PEUTER – KLEUTER
ONTWIKKELING
ontwikkelingspsychologie
menselijk gedragontwikkelen van de wetenschap die het bestudeert
kinderen en mensen komen in verschillende fasen terecht:
ongeboren kind – zuigeling – peuter – kleuter – schoolkind – puber – adolescent – volwassene – oudere mens
PEUTER
18 maanden – 4 jaar
persoonsontwikkeling
motorische ontwikkeling
taalontwikkeling
cognitieve ontwikkeling
persoonsontwikkeling
peuterperiode = ‘peuterpuberteit’ omwille van gedrag in deze fase
ontwikkeling van eigen persoonlijkheid (identiteit)
sterk wisselende emoties: van dwars en koppig naar ontzettend veel plezier hebben of onzekerheid
originele kijk op de wereld
verrassend, spontaan reageren
wijzen op details ( + / -- )
op ontdekking
compromis tussen ontdekking en veiligheid
nog geen kennis van gevaar
grenzen uitproberen
grenzen ontdekken, met ondeugend en uitdagend gedrag
grenzen duidelijk stellen = veiligheid bieden
Persoonsontwikkeling, vervolg
zelfstandigheid
grote drang om zelfstandig te zijn: “ikke doen”
ook nog…
ongeduldig
verlegen
nood aan complimentjes
ongeduldig, de dingen gaan niet zoals het zou moeten
vanaf 3 jaar: “eerst zelf proberen” = klusjes opknappen
egocentrisch
driftbuien
motorische (lichamelijke) ontwikkeling
groei
de snelle ontwikkelingen zijn achter de rug
motoriek
steeds evenwichtiger en gecoördineerder: lopen, rennen, klimmen ! In de gaten houden !
steeds meer verfijning: kralen rijgen, bladzijden omslaan, gaatjes vullen met de juiste vorm, prikken, knippen, plakken
belangrijkste mijlpaal = zindelijk worden
steeds beter met een potlood overweg kunnen
taal- en cognitieve ontwikkeling
tussen 2 en 4 steeds rijker en ingewikkelder taalgebruik
meerwoordstadium
tweewoordzinnetjes
vanaf 2,5 zinnetjes van 3 tot 5 woorden
taalregels
begrijpen en toepassen
grammatica
inzicht !
meervoud, enkelvoud, werkwoorden vervoegen, experimenteren met verleden tijd: “Ik heb opge-eet”
krijgt nieuwe woorden en taalinformatie terug
creatieve aspect van taal: versjes, rijmen, nieuwe woorden bedenken: “bloemenwaterzeef voor gieter” = logica
iemand anders kunnen onderscheiden van hemzelf
taal- en cognitieve ontwikkeling, vervolg
spraakmotoriek
uitspraak wordt beter maar fouten zijn er nog
sommige woorden zijn nog te moeilijk: soepstengel = stoepstengel, yamaha = hamahama
verhalen begrijpen
steeds moeilijkere “boekjes lezen”
‘r’ (wordt ‘l’ of ‘w’) en ‘s’ zijn nog moeilijke klanken
bezoek aan de bib
KLEUTER
4 jaar – 6 jaar
persoonsontwikkeling
motorische ontwikkeling
taalontwikkeling
cognitieve ontwikkeling
persoonsontwikkeling
sociaal – emotionele ontwikkeling
de echte wereld: zichtbaar, hoorbaar & voelbaar
de fantasiewereld: fantasiespel, rollen vervullen, eigen regels hebben
echte en fantasiewereld bestaan naast elkaar
twee werelden
angsten
omwille van die fantasie
wel kennis van gevaar: bang voor onveiligheid (wespen, honden, vallen, water, …
vrienden
belangrijk om bij een groep te horen die buiten het gezin staat (sterke sociale vaardigheden)
bang voor het onbekende: verhuizen, de tandarts, kamp, …
spel, waarden, normen, rituelen … greep op de wereld !
Persoonsontwikkeling, vervolg
actie - reactie
driftbuien blijven hangen
conflicten oplossen
morele ontwikkeling
nadenken over = eerst denken, dan doen
motorische (lichamelijke) ontwikkeling
groei
bijna voltooid
motoriek
steeds complexer: nieuwe bewegingspatronen kunnen aangeleerd worden (zwemlessen volgen, een sport beoefenen, …)
nog meer verfijning: tekenen, schrijven, …
gaat er volwassener uitzien (slanker)
lateralisatie: links- of rechtshandigheid
taalontwikkeling
hand in hand met zijn cognitieve en sociale ontwikkeling
de taal…
steeds langere zinnen, met juiste woordvolgorde
grammatica
steeds vlekkelozer, fouten kunnen en mogen: zwembatten, ik keekte, …
niet vloeiend spreken
zo veel te vertellen, gevolg = de juiste woorden niet vinden
haperen, woorden herhalen, pauzes inlassen, …
woordsoorten breiden uit: de, het, maar, en, omdat,…
vraagzinnen met ‘waarom’, ‘hoe’ en ‘wanneer’, …
stotteren enthousiasme
Taalontwikkeling, vervolg
verhalen
begrijpt steeds moeilijkere verhalen, voorlezen is heel belangrijk
vertel verhalen waarin kleuters zelf ingrediënten aandragen: hoofdpersonen, plek waar het verhaal zich afspeelt
creatief vertellen: tekenend, in het bos, muzikale verhalen, bewegingsverhalen, …
taal- & cognitieve ontwikkeling
hand in hand met sociale ontwikkeling
cognitieve ontwikkeling
de wereld steeds beter begrijpen (realistisch)
stelt “waarom”- vragen en vraagt door
het grote plaatje
het echte ‘grote plaatje’ is er nog niet: klokkijken, plattegronden tekenen, lezen, schrijven, …
geïnteresseerd in oorzaak en gevolg
antwoorden stimuleren om verder na te denken
volgende fase = schoolkind
Mogelijkheden van het kind
Tijd
Kind 1
Kind 2
De ontwikkelingsvolgorde is in grote lijnen voor alle kinderen gelijk, maar de ontwikkelingssnelheid verschilt…
STAGNATIE
IN ELKE ONTWIKKELINGSFASE ZOEKT HET KIND EVENWICHT TUSSEN UITDAGING EN VAARDIGHEDEN
VOORUITGANG
ontwikkelen van het samenspelen
parallelspel
= het samenspelen met hetzelfde soort materiaal, waarbij ieder kind met een eigen individuele spelactiviteit bezig is (peuters)
samenspel
= het samenspelen met waarbij spelers op elkaar reageren en op elkaar gaan inspelen (kleuters)
spelontwikkeling wordt beïnvloed …
… enerzijds door belemmerende factoren en anderzijds door stimulerende factoren
een positieve omgeving
1. Sociale omgeving = de zone van de naaste ontwikkeling
De cognitieve handelingen die een kind nog net niet alleen, maar wel met behulp van volwassenen kan uitvoeren = STIMULEREN !
spel = iets waaraan kinderen zelf vormgeven = initiatief
spelbegeleiding = basishouding bestaande uit actief kijken, luisteren, aanvoelen, uitnodigen tot initiatief, wachten op initiatief, verder uitlokken, inspelen op wat kinderen aangeven,…
spelbegeleiding
spelbegeleider:
meespelen met de kinderen
een voorbeeldfunctie stellen, model staan
toeschouwer van het spel
overzicht houden over het gehele spel
reageren op situaties die zich voordoen
bevestigen en belonen
tonen van betrokkenheid en meeleven = voorwaarde
alert zijn voor de positieve aspecten van het samenspel
helpen
het spel over een (dreigende) frustratie heen helpen
assistentie verlenen waardoor het spel op gang blijft
Spelbegeleider, vervolg:
verwoorden
spelgebeurtenissen verduidelijken, ordenen, intensiveren
een beeld vormen
het ‘van te voren’ samen opbouwen van ideeën over het spelonderwerp
vragen stellen, zelf informatie geven, prenten of boeken bekijken over het onderwerp
stimuleren
uitbouwen van de spelinhoud
het spel boeiender maken en spelmogelijkheden uitbreiden
structureren
vaststellen van regels en bieden van houvast
voorbereiden op het speleinde
een beeld vormen, verwoorden, …
verstoppertje
2. Fysieke omgeving = ruimte (binnen & buiten) en speelgoed
De omgeving zo aanpassen dat deze stimulerend werkt voor de ontwikkeling
Zorg voor voldoende ruimte en bewegingsvrijheid
Richt speelzones in, dit zijn afgebakende stukken ruimte waarin het bij elkaar horend speelgoed wordt bijeengezet
3. Speltypen
creatieve spel
de wereld om zich heen onderzoeken en ontdekken (zintuiglijk)
speelgoed of vertrouwd materiaal in een nieuwe of ongewone situatie gebruiken
= scheppend bezig zijn
coöperatief spel = samenwerking staat centraal
het doel ligt in de activiteit zelf
leren overleggen, naar elkaar luisteren, samen beslissingen nemen en creatief denken
onderhandelen over taakverdeling, verantwoordelijkheid en eindresultaat
elkaars mogelijkheden en beperkingen aanvaarden, vertrouwen hebben
4. Spelletjes = activiteitenaanbod
ter bevordering van het samenwerken: De groepen worden groter en kinderen moeten steeds meer en meer gaan samenwerken.
Jij tekent me
Steeds twee kinderen zitten tegenover elkaar met papier en potlood, waarbij ze van elkaar een portret maken zonder op het papier te kijken
Doel: oogcontact maken, elkaars prestaties accepteren
Spiegeldans
Steeds twee kinderen zitten tegenover elkaar (1 meter) waarbij één van beiden op zachte muziek kleine, langzame armbewegingen maakt. De andere is het spiegelbeeld en maakt tegelijkertijd dezelfde armbewegingen. In staande houding kan het hele lichaam gebruikt worden
Doel: rekening houden met elkaar, leren omgaan met elkaars ideeën
Groepstekening / -schilderij
Kies samen met de kinderen een thema (vissen, bloemen,…). Als de keuze gemaakts begint ieder voor zichzelf een tekening te maken over het afgesproken thema. Nadien worden met alle tekeningen één geheel gemaakt (bv. is het thema ‘vissen’, dan kan er een aquarium gemaakt worden.
Doel: prestaties van anderen accepteren en omgaan met elkaars ideeën
Zeil omkeren
Leg een zeil (laken) op de grond en vraag alle kinderen erop te gaan staan. Het hele zeil (laken) moet worden omgedraaid zonder dat er iemand van het zeil afstapt.
Doel: communiceren en samen een doel bereiken
Samen op één stoel
Er staat één stoel minder in een kring als het aantal kinderen dat meespeelt (cfr. stoelendans). Wanneer de muziek speelt stappen de kinderen rond de stoelen. Als de muziek stopt, proberen zij allemaal snel te gaan zitten. Wie overblijft gaat op iemands school zitten. Telkens opnieuw wordt een stoel weggenomen en moeten steeds meer kinderen op iemands schoot gaan zitten. Uiteindelijk blijft er één stoel over en zitten alle kinderen op elkaar.
Doel: elkaar hulp bieden, vertrouwen en samen een doel bereiken
Gordiaanse knoop
De kinderen staan in een kring met gesloten ogen en de handen in de lucht. Op een gegeven signaal wandelen de kinderen rustig naar elkaar toe (naar het midden) en grijpen zij met elke hand een hand van iemand anders. Da ogen mogen terug open om te trachten terug uit elkaar te geraken zonder los te laten
Doel: elkaar hulp bieden, aanwijzingen geven en sameneen doel bereiken
Nog meer spelletjes en activiteiten zijn te vinden in:
Speelkriebels voor kleuters: een ontwikkelingsgerichte kijk op bewegingsspelen
Speelkriebels voor kleuters is een praktisch bewegingsspelenboek. Het bevat ruim 220 bewegingsspelen voor 2,5- tot 6-jarigen. De spelen werden in de praktijk getoetst en bijgestuurd op basis van de speelreacties van kleuters. Bij elk spel wordt vermeld vanaf welke leeftijd de kleuters het spel aankunnen. Speelkriebels richt zich naar begeleiders van jonge kinderen die een plezierig en ontwikkelingsgericht bewegingsaanbod willen doen. De spelen zijn gegroepeerd vanuit ontwikkelingskansen zoals omgaan met ruimte en tijd, lateraliteit aanvoelen, bewegingsproblemen oplossen enz. Het theoretisch deel biedt de nodige inzichten om op een verantwoorde manier het bewegingsplezier en de bewegingsontwikkeling van jonge kinderen te ondersteunen.
Auteurs: Veerle Florquin en Els Bertrands
ISBN: 9789033431043
Top Related