruimte, wat vind je er zelf van?
3 Vluchtplan
Lees het vluchtplan, stel hier vragen over aan je collega’s en beschrijf wat
jouw taak is bij een calamiteit
4 De organisatie van de werkzaamheden
Beschrijf :
hoeveel mensen er werken
wie er op jouw praktijkplaats werken (welke functies zijn er en wat doen ze?)
5 Activiteitenaanbod
Beschrijf :
welke activiteiten er zoal gedaan worden op jouw groep
welke thema’s er gedurende het jaar gebruikt worden
32
Stageopdracht Professionaliteit blok 2
-Cohort 2017
-Leerjaar 1
-Periode 2
-P&K lijn
Werkproces:
B1-K1-W8: Evalueert de werkzaamheden
B1-K2-W1: Werkt aan de eigen deskundigheid
Doelen opdracht:
De studente:
gebruikt feedback om zich verder te ontwikkelen.
benoemt haar kwaliteiten en leerpunten en zet deze in persoonlijke leerdoelen om.
Opdrachtomschrijving:
Je gaat actief aan de slag met je leer- en werkhouding aan de hand van de lijst (zie bijlage
achter deze opdracht).
Je start de opdracht met het kiezen van drie punten uit de lijst waar je goed in bent
(kwaliteiten). Vervolgens kies je drie punten (leerdoelen) uit de lijst waar je dit blok aan gaat
werken.
Bespreek deze leerdoelen met je stagebegeleid(st)er en maak een plan hoe je hier aan gaat
werken. Je kunt hierbij gebruik maken van het ‘format leerdoelen’.
Aan het einde van blok 2:
- vult je stagebegeleid(st)er de leer- en werkhoudingslijst in.
- bespreek je met je stagebegeleidster hoe je gedurende blok 2 aan de 3 leerdoelen
hebt gewerkt.
- formuleer je minimaal twee leerdoelen voor blok 3.
Inleveren:
leer - en werkhoudingslijst (bijlage)
plan hoe je aan je 3 leerdoelen gaat werken
33
Bijlage :
O Onvoldoende De studente heeft het genoemde beoordelingscriterium niet laten zien.
M Matig De studente heeft het genoemde beoordelingscriterium gedeeltelijk laten zien.
V Voldoende De studente heeft het genoemde beoordelingscriterium laten zien.
G Goed De studente heeft het genoemde beoordelingscriterium boven gemiddeld laten zien.
Evaluatie leer- en werkhouding stage blok 2
Naam studente: Groep: Stageplaats: Naam stagebegeleid(st)er: Cohort: Afspraken nakomen O M V G
1 Komt op tijd
2 Komt gemaakte afspraken na
3 Levert opdrachten op tijd in volgens de gemaakte planning
4 Meldt zich volgens de regels af
5 Heeft geen ongeoorloofd verzuim
Werken volgens de regels en voorschriften van de instelling
6 Heeft een verzorgd uiterlijk, passend op de stage
7 Kent richtlijnen en protocollen, behorend bij de opdrachten
8 Houdt zich aan richtlijnen en protocollen, behorend bij de opdrachten
Professionaliteit
9 Handelt naar gekregen adviezen/feedback
Veiligheid
10 Gaat zorgvuldig om met gevoelige informatie vanuit de stage
11 Houdt rekening met gevoelens en gewoontes van de ander
12 Plaatst alleen privéberichten op sociale media
13 Voert privégesprekken buiten werktijd
Respect
14 Stelt zich voor aan alle kinderen, ouders en collega’s
15 Begroet alle kinderen, ouders en collega’s
Communicatie en houding
16 Gebruikt correct taalgebruik
17 Luistert actief
18 Toont interesse in de ander
19 Heeft een positieve uitstraling
Teamwork
20 Stelt zich collegiaal op
Begeleidbaar opstellen
21 Neemt initiatief tot het werken aan leerdoelen
22 Komt voorbereid op de stage (o.a.: heeft materiaal bij zich, telefoon staat uit)
34
Toelichting beoordeling leer- en werkhouding:
Datum: Handtekening studente: Handtekening stagebegeleid(st)er:
35
Beoordelingslijst stage Professionaliteit blok 2 (in te vullen door de stagebegeleid(st)er)
o 1e gelegenheid o 2e gelegenheid
Naam studente:
Groep en cohort:
O Onvoldoende De studente heeft het genoemde beoordelingscriterium niet laten zien.
M Matig De studente heeft het genoemde beoordelingscriterium gedeeltelijk laten zien.
V Voldoende De studente heeft het genoemde beoordelingscriterium laten zien.
G Goed De studente heeft het genoemde beoordelingscriterium boven gemiddeld laten zien.
Beoordelingscriteria O M V G
De studente:
1. heeft bij aanvang van de opdracht drie kwaliteiten benoemd
2. heeft bij aanvang van de opdracht drie leerdoelen geformuleerd
3. heeft het plan hoe te werken aan de leerdoelen besproken met de stagebegeleidster
4. gaat actief aan de slag met de drie leerdoelen
5. heeft aan het einde van blok 2 de leer- en werkhoudingslijst laten invullen door haar stagebegeleid(st)er
6. gaat in gesprek met de stagebegeleid(st)er en vraagt naar feedback op de leer- en werkhoudingslijst *
7. stelt minimaal twee leerdoelen voor blok 3
Cesuur: De beoordelingscriteria met een * mogen met een matig beoordeeld zijn.
Feedback stagebegeleid(st)er:
36
O behaald O niet behaald
Naam stagebegeleid(st)er: Stageplaats: Handtekening: Datum:
37
Stageopdracht Verzorging blok 2
-Cohort 2017
-Leerjaar 1
-Periode 2
-Kindlijn en P&K lijn
Werkproces:
B1-K1 : Begeleidt kinderen bij hun ontwikkeling
B1-K1-W4 : Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen
B1-K1-W 6: Ondersteunt bij verzorgende taken
B1-K2- W2: Werkt aan het bewaken en bevorderen van kwaliteitszorg
Doelen opdracht:
De studente
beschrijft drie voorbeelden van de motorische-, cognitieve- en creatieve ontwikkeling.
kent de protocollen m.b.t. de verzorging van de kinderen en handelt hier naar.
helpt onder begeleiding mee bij de persoonlijke verzorging van de kinderen.
staat open voor meningen, ideeën en feedback van anderen.
Opdrachtomschrijving:
Deel A:
Geef bij drie verschillende kinderen met drie voorbeelden van gedrag aan hoe zij zich
ontwikkelen. Bij de cognitieve ontwikkeling geef je minimaal één voorbeeld dat op taal gericht
is. Beschrijf dit gedrag in onderstaand schema. Bespreek het ingevulde schema met je
stagebegeleidster.
de initialen en de
leeftijd van het kind
de motorische
ontwikkeling
de cognitieve
ontwikkeling
de creatieve
ontwikkeling
vb G.S. is twee jaar en zeven
maanden
kan op een driewieler
fietsen
zegt zinnen van drie
woorden
maakt krassen op de
tekening en af en toe
een cirkel
1
2
3
Deel B:
Ga op zoek naar de verschillende protocollen op het gebied van verzorging. Je stelt over
deze protocollen vragen op je stage. Daarnaast help je onder begeleiding mee bij de
38
uitvoering van verschillende, verzorgende handelingen volgens het protocol.
Te denken valt aan:
toiletbezoek en handen wassen
het aan- en uitkleden
een verschoonmoment
gezond gedrag
het bereiden van eten
het strikken van veters
Tijdens en na de verzorging sta je open voor de tips en feedback van je collega.
Inleveren:
Deel A: schema over de ontwikkeling
39
Beoordelingslijst stage Verzorging blok 2
(in te vullen door de stagebegeleid(st)er)
o 1e gelegenheid o 2e gelegenheid
Naam studente:
Groep en cohort:
O Onvoldoende De studente heeft het genoemde beoordelingscriterium niet laten zien.
M Matig De studente heeft het genoemde beoordelingscriterium gedeeltelijk laten zien.
V Voldoende De studente heeft het genoemde beoordelingscriterium laten zien.
G Goed De studente heeft het genoemde beoordelingscriterium boven gemiddeld laten zien.
Beoordelingscriteria O M V G
Deel A
De studente:
1. beschrijft drie voorbeelden van gedrag die horen bij de
motorische ontwikkeling.
2. beschrijft drie voorbeelden van gedrag die horen bij de
cognitieve ontwikkeling (waarvan één op het gebied van taal).
3. beschrijft drie voorbeelden van gedrag die horen bij de
creatieve ontwikkeling.
Deel B
De studente:
4. stelt vragen m.b.t. protocollen.
5. kent protocollen m.b.t. de verzorging van de kinderen en
handelt hier naar.
6. helpt onder begeleiding mee en voert verzorgende handelingen
uit volgens protocol.
7. staat open voor meningen, ideeën en feedback van anderen.
Cesuur:
Alle beoordelingscriteria moeten met een voldoende of goed beoordeeld zijn.
40
Feedback stagebegeleid(st)er: O behaald O niet behaald
Naam stagebegeleid(st)er: Stageplaats: Handtekening: Datum:
41
Blok 3
42
43
Stageopdracht Huishouden blok 3
- Cohort 2017
- Leerjaar 1
- Periode 3
- P&K lijn
Werkprocessen:
B1-K1-W6: Ondersteunt bij verzorgende taken
P1-K1-W6: Draagt zorg voor huishoudelijke werkzaamheden (alleen voor niveau 3)
P2-K1-W6: Draagt zorg voor huishoudelijke werkzaamheden (alleen voor niveau 4)
B1-K1-W8: Evalueert de werkzaamheden
Doelen opdracht:
De studente:
stelt vragen over de dagelijkse gang van zaken met betrekking tot de huishoudelijke
werkzaamheden op stage.
kent de protocollen m.b.t. huishoudelijke werkzaamheden.
kent de schoonmaakschema’s waarmee op de praktijk wordt gewerkt.
weet op welke momenten binnen het dagritme er huishoudelijke werkzaamheden
moeten worden uitgevoerd en neemt daartoe initiatief.
registreert de huishoudelijke werkzaamheden in een schema.
voert op verzoek van collega’s (volgens protocol) huishoudelijke werkzaamheden uit
en zet materialen doeltreffend in.
houdt bij bereiding van een (eenvoudige) maaltijd rekening met gezonde voeding.
ontvangt feedback en handelt hiernaar.
Opdrachtomschrijving:
Deel A:
Je gaat vragen stellen over de huishoudelijke werkzaamheden op de stage. Daarnaast
verzamel je informatie over de volgende onderdelen:
het dagritme met alle huishoudelijk werkzaamheden (wat doe je op welk moment
van de dag?)
schoonmaakschema’s waarmee op jouw stageadres wordt gewerkt (hoe zien die
eruit?)
protocollen met betrekking tot de huishoudelijke werkzaamheden waar ze op de
stage mee werken
Je maakt met de gevonden informatie een schematisch overzicht, zodat je kunt zien welke
huishoudelijke werkzaamheden er wanneer door een pedagogisch medewerk(st)er worden
uitgevoerd en aan welke protocollen zij zich moet houden.
44
Deel B:
Op verzoek van collega’s en op eigen initiatief voer je huishoudelijke werkzaamheden uit.
Denk hierbij aan:
het schoonmaken van de binnen en/of buitenruimte
het afwassen
het wassen van textiel
het bereiden van een (eenvoudige) maaltijd, daarbij rekening houdend met gezonde
voeding.
Vraag na afloop van de uitvoering feedback aan je collega’s en gebruik die om je handelen
te verbeteren.
Inleveren:
Deel A: schematisch overzicht
45
Beoordelingslijst stage Huishouden blok 3 (in te vullen door de stagebegeleid(st)er)
o 1e gelegenheid o 2e gelegenheid
Naam studente:
Groep en cohort:
O Onvoldoende De studente heeft het genoemde beoordelingscriterium niet laten zien.
M Matig De studente heeft het genoemde beoordelingscriterium gedeeltelijk
laten zien.
V Voldoende De studente heeft het genoemde beoordelingscriterium laten zien.
G Goed De studente heeft het genoemde beoordelingscriterium boven
gemiddeld laten zien.
Beoordelingscriteria O M V G
Deel A:
De studente:
1. stelt vragen over de huishoudelijke werkzaamheden.
2. kent het dagritme m.b.t. huishoudelijke werkzaamheden.
3. kent de schoonmaakschema’s.
4. kent de protocollen met betrekking tot de huishoudelijke
werkzaamheden.
5. heeft een schematisch overzicht gemaakt van de
huishoudelijke werkzaamheden.
Deel B:
De studente:
6. heeft op verzoek van collega’s huishoudelijke werkzaamheden
uitgevoerd.
7. heeft op eigen initiatief huishoudelijke werkzaamheden
uitgevoerd.
8. vraagt om feedback.
9. gebruikt de gekregen feedback om haar handelen te
verbeteren.
Cesuur:
Alle beoordelingscriteria moeten met een voldoende of goed beoordeeld zijn.
46
Feedback stagebegeleid(st)er: O behaald O niet behaald
Naam stagebegeleid(st)er: Stageplaats: Handtekening: Datum:
47
Stageopdracht Professionaliteit blok 3
-Cohort 2017
-Leerjaar 1
-Periode 3
-P&K lijn
Werkproces:
B1-K1-W8: Evalueert de werkzaamheden
B1-K2-W1: Werkt aan de eigen deskundigheid
Doelen opdracht:
De studente:
ontvangt op de juiste wijze feedback.
gebruikt feedback om zich verder te ontwikkelen.
werkt aan haar professionaliteit door haar ontwikkeling te evalueren gedurende het
eerste leerjaar aan de hand van de leer- en werkhoudingslijst.
benoemt haar kwaliteiten en leerpunten en zet deze in persoonlijke leerdoelen om.
Opdrachtomschrijving:
Aan het einde van blok 2 heb je minimaal 2 leerdoelen geformuleerd voor blok 3. Je hebt
deze leerdoelen besproken met je stagebegeleidster. Maak een plan hoe je hier aan gaat
werken. Je kunt hierbij gebruik maken van het ‘format leerdoelen’.
Benoem ook 2 kwaliteiten van jezelf.
Ook in blok 3 ga je actief aan de slag met de leer-werkhoudingslijst ( zie bijlage achter de
opdracht) en met de twee opgestelde leerdoelen. Zoals je ziet wordt er in periode 3 meer van
je verwacht t.a.v. je leer-en werkhouding.
Aan het einde van blok 3:
- vult je stagebegeleid(st)er de leer- en werkhoudingslijst in.
- Ga je in gesprek met je stagebegeleidster. Hierbij leg je uit wat je kwaliteiten zijn
en waar je leerpunten nog liggen. Ook bespreek je hoe je in blok 3 aan je
leerdoelen hebt gewerkt.
- Vraag je feedback aan je stagebegeleidster over de ingevulde lijst
- formuleer je minimaal twee leerdoelen voor blok 4.
Inleveren:
ingevulde leer- en werkhoudingslijst
plan hoe je aan de 2 leerdoelen gaat werken
48
Bijlage :
O Onvoldoende De studente heeft het genoemde beoordelingscriterium niet laten zien.
M Matig De studente heeft het genoemde beoordelingscriterium gedeeltelijk laten zien.
V Voldoende De studente heeft het genoemde beoordelingscriterium laten zien.
G Goed De studente heeft het genoemde beoordelingscriterium boven gemiddeld laten zien.
Evaluatie leer- en werkhouding stage blok 3
Naam studente: Groep: Stageplaats: Naam stagebegeleid(st)er: Cohort: O M V G
Afspraken nakomen
1 Komt op tijd
2 Komt gemaakte afspraken na
3 Levert opdrachten op tijd in volgens de gemaakte planning
4 Meldt zich volgens de regels af
5 Heeft geen ongeoorloofd verzuim
Werken volgens de regels en voorschriften van de instelling
6 Heeft een verzorgd uiterlijk, passend op de stage
7 Kent richtlijnen en protocollen, behorend bij de opdrachten
8 Houdt zich aan richtlijnen en protocollen, behorend bij de opdrachten
Professionaliteit
9 Handelt naar gekregen adviezen/feedback
10 Reflecteert op het eigen handelen
11 Geeft sterke en zwakke punten aan met betrekking tot het eigen functioneren
Veiligheid
12 Gaat zorgvuldig om met gevoelige informatie vanuit de stage
13 Houdt rekening met gevoelens en gewoontes van de ander
14 Plaatst alleen privéberichten op sociale media
15 Voert privégesprekken buiten werktijd
16 Gaat secuur en integer om met privégegevens van het kind en zijn ouders/vervangende opvoeder(s)
Respect
17 Benadert alle ouders op dezelfde wijze
18 Benadert alle collega’s op dezelfde wijze
19 Begroet alle kinderen, ouders en collega’s
Communicatie en houding
20 Gebruikt correct taalgebruik
21 Luistert actief
22 Toont interesse in de ander
23 Ontvangt op de juiste wijze feedback
24 Heeft een actieve luisterhouding in haar contact met de ouders
25 Heeft een positieve uitstraling
49
Teamwork
26 Draagt bij aan een positieve werksfeer
27 Stelt zich collegiaal op
28 Doet actief mee op de groep (stage)
Begeleidbaar opstellen
29 Neemt initiatief tot het vragen van feedback
30 Neemt initiatief tot het werken aan leerdoelen
31 Komt voorbereid op de stage (o.a.: heeft materiaal bij zich, telefoon staat uit)
Toelichting beoordeling leer- en werkhouding:
Datum: Handtekening studente: Handtekening stagebegeleid(st)er:
50
Beoordelingslijst stage Professionaliteit blok 3 (in te vullen door de stagebegeleid(st)er)
o 1e gelegenheid o 2e gelegenheid
Naam studente:
Groep en cohort:
O Onvoldoende De studente heeft het genoemde beoordelingscriterium niet laten zien.
M Matig De studente heeft het genoemde beoordelingscriterium gedeeltelijk laten zien.
V Voldoende De studente heeft het genoemde beoordelingscriterium laten zien.
G Goed De studente heeft het genoemde beoordelingscriterium boven gemiddeld laten zien.
Beoordelingscriteria O M V G
De studente:
1. heeft bij aanvang van de opdracht twee kwaliteiten benoemd.
2. heeft bij aanvang van de opdracht twee leerdoelen geformuleerd
3. heeft het plan hoe te werken aan de leerdoelen besproken met de stagebegeleidster
4. gaat actief aan de slag met de twee leerdoelen
5. heeft aan het einde van blok 3 de leer-en werkhoudingslijst laten invullen door haar stagebegeleid(st)er
6. gaat in gesprek met de stagebegeleid(st)er en vraagt naar feedback op de leer-en werkhoudingslijst.
7. stelt minimaal twee leerdoelen op voor blok 4
Cesuur: Alle beoordelingscriteria moeten met een voldoende of goed zijn beoordeeld.
Feedback stagebegeleid(st)er:
51
O behaald O niet behaald
Naam stagebegeleid(st)er: Stageplaats: Handtekening: Datum:
52
Stageopdracht Verzorging blok 3
- Cohort 2017
- Leerjaar 1
- Periode 3
- Kindlijn en P&K lijn
Werkproces:
B1-K1-W1: Inventariseert behoeften en wensen van het kind
B1-K1-W4: Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen
B1-K1-W6: Ondersteunt bij verzorgende taken
B1-K1-W7: Draagt zorg voor een veilig pedagogisch klimaat
B1-K1-W8: Evalueert de werkzaamheden
P1-K1-W5: Biedt persoonlijke verzorging (alleen voor niveau 3)
P2-K1-W5: Biedt persoonlijke verzorging (alleen voor niveau 4)
Doelen opdracht:
De studente:
beschrijft drie voorbeelden van de sociale- en emotionele ontwikkeling.
communiceert actief met alle kinderen en collega’s.
benoemt wat ze gaat doen.
zorgt voor een veilig, pedagogisch klimaat tijdens de verzorgende handelingen.
voert op eigen initiatief verzorgende handelingen uit, gericht op de persoonlijke
behoeften van een kind.
gaat discreet om met lichaamscontact tijdens de persoonlijke verzorging.
stimuleert kinderen tot zo zelfstandig mogelijk functioneren.
respecteert de verschillen tussen kinderen.
houdt zich aan het dagritme.
kent de protocollen m.b.t. hygiëne, gezondheid en kinderziekten en handelt hiernaar.
stemt de werkzaamheden af met betrokkenen.
evalueert het eigen handelen.
Opdrachtomschrijving:
Deel A
Geef bij drie verschillende kinderen met een voorbeeld van gedrag aan, hoe zij zich
ontwikkelen. Beschrijf dit gedrag in onderstaand schema. Bespreek het ingevulde schema
met je stagebegeleid(st)er.
de initialen en de
leeftijd van het kind
de sociale ontwikkeling de emotionele ontwikkeling
53
1
2
3
Extra voor niveau 4:
Beschrijf de punten die je hebt besproken met je begeleid(st)er en wat jou specifiek opvalt
aan deze kinderen. Vind jij dat er sprake is van gedrags- of opvoedproblematiek gezien de
voorbeelden? Leg dit uit aan de hand van de theorie van de ontwikkelingspsychologie.
Deel B
Je gaat op eigen initiatief gedurende vier dagdelen verzorgende handelingen uitvoeren die
gericht zijn op de persoonlijke verzorging van één (waar mogelijk) hetzelfde kind.
1. Voorbereiding:
Lees de protocollen over hygiëne, gezondheid en kinderziekten.
Maak een dagschema voor elk dagdeel waarin je verantwoordelijk bent voor
de verzorging van een kind.
Denk hierbij aan de relevante protocollen en het dagritme.
Overleg dit met je collega’s.
2. Uitvoering:
Benoem wat je gaat doen.
Ga discreet om met lichaamscontact.
Zorg dat kinderen zich bij jou veilig voelen.
Respecteer de verschillen tussen kinderen.
Stimuleer waar mogelijk de zelfstandigheid van de kinderen.
3. Evaluatie:
Na afloop voer je een gesprek met collega’s m.b.t. het resultaat van de
geboden verzorging en vraag je feedback.
Je bespreekt jouw sterke punten en aandachtspunten.
(ook de aandachtspunten uit Blok 2)
Wanneer er sprake is van een aandachtspunt stel je een leerdoel op.
Inleveren:
Deel A: schema over de ontwikkeling
54
Beoordelingslijst stage Verzorging blok 3
(in te vullen door de stagebegeleid(st)er)
o 1e gelegenheid o 2e gelegenheid
Naam studente:
Groep en cohort:
O Onvoldoende De studente heeft het genoemde beoordelingscriterium niet laten zien.
M Matig De studente heeft het genoemde beoordelingscriterium gedeeltelijk laten zien.
V Voldoende De studente heeft het genoemde beoordelingscriterium laten zien.
G Goed De studente heeft het genoemde beoordelingscriterium boven gemiddeld laten zien.
Beoordelingscriteria O M V G
Deel A De studente:
1. beschrijft drie voorbeelden van gedrag die horen bij de sociale ontwikkeling.
2. beschrijft drie voorbeelden van gedrag die horen bij de emotionele ontwikkeling.
Extra voor niveau 4:
beschrijft wat zij heeft besproken met de begeleid(st)er en verantwoordt dit aan de hand van de theorie.
Deel B De studente:
3. communiceert actief met alle kinderen en collega’s.
4. benoemt wat ze gaat doen.
5. zorgt voor een veilig pedagogisch klimaat tijdens de verzorgende handelingen.
6. voert op eigen initiatief verzorgende handelingen uit die gericht zijn op de persoonlijke behoeften van een kind.
7. gaat discreet om met lichaamscontact tijdens de persoonlijke verzorging.
8. stimuleert kinderen tot zo zelfstandig mogelijk functioneren.
9. respecteert de verschillen tussen kinderen.
10. houdt zich aan het dagritme.
11. kent de protocollen m.b.t. hygiëne, gezondheid en kinderziekten en handelt hiernaar.*
12. stemt de werkzaamheden af met betrokkenen.
13. evalueert het eigen handelen.
Cesuur niveau 3: Het beoordelingscriterium met een * mag met een matig beoordeeld zijn. De overige beoordelingscriteria moeten met een voldoende of goed beoordeeld zijn. Cesuur niveau 4:
55
Alle onderdelen moeten met een voldoende zijn beoordeeld.
Feedback stagebegeleid(st)er: O behaald O niet behaald
Naam stagebegeleid(st)er: Stageplaats: Handtekening: Datum:
56
Stageopdracht Activiteit blok 3
- Cohort 2017
- Leerjaar 1
- Periode 3
- Activiteitenlijn
Werkproces:
B1-K1-W2: Bereidt de uitvoering van activiteiten voor
B1-K1-W3: Richt ruimten in ter voorbereiding op activiteiten
B1-K1-W4: Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen
B1-K1-W5: Stimuleert de ontwikkeling door het aanbieden van activiteiten
B1-K1-W7: Zorgt voor een veilig, pedagogisch klimaat
B1-K1-W8: Evalueert de werkzaamheden
Doelen opdracht:
De studente:
werkt volgens het stappenplan.
inventariseert de wensen en behoeften van de kinderen.
stemt (vooraf en tussentijds) af met collega’s en kinderen.
voert op eigen initiatief spontane activiteiten uit op stage.
speelt in op de behoeften van de kinderen.
kan spontane activiteiten uitvoeren in drie verschillende disciplines.
heeft een positieve en enthousiaste houding.
Opdrachtomschrijving:
Deel A:
Je gaat één activiteit uitvoeren met minimaal drie kinderen volgens het stappenplan (zie
bijlage). De activiteit duurt minimaal vijf tot vijftien minuten en moet aansluiten op het
bestaande thema. Je gaat als volgt te werk:
Inventariseer de wensen en behoeften van de kinderen (bijvoorbeeld: voer een
gesprekje met een kind en/of collega’s of observeer een kind).
Vul stap 1 van het stappenplan in en bespreek dit met je begeleid(st)er.
Vul stap 2 en 3 van het stappenplan in en laat dit goedkeuren door je begeleid(st)er
(pas eventuele feedback aan).
Laat stap 1 t/m 3 goedkeuren door je docent, pas eventuele feedback aan. Na
goedkeuring van de docent kun je verder met stap 4.
Voer de activiteit uit en zet bij stap 4 hoe de activiteit is verlopen.
Laat je begeleid(st)er/collega stap 4 lezen en vraag om feedback .
Vul stap 5 in.
57
Wanneer er sprake is van een aandachtspunt stel je een leerdoel op.
Extra voor niveau 4:
Doe een voorstel hoe de activiteit de volgende keer beter of anders kan.
Bespreek dit met je collega’s van je groep die op het moment van de activiteit
aanwezig waren.
Deel B:
Je gaat op eigen initiatief drie spontane activiteiten (maximaal vijftien minuten per activiteit)
uitvoeren in drie verschillende disciplines. Een spontane activiteit is een activiteit die niet
vooraf is voorbereid maar op het moment zelf wordt bedacht en ingezet. Hierbij speel je in
op de behoeften van het kind of de kinderen. Het mag een individuele activiteit of een
groepsactiviteit zijn.
Je kunt kiezen uit de disciplines:
sport, bewegen, dans
voorlezen
beeldend vormen
muziek
Extra voor niveau 4:
Je maakt een reflectieverslag (zie bijlage 9: format reflectieverslag) over de gedane
activiteiten en bespreekt dit met twee collega’s die op het moment van de activiteit
aanwezig waren.
Inleveren:
Deel A: ingevuld activiteiten stappenplan
Deel B: reflectieverslag (niveau 4)
58
Beoordelingslijst stage Activiteit blok 3 (in te vullen door de stagebegeleid(st)er)
o 1e gelegenheid o 2e gelegenheid
Naam studente:
Groep en cohort:
O Onvoldoende De studente heeft het genoemde beoordelingscriterium niet laten zien.
M Matig De studente heeft het genoemde beoordelingscriterium gedeeltelijk laten zien.
V Voldoende De studente heeft het genoemde beoordelingscriterium laten zien.
G Goed De studente heeft het genoemde beoordelingscriterium boven gemiddeld laten zien.
Beoordelingscriteria O M V G
Deel A De studente:
1. heeft een activiteit gekozen die aansluit bij het bestaande thema.
2. heeft stap 1 correct ingevuld.
3. heeft stap 2 correct ingevuld.*
4. heeft stap 3 correct ingevuld.*
5. heeft stap 4 correct ingevuld.*
6. heeft stap 5 correct ingevuld.*
7. heeft vooraf en tussentijds overlegd met collega’s over de invulling van het stappenplan.
8. heeft feedback over haar functioneren gevraagd.
Extra voor niveau 4 :
heeft een voorstel gedaan hoe de activiteit beter of anders voor een volgende keer kan.
heeft dit voorstel besproken met de collega’s op de groep die tijdens de activiteit op de groep stonden.
Deel B De studente:
9. toont initiatief tot het uitvoeren van drie spontane activiteiten.
10. speelt in op de behoeften van het kind/de kinderen.
11. heeft drie spontane activiteiten uitgevoerd vanuit drie verschillende disciplines.
12. toont een positieve, enthousiaste en actieve houding tijdens de spontane activiteiten.
Extra voor niveau 4:
maakt een reflectieverslag over de gedane activiteiten.
bespreekt het reflectieverslag met twee collega’s die bij de activiteiten aanwezig waren op de groep.
Cesuur: De beoordelingscriteria met een * mogen met een matig beoordeeld zijn.
59
De overige beoordelingscriteria moeten met een voldoende of goed beoordeeld zijn. Cesuur niveau 4: Alle beoordelingscriteria moeten met een voldoende of goed beoordeeld zijn.
Feedback stagebegeleid(st)er: O behaald O niet behaald
Naam stagebegeleid(st)er: Stageplaats: Handtekening: Datum:
60
61
Blok 4
62
63
Stageopdracht Verzorging blok 4
-Cohort 2017
-Leerjaar 1
-Periode 4
-Kindlijn en P&K lijn
Werkproces:
B1-K1-W 1: Inventariseert de behoeften en wensen van het kind
B1-K1-W 4: Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen
B1-K1-W 6: Ondersteunt bij verzorgende taken
B1-K1-W 7: Zorgt voor een veilig pedagogisch klimaat
B1-K1-W 8: Evalueert de werkzaamheden
P1-K1-W 5: Biedt persoonlijke verzorging (alleen niveau 3)
Extra voor niveau 4:
P2-K1-W1: Voert gesprekken met de ouders/vervangende opvoeders van het kind
P2-K1-W5: Biedt persoonlijke verzorging
Doelen opdracht:
De studente:
beschrijft drie voorbeelden van de zintuiglijke en seksuele ontwikkeling.
communiceert actief met alle kinderen en collega’s.
voert op eigen initiatief verzorgende handelingen uit gericht op de persoonlijke
behoeften van de kinderen.
gaat discreet om met lichaamscontact tijdens de persoonlijke verzorging.
stimuleert kinderen tot zo zelfstandig mogelijk functioneren.
houdt zich aan het dagritme.
kent de relevante protocollen en handelt hiernaar.
respecteert de verschillen tussen kinderen.
stemt de werkzaamheden af met betrokkenen.
evalueert het eigen handelen.
Extra voor niveau 4:
voert gesprekken met de ouders/vervangende opvoeders van het kind.
Inleveren:
Deel A: schema m.b.t. de ontwikkeling
Deel A: verslag (niveau 4)
Deel B: dagschema persoonlijke verzorging
64
Opdrachtomschrijving:
Deel A:
Geef bij drie verschillende kinderen met een voorbeeld van gedrag aan, hoe zij zich
ontwikkelen. Beschrijf dit gedrag in onderstaand schema. Bespreek het ingevulde schema
met je stagebegeleidster.
initialen en leeftijd
van het kind
zintuiglijke ontwikkeling seksuele ontwikkeling
1
2
3
Extra voor niveau 4:
Beschrijf de punten die je hebt besproken met het team en wat jou specifiek opvalt aan deze
kinderen. Vind jij dat er sprake is van gedrags- of opvoedproblematiek of een
ontwikkelingsachterstand gezien de voorbeelden? Zo ja, leg uit aan de hand van de theorie.
Deel B:
Je gaat op eigen initiatief gedurende vier dagdelen verzorgende handelingen uitvoeren die
gericht zijn op de persoonlijke verzorging van twee kinderen. Je zorgt daarbij dat de
kinderen zich veilig voelen bij jou.
1.Voorbereiding:
Maak als voorbereiding een dagschema voor elk dagdeel waarin je verantwoordelijk
bent voor de verzorging van de kinderen.
Denk hierbij aan de relevante protocollen en het dagritme.
Bespreek dit schema met je stagebegeleid(st)er en/of collega.
2.Uitvoering:
Benoem wat je gaat doen.
Ga discreet om met lichaamscontact.
Zorg dat kinderen zich veilig voelen bij jou.
Respecteer de verschillen tussen kinderen.
Stimuleer waar mogelijk de zelfstandigheid van de kinderen.
Stel je flexibel op in het belang van het kind.
Extra voor niveau 4:
Bespreek bij het haalgesprek met de ouders/vervangende opvoeders hoe de
verzorgingsmomenten zijn verlopen.
3.Evaluatie:
Na afloop voer je een gesprek met collega’s m.b.t. het resultaat van de geboden
verzorging en vraag je feedback.
Je bespreekt jouw sterke punten en aandachtspunten (ook de aandachtspunten uit
blok 3).
Wanneer er sprake is van een aandachtspunt stel je een leerdoel op.
65
Inleveren:
Deel A: schema over de ontwikkeling
Deel B: dagschema persoonlijke verzorging
66
Beoordelingslijst stage Verzorging blok 4 (in te vullen door de stagebegeleid(st)er)
o 1e gelegenheid o 2e gelegenheid
Naam studente:
Groep en cohort:
O Onvoldoende De studente heeft het genoemde beoordelingscriterium niet laten zien.
M Matig De studente heeft het genoemde beoordelingscriterium gedeeltelijk laten zien.
V Voldoende De studente heeft het genoemde beoordelingscriterium laten zien.
G Goed De studente heeft het genoemde beoordelingscriterium boven gemiddeld laten zien.
Beoordelingscriteria O M V G
Deel A De studente:
1. beschrijft drie voorbeelden van gedrag die horen bij de zintuiglijke ontwikkeling.
2. beschrijft drie voorbeelden van gedrag die horen bij de seksuele ontwikkeling.
Extra voor niveau 4:
beschrijft wat zij heeft besproken met het team.
Deel B De studente:
3. communiceert actief met alle kinderen en collega’s.
4. voert op eigen initiatief verzorgende handelingen uit die gericht zijn op de persoonlijke behoeften van de kinderen.
5. gaat discreet om met lichaamscontact tijdens de persoonlijke verzorging.
6. stimuleert kinderen tot zo zelfstandig mogelijk functioneren.
7. houdt zich aan het dagritme.
8. kent de relevante protocollen en handelt hiernaar.
9. respecteert de verschillen tussen kinderen.
10. stemt de werkzaamheden met betrokkenen af.
11. evalueert het eigen handelen.
Extra voor niveau 4:
bespreekt de verzorgingsmomenten van het kind met de ouders/vervangende opvoeders.
Cesuur niveau 3: Alle beoordelingscriteria moeten met een voldoende of goed beoordeeld zijn. Cesuur niveau 4: Alle beoordelingscriteria moeten met een voldoende of goed beoordeeld zijn.
67
Feedback stagebegeleid(st)er: O behaald O niet behaald
Naam stagebegeleid(st)er: Stageplaats: Handtekening: Datum:
68
Stageopdracht Professionaliteit blok 4
-Cohort 2017
-Leerjaar 1
-Periode 4
-P&K lijn
Werkproces:
B1-K1-W8: Evalueert de werkzaamheden
B1-K2-W1: Werkt aan de eigen deskundigheid
Doelen opdracht:
De studente:
ontvangt op de juiste wijze feedback.
gebruikt feedback om zich verder te ontwikkelen.
reflecteert haar eigen rol als beginnend PM’er.
werkt aan haar professionaliteit door haar ontwikkeling te evalueren gedurende het
eerste leerjaar aan de hand van de leer- en werkhoudingslijst.
benoemt haar kwaliteiten en leerpunten en zet deze in persoonlijke leerdoelen om.
Opdrachtomschrijving:
Aan het einde van blok 3 heb je minimaal 2 leerdoelen geformuleerd voor blok 4. Ook heb je
twee kwaliteiten benoemd. Maak een plan hoe je aan de leerdoelen gaat werken. Je kunt
hierbij gebruik maken van het “format leerdoelen”.
Ook in blok 4 ga je actief aan de slag met de leer- en werkhoudingslijst op jouw stage ( zie
bijlage achter de opdracht) en met de twee opgestelde leerdoelen. Zoals je ziet wordt er in
periode 4 meer van je verwacht t.a.v. je leer-en werkhouding.
Aan het einde van blok 4 ga je in gesprek met je stagebegeleid(st)er. Hierin bespreek je de
ontwikkeling gedurende leerjaar 1 t.a.v. jouw leer –werkhouding. Hierdoor wordt het
inzichtelijk wat jouw kwaliteiten en leerdoelen zijn. Formuleer twee leerdoelen voor leerjaar 2.
Schrijf hiervan een verslag.
Ga als volgt te werk:
- Laat je leer- en werkhoudingslijst invullen door je stagebegeleidster en door een
andere collega.
- Leg deze twee beoordelingen naast elkaar en trek hieruit een conclusie
- Bespreek je bevindingen met je stagebegeleidster
- Formuleer minimaal twee leerdoelen voor leerjaar 2
Inleveren:
2 ingevulde leer- en werkhoudingslijsten ( van je stagebegeleidster en van je collega)
69
verslag van het gesprek met je stagebegeleid(st)er over je ontwikkeling gedurende leerjaar 1.
70
Bijlage :
O Onvoldoende De studente heeft het genoemde beoordelingscriterium niet laten zien.
M Matig De studente heeft het genoemde beoordelingscriterium gedeeltelijk laten zien.
V Voldoende De studente heeft het genoemde beoordelingscriterium laten zien.
G Goed De studente heeft het genoemde beoordelingscriterium boven gemiddeld laten zien.
Evaluatie leer- en werkhouding stage blok 4
Naam studente: Groep: Stageplaats: Naam stagebegeleid(st)er: Cohort: O M V G
Afspraken nakomen
1 Komt op tijd
2 Komt gemaakte afspraken na
3 Levert opdrachten op tijd in volgens de gemaakte planning
4 Meldt zich volgens de regels af
5 Heeft geen ongeoorloofd verzuim
Werken volgens de regels en voorschriften van de instelling
6 Heeft een verzorgd uiterlijk passend op de stage
7 Kent richtlijnen en protocollen behorend bij de opdrachten
8 Houdt zich aan richtlijnen en protocollen behorend bij de opdrachten
Professionaliteit
9 Neemt de regie om haar eigen deskundigheid op peil te houden
10 Is assertief
11 Handelt naar gekregen adviezen/feedback
12 Reflecteert op het eigen handelen
13 Geeft sterke en zwakke punten aan met betrekking tot het eigen functioneren
14 Is verantwoordelijk voor haar loopbaan
Veiligheid
15 Gaat zorgvuldig om met gevoelige informatie vanuit de stage
16 Houdt rekening met gevoelens en gewoontes van de ander
17 Plaatst alleen privéberichten op sociale media
18 Voert privégesprekken buiten werktijd
19 Gaat secuur en integer om met privé gegevens van het kind en zijn ouders/ vervangende opvoeders.
Respect
20 Benadert alle ouders op dezelfde wijze
21 Benadert alle collega’s op dezelfde wijze
22 Begroet alle kinderen, ouders en collega’s
Communicatie en houding
23 Kan haar mening op de juiste wijze onder woorden brengen en onderbouwen
24 Gebruikt correct taalgebruik
25 Luistert actief
26 Toont interesse in de ander
27 Ontvangt op de juiste wijze feedback
28 Heeft een actieve luisterhouding in haar contact met de ouders
71
29 Heeft een positieve uitstraling
30 Voert actief gesprekken met ouders over het kind
Teamwork
31 Draagt bij aan een positieve werksfeer
32 Stelt zich collegiaal op
33 Doet actief mee op de groep (stage)
34 Houdt regelmatig en tijdig overleg met betrokkenen
35 Geeft collega’s positieve feedback
Begeleidbaar opstellen
36 Neemt initiatief tot het vragen van feedback
37 Neemt initiatief tot het voeren van een begeleidings- of beoordelingsgesprek
38 Neemt initiatief tot het werken aan leerdoelen
39 Legt verantwoording af over haar werkzaamheden
40 Komt voorbereid op de stage (o.a.: heeft materiaal bij zich, telefoon staat uit)
Toelichting beoordeling leer- en werkhouding:
Datum: Handtekening studente: Handtekening stagebegeleid(st)er:
72
Beoordelingslijst stage Professionaliteit blok 4 (in te vullen door de stagebegeleid(st)er)
o 1e gelegenheid o 2e gelegenheid
Naam studente:
Groep en cohort:
O Onvoldoende De studente heeft het genoemde beoordelingscriterium niet laten zien.
M Matig De studente heeft het genoemde beoordelingscriterium gedeeltelijk laten zien.
V Voldoende De studente heeft het genoemde beoordelingscriterium laten zien.
G Goed De studente heeft het genoemde beoordelingscriterium boven gemiddeld laten zien.
Beoordelingscriteria O M V G
De studente:
1. heeft bij aanvang van de opdracht twee kwaliteiten benoemd.
2. heeft bij aanvang van de opdracht twee leerdoelen geformuleerd
3. heeft het plan hoe te werken aan de leerdoelen besproken met de stagebegeleid(st)er.
4. gaat actief aan de slag met de twee leerdoelen.
5. gebruikt de feedback die ze gekregen heeft aan het einde van blok 3 om zich verder te ontwikkelen.
6. heeft aan het einde van blok 4 de leer-en werkhoudingslijst laten invullen door haar stagebegeleid(st)er en door een andere collega
7. gaat in gesprek met haar stagebegeleid(st)er en bespreekt haar ontwikkelingen m.b.t. de leer-werkhouding gedurende leerjaar 1
8. benoemt haar kwaliteiten en leerpunten en zet deze om in minimaal twee persoonlijke leerdoelen voor leerjaar 2.
Cesuur: Alle beoordelingscriteria moeten met een voldoende of goed beoordeeld zijn.
Feedback stagebegeleid(st)er: O behaald O niet behaald
73
Naam stagebegeleid(st)er: Stageplaats: Handtekening: Datum:
74
Stageopdracht Activiteit blok 4
- Cohort 2017
- Leerjaar 1
- Periode 4
- Activiteitenlijn
Werkproces:
B1-K1-W2: Bereidt de uitvoering van activiteiten voor
B1-K1-W3: Richt ruimten in ter voorbereiding op activiteiten
B1-K1-W4: Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen
B1-K1-W5: Stimuleert de ontwikkeling door het aanbieden van activiteiten
B1-K1-W7: Zorgt voor een veilig pedagogisch klimaat
B1-K1-W8: Evalueert de werkzaamheden
Extra voor niveau 4:
P2-K1-W7: Biedt (specifieke) ontwikkelingsgerichte activiteiten aan
Doelen opdracht:
De studente:
werkt volgt het stappenplan.
inventariseert de wensen en behoeften van de kinderen.
stemt (vooraf en tussentijds) af met collega’s en kinderen.
voert op eigen initiatief spontane activiteiten uit op de stage.
speelt in op de behoeften van de kinderen.
kan spontane activiteiten uitvoeren in drie verschillende disciplines.
heeft een positieve en enthousiaste houding.
Opdrachtomschrijving:
Deel A:
Je gaat één activiteit uitvoeren met minimaal drie kinderen volgens het stappenplan (zie
bijlage). De activiteit duurt minimaal vijf tot vijftien minuten en moet aansluiten op het
bestaande thema. Je gaat als volgt te werk:
Inventariseer de wensen en behoeften van de kinderen vanuit de theorie van de
ontwikkelingspsychologie.
Vul stap 1 t/m 3 van het stappenplan in.
Bespreek stap 1 t/m 3 met je begeleid(st)er en motiveer waarom je dit groepje
kinderen of dit ontwikkelingsgebied hebt gekozen. Verwerk de ontvangen feedback.
Laat stap 1 t/m 3 goedkeuren door je docent, pas eventuele feedback aan. Na
goedkeuring van je docent kun je verder met stap 4.
Voer de activiteit uit.
Vul stap 4 en 5 in.
Vraag feedback aan je begeleidster/collega en de kinderen. Bespreek ook jouw
sterke punten en aandachtspunten (let ook op de aandachtspunten uit Blok 3).
75
Wanneer er sprake is van een aandachtspunt stel je een leerdoel op.
Extra voor niveau 4:
Daarnaast ga je één activiteit uitvoeren met een kind dat op een ontwikkelingsgebied
ondersteuning nodig heeft.
Deel B:
Je gaat op eigen initiatief drie spontane activiteiten (maximaal vijftien minuten per activiteit)
uitvoeren in drie verschillende disciplines. Hierbij speel je in op de behoeften van het kind of
de kinderen. Het mag een individuele activiteit of een groepsactiviteit zijn.
Je kunt kiezen uit de disciplines:
natuur
techniek
drama, rollenspel, poppenkast
koken, bakken
Extra voor niveau 4:
Je maakt een reflectieverslag (zie bijlage 9) over de gedane activiteiten en bespreekt
dit met twee collega’s die op het moment van de activiteit aanwezig waren.
Inleveren:
Deel A: ingevuld activiteiten stappenplan
Deel B: reflectieverslag (niveau 4)
76
Beoordelingslijst stage Activiteit blok 4 (in te vullen door de stagebegeleid(st)er)
o 1e gelegenheid o 2e gelegenheid
Naam studente:
Groep en cohort:
O Onvoldoende De studente heeft het genoemde beoordelingscriterium niet laten zien.
M Matig De studente heeft het genoemde beoordelingscriterium gedeeltelijk laten zien.
V Voldoende De studente heeft het genoemde beoordelingscriterium laten zien.
G Goed De studente heeft het genoemde beoordelingscriterium boven gemiddeld laten zien.
Beoordelingscriteria O M V G
Deel A De studente:
1. heeft een activiteit gekozen die aansluit bij het bestaande thema.
2. heeft stap 1 correct ingevuld.
3. heeft stap 2 correct ingevuld met motivatie vanuit de theorie van de ontwikkelingspsychologie.
4. heeft stap 3 correct ingevuld.
5. heeft stap 4 correct ingevuld.
6. heeft stap 5 correct ingevuld.
7. heeft met collega’s over het stappenplan overlegd.
8. heeft feedback over haar functioneren gevraagd.
Extra voor niveau 4:
heeft het stappenplan ingevuld.
Deel B De studente:
9. toont initiatief tot het uitvoeren van drie spontane activiteiten.
10. speelt in op de behoeften van het kind/de kinderen.
11. heeft drie spontane activiteiten uitgevoerd vanuit drie verschillende disciplines.
12. toont een positieve, enthousiaste en actieve houding tijdens de spontane activiteiten.
Extra voor niveau 4:
maakt een reflectieverslag.
bespreekt het reflectieverslag met de collega’s op de groep.
Cesuur: Alle beoordelingscriteria moeten met een voldoende of goed beoordeeld zijn. Cesuur voor niveau 4:
Alle beoordelingscriteria moeten met een voldoende of goed beoordeeld zijn.
77
Feedback stagebegeleid(st)er: O behaald O niet behaald
Naam stagebegeleid(st)er: Stageplaats: Handtekening: Datum:
78
79
Deel C
Bijlagen
80
81
Bijlage 1 Gegevens scholen
Scalda - College voor Welzijn
Bij vragen over deze stagegids kun je bij de slb’er terecht.
Locatie Goes:
Bessestraat 4
4462 CM Goes
Telefoonnummer: 0113-55 80 00
Locatie Terneuzen:
Vlietstraat 11a
4535 HA Terneuzen
Telefoonnummer: 0115-64 16 00
Vitalis college
Bij vragen over deze stagegids kun je terecht bij de stagedocenten van het team
Pedagogisch Werk.
Telefoonnummer: 076-57 33 372
Kellebeek College
Bij vragen over deze stagegids kun je terecht bij de Domeinhouder BPV, afdeling
Pedagogisch werk.
Telefoonnummer: 0165-59 08 00.
82
Bijlage 2 Urenregistratieformulier stage Cohort 2017
Naam van de stagiaire:
Naam van de stageplaats:
Naam van de stagebegeleid(st)er:
Naam van de slb’er/consulent:
Blok 2
Weeknr.
kalender
Lesweek Aantal
gewerkte
uren
Handtekening
stagiaire
Handtekening
stagebegeleid(st)er
Bijzonderheden
(bijv gemiste uren)
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Datum en handtekening
stagebegeleid(st)er:
Datum en handtekening studente:
Dit formulier wordt na afloop van het blok na ondertekening door de stagebegeleid(st)er door de student op de elektronische
leeromgeving ingeleverd.
83
Blok 3
Weeknr.
kalender
Lesweek Aantal
gewerkte
uren
Handtekening
stagiaire
Handtekening
stagebegeleid(st)er
Bijzonderheden
(bijv gemiste uren)
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Datum en handtekening
stagebegeleid(st)er:
Datum en handtekening studente:
Dit formulier wordt na afloop van het blok na ondertekening door de stagebegeleid(st)er door de student op de elektronische
leeromgeving ingeleverd.
84
Blok 4
Weeknr.
kalender
Lesweek Aantal
gewerkte
uren
Handtekening
stagiaire
Handtekening
stagebegeleid(st)er
Bijzonderheden
(bijv gemiste uren)
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Datum en handtekening
stagebegeleid(st)er:
Datum en handtekening studente:
Dit formulier wordt na afloop van het blok na ondertekening door de stagebegeleid(st)er door de student op de elektronische
leeromgeving ingeleverd.
85
86
Bijlage 3 Formulier stage gegevens
Naam studente
Adres
Postcode en
woonplaats
Telefoonnummer Mobiel nummer
E-mailadres
Stageplaats
Naam
stagebegeleid(st)er
Op welke dagdelen is
de stagebegeleid(st)er
bereikbaar?
ma.
mo.
ma.
mi.
di.
mo.
di.
mi.
wo.
mo.
wo.
mi.
do.
mo.
do.
mi.
vr.
mo.
vr.
mi.
Adres stageplaats
Postcode en plaats
Telefoon en
doorkiesnummer
E-mailadres
stagebegeleid(st)er
Bijzonderheden
Naam
slb-er/stagedocent
E-mailadres
slb-er/stagedocent
87
88
Bijlage 4 Rapportage evaluatie stage
Algemene gegevens
Studente Klas:
Soort evaluatie Tussenevaluatie-Eindevaluatie
Stageplaats
Stagebegeleid(st)er
Slb’er/consulent
E-mailadres
slb’er/consulent
Datum gesprek
Algemene functioneren
Bespreken en vaststellen van de stageopdrachten
Activiteitenlijn
Kindlijn
89
Professionaliteit –
Kwaliteitslijn
Plus- en aandachtspunten, behorende bij de stageopdrachten
Urenlijst:
akkoord/niet akkoord
Aantal uur al gemaakt
Aantal uren nog stage lopen
Afspraken (o.a. datum volgende evaluatie):
Handtekening
studente
…………………………….
Handtekening
BPV-begeleid(st)er
…………………………….
Handtekening
slb’er/consulent
……………………………..
90
Bijlage 5 Periodisering studiejaar 2017-2018
Scalda - College voor Welzijn
Jaaroverzicht Stage 2017 - 2018
Blok 1
lesweek data
0 28-08/01-09 Start BPV 2e, 3
e en 4
e jaars
1 04-09/08-09 Start schooljaar
2 11-09/15-09
3 18-09/22-09
4 25-09/29-09
5 02-10/06-10
6 09-10/13-10
16-10/20-10 Herfstvakantie
7 23-10/27-10
8 30-10/03-11
9 06-11/10-11
Blok 2
lesweek
1 13-11/17-11 Aanvang stage eerstejaars
2 20-11/24-11
3 27-11/01-12
4 04-12/08-12
5 11-12/15-12
6 18-12/22-12
25-12/29-12 Kerstvakantie
01-01/05-01 Kerstvakantie
7 08-01/12-01
Tussenevaluatie op de stageplaats
8 15-01/19-01
9 22-01/26-01
Blok 3
lesweek
1 29-01/02-02
2 05-02/09-02
12-02/16-02 Voorjaarsvakantie
3 19-02/23-02
4 26-02/02-03
5 05-03/09-03
6 12-03/16-03
7 19-03/23-03
8 26-03/30-03 30-03 Goede vrijdag
9 02-04/06-04 02-04 Tweede Paasdag
91
Blok 4
lesweek
1 09-04/13-04
2 16-04/20-04
23-04/27-04
30-04/04-05
3 07-05/11-05 10-05 Hemelvaartsdag
4 14-05/18-05
5 21-05/25-05 21-05 Tweede
Pinksterdag
Eindevaluatie op de stageplaats
6 28-05/01-06
7 04-06/08-06
8 11-06/15-06
9 18-06/22-06
T10 25-06/29-06 Tussenweek
A11 02-07/06-07 Afronding/diplomering
92
Vitalis college
Vitalis college Periodisering 2017-2018
Periode 1 28-08-2017 t/m 10-11-2017
W 35 28-08 t/m 01-09 Introductie
W 36 04-09 t/m 08-09 Lesweek 1.1
W 37 11-09 t/m 15-09 Lesweek 1.2
W 38 18-09 t/m 22-09 Lesweek 1.3
W 39 25-09 t/m 29-09 Lesweek 1.4
W 40 02-10 t/m 06-10 Lesweek 1.5
W 41 09-10 t/m 13-10 Lesweek 1.6
W 42 16-10 t/m 20-10 Vakantie Herfstvakantie
W 43 23-10 t/m 27-10 Lesweek 1.7
W 44 30-10 t/m 03-11 Lesweek 1.8
W 45 06-11 t/m 10-11 Lesweek 1.9/toetsweek
Periode 2 13-11-2017 t/m 26-01-2018
W 46 13-11 t/m 17-11 Lesweek 2.1
W 47 20-11 t/m 24-11 Lesweek 2.2
W 48 27-11 t/m 01-12 Lesweek 2.3
W 49 04-12 t/m 08-12 Lesweek 2.4
W 50 11-12 t/m 15-12 Lesweek 2.5
W 51 18-12 t/m 22-12 Lesweek 2.6
W 52 25-12 t/m 29-12 Vakantie Kerstvakantie
W 01 01-01 t/m 05-01 Vakantie Kerstvakantie
W 02 08-01 t/m 12-01 Lesweek 2.7
W 03 15-01 t/m 19-01 Lesweek 2.8
W 04 22-01 t/m 26-01 Lesweek 2.9/toetsweek
93
Periode 3 29-01-2018 t/m 06-04-2018
W 05 29-01 t/m 02-02 Introductie
W 06 05-02 t/m 09-02 Lesweek 3.1
W 07 12-02 t/m 16-02 Vakantie Voorjaarsvakantie
W 08 19-02 t/m 23-02 Lesweek 3.2
W 09 26-02 t/m 02-03 Lesweek 3.3
W 10 05-03 t/m 09-03 Lesweek 3.4.
W 11 12-03 t/m 16-03 Lesweek 3.5
W 12 19-03 t/m 23-03 Lesweek 3.6
W 13 26-03 t/m 30-03 Lesweek 3.7 Goede Vrijdag (30-03)
W 14 02-04 t/m 06-04 Lesweek 3.8 Maandag Tweede Paasdag (02-04)
W 15 09-04 t/m 13-04 Lesweek 3.9/ toetsweek
Periode 4 09-04-2018 t/m 06-07-2018
W 16 16-04 t/m 20-04 Lesweek 4.1
W 17 23-04 t/m 27-04 Lesweek 4.2 27 april Koningsdag
W 18 30-04 t/m 06-05 Vakantie Meivakantie
W 19 07-05 t/m 11-05 Lesweek 4.3 Hemelvaart (10-05 en 11-05)
W 20 14-05 t/m 18-05 Lesweek 4.4
W 21 21-05 t/m 25-05 Lesweek 4.5 Tweede Pinksterdag (21-05)
W 22 28-05 t/m 01-06 Lesweek 4.6
W 23 04-06 t/m 08-06 Lesweek 4.7
W 24 11-06 t/m 15-06 Lesweek 4.8
W 25 18-06 t/m 22-06 Lesweek 4.9/toetsweek
W 26 25-06 t/m 29-06 Uitloopweek
W 27 02-07 t/m 06-07 Uitloopweek
Zomervakantie 09-07-2018 t/m 24-08-2018
In de lesweken 8 en 9 volgen de studenten van het Vitalis college themadagen en worden
toetsen afgenomen. Deze activiteiten worden zoveel mogelijk om de stagedagen heen
gepland. Het kan voorkomen dat dit niet mogelijk is. In dat geval wordt de stageplaats per
brief geïnformeerd.
94
Kellebeek College
Periodisering 2017-2018
BPV Periode 1 28-08-2017 t/m 10-11-2017
0 W 35 28-08 t/m 01-09 Introductie Start stage leerjaar 2
1 W 36 04-09 t/m 08-09 Lesweek 1.1
2 W 37 11-09 t/m 15-09 Lesweek 1.2
3 W 38 18-09 t/m 22-09 Lesweek 1.3
4 W 39 25-09 t/m 29-09 Lesweek 1.4
5 W 40 02-10 t/m 06-10 Lesweek 1.5
6 W 41 09-10 t/m 13-10 Lesweek 1.6
W 42 16-10 t/m 20-10 Vakantie Herfstvakantie
7 W 43 23-10 t/m 27-10 Lesweek 1.7
8 W 44 30-10 t/m 03-11 Lesweek 1.8
9 W 45 06-11 t/m 10-11 Lesweek 1.9
Periode 2 13-11-2017 t/m 26-01-2018
1 W 46 13-11 t/m 17-11 Lesweek 2.1
2 W 47 20-11 t/m 24-11 Lesweek 2.2
3 W 48 27-11 t/m 01-12 Lesweek 2.3
4 W 49 04-12 t/m 08-12 Lesweek 2.4
5 W 50 11-12 t/m 15-12 Lesweek 2.5
6 W 51 18-12 t/m 22-12 Lesweek 2.6
W 52 25-12 t/m 29-12 Vakantie Kerstvakantie
W 01 01-01 t/m 05-01 Vakantie Kerstvakantie
7 W 02 08-01 t/m 12-01 Lesweek 2.7
8 W 03 15-01 t/m 19-01 Lesweek 2.8 Tussentijdse evaluatie
9 W 04 22-01 t/m 26-01 Lesweek 2.9 Tussentijdse evaluatie
95
Periode 3 29-01-2018 t/m 06-04-2018
1 W 05 29-01 t/m 02-02 Lesweek 3.1
2 W 06 05-02 t/m 09-02 Lesweek 3.2
W 07 12-02 t/m 16-02 Vakantie Voorjaarsvakantie
3 W 8 19-02 t/m 23-02 Lesweek 3.3
4 W 9 26-02 t/m 02-03 Lesweek 3.4
5 W 10 05-03 t/m 09-03 Lesweek 3.5
6 W 11 12-03 t/m 16-03 Lesweek 3.6
7 W 12 19-03 t/m 23-03 Lesweek 3.7
8 W 13 26-03 t/m 30-03 Lesweek 3.8 Goede Vrijdag (30-3)
9 W 14 02-04 t/m 06-04 Lesweek 3.9 Tweede Paasdag maandag (02-04)
Periode 4 09-04-2018 t/m 22-06-2018
1 W 15 09-04 t/m 13-04 Lesweek 4.1
2 W 16 16-04 t/m 20-04 Lesweek 4.2
3 W 17 23-04 t/m 27-04 Lesweek 4.3 Koningsdag (27-04)
W 18 30-04 t/m 04-05 Vakantie Meivakantie
4 W 19 07-05 t/m 11-05 Lesweek 4.4 Hemelvaart donderdag en vrijdag 10-05/11-05
5 W 20 14-05 t/m 18-05 Lesweek 4.5
W 21 21-05 t/m 25-05 Flexweek Tweede Pinksterdag maandag 21-05
6 W 22 28-05 t/m 01-06 Lesweek 4.6
7 W 23 04-06 t/m 08-06 Lesweek 4.7
8 W 24 11-06 t/m 15-06 Lesweek 4.8
9 W 25 18-06 t/m 22-06 Lesweek 4.9
W 26 25-06 t/m 29-06 Uitloopweek Laatste BPV-dag is 29 juni
W 27 02-07 t/m 06-07 Uitloopweek Zomervakantie 09 juli t/m 27 augustus 2018
96
Bijlage 6 Planningsformulier voor stageopdrachten
Studente:
Titel stageopdracht(en):
Datum:
Wat ga je doen? Beschrijf alle stappen die je zet.
Waar ga je het uitvoeren?
Wie/wat heb je daarbij nodig?
Wanneer?
97
Bijlage 7 Format leerdoelen
Naam:
Datum:
Naam slb’er:
Groep:
Leerdoel: Positief, toetsbaar, binnen de eigen mogelijkheden, met tijdsaanduiding.
Motivatie: Waarom werk je aan dit leerdoel?
Plan van aanpak: Omschrijf dit zo concreet mogelijk en werk dit per week/per stap uit,
zodat je precies weet welke acties je gaat ondernemen.
week 1
week 2
week 3
week 4
98
week 5
week 6
week 7
week 8
Begeleiding/ondersteuning: Welke ondersteuning heb jij nodig om je doel te halen?
Evaluatie: Is je doel behaald? Heb je je aan de planning gehouden? Wat ging er wel en wat
ging er niet goed?
Handtekening docent:
99
Voorbeeld ingevuld format leerdoelen
Naam: Datum:
Naam docent: Groep:
Leerdoel: Positief, toetsbaar, binnen de eigen mogelijkheden, met tijdsaanduiding
Goede voorbeelden:
Ik ken binnen zeven weken de dagindeling van mijn stageplaats.
Ik heb mezelf binnen zes weken aan alle ouders van de kinderen voorgesteld.
Foute voorbeelden:
Ik zou mezelf graag binnen vijf weken aan alle ouders van de kinderen willen
voorstellen.
Ik wil beter kunnen communiceren.
Ik zou wat meer zelfvertrouwen willen hebben.
Motivatie: Waarom werk je aan dit leerdoel?
Voorbeeld:
Ik heb het afgelopen blok een onvoldoende gehaald bij Verzorging op het punt:
‘De student weet wat er op een dag moet gebeuren’.
Omdat ik hier weinig tot geen inzicht in heb, vind ik het moeilijk om initiatief te nemen.
Als ik meer initiatief toon, versterkt dit mijn zelfvertrouwen.
Plan van aanpak: Omschrijf dit zo concreet mogelijk en werk dit per week/per stap uit,
zodat je precies weet welke acties je gaat ondernemen.
Voorbeeld: Ik ken binnen zeven weken de dagindeling van mijn stageplaats.
week 1 Ik maak een plan van aanpak en bespreek dit met mijn stagebegeleid(st)er.
Ik vraag aan mijn stagebegeleid(st)er welke dagindeling er wordt gebruikt op de
stage en maak hier een overzicht van.
week 2 Het overzicht van de dagindeling hang ik op een plek waar ik het goed kan zien.
Deze week toon ik initiatief voor het fruit- en sapmoment van 10.00 uur.
Om 9.45 uur stel ik voor dat ik het fruit ga klaarmaken voor het fruitmoment en het
drinken ga klaarzetten.
week 3 Om 9.00 uur gaan de kinderen vrijspelen op de grond.
Vandaag ga ik met de kinderen meespelen, de vaatwasser leeghalen en om 9.45
uur initiatief tonen voor het fruit- en sapmoment.
week 4 Om 9.00 uur speel ik met de kinderen.
Om 9.45 uur ga ik het fruit maken en het sap klaarzetten.
Na het fruit- en sapmoment help ik de kinderen met hun jas aandoen.
Om 11.15 uur ga ik de spullen voor het middageten klaar zetten.
week 5 Nu ga ik mij richten op het middagprogramma.
Ik help mee met de wc-ronde en de kinderen in en uit bed halen.
week 6 Ik help mee met de wc-ronde, de kinderen in en uit bed halen en lees de kinderen
tijdens het sapmoment een boekje voor.
week 7 Ik toon initiatief gedurende de hele dag.
Als de kinderen op bed liggen, ga ik met de andere kinderen spelen of materialen
schoonmaken.
100
week 8 Ik maak een verslag hoe ik de afgelopen weken aan mijn leerdoel heb gewerkt en
laat dit aan mijn stagebegeleid(st)er lezen.
Als zij het goedkeurt, tekent zij het voor gezien.
Dit afgetekende verslag lever ik bij mijn docent op school in.
Begeleiding/ondersteuning: Welke ondersteuning heb jij nodig om je doel te halen?
Voorbeeld:
Ik ga over de dagindeling in gesprek met mijn stagebegeleid(st)er.
Ik vraag tijdens onze wekelijkse gesprekjes feedback aan mijn stagebegeleid(st)er over mijn
inzicht in de dagindeling. Deze feedback schrijf ik op.
Ik vertel aan de docent hoe ik aan mijn leerdoel werk.
Evaluatie: Is je doel behaald? Heb je je aan de planning gehouden? Wat ging er wel en wat
ging er niet goed?
Voorbeeld:
Ja, mijn doel is behaald.
Ik heb me aan de planning gehouden. Doordat ik het per week/per stap heb uitgeschreven,
had ik houvast en wist ik precies wat ik moest doen..
Doordat ik elke week initiatief nam in het dagprogramma, kende ik na een aantal weken het
programma uit mijn hoofd. Dat gaf mij zelfvertrouwen.
Eigenlijk ging er niet iets minder goed. Wat ik wel merkte is, dat ik mij in mijn planning op het
ochtendprogramma richtte, maar dat ik ook met het middagprogramma meedraaide. Dit ging
vanzelf. Dit was wel fijn. Toen ik mij na een aantal weken op het middagprogramma ging
richten, had ik dat al aardig onder de knie.
Doordat ik het dagprogramma ken en zie wat er moet gebeuren en welke handelingen erbij
komen, lukt het mij nu ook veel beter om vragen te stellen over de verschillende
handelingen.
Handtekening docent:
101
Bijlage 8 Format Stappenplan
Het stappenplan is een plan dat ingevuld wordt bij het voorbereiden, het uitvoeren en het
evalueren van activiteiten. De activiteiten die gekozen worden, moeten aansluiten bij de
wensen en ontwikkeling (sbehoeften) van de kinderen.
Stappenplan Stap 1 t/m 3 vul je voor het uitvoeren van je activiteit in. Beschrijf de activiteit op zo’n manier, dat
een ander het kan uitvoeren zonder vooraf met jou te overleggen.
Stap 1
Beginsituatie
Doelgroep
Mogelijkheden van de
doelgroep
Relevante achtergrond-
informatie (mits van
toepassing)
Stap 2
Doel
Doelen
Welk ontwikkelings-
gebied ga je stimuleren?
Stap 3
Werkwijze
Thema
Activiteit
Ruimte
Datum
Tijdsduur
Materialen en
benodigdheden
Inleiding
Uitleg en uitvoering
Variatie, rekening houden
met diversiteit
Afsluiting
Stap 4 en 5 beschrijf je na afloop van de activiteit
Stap 4
Uitvoering
De werkelijke
uitvoering
102
Stap 5
Evaluatie
Doelgroep
Jijzelf
Stappenplan
Stap 1 t/m 3 vul je voor het uitvoeren van je activiteit in. Beschrijf de activiteit op zo’n manier, dat
een ander het kan uitvoeren zonder vooraf met jou te overleggen.
Stap 1
Beginsituatie
Doelgroep Individuele activiteit:
-gefingeerde naam of eerste letter van de naam i.v.m. de
privacy
-leeftijd: denk erom 2,5 jaar = 2 jaar en 5 maanden
Groepsactiviteit:
aantal deelnemers benoemen en de leeftijden van alle
kinderen.
Mogelijkheden van
de doelgroep
Beschrijf voor het individu of de groep wat ze kunnen m.b.t.
de activiteit die je wilt gaan uitvoeren.
Voorbeelden:
-bij zindelijkheidstraining: kan al zelf zijn broek openmaken,
kan op de wc-pot klimmen.
-bij schoenen aandoen en veters strikken: kan al wel de linker
schoen links aandoen (en rechts aan de rechterkant)
-kan een schaar vasthouden
-kan een potlood vasthouden
Relevante
achtergrond-
informatie
Let op: alleen de relevante informatie moet vermeld worden!
-gezinssituatie (bijv. ouders gescheiden, plaats in de kinderrij
(oudste, middelste, jongste kind)
-vanaf welke leeftijd bezoekt het kind de kinderopvang en hoe
vaak per week?
-bijzonderheden op medisch gebied, zoals allergie, astma, lui
oog, diee.
-bijzonderheden op persoonlijk gebied, zoals moeite met eten
of slapen, moeite met sociale contacten
Stap 2
Doel
Doelen Formuleer wat het kind of de kinderen aan het eind van de
periode laat/laten zien.
Let op: positief formuleren! Kort en krachtig.
Voorbeeld: het kind geeft antwoord op mijn vragen
Voorbeeld: Piet strikt zijn eigen veters
103
Welk ontwikkelings-
gebied ga je
stimuleren?
Voor de studente:
Omschrijf alleen dàt ontwikkelingsgebied waar het om gaat.
Voorbeelden bij de ontwikkelingsgebieden, zoals:
-lichamelijk: groffe en fijne motoriek
-cognitief: taalontwikkeling, concentratievermogen
-sociaal : omgang met anderen
-emotioneel-persoonlijkheid: zelfvertrouwen, stil, rustig, vrolijk,
enthousiast, teruggetrokken
Stap 3
Werkwijze
Thema Benoem het thema wat nu op jouw stageplaats centraal staat.
Activiteit
Beschrijf in het kort welke activiteit je gaat doen.
Ruimte Ruimtelijke indeling bedenken:
-waar voer je de activiteit uit?
-hoe komt de ruimte eruit te zien?
Denk ook aan een alternatief bijvoorbeeld bij slecht weer.
Datum
Wanneer ga je de activiteit uitvoeren?
Tijdsduur
Hoe lang denk je over de activiteit te doen?
Materialen en
benodigdheden
Alles wat je tijdens de activiteit nodig hebt aan materialen en
gereedschappen.
Voorbeeld:
-schaar
-lijm
-cd van K3
-cd-speler
Inleiding
Hoe leid je de activiteit bij de kinderen in of hoe bied je de
activiteit bij de kinderen aan?
Hoe motiveer je de kinderen tot deelname?
Hoe of waar sta of zit jij?
Waar zitten of staan de kinderen?
Uitleg en uitvoering Wat is de activiteit/opdracht?
Hoe leg je de activiteit/opdracht uit?
Doe je wel of niet iets voor en waarom? (denk aan
bijvoorbeeld een knutselvoorbeeld)
Wat en hoe stimuleer je de kinderen terwijl ze bezig zijn?
Hoe begeleid je verder?
Variatie, rekening
houden met
diversiteit
Welke variatie kun je in je activiteit aanbrengen?
Hoe is de diversiteit van de groep en waar moet je dan
rekening mee houden?
104
Afsluiting Hoe rond je de activiteit met de kinderen af?
Hoe geef je aandacht aan elkaars werk en werkwijze?
Hoe stimuleer je het opruimen?
Hoe ga je met het individu/de groep evalueren?
Stap 4 en 5 beschrijf je na afloop van de activiteit
Stap 4
Uitvoering
De werkelijke
uitvoering
Objectieve beschrijving van de uitvoering:
Hoe verliep de activiteit?
Is het gegaan zoals je het gepland had? (dit mag afwijken
van de geplande werkwijze).
Op welke manier heb je begeleid?
Hoe reageerde de doelgroep?
Stap 5
Evaluatie
Doelgroep Past de activiteit bij de doelgroep? Leg uit waarom.
Hoe reageerden de kinderen op de activiteit?
Hoe was de sfeer in de groep?
Is het gestelde doel bereikt? Waaruit blijkt dat?
Schrijf hier jouw eindconclusie/jouw advies.
Jijzelf Hoe vond je zelf de activiteit gaan?
Wat deed je goed?*
Wat zou je een volgende keer zeker weer op die manier
doen?
Wat deed je minder goed?*
Hoe zou je dat de volgende keer anders kunnen doen?
*Denk aan: jouw tijdsplanning, jouw materialen, jouw manier
van begeleiden, de ruimte, de mogelijkheden en
onmogelijkheden van het kind, de communicatie met
collega’s en ouders, enz.
105
Bijlage 9 Reflectieverslag eerstejaars
Richtlijnen voor het schrijven van een reflectieverslag:
Beschrijf jouw stageplaats.
Beschrijf jouw doelgroep.
Beschrijf een situatie waarin jij een positieve ervaring hebt opgedaan.
Als je terugkijkt op deze situatie, welke kwaliteiten van jou hebben deze situatie tot
een positieve ervaring gemaakt?
Beschrijf hoe je een volgende keer deze situatie op een andere manier zou kunnen
aanpakken.
Beschrijf een situatie waarin jij een negatieve ervaring hebt opgedaan.
Beschrijf hoe je een volgende keer deze situatie zou aanpakken. Motiveer je
antwoord.
Beschrijf wat je hierbij nog zou willen leren op het gebied van kennis, houding en
vaardigheden.
106
Bijlage 10 Format: Het maken van een verslag
Format: Het maken van een verslag
Lay-out
Het verslag heeft een duidelijke lay-out. Dit wil zeggen dat je een verslag maakt met:
een voorblad: waarop in ieder geval je naam, je stageadres en de naam van je stage begeleid(st)er staat.
de inhoudsopgave: denk ook aan de paginanummers.
een inleiding: hierin beschrijf je in het kort wat de opdracht inhoudt en hoe je deze hebt uitgevoerd.
de kern: hier beschrijf je de inhoud van de opdracht.
de conclusie: hoe vond je het om deze opdracht te maken? Wat heb je geleerd? Wat zou je op een andere manier doen?
een bronnenlijst: vermeld hier wat je gelezen hebt. Denk aan de website, brochures, folders e.d. Maak alleen gebruik van betrouwbare bronnen.
Illustraties
gebruik alleen illustraties wanneer zij de tekst ondersteunen
gebruik geen foto’s van kinderen in verband met hun privacy
Lettertype
gebruik Arial 11
gebruik alleen vet, onderstrepen en cursief wanneer het nodig is
Voettekst
Gebruik een voettekst met daarin:
je naam
de naam van het verslag
de datum
Controle
lees alles nog goed na voordat je het inlevert
gebruik je spellingcontrole
107
Top Related