MONTESSORIAANS MINDMAPPEN MET KLEUTERS...Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar...
Transcript of MONTESSORIAANS MINDMAPPEN MET KLEUTERS...Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar...
MONTESSORIAANS MINDMAPPEN
MET KLEUTERS EEN ONDERZOEK NAAR DE PRAKTISCHE TOEPASSINGSMOGELIJKHEDEN VAN
MINDMAPPEN BINNEN HET ONDERWIJS AAN KLEUTERS OP
MONTESSORISCHOOL DE BOOG IN NIEUW-VENNEP
Eline van Delden-Mastrobattista Studentnummer: 4939034 Nieuw-Vennep Mei 2012 InHolland Pabo VDT2 Hoofddorp
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 1
WOORD VOORAF De maatschappij verandert, de eisen die gesteld worden aan mensen veranderen,
dus het onderwijs verandert vanzelfsprekend mee. Maar is dat wel zo
vanzelfsprekend? Aan de ene kant willen ‘we’ het graag anders doen, maar aan de
andere kant staan we er huiverig tegenover. Dit is niet anders voor mindmappen.
Mindmappen heeft een enorme positieve aantrekkingskracht, ook in het onderwijs.
We zien mogelijkheden waar we het onderwijs anders zouden kunnen aanpakken.
Tegelijkertijd roept mindmappen weerstand op. Wat kan ik ermee en hoe moet ik het
integreren in mijn onderwijs? Reële en terechte vragen. Onbekend maakt onbemind,
luidt het gezegde. Als we meer weten over mindmappen en hoe je dit zou kunnen
inzetten in het onderwijs, is de eerste drempel genomen. Misschien dat de
aantrekkelijkheid van mindmappen dan meer op de voorgrond kan treden. De vraag
van mijn opdrachtgever is gekomen vanuit nieuwsgierigheid naar de mogelijkheden.
De instelling om te kijken naar hun eigen onderwijs, om te zien waar het anders kan,
is zeker aanwezig. In dit onderzoek heb ik de eerste aanzet gemaakt om mindmappen
binnen het kleuteronderwijs van De Boog te kunnen introduceren.
Via deze weg wil ik Montessorischool De Boog in het algemeen en in het bijzonder
mijn mentor Sanna Rozemeijer en mijn scriptiebegeleider vanuit InHolland
Hoofddorp, Conny Gutter, bedanken voor hun ondersteuning bij mijn
praktijkonderzoek. Sanna heeft mij de ruimte gegeven om naar eigen inzicht mijn
experimentele mindmaplessen te kunnen en mogen uitvoeren. De gesprekken met
Conny hebben mij geholpen om gefocust te blijven op de onderzoeksvraag.
Natuurlijk wil ik ook de kinderen van groep 1/2B van De Boog op deze plek niet
onvermeld laten. Hun enthousiasme en spontaniteit is hartverwarmend geweest. Zij
hebben er mede toe bijgedragen dat ik dit praktijkonderzoek met veel plezier heb
mogen uitvoeren.
Niet in de laatste plaats gaat mijn dank uit naar mijn echtgenoot, Marcel van Delden
en mijn dochter Isa. Ik ben mij bewust dat beiden gedurende de duur van mijn
opleiding mijn aandacht en toewijding voor een groot deel hebben moeten missen,
omdat ik deze gericht had op mijn studie en uiteindelijk het schrijven van dit
onderzoeksverslag. Beiden hebben mij hiervoor de ruimte gegeven, die ik nodig had.
Zeker de laatste fase van de opleiding had ik bovendien niet kunnen volbrengen
zonder de ‘hulptroepen’ uit mijn naaste omgeving, mijn ouders en mijn schoonzus
Cisca van Delden, die er samen met mijn man voor gezorgd hebben dat alles thuis op
rolletjes bleef lopen. Ik ben ze daar heel dankbaar voor.
Eline van Delden-Mastrobattista
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 2
SAMENVATTING Dit onderzoek heeft tot doel een antwoord te formuleren op de vraag hoe
mindmappen binnen het kleuteronderwijs op Montessorischool De Boog kan worden
ingezet. Hiertoe is een serie mindmaplessen ontwikkeld, uitgevoerd en geëvalueerd.
De resultaten van de evaluatie hebben uiteindelijk geleid tot enkele aanbevelingen
richting de opdrachtgever, Montessorischool De Boog, over het inzetten van de
techniek van mindmappen binnen het kleuteronderwijs.
Alvorens de experimentele mindmaplessen konden worden ontworpen is een
uitgebreid literatuuronderzoek gedaan naar zowel de traditionele leertheorieën als
de recente kennis uit breinwetenschappen. Hieruit is vast komen te staan dat er
zeker een goede basis is om aan te nemen dat de techniek van mindmappen een
positieve bijdrage kan leveren aan het onderwijs. Samen met de resultaten uit een
tweede onderzoek naar de uitgangspunten van het montessorionderwijs binnen De
Boog, heeft dit een aantal criteria opgeleverd waaraan de mindmaplessen moeten
voldoen:
De techniek van het mindmappen
Gebruik blanco papier, zonder lijnen en kaders om zo min mogelijk beperkt te
worden.
Leg het papier in de breedte (landscape), zodat dit het beste overeenkomt met
de stand van je ogen.
Plaats het onderwerp in het midden van het papier en maak het item zo specifiek
mogelijk (kleur en afbeelding).
Plaats de eerste tak op ‘twee uur’ en werk met de klok mee.
Gebruik vloeiende lijnen voor het leggen van verbanden en gebruik per hoofdtak
één kleur. Werk van globaal (dikke tak, grote letters) naar detail (dunne takken,
kleine letters).
Gebruik per tak één sleutelwoord, direct boven de tak gepositioneerd,
gecombineerd met een krachtig beeld dat voor jou of de groep betekenis heeft.
De montessoriaanse uitgangspunten
Er moet rekening gehouden worden met de voorkeur voor kleuters, en vooral de
jongste kleuters, om handelend bezig te zijn.
De mindmap is het sterkst bij het weergeven van de symbolische representatie
van de werkelijkheid, wanneer dit aansluit op de eerste leerstap, namelijk het
handelend bezig zijn.
De mindmap zal in een zo concreet mogelijke vorm gegoten moeten worden,
waarbij kleuters ook zelf ermee aan de slag kunnen.
Daarnaast moet de mindmap in zijn vorm eenvoudig zijn en teruggebracht
worden tot de essentie van wat je ermee wilt bereiken.
Het moet de mogelijkheid van herhaling in zich hebben.
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 3
Gelet op de onderzoekspopulatie, de kleuters van Montessorischool De Boog, in het
bijzonder groep 1/2 B, is er een keuze gemaakt voor het onderzoeken van twee
toepassingsmogelijkheden, namelijk de mindmap als advance organizer voor het
bieden van een basisnetwerk, waaraan nieuwe kennis kan worden opgehangen en de
mindmap als geheugensteun bij het goed onthouden van de aangeboden informatie.
Om uiteindelijk de onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden, zijn de
mindmaplessen aan de hand van een kijkwijzer systematisch met elkaar vergeleken,
waarbij steeds gekeken is naar het effect van drie variabelen:
Het vakgebied waarbinnen de mindmap is ingezet; woordenschatonderwijs of
kosmische vakken/ wereldoriëntatie;
het gebruikte medium; de digitale mindmap, de mindmap met gebruik van een
flanelbord, een papieren versie van de mindmap of met concreet materiaal;
de ingezette werkvorm; de grote kring, de kleine instructiekring of de individuele
verwerking.
De belangrijkste bevindingen uit dit onderzoek naar Montessoriaans mindmappen
met kleuters van Montessorischool De Boog zijn:
De flanellen mindmap is voldoende concreet en nodigt uit om ermee aan de slag
te gaan. De digitale versie is vluchtiger en beter in de grote kring in te zetten.
Mits gebruik gemaakt wordt van een mindmapprogramma, biedt de digitale
versie de beste mogelijkheden om te schakelen tussen het totaaloverzicht en het
inzoomen op details.
Vooral voor woordenschatonderwijs kan de mindmap als advance organizer
bijdragen aan het bieden van een kapstok om nieuwe woorden en begrippen aan
te hangen. Als advance organizer werkt de mindmap het best als de
basisstructuur gegeven is en kleuters deze verder zelf betekenis kunnen geven
door eigen afbeeldingen eraan toe te voegen. Dit kan het best tijdens de
individuele verwerking gebeuren bij het maken van een persoonlijke mindmap.
In de grote kring is het raadzaam, omwille van de korte concentratieboog van
kleuters, te beschikken over een voorraad afbeeldingen, waaruit kleuters kunnen
kiezen. Om dezelfde reden is een gezamenlijke mindmap het best in de kleine
kring te maken, zodat kinderen niet lang op hun beurt hoeven te wachten en de
kans het grootst is dat ze actief bezig zijn met de mindmap.
Maar bovenal vinden kleuters de mindmap leuk om mee te werken. Als leerkracht en
school moet je wellicht even over de drempel van het onbekende stappen, maar
wanneer de eerste ervaringen eenmaal opgedaan zijn, zul je ontdekken dat de
toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs enorm zijn.
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 4
INHOUDSOPGAVE Woord vooraf .......................................................................................................................................................... 1
Samenvatting .......................................................................................................................................................... 2
Inhoudsopgave ........................................................................................................................................................ 4
1 Inleiding ........................................................................................................................................................... 6
1.1 Probleemveld ......................................................................................................................................... 6
1.2 Onderzoeksdoel en onderzoeksvragen ................................................................................................. 7
1.3 Theoretische inkadering ........................................................................................................................ 8
1.4 Structuur van het onderzoeksrapport ................................................................................................... 8
2 Onderzoeksmethodologie ............................................................................................................................... 9
2.1 Inleiding ................................................................................................................................................. 9
2.2 Onderzoekspopulatie ............................................................................................................................ 9
2.3 Onderzoeksopzet ................................................................................................................................. 10
2.4 Data verzamelen en onderzoeksinstrumenten ................................................................................... 11
2.5 Data analyse ........................................................................................................................................ 13
3 Resultaten vooronderzoek ............................................................................................................................ 14
3.1 Inleiding ............................................................................................................................................... 14
3.2 Wat is mindmappen? ........................................................................................................................... 14
3.2.1 Inleiding ........................................................................................................................................... 14
3.2.2 Wat is mindmappen? ...................................................................................................................... 14
3.2.3 De leertheorie ................................................................................................................................. 16
3.2.4 Kennis uit de breinwetenschap ....................................................................................................... 19
3.2.5 Voordelen van mindmappen ........................................................................................................... 24
3.2.6 Samenvatting resultaten literatuuronderzoek leertheorieën en breinwetenschap ....................... 26
3.3 Het onderwijs in de onderbouw op Montessorischool De Boog ......................................................... 27
3.3.1 Inleiding ........................................................................................................................................... 27
3.3.2 Het gedachtegoed van Maria Montessori ....................................................................................... 27
3.3.3 Het onderwijs aan kleuters op De Boog .......................................................................................... 29
3.3.4 Samenvatting .................................................................................................................................. 31
3.4 Ontwerpeisen en ontwerp experimentele mindmap .......................................................................... 32
3.4.1 Introductie ....................................................................................................................................... 32
3.4.2 Ontwerpeisen .................................................................................................................................. 32
3.4.3 Onderzoeksgebied en onderzoeksdoelen ....................................................................................... 33
3.4.4 Ontwerp serie experimentele mindmaplessen ............................................................................... 34
3.4.5 Samenvatting .................................................................................................................................. 36
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 5
4 Hoofdstuk 4 Resultaten praktijkonderzoek................................................................................................... 37
4.1 Inleiding ............................................................................................................................................... 37
4.2 Beschrijving van het praktijkonderzoek............................................................................................... 37
4.3 Presentatie onderzoeksresultaten en data-analyse ............................................................................ 37
4.3.1 De resultaten van de mindmaples als advance organizer ............................................................... 38
4.3.2 De resultaten van de mindmaples als geheugensteun ................................................................... 40
4.3.3 Draagt de mindmaples bij aan het plezier in het leren? ................................................................. 44
5 Hoofdstuk 5 Conclusies en aanbevelingen .................................................................................................... 46
5.1 Inleiding ............................................................................................................................................... 46
5.2 Beantwoording onderzoeksvragen ...................................................................................................... 46
5.2.1 De (on)mogelijkheden van mindmaplessen .................................................................................... 47
5.2.2 Het gebruikte medium .................................................................................................................... 48
5.2.3 De werkvorm ................................................................................................................................... 49
5.2.4 Vakgebieden .................................................................................................................................... 49
5.3 Aanbevelingen en vervolgonderzoek .................................................................................................. 49
5.4 Reflectie op literatuur, methodologie en uitkomsten ......................................................................... 52
6 Literatuurlijst ................................................................................................................................................. 53
7 Bijlagen .......................................................................................................................................................... 55
7.1 Bijlage I Stap voor stap van ontwerpeisen tot ontwerp ...................................................................... 56
7.2 Bijlage II Observatieschema mindmaplessen ...................................................................................... 63
7.3 Bijlage III Ingevulde observatieschema’s per mindmaples .................................................................. 66
7.4 Bijlage IV Resultaten literatuuronderzoek ‘Wat is mindmappen?’ ..................................................... 87
7.5 Bijlage V Resultaten vooronderzoek ‘Uitgangspunten Montessorionderwijs’ .................................. 101
7.6 Bijlage VI Uitwerking mindmaplessen ............................................................................................... 107
7.7 Bijlage VII Overzicht resultaten mindmaplessen per kijkpunt ........................................................... 120
7.8 Bijlage VIII Mindmap (on)mogelijkheden mindmappen met kleuters............................................... 130
7.9 Bijlage IX Mindmap Montessoriaans mindmappen met kleuters ..................................................... 131
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 6
1 INLEIDING
1.1 PROBLEEMVELD In januari 2010 heb ik deelgenomen aan een eendaagse training mindmappen van de
organisatie Purple Monkey (Cliteur, www.purplemonkey.nl, 2012). Deze training heb
ik in eerste instantie gedaan uit persoonlijke interesse en omdat ik een manier zocht
om efficiënter te studeren. Purple Monkey gaat uit van de mindmaptheorie van Tony
Buzan, die zich de ‘vader’ van de mindmap noemt. De mindmap van Tony Buzan is
een grafische weergave van een centraal thema met daaromheen enkele
gerelateerde takken, die elk ook weer verder kunnen vertakken. Door het gebruik
van één woord bij een vertakking wordt de kern van een onderwerp gevat. Daarnaast
wordt veel gebruik gemaakt van kleur, afbeeldingen en tekeningen. De mindmap kan
voor verschillende doeleinden worden ingezet, zoals voor het brainstormen of het
maken van een samenvatting.
De populariteit van mindmappen ligt voor een deel in de verkregen kennis over de
werking van onze hersenen. Door technische ontwikkelingen zijn we tegenwoordig in
staat een beeld van de (activiteit van de) hersenen te krijgen. De verkregen kennis uit
hersenonderzoeken is ook interessant voor de onderwijspraktijk. Denk hierbij aan de
kennis over de werking van hersenen bij ADHD of de recente kennis over het
puberbrein. De vraag is hoe we deze kennis uit onderzoeken praktisch kunnen
toepassen in het onderwijs, zodat de kwaliteit ervan verbetert. Een mindmap is één
van de werkvormen die, gestoeld op de kennis uit breinonderzoek, zijn intrede heeft
gedaan in het onderwijs. Zo worden mindmaps ingezet als introductie van een les, als
brainstormtechniek of worden mindmaps juist gebruikt voor het (gezamenlijk)
samenvatten van een les. Maar ook een boekbespreking kan opgezet worden aan de
hand van een mindmap. Veel voorbeelden worden toegepast in de bovenbouw. In de
onderbouw is het mindmappen echter nog nauwelijks van de grond gekomen. Dit
neemt niet weg dat er wel interesse is vanuit de onderwijspraktijk.
Dit geldt zeker ook voor mijn opdrachtgever, Montessorischool De Boog in Nieuw-
Vennep. Deze school gaat uit van het gedachtegoed van Maria Montessori. Zij noemt
zich neo-Montessoriaans; de onderwijsvisie van Maria Montessori is uitgangspunt,
aangevuld en uitgebreid met onderwijskundige inzichten van deze tijd. (OBS voor
Montessorionderwijs De Boog, 2011)
De leerkrachten van de kleutergroepen op Montessorischool De Boog werken zoveel
mogelijk volgens de montessorimethode. Daarnaast staan zij open voor nieuwe
ontwikkelingen in het onderwijs. De leerkrachten van de kleutergroepen van
Montessorischool De Boog hebben aangegeven geïnteresseerd te zijn in de
mogelijkheden van mindmappen binnen de kaders van het montessorionderwijs.
Met mijn praktijkonderzoek wil ik onderzoeken op welke manier mindmappen kan
worden ingezet in het kleuteronderwijs op Montessorischool De Boog.
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 7
1.2 ONDERZOEKSDOEL EN ONDERZOEKSVRAGEN Feit is dat het onderwijsveld de laatste tijd geïnteresseerd is geraakt in het gebruik
van mindmaps binnen de schoolpraktijk. De vraag rijst wat mindmappen nu zo
interessant maakt om als middel in te zetten in de lessen op school? Door te kijken
naar de leerpsychologische theorieën en de recente ontwikkelingen op het gebied
van ons brein en ons geheugen, hoop ik hier een antwoord op te kunnen geven.
Montessoriaans onderwijs verschilt van regulier onderwijs door een eigen manier van
lesgeven en het gebruik van speciaal ontwikkelingsmateriaal. In de kleuterklassen van
Montessorischool De Boog wordt het onderwijs verzorgd volgens het gedachtegoed
van Maria Montessori. De mindmaplessen, die ik ga ontwerpen en uitvoeren, zullen
zodanig toegespitst zijn, dat ze goed aansluiten bij deze montessori-uitgangspunten,
maar daarnaast ook de essentie van mindmappen behouden.
Door middel van een serie experimentele mindmaplessen over meerdere
vakgebieden, waarbij ik de werkvorm en de in te zetten media varieer, wil ik
praktische ervaringen opdoen over de inzetbaarheid van mindmappen binnen het
onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog.
De hoofdvraag luidt dan ook:
Op welke (montessoriaanse) wijze is mindmappen in te zetten in
het kleuteronderwijs van Montessorischool De Boog in Nieuw-
Vennep, zodat dit bijdraagt aan kwalitatief goed onderwijs?
Hieruit komen de volgende deelvragen voort:
1) Wat is mindmappen?
a. Wat zijn de voordelen van mindmappen gezien vanuit de traditionele
leertheorie over hoe wij leren?
b. Wat zijn de voordelen van mindmappen gezien vanuit de
breinwetenschap?
2) Wat zijn de uitgangspunten van het Montessorionderwijs?
a. Hoe is het onderwijs in de onderbouw van Montessorischool De
Boog vormgegeven?
3) Wat zijn de kaders waarbinnen de experimentele mindmaplessen moeten
worden vormgegeven?
4) Welke (on)mogelijkheden heb ik ervaren bij de uitvoering van de
experimentele mindmaplessen in de onderbouw van Montessorischool De
Boog?
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 8
1.3 THEORETISCHE INKADERING Voordat ik de onderzoeksvraag kan beantwoorden, zal ik eerst helder moeten krijgen
wat de literatuur zegt over mindmappen. Wat is het en wat zijn nu precies die
voordelen van mindmappen gezien vanuit de leertheorie en de breinwetenschap?
Omdat dit onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van Montessorischool De Boog,
duik ik ook in het gedachtegoed van Maria Montessori, dat de basis vormt voor het
onderwijs van De Boog. Dit dient om de kaders te bepalen van waaruit de
experimentele mindmaplessen zullen worden ontworpen. De techniek van
mindmappen zal in de praktijk worden uitgeprobeerd in diverse verschijningsvormen.
Denk hierbij aan het variëren van de groepsgrootte en het gebruik van diverse
soorten media. In alle gevallen worden de mindmaplessen ontworpen volgens de
geldende criteria van kwalitatief goed (montessori)onderwijs. De ervaringen van deze
experimentele mindmaplessen zullen vervolgens de input vormen voor het
formuleren van een advies over de inzet van mindmappen binnen het
kleuteronderwijs van De Boog.
1.4 STRUCTUUR VAN HET OND ERZOEKSRAPPORT In dit hoofdstuk heb je kunnen lezen wat de aanleiding is geweest voor dit
praktijkonderzoek, waarbij ontwikkelingen in de onderwijspraktijk en mijn
persoonlijke interesse leidend zijn geweest.
In het volgende hoofdstuk wordt het onderzoeksproces uiteengezet. Hier wordt de
keuze van het soort onderzoek toegelicht en tref je de verantwoording van de
gebruikte methodieken.
In de hoofdstukken 3 en 4 worden achtereenvolgens de resultaten van het
vooronderzoek, de ontwerpeisen, de wijze van uitvoering van het onderzoek en de
verkregen resultaten van het onderzoek beschreven.
Tot slot vind je in hoofdstuk 5 de conclusie naar aanleiding van deze resultaten en
aanbevelingen.
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 9
2 ONDERZOEKSMETHODOLOGIE
2.1 INLEIDING In dit hoofdstuk wordt de onderzoeksmethodologie behandeld en is de
verantwoording opgenomen van de keuze voor het soort onderzoek en de gebruikte
methodieken. De onderzoekspopulatie wordt kort beschreven, waarna de opzet van
het onderzoek, van de aanvankelijke aanleiding tot de uiteindelijke conclusies en
aanbevelingen, stap voor stap wordt doorgenomen. Tevens tref je hier de
verantwoording voor de gemaakte keuzes.
2.2 ONDERZOEKSPOPULATIE De onderzoeksvraag richt zich op het inventariseren van de mogelijkheden van de
inzet van de mindmap binnen het onderwijs aan kleuters op De Boog. Op De Boog
zijn de groepen verdeeld in de onderbouw (groepen 1 en 2), de middenbouw
(groepen 3 en 4) en de bovenbouw (groepen 5 t/m 8). De onderbouw van De Boog
bestaat uit drie kleuterklassen, waar de kinderen in leeftijd variëren van 4 tot 6 jaar.
Hoewel het voor de betrouwbaarheid aan te bevelen is om de experimentele
mindmaplessen zo veel mogelijk te herhalen en dus bijvoorbeeld in meerdere
kleuterklassen uit te voeren, heb ik om praktische redenen ervoor gekozen de
experimentele lessen alleen in mijn stageklas uit te voeren. Tijd is hierin een
belangrijke beperkende factor geweest. Het voordeel bij het beperken van de
doelgroep tot één groep is overigens wel, dat de onderzoekspopulatie zo goed
mogelijk constant is gehouden. De variabelen van dit onderzoek zitten namelijk niet
in de onderzoekspopulatie, maar in de soorten mindmaplessen (hierover straks meer
in hoofdstuk 3).
De kleutergroep van de onderbouwgroep 2B van Sanna Rozemeijer en Joke Loos
bestaat uit 21 kinderen, waarvan 11 jongens en 10 meisjes. Twaalf kinderen zitten in
groep 1, waarvan er drie zogenaamde herfstkinderen zijn. De overige negen kinderen
zijn tweede groepers. Op één kind na dat Marokkaanse ouders heeft en twee
kinderen met één ouder van buitenlandse afkomst, hebben alle kleuters ouders van
Nederlandse afkomst met een gemiddeld tot hoger opleidingsniveau. Omdat de
focus van het onderzoek komt te liggen op een variatie in soorten mindmaplessen, is
ervoor gekozen deze meerderheid als onderzoekspopulatie te nemen. De
kanttekening moet hier geplaatst worden dat een groep kinderen nooit homogeen is
en dat elk kind zijn eigen achtergrond en persoonlijkheid meeneemt. Dit is echter een
vast gegeven binnen het werkveld van het onderwijs. De experimentele
mindmaplessen zullen dus, net als alle andere lessen in het onderwijs, adaptief
moeten zijn.
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 10
2.3 ONDERZOEKSOPZET Voor de uitvoering van dit onderzoek is gekozen voor een ontwerpgericht onderzoek.
(T. Kallenberg, 2010) Het daadwerkelijk uitproberen van een experimentele
mindmaples (het ontwerp) en het evalueren ervan zijn een goede manier om tot
beantwoording van de onderzoeksvraag te komen. Deze experimentele
mindmaplessen worden niet zomaar lukraak ingezet, maar worden op een
systematische manier ontworpen via de gevonden ontwerpeisen. Hetzelfde geldt
voor het evalueren van de lessen. Ook dit gebeurt aan de hand van vooraf opgestelde
kijkpunten, die voortkomen uit de onderzoeksvraag. (C. van der Donk, 2010)
Aanpak ontwerp experimentele mindmaplessen
Van der Donk benoemt vier stappen in de aanpak van het ontwerp (C. van der Donk,
2010) :
1. Formuleren van de ontwerpeisen op basis van de probleemstelling en
onderzoeksvraag;
2. bepalen van de manier van ontwerpen en verzamelen van hulpbronnen (wat is al
voorhanden?);
3. keuze ontwerp en uitvoering van (delen van het) ontwerp. Er wordt hierbij
gekeken of het idee voldoet aan de stelde ontwerpeisen, of het een antwoord
kan geven op de onderzoeksvraag en of het idee uitvoerbaar is;
4. evalueren van het ontwerp en geven van adviezen. De verkregen gegevens
worden geanalyseerd en geïnterpreteerd.
Figuur 1 is een schematische weergave van het onderzoeksproces, zoals deze voor dit
onderzoek is aangehouden. De aanleiding, eerste verkenning en uiteindelijk de
onderzoeksvraag van het onderzoek zijn inmiddels aan de orde geweest in het vorige
hoofdstuk. Vanuit de onderzoeksvraag start het praktijkonderzoek eerst met een
gedegen vooronderzoek; de literatuur wordt bestudeerd en door middel van een
vraaggesprek met de groepsleerkracht wordt informatie ingewonnen over de inhoud
en kwaliteit van het huidige onderwijs aan kleuters bij De Boog. Dit moet uiteindelijk
leiden tot het helder krijgen van de randvoorwaarden en het formuleren van de
ontwerpeisen; waaraan moeten de experimentele mindmaplessen voldoen willen
het kwalitatief goede lessen zijn en passen binnen de onderwijsvisie van De Boog?
Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 vanuit de onderzoeksvraag en de gestelde
ontwerpeisen een keuze gemaakt welke variabelen er worden ingebouwd in de
experimentele mindmaplessen, zodat deze ook uiteindelijk de informatie gaan
opleveren die nodig is om de onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden. Ook de
wijze waarop de gegevens worden verzameld wordt in dit hoofdstuk beschreven. De
verzamelde gegevens moeten vervolgens nog geanalyseerd en uiteindelijk
geïnterpreteerd worden. Hoofdstuk 4 gaat dieper in op deze data-analyse. De
uiteindelijke beantwoording van de onderzoeksvraag vind je tot slot in hoofdstuk 5,
Conclusies en aanbevelingen.
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 11
2.4 DATA VERZAMELEN EN ONDERZOEKSINSTRUMENTEN Voor dit praktijkonderzoek heb ik gebruik gemaakt van verschillende
onderzoeksinstrumenten:
Literatuuronderzoek: verzamelen van gegevens uit tekstbronnen
Vraaggesprek met de groepsleerkracht
Participerende observatie van de mindmaplessen
Literatuuronderzoek
Het vooronderzoek is voor het grootste gedeelte gebaseerd op uitgebreid
literatuuronderzoek. Het doel van dit literatuuronderzoek is boven tafel te krijgen
welke aspecten een kwalitatief goede (mindmap)les moet bevatten gezien vanuit de
aanwezige kennis hierover in de literatuur over leertheorieën en
breinwetenschappen. Ook wordt hier de onderbouwing gegeven van de
veronderstelling dat mindmappen bijdraagt aan het beter onthouden van informatie
en dus een goed middel is om in te zetten bij onderwijsleerprocessen.
Vraaggesprek
Omdat dit onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van Montessorischool De Boog is
het tevens belangrijk kennis te nemen van de uitgangspunten van het
Montessorionderwijs. Hiervoor heb ik na het doen van een literatuuronderzoek een
vraaggesprek met de groepsleerkracht van De Boog gevoerd. Dit had als doel om te
FIGUUR 1: ONDERZOEKSPROCES
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 12
inventariseren hoe de Montessoriuitgangspunten in het onderwijs aan kleuters bij De
Boog in de praktijk worden gebracht. Het doel van dit gedeelte van het onderzoek is
helder te krijgen aan welke eisen straks de mindmaplessen moeten voldoen, wil het
goed passen binnen het Montessorionderwijs aan kleuters van De Boog.
Participerende observatie
Voor de evaluatie van de serie experimentele mindmaplessen heb ik gekozen voor
participerende observatie, omdat ikzelf de lessen zal geven aan de kleuters. Het
voordeel van participerende observatie is dat je een goed inzicht krijgt in de
praktijksituatie. Het nadeel is echter dat je meerdere rollen tegelijk vervult, namelijk
de rol van onderzoeker, van leerkracht en je eigen persoonlijke inbreng als mens. Het
is belangrijk je hiervan bewust te zijn en deze rollen zo goed mogelijk gescheiden te
houden. Ter ondersteuning hiervan heb ik daarom van tevoren een
observatieschema aan de hand van vooraf opgestelde kijkpunten ontwikkeld. Deze
kijkpunten vloeien voort uit de onderzoeksvraag en zijn erop gericht, bij het
verzamelen van de gegevens, zo goed mogelijk de onderzoeksvraag te kunnen
beantwoorden. In bijlage I: ‘Stap voor stap van ontwerpeisen tot ontwerp’, lees je
meer over de ondernomen stappen die uiteindelijk tot het gebruikte
observatieschema hebben geleid.
Gestructureerde dataverzameling Ik heb gekozen voor een observatieschema met beoordelingsschalen, omdat hiermee
aangegeven kan worden in welke mate een aspect aanwezig is in de lessen (zie
bijlage II). Elke ontworpen en uitgevoerde experimentele mindmaples wordt
doorgelicht op deze punten.
Minder gestructureerde dataverzameling Vanwege de aard van het onderzoek, namelijk het uitproberen van experimentele
mindmaplessen, wilde ik voorkomen dat belangrijke gegevens, die ik van tevoren niet
had bedacht in de gestructureerde observatieschema’s verloren zouden gaan.
Daarom is er in de observatieschema’s ook ruimte opgenomen voor opmerkingen en
krabbels.
Validiteit en betrouwbaarheid
De mindmaplessen worden op eenzelfde onderzoekspopulatie ingezet. Door de
onderzoekspopulatie zo goed mogelijk constant te houden, kunnen de uitkomsten
toegeschreven worden aan de bewust ingezette variabelen, zoals vakgebied, gebruikt
medium en werkvorm. Dit betekent overigens wel dat de uitkomsten van dit
onderzoek in principe alleen iets zeggen over de inzet van mindmaplessen bij deze
specifieke groep. Omdat de samenstelling van de overige twee kleutergroepen op De
Boog vergelijkbaar is met de onderzoekspopulatie ben ik ervan uitgegaan dat de
resultaten van mijn onderzoek redelijkerwijs doorgetrokken kunnen worden naar de
hele onderbouw van De Boog.
In dit onderzoek is de rol van de leerkracht niet meegenomen als onderzoeksgebied.
Het is dan ook belangrijk voor de betrouwbaarheid van dit onderzoek, dat de
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 13
leerkracht die de mindmaplessen geeft, steeds dezelfde is. Daarom worden de
mindmaplessen steeds door mijzelf uitgevoerd en beoordeeld.
Om de betrouwbaarheid verder te garanderen, heb ik de dataverzameling en –
analyse consequent en gelijkvormig gehouden; elke experimentele mindmaples is
door dezelfde persoon op dezelfde punten beoordeeld.
2.5 DATA ANALYSE Om uiteindelijk de onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden, zullen de verkregen
gegevens uit de experimentele mindmaplessen moeten worden geordend en
vergeleken. Om hiertoe in staat te zijn is het belangrijk dat er een eenduidige manier
van dataverzameling is. In dit onderzoek heb ik hetzelfde observatieschema
gehanteerd voor elke experimentele mindmaples, zodat het vergelijken van gegevens
mogelijk wordt. Ook zijn de observatieschema’s grotendeels gestructureerd. Ik heb
gekozen voor het horizontaal vergelijken van de gegevens, waarbij ik de verschillende
experimentele mindmaplessen per kijkpunt met elkaar vergeleken heb. In bijlage III
heb ik de ingevulde observatieschema’s per mindmaples opgenomen.
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 14
3 RESULTATEN VOORONDERZOEK
3.1 INLEIDING In dit hoofdstuk doe ik verslag van de resultaten van het vooronderzoek. Dit
onderzoek heeft aan de ene kant tot doel de techniek van het mindmappen
bestaansrecht te verlenen vanuit de theorie over leren en aan de andere kant om tot
een lijst van ontwerpeisen voor de experimentele mindmaplessen te komen.
In paragraaf 3.2 wordt deelvraag 1 ‘Wat is mindmappen?’ beantwoord vanuit zowel
de visie van de traditionele leertheorieën als vanuit de meer recente
breinwetenschap.
Deelvraag 2 ‘Wat zijn de uitgangspunten van het Montessorionderwijs?’ krijgt een
antwoord in paragraaf 3.3, waarbij ik ook de vertaalslag maak naar de
onderwijspraktijk van mijn opdrachtgever Montessorischool De Boog.
De verkregen antwoorden op deze twee deelvragen gebruik ik om de ontwerpeisen
van de experimentele mindmaplessen te formuleren. In paragraaf 3.4 wordt dan ook
antwoord gegeven op deelvraag 3 ‘Wat zijn de kaders waarbinnen de experimentele
mindmaplessen moeten worden vormgegeven?’
3.2 WAT IS MINDMAPPEN?
3.2.1 INLEIDING
In deze paragraaf doe ik verslag van de belangrijkste bevindingen van mijn onderzoek
naar mindmappen. Voor het volledige verslag van dit literatuuronderzoek verwijs ik
naar bijlage IV. Eerst licht ik de traditionele leertheorieën door, waarmee ik het
bestaansrecht hoop aan te tonen van de mindmap als didactisch middel in het
onderwijs. Hetzelfde doe ik vervolgens met de meer recente informatie over onze
hersenen vanuit wetenschappelijk breinonderzoek. Zijn er aannemelijke verklaringen
te geven waarom mindmappen succesvol is bij technieken voor onthouden van
informatie? Vanuit deze kennis kom ik tot een lijst van positieve punten van
mindmappen, gestoeld op de theorie.
3.2.2 WAT IS MINDMAPPEN?
Uit de theorie blijkt dat ieder zijn eigen accent legt op het principe van mindmappen.
Toch zie je ook enkele aspecten van mindmappen steeds terugkomen (zie ook figuur
2):
Een mindmap is geordend rond een centraal thema;
een mindmap is hiërarchisch opgebouwd; hoe verder van het centrale thema,
hoe meer er wordt ingezoomd op de details;
een mindmap combineert woord en beeld om de essentie van een
(sub)onderwerp weer te geven;
een mindmap maakt gebruik van kleur om associaties te bevorderen en accenten
te leggen en
mindmappen is een breinvriendelijke manier van leren.
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 15
FIGUUR 2: EIGENSCHAPPEN VAN MINDMAPPEN
De definitie van mindmappen, zoals gehanteerd in dit praktijkonderzoek, luidt als
volgt: mindmappen is een techniek die gebruik maakt van zowel beelden als woorden
om complexe informatie te structureren rond een centraal thema, waarbij de nadruk
ligt op de onderlinge verbanden. Dit structureren van informatie kan gaan om het
structureren van de buitenwereld (les samenvatten, boekbespreking) of van de
binnenwereld (brainstormen, gedachten te ordenen, presentaties voorbereiden).
De mindmap volgens Tony Buzan
Voor dit onderzoek wordt uitgegaan van de mindmap
volgens Tony Buzan, een Britse psycholoog en
inmiddels auteur van verscheidene boeken over
mindmappen. De concept-map van J.D. Novak, een
Amerikaanse opvoedkundige, heeft een vergelijkbare
grafische weergave, zoals de mindmap van Tony Buzan,
echter bij concept mapping is er geen sprake van een
hiërarchische opbouw. (Lanzing, 1997) Er is niet één
centraal thema, maar alle ‘concepten’ in het netwerk
zijn nevengeschikt. Voor mijn onderzoek richt ik mij op
de mindmap van Tony Buzan georganiseerd rond één
centraal thema, omdat dit voor kleuters het meest
overzichtelijk is.
Het belang van het proces
Yorick Saeijs van ‘Onderwijs maak je samen’ heeft het naar mijn mening bij het
rechte eind als hij beweert dat de kracht van mindmappen niet zozeer zit in het
product als wel in het proces. Juist door het maken van een mindmap, door de tak te
FIGUUR 3: TONY BUZAN
(DYNAMIC HORIZONS, 2012)
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 16
tekenen, door na te denken over het juiste sleutelwoord en door een pakkende
afbeelding of symbool erbij te tekenen, die voor jou persoonlijk betekenis heeft, doe
je een beroep op beide hersenhelften, waardoor het onthouden uiteindelijk
makkelijker gaat. Een mindmap als product is dan ook vooral heel waardevol voor de
maker zelf. Dit neemt niet weg dat een mindmap niet gezamenlijk kan worden
opgesteld. Juist tijdens dit ontstaansproces van een mindmap daag je jezelf en
anderen uit om keuzes goed te onderbouwen. Door het principe van associëren
ontstaat er informatie-uitwisseling, omdat iedere deelnemer zijn eigen ‘know how’
kan delen. (Saeijs, 2011)
Mindmappen in het onderwijs
Mindmappen heeft verschillende werkvormen in zich: ordenen, discussiëren,
associëren, schrijven en tekenen en in sommige gevallen ook knippen en plakken. In
zijn Mindmap Ideeënboek geeft Saeijs diverse praktische toepassingen van
mindmappen in het onderwijs:
Geven van een korte terugblik
Verwerken van de geleerde lesstof
Aanbrengen van structuur in de lesstof
Opstellen of aanvullen van leervragen
Ontwikkelen van woordenschat
Presentatiemiddel voor boekbespreking of spreekbeurt
Samenvatten en/ of evalueren aan het einde van de les
Handvatten bieden bij het stellen
Voorbereiden oudergesprekken
Daarnaast zijn er voorbeelden vanuit de RT-praktijk, waarbij de mindmap ingezet
wordt bij de ondersteuning van kinderen met dyslexie. (Bergh, 2010)
3.2.3 DE LEERTHEORIE
Vanuit de diverse leertheorieën wordt er vooral gekeken naar de manier waarop wij
leren. Hoe verhoudt zich de techniek van het mindmappen in relatie tot deze
leertheorieën? In deze paragraaf worden de belangrijkste leertheorieën doorgelicht.
Gestaltpsychologie; patronen en samenhangen
Gestaltpsychologen gaan ervan uit dat we onze waarnemingen niet willekeurig
structureren, maar streven naar een zekere eenvoud en ideale ordening (gute
gestalt), waaraan we vervolgens betekenis toekennen. Ter illustratie neem ik hier het
voorbeelden van figuur 4 en 5. Het onthouden van de onderdelen van deze
afbeelding zal zeer waarschijnlijk lastiger zijn dan de onderdelen in de afbeelding van
figuur 5, ondanks dat het hier om dezelfde onderdelen gaat. Dit komt omdat in de
afbeelding in figuur 5 de onderdelen in onderlinge samenhang en in een logische
opstelling staan, waardoor de beelden betekenis krijgen. (Eerkens, 2007) Ook een
mindmap is gebaseerd op dit principe van aanbrengen van logische verbanden. Een
mindmap is dus pas van waarde, wanneer het de werkelijkheid voor de persoon in
kwestie representeert. Een mindmap is daarom ook heel persoonlijk.
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 17
Constructivisme
Constructivisten zien leren als een actief proces en voegen daaraan toe dat de
lerende zijn eigen werkelijkheid construeert en persoonlijk betekenis toekent aan
informatie. Met mindmappen wordt niet klakkeloos informatie ‘weggezet’, er wordt
nagedacht over de te verwerken informatie en betekenissen worden toegekend en
gekoppeld aan al aanwezige kennis. In dit opzicht volgt mindmappen het denkproces
zoals constructivisten dit voor ogen hebben.
Cognitieve leerpsychologie
Een voordeel van een mindmap is, dat deze in principe nooit ‘af’ is. Er kan altijd een
tak aan toegevoegd worden en nieuwe associaties gemaakt worden. Dit betekent dat
een mindmap een goed hulpmiddel kan zijn tijdens het leerproces, zoals Piaget deze
voor ogen had, namelijk het proces van accommodatie; aanpassing van de
geconstrueerde werkelijkheid van het kind, omdat het beseft dat zijn idee van de
werkelijkheid niet meer strookt met de ‘echte’ werkelijkheid. (Kohnstamm, 2002)
In vervolg hierop stelt de Amerikaanse onderwijspsycholoog Bruner dat taal kan
leiden tot nieuw denken. Daarom is het belangrijk te werken aan woordenschat. Als
het kind woorden leert, kan het denken een hogere vlucht nemen. In de manier
waarop de informatie verworven wordt en in een bruikbare vorm van kennis
beschikbaar blijft maakt de Amerikaanse onderwijspsycholoog Bruner onderscheid in
drie vormen.
De enactieve representatie: hier vindt leren plaats door handelen met concreet
materiaal. Al doende leert men. De voorbereide leeromgeving van kleuters is hier
voor een groot deel op gestoeld.
De iconische representatie: door middel van waarnemingen of voorstellingen
vormt de lerende zich een beeld van de werkelijkheid.
De symbolische representatie: processen als de werking van de zwaartekracht,
oorzaken van de economische crisis, of het ontstaan van orkanen maken we
grijpbaar en leggen we vast met begrippen en symbolen. Hierdoor is de mens in
staat om abstract te denken.
FIGUUR 5:ONDERDELEN ZONDER SAMENHANG, UIT: ‘ONTHOUDEN IN ÉÉN OOGOPSLAG’ (Eerkens, 2007)
FIGUUR 4: ONDERDELEN MET SAMENHANG UIT: ‘ONTHOUDEN IN ÉÉN OOGOPSLAG’ (Eerkens, 2007)
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 18
De mindmap kan de eerste stap zijn van enactieve representatie naar iconische
representatie en in de latere schoolcarrière wellicht tot symbolische representatie,
omdat de mindmap in feite een grafische weergave van de werkelijkheid is.
Het interactionele denken
De belangrijkste begrippen in dit interactionele denken, het zogenaamde ‘nieuwe
leren’ zijn: (inter)activiteit, eigen betekenis geven en duurzame verandering.
Mindmappen voorziet in de behoefte aan actief bezig zijn met informatie; je
structureert informatie en denkt na over de essentie van een onderwerp. Vygotsky
zag leren vooral als een product van de interactie met anderen. Leren is een
interactief proces en kennis is uiteindelijk gedeelde kennis en het resultaat van
onderhandeling. (Wal, 2008). Wanneer je als groep aan een mindmap werkt, voorziet
het in de behoefte aan interactie; met elkaar informatie structureren en discussiëren
over betekenisverbanden. Door zo actief met de informatie bezig te zijn zal deze
beter, lees duurzaam, onthouden wordt.
Ausubel ’s assimilatietheorie
De leertheorie van Ausubel, in het bijzonder zijn assimilatietheorie, is in het kader
van dit onderzoek interessant. Ausubel is vooral geïnteresseerd in de manier waarop
de mens nieuwe kennis integreert in het kennisbestand waarover hij al beschikt.
Hierdoor ontstaat een nieuwe, uitgebreidere cognitieve structuur. Ausubel gaat er
bovendien vanuit dat de kennis in zo’n cognitieve structuur hiërarchisch is geordend.
Hoe meer begrippen, regels en principes een cognitieve structuur bevat, hoe beter
nieuwe kennis kan worden gekoppeld en hoe makkelijker de opgeslagen kennis kan
worden gereproduceerd. Ausubel spreekt hier over zogenaamde ankerbegrippen. In
de techniek van het mindmappen is dit vergelijkbaar met de sleutelwoorden en –
beelden.
Het opbouwen van een netwerk; advance organizers
Nieuwe informatie wordt voor een kind pas betekenisvol wanneer deze verbonden
kan worden met kennis waarover hij al beschikt. Vooral in de eerste levensjaren is
het belangrijk bij een kind deze cognitieve structuur op te bouwen. De basisschool
heeft als taak om zoveel mogelijk ankerbegrippen aan te bieden. De leerkracht zorgt
voor het aanbrengen van een eerste kader of leerstructuur. Ausubel noemt dit een
advance organizer. Zo’n organizer kan het beste in een vaste, voor het kind
herkenbare vorm, gegoten worden. Waar echter Ausubel blijft steken in puur talige
organizers, voorziet de mindmap juist in de behoefte van jonge kinderen, die vaak
nog sterk visueel zijn ingesteld, aan het gebruik van beelden. In mijn visie is de
mindmap een uitstekend middel om als ‘advance organizer’ in te zetten, vooral bij
jonge kinderen. Het kind kan voortborduren op de basisstructuur van de mindmap.
Vanuit dit kader van de advance organizer-mindmap wordt het kind vervolgens in
staat gesteld zelf verbanden te leggen en associaties te maken tussen verschillende
onderwerpen.
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 19
3.2.4 KENNIS UIT DE BREINWE TENSCHAP
In de vorige paragraaf is vooral stilgestaan bij de meestal niet zichtbare
leerprocessen. Door recente ontwikkelingen in de technologie is het nu mogelijk om
‘een kijkje te nemen’ in onze hersenen. De informatie die we hierdoor verkregen
hebben over onze hersenen, noemt men ook wel de breinwetenschap. In het kader
van dit onderzoek is het interessant te kijken naar de werking van de hersenen en in
het bijzonder ons geheugen.
De werking van onze hersenen
De hersenen bestaan uit verschillende delen die onderling met elkaar samenwerken
(Hilst, 2007). In de grote hersenen, de neo-cortex, vindt het denken en de
interpretatie van gevoelens plaats. De grote hersenen bestaan uit twee helften, de
linker- en rechterhemisfeer, die met elkaar verbonden zijn door een grote
zenuwbalk, het corpus callosum. Beide hersenhelften bestaan uit vier zogenaamde
kwabben:
o de occipitale kwab (zien)
o de frontale kwab (denken)
o de temporale kwab (horen)
o de pariëtale kwab (bewegen, voelen)
(Camps, 2008)
Om een zo hoog mogelijk leerrendement te halen, is het goed om informatie op een
veelzijdige manier aan te bieden; visueel, talig, met geluiden en bewegingen, zodat
een zo groot mogelijk deel van de hersenen actief is. Bovendien wordt nieuwe
kennis, zoals in de vorige paragraaf is duidelijk geworden, in het geheugen gekoppeld
aan bestaande kennis in de vorm van betekenisnetwerken. In zo’n netwerk zitten dus
niet alleen linguïstische factoren, maar ook beelden, geuren en geluiden. Als één van
die factoren wordt aangesproken, wordt het hele netwerk geactiveerd. Daarom is het
belangrijk om nieuwe informatie zo gevarieerd mogelijk aan te bieden. Hoe breder
het netwerk, des te makkelijker is de kennis weer op te roepen. (Jongejans, 2012)
Linker- en rechterhersenhelft
De linker- en rechter hersenhelft zijn elk verantwoordelijk voor respectievelijk de
rechts- en linkszijdige sensorische en motorische functies. De hersenhelften werken
in dit opzicht symmetrisch. Professor Roger Sperry ontdekte in 1981 dat de linker- en
rechter hersenhelften gespecialiseerd zijn in verschillende taken, de zogenaamde
asymmetrische specialisatie. (Brandhof, 2009) In figuur 6 worden deze ‘specialisaties’
weergegeven.
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 20
FIGUUR 6: OVERZICHT SPECIALISTISCHE TAKEN LINKER- EN RECHTER HERSENHELFT (L'ÉCLUSE, 2008)
Hierbij moet één nuancering gemaakt worden. Uit onderzoeken van Ornstein, Zaidel
en Bloch blijkt namelijk dat beide hersenhelften weliswaar dominant zijn in sommige
activiteiten, maar dat ze in principe beide tot alle taken in staat zijn. Wel is het
belangrijk om de capaciteit van de hersenen beter te benutten, om zowel je linker-
als rechterhersenhelft te activeren. De meeste ‘winst’ is er namelijk te behalen als
beide hersenhelften met elkaar samenwerken.
Geheugensporen
Bij elke informatieprikkel wordt de boodschap in de hersenen van cel tot cel
doorgegeven via een biochemische, elektromagnetische route, ook wel een
geheugenspoor of ‘mental map’ genoemd. Hoe meer routes en sporen je aanlegt,
hoe sneller en efficiënter je denken wordt en hoe beter je geheugen functioneert.
(Hordijk, 2010) Een mindmap is in feite een
grafische representatie van zo’n
geheugenspoor. Door de mindmap steeds
terug te laten komen in verschillende
situaties, wordt het bijbehorende
geheugenspoor steeds geactiveerd.
Gedurende de hele periode van hersenrijping
van geboorte tot ongeveer het 20e levensjaar
gaan verbindingen die niet of weinig worden
gebruikt weer verloren met het accent op de
periode van 0-6 jaar. (Jolles, 2010) Wederom
een reden om in de basisschoolperiode het
kind veelvuldig in aanraking te laten komen
met een breed scala aan onderwerpen.
FIGUUR 7: VOORBEELD NEURON (NIDA, 2008)
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 21
FIGUUR 8: INFORMATIEVERWERKINGSMODEL VOLGENS VAN BEEMEN (BEEMEN, 2010)
Het lange termijngeheugen
Van Beemen verstaat onder geheugen het vermogen informatie op te slaan en deze
op een later tijdstip weer op te roepen. (Beemen, 2010)
Onthouden is een proces waarbij informatie via het korte termijn geheugen
uiteindelijk wordt opgeslagen in het lange termijngeheugen (zie figuur 8). De
informatie die opgeslagen wordt in het lange termijngeheugen wordt geclassificeerd.
Als we de informatie vervolgens weer willen oproepen uit ons geheugen hebben we
de code nodig die gebruikt werd bij het classificeren van de informatie. De code die
gebruikt wordt om toegang te krijgen tot het geheugenspoor wordt retrieval cue
genoemd. Bij mindmappen wordt gewerkt met iets soortgelijks, namelijk
sleutelwoorden en –beelden. Zo’n retrieval cue, of sleutelbegrip kan bestaan uit een
uitspraak, beelden of vrije associaties. Een goede cue moet uniek zijn, maar het moet
ook mogelijk zijn deze terug te kunnen vinden. Een belangrijke factor voor succes is
als de cue persoonlijk is en bij voorkeur zelf is bedacht. (N. Dorrestein, 1989)
Het lange termijngeheugen bestaat uit vijf geheugensystemen:
Het semantisch geheugen (opslag van feiten en gegevens)
Het procedureel geheugen (opslag van motorische vaardigheden)
Het episodisch geheugen (opslag van reeksen van gebeurtenissen)
Het ruimtelijk geheugen (opslag van plaats, positie en ruimte)
Het werkgeheugen (processen van reflecteren en redeneren)
(Camps, 2008)
Het episodisch geheugen is heel krachtig en persoonlijk, maar ook heel subjectief en
selectief. Het semantisch geheugen is veel betrouwbaarder, maar duidelijk ook
minder krachtig door het ontbreken van de persoonlijke ervaringen. In de
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 22
onderwijscontext kan men hier rekening mee houden door bijvoorbeeld
hulpmiddelen in te zetten, zoals afbeeldingen en
ezelsbruggetjes. (Stefels E. D., 2012)
Gebruik van beelden om begrippen duidelijk te maken is
belangrijker nog dan woorden. Een visueel beeld heeft
voorrang boven een verbale opdracht. Wanneer de
hersenen de opdracht krijgen: “Denk niet aan een roze
olifant.”, wordt direct het beeld van een roze olifant
geactiveerd, nog voordat je de betekenis van de zin
bewust wordt. (J. Duerings, 2011) De mindmap ontleent
zijn kracht dan ook door het gebruik van beelden.
Het korte termijngeheugen
Het korte termijngeheugen heeft een kleine capaciteit en kan maar tijdelijk
informatie vasthouden. Bij kleuters heeft het korte termijngeheugen zelfs een nog
beperktere capaciteit. De geheugenspan van kleuters is 4 eenheden ten opzicht van 7
bij volwassenen.
In de vorige paragraaf over de leertheorie en in het bijzonder de gestaltpsychologie
werd al aangehaald dat onze hersenen ‘trucs’ bedenken om met de beperkte
capaciteit van het korte termijngeheugen toch grotere hoeveelheden informatie op
te kunnen slaan door informatie in beelden en logische verbanden te plaatsen. Het
combineren van brokken informatie in clusters noemt men in vaktermen ook wel
chunks. Door iets als één geheel in je lange termijngeheugen op te slaan in plaats van
als meerdere losse eenheden, wordt er economisch omgegaan met de beperkte
capaciteit van het korte termijngeheugen. De mindmap speelt op tweeërlei wijze een
rol bij dit aspect van ‘chunking’ van informatie. Aan de ene kant is de mindmap als
geheel te zien als één ‘chunk’, één cluster van informatie. Aan de andere kant
vertegenwoordigen de gebruikte sleutelbegrippen in de mindmap een brok
informatie.
Naast de beperkte capaciteit van het korte termijngeheugen, werkt het ook als een
filter; niet alle informatie dat het korte termijngeheugen binnenkomt, wordt
uiteindelijk opgeslagen in het lange termijngeheugen. Welke dingen onthouden we
beter dan andere (Brandhof, 2009):
Informatie aan het begin en aan het eind van een verhaal of betoog.
Dingen die herhaald worden; gemiddeld moet de leerstof 5 keer herhaald
worden, voordat het permanent wordt verzonden naar het lange
termijngeheugen. (Buzan, 2009) Drie- en vierjarige kinderen gebruiken spontaan
de methode van visuele herhaling. Zij kijken, vaak onbewust, steeds weer even
naar iets wat ze willen onthouden. (Kohnstamm, 2002) Het is dan ook belangrijk
de aangeboden lesstof zichtbaar in de klas te plaatsen, zodat kinderen deze
spontane manier van geheugentraining kunnen toepassen.
Dingen die aansluiten bij de eigen belevingswereld en interesses.
FIGUUR 9: DENK NIET AAN EEN ROZE OLIFANT (Lund, 2010)
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 23
Dingen die we koppelen aan iets wat we al weten; kleuters zijn van nature geneigd
om te associëren. Zij zijn voortdurend op zoek naar aansluiting van het
gespreksonderwerp bij hun eigen beleving. Op deze manier wordt informatie
gekoppeld aan bestaande informatie, zodat dit beter kan worden onthouden en later
makkelijker en sneller kan worden opgeroepen.
Dingen die verbonden zijn aan één of meer zintuiglijke ervaringen; Als de leerstof
wordt gekoppeld aan beelden, geur of smaak, worden verschillende delen van de
hersenen, de verschillende geheugensystemen, geactiveerd, waardoor informatie
beter wordt onthouden.
Dingen die opvallen, raar of bizar zijn (het Von Restorff effect); je geheugencapaciteit
verbetert als je:
Overdrijft wat je moet onthouden
Kleuren gebruikt om teksten te markeren
Zodanig kan associëren dat de afwijkende en unieke eigenschappen van de te
onthouden leerstof naar voren treden
Probeert vooral sleutelwoorden1 te gebruiken die levendige beelden oproepen
Emoties
Emoties spelen een belangrijke rol bij de effectiviteit van ons geheugen (zie figuur
10). Te veel stress zorgt ervoor dat de geheugenfuncties door de amygdala wordt
geblokkeerd. Te weinig uitdaging zorgt voor te weinig dopamine in onze hersenen,
een belangrijke neurotransmitter bij de overdracht van informatie in onze hersenen.
Dit betekent dat een situatie voldoende spannend moet zijn om de volledige
aandacht, oftewel een geactiveerd
werkgeheugen, te krijgen”, aldus Kees
Vreugdenhil in een interview voor
MM over het geheugen. (Stefels E. D.,
2012)
“Emoties zijn de motoren van onze
herinnering”, aldus Jolles in zijn boek
‘Ellis en het verbreinen’. (Jolles, 2010)
Positieve emoties zijn onder andere
te stimuleren door kinderen
succeservaringen te laten beleven.
Het gebruik van humor of bizarre of
grappige voorbeelden in de lessen is
dus aan te bevelen.
1 Een sleutelwoord is een specifiek woord dat je kiest of creëert en vormt een uniek referentiepunt voor iets belangrijks dat je wil onthouden.
FIGUUR 10: RELATIE TUSSEN EMOTIES EN GEHEUGEN (Brandhof, 2009)
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 24
3.2.5 VOORDELEN VAN MINDMAPPEN
In de voorgaande twee paragrafen heb ik door in de literatuur te duiken het
bestaansrecht van de techniek van het mindmappen volgens de leertheorieën en de
werking van ons geheugen aangetoond. Hierna volgt een opsomming van de
gevonden voordelen van mindmappen in relatie tot deze theorieën:
Vanuit de leertheorieën:
Mindmappen sluit aan bij het natuurlijke streven van onze hersenen naar
vereenvoudiging en ordening (Gestaltpsychologie).
Mindmappen ondersteunt de iconische representatie van informatie door
gebruik te maken van beelden en symbolen (Cognitieve leerpsychologie).
Met een mindmap kan op eenvoudige wijze nieuwe kennis aan bestaande kennis
worden gekoppeld (Ausubel’s assimilatietheorie).
Informatie in een mindmap is op dezelfde wijze geordend als de cognitieve
structuur van ons geheugen, namelijk hiërarchisch (Ausubel’s assimilatietheorie).
Een mindmap kan als advance organizer fungeren wanneer een kind nog niet
over een (uitgebreid) kennisnetwerk beschikt (Opbouwen van een netwerk).
Mindmappen is een actief proces, net als leren, met activiteiten als selecteren,
opnemen, verwerken, integreren, vastleggen, gebruiken van en het betekenis
geven aan verschillende vormen van informatie (Constructivisme).
Een mindmap kan heel goed samen gemaakt worden, waarbij de kracht ligt in het
nadenken, discussiëren of onderhandelen over de (plaatsing van) informatie in
de totaalstructuur. Belangrijk is de aandacht voor het herkennen van
overeenkomsten en verschillen en het ordenen van de informatie.
(Constructivisme, Vygotsky).
Vanuit de breinwetenschap
Een mindmap is opgebouwd uit beelden en grafische voorstellingen in symbolen
en kleuren. Hierdoor worden beide hersenhelften aangesproken en wordt zo de
hersencapaciteit beter benut (Linker- en rechterhersenhelft).
Een mindmap vertoont opvallende gelijkenis met de neuronen van de hersenen.
De vertakkingen in een mindmap zijn dikker naarmate men dichter bij het
centrale onderwerp komt, geheugensporen die vaak gebruikt worden in de
hersenen, worden eveneens steviger (Geheugensporen).
Een eenmaal gemaakte mindmap kan heel goed hergebruikt worden om de
leerstof even te herhalen. In één oogopslag is duidelijk waar de lesstof over ging
en er kan dus efficiënt herhaald worden. Dit levert tijdwinst op (Herhaling).
Een mindmap kan gebruikt worden aan het begin van een les om te
inventariseren wat de startkennis van kinderen is. Van hieruit kan de lesstof
worden opgehangen aan bestaande informatie, waardoor de nieuwe lesstof
beter onthouden wordt (Aansluiten bij de belevingswereld en koppelen aan
bestaande kennis).
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 25
Een mindmap maakt gebruik van een combinatie van beelden en woorden. De
kracht zit in het kiezen van de juiste sleutelwoorden en –beelden, die niet alleen
de essentie van het onderwerp weergeven, maar ook een beroep doen op je
verbeeldingsvermogen, emoties en ervaringen. Nadeel is wel dat de mindmap
alleen voor de maker zelf zeer krachtig wordt, maar voor een buitenstaander van
minder betekenis is (Gevarieerde ervaringen).
Mindmappen is een aantrekkelijke werkvorm. Zodra mensen over de drempel
heen zijn en een paar keer geoefend hebben met een mindmap, ervaren de
meeste mensen dit als een leuke bezigheid. Positieve emoties zijn belangrijk,
omdat dit het leerproces bevorderen (Emoties).
Bij het maken van een mindmap is alles geoorloofd, elk beeld dat voor de maker
betekenis heeft, hoe bizar ook, kan gebruikt worden; een beeld of woord kan
verwijzen naar een eerder meegemaakte gebeurtenis en zo de voordelen van het
krachtige episodische geheugen benutten (Von Restorff effect).
Traditionele aantekeningen versus de mindmap
De traditionele aantekeningen bestaan vooral uit woorden of getallen op een lineaire
manier geordend en doen
dus vooral een beroep op
de linker hersenhelft. De
mindmap beperkt de
hoeveelheid woorden door
een enkel sleutelwoord per
tak te gebruiken en
ondersteunt dit met kleur
en beelden, waardoor ook
de rechter hersenhelft
wordt geactiveerd.
Daarnaast is de mindmap
niet lineair, maar hiërarchisch vanaf een centraal thema opgebouwd, waarbij de
belangrijkste (sub) thema’s het dichtst bij het centrale thema gepositioneerd worden
en, naarmate men verder van het thema afkomt, meer ingezoomd kan worden op de
details. De gebruikte ‘takken’ en kleuren zorgen voor de accentuering van verbanden
en relaties. Hiermee sluit de mindmap goed aan bij de manier waarop hersenen
informatie opslaan, namelijk in een netwerk van betekenissen.
Een eenmaal opgezette mindmap kan makkelijk worden aangepast; takken kunnen
gemakkelijk worden weggehaald of veranderd of nieuwe takken kunnen worden
toegevoegd. Bij traditionele aantekeningen is hier vaak geen ruimte meer voor.
Hiermee sluit een mindmap beter aan bij de manier waarop wij leren dan de
traditionele vorm van aantekeningen maken; ook ons leerproces is nooit ‘af’, er kan
altijd wat ‘bij’ geleerd worden. (Bergh, 2010)
FIGUUR 11: VERSCHILLEN TRADITIONELE AANTEKENINGEN EN MINDMAPPEN
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 26
Kanttekening
Voordat je kunt profiteren van de voordelen van mindmappen, zul je eerst moeten
leren een mindmap te maken. Hiermee doel ik dan op de specifieke regels bij het
maken van een mindmap en niet zozeer het ‘leren’ tekenen. Dat je namelijk eerst
moet kunnen tekenen voordat je een mindmap kan maken, berust op een
misverstand. Belangrijker dan het maken van een beeld dat een afspiegeling van de
werkelijkheid is, is dat het gebruikte symbool of beeld betekenis heeft voor de maker
zelf. Bovendien heb je via Google Afbeeldingen een schatkist vol kant-en-klare
afbeeldingen tot je beschikking.
Mindmappen als nieuwe techniek zal in het begin nog geen ‘vruchten afwerpen’. Dit
komt omdat ons brein, met de beperkte capaciteit van ons werkgeheugen, zich niet
op zowel de vorm als de inhoud kan richten. Wanneer de vorm dus nieuw is, zal deze
zich eerst eigen gemaakt moeten worden, voordat het kind zich kan concentreren op
de inhoud. Westhoff noemt dit principe ‘de cognitieve economie’: “Verwerken gaat
ten koste van de ruimte die je voor inhoud overhoudt.” (Westhoff, 2012) Belangrijk is
dus om steeds te werken met dezelfde werkvorm en hetzelfde grafische model.
Hierdoor ontstaat routine en krijgen kinderen steeds meer ruimte om zich te richten
op de inhoud en betekenis van de leerstof. (J. Duerings, 2011)
Wanneer je aan de slag gaat met het maken van een mindmap zijn er enkele regels
die ter harte genomen moeten worden. Door onderstaande regels consequent toe te
passen, zal er na verloop van tijd voor kinderen een herkenbare werkvorm ontstaan,
zodat ze zich steeds meer op de inhoud kunnen focussen.
De regels voor mindmappen zijn:
Gebruik blanco papier, zonder lijnen en kaders om zo min mogelijk beperkt te
worden.
Leg het papier in de breedte (liggend), zodat dit het beste overeenkomt met de
stand van je ogen.
Plaats het onderwerp in het midden van het papier en maak het item zo specifiek
mogelijk (kleur en afbeelding).
Plaats de eerste tak op ‘twee uur’ en werk met de klok mee.
Gebruik vloeiende lijnen voor het leggen van verbanden en gebruik per hoofdtak
één kleur. Werk van globaal (dikke tak, grote letters) naar detail (dunne takken,
kleine letters).
Gebruik per tak één sleutelwoord, direct boven de tak gepositioneerd,
gecombineerd met een krachtig beeld dat voor jou of de groep betekenis heeft.
3.2.6 SAMENVATTING RESUL TATEN L ITERATUURONDER ZOEK LEERTHEORIEËN E N
BREINWETENSCHAP
In deze paragraaf heb ik de theorieën over hoe wij leren gekoppeld aan de
eigenschappen van mindmappen. De belangrijkste bevinding uit dit onderzoek is, dat
mindmappen goed aansluit bij de manier waarop wij nieuwe kennis tot ons nemen;
we geven nieuwe kennis persoonlijke betekenis en integreren het in ons bestaande
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 27
kennisnetwerk. Hoe vaker, gevarieerder, unieker en persoonlijker dit gebeurt, hoe
beter het onthouden wordt en hoe makkelijker het ook weer opgeroepen kan
worden. Het bedenken van goede sleutelwoorden en –beelden is hierbij zeer
belangrijk. Een mindmap kan bovendien goed ingezet worden als advance organizer,
waardoor kinderen de nieuwe informatie makkelijker in een structuur kunnen
opnemen. Willen we kunnen profiteren van de voordelen van mindmappen binnen
het onderwijs, dan moeten we enkele ‘regels’ van het mindmappen in acht nemen.
Ook moeten kinderen en leerkrachten de tijd krijgen aan deze nieuwe manier van
werken te wennen. Pas daarna kan men echt profiteren van de voordelen van
mindmappen.
Nu we de techniek van mindmappen een plek hebben gegeven binnen de leertheorie
en de kennis uit breinwetenschappen, is het ook belangrijk te inventariseren of de
eigenschappen van mindmappen zijn te verenigen met de uitgangspunten van het
montessorionderwijs. Dit wordt behandeld in de volgende paragraaf.
3.3 HET ONDERWIJS IN DE ONDERBOUW OP MONTESSORISCHOOL DE BOOG
3.3.1 INLEIDING
Om te kunnen bepalen of mindmappen een techniek is die kan worden toegepast
binnen het Montessorionderwijs aan kleuters op De Boog, heb ik eerst de literatuur
bestudeerd over de belangrijkste uitgangspunten van Maria Montessori. Vervolgens
heb ik in een vraaggesprek met de leerkracht van groep 1/2B van De Boog gekeken
naar hoe aan deze uitgangspunten vormgegeven wordt in de onderwijspraktijk in de
onderbouw van Montessorischool De Boog. Deze bevindingen gebruik ik vervolgens
om de punten te kunnen benoemen, waar straks rekening mee gehouden moet
worden bij het ontwerp van de experimentele mindmaplessen.
3.3.2 HET GEDACHTEGOED VAN MARIA MONTESSORI
Uit het literatuuronderzoek naar de uitgangspunten
van het montessorionderwijs zijn de volgende punten
gekomen die relevant zijn voor het ontwerp van de
experimentele mindmaplessen. Voor het volledige
verslag van het literatuuronderzoek verwijs ik je naar
bijlage V.
De ontwikkeling van de mens
De taak van het onderwijs is volgens Montessori de
fysieke wereld zo te groeperen dat het voor een
leerling gemakkelijk wordt zelf te ontdekken welke
samenhangen en overeenkomsten er zijn.
(Kohnstamm, 2002) Aan de behoefte een structuur als
basis voor verder leren aan te leggen, zou de mindmap
wellicht een goed hulpmiddel kunnen zijn.
FIGUUR 12: MARIA MONTESSORI (Nederlandse Montessori Vereniging, 2012)
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 28
Gevoelige perioden
Het kind toont gedurende een korte of langere periode diepe interesse in een
bepaald leergebied, de zogenaamde gevoelige perioden. In zo’n periode kan het kind
voor een langere periode geconcentreerd werken en een handeling blijven herhalen.
Wanneer een kind een oefening steeds herhaalt, is dit het teken dat het zich
ontwikkelt. De taak van het onderwijs is een omgeving en middelen te scheppen, die
zo goed mogelijk aansluiten op de interesses van het kind behorende bij de
betreffende gevoelige periode. Ook is de taak van het onderwijs te zorgen voor een
voorbereide leeromgeving, die het kind aanspoort tot activiteit en gelegenheid geeft
om de activiteit te herhalen indien gewenst.
Ontwikkelingsfase van kleuters
In de ontwikkeling van een kind zijn enkele duidelijk te onderscheiden fasen. In de
ontwikkelingsfase waar kleuters zich in bevinden ontwikkelen kinderen zich door
oefening en eigen activiteit. De uitdaging ligt om de experimentele mindmaplessen
zo vorm te geven dat deze de eigen activiteit van kinderen stimuleert en waarbij ze
zelf handelingen kunnen uitvoeren. Daarnaast kenmerkt deze ontwikkelingsfase zich
door een natuurlijke drang naar woordenschatverwerving en een goed ontwikkelde
waarneming. Waar bij jonge kleuters de zintuigen en bewegingen een belangrijke rol
spelen, vergaren oudere kleuters hun kennis vooral via hun geheugen. De mindmap
zou hier ingezet kunnen worden om overeenkomsten, verschillen en onderlinge
relaties duidelijk te maken. Tot slot kunnen kleuters interesse tonen in getallen, mits
deze zintuiglijk gepresenteerd worden.
Vrije keuze
Het gedachtegoed van Montessori houdt in dat het kind zelf mag kiezen waarmee
het bezig wil zijn. De leerkracht begeleidt het kind bij het maken van zijn keuze door
nieuw materiaal te presenteren en uit te leggen en het kind te leren zelf keuzes te
maken. Deze vrije keuze zal ook in de experimentele mindmaplessen worden
ingebouwd.
Ontwikkelingsmateriaal
Goed ontwikkelingsmateriaal stelt kinderen in staat hun indrukken te ordenen en op
een geordende wijze in zich op te nemen. Al handelend met het materiaal doen
kinderen ervaringen op, waardoor zij tot bepaalde inzichten komen. De
experimentele mindmaplessen zullen vooral gericht zijn op het ordenen van
indrukken. De mindmap is in feite een symbolische weergave van de werkelijkheid.
Voor de jongste kleuters is het belangrijk dat de mindmap aansluiting houdt met het
concrete handelen.
Taak van de leerkracht
Naast het zorgen voor een voorbereide leeromgeving en het begeleiden van de
kinderen bij het zelfstandig werken, heeft de leerkracht de taak leerstof ‘op grootse
wijze’ aan te bieden. Wanneer de leerkracht leerstof aanbiedt, richt dit zich vooral op
het geven van ideeën en het aanbieden van basisbegrippen, waarmee het kind
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 29
zelfstandig aan de slag kan. Ook hierbij kan de mindmap een kader bieden voor het
kind om daarna zelf aan de slag te gaan. Het aanbieden van de leerstof moet
aansluiten bij de wijze van kennisverwerving van het kind. Voor de jongere kleuter is
dat via motoriek en zintuigen, voor de oudere kleuters via het geheugen. Om de
mindmap ook voor de jongste kleuters interessant te maken, is het belangrijk deze zo
concreet en tastbaar mogelijk te maken.
I N D I V I D U E E L L E S J E
Bij het geven van een individueel ‘lesje’ worden twee fasen onderscheiden. De eerste
fase richt zich op verkenning van het materiaal. Pas wanneer de eerste fase is
voltooid worden handelingen en voorwerpen van naam voorzien. Ook bij de
experimentele mindmaplessen is het belangrijk rekening te houden met deze eerste
fase van verkenning van het materiaal. Pas als de kinderen gewend zijn aan de
(techniek van de) mindmap, kan de mindmap ingezet gaan worden voor het behalen
van inhoudelijke doelen.
G R O E P S L E S
Het doel van deze groepslessen is dat het kind op basis van de verkregen informatie
zelfstandig doorgaat met het onderwerp. De mindmap kan worden ingezet om te
voorzien in dit eerste kader. De ontwikkelingslessen worden gestructureerd rond een
bepaald thema, waarbij de nadruk ligt op de samenhang van de delen met elkaar en
met het totaal. (Moorman, 1998) Met name in deze lessen zal de mindmap een
positieve bijdrage kunnen leveren aan het visualiseren van de samenhang van de
delen met het totaal.
3.3.3 HET ONDERWIJS AAN KLEUTERS OP DE BOOG
Met het vraaggesprek met de groepsleerkracht van de onderbouwgroep op De Boog
is vervolgens geïnventariseerd of en hoe de bovengenoemde uitgangspunten van
Montessori worden vormgegeven in de onderwijspraktijk van De Boog. Voor de
onderbouwgroepen kan gezegd worden dat deze grotendeels volgens het
gedachtegoed van Maria Montessori werken. Dit betekent dat het bekende
montessori-ontwikkelingsmateriaal overzichtelijk in kasten geordend is, zodat de
kinderen zelf hun werk kunnen kiezen en pakken. Het onderwijs is individueel, wat
betekent dat de leerkracht kinderen korte individuele lesjes geeft, waarna het kind
hier zelfstandig mee verder gaat.
Daarnaast worden ook regelmatig groepslessen gehouden. Dit kunnen korte taal- of
rekenoefeningen zijn, maar ook een kringgesprek
over bepaalde onderwerpen die op dat moment
leven bij de kinderen.
Zorg voor de omgeving
De kinderen hebben ieder een kleedje op hun tafel
met daarop een plantje. Zij zijn verantwoordelijk voor
de verzorging van de plant. Daarnaast heeft elk kind
een klassentaak toegewezen gekregen. Dit kan zijn
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 30
het klaarzetten van de prullenbak voor de afval van het eten & drinken of de
eindcontrole over de inrichting van één van de kasten.
Zintuiglijk
Het zintuiglijke materiaal bestaat onder andere uit
cilinderblokken, gehoorkokers en kleurendozen. Met
al deze materialen ontwikkelen de kinderen hun
zintuiglijke waarneming en motoriek, waarmee ze
uiteindelijk tot ordening van het materiaal komen. De
kleuters die net op school komen, beginnen vaak met
dit materiaal.
Taal
In de onderbouw van De Boog krijgen kinderen de letters aangeboden. Dit gebeurt
op individuele basis en pas wanneer het kind eraan toe is. Aan het einde van de
onderbouwperiode kunnen de meeste kinderen een vijftiental letters herkennen en
kunnen ze klankzuivere m-k-m woorden lezen. Ook het schrijven wordt geoefend.
Met de schuurpapieren letters, de zandtafel of het krijtbord, maar ook met een
werkschriftje wordt het schrijftraject ingeoefend. Woordenschatlessen worden op
twee manieren aangeboden. De eerste manier is de namenlesjes behorende bij het
ontwikkelingsmateriaal. Hiermee worden de belangrijkste begrippen, waaronder
rekenwoordenschat geoefend. De tweede manier is een kringgesprek over een
bepaald thema. Er is op De Boog geen structureel programma voor (thematische)
woordenschatopbouw. Meestal wordt een thema gekozen dat op dat moment speelt
in de groep.
Rekenen
Op De Boog is veel materiaal aanwezig om het kind
inzicht te geven in de getallenlijn, hoeveelheden als
meer en minder en het tientallig stelsel. Kinderen
kunnen stapsgewijs hun rekenvaardigheid
ontwikkelen door vooral met concreet materiaal aan
de gang te gaan. Het materiaal in de rekenkast bereidt
ook voor op ruimtelijk inzicht door bijvoorbeeld de
tweeterm en drieterm kubussen.
Kosmisch onderwijs
Het kosmische onderwijs richt zich op de omgeving van het kind (aardrijkskunde,
geschiedenis, natuur & techniek en verkeer). Voor de kleuters is vooral hun directe
alledaagse leefomgeving interessant. De leerkrachten van De Boog proberen hier zo
goed mogelijk op aan te sluiten door onderwerpen te kiezen die op dat moment
leven in de groep. Dit kunnen lessen zijn over tanden wisselen of vogels. De themales
start vanuit het grote geheel en pas daarna wordt ingezoomd op een detail. Zo wordt
de nadruk gelegd op onderlinge samenhangen en wetmatigheden. Ook hier kan de
mindmap worden ingezet om de kinderen te helpen het grote geheel te zien.
FIGUUR 13: FOTO’S UIT: HET MONTESSORI MATERIAAL (M.J. TEN CATE, 1978)
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 31
Sociaal-emotionele ontwikkeling
De Boog verschilt niet van andere basisscholen als het gaat om aandacht voor de
sociaal-emotionele ontwikkeling. Hoewel het onderwijs voornamelijk individueel is,
worden vanuit de visie van Montessori de kinderen begeleid bij hun ontwikkeling tot
verantwoordelijke medeburgers, die met zorg omgaan met hun fysieke en sociale
omgeving. De klassentaken bij De Boog zijn dan ook een belangrijk middel om een
gevoel van verantwoordelijkheid te creëren bij kinderen, naast het feit dat de
handeling zelf ook een oefening is.
Vrijheid in gebondenheid betekent bij De Boog dat kinderen vrij zijn om zelf hun
keuzes te maken voor hun werk, maar dat zij leren rekening te houden met hun
omgeving. Vrijheid is dus geen absolute vrijheid, omdat het kind altijd deel uitmaakt
van de groep. Dit betekent dat kinderen erop letten dat ze andere kinderen, die
geconcentreerd aan het werk zijn, niet onnodig storen. Ook leren ze omgaan met
uitgestelde aandacht. In kringgesprekken leren kinderen praten in de kring en naar
elkaar te luisteren.
Hoewel het onderwijs individueel wordt aangeboden, wordt samenwerking zeker
gestimuleerd. Kinderen kunnen van elkaar leren, vooral ook omdat kleuters in hun
ontwikkeling enorm van elkaar kunnen verschillen. Waar kinderen graag willen
samenwerken aan een werkje wordt dit dus aangemoedigd, mits de samenwerking
een toegevoegde waarde heeft voor beide kinderen.
3.3.4 SAMENVATTING
Hoewel de theorie van Montessori veel meer behelst dan het bovengeschetste beeld,
zijn in deze paragraaf wel de punten naar voren gekomen waar de mindmap kan
worden ‘aangehaakt’ aan het bestaande onderwijs aan de kleuters van De Boog. Dit
heeft geleid tot de formulering van een aantal ontwerpeisen, waar de experimentele
mindmaples aan moet voldoen:
Er moet rekening gehouden worden met de voorkeur voor kleuters, en vooral de
jongste kleuters, om handelend bezig te zijn.
De mindmap zal in een zo concreet mogelijke vorm gegoten moeten worden,
waarbij kleuters er ook zelf mee aan de slag kunnen.
Aan het aspect van de vrije keuze van kleuters wordt tegemoet gekomen door
het werken met de mindmap in verschillende werkvormen aan te bieden, zodat
het kind kan kiezen voor de vorm die hem het meest aanspreekt.
Daarnaast moet de mindmap in zijn vorm eenvoudig zijn en teruggebracht
worden tot de essentie van wat je ermee wilt bereiken.
Het moet de mogelijkheid van herhaling in zich hebben.
De mindmap is het sterkst bij het weergeven van de iconische representatie van
de werkelijkheid, wanneer dit aansluit op de eerste leerstap, namelijk het
handelend bezig zijn.
Tot slot vindt de mindmap zijn bestaansrecht nog wel het meest bij de taak van
het onderwijs van om indrukken te structureren, namelijk het geven van een
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 32
totaaloverzicht en het inzichtelijk maken van de samenhangen. Vooral in het taal-
en kosmisch onderwijs zal de mindmap van toegevoegde waarde kunnen zijn.
De kaders voor de experimentele mindmaplessen vanuit de theorie van Maria
Montessori en de onderwijspraktijk van De Boog zijn nu helder. De volgende stap is
het daadwerkelijke ontwerp van de experimentele mindmaplessen. Dit wordt
behandeld in de volgende paragraaf.
3.4 ONTWERPEISEN EN ONTWERP EXPERIMENTELE MINDMAP
3.4.1 INTRODUCTIE
In de voorgaande twee paragrafen is informatie verkregen over de techniek van
mindmappen in relatie tot de leertheorieën, de breinwetenschap en de
onderwijspraktijk in de onderbouw van Montessorischool De Boog. Hieruit is
gebleken dat de basis aanwezig is om de mindmaplessen in te gaan zetten in de
lessen aan kleuters van De Boog.
De bevindingen uit de vorige twee paragrafen vormen samen de randvoorwaarden
van waaruit de mindmaplessen zullen worden vormgegeven. In deze paragraaf zal op
basis van de onderzoeksvraag de ontwerpeisen geformuleerd worden en uiteindelijk
een beschrijving gegeven worden van het ontwerp van de experimentele
mindmaplessen. Voor een volledig verslag met de overwegingen en gemaakte keuzes
verwijs ik naar bijlage I. In de komende paragraaf zullen de belangrijkste uitkomsten
hiervan genoemd worden.
3.4.2 ONTWERPEISEN
De ontwerpeisen die zijn voortgekomen uit het vooronderzoek zijn uiteindelijk
teruggebracht tot negen punten. De experimentele mindmaples moet zoveel
mogelijk aan onderstaande punten voldoen wil deze volgens de leertheorieën en
breinwetenschappen een positieve bijdrage kunnen leveren als advance organizer
aan het goed onthouden van de lesstof en wil deze passen binnen het onderwijs aan
kleuters van Montessorischool De Boog.
De mindmap(les):
1. maakt gebruik van sleutelwoorden of begrippen;
2. maakt gebruik van hiërarchie in de informatie;
3. biedt zowel een totaal- als een detailoverzicht;
4. is vooral een actief proces;
5. biedt de mogelijkheid om persoonlijke informatie toe te voegen;
6. biedt de mogelijkheid van herhaling;
7. sluit aan bij het handelend bezig zijn;
8. biedt de mogelijkheid voor vrije keuze van vorm of inhoud en
9. moet uitblinken in eenvoud.
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 33
3.4.3 ONDERZOEKSGEBIED EN ONDERZOEKSDOELEN
Uit het vooronderzoek is verder ook naar voren gekomen dat er twee gebieden zijn,
waarbij de mindmap bij kleuters goed kan worden ingezet:
I. De mindmap als advance organizer; hierbij worden de eigenschappen van
mindmappen gebruikt om een basisstructuur te bieden, waarmee indrukken
gestructureerd kunnen worden, een totaaloverzicht gegeven kan worden en
samenhangen inzichtelijk gemaakt kunnen worden.
II. De mindmap als geheugensteun; hierbij worden de eigenschappen van
mindmappen gebruikt om uiteindelijk de leerstof beter te kunnen onthouden.
Op deze twee punten zal de focus in het praktijkonderzoek komen te liggen. Vooral in
het taal- en kosmisch onderwijs zal de mindmap op dit gebied van toegevoegde
waarde kunnen zijn, omdat het geven van overzicht en het inzichtelijk maken van
onderlinge verbanden bij deze twee vakgebieden het sterkst naar voren komen.
Vanuit de focus op deze twee toepassingsgebieden van de mindmap binnen de
onderwijspraktijk, worden enkele variabelen ingevoerd om de mindmaples op
verschillende punten te kunnen beoordelen. Deze variabelen zijn:
1) Het vakgebied waarvoor de mindmap wordt ingezet:
a) Taal, woordenschatles
b) Kosmisch, themales ‘Boodschappen doen in de supermarkt’
2) Het medium waarmee de mindmap wordt ingezet:
a) het digibord
b) het flanelbord
c) de papieren versie
d) concreet materiaal
3) De werkvorm waarin de mindmap wordt ingezet:
a) de grote kring
b) de kleine kring
c) individuele verwerking
Met de twee focusgebieden en bovenstaande variabelen heb ik vervolgens
verschillende mindmaplessen bedacht. In bijlage I is het schema opgenomen waarin
de verschillende ontwerpideeën gewogen worden op de geformuleerde
ontwerpeisen, maar ook op de praktische haalbaarheid. Op deze manier worden de
beste ontwerpideeën uitgekozen en verder uitgewerkt tot de uiteindelijke serie van
zes experimentele mindmaplessen, die elk variëren in werkvorm en gebruikte media.
In de volgende paragraaf worden deze experimentele lessen kort inhoudelijk
toegelicht.
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 34
3.4.4 ONTWERP SERIE EXPERIMENTELE MINDMA PLES SEN
De zes experimentele mindmaplessen zijn gegoten in het thema van de
activiteitencyclus ‘Boodschappen doen in de supermarkt’. Enkele woordenschat- en
kosmische lessen heb ik uitgekozen om met behulp van een mindmap aan te bieden.
De uitgebreide uitwerking van deze lessen is opgenomen in bijlage VI. Ook verwijs ik
hierbij naar het verslag over de activiteitencyclus. Hieronder vind je een korte
opsomming van de zes mindmaplessen met de belangrijkste aandachtspunten voor
dit praktijkonderzoek:
Ontwerp mindmaples 1
onderwerp Het proces van boodschappen doen
ontwerpidee 2
vakgebied kosmisch
werkvorm grote kring
media flanelbord(1a)/ digibord (1b)
Lesdoel(en) De kinderen hebben inzicht in het proces van boodschappen doen en kunnen de diverse stappen in logische volgorde plaatsen
Onderzoeksdoel(en) Na afloop van de serie mindmaplessen heb ik data waaruit blijkt wat de voor- en nadelen zijn bij het inzetten van de mindmap:
o als advance organizer; in welke mate draagt de mindmap bij tot het geven van overzicht van de lesstof?
o in de grote kring; in welke mate heeft de werkvorm invloed op het behalen van de lesdoelen?
o met behulp van het flanelbord(1a) of het digibord (1b); in welke mate heeft het medium invloed op het behalen van de lesdoelen?
Het werken met de mindmap draagt bij tot plezier in het leerproces
Ontwerp mindmaples 2
onderwerp Afdelingen van de supermarkt
ontwerpidee 5
vakgebied taal: woordenschatontwikkeling
werkvorm grote kring
media flanelbord
Lesdoel(en) De kinderen kennen de vijf afdelingen van de supermarkt en kunnen minimaal vijf producten noemen per afdeling
Onderzoeksdoel(en) Na afloop van de serie mindmaplessen heb ik data waaruit blijkt wat de voor- en nadelen zijn bij het inzetten van de mindmap:
a. als advance organizer; in welke mate draagt de mindmap bij tot het geven van overzicht van de lesstof?
b. in de grote kring; in welke mate heeft de werkvorm invloed op het behalen van de lesdoelen?
c. met behulp van het flanelbord; in welke mate heeft het medium invloed op het behalen van de lesdoelen?
Het werken met de mindmap draagt bij tot plezier in het leerproces
Ontwerp mindmaples 3
onderwerp Afdelingen van de supermarkt
ontwerpidee 6
vakgebied taal: woordenschatontwikkeling
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 35
werkvorm kleine kring
media flanelbord
Lesdoel(en) De kinderen kunnen het liedje ‘Ga je mee naar de supermarkt’ meezingen
De kinderen kunnen minimaal 5 producten noemen die bij de benoemde afdeling horen
Onderzoeksdoel(en) Na afloop van de serie mindmaplessen heb ik data waaruit blijkt wat de voor- en nadelen zijn bij het inzetten van de mindmap:
a. als geheugensteun; in welke mate draagt de mindmap bij tot beter onthouden van informatie?
b. in de kleine kring; in welke mate heeft de werkvorm invloed op het behalen van de lesdoelen?
c. met behulp van het flanelbord; in welke mate heeft het medium invloed op het behalen van de lesdoelen?
Het werken met de mindmap draagt bij tot plezier in het leerproces
Ontwerp mindmaples 4
onderwerp Afdelingen van de supermarkt
ontwerpidee 7
vakgebied Taal: woordenschatontwikkeling
werkvorm individueel
media papieren versie
Lesdoel(en) De kinderen kunnen de vijf afdelingen benoemen
De kinderen kunnen enkele producten uit de supermarkt onder de juiste afdeling plaatsen.
De kinderen kunnen minimaal twee producten per afdeling noemen
Onderzoeksdoel(en) Na afloop van de serie mindmaplessen heb ik data waaruit blijkt wat de voor- en nadelen zijn bij het inzetten van de mindmap:
a. als advance organizer; in welke mate draagt de mindmap bij tot het geven van overzicht van de lesstof?
b. bij de individuele verwerking; in welke mate heeft de werkvorm invloed op het behalen van de lesdoelen?
c. met behulp van de papieren versie; in welke mate heeft het medium invloed op het behalen van de lesdoelen?
Het werken met de mindmap draagt bij tot plezier in het leerproces
Ontwerp mindmaples 5
onderwerp Afvalscheiding
ontwerpidee 9
vakgebied kosmisch
werkvorm kleine kring
media concreet materiaal
Lesdoel(en) De kinderen hebben inzicht in de vijf categorieën waarin afval wordt gesorteerd
De kinderen kunnen verpakkingsmateriaal scheiden op basis van de vijf symbolen voor afvalscheiding
Onderzoeksdoel(en) Na afloop van de serie mindmaplessen heb ik data waaruit blijkt wat de voor- en nadelen zijn bij het inzetten van de mindmap:
a. als advance organizer; in welke mate draagt de mindmap bij tot het geven van overzicht van de lesstof?
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 36
b. in de kleine kring; in welke mate heeft de werkvorm invloed op het behalen van de lesdoelen?
c. met behulp van concreet materiaal; in welke mate heeft het medium invloed op het behalen van de lesdoelen?
Het werken met de mindmap draagt bij tot plezier in het leerproces
Ontwerp mindmaples 6
onderwerp Samenvatten totale lesstof thema Boodschappen doen
ontwerpidee 11
vakgebied kosmisch/ taal
werkvorm grote kring
media flanelbord
Lesdoel(en) De kinderen kunnen zelf het verhaal achter een afbeelding in eigen woorden vertellen, wanneer deze op zijn plaats in de mindmap is gehangen.
De kinderen hebben inzicht in de samenhang van de verschillende onderwerpen
De kinderen zijn zich bewust van de hoeveelheid kennis die ze de afgelopen weken hebben opgedaan.
Onderzoeksdoel(en) Na afloop van de serie mindmaplessen heb ik data waaruit blijkt wat de voor- en nadelen zijn bij het inzetten van de mindmap:
a. als geheugensteun; in welke mate draagt de mindmap bij tot beter onthouden van informatie?
b. in de grote kring; in welke mate heeft de werkvorm invloed op het behalen van de lesdoelen?
c. met behulp van het flanelbord; in welke mate heeft het medium invloed op het behalen van de lesdoelen?
Het werken met de mindmap draagt bij tot plezier in het leerprocesleerproces
3.4.5 SAMENVATTING
In dit hoofdstuk zijn de resultaten van het vooronderzoek aan de orde gekomen. De
belangrijkste bevindingen uit dit onderzoek zijn, dat mindmappen goed aansluit bij
de manier waarop wij nieuwe kennis tot ons nemen. Vanuit de theorie is aannemelijk
geworden dat de techniek van mindmappen, vooral in de functie van advance
organizer en als geheugensteun, kan worden toegepast in de onderwijspraktijk met
kleuters.
Willen we echter kunnen profiteren van de voordelen van mindmappen binnen het
onderwijs en wil de mindmap ook binnen de onderwijspraktijk van Montessorischool
De Boog geïntegreerd kunnen worden, dan zullen we enkele ‘regels’ van het
mindmappen in acht moeten nemen. Dit heeft geleid tot de formulering van een
negental ontwerpeisen, op basis waarvan uiteindelijk de serie experimentele
mindmaplessen is ontwikkeld.
Deze lessen zijn in de onderwijspraktijk van De Boog uitgevoerd in groep 1/2 B en
geëvalueerd. De resultaten van dit praktijkonderzoek worden in het volgende
hoofdstuk besproken.
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 37
4 HOOFDSTUK 4 RESULTATEN PRAKTIJKONDERZOEK
4.1 INLEIDING In dit hoofdstuk wordt verslag gedaan van de ervaringen met de uitvoering van de
serie experimentele mindmaplessen in groep 1/2 B van Montessorischool De Boog.
Hierbij is gebruik gemaakt van een aantal vaste kijkpunten aan de hand van een
observatieschema (zie bijlage II), zodat de verschillende mindmaplessen zo goed
mogelijk met elkaar vergeleken kunnen worden.
4.2 BESCHRIJVING VAN HET PRAKTIJKONDERZOEK Omwille van tijdsbesparing heb ik ervoor gekozen om de serie experimentele
mindmaplessen binnen de lessenserie van de activiteitencyclus op te nemen. Mocht
er besloten worden de mindmaplessen in de toekomst structureel te gaan inzetten,
zullen deze toch ook geïntegreerd moeten worden in de reguliere onderwijspraktijk.
De serie lessen, zoals deze zijn uitgevoerd staan kort beschreven in paragraaf 3.4.4.
Voor de uitgebreide beschrijving van deze lessen verwijs ik naar bijlage VI.
De serie experimentele mindmaplessen zijn zo samengesteld, dat drie variabelen
steeds terugkomen. Deze variabelen zijn:
Het vakgebied waarin de mindmap is toegepast;
het gebruikte medium voor de mindmap en
de gebruikte werkvorm.
Elke uitgevoerde mindmaples heb ik geëvalueerd aan de hand van het vooraf
opgestelde observatieschema (zie bijlage II). Zoals al beschreven in hoofdstuk 2 heb
ik gekozen voor een gedeeltelijk gestructureerde observatie, om te voorkomen dat ik
straks over een grote hoeveelheid ongestructureerde data beschik, maar toch de
ruimte hou voor signalering van onverwachte inzichten en ervaringen. Deze ruimte is
nodig, omdat bij het uitvoeren van een experiment de uitkomsten niet altijd goed in
te schatten zijn. Juist de onverwachte ervaringen kunnen waardevolle informatie
opleveren.
Alle ingevulde observatieschema’s zijn na te lezen in bijlage III. In de volgende
paragraaf worden de resultaten van dit praktijkonderzoek puntsgewijs
gepresenteerd.
4.3 PRESENTATIE ONDERZOEKSRESULTATEN EN DATA-ANALYSE De gegevens verkregen vanuit de ingevulde observatieschema’s heb ik verwerkt per
kijkpunt, zodat ik de verschillende lessen makkelijk met elkaar kan vergelijken. De
kijkpunten komen voort uit de onderzoeksdoelen, waarbij de mindmap wordt
bekeken in zijn twee meest toepasselijke functies, namelijk als advance organizer en
als geheugensteun voor het onthouden van de lesstof. De totale analyse is terug te
lezen in bijlage VII. Hieronder worden de resultaten per kijkpunt weergegeven.
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 38
4.3.1 DE RESULTATEN VAN DE MINDMAPLES ALS ADVANCE ORGANIZER
Herkenbaarheid
E E N S T U K J E T H E O R I E
De structuur van de mindmap als advance organizer is geen doel op zich, maar een
middel dat bijdraagt aan het geven van overzicht. Dit bekent dat de structuur
eenvoudig en herkenbaar moet zijn voor de kinderen. Dezelfde mindmap of
tenminste zijn structuur moet echter ook ingezet kunnen worden in andere lessen of
activiteiten.
D E P R A K T I J K
De eerste keer dat de kinderen een mindmap zagen, gaf het aanleiding tot wat
gegiechel. Na een eerste introductie, waren de kinderen snel gewend aan deze
nieuwe structuur. De lessen daarop werd de structuur als iets vanzelfsprekends
aangenomen. Uit de observatieverslagen is gekomen dat de mindmap in alle lessen
bijdraagt aan de herkenbaarheid en eenvoud van de structuur. Dit effect wordt
vooral bewerkstelligd door consequent gebruik van kleuren en beelden. De kinderen
weten brokken kennis al na korte tijd te koppelen aan een bepaalde kleur of een
bepaald beeld. Dezelfde structuur kan ook goed ingezet worden in andere lessen of
activiteiten, mits er consequent gebruik wordt gemaakt van dezelfde kleuren en
beelden. De digitale variant op het digibord is het minst makkelijk in te zetten in
andere lessen of activiteiten.
Activeren voorkennis
E E N S T U K J E T H E O R I E
Een goede advance organizer weet de voorkennis van de kinderen te activeren. Een
startpunt is het delen van ervaringen en kennis met elkaar. Vooral de keuze van
werkvorm (grote of kleine kring) is hierbij belangrijk. Ook moet er ruimte zijn voor
eigen inbreng van kinderen. Dit impliceert dat in de mindmaples een bepaalde mate
van flexibiliteit moet zijn ingebouwd, zodat kinderen niet alleen hun kennis en
ervaringen kunnen inbrengen, maar deze ook geïntegreerd zien worden in de
mindmap.
D E P R A K T I J K
De mindmaplessen met het flanelbord hebben deze flexibiliteit in zich; afbeeldingen
kunnen verplaatst en verschoven worden. De mindmaples met de digitale cyclus
(MM-les 1b) was in zijn uitvoering erg star. De (volgorde van de) structuur lag van
tevoren vast, waardoor de eigen inbreng uiteindelijk geen invloed kon uitoefenen op
het uiteindelijke resultaat van de mindmap. Nu moest de leerkracht de informatie die
door kinderen ingebracht was, ombuigen, zodat het paste binnen de vooraf bepaalde
structuur van de mindmap. Dit is niet wat er beoogd wordt met de mindmaplessen.
De meest sterke mindmaplessen als advance organizer waren de lessen waarbij de
basisstructuur gegeven is en waar de kinderen vervolgens op konden voortborduren
en hun eigen kennis aan konden ophangen. Dit was met name de mindmaples rond
uitbreiding van de woordenschat met de vijf afdelingen van de supermarkt (MM-
lessen 2, 3 en 4).
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 39
Koppelen van nieuwe kennis aan bestaande kennis
E E N S T U K J E T H E O R I E
Het uiteindelijke doel van de advance organizer is dat de nieuwe kennis wordt
verankerd aan al aanwezige kennis. Geen enkel kind heeft hetzelfde kennisniveau. Dit
betekent dat de mindmap als advance organizer voorziet in een basisstructuur. Van
hieruit moet het mogelijk zijn aanpassingen te doen aan de mindmap om de
ingebrachte kennis van de kinderen toe te voegen. Bovendien moeten deze
aanpassingen niet teveel tijd in beslag nemen, rekening houdend met de korte
concentratieboog van kleuters.
D E P R A K T I J K
In de praktijk bleek het lastig om aanpassingen te doen in de les van de digitale
versie, gemaakt met het computerprogramma PowerPoint. Het programma is
eigenlijk ook niet bedoeld voor het maken van mindmaps en is daardoor niet
voldoende gebruiksvriendelijk. In de flanellen versie zijn makkelijker aanpassingen te
doen, mits de afbeeldingen voor handen zijn. De beperkingen van het flanellen bord
zit in de beperkte ruimte; je kunt niet eindeloos doorgaan met aanpassingen en/ of
uitbreidingen doen. De papieren versie is, eenmaal geplakt, niet meer te veranderen.
Het schuiven van de afbeeldingen moet dus gebeuren voordat deze gelijmd worden.
Ook hier geldt een beperkte ruimte. Tot slot heeft de flanellen versie nog een tweede
beperking. Bij het doen van aanpassingen, waarbij een geheel nieuwe tak moet
worden toegevoegd aan de basisstructuur, verandert de hele structuur van de
mindmap. Dit komt niet ten goede aan de herkenbaarheid. Bovendien kost deze
wijziging veel tijd. Dit geldt ook voor de mindmap met concreet materiaal. Het meest
effectief zijn de mindmaps op flanelbord, waarbij de basisstructuur van tevoren
gegeven is en vastligt en vervolgens in de les vanuit deze vaste basisstructuur de
mindmap verder wordt uitgebouwd.
De mindmap als advance organizer binnen de vakgebieden
W O O R D E N S C H A T O N D E R W I J S
Vooral in het woordenschatonderwijs leent de mindmap zich goed als advance
organizer bij het aanbieden van paraplu-begrippen. Deze begrippen vormen de
basisstructuur, waaraan de kinderen hun bekende begrippen kunnen aanhaken. De
meest succesvolle mindmaplessen voor woordenschatontwikkeling zijn dan ook
geweest de woordenschatlessen rond de vijf afdelingen van de supermarkt.
Bij woordenschatonderwijs levert het gezamenlijk vullen van de mindmap een ‘rijk’
overzicht van begrippen op. Bekende woorden voor het ene kind, zijn wellicht nieuw
voor een ander kind. Zo wordt goed gebruik gemaakt van de elkaars kennis.
K O S M I S C H O N D E R W I J S
Een mindmap leent zich bij uitstek om vanaf een beginstructuur al associërend van
het ene onderwerp in het volgende onderwerp te belanden. Ik heb gemerkt dat
kinderen dit grenzeloos kunnen doen en de mindmap hier ook toe uitnodigt. Ik moest
in dit proces ingrijpen om te voorkomen dat er teveel van het onderwerp afgedwaald
werd. Hierbij was de mindmap juist ook het middel om de kinderen weer terug te
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 40
brengen tot de essentie van de lesstof; even het onderwerp aanwijzen in de
mindmap en de kinderen waren weer ‘bij de les’.
Bij kosmisch onderwijs kan de mindmap ook gezamenlijk opgebouwd worden,
waarbij de mindmap in feite een visuele weergave is van de gezamenlijke aanwezige
of opgedane kennis.
4.3.2 DE RESULTATEN VAN DE MINDMAPLES ALS GEHEUGENSTEUN
De tweede toepassing van de mindmap waarnaar gekeken is in dit onderzoek is de
mindmap als hulpmiddel bij het onthouden van de lesstof. Hiervoor is gekeken naar
de bijdrage van de mindmap aan het geven van een totaaloverzicht, het duidelijk
maken van samenhangen, de mogelijkheid tot herhaling, de mogelijkheid tot
(inter)actie en het activeren van een zo groot mogelijk hersengebied door zoveel
mogelijk zintuigen aan te spreken.
Totaaloverzicht
E E N S T U K J E T H E O R I E
Om iets goed te kunnen onthouden is goed begrip van de lesstof belangrijk. Als je
weet hoe het zich verhoudt tot het grotere geheel, kun je het ook makkelijker een
plekje geven in je bestaande kennisnetwerk. Omdat één van de eigenschappen van
een mindmap is, dat alle informatie over een centraal onderwerp op één vel papier
terecht komt, is in één oogopslag het totaalplaatje te overzien. De mindmaples moet
dan ook minimaal bijdragen aan het geven van het totaaloverzicht.
D E P R A K T I J K
In alle lessen die uitgevoerd zijn, heeft de mindmap bijgedragen aan het tonen van
het ‘brede plaatje’. Een leuke en effectieve werkvorm die ik met de kleuters
uitgeprobeerd heb, is verschillende afbeeldingen van mindmaps te laten zien, waarbij
één of meerdere stappen ontbreken. Hierbij wordt een beroep gedaan op het
kunnen overzien van het geheel. Ik had van tevoren de structuur van de mindmap
stap voor stap uitgelegd.
Samenhangen
E E N S T U K J E T H E O R I E
De mindmap is per definitie bedoeld om samenhangen duidelijk te maken. De
vormgeving van de mindmap is hierbij belangrijk. Met kleur, lijnen en herkenbare
afbeeldingen zijn samenhangen duidelijk te maken. Daarnaast is het voor het krijgen
van een goed begrip van de onderlinge relaties tussen verschillende onderdelen in de
mindmap ook belangrijk dat er gemakkelijk geschakeld kan worden tussen het
totaaloverzicht en de details.
D E P R A K T I J K
Door het consequent gebruiken van kleur en dezelfde afbeeldingen, is het duidelijk
maken van de samenhangen goed tot zijn recht gekomen. Ik heb dit vooral gedaan
door tijdens het gesprek (de woorden) te combineren met het aanwijzen van de
betreffende onderdelen waar een relatie tussen bestaat. De vinger beweegt van het
paraplubegrip naar een onderliggend product en weer terug.
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 41
Er zijn echter wel wisselende ervaringen opgedaan in de verschillende
mindmaplessen met het schakelen tussen het geheel en de delen. Het flanelbord
geeft een duidelijk overzicht over het geheel, maar inzoomen op detail kan alleen
door aanwijzen van bewuste deel. Voor de kleine kring gaat dit goed. Voor de grote
kring wordt de mindmap op het flanelbord al snel onleesbaar voor de kinderen die
wat verder weg zitten. Het verdient de voorkeur bij kleuters om indien er ingezoomd
wordt op een klein onderdeel van de mindmap, de mogelijkheid te hebben alle
overige delen even ‘uit te schakelen’ om zo ruis te voorkomen en het beeld
overzichtelijk te houden voor de kleuters. Het is in de praktijk echter niet mogelijk
deze delen op het flanelbord af te dekken. Deze functionaliteit zit wel op speciale
digitale mindmapprogramma’ s. De digitale versie van de mindmap voor dit
onderzoek, gemaakt in PowerPoint, kon dit ook enigszins, maar echt
gebruiksvriendelijker werd het er niet door. Voor de papieren versie geldt in feit
hetzelfde als voor de flanellen versie, maar omdat deze vooral voor individueel
gebruik is, is deze beperking minder bezwaarlijk.
Herhaling
E E N S T U K J E T H E O R I E
Voor het beter onthouden van de lesstof is niet alleen inzicht in het totaalplaatje en
de samenhangen tussen onderdelen belangrijk. Ook veel herhalen in het liefst
verschillende situaties is een bewezen methode.
D E P R A K T I J K
In dit praktijkonderzoek is ook gekeken naar factoren die herhaling mogelijk maken.
Is de mindmap bijvoorbeeld op elk moment erbij te pakken? Voor het flanelbord
geldt dat deze in de klas aanwezig moet zijn op een voor iedereen duidelijke plek. Bij
de experimentele lessen is gekozen voor een staande versie van het flanelbord op
hoogte van het kind, zodat kinderen goed zicht hadden op de mindmap en er ook
mee aan de slag konden. De staande versie nam echter veel ruimte in beslag,
waardoor de mindmap ‘een sta in de weg’ werd. Het digibord zit iets hoger plat tegen
de muur en neemt zodoende minder ruimte in beslag. Met behulp van een trapje is
het digibord ook voor kinderen te gebruiken. De mindmap van het digibord is voor
groepslessen op elk moment op te roepen. Voor individueel gebruik is een
permanente versie beter. Een kind kan dan op elk gewenst moment naar de
mindmap toelopen en erop kijken. In dit opzicht is het flanelbord weer meer
geschikt. Grootste nadeel van het flanelbord is echter dat wanneer het ook voor
andere activiteiten en mindmaps ingezet gaat worden, de mindmap van de les
daarvoor verwijderd moet worden. Deze ben je dan ‘voorgoed’ kwijt. Bij de digitale
versie kun je de mindmap opslaan en later weer terughalen. De papieren versie is
voor de maker altijd beschikbaar. Wel is de mindmap als structuur biedend overzicht
te gebruiken in uiteenlopende activiteiten, zodat informatie in de mindmap
gevarieerd herhaald kan worden.
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 42
(Inter)actie
E E N S T U K J E T H E O R I E
Kinderen, en vooral kleuters willen graag handelend bezig zijn. Door te handelen
structureren ze hun omgeving. Van de oudere kleuters draait het geheugen
bovendien op volle toeren. Geheugenspelletjes sluiten daarom ook goed aan bij de
interesse van kleuters. Plezier in leren zorgt voor de juiste stoffen in je hersenen,
zodat je informatie beter kunt onthouden. Daarom is het kind stimuleren tot eigen
activiteit heel belangrijk, evenals de interactie tussen kinderen. Wanneer je samen
praat over de overeenkomsten en verschillen in betekenissen en samenhangen, zal
de informatie beter worden opgenomen in je kennisstructuur. In hoeverre nodigen
de mindmaplessen uit tot interactiviteit?
D E P R A K T I J K
De ervaringen tijdens de uitvoering van de mindmaplessen laten zien dat de soort
werkvorm het meest van invloed is op de mate van interactiviteit. Het gebruikte
medium is pas in de tweede plaats van invloed. Tijdens de kringgesprekken wordt de
interactie tussen kinderen gestimuleerd door de leerkracht. De interactie tijdens de
individuele verwerking is vooral de interactie tussen leerkracht en leerling via het
tweegesprek; de leerkracht gaat het gesprek met het kind aan over betekenissen en
plaatsing van de door het kind gekozen plaatjes. Deze individuele interventie kost
echter veel tijd.
Daarnaast is de mindmap, die door kinderen zelf gevuld kan worden, het best in staat
om interactie uit te lokken, omdat de mindmap de structuur waarin de informatie
wordt opgehangen visueel maakt. Kinderen moeten nadenken en onder woorden
brengen waar en waarom ze daar de hun afbeelding willen plaatsen. Zo wordt het
gesprek over waar bepaalde informatie moet worden geplaatst in de mindmap
bevorderd.
De concrete versie van de mindmap nodigt het meest uit tot eigen activiteit. Dit
vonden de kinderen ook erg leuk om te doen. Toch is omwille van de praktische
uitvoerbaarheid in de klas het flanelbord een goed alternatief, mits de kinderen zelf
afbeeldingen kunnen toevoegen. Hierbij is de keuze voor een werkvorm, waarbij
interactie mogelijk is belangrijk. Tot slot komt ook hier naar voren dat de mindmaples
met de digitale mindmap waarbij de structuur van tevoren vastlag in het geheel niet
uitnodigt tot eigen activiteit of handelend bezig zijn. Sterker nog, terwijl het vak er
zich juist goed voor leende, heeft deze starre versie van de mindmap zelfs een
negatieve invloed uitgeoefend op de mate van interactiviteit.
Activeren meerdere hersengebieden
E E N S T U K J E T H E O R I E
Voor goed onthouden moeten we onze hersencapaciteit zo optimaal mogelijk
benutten. Dit betekent dat hoe meer gebieden in onze hersenen actief zijn, hoe beter
informatie opgeslagen kan worden en hoe sneller het ook weer opgeroepen kan
worden. Het combineren van woord en beeld is één manier om dit te bereiken.
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 43
Daarnaast is het goed de zintuigen aan te spreken en de kracht van het episodisch
geheugen te gebruiken door eigen ervaringen in te zetten.
D E P R A K T I J K
In dit onderzoek is er gekeken naar de mate van tastbaarheid van de mindmap en of
er meer dan één zintuig wordt geactiveerd. Het blijkt dat alle ingezette mindmaps ,
op de digitale versie na, voldoende tastbaar zijn voor de kinderen. Kinderen kunnen
afbeeldingen zelf toevoegen, verwijderen en verplaatsen. Bij de papieren versie
kwam dit goed uit de verf, evenals de mindmap met concreet materiaal. De flanellen
versie was in opzet goed doordacht, maar doordat het klittenband niet naar behoren
functioneerde, konden de kinderen er niet voldoende zelf mee aan de slag. Wel trok
het flanelbord de aandacht van de kinderen en werden de kinderen er steeds naar
toe getrokken om het aan te raken. Het flanelbord is letterlijk een tastbaar product.
Een ander verhaal is de mate waarin meerdere zintuigen worden aangesproken. De
mindmap blijkt dan toch vooral een tweedimensionaal, visueel instrument te zijn.
Alleen de mindmap gemaakt met concreet materiaal is wel in staat gebleken
meerdere zintuigen een actieve rol te laten spelen. Zo voelden kinderen het verschil
in gewicht tussen een glazen en een plastic fles. Ook het materiaal konden ze voelen
en bekijken en op die manier sorteren.
Ook is opgevallen dat de grote kring een negatieve invloed heeft op de tastbaarheid
van de mindmap. De afstand tussen de mindmap en het kind moet zo klein mogelijk
gehouden worden en komt het best tot zijn recht in een kleine kring. Om de afstand
in de grote kring kleiner te maken heb ik in MM-les 2 en MM-les 6 ervoor gekozen de
kinderen afbeeldingen te geven en deze zelf in de mindmap te laten plaatsen.
De mindmap als geheugensteun binnen de vakgebieden
W O O R D E N S C H A T O N D E R W I J S
Woordenschatonderwijs kan profiteren van concreet handelend bezig zijn door aan
de handelingen woorden en begrippen te koppelen. Wanneer dit vervolgens via een
beeld in de structuur van de mindmap geplaats wordt, krijgt dit concrete handelen
een plek in het geheel en wordt de betekenis van dat handelen helder. Daarnaast kan
woordenschatonderwijs concreet gemaakt worden door de inzet van concreet
materiaal en vervolgens een foto daarvan als representatie van de werkelijkheid te
gebruiken in de mindmap.
De mindmap geeft een goed overzicht van paraplu-begrippen bij
woordenschatonderwijs. Aan de ene kant kan de mindmap vanuit deze
basisstructuur worden opgebouwd (zie bij advance organizer), maar het is ook heel
goed mogelijk ‘de andere kant’ op te werken. Hierbij wordt in de kant en klare
mindmap één of meer paraplubegrippen weggehaald, waardoor alleen de producten
die daaronder vallen gepresenteerd worden. De kinderen plaatsen nu de juiste
paraplubegrippen op de juiste plek in de mindmap.
Het schakelen tussen het totaaloverzicht en details is een goede manier om dieper in
te gaan op één begrip en dat verder uit te werken, zonder het totaaloverzicht kwijt te
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 44
raken. Voor de woordenschatverwerving is dit een goed middel om het netwerk van
betekenissen te verbreden en te verdiepen.
Goed woordenschatonderwijs maakt gebruik van gelegenheden die zich voordoen.
Passeren bepaalde woorden of begrippen toevallig de revue, dan is het goed even
een zijstapje te maken naar de mindmap en de woorden daar aan te haken. Het is
dan prettig om een mindmap in de klas te hebben die direct in te zetten is. Het
flanelbord in de klas, mits voorzien van de juiste mindmap, bleek hiervoor goed te
werken. Maar ook de concrete versie (MM-les 5) kon ik op onverwachte momenten
inzetten, omdat de prullenbakken in het klaslokaal aanwezig waren en daadwerkelijk
een functie hadden. Door de prullenbakken te voorzien met dezelfde afbeelding,
zoals gebruikt in de mindmap, konden de kinderen de link maken tussen de
symbolische werkelijkheid van de mindmap en de concrete werkelijkheid in de klas.
K O S M I S C H O N D E R W I J S
Kosmisch onderwijs leent zich goed voor handelend bezig zijn, vooral als het gaat om
alledaagse handelingen. In dit geval het proces van boodschappen doen. In de
dagelijkste handelingen zit ofwel een volgorde in de tijd of de handelingen zijn op
een andere manier logisch geordend. In mindmaples 1 heb ik getracht dit in een
heldere structuur weer te geven. De digitale versie in een cyclusmodel (MM1b) bleek
niet alleen het meest geschikt om overzicht te creëren, maar ook om het geheugen
te trainen door de werkvorm ‘welke stap ontbreekt er in het overzicht?’.
Daarnaast is bij de evaluatie van de themalessen de mindmap goed in te zetten om te
inventariseren wat de kinderen onthouden hebben van de lessen. De inzet van
bijbehorende beelden bij brokken informatie zijn hierbij een goede geheugensteun.
In MM-les 6 begon ik met een leeg flanelbord en heb ik de kinderen deze laten vullen
met afbeeldingen, waar ze het bijbehorende verhaal konden beschrijven. Er bleven
enkele lege plekken over op de mindmap, de gedeeltes die kennelijk niet zijn blijven
hangen bij de kinderen. Door vervolgens de afbeelding te laten zien, was dit voor
enkele kinderen weer voldoende om het bijbehorende brokje informatie op te
roepen.
4.3.3 DRAAGT DE MINDMAPLES BI J AAN HET PLEZIER IN HET LEREN?
E E N S T U K J E T H E O R I E
Hoewel in dit onderzoek niet als hoofddoel opgenomen, spreekt het bijna voor zich
dat de mindmaples ook moet bijdragen aan het plezier dat kinderen ervaren in de
lessen. Je ziet of kinderen plezier hebben in de les als ze actief en geconcentreerd
bezig zijn. Ze stralen zelfvertrouwen uit en durven initiatieven te nemen. Er moet
ruimte geboden worden in de les om uitdagingen aan te gaan, maar de les moet zo
zijn opgebouwd dat kinderen successen kunnen ervaren. Is de mindmap daartoe in
staat? Ook dit heb ik uiteindelijk toch meegenomen bij de evaluatie van de
experimentele mindmaplessen, hoewel dit niet oorspronkelijk in de onderzoeksvraag
genoemd is.
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 45
D E P R A K T I J K
Het blijkt dat de kinderen in de meeste mindmaplessen goed actief bezig zijn.
Uiteraard in de kleine kring nog meer dan in de grote kring. Tijdens de
mindmaplessen hielp de mindmap bij het focussen op het gespreksonderwerp.
Kinderen keken steeds weer even naar de mindmap of ik wees met mijn vinger de
afbeelding in de mindmap aan, waar we het op dat moment over hadden.
Wat minder goed uit de verf is gekomen, is het zelf bedenken van woorden en
beelden. Ik had ervoor gekozen de beelden grotendeels van tevoren uit te zoeken om
zo de vaart in de les te kunnen houden. Wel konden de kinderen zelf de volgorde van
de onderwerpen bepalen (behalve bij MM1b). Dit kwam vooral goed tot uiting in de
laatste mindmaples, MM6, waarbij de totale lesstof werd geëvalueerd.
Bij consolideeroefeningen gebruikten kinderen zichtbaar de mindmap als
geheugensteun. Dit heeft bijgedragen aan het goed kunnen beantwoorden van de
vraag die door de leerkracht gesteld werd en leverde, mede door de mindmap,
succeservaringen bij de kinderen op.
De kinderen hadden nog het meeste plezier en waren het meest betrokken als ze
actief mee konden doen. Zowel het gezamenlijk maken van een zo lang mogelijke rij
met producten van een gegeven afdeling (MM3) aan de hand van een liedje, als het
daadwerkelijk opbouwen van een mindmap door één voor één de uitgedeelde
afbeeldingen op te hangen in de mindmap, leverde plezier op.
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 46
5 HOOFDSTUK 5 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
5.1 INLEIDING In het vorige hoofdstuk zijn de resultaten van de evaluatie van de experimentele
mindmaplessen gepresenteerd. Hierbij is gekeken naar de mindmap als advance organizer bij
het aanbieden van een nieuw thema en als geheugensteun bij de verwerking van de lesstof.
Uit het vooronderzoek kwam naar voren dat de techniek van het mindmappen met kleuters
het meest aansluit bij deze twee toepassingen. De resultaten zijn per toepassing besproken,
waarbij gekeken is naar de invloed van het vakgebied, het medium en de werkvorm. In dit
hoofdstuk worden aan de resultaten conclusies verbonden. Allereerst wordt gekeken of de
hoofdvraag met de resultaten van dit onderzoek beantwoord kan worden. Daarna wordt de
onderzoeksmethode geëvalueerd en tot slot doe ik enkele aanbevelingen voor eventueel
verder onderzoek.
5.2 BEANTWOORDING ONDERZOEKSVRAGEN
De hoofdvraag van mijn onderzoek luidt:
Op welke (montessoriaanse) wijze is mindmappen in te zetten in
het kleuteronderwijs van Montessorischool De Boog in Nieuw-
Vennep, zodat dit bijdraagt aan kwalitatief goed onderwijs?
Hieruit komen de volgende deelvragen voort:
1) Wat is mindmappen?
a. Wat zijn de voordelen van mindmappen gezien vanuit de traditionele
leertheorie over hoe wij leren?
b. Wat zijn de voordelen van mindmappen gezien vanuit de
breinwetenschap?
2) Wat zijn de uitgangspunten van het Montessorionderwijs?
a. Hoe is het onderwijs in de onderbouw van Montessorischool De
Boog vormgegeven?
3) Wat zijn de kaders waarbinnen de experimentele mindmaplessen moeten
worden vormgegeven?
4) Welke (on)mogelijkheden heb ik ervaren bij de uitvoering van de
experimentele mindmaplessen in de onderbouw van Montessorischool De
Boog?
De deelvragen 1 tot en met 3 zijn reeds beantwoord in het vooronderzoek. Ik verwijs
hiervoor naar respectievelijk de paragrafen 3.2.6, 3.3.4 en 3.4.5. Het antwoord op
deelvraag 4, welke (on)mogelijkheden er zijn ervaren bij de uitvoering van de
mindmaplessen, volgt hierna.
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 47
5.2.1 DE (ON)MOGELI JKHEDEN VAN MI NDMAPLESSEN
Hieronder som ik de ervaringen op, die zijn opgedaan met de uitvoering van de
experimentele mindmaplessen (zie ook bijlage VIII voor een overzicht van de ervaren
(on)mogelijkheden van mindmaplessen):
In alle lessen die uitgevoerd zijn, is de mindmap effectief gebleken bij het geven
van een totaaloverzicht.
Consequent gebruik van kleuren en beelden draagt bij aan de herkenbaarheid en
eenvoud van de structuur, zodat kinderen deze snel eigen kunnen maken.
Door de ‘grenzeloosheid’ van de mindmap loop je het gevaar teveel af te dwalen
van het onderwerp, vooral bij kleuters die graag associërend denken. Als
leerkracht moet je hier bewust van zijn en tijdig ingrijpen. Dit kan overigens heel
makkelijk door weer te wijzen op de basisstructuur van de mindmap.
De lesactiviteit, waarbij de ontbrekende stap gezocht moet worden in het
totaalplaatje komt alleen goed uit de verf als de structuur helder is en de
mindmap bestaat uit stappen die gebaseerd zijn op een (chrono)logische
opbouw. Dit is vooral bij kosmische lessen het geval.
Een mindmaples is het meest waardevol als de kinderen zelf persoonlijke
sleutelwoorden en beelden kunnen toevoegen.
Bij mindmappen met kleuters moet je rekening houden met de beperkte
concentratieboog van kleuters. Dit betekent dat het zelf laten bedenken van
woorden en beelden niet teveel tijd in beslag mag nemen. Belangrijk is dat te
gebruiken afbeeldingen makkelijk en snel voor handen zijn.
Voor het maken van een mindmap op het digibord ontbrak in dit
praktijkonderzoek een goed mindmapprogramma. Het flanelbord leende zich nog
het best voor het samen maken van de mindmap, mits de beelden van tevoren
uitgezocht waren.
De mindmap, die door kinderen zelf gevuld kan worden, is het best in staat om
interactie uit te lokken. De keuze voor de werkvorm heeft echter een grotere
invloed op de mate van interactiviteit, dan de keuze voor het medium van de
mindmap.
Samenhangen kunnen het best duidelijk gemaakt worden door consequent
gebruik van kleur en dezelfde afbeeldingen, gecombineerd met het aanwijzen
door de leerkracht van de betreffende onderdelen waar een relatie tussen
bestaat.
Wordt de mindmap gebruikt als geheugensteun, dan is het belangrijk dat de
mindmap zich zichtbaar in de klas bevindt, zodat kinderen deze op elk moment
kunnen gebruiken tijdens consolideeroefeningen.
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 48
5.2.2 HET GEBRUIKTE MEDIUM
Digitaal
De mindmap van het digibord kan worden opgeslagen en op een later tijdstip
worden opgeroepen.
De digitale variant op het digibord is het minst tastbaar en leent zich niet voor
individuele verwerking, tenzij gewerkt wordt met een hard copy van de digitale
versie.
Het programma PowerPoint is wel in te zetten voor het tonen van een
totaalplaatje van een mindmap, maar minder bruikbaar voor lessen waarbij de
mindmap door gezamenlijke inzet vorm moet krijgen. Er zijn wel speciale
mindmapprogramma ’s op de markt, die hier beter op toegerust zijn. De aanschaf
kost echter geld.
De digitale versie, mits gebruik gemaakt wordt van een mindmapprogramma,
leent zich het best om te schakelen tussen totaaloverzicht en inzoomen op
details.
Flanelbord
Bij de flanellen (en papieren) versie van de mindmap wordt de herkenbaarheid
van de structuur aangetast, wanneer er een geheel nieuwe tak moet worden
toegevoegd aan de basisstructuur. Hiervoor moeten ook teveel handelingen
verricht worden.
De mindmaplessen met het flanelbord hebben de flexibiliteit in zich om makkelijk
afbeeldingen te kunnen verplaatst en verschuiven, mits de basisstructuur intact
blijft.
De flanellen versie is voldoende tastbaar en concreet voor kleuters en nodigt uit
om er mee aan de slag te gaan.
Het flanelbord kan maar voor één mindmap tegelijk ingezet worden. Het werken
met een volgende mindmap houdt in dat je de eerste mindmap ‘voorgoed’ kwijt
bent.
De ruimte op het flanelbord kent zijn grenzen; in tegenstelling tot de digitale
versie kun je niet eindeloos door gaan met aanpassingen en/ of uitbreidingen
maken.
Het flanelbord leent zich in de grote kring niet goed voor inzoomen op een detail
van de mindmap.
Papier
In de papieren versie is, eenmaal geplakt, de basisstructuur niet meer te
veranderen.
De papieren versie is, in combinatie met de digitale versie, goed te gebruiken
voor individuele verwerking.
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 49
Concreet materiaal
De concrete versie van de mindmap nodigt het meest uit tot eigen activiteit,
maar is minder makkelijk te realiseren in de klas.
De transferwaarde van de mindmap met concreet materiaal ligt vooral in de
keuze van materialen die uit de dagelijkse praktijk komen, of daar makkelijk mee
geïntegreerd kunnen worden (gebruik prullenbakken in MM-les 5).
De mindmap gemaakt met concreet materiaal is als enige in staat gebleken
meerdere zintuigen een actieve rol te laten spelen.
5.2.3 DE WERKVORM
De afstand tussen de mindmap en het kind moet zo klein mogelijk gehouden
worden en komt het best tot zijn recht in een kleine kring of tijdens de
individuele verwerking.
De grote kring heeft een negatieve invloed op de tastbaarheid van de mindmap.
De afstand in de grote kring kan kleiner gemaakt worden door de kinderen actief
met de mindmap bezig te laten zijn door ze zelf afbeeldingen in de mindmap te
laten plaatsen.
Het inzoomen op details kan op het flanelbord alleen in beperkte mate in de
kleine kring gebeuren, waarbij de leerkracht het bewuste deel aanwijst.
5.2.4 VAKGEBIEDEN
Vooral in het woordenschatonderwijs leent de mindmap zich goed als advance
organizer, met name bij het aanbieden van paraplu-begrippen.
De meest sterke mindmaplessen als advance organizer waren de lessen waarbij
de basisstructuur gegeven is en waar de kinderen vervolgens op konden
voortborduren en hun eigen kennis aan konden ophangen.
Bij consolideeroefeningen gebruikten kinderen zichtbaar de mindmap als
geheugensteun.
5.3 AANBEVELINGEN EN VERV OLGONDERZOEK Kinderen wennen snel aan de nieuwe structuur van mindmappen. In dit onderzoek is
gekeken naar mindmappen binnen het kleuteronderwijs als advance organizer en als
geheugensteun, maar de techniek van mindmappen heeft veel meer
toepassingsmogelijkheden, zoals bij brainstormen, het voorbereiden van een
boekbespreking of spreekbeurt of bij het maken van een samenvatting. Juist door het
mindmappen schoolbreed in te zetten, kan er ten volle geprofiteerd worden van de
voordelen van mindmappen.
Mindmap en woordenschatonderwijs
Als je de mindmap binnen het kleuteronderwijs wil gaan inzetten, adviseer ik te
beginnen met de mindmap als advance organizer bij woordenschatonderwijs. De
eigenschap van mindmappen om veel gebruik te maken van afbeeldingen maakt dat
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 50
de mindmap ook geschikt is voor kleuters die nog niet kunnen lezen, terwijl wel
onderlinge verbanden visueel gemaakt kunnen worden. Zo kan er al vroeg gestart
worden met woordenschatontwikkeling.
Met mindmappen wordt de talige kant van het onderwijs meer in evenwicht
gebracht doordat er naast woorden ook beelden gebruikt worden. In dit verband is
het interessant te onderzoeken wat de effecten zijn van mindmaptechnieken bij
tweetalige kinderen of kinderen met dyslexie. Ik verwijs in dit kader naar het artikel
‘Mindmappen binnen de remedial teaching’ uit het tijdschrift voor Remedial
Teaching. (Bergh, 2010)
Effectief gebruik van beelden in de mindmap
In dit onderzoek is, omwille van de praktische uitvoerbaarheid vooral gewerkt met
van tevoren door de leerkracht bedachte beelden. Zowel vanuit de literatuur als uit
de praktijk is echter gebleken dat een mindmap krachtiger wordt naarmate kinderen
hun persoonlijke ervaringen en beelden kunnen gebruiken in plaats van een gegeven
voorbeeld. Voor kleuters moet rekening gehouden worden met de korte
concentratieboog. Als we toch de kinderen eigen ervaringen en beelden willen laten
inbrengen in de mindmap, moeten de volgende aspecten in acht genomen worden:
De mindmap kan het best in de kleine kring gemaakt worden.
De leerkracht heeft de beschikking over een goed mindmapprogramma, indien
met de digitale versie gewerkt wordt of over een goed werkend flanelbord/
magneetbord, waar makkelijk met afbeeldingen geschoven kan worden.
De leerkracht kan tijdens de les eenvoudig en snel aan de juiste afbeeldingen
komen. Hiervoor zou een ‘database’ of voorraad van afbeeldingen passend bij de
interessegebieden van kleuters opgezet kunnen worden.
Een alternatief is afbeeldingen of foto’s te gebruiken van de kinderen in actie.
Hiermee wordt in één foto een gehele ervaring weergegeven en wordt zo de
kracht van het episodisch geheugen benut.
Inzet medium
PowerPoint, het in dit onderzoek gebruikte programma voor de digitale versie, levert
teveel beperkingen op. Wanneer de financiële middelen er zijn, adviseer ik toch een
mindmapprogramma aan te schaffen, zodat de voordelen van een digitale mindmap
ten volle benut kunnen worden. Zeker als besloten wordt om mindmappen
schoolbreed in te zetten, is de aanschaf van een mindmapprogramma de investering
waard. Welk programma dan het beste aangeschaft kan worden, zal verder
onderzocht moeten worden. Belangrijk is hierbij te kijken naar
gebruiksvriendelijkheid (voor leerkrachten èn kinderen) en de aanwezigheid van een
database van snel toegankelijke, voor het onderwijs relevante afbeeldingen of de
mogelijkheid eigen afbeeldingen toe te voegen aan de database.
Het flanelbord vindt het midden tussen de voordelen van de digitale mindmap en de
mindmap met concrete materialen; het komt tegemoet aan de behoefte van kleuters
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 51
om handelend bezig te zijn en het is makkelijker in de praktijk uit te voeren dan de
mindmap met concreet materiaal. Het huidige flanelbord zal echter op basis van de
ervaringen uit dit onderzoek op enkele punten aangepast moeten worden:
Het flanelbord moet voldoende omvang hebben, zodat het in een groepsles voor
alle kinderen ‘te lezen’ is. Het moet echter geen sta in de weg worden, zoals de
staande constructie, gebruikt in dit onderzoek. Belangrijk is, dat het bord wel in
de klas aanwezig is. De handigste plek is ophangen aan de muur op werkhoogte
van de kleuters, met dien verstande dat er met een kleine of grote groep
omheen gezeten kan worden.
De constructie met het klittenband werkte niet goed. Er moet gekeken worden
naar een andere oplossing, waarbij afbeeldingen makkelijk kunnen worden
aangepast aan het te behandelen onderwerp en waar de kinderen zelf goed mee
overweg kunnen. Een magnetisch krijtbord lijkt op dit moment het meest voor de
hand liggende alternatief.
Een overzicht van de aanbevelingen, zoals hierboven genoemd, voor de inzet van de
techniek van mindmappen binnen het kleuteronderwijs van De Boog, vind je in
bijlage IX, Mindmap Montessoriaans Mindmappen met Kleuters.
Tot slot
Netwerkopbouw is een belangrijk doel van het basisonderwijs. Dit kan door opbouw
van feitenkennis, woordkennis, maar juist ook door gebruik te maken van
persoonlijke ervaringen. Hiermee verankert de nieuwe kennis stevig in het bestaande
netwerk. Ik ben ervan overtuigd dat de techniek van het mindmappen hiervoor
uitermate geschikt is. Bovendien heb ik gemerkt dat de kinderen zonder uitzondering
de mindmap positief ontvangen; het is een aantrekkelijke manier om lesstof over te
brengen of te ordenen. Als je als school of leerkracht bovenstaande eveneens
onderschrijft, is het belangrijk over de drempel heen te stappen en ‘gewoon’ aan de
slag te gaan. Je zult zien dat je enthousiasme groeit naarmate je de techniek van
mindmappen toepast. Bovendien zul je dan merken dat de mogelijkheden eindeloos
zijn.
De mindmap nodigt uit om zowel woorden als beelden te gebruiken, maar met een
beetje creativiteit is van alles een soort mindmap te maken, zoals met prullenbakken
als concreet materiaal of een bewegingsspel in het speellokaal, waarbij de matten
staan voor één tak van de mindmap. De mindmap nodigt uit om alles, inclusief
ervaringen erin op te hangen. Met een oog naar de toekomst gericht en de
mogelijkheden van nieuwe media in ogenschouw nemend, is het niet moeilijk voor te
stellen dat bewegende beelden, geluiden en misschien zelfs geuren uiteindelijk
gebruikt kunnen worden, waardoor de mindmap echt tot leven kan komen voor de
maker.
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 52
5.4 REFLECTIE OP LITERATUUR , METHODOLOGIE EN UITK OMSTEN Aanvankelijk is als doel gesteld om met dit praktijkonderzoek te onderzoeken of het
inzetten van de techniek van mindmappen bijdraagt aan het beter onthouden van de
leerstof. Om dit te kunnen bepalen zou er echter een nulmeting uitgevoerd moeten
worden; hoe wordt de huidige lesstof aangeboden en wat hebben de kinderen
hiervan onthouden na drie maanden tot een half jaar? Binnen het tijdsbestek waarin
dit onderzoek moest worden uitgevoerd, is het niet haalbaar een betrouwbare
nulmeting te doen, waardoor het lastig wordt de onderzoeksvraag in deze
hoedanigheid naar waarheid te beantwoorden. Daarnaast zijn er altijd verschillen
tussen kinderen, zodat het vergelijken van twee groepen kinderen eveneens geen
betrouwbare data zal opleveren, tenzij dit op een grootschalige wijze wordt
uitgevoerd. Ook dit laatste is in de range van mijn onderzoek niet haalbaar. Daarom
is ervoor gekozen de focus van het onderzoek te verleggen naar een meer exploratief
karakter. In plaats van een verbetering te willen aantonen in de kwaliteit van het
onderwijs is nu gekeken naar de (on)mogelijkheden van de techniek van
mindmappen binnen het kleuteronderwijs van De Boog.
In dit onderzoek heb ik gekozen voor het systematisch evalueren van verschillende
soorten mindmaplessen binnen eenzelfde onderzoekspopulatie. Door deze
ervaringen naast elkaar te leggen, heb ik de verschillende lessen met elkaar
vergeleken en op basis daarvan conclusies getrokken over de(on)mogelijkheden van
mindmaplessen in de onderbouw van De Boog. Een andere methode die ik achteraf
ook had kunnen inzetten is om niet een serie lessen, maar een enkele les uit te
werken, deze vervolgens uit te voeren, te evalueren, aan te passen op basis van de
opgedane ervaringen en deze vervolgens in aangepaste vorm nogmaals in te zetten.
Door de beperkte tijd die beschikbaar was voor de uitvoering van dit onderzoek, heb
ik hier uiteindelijk niet voor gekozen.
Om dezelfde reden heb ik ook gekozen voor het combineren van de themalessen uit
de activiteitencyclus met de mindmaplessen. Achteraf was voor de overzichtelijkheid
beter geweest deze gescheiden te houden.
De keuze voor participerende observatie als onderzoeksmethode brengt met zich
mee dat de ervaringen uit het onderzoek altijd enigszins gekleurd zijn. Kinderen
reageren op mij als leerkracht en kunnen bij een andere leerkracht in dezelfde
situatie anders reageren. Ook het feit dat ik naast het lesgeven ook de rol van
onderzoeker heb, maakte het niet eenvoudiger om objectief te blijven. Als uitvoerder
van het onderwijs wilde ik natuurlijk graag dat mijn interventies succesvol waren.
Toch heb ik voor mezelf gesteld een zekere distantie te bewaren door zo objectief
mogelijk naar de uitkomsten te kijken en mijn eigen handelen daarin kritisch in
ogenschouw te nemen. Uiteindelijk is het ook in mijn eigen belang betrouwbare
resultaten te genereren, die kunnen bijdragen aan het verbeteren van het onderwijs,
mijn onderwijs, aan kleuters.
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 53
6 L ITERATUURLIJST
Beemen, L. v. (2010). Ontwikkelingspsychologie. Groningen/ Houten: Noordhoff Uitgevers bv.
Bergh, J. v. (2010). Mindmappen binnen de remedial teaching. Tijdschrift voor Remedial Teaching, 26-27.
Brandhof, J. v. (2009). Leer als een speer. Den Haag: SDU Uitgevers bv.
Buzan, T. (2009). Verbeter uw geheugen in weinig tijd. Aartselaar, België: Zuidnederlandse Uitgeverij N.V.
C. van der Donk, B. v. (2010). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Uitgeverij Coutinho.
Camps, M. B. (2008, 10). Artikel breinvriendelijk. Opgeroepen op 01 2012, van HCO:
http://www.hco.nl/uploads/files///cortisol.pdf?PHPSESSID=5c2b9ebe8088fa044f573f3c6a53781e
Cliteur, J. (2010, 06 01). www.purplemonkey.nl. Opgeroepen op 01 2012, van Purple Monkey Breinonderwijs:
snellezen, mindmapping, geheugen en braintraining: http://www.purplemonkey.nl/page.aspx?id=44
Cliteur, J. (2012, 01). www.purplemonkey.nl. Opgeroepen op 01 06, 2010, van Purple Monkey Breinonderwijs:
snellezen, mindmapping, geheugen en braintraining: http://www.purplemonkey.nl/page.aspx?id=44
Dynamic Horizons. (2012). Dynamic Horizons. Opgeroepen op 04 26, 2012, van
http://www.dynamichorizons.com/whats_new.php
E. Alkema, E. v. (2009). Méér dan onderwijs; theorie en praktijk van het onderwijs in de basisschool. Assen:
Koninklijke Van Gorcum.
Eerkens, M. (2007, november). Onthouden in één oogopslag. J/M, pp. 64-66.
Hilst, A. v. (2007). Voorbij de kaders; verwondering over onze leer-kracht, bewondering voor onze leer-kracht.
Utrecht: Uitgeverij Agiel.
Hordijk, M. (2010, 02). Mindmapping brengt je op ideeën. Plus Woman, pp. 64-67.
J. Duerings, B. v. (2011). Op woordenjacht; creatief en effectief werken aan woordenschatuitbreiding.
Antwerpen/ Apeldoorn: Garant.
Jolles, J. (2010). Ellis en het verbreinen; over hersenen, gedrag en educatie. Amsterdam: Neuropsych Publishers.
Jongejans, L. (2012). Voorkom overbelasting van het geheugen en breng kennis in een brede context aan. MM,
thema: geheugen, 6.
Keijser-Hedeman, E. (1995). Montessori; leven en werk, opvoeding en onderwijs. Amsterdam: Nederlandse
Montessori Vereniging.
Kohnstamm, R. (2002). Kleine ontwikkelingspsychologie; het jonge kind. Houten/ Diegem: Bohn Stafleu Van
Loghum.
Lanzing, J. (1997, 03). Concept Mapping Homepage. Opgeroepen op 02 01, 2012, van
www.users.edte.utwente.nl: http://users.edte.utwente.nl/lanzing/cm_home.htm
L'écluse, H. d. (2008, 05 11). En route. Opgeroepen op 04 26, 2012, van
http://thehouseofsynthesis.blogspot.com/2008_05_11_archive.html
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 54
Lund, J. (2010, 08 23). Roze Olifant; Clarity Crest. Opgeroepen op 03 26, 2012, van
http://mindyourmind.webs.com/Pink-Elephant.jpg
M.J. ten Cate, T. H.-L. (1978). Het montessori materiaal: deel 1. Arnhem: A. Nienhuis B.V.
Montessori Vereniging Haarlemmermeer. (2010, 08). Schoolgids. Hoofddorp: MVH.
Moorman, A. (1998). Montessori concreet. Zelhem: Nienhuis.
N. Dorrestein, I. S. (1989). Mindmapping in de praktijk. Houten/ Antwerpen: Bohn Stafleu Van Loghum.
Nederlandse Montessori Vereniging. (2012). Maria Montessori. Opgeroepen op 2012, van
http://mcasector.webklik.nl/page/maria#__frame__
NIDA. (2008, 08). Background Brainpower; NIDA. Opgeroepen op 04 26, 2012, van
http://www.drugabuse.gov/publications/brain-power/grades-2-3/sending-receiving-messages-
module-3/background
OBS voor Montessorionderwijs De Boog. (2011, 09 04). www.montboog.nl. Opgeroepen op 02 01, 2012, van De
Boog - Nieuw-Vennep: http://www.montboog.nl/Portals/609/docs/schoolgids%202011-2012.pdf
Saeijs, Y. (2011, september 12). Mindmap Ideeënboek. Opgeroepen op 12 2011, van Onderwijs maak je samen:
http://OMJS_mindmappen_single_page_v1-2-5[1].pdf
Stefels, E. D. (2012). Langs de snelweg van ons brein. MM, 2-3.
Stefels, M. (2012). Activeren van het geheugen. MM, thema: geheugen, 7-8.
T. Buzan, B. B. (2007). Mindmappen voor een beter geheugen en creatiever denken. Amsterdam: Pearson
Education Benelux.
T. Kallenberg, B. K. (2010). Ontwikkeling door onderzoek. Baarn/ Utrecht/ Zutphen: ThiemeMeulenhoff.
T. van der Veen, J. v. (2008). Van leertheorie naar onderwijspraktijk. Groningen/ Houten: Noordhoff Uitgevers.
Wal, T. v. (2008). Van leertheorie naar onderwijspraktijk. Groningen/ Houten: Noordhoff Uitgevers.
Westhoff, G. (2012). Taal en het geheugen. MM, 4-5.
Wikipedia. (2011, 10 25). Mindmap. Opgeroepen op 02 2012, van Wikipedia:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Mindmap
Wikipedia. (2011, 10 25). Mindmap Wikipedia. Opgeroepen op 01 2012, van
http://nl.wikipedia.org/wiki/Mindmap
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 55
7 BIJLAGEN
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 56
7.1 B I JLAGE I STAP VOOR STAP VAN ONTWERPEISEN TOT ONTWERP
FORMULERING ONTWERPEISEN EN ONDERZOEKSGEBIED
Ontwerpeisen voortkomend uit de literatuurstudie over de traditionele leertheorieën
en de kennis over breinwetenschap:
1. Sleutelbegrippen
Een mindmap is opgebouwd uit sleutelwoorden, sleutelbeelden en andere
grafische symbolen en kleuren.
2. Hiërarchie
Informatie in een mindmap is hiërarchisch geordend; de vertakkingen in een
mindmap zijn dikker naarmate men dichter bij het centrale onderwerp komt.
3. Totaal- versus detailoverzicht
Een mindmap moet zowel het totaaloverzicht tonen als kunnen inzoomen op
details
4. Actief proces
Mindmappen is een actief proces met activiteiten als selecteren, opnemen,
verwerken, integreren, vastleggen, gebruiken van en het betekenis geven aan
verschillende vormen van informatie
5. Persoonlijk
Bij het proces van mindmappen wordt gebruik gemaakt van het
verbeeldingsvermogen, ervaringen en emoties van de maker(s) van de mindmap.
6. Herhaling
Een mindmap moet hergebruikt kunnen worden door de maker(s) zelf, zowel in
dezelfde setting (pure herhaling) als dezelfde mindmap in een andere setting.
Ontwerpeisen voortkomend uit de literatuurstudie over Montessori en het
vraaggesprek met de groepsleerkracht over de onderwijspraktijk in de onderbouw
van Montessorischool De Boog:
7. Aansluiten bij handelend bezig zijn
Bij het proces van mindmappen moet rekening gehouden worden met de
voorkeur voor kleuters, en vooral de jongste kleuters, om handelend bezig te zijn.
In ieder geval moet de mindmaples nauw aansluiten bij en voortborduren op
concrete handelingen.
8. Vrije keuze
Aan het aspect van de vrije keuze van kleuters wordt tegemoet gekomen door
het werken met de mindmap in verschillende werkvormen aan te bieden, zodat
het kind kan kiezen voor de vorm die hem het meest aanspreekt.
9. Eenvoud
Daarnaast moet de mindmap in zijn vorm eenvoudig zijn en teruggebracht
worden tot de essentie van wat je ermee wilt bereiken (bieden van structuur of
bieden van geheugensteun)
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 57
TOEPASSINGEN
Uit het literatuuronderzoek is naar voren gekomen dat er twee gebieden zijn, waarbij
de mindmap goed kan worden ingezet:
1. De mindmap als geheugensteun; hierbij worden de eigenschappen van
mindmappen gebruikt om uiteindelijk de leerstof beter te kunnen onthouden.
2. De mindmap als advance organizer; hierbij worden de eigenschappen van
mindmappen gebruikt om indrukken te structureren, een totaaloverzicht te
geven en samenhangen inzichtelijk te maken.
Zowel in het begin van het leerproces als aan het eind van het leerproces kan de
mindmap dus bijdragen aan respectievelijk het bieden van structuur (advance
organizer) als het bieden van een geheugensteun (samenvatting). Op deze twee
punten zal de focus in het praktijkonderzoek komen te liggen. Vooral in het taal- en
kosmische onderwijs zal de mindmap op dit gebied van toegevoegde waarde kunnen
zijn, omdat het geven van overzicht en het inzichtelijk maken van onderlinge
verbanden bij deze twee vakgebieden het sterkst naar voren komen. Het
rekenonderwijs aan kleuters is vooral nog in de fase van handelend bezig zijn met
concreet materiaal. De mindmap bevindt zich daarentegen meer in het spectrum van
de symbolische representatie van de werkelijkheid. Voor het rekenen van kleuters is
dit nog een brug te ver. Daarom heb ik dit vakgebied in dit onderzoek buiten
beschouwing gelaten.
Vanuit de focus op deze twee toepassingsgebieden van de mindmap binnen de
onderwijspraktijk, worden enkele variabelen ingevoerd om de mindmaples op
verschillende punten te kunnen beoordelen. Deze variabelen zijn:
1. Het vakgebied waarvoor de mindmap wordt ingezet:
a. Taal, woordenschatles
b. Kosmisch, themales
2. Het medium waarmee de mindmap wordt ingezet:
a. het digibord
b. het flanelbord
c. de papieren versie
d. concreet materiaal
3. De werkvorm waarin de mindmap wordt ingezet:
a. De grote kring
b. De kleine kring
c. Individueel
BESCHRIJVING VAN HET ONTWERP
Vanuit de twee toepassingsgebieden (advance organizer en geheugensteun) en de
drie variabelen heb ik een lijst gemaakt van mogelijk ontwerpen voor een
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 58
mindmaples. In onderstaande tabel staan deze ontwerpideeën opgesomd en worden
deze gewogen op enkele criteria:
Voldoet het ontwerpidee voldoende aan de ontwerpeisen?
Sluit het ontwerpidee goed aan bij één van de twee toepassingsgebieden?
Is het ontwerpidee goed realiseerbaar in tijd, geld en praktische uitvoerbaarheid?
Het cijfer bij de drie criteria geeft aan in hoeverre het ontwerpidee voldoet aan het
gestelde criterium op een schaal van 1 (voldoet het minst) tot 10 (voldoet volledig).
Ontwerpidee Voldoet aan
ontwerpeisen?
Sluit aan bij
toepassingsgebied?
Realiseerbaar?
1 Introductie in de grote
kring van het thema
boodschappen doen op
het digibord, waarbij de
beelden ter plekke
worden bedacht
Sterk op punt 4 en
5, Minder sterk op
punt 3, 6, 7 en 9
Wanneer start vanuit
leeg vel
Als advance
organizer wanneer
basisstructuur deels
gegeven is
Digibord aanwezig
met
tekenprogramma
Ter plekke tekenen
is lastig
2 Introductie in de grote
kring van het thema
boodschappen doen aan
de hand van van tevoren
bedachte afbeeldingen
op digibord
Sterk op punten 2,
3, 6 en 9
Minder sterk op
punten 1, 4, 5 en 6
Als advance
organizer
Mits flanelbord
aanwezig
3 Verwerking van de
lesstof boodschappen
doen in de kleine
instructiegroep aan de
hand van de papieren
mindmap van
afbeeldingen van het
prentenboek
Sterk op punten 1,
2, 3 en 9
Minder sterk op
punten 4, 5 en 8
Als geheugensteun Papier kan
opgehangen worden
of gekopieerd voor
elk groepslid
5 2
8
6
7 8 9
7 9 8
!
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 59
4 Individuele verwerking
van de lesstof
boodschappen doen aan
de hand van de
mindmap van
afbeeldingen van het
prentenboek
Sterk op punten 1,
2, 3, 6, 7, 8 en 9
Minder sterk op
punten 4 en 5
Als advance
organizer én
geheugensteun
papier kan goed bij
materiaal gevoegd
worden
Kinderen kunnen er
zelf mee aan de slag
5 Introductie in de grote
kring van het thema
afdelingen supermarkt
aan de hand van
beeldkaarten op
flanelbord
Sterk op punten 2,
3, 4, 5, 8 en 9
Minder sterk op
punten 1, 6 en 7
Als advance
organizer mits
afdelingen gegeven
zijn
Grote hoeveelheid
afbeeldingen
beschikbaar hebben,
zodat ideeën
kinderen voorzien
kunnen worden van
beeld
6 Verwerking in de kleine
kring van de lesstof over
afdelingen supermarkt
met gebruikmaking van
de mindmap op het
flanelbord
Sterk op punten 2,
3, 4, 5, 6, 7 en 9.
Minder sterk op
punten 1 en 8
Als geheugensteun Mits veel
afbeeldingen
voorhanden zijn
7 Individuele verwerking
van de lesstof over
afdelingen supermarkt
met gebruikmaking van
de papieren mindmap Sterk op alle punten Als advance
organizer en later
ook als
geheugensteun
Goed uitvoerbaar,
mits veel
beeldmateriaal uit
folders voorhanden.
Kinderen kunnen er
makkelijk zelf mee
aan de slag
9 8 9
8 8 6
9 7 6
10 9 8
!
!
!
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 60
8 Introductie in de grote
kring van het thema
afvalscheiding aan de
hand van standaard
afbeeldingen op het
digibord
Sterk op punt 9
Minder sterk op
overige punten
Matige advance
organizer i.v.m.
weinig ‘diepte’ in
mindmap
goed uitvoerbaar,
standaard beelden,
mits individueel en
digibord
toegankelijk kan
kind ermee aan de
slag
9 Verwerking van de
lesstof over
afvalscheiding in de
kleine kring aan de hand
de mindmap van
hoepels en concreet
materiaal
Sterk op punten 1,
4, 5, 6, 7, 8 en 9.
Minder sterk op
punten 2 en 3
Als advance
organizer
heeft veel ruimte
nodig. Concreet
materiaal nodigt uit
tot handelend bezig
zijn
10 Introductie in grote
kring van het thema
recycling lege flessen
aan de hand van
afbeeldingen op het
digibord
Sterk op punten 3
en 6
Minder sterk op
punten 1, 2, 4, 5,7,
8 en 9
Als advance
organizer
pas na presentatie
duidelijk en daarna
geen verdere
uitbouw
goed uitvoerbaar
makkelijk nogmaals
op te roepen
minder goed te
gebruiken door de
kinderen zelf
11 Samenvatten in de grote
kring van totale lesstof
van het thema
boodschappen doen aan
de hand van herkenbare
afbeeldingen op
flanelbord
Sterk op punten 1,
2, 3, 4, 5, 6 en 7
Minder sterk op
punten 8 en 9
Als geheugensteun Beelden zijn al
gebruikt in andere
lessen
Kinderen kunnen er
ook zelf mee aan de
slag
Tabel 1: Weging van ontwerpideeën
Voor de uitvoering van mijn praktijkonderzoek heb ik die ontwerpideeën uitgekozen,
die zich volgens bovenstaande weegfactoren goed lenen voor uitvoering in de
praktijk en die de grootste kans geven op het beantwoorden van de
onderzoeksvraag:
2 4 7
9 8 6
3 4 5
8 9 8
!
!
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 61
Nr. 2: Introductie in de grote kring van het thema boodschappen doen aan de
hand van van tevoren bedachte afbeeldingen op flanelbord en later op digibord
Nr. 5: Introductie in de grote kring van het thema afdelingen supermarkt aan de
hand van beeldkaarten op flanelbord
Nr. 6: Verwerking in de kleine kring van de lesstof over afdelingen supermarkt
met gebruikmaking van de mindmap op het flanelbord
Nr. 7: Individuele verwerking van de lesstof over afdelingen supermarkt met
gebruikmaking van de papieren mindmap
Nr. 9: Verwerking van de lesstof over afvalscheiding in de kleine kring aan de
hand de mindmap van hoepels en concreet materiaal
Nr. 11: Samenvatten in de grote kring van totale lesstof van het thema
boodschappen doen aan de hand van herkenbare afbeeldingen op flanelbord
FORMULERING KIJKPUNTEN VOOR HET OBSERVATIESCHEMA
Vanuit de onderzoeksvraag en de informatie verkregen uit het vooronderzoek zijn er
twee vragen die met de uitvoering van de experimentele mindmaplessen moeten
worden beantwoord:
I. Na afloop van de serie mindmaplessen heb ik data waaruit blijkt wat de voor-
en nadelen zijn bij het inzetten van de mindmap als advance organizer; in
welke mate draagt de mindmap bij tot het geven van overzicht van de
lesstof?
II. Na afloop van de serie mindmaplessen heb ik data waaruit blijkt wat de voor-
en nadelen zijn bij het inzetten van de mindmap als geheugensteun; in welke
mate draagt de mindmap bij tot beter onthouden van informatie?
III. Het werken met de mindmap draagt bij tot plezier in het leerproces
Vanuit deze doelen heb ik uiteindelijk kijkpunten geformuleerd, die als basis dienen
voor het ontwikkelde observatieschema. In onderstaande tabel worden de
kijkpunten genoemd.
Doelen Deelaspecten Kijkpunten
Na afloop van de serie mindmaplessen heb ik data waaruit blijkt wat de voor- en nadelen zijn bij het inzetten van de mindmap als advance organizer; in welke mate draagt de mindmap bij tot het geven van overzicht van de lesstof?
Koppelen nieuwe kennis aan bestaande kennis
zijn aanpassingen in de mindmap makkelijk te realiseren?
blijft de mindmap overzichtelijk na het doen van aanpassingen?
Herkenbaarheid Is de structuur eenvoudig en herkenbaar?
Is dezelfde structuur ook voor andere doeleinden inzetbaar?
Activeren voorkennis
Kunnen kinderen hun ervaringen en kennis delen met elkaar?
Is er ruimte voor eigen inbreng?
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 62
Na afloop van de serie mindmaplessen heb ik data waaruit blijkt wat de voor- en nadelen zijn bij het inzetten van de mindmap als geheugensteun; in welke mate draagt de mindmap bij tot beter onthouden van informatie?
De mindmap draagt bij tot het geven van totaaloverzicht
Draagt de vorm bij tot het geven van ‘het brede plaatje’?
Kunnen kinderen de ontbrekende stappen in het totaaloverzicht herkennen?
De mindmap draagt bij tot het duidelijk maken van samenhangen
Draagt de vorm bij aan het duidelijk maken van de samenhangen tussen onderdelen?
Kan de leerkracht makkelijk schakelen tussen het geheel en de delen zonder dat je het overzicht verliest?
Herhaling Is de mindmap op elk moment beschikbaar/ op te roepen/ erbij te pakken?
Is de mindmap op verschillende manieren weer in te zetten?
(inter)actie Nodigt de mindmap uit tot gesprek over overeenkomsten/ verschillen m.b.t. betekenissen?
Nodigt de mindmap uit tot gesprek over overeenkomsten en verschillen m.b.t. de plaats van de informatie in de structuur?
In welke mate worden kinderen gestimuleerd tot eigen activiteit?
In welke mate zijn de kinderen handelend bezig met de mindmap?
Activeren van zo groot mogelijk hersengebied
Is de mindmap concreet en tastbaar?
Doet het mindmappen een beroep op (één van) de zintuigen?
Het werken met de mindmap draagt bij tot plezier in het leerproces
In welke mate zijn de kinderen actief bezig?
In welke mate zijn de kinderen voor een bepaalde periode geconcentreerd bezig?
In welke mate worden kinderen uitgenodigd zelf beelden/ woorden te bedenken/ maken?
In welke mate is er ruimte om vrij te associëren?
TABEL 2: ONTWERP KIJKPUNTEN
Deze kijkpunten worden na de uitvoering van elke experimentele mindmaples
gescoord, waarbij de rol van eerder genoemde variabelen meegenomen wordt:
Hoe komt de mindmap tot zijn recht, gelet op de inzet in verschillende
vakgebieden?
Hoe komt de mindmap tot zijn recht, gelet op het gebruik van verschillende
media?
Hoe komt de mindmap tot zijn recht, gelet op de verschillende werkvormen?
Een voorbeeld van het uiteindelijke observatieschema is opgenomen in bijlage II.
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 63
7.2 B I JLAGE II OBSERVATIESCHEMA MINDMAPLESSEN
Onderwerp les: _______________________________________________________________
Datum: _______________________________________________________________
Functie mindmap als advance organizer
Koppelen nieuwe kennis aan bestaande kennis -- - 0 + ++ vak medium werkvorm
Zijn aanpassingen in de mindmap makkelijk te realiseren?
Blijft de mindmap overzichtelijk na het doen van aanpassingen?
Herkenbaarheid -- - 0 + ++ vak medium werkvorm
Is de structuur eenvoudig en herkenbaar?
Is dezelfde structuur ook voor andere doeleinden inzetbaar?
Activeren voorkennis -- - 0 + ++ vak medium werkvorm
Kunnen kinderen hun ervaringen en kennis delen met elkaar?
Is er ruimte voor eigen inbreng?
Functie mindmap als geheugensteun
De mindmap draagt bij tot het geven van totaaloverzicht
-- - 0 + ++ vak medium werkvorm
In hoeverre draagt de vorm bij tot het geven van ‘het brede plaatje’?
In hoeverre kunnen kinderen de ontbrekende stappen in het totaaloverzicht herkennen?
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 64
De mindmap draagt bij tot het duidelijk maken van samenhangen
-- - 0 + ++ vak medium werkvorm
In hoeverre draagt de vorm bij aan het duidelijk maken van de samenhangen tussen onderdelen?
Kan de leerkracht makkelijk schakelen tussen het geheel en de delen zonder dat je het overzicht verliest?
Herhaling -- - 0 + ++ vak medium werkvorm
Is de mindmap op elk moment beschikbaar/ op te roepen/ erbij te pakken?
Is de mindmap op verschillende manieren weer in te zetten?
(inter)actie -- - 0 + ++ vak medium werkvorm
In welke mate nodigt de mindmap uit tot gesprek over overeenkomsten/ verschillen m.b.t. betekenissen?
In welke mate nodigt de mindmap uit tot gesprek over overeenkomsten en verschillen m.b.t. de plaats van de informatie in de structuur?
In welke mate worden kinderen gestimuleerd tot eigen activiteit?
In welke mate zijn de kinderen handelend bezig met de mindmap?
Activeren van zo groot mogelijk hersengebied -- - 0 + ++ vak medium werkvorm
Is de mindmap concreet en tastbaar?
Doet het mindmappen een beroep op (één van) de zintuigen?
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 65
Factor plezier
Draagt mindmap bij tot plezier in het leren? -- - 0 + ++ vak medium werkvorm
In welke mate zijn de kinderen actief bezig?
In welke mate zijn de kinderen voor een bepaalde periode geconcentreerd bezig?
In welke mate worden kinderen uitgenodigd zelf beelden/ woorden te bedenken/ maken?
In welke mate is er ruimte om vrij te associëren?
Ruimte voor vermelden bijzonderheden
Legenda: -- : totaal niet/ geen - : nauwelijks/ weinig 0 : neutraal/ niet negatief, niet positief + : enigszins ++ : veel/ heel goed
Invullen bij vak/ medium / werkvorm: -2 : grote negatieve invloed op kijkpunt -1 : enige negatieve invloed op kijkpunt 0 : geen invloed op kijkpunt 1 :enige positieve invloed op kijkpunt 2: grote positieve invloed op kijkpunt
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 66
7.3 B I JLAGE III INGEVULDE OBSERVATIES CHEMA ’S PER MINDMAPLES Ingevuld door E. Mastrobattista, leerkracht in opleiding en onderzoeker
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 67
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 68
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 69
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 70
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 71
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 72
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 73
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 74
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 75
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 76
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 77
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 78
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 79
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 80
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 81
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 82
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 83
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 84
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 85
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 86
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 87
7.4 B I JLAGE IV RESULTATEN LITERATUURONDERZOEK ‘WAT IS MINDMAPPEN?’
INLEIDING
In deze paragraaf doe ik verslag van mijn onderzoek naar mindmappen. Wat is het en
wat zijn de voordelen van mindmappen? Eerst neem ik de traditionele leertheorieën
onder de loep en onderzoek ik hoe zich dit verhoudt tot de techniek van
mindmappen. Hetzelfde doe ik vervolgens met de meer recente informatie over onze
hersenen vanuit wetenschappelijk breinonderzoek. Zijn er aannemelijke verklaringen
te geven waarom mindmappen succesvol is bij technieken voor onthouden van
informatie? Vanuit deze kennis kom ik tot een lijst van positieve punten van
mindmappen, gestoeld op de theorie.
WAT IS MINDMAPPEN?
Enkele uitspraken over mindmappen in de literatuur en op het ‘World Wide Web’:
Wikipedia: “EEN MINDMAP IS EEN D I AG RAM OPG EBOUWD UIT BEG RIPP EN , TEKS TEN ,
RELATIES EN P LAATJ ES , GEORD END IN D E V ORM VAN EEN
BOOMS TRUCTUUR ROND EEN CENTRAAL TH EMA .” (Wikipedia, 2011)
John Cliteur, Purple Monkey Breinonderwijs: “M IND MAP PING IS EEN STUDIETECH NIE K D IE GEBRUIK MAAKT V AN D E
BEH OEFTE AAN BEELD EN S TRUCTUUR . HET IS EEN H ULP MIDD EL OM
H IËRARCH IE AAN TE BRENG EN IN D E S TOF D IE VERWERKT MO ET
WORD EN .” (Cl iteur, www.purplemonkey.nl , 2010)
Yorick Saeijs, Onderwijs Maak Je Samen: “M IND MAP PEN IS EEN MAN IER V AN ORD ENEN , WAARBIJ J E TERUG MOE T
NAAR D E ESSENTIE .” (Saei js , 2011)
Jan-Willem van den Brandhof, B2B: “M IND MAP PING IS EEN HE LE S IMP ELE BREINV RIEND ELIJ KE METH OD E OM
INFORMATIE IN EN UIT J E BREIN TE HALE N .” (Brandhof, 2009)
Nelleke Dorrestijn, Holland Harmony: “Een mindmap is een natuurlijke manier van aantekeningen maken, als je
bekijkt hoe de hersens werken. Denken is eigenlijk een nogal warrig proces.
Gedachten komen niet netjes in een rechte rijtje, maar springen van het een
op het ander, volgen tegelijkertijd verschillende banen, associëren verder,
heen en terug.” (N. Dorrestein, 1989)
Tony & Barry Buzan, The Buzan Organization: “DE MIND MAP IS EEN UIT INGS V ORM V AN ASS OCIATIEF D ENKEN EN
D AAROM EEN NATUURLI J KE FUNCTIE V AN H ET M ENS ELI J K BREIN . HET
MAKEN VAN MIND MAPS I S EEN KRACHTIG E G RAFISCH E TECH NIEK EN EEN
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 88
UNIV ERS ELE S LEUTEL V OOR H ET ONTS LUITEN V AN HET P OTENTIEEL VA N
D E H ERS ENEN .” (T. Buzan, 2007)
Bovenstaande uitspraken laten zien dat ieder zijn eigen accent legt op het principe
van mindmappen. Toch zie je ook enkele aspecten van mindmappen steeds
terugkomen (zie ook figuur 1):
Een mindmap is geordend rond een centraal thema
Een mindmap is hiërarchisch opgebouwd; hoe verder van het centrale thema,
hoe meer er wordt ingezoomd op de details
Een mindmap combineert woord en beeld om de essentie van een
(sub)onderwerp weer te geven
Een mindmap maakt gebruik van kleur om associaties te bevorderen en accenten
te leggen
Mindmappen is een breinvriendelijke manier van leren
De definitie van mindmappen, zoals gehanteerd in dit praktijkonderzoek, luidt als
volgt: mindmappen is een techniek die gebruik maakt van zowel beelden als woorden
om complexe informatie te structureren rond een centraal thema, waarbij de nadruk
ligt op de onderlinge verbanden. Dit structureren van informatie kan gaan om het
structureren van de buitenwereld (les samenvatten, boekbespreking) of van de
binnenwereld (brainstormen, gedachten te ordenen, presentaties voorbereiden).
D E M I N D M A P V O L G E N S T O N Y B U Z A N
Tony Buzan, een Britse psycholoog en inmiddels befaamd auteur van boeken over
mindmappen, noemt zich de vader van de mindmap. In de jaren zestig heeft hij de
mindmap ontwikkeld als tegenhanger van de reguliere manier van notities maken,
namelijk via geschreven tekst, geordend van links naar rechts en van boven naar
beneden. In dezelfde periode werd dit concept gebaseerd op het semantisch netwerk
ook gebruikt door Dr. A. Collins en M. Ross Quillian. Ook deze personen werkten met
vergelijkbare mindmaps als Buzan. (Wikipedia, 2011) Enkele jaren later ontwikkelde
J.D. Novak, een Amerikaanse opvoedkundige het vergelijkbare ‘concept mapping’,
gebaseerd op de theorie van Ausubel dat de mens nieuwe kennis integreert in het
kennisnetwerk dat hij reeds bezit. (T. van der Veen, 2008) Concept Mapping heeft
een vergelijkbare grafische weergave, zoals de mindmap van Tony Buzan, echter bij
concept mapping is er geen sprake van een hiërarchische opbouw. (Lanzing, 1997) Er
is niet één centraal thema, maar alle ‘concepten’ in het netwerk zijn nevengeschikt.
Voor mijn onderzoek richt ik mij op de mindmap van Tony Buzan georganiseerd rond
één centraal thema, omdat dit voor kleuters het meest overzichtelijk is.
De regels voor mindmappen zijn:
Gebruik blanco papier, zonder lijnen en kaders om zo min mogelijk beperkt te
worden.
Leg het papier in de breedte (landscape), zodat dit het beste overeenkomt met
de stand van je ogen.
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 89
Plaats het onderwerp in het midden van het papier en maak het item zo specifiek
mogelijk (kleur en afbeelding).
Plaats de eerste tak op ‘twee uur’ en werk met de klok mee.
Gebruik vloeiende lijnen voor het leggen van verbanden en gebruik per hoofdtak
één kleur. Werk van globaal (dikke tak, grote letters) naar detail (dunne takken,
kleine letters).
Gebruik per tak één sleutelwoord, direct boven de tak gepositioneerd,
gecombineerd met een krachtig beeld dat voor jou of de groep betekenis heeft.
H E T B E L A N G V A N H E T P R O C E S
Yorick Saeijs van ‘Onderwijs maak je samen’ heeft het naar mijn mening bij het
rechte eind als hij beweert dat de kracht van mindmappen niet zozeer zit in het
product als wel in het proces. Juist door het maken van een mindmap, door de tak te
tekenen, door na te denken over het juiste sleutelwoord en door een pakkende
afbeelding of symbool erbij te tekenen, die voor jou persoonlijk betekenis heeft, doe
je een beroep op beide hersenhelften, waardoor het onthouden uiteindelijk
makkelijker gaat. Een mindmap als product is dan ook vooral heel waardevol voor de
maker zelf. Dit neemt niet weg dat een mindmap niet gezamenlijk kan worden
opgesteld. Juist tijdens dit ontstaansproces van een mindmap daag je jezelf en
anderen uit om keuzes goed te onderbouwen. Door het principe van associëren
ontstaat er informatie-uitwisseling, omdat iedere deelnemer zijn eigen ‘know how’
kan delen. (Saeijs, 2011)
M I N D M A P P E N I N H E T O N D E R W I J S
Mindmappen heeft verschillende werkvormen in zich: ordenen, discussiëren,
associëren, schrijven en tekenen en in sommige gevallen ook knippen en plakken. In
zijn Mindmap Ideeënboek geeft Saeijs diverse praktische toepassingen van
mindmappen in het onderwijs:
Geven van een korte terugblik
Verwerken van de geleerde lesstof
Aanbrengen van structuur in de lesstof
Opstellen of aanvullen van leervragen
Ontwikkelen van woordenschat
Presentatiemiddel voor boekbespreking of spreekbeurt
Samenvatten en/ of evalueren aan het einde van de les
Handvatten bieden bij het stellen
Voorbereiden oudergesprekken
Daarnaast zijn er voorbeelden vanuit de RT-praktijk, waarbij de mindmap ingezet
wordt bij de ondersteuning van kinderen met dyslexie. (Bergh, 2010)
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 90
DE LEERTHEORIE
De basisschool beoogt een positieve bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van het
kind. Van Beemen omschrijft ontwikkeling als een reeks progressieve veranderingen
die tot hogere niveaus van differentiatie en functioneren leiden. (Beemen, 2010)
Deze veranderingen zijn deels het gevolg van aangeboren biologische factoren, maar
kunnen ook beïnvloed worden door de omgeving. Op dit laatste gebied is voor de
periode tussen de vierde en twaalfde levensjaar een belangrijke rol weggelegd voor
de basisschool. Hoe kan de mindmap bijdragen aan de invulling van deze rol van het
onderwijs? Hiertoe is het goed even stil te staan bij de theorieën over leren.
De cognitieve leertheorieën richten zich op de innerlijke, mentale processen die een
rolspelen bij de informatieverweking en probleemoplossing. Men hield zich dus
vooral bezig met de vraag: hoe wordt de informatie in de hersenen verwerkt?
G E S T A L T P S Y C H O L O G I E ; P A T R O N E N E N S A M E N H A N G E N
Gestaltpsychologen gaan ervan uit dat we onze waarnemingen niet willekeurig
structureren, maar streven naar een zekere eenvoud en ideale ordening (gute
gestalt), waaraan we vervolgens betekenis toekennen. Visualiseren en structuur
aanbrengen zorgen ervoor dat onthouden makkelijker gaat. Ook een mindmap is
gebaseerd op dit principe van aanbrengen van logische verbanden. Een mindmap is
dus pas van waarde, wanneer het de werkelijkheid voor de persoon in kwestie
representeert. Een mindmap is daarom ook heel persoonlijk.
C O N S T R U C T I V I S M E
Constructivisten zien leren als een actief proces en voegen daaraan toe dat de
lerende zijn eigen werkelijkheid construeert en persoonlijk betekenis toekent aan
informatie. “Leren is het tot stand brengen van mentale processen door middel van
het selecteren, opnemen ,verwerken, integreren, vastleggen, gebruiken van en het
betekenis geven aan verschillende vormen van informatie, die leiden tot duurzame
veranderingen in kennis, vaardigheden, houdingen, motieven en/of het vermogen om
te leren.” (Wal, 2008). Met mindmappen wordt niet klakkeloos informatie
‘weggezet’, er wordt nagedacht over de te verwerken informatie en betekenissen
worden toegekend en gekoppeld aan al aanwezige kennis. In dit opzicht volgt
mindmappen het denkproces zoals constructivisten dit voor ogen hebben.
C O G N I T I E V E L E E R P S Y C H O L O G I E
Ook Piaget beschouwde kinderen als actieve onderzoekers die door interactie met
hun (fysieke) omgeving een eigen beeld van de werkelijkheid construeren. Volgens
Piaget is de ontwikkeling van een kind echter een op zichzelf staand, autonoom
proces, waar anderen geen sturende rol in spelen. Een kind kan zijn ervaringen
opnemen in zijn eigen cognitieve structuur (assimilatie), maar het echte leren vindt
plaats in het proces van accommodatie; het besef dat zijn idee van de werkelijkheid
niet meer strookt met de ‘echte’ werkelijkheid met als gevolg een aanpassing van
deze geconstrueerde werkelijkheid van het kind. Wanneer een persoon een
mindmap maakt, is dat een weergave van zijn persoonlijke werkelijkheid. Een
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 91
voordeel van een mindmap is, dat deze in principe nooit ‘af’ is. Er kan altijd een tak
toegevoegd worden en nieuwe associaties gemaakt worden. Dit betekent dat een
mindmap een goed hulpmiddel kan zijn tijdens het leerproces, zoals Piaget deze voor
ogen had. Door op deze manier bezig te zijn, werk je aan verbreding en verdieping
van je kennisnetwerk. Piaget noemt dit de belangrijkste impuls voor leren.
(Kohnstamm, 2002) Het denken leidt dus volgens Piaget tot taaluitingen.
De Amerikaanse onderwijspsycholoog Bruner bekritiseert dit uitgangspunt. Volgens
Bruner werkt het ook de andere kant op; taal kan leiden tot nieuw denken. Daarom is
het belangrijk te werken aan woordenschat. Als het kind woorden leert, kan het
denken een hogere vlucht nemen. In de manier waarop de informatie verworven
wordt en in een bruikbare vorm van kennis beschikbaar blijft maakt de Amerikaanse
onderwijspsycholoog Bruner onderscheid in drie vormen.
De enactieve representatie: hier vindt leren plaats door handelen met concreet
materiaal. Al doende leert men. De voorbereide leeromgeving van kleuters is hier
voor een groot deel op gestoeld.
De iconische representatie: Door middel van waarnemingen of voorstellingen
vormt de lerende zich een beeld van de werkelijkheid.
De symbolische representatie: Processen als de werking van de zwaartekracht,
oorzaken van de economische crisis, of het ontstaan van orkanen maken we
grijpbaar en leggen we vast met begrippen en symbolen. Hierdoor is de mens in
staat om abstract te denken.
De mindmap kan de eerste stap zijn van enactieve representatie naar iconische
representatie en in de latere schoolcarrière wellicht tot symbolische representatie,
omdat de mindmap consequent gebruik maakt van grafische afbeeldingen.
H E T I N T E R A C T I O N E L E D E N K E N
Een tweede kritiekpunt op Piaget is dat hij zo weinig invloed toekende aan de sociale
omgeving. Vanuit de Russische cultuur-historische school is het uitgangspunt van
Vygotsky dat een kind niet alle betekenissen opnieuw hoeft uit te vinden, maar dat
het kind moet worden ingeleid in de wereld van betekenissen die men in de cultuur
waarvan hij deel uitmaakt heeft ontwikkeld. (E. Alkema, 2009) Juist in interactie met
anderen wordt het leerproces ontsloten. Hoewel Bruner aanvankelijk uitging van
puur zelfontdekkend leren, wijzigde hij dit door voortschrijdend inzicht in de ‘guided
discovery’, de geleide ontdekking. Ook Vygotsky zag leren vooral als een product van
de interactie met anderen. Om een kind een stapje verder te helpen in zijn
ontwikkeling moet de volwassene op zoek gaan naar de zogenaamde ‘zone van
naaste ontwikkeling’, het gebied dat een kind nog niet zelfstandig beheerst, maar
met hulp van de volwassene wel zelf kan doen. Leren is een interactief proces en
kennis is uiteindelijk gedeelde kennis en het resultaat van onderhandeling. (Wal,
2008). De belangrijkste begrippen in dit interactionele denken, het zogenaamde
‘nieuwe leren’ zijn: (inter)activiteit, eigen betekenis geven en duurzame verandering.
Mindmappen voorziet in de behoefte aan actief bezig zijn met informatie; je
structureert informatie en denkt na over de essentie van een onderwerp. Wanneer je
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 92
daarnaast als groep aan een mindmap werkt, voorziet het tevens in de behoefte aan
interactie, met elkaar informatie structureren en discussiëren over
betekenisverbanden met als uiteindelijk resultaat dat deze informatie beter, lees
duurzaam, onthouden wordt.
A U S U B E L ’ S A S S I M I L A T I E T H E O R I E
De leertheorie van Ausubel, in het bijzonder zijn assimilatietheorie, is in het kader
van dit onderzoek interessant. Ausubel is vooral geïnteresseerd in de manier waarop
de mens nieuwe kennis integreert in het kennisbestand waarover hij al beschikt.
Hierdoor ontstaat een nieuwe, uitgebreidere cognitieve structuur. Ausubel gaat er
bovendien vanuit dat de kennis in zo’n cognitieve structuur hiërarchisch is geordend.
Hoe meer begrippen, regels en principes een cognitieve structuur bevat, hoe beter
nieuwe kennis kan worden gekoppeld en hoe makkelijker de opgeslagen kennis kan
worden gereproduceerd. Ausubel spreekt hier over zogenaamde ankerbegrippen. De
parallel met de sleutelwoorden en –beelden in de mindmap.
Het opbouwen van een netwerk; advance organizers
Nieuwe informatie wordt voor een kind pas betekenisvol wanneer deze verbonden
kan worden met kennis waarover hij al beschikt. Vooral in de eerste levensjaren is
het belangrijk bij een kind deze cognitieve structuur op te bouwen. De basisschool
heeft als taak om zoveel mogelijk ankerbegrippen aan te bieden. De leerkracht zorgt
voor het aanbrengen van een eerste kader of leerstructuur. Ausubel noemt dit een
advance organizer. Zo’n organizer kan het beste in een vaste, voor het kind
herkenbare vorm, gegoten worden. Waar echter Ausubel blijft steken in puur talige
organizers, voorziet de mindmap juist in de behoefte van jonge kinderen, die vaak
nog sterk visueel zijn ingesteld, aan het gebruik van beelden. In mijn visie is de
mindmap een uitstekend middel om als ‘advance organizer’ in te zetten. Het kind kan
voortborduren op de basisstructuur van de mindmap. Vanuit dit kader van de
advance organizer-mindmap wordt het kind vervolgens in staat gesteld zelf
verbanden te leggen en associaties te maken tussen verschillende onderwerpen.
Jelle Jolles geeft in zijn boek ‘Ellis en het verbreinen’ ook het belang aan van
feitenkennis: “Kennis is een vangnet. Als je als 8-jarige bepaalde woorden kent, die
met elkaar verbonden zijn, dan kunnen die een soort rooster vormen, een net, een
soort systeem van met elkaar geassocieerde vormen van kennis en inzichten.”
Nieuwe kennis kan hieraan worden opgehangen. Ik ben het dan ook met Jolles eens
dat tijdens de schoolperiode veel aandacht moet zijn voor het opbouwen van
feitenkennis.
Nieuwe kennis wordt in het geheugen gekoppeld aan bestaande kennis in de vorm
van betekenisnetwerken. In zo’n netwerk zitten niet alleen linguïstische factoren,
maar ook beelden, geuren en geluiden. Als één van die factoren wordt
aangesproken, wordt het hele netwerk geactiveerd. Daarom is het belangrijk om
nieuwe informatie zo gevarieerd mogelijk aan te bieden. Hoe breder het netwerk,
des te makkelijker is de kennis weer op te roepen. (Jongejans, 2012)
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 93
RECENTE KENNIS OVER DE WERKING VAN ONS BREIN
Ontwikkeling gebeurt deels door interactie met onze omgeving en het opdoen van
ervaringen, maar deels ligt hier ook een specifieke neurologische rijping aan ten
grondslag. T. van der Veen en J. van der Wal zien ontwikkeling als “de accumulatie
van leerervaringen, waarbij rijping min of meer de voorwaarden creëert die het leren
mogelijk maken.” (Wal, 2008). In de vorige paragraaf is vooral stilgestaan bij de
externe voorwaarden voor leren. Voor een volledig beeld wil ik in deze paragraaf
aandacht besteden aan de interne voorwaarden, namelijk de werking van de
hersenen en in het bijzonder ons geheugen.
D E W E R K I N G V A N O N Z E H E R S E N E N
De hersenen bestaan uit verschillende delen die onderling met elkaar samenwerken
(Hilst, 2007):
Het reptielenbrein zorgt voor de basale levensprocessen zoals hartslag en
ademhaling
Het zoogdierenbrein, oftewel het limbisch systeem, is verantwoordelijk voor
emoties en zorgt voor de interne (onbewuste) regulatie van lichaamsprocessen,
zoals hartslag en lichaamstemperatuur. Het limbisch systeem werkt nauw samen
met het reptielenbrein en zorgt afhankelijk van de binnenkomende prikkels voor
een vecht- of vluchtreactie.
In de grote hersenen, oftewel de neo-cortex, vindt het denken en de
interpretatie van gevoelens plaats. De grote hersenen bestaan uit twee helften,
de linker- en rechterhemisfeer, die met elkaar verbonden zijn door een grote
zenuwbalk, het corpus callosum. Beide hersenhelften bestaan uit vier
zogenaamde kwabben:
o de occipitale kwab (zien)
o de frontale kwab (denken)
o de temporale kwab (horen)
o de pariëtale kwab (bewegen, voelen)
(Camps, 2008)
Om een zo hoog mogelijk leerrendement te halen, is het goed om informatie op een
veelzijdige manier aan te bieden; visueel, talig, met geluiden en bewegingen, zodat een zo
groot mogelijk deel van de hersenen actief is.
L I N K E R - E N R E C H T E R H E R S E N H E L F T
De linker- en rechter hersenhelft zijn elk verantwoordelijk voor respectievelijk de
rechts- en linkszijdige sensorische en motorische functies. Dit komt doordat de
zenuwbanen elkaar kruisen. De hersenhelften werken in dit opzicht symmetrisch.
Elk gebied in de hersenen is gespecialiseerd in bepaalde taken. Professor Roger
Sperry ontdekte in 1981 dat de linker- en rechter hersenhelften gespecialiseerd zijn
in verschillende taken, de zogenaamde asymmetrische specialisatie. (Brandhof,
2009).
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 94
Hierbij moet wel één nuancering gemaakt worden. Uit onderzoeken van Ornstein,
Zaidel en Bloch blijkt namelijk dat beide hersenhelften weliswaar dominant zijn in
sommige activiteiten, maar dat ze in principe beide tot alle taken in staat zijn. Wel is
het belangrijk om de capaciteit van de hersenen beter te benutten, om zowel je
linker- als rechterhersenhelft te activeren. De meeste ‘winst’ is er namelijk te behalen
als beide hersenhelften met elkaar samenwerken.
G E H E U G E N S P O R E N
De communicatie in de hersenen draait om de communicatie tussen hersencellen, de
neuronen. Bij elke informatieprikkel wordt de boodschap in de hersenen van cel tot
cel doorgegeven via een biochemische, elektromagnetische route, ook wel een
geheugenspoor of ‘mental map’ genoemd. Naarmate de boodschap vaker wordt
herhaald, wordt dit geheugenspoor als het ware ingesleten, waardoor onder andere
het ophalen van de informatie steeds makkelijker en sneller verloopt. Hoe meer
routes en sporen je aanlegt, hoe sneller en efficiënter je denken wordt en hoe beter
je geheugen functioneert. (Hordijk, 2010) Veel herhaling van de leerstof is dus
belangrijk. Een mindmap is in feite een grafische representatie van zo’n
geheugenspoor. Door de mindmap steeds terug te laten komen in verschillende
situaties, wordt het bijbehorende geheugenspoor steeds geactiveerd.
Het brein is afhankelijk van zijn omgeving en ontwikkelt zich als reactie daarop. Dit
gebeurt in het bijzonder in de eerste 10 levensjaren. Gedurende de hele periode van
hersenrijping van geboorte tot ongeveer het 20e levensjaar gaan verbindingen die
niet of weinig worden gebruikt weer verloren met het accent op de periode van 0-6
jaar. (Jolles, 2010) Wederom een reden om in de basisschoolperiode het kind
veelvuldig in aanraking te laten komen met een breed scala aan onderwerpen.
H E T L A N G E T E R M I J N G E H E U G E N
Van Beemen verstaat onder geheugen het vermogen informatie op te slaan en deze
op een later tijdstip weer op te roepen. Een belangrijk onderscheid wordt gemaakt
tussen het herkennen van opgeslagen informatie, waarbij het geheugen wordt
geactiveerd door de oorspronkelijke informatie, en het reproduceren van
geheugeninhoud, waarbij vanuit het niets informatie uit het geheugen wordt
opgeroepen. (Beemen, 2010)
Onthouden is een proces waarbij informatie via het korte termijn geheugen
uiteindelijk wordt opgeslagen in het lange termijngeheugen. De informatie die
opgeslagen wordt in het lange termijngeheugen wordt geclassificeerd. Als we de
informatie vervolgens weer willen oproepen uit ons geheugen hebben we de code
nodig die gebruikt werd bij het classificeren van de informatie. De code die gebruikt
wordt om toeging te krijgen tot het geheugenspoor wordt retrieval cue genoemd. Bij
mindmappen wordt gewerkt met iets soortgelijks, namelijk sleutelwoorden en –
beelden. Zo’n retrieval cue, of sleutelbegrip kan bestaan uit een uitspraak, beelden of
vrije associaties. Een goede cue moet uniek zijn, maar het moet ook mogelijk zijn
deze terug te kunnen vinden. Een belangrijke factor voor succes is als de cue
persoonlijk is en bij voorkeur zelf is bedacht. (N. Dorrestein, 1989)
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 95
Het lange termijngeheugen bestaat niet uit één geheugen. Mensen beschikken over
vijf geheugensystemen:
Het semantisch geheugen (opslag van feiten en gegevens)
Het procedureel geheugen (opslag van motorische vaardigheden)
Het episodisch geheugen (opslag van reeksen van gebeurtenissen)
Het ruimtelijk geheugen (opslag van plaats, positie en ruimte)
Het werkgeheugen (processen van reflecteren en redeneren)
(Camps, 2008)
Het episodisch geheugen is heel krachtig en persoonlijk. Doordat de ervaring die
eraan vooraf ging vaak heel rijk is (beelden, emoties, geuren, kleuren), zijn er veel
‘sleutels’ om de gebeurtenis weer op te halen uit je herinnering. Het episodisch
geheugen is echter ook heel subjectief en selectief. Verwarring met andere
gebeurtenissen kan makkelijk ontstaan. Het semantisch geheugen is wat dat betreft
veel betrouwbaarder, maar duidelijk ook minder krachtig door het ontbreken van de
persoonlijke ervaringen. In de onderwijscontext kan men hier rekening mee houden
door bijvoorbeeld hulpmiddelen in te zetten, zoals afbeeldingen en ezelsbruggetjes.
(Stefels E. D., 2012) Een visueel beeld gaat voor een verbale opdracht. Wanneer de
hersenen de opdracht krijgen: “Denk niet aan een roze olifant.”, wordt direct het
beeld van een roze olifant geactiveerd, nog voordat je de betekenis van de zin
bewust wordt. (J. Duerings, 2011)
H E T K O R T E T E R M I J N G E H E U G E N
Het korte termijngeheugen heeft een kleine capaciteit en kan maar tijdelijk
informatie vasthouden. Bij kleuters heeft het korte termijngeheugen zelfs een nog
beperktere capaciteit. De geheugenspan van kleuters is 4 eenheden ten opzicht van 7
bij volwassenen.
In de vorige paragraaf over de leertheorie en in het bijzonder de gestaltpsychologie
werd al aangehaald dat onze hersenen ‘trucs’ bedenken om met de beperkte
capaciteit van het korte termijngeheugen toch grotere hoeveelheden informatie op
te kunnen slaan door informatie in beelden en logische verbanden te plaatsen. Het
combineren van brokken informatie in clusters noemt men in vaktermen ook wel
chunks. Door iets als één geheel in je lange termijngeheugen op te slaan in plaats van
als meerdere losse eenheden, wordt er economisch omgegaan met de beperkte
capaciteit van het korte termijngeheugen. Door bij mindmappen op zoek te gaan
naar dàt beeld dat het beste jouw ervaringen over een onderwerp weergeeft, door
op zoek te gaan naar het juiste sleutelbeeld, ben je in feite ook bezig met het maken
van chunks.
Naast de beperkte capaciteit van het korte termijngeheugen, werkt het ook als een
filter; niet alle informatie dat het korte termijngeheugen binnenkomt, wordt
uiteindelijk opgeslagen in het lange termijngeheugen. Welke dingen onthouden we
beter dan andere (Brandhof, 2009):
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 96
Informatie aan het begin en aan het eind van een verhaal of betoog
Dingen die herhaald worden
Dingen die aansluiten bij de eigen belevingswereld en interesses
Dingen die we koppelen aan iets wat we al weten
Dingen die verbonden zijn aan één of meer zintuiglijke ervaringen
Dingen die opvallen, raar of bizar zijn, het Von Restorff effect
Herhaling
Maar liefst 80% van de dingen die we op een dag meemaken, zijn we na een dag
weer vergeten. Door leerstof meerdere keren te herhalen, kan dit percentage
aanzienlijk worden opgeschroefd. Gemiddeld moet de leerstof 5 keer herhaald
worden, voordat het permanent wordt verzonden naar het lange termijngeheugen.
(Buzan, 2009) Drie- en vierjarige kinderen gebruiken spontaan de methode van
visuele herhaling. Zij kijken, vaak onbewust, steeds weer even naar iets wat ze willen
onthouden. (Kohnstamm, 2002) Het is dan ook belangrijk de aangeboden lesstof
zichtbaar in de klas te plaatsen, zodat kinderen deze spontane manier van
geheugentraining kunnen toepassen.
Aansluiten bij de belevingswereld
Onderwerpen waarin je geïnteresseerd bent, onthoud je veel beter. Het is dan ook
goed om de lesstof te laten uitsluiten bij de belevingswereld van kinderen. Kleuters
zijn van nature geneigd om te associëren. Zij zijn voortdurend op zoek naar
aansluiting van het gespreksonderwerp bij hun eigen beleving. Op deze manier wordt
informatie gekoppeld aan bestaande informatie, zodat dit beter kan worden
onthouden en later makkelijker en sneller kan worden opgeroepen.
Koppelen aan bestaande informatie
Informatie wordt sneller en beter onthouden naarmate we meer van het onderwerp
afweten. Hoe meer een kind leert, hoe meer het netwerk zich verdicht en hoe meer
samenhangen en verbanden er ontstaan. Het verschil tussen een ijzersterk geheugen
en een geheugen als een zeef heeft vooral te maken met het zinvol opbergen van de
informatie. Als nieuwe informatie aansluit bij datgene wat je al weet, wordt het
makkelijker in het lange termijngeheugen opgenomen.
Gevarieerde ervaringen
Naast ‘gewoon’ herhalen is het belangrijk gevarieerd te herhalen, waarbij zoveel
mogelijk zintuigen worden aangesproken. Als de leerstof wordt gekoppeld aan
beelden, geur of smaak, worden verschillende delen van de hersenen, de
verschillende geheugensystemen, geactiveerd, waardoor informatie beter wordt
onthouden.
Emoties
“Emoties zijn de motoren van onze herinnering”, aldus Jolles in zijn boek ‘Ellis en het
verbreinen’. Jolles doelt hier op de rol van positieve emoties. Bij positieve emoties
komt er een stof in de hersenen vrij, dopamine. Dit is een neurotransmitter die de
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 97
communicatie tussen neuronen bevordert. Positieve emoties zijn onder andere te
stimuleren door kinderen succeservaringen te laten beleven.
Soms is herhaling niet nodig en staat een bepaalde gebeurtenis ‘in je geheugen
gegrift.” Bizarre gebeurtenissen, grappige en droevige gebeurtenissen laten soms een
blijvende indruk achter. Dit komt omdat bij sterke emoties vooral het
emotiecentrum, het limbisch systeem, zeer actief is. Het brein is dan extra alert om
te kunnen anticiperen op de uitvoering van handelingen (de vlucht/vecht reactie van
de amygdala). Een bijkomend effect is dat hierdoor gebeurtenissen door de amygdala
direct doorgestuurd worden naar het lange termijngeheugen. (Jolles, 2010)
Bij sterke emoties is er echter ook een nadeel. De amygdala fungeert namelijk ook als
een filter en laat niet alle indrukken door naar het geheugen. Deze ‘blokkade’ treedt
vooral op bij gevoelens van onveiligheid. Maar ook indrukken die overbekend zijn,
worden eruit gefilterd. Dit betekent dat een situatie voldoende spannend moet zijn
om de volledige aandacht, oftewel een geactiveerd werkgeheugen, te krijgen”, aldus
Kees Vreugdenhil in een interview voor MM over het geheugen. (Stefels E. D., 2012)
Het Von Restorff effect
Onze hersenen onthouden veel makkelijker dingen die afwijken van de norm. Dit
wordt het zogenaamde Von Restorff2 effect genoemd. Uit het Von Restorff-effect kan
worden geconcludeerd dat je geheugencapaciteit verbetert als je:
Overdrijft wat je moet onthouden
Kleuren gebruikt om teksten te markeren
Zodanig kan associëren dat de afwijkende en unieke eigenschappen van de te
onthouden leerstof naar voren treden
Probeert vooral sleutelwoorden3 te gebruiken die levendige beelden oproepen
Al deze punten zijn goed toe te passen in de mindmap.
VOORDELEN VAN MINDMAPPEN VOLGENS DE THEORIE
In het voorgaande verhaal heb ik al enkele malen de link gelegd tussen de theorie
over leren en de werking van onze hersenen enerzijds en de eigenschappen van
mindmappen anderzijds. In deze paragraaf passeren deze voordelen puntsgewijs de
revue:
Mindmappen sluit aan bij het natuurlijke streven van onze hersenen naar
vereenvoudiging en ordening (7.4.3: Gestaltpsychologie; patronen en
samenhangen)
Mindmappen ondersteunt de iconische representatie van informatie door
gebruik te maken van beelden en symbolen (7.4.3: Cognitieve leerpsychologie)
2 Von Restorff was een Duitse psycholoog die al in 1933 onderzoek deed naar het geheugen van mensen. 3 Een sleutelwoord is een specifiek woord dat je kiest of creëert en vormt een uniek referentiepunt voor iets belangrijks dat je wil onthouden.
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 98
Met een mindmap kan op eenvoudige wijze nieuwe kennis aan bestaande kennis
worden gekoppeld (7.4.3: Ausubel’s assimilatietheorie)
Informatie in een mindmap is op dezelfde wijze geordend als de cognitieve
structuur van ons geheugen, namelijk hiërarchisch (7.4.3: Ausubel’s
assimilatietheorie)
Een mindmap kan als advance organizer fungeren wanneer een kind nog niet
over een (uitgebreid) kennisnetwerk beschikt (7.4.3: Opbouwen van een
netwerk)
Mindmappen is een actief proces, net als leren, met activiteiten als selecteren,
opnemen, verwerken, integreren, vastleggen, gebruiken van en het betekenis
geven aan verschillende vormen van informatie (7.4.3: Constructivisme)
Een mindmap kan heel goed samen gemaakt worden, waarbij de kracht ligt in het
nadenken, discussiëren of onderhandelen over de (plaatsing van ) informatie in
de totaalstructuur. Belangrijk is de aandacht voor het herkennen van
overeenkomsten en verschillen en het ordenen van de informatie. (7.4.3: Het
interactionele denken)
Een mindmap is opgebouwd uit beelden en grafische voorstellingen in symbolen
en kleuren. Hierdoor worden beide hersenhelften aangesproken en wordt zo de
hersencapaciteit beter benut. (7.4.4: Linker- en rechterhersenhelft)
Een mindmap vertoont opvallende gelijkenis met de neuronen van de hersenen.
De vertakkingen in een mindmap zijn dikker naarmate men dichter bij het
centrale onderwerp komt, geheugensporen die vaak gebruikt worden in de
hersenen, worden eveneens steviger. (7.4.4: Geheugensporen)
Een eenmaal gemaakte mindmap kan heel goed hergebruikt worden om de
leerstof even te herhalen. In één oogopslag is duidelijk waar de lesstof over ging
en er kan dus efficiënt herhaald worden. Dit levert tijdwinst op. (7.4.4: Herhaling)
Een mindmap kan gebruikt worden aan het begin van een les om te
inventariseren wat de startkennis van kinderen is. Van hieruit kan de lesstof
worden opgehangen aan bestaande informatie, waardoor de nieuwe lesstof
beter onthouden wordt. (7.4.4: Aansluiten bij de belevingswereld en koppelen
aan bestaande kennis)
Een mindmap maakt gebruik van beelden en woorden. De kracht zit in het kiezen
van de juiste sleutelwoorden en –beelden, die niet alleen de essentie van het
onderwerp weergeven, maar ook een beroep doen op je verbeeldingsvermogen,
emoties en ervaringen. Nadeel is wel dat de mindmap alleen voor de maker zelf
zeer krachtig wordt, maar voor een buitenstaander van minder betekenis is.
(7.4.4: Gevarieerde ervaringen)
Mindmappen is een aantrekkelijke werkvorm. Zodra mensen over de drempel
heen zijn en een paar keer geoefend hebben met een mindmap, ervaren de
meeste mensen dit als een leuke bezigheid. Positieve emoties zijn belangrijk,
omdat dit het leerproces bevorderen. 7.4.4: Emoties)
Bij het maken van een mindmap is alles geoorloofd, elk beeld dat voor de maker
betekenis geeft, hoe bizar ook, kan gebruikt worden; een beeld of woord kan
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 99
verwijzen naar een eerder meegemaakte gebeurtenis en zo de voordelen van het
krachtige episodische geheugen benutten. (7.4.4: Von Restorff effect)
T R A D I T I O N E L E A A N T E K E N I N G E N V E R S U S D E M I N D M A P
De traditionele aantekeningen bestaan vooral uit woorden of getallen op een lineaire
manier geordend en doen dus vooral een beroep op de linker hersenhelft. “Willen
we onze hersenen beter gebruiken, waardoor we beter en sneller kunnen leren, dan
zullen we de twee hersenhelften beter met elkaar in balans moeten brengen.”, aldus
Jan-Willem Brandhof in zijn boek ‘Leer als een speer’. De mindmap beperkt de
hoeveelheid woorden door een enkel sleutelwoord per tak te gebruiken en
ondersteunt dit met kleur en beelden, waardoor ook de rechter hersenhelft wordt
geactiveerd. Daarnaast is de mindmap niet lineair, maar hiërarchisch vanaf een
centraal thema opgebouwd, waarbij de belangrijkste (sub) thema’s het dichtst bij het
centrale thema gepositioneerd worden en, naarmate men verder van het thema
afkomt, meer ingezoomd kan worden op de details. De gebruikte ‘takken’ en kleuren
zorgen voor de accentuering van verbanden en relaties. Hiermee sluit de mindmap
goed aan bij de manier waarop hersenen informatie opslaan, namelijk in een netwerk
van betekenissen.
Een eenmaal opgezette mindmap kan makkelijk worden aangepast; takken kunnen
gemakkelijk worden weggehaald of veranderd of nieuwe takken kunnen worden
toegevoegd. Bij traditionele aantekeningen is hier vaak geen ruimte meer voor.
Hiermee sluit een mindmap beter aan bij de manier waarop wij leren dan de
traditionele vorm van aantekeningen maken. Ook ons leerproces is nooit ‘af’, er kan
altijd weer wat ‘bij’ geleerd worden. (Bergh, 2010)
K A N T T E K E N I N G
Voordat je kunt profiteren van de voordelen van mindmappen, zul je eerst moeten
leren een mindmap te maken. Hiermee doel ik dan op de specifieke regels bij het
maken van een mindmap en niet zozeer het ‘leren’ tekenen. Dat je namelijk eerst
moet kunnen tekenen voordat je een mindmap kan maken, berust op een
misverstand. Belangrijker dan het maken van een beeld dat een afspiegeling van de
werkelijkheid is, is dat het gebruikte symbool of beeld betekenis heeft voor de maker
zelf. Bovendien heb je via Google Afbeeldingen een schatkist vol afbeeldingen tot je
beschikking.
Mindmappen als nieuwe techniek zal in het begin nog geen ‘vruchten afwerpen’. Dit
komt omdat ons brein, met de beperkte capaciteit van ons werkgeheugen, zich niet
op zowel de vorm als de inhoud kan richten. Wanneer de vorm dus nieuw is, zal deze
zich eerst eigen gemaakt moeten worden voordat het kind zich kan concentreren op
de inhoud. Westhoff noemt dit principe ‘de cognitieve economie’: “Verwerken gaat
ten koste van de ruimte die je voor inhoud overhoudt.” (Westhoff, 2012) Belangrijk is
dus om steeds te werken met dezelfde werkvorm en hetzelfde grafische model.
Hierdoor ontstaat routine en krijgen kinderen steeds meer ruimte om zich te richten
op de inhoud en betekenis van de leerstof. (J. Duerings, 2011)
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 100
Wanneer je aan de slag gaat met het maken van een mindmap zijn er enkele regels
die ter harte genomen moeten worden. Door onderstaande regels consequent toe te
passen, zal er na verloop van tijd voor kinderen een herkenbare werkvorm ontstaan,
zodat ze zich steeds meer op de inhoud kunnen focussen.
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 101
7.5 B I JLAGE V RESULTATEN VOORONDERZ OEK ‘U ITGANGSPUNTEN
MONTESSORIONDERWIJS ’ H E T G E D A C H T E G O E D V A N M A R I A M O N T E S S O R I
Maria Montessori werd geboren in Italië en leefde van 1870 tot 1952. In 1896
studeerde zij af als eerste vrouwelijke arts van Italië. De eigenlijke montessorileer
ontwikkelde zij vanaf 1907, toen zij werkte in de Casa dei Bambini, het huis van de
kinderen, in Rome. In dit huis voor kinderen van 3 tot 6 jaar observeerde zij de
kinderen nauwgezet en zo ontstonden haar vernieuwende ideeën over de
ontwikkeling en opvoeding van kinderen, die zij verder uitwerkte in ‘de methode’. In
deze paragraaf neem ik enkele aspecten van haar methode, die met name van belang
zijn voor dit onderzoek, onder de loep. (Montessori Vereniging Haarlemmermeer,
2010)
De ontwikkeling van de mens
Montessori ziet het leven, waaronder ook de mens, als schakel in de evolutie van de
kosmos: “De kosmische taak van de mens is het natuurlijke evenwicht op aarde in
stand houden, zich aan te passen aan de omstandigheden en een bijdrage te leveren
aan de voortgang van het bestaan”, aldus E. Keijser-Hedeman in haar boek
‘Montessori; leven en werk, opvoeding en onderwijs’. Maria Montessori zag kennis
niet als doel op zich, maar een middel om zelfstandig te kunnen functioneren in de
maatschappij: “Pas wanneer een kind in staat is indrukken op te nemen, hierin
onderscheid aan te brengen en vervolgens door associatie en het leggen van
verbanden een innerlijke orde aan te brengen, zal het voldoende kennis hebben om
zich tot een zelfstandig individu te ontplooien.” (Keijser-Hedeman, 1995) De taak van
het onderwijs is dan ook volgens Montessori de fysieke wereld zo te groeperen dat
het voor een leerling gemakkelijk wordt zelf te ontdekken welke samenhangen en
overeenkomsten er zijn. (Kohnstamm, 2002). Aan de behoefte een structuur als basis
voor verder leren aan te leggen, zou de mindmap wellicht een goed hulpmiddel
kunnen zijn.
Ontwikkelingsfase van kleuters
In de ontwikkeling van een kind zijn enkele duidelijk te onderscheiden fasen. Elke
fase legt de basis voor de volgende fase:
Fase 1 (0-6 jaar): groot aanpassingsvermogen, opdoen van indrukken
Fase 2 (6-12 jaar): de verkenner: cognitieve en sociale ontwikkeling. De gevoelige
periode voor taal verschuift van interesse in woorden naar interesse in de
logische structuur van de taal.
Fase 3 (12-18 jaar): ontwikkeling van de persoonlijkheid, meedoen in de
maatschappij
Omdat het onderzoek gericht is op kleuters, ga ik hier iets dieper in op de tweede
helft van fase 1. Kinderen ontwikkelen zich door oefening en eigen activiteit. Zij
hebben een sterke voorkeur voor oefeningen uit het dagelijks leven, waarbij zij
gevoelig zijn voor de precisie waarmee de handelingen worden uitgevoerd. Ook zijn
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 102
zij sterk zintuiglijk gericht en hebben ze een goed ontwikkelde waarneming; de
kleinste bijzonderheid heeft hun interesse. Het geheugen draait op volle toeren en
de woordenschat wordt flink uitgebreid. Ook kunnen kinderen interesse tonen in
getallen, mits deze zintuiglijk gepresenteerd worden. (Moorman, 1998)
De eerste fase is het belangrijkst, omdat dit het fundament vormt voor de
daaropvolgende fasen. Het ontwikkelingsverloop is ‘explosief’; na een schijnbare
stilstand, maakt een kind een sprong in de ontwikkeling. In de periode van schijnbare
stilstand zijn veel rijpingsprocessen actief die niet direct waarneembaar zijn.
Montessori spreekt van een absorberende geest. Kinderen nemen indrukken op met
heel hun wezen, waardoor het kind wezenlijk verandert (zich ontwikkelt). Het is
daarom belangrijk het kind veel gelegenheid te geven om indrukken en ervaringen op
te doen. De uitdaging ligt om de experimentele mindmaplessen zo vorm te geven dat
deze de eigen activiteit van kinderen stimuleert en waarbij ze zelf handelingen
kunnen uitvoeren. Hun natuurlijke woordenschatverwerving geeft mogelijkheden om
hier middels een mindmap bij aan te sluiten.
Gevoelige perioden
Het opnemen van de indrukken uit hun omgeving gebeurt niet willekeurig, maar
selectief. Montessori ging ervan uit dat elk kind een natuurlijke drang heeft tot
zelfontwikkeling. Het kind toont gedurende een korte of langere periode diepe
interesse in een bepaald leergebied, de zogenaamde gevoelige perioden. In zo’n
periode kan het kind voor een langere periode geconcentreerd werken en een
handeling blijven herhalen (intrinsieke motivatie). Dit noemt Montessori ‘polarisatie
van de aandacht’. Kinderen vergeten de tijd en vergeten zichzelf. Niet toevallig zijn
deze leergebieden vaak nodig om het kind uiteindelijk de volgende
ontwikkelingssprong te laten maken. De taak van het onderwijs is een omgeving en
middelen te scheppen, die hier zo goed mogelijk op aansluiten en die het kind
aansporen tot activiteit, de zogenaamde voorbereide leeromgeving.
Vrije keuze
Het gedachtegoed van Montessori houdt in dat het kind zelf mag kiezen waarmee
het bezig wil zijn. Om te kunnen kiezen moet het kind weten hoe hij het
ontwikkelingsmateriaal kan gebruiken, moet het alternatieven hebben en moet het
weten wat hij wil. Pas dan kan een kind zelfstandig functioneren. De leerkracht
begeleidt het kind bij het maken van zijn keuze door nieuw materiaal te presenteren
en uit te leggen en het kind te leren zelf keuzes te maken. Wanneer het kind door
vrije bezigheid aandachtig en geconcentreerd bezig is, treedt normalisatie op.
Normalisatie is het proces van het verdwijnen van ontstane eigenaardigheden of
‘lastig gedrag’ en het naar voren komen van ‘normale’ eigenschappen. (Moorman,
1998) Een kind dat ‘goed’ aan het werk is, kenmerkt zich door:
vreugde in arbeid
de onvermoeibare voortgang
rijke afwisseling van het werk
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 103
het ontbreken van een werkelijk, uiterlijk doel
helderheid en eenvoud
innerlijke discipline
Deze vrije keuze zal ook in de experimentele mindmaplessen moeten worden
ingebouwd. Als een kind bezig kan zijn met datgene wat zijn interesse heeft en
daarop kan voortborduren, zal het bovenstaande kenmerken vertonen en intrinsiek
gemotiveerd zijn.
Ontwikkelingsmateriaal
Goed ontwikkelingsmateriaal stelt kinderen in staat hun indrukken te ordenen en op
een geordende wijze in zich op te nemen. Al handelend met het materiaal doen
kinderen ervaringen op, waardoor zij tot bepaalde inzichten komen. Het leerproces
verloopt in drie stappen van concreet handelend via symbolisch (het stelt voor) naar
abstract. Montessori noemt dit ‘de hand is het gereedschap van het brein’. Handelen,
zien, voelen en bewegen ondersteunen het opslaan in het werkgeheugen. (Stefels M.
, 2012) Het ontwikkelingsmateriaal is verdeeld in vijf gebieden: taal, rekenen,
huishoudelijk materiaal, zintuiglijk materiaal en kosmisch materiaal.
Het ontwikkelingsmateriaal moet niet alleen de aandacht van het kind trekken, maar
het ook weten vast te houden: “Vooral voorwerpen die in geïsoleerde vorm
essentiële begrippen van de werkelijkheid belichamen, zijn in staat kinderen te
boeien.” (Moorman, 1998) Daarnaast bevat het materiaal een ‘controle van de fout’.
Door waarneming kan het kind ontdekken of hij het werk goed heeft volbracht; het
houdt het kind op de juiste weg, waardoor het kind uiteindelijk nieuw inzicht
verwerft en dus leert. Tenslotte is het ontwikkelingsmateriaal zo vormgegeven dat de
essentie van wat geleerd moet worden uitgelicht wordt door de overige factoren
constant te houden. Wanneer bijvoorbeeld materiaal tot doel heeft het kind de
kleurnuances te leren, zal het materiaal in vorm, grootte en substantie gelijk zijn en
slechts verschillen in kleur. Dit wordt de isolatie van de eigenschap genoemd.
Wanneer een kind een oefening steeds herhaalt, is dit het teken dat het zich
ontwikkelt. De kennisverwerving verschilt wel enigszins per ontwikkelingsfase. Waar
bij jonge kleuters de zintuigen en bewegingen een belangrijke rol spelen, vergaren
oudere kleuters hun kennis vooral via hun geheugen. Na het zesde levensjaar
verschuift dit geleidelijk naar kennisvergaring via hun redeneervermogen.
De experimentele mindmaplessen zullen vooral gericht zijn op het ordenen van
indrukken. De mindmap past het best bij stap twee van de drie stappen in het
leerproces, namelijk de symbolische weergave van de werkelijkheid. Belangrijk is wel
dat de mindmap aansluiting houdt met de eerste stap, namelijk het concrete
handelen.
Taak van de leerkracht
De leerkracht zorgt voor een voorbereide leeromgeving en zorgt ervoor dat het kind
zelf kan beschikken over diverse materialen. Ook kan de leerkracht belangstelling
opwekken bij het kind voor bepaald materiaal door dit ‘op grootse wijze’ aan te
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 104
bieden. Het aanbieden van de leerstof moet aansluiten bij de wijze van
kennisverwerving van het kind. Voor de jongere kleuter is dat via motoriek en
zintuigen, voor de oudere kleuters via het geheugen. Om de mindmap ook voor de
jongste kleuters interessant te maken, is het belangrijk deze zo concreet en tastbaar
mogelijk te maken.
Als kinderen eenmaal zelfstandig kunnen werken, ligt de activiteit vooral bij de
kinderen. De leerkracht observeert de kinderen in hun activiteit. Het voornaamste
doel van observeren is dat de leerkracht zich beter kan inleven in het kind en zo beter
in staat is het kind verder te helpen in zijn ontwikkeling. De juiste houding van de
leerkracht die observeert is met geduld, met respect voor het kind, met interesse en
verwondering, met precisie en wetenschappelijkheid en tot slot met bescheidenheid.
Help mij het zelf te doen
Hét motto van Maria Montessori is ‘Help mij het zelf te doen!’ Hierbij is de leerkracht
verantwoordelijk voor de randvoorwaarden, zoals hierboven genoemd, zodat het
kind ook daadwerkelijk zelfstandig aan het werk kan. Wanneer de leerkracht leerstof
aanbiedt, richt dit zich vooral op het geven van ideeën en het aanbieden van
basisbegrippen, waarmee het kind zelfstandig aan de slag kan. Ook hierbij kan de
mindmap een kader bieden voor het kind om daarna zelf aan de slag te gaan.
Individueel lesje Een individueel lesje kenmerkt zich door kortheid, eenvoud en objectiviteit. Bij het
geven van een individueel ‘lesje’ met ontwikkelingsmateriaal worden twee fasen
onderscheiden. De eerste fase richt zich op verkenning van het materiaal. Pas
wanneer de eerste fase is voltooid worden handelingen en voorwerpen van naam
voorzien. Deze naamgeving verloopt in drie trappen:
Eerste trap: associatie van de zintuiglijke waarneming met de naam
Tweede trap: herkenning van het voorwerp of de handeling door het noemen
van de naam (receptief gebruik)
Derde trap: het onthouden van de naam (productief gebruik)
Ook bij de experimentele mindmaplessen is het belangrijk rekening te houden met
deze eerste fase van verkenning van het materiaal. Pas als de kinderen gewend zijn
aan de (techniek van de) mindmap, kun je de mindmap gaan inzetten voor het
behalen van inhoudelijke doelen.
Groepsles Het doel van deze groepslessen is dat het kind op basis van de verkregen informatie
zelfstandig doorgaat met het onderwerp. Dergelijke groepslessen gaan volgens het
stramien: voordoen, nadoen en verwoorden. Deze ontwikkelingslessen worden
gestructureerd rond een bepaald thema, waarbij de nadruk ligt op de samenhang van
de delen met elkaar en met het totaal. (Moorman, 1998) Met name in deze lessen zal
de mindmap een positieve bijdrage kunnen leveren in het visualiseren van de
samenhang van de delen met het totaal.
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 105
De aangeboden leerstof van een groepsles omvat de essentie van wat het kind gaat
leren. In dit geval is de mindmap een goede manier om tot de essentie van de
leerstof te komen in de voorbereiding van de lessen. De aanbieding van de leerstof is
vervolgens de aanzet voor het kind om zelf verder hierop door te gaan. Het kind kan
dus een andere richting uitgaan dan de leerkracht oorspronkelijk bedacht had. In alle
gevallen heeft de leerkracht een dienstbare houding en staat hij klaar om het kind
hulp te bieden indien nodig.
HET ONDERWIJS AAN KLEUTERS OP DE BOOG
Op Montessorischool De Boog wordt in de onderbouw grotendeels volgens het
gedachtegoed van Maria Montessori gewerkt. Dit betekent dat het bekende
montessori-ontwikkelingsmateriaal overzichtelijk in kasten geordend is, zodat de
kinderen zelf hun werk kunnen kiezen en pakken.
Een groot deel van de dag is er gelegenheid voor de kinderen zelfstandig aan de slag
te gaan met de werkjes uit de diverse kasten. De leerkracht stimuleert de
zelfwerkzaamheid en begeleidt kinderen waar nodig bij hun keuze. Ook geeft zij in
deze zelfstandig werken-periode kleine individuele lesjes, zodat het kind zelf aan de
slag kan met het materiaal. Daarnaast worden ook regelmatig groepslessen
gehouden. Dit kunnen korte taal- of rekenoefeningen zijn, maar ook een
kringgesprek over bepaalde onderwerpen uit de belevingswereld van de kinderen.
Zorg voor de omgeving
De kinderen hebben ieder een kleedje op hun tafel met daarop een plantje. Zij zijn
verantwoordelijk voor de verzorging van de plant. Daarnaast heeft elk kind een
klassentaak toegewezen gekregen. Dit kan zijn het klaarzetten van de prullenbak
voor de afval van het eten & drinken of de eindcontrole over de inrichting van één
van de kasten.
Zintuiglijk
Het zintuiglijke materiaal bestaat onder andere uit cilinderblokken, gehoorkokers,
kleurendozen. Met al deze materialen ontwikkelen de kinderen hun zintuiglijke
waarneming en motoriek, waarmee ze uiteindelijk tot ordening van het materiaal
komen. De kleuters die net op school komen, beginnen vaak met dit materiaal.
Taal
In de onderbouw van De Boog krijgen kinderen de letters aangeboden. Dit gebeurt
op individuele basis en pas wanneer het kind eraan toe is. Aan het einde van de
onderbouwperiode kunnen de meeste kinderen een vijftiental letters herkennen en
kunnen ze klankzuivere m-k-m woorden lezen. Ook het schrijven wordt geoefend.
Met de schuurpapieren letters, de zandtafel of het krijtbord, maar ook met een
werkschriftje wordt het schrijftraject ingeoefend. Woordenschatlessen worden op
twee manieren aangeboden. De eerste manier is de namenlesjes behorende bij het
ontwikkelingsmateriaal. De tweede manier is een kringgesprek over een bepaald
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 106
thema. Er is op De Boog geen structureel programma voor woordenschatonderwijs.
Meestal wordt een thema gekozen dat op dat moment speelt in de groep.
Rekenen
Op De Boog is veel materiaal aanwezig om het kind inzicht te geven in de getallenlijn,
hoeveelheden als meer en minder en het tientallig stelsel. Kinderen kunnen
stapsgewijs hun rekenvaardigheid ontwikkelen door eerst met concreet materiaal
aan de gang te gaan en uiteindelijk stapje voor stapje steeds abstracter te werken
totdat zij zelfstandig sommen kunnen maken in hun schrift. Aan het einde van de
onderbouwperiode kunnen veel kinderen met behulp van een rekenrek sommen tot
10 maken. Het materiaal in de rekenkast bereidt ook voor op ruimtelijk inzicht door
bijvoorbeeld de tweeterm en drieterm kubussen.
Kosmisch onderwijs
Het kosmische onderwijs richt zich op de omgeving van het kind (aardrijkskunde,
geschiedenis, natuur & techniek en verkeer). Het start vanuit het grote geheel en pas
daarna wordt ingezoomd op een detail. Zo wordt de nadruk gelegd op onderlinge
samenhangen en wetmatigheden. Vooral in de tweede fase van 6 tot 12 jaar heeft
het kind een grote drang tot kennisverwerving op allerlei gebied. Voor de kleuters is
vooral hun directe alledaagse leefomgeving interessant. Dit kunnen lessen zijn over
tanden wisselen, klokkijken, de dagen van de week en de seizoenen. Het kosmische
onderwijs geeft kinderen houvast om alle kennis en kunde die het verwerft in een
zinvolle context te plaatsen. Ook hier kan de mindmap worden ingezet om de
kinderen te helpen het grote geheel te zien.
Sociaal-emotionele ontwikkeling
De Boog verschilt niet van andere basisscholen als het gaat om aandacht voor de
sociaal-emotionele ontwikkeling. Vanuit de visie van Montessori worden de kinderen
begeleid bij hun ontwikkeling tot verantwoordelijke medeburgers, die met zorg
omgaan met hun fysieke en sociale omgeving. De klassentaken bij De Boog zijn dan
ook een belangrijk middel om een gevoel van verantwoordelijkheid te creëren bij
kinderen, naast het feit dat de handeling zelf ook een oefening is.
Vrijheid in gebondenheid betekent bij De Boog dat kinderen vrij zijn om zelf hun
keuzes te maken voor hun werk, maar dat zij leren rekening te houden met hun
omgeving. Vrijheid is dus geen absolute vrijheid, omdat het kind altijd deel uitmaakt
van de groep. Dit betekent dat kinderen erop letten dat ze andere kinderen, die
geconcentreerd aan het werk zijn, niet onnodig storen. Ook leren ze omgaan met
uitgestelde aandacht. In kringgesprekken leren kinderen praten in de kring en naar
elkaar te luisteren.
Hoewel het onderwijs individueel wordt aangeboden, wordt samenwerking zeker
gestimuleerd. Kinderen kunnen van elkaar leren, vooral ook omdat kleuters in hun
ontwikkeling enorm van elkaar kunnen verschillen. Waar kinderen graag willen
samenwerken aan een werkje wordt dit dus zeker gestimuleerd mits de
samenwerking een toegevoegde waarde heeft voor beide kinderen.
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 107
7.6 B I JLAGE VI U ITWERKING MINDMAPLESSEN
MINDMAPLES 1A: INTRODUCTIE PROCES BOODSCHAPPEN DOEN FLANELBORD
Onderwerp Introductie proces boodschappen doen Doelgroep 1 & 2
Kerndoel Kerndoel 1: De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren
tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven.
Kerndoel 2: De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren.
Kerndoel 12: De leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder ‘woordenschat’ vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken over taal te denken en te spreken.
Kerndoel 35: De leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument.
Doel(en) Aan het eind van deze les weten de kinderen de verschillende stappen in het proces van boodschappen doen te onderscheiden.
De kinderen kennen de woorden en begrippen, zoals genoemd in woordcluster 1 Duur 25 min Werkvorm grote kring Materialen Flanelbord met beeldkaarten boodschappen doen
In supermarkthoek: o potlood en papier voor boodschappenlijst o portemonnee o boodschappentas o winkelwagen/ winkelmand o kassa o kassabon o muntje
Voorbereiding Zet het flanelbord voor het digibord en leg de beeldkaarten boodschappen doen (excl. lege flessen terugbrengen) klaar.
Script voor semantiseren aangeboden woorden bij de hand. Beschrijving les Introductie
Vertel dat je gisteravond eten wilde koken, maar dat je in de voorraadkast keek en toen zag dat die bijna leeg was. Gelukkig lag er in de koelkast nog een stuk worst en een stuk kaas, dus heb je nog wat kunnen eten. Voor vanavond wil je graag wel een goede maaltijd maken, maar dan moeten de voorraadkast en de koelkast wel weer gevuld worden. Hoe kunnen we dat bereiken? Laat kinderen met oplossingen komen.
Uitvoering
Laat de kinderen zelf de verschillende aspecten van boodschappen doen benoemen. Het geeft niet als dit niet in de juiste chronologische volgorde gebeurt.
Zodra een kind een aspect van het boodschappen noemt, toon je de daarbij behorende beeldkaart en benoem je de stap kort en kernachtig. Semantiseer de begrippen volgens het script.
Plaats de beeldkaart op het flanelbord in de mindmap op de juiste plaats.
Als alle stappen geweest zijn en alle beeldkaarten op het flanelbord in de mindmap zijn geplaatst, neem je met de kinderen het proces van boodschappen van begin tot het eind nog een keer door. Kunnen de kinderen de mindmap al een beetje ‘lezen’?
Afsluiting
Rond af door het flanelbord op een zichtbare plek in de klas te zetten, zodat de kinderen er naar kunnen kijken wanneer ze willen.
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 108
Attendeer de kinderen erop dat ze deze stappen ook in de supermarkthoek kunnen uitspelen. Als ze het niet meer weten, kunnen ze altijd even kijken op de mindmap.
Evaluatie Het uitbeelden van de aangeboden begrippen werkte heel goed. Dat dit vervolgens gevolgd werd met een bijbehorende beeldkaart maakte dat de kinderen het begrip en beeld aan elkaar konden koppelen (zeer goed voor de woordenschatopbouw). De beelden werden bovendien geplaatst in een samenhangend geheel en het flanelbord werkte goed om dit zichtbaar te maken. De aangeboden begrippen konden zo in een netwerk worden aangeboden, waardoor de kans groter is dat de kinderen de aangeboden begrippen onthouden.
Het flanelbord is vrij groot. Dit had ik speciaal gedaan om ervoor te zorgen dat de beeldkaarten ook voor de kinderen achter in de klas goed duidelijk waren. Nadeel is dat het bord veel ruimte in beslag neemt, vooral ook omdat hij op de grond staat met een standaard. Beter is om een plek aan de muur te zoeken waar het bord opgehangen kan worden (op ooghoogte van het kind).
De truc met klittenband werkte helaas niet. De gelamineerde kaarten bleven niet goed hangen op het flanellen bord. Ik heb dit uiteindelijk opgelost met punaises. Nadeel is dat kinderen er dan niet zelf mee aan de slag kunnen gaan, wat eigenlijk wel de opzet was.
Positief punt is dat het flanelbord ook na de les en gedurende het thema in de klas beschikbaar blijft voor de kinderen. Als ze willen kunnen ze er gebruik van maken en ook in de klassengesprekken het gebruiken als geheugensteun (consolideren). Voorwaarde is wel dat het bord niet ‘in de weg’ staat.
De kinderen waren zeer betrokken. Ze deden actief mee en konden veel zelf benoemen vanuit hun eigen belevingswereld. Dit maakte dat het onderwerp goed ging leven.
Foto’s
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 109
MINDMAPLES 1B: PROCES BOODSCHAPPEN DOEN DIGIBORD
Onderwerp proces boodschappen doen Doelgroep 1 & 2 Kerndoel Kerndoel 1: De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren
tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven.
Kerndoel 2: De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren.
Kerndoel 12: De leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder ‘woordenschat’ vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken over taal te denken en te spreken.
Kerndoel 35: De leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument.
Doel(en) Aan het eind van deze les weten de kinderen de verschillende stappen in het proces van boodschappen doen te onderscheiden.
De kinderen kennen de woorden en begrippen, zoals genoemd in woordcluster 1 Duur 25 min Werkvorm grote kring Materialen Digibord presentatie PP met cyclus boodschappen doen
In supermarkthoek: o potlood en papier voor boodschappenlijst o portemonnee o boodschappentas o winkelwagen/ winkelmand o kassa o kassabon o muntje
Voorbereiding Zet op het digibord de presentatie proces boodschappen doen klaar
Script voor semantiseren aangeboden woorden bij de hand. Beschrijving les Introductie
Vertel dat je gisteravond eten wilde koken, maar dat je in de voorraadkast keek en toen zag dat die bijna leeg was. Gelukkig lag er in de koelkast nog een stuk worst en een stuk kaas, dus heb je nog wat kunnen eten. Voor vanavond wil je graag wel een goede maaltijd maken, maar dan moeten de voorraadkast en de koelkast wel weer gevuld worden. Hoe kunnen we dat bereiken? Laat kinderen met oplossingen komen.
Uitvoering
Laat de kinderen zelf de verschillende aspecten van boodschappen doen benoemen. Begeleid de kinderen door het stellen van de juiste vragen bij het nemen van logische denkstappen; Als je wat wilt eten, maar de voorraad kast thuis is leeg, wat moet je dan doen? Antwoord: voorraadkast vullen. Hoe kun je dat doen? Mogelijke antwoorden: lenen bij de buren, boodschappen doen. Zo loods je ze door het hele proces van boodschappen doen heen.
Zodra een kind een aspect van het boodschappen noemt, toon je de daarbij behorende beeldkaart en benoem je de stap kort en kernachtig. Semantiseer de begrippen volgens het script.
Bij elke stap in het proces van boodschappen doen laat je een bijbehorend beeld zien.
Als alle stappen geweest zijn en de hele cyclus op het digibord te zien is, neem je met de kinderen het proces van boodschappen van begin tot het eind nog een keer door. Kunnen de kinderen de mindmap al een beetje ‘lezen’?
Extra oefening: noem de ontbrekende stap. Laat cyclus zien, waarbij steeds een andere stap ontbreekt. Kunnen de kinderen deze stap noemen?
Afsluiting
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 110
Rond af door de kinderen te laten zien dat je van de afbeeldingen op het digibord ook een gelamineerde versie hebt. Deze komen in de juiste volgorde in de winkelhoek te hangen, zodat de kinderen deze kunnen gebruiken als geheugensteun bij hun rollenspel.
Attendeer de kinderen erop dat ze deze stappen ook in de supermarkthoek kunnen uitspelen. Als ze het niet meer weten, kunnen ze altijd even kijken op de mindmap.
Evaluatie Het uitbeelden van de aangeboden begrippen werkte heel goed. Dat dit vervolgens gevolgd werd met een bijbehorende beeldkaart maakte dat de kinderen het begrip en beeld aan elkaar konden koppelen (zeer goed voor de woordenschatopbouw).
De vormgeving (de cyclus, met de klok mee) ondersteunde de chronologische samenhang tussen de verschillende stappen in het proces van boodschappen doen.
Het digibord is zo opgehangen dat het voor alle kinderen goed zichtbaar is. In deze les was het niet de bedoeling dat kinderen zelf met het digibord hoefden te werken. Voor mij als leerkracht was met één druk op de knop de volgende stap zichtbaar te maken.
Door gebrek aan een echt mindmapprogramma, heb ik gebruik gemaakt van een PowerPointpresentatie. Hierdoor had ik twee grote beperkingen:
de volgorde van de stappen lag van tevoren vast en was niet flexibel in te zetten, waardoor de regie bij mij als leerkracht kwam te liggen en niet bij de kinderen. Het gebruik van de voorkennis van de kinderen kwam zo minder goed uit de verf.
mochten kinderen met iets nieuws komen, dat ik van tevoren niet had bedacht, dan was het niet makkelijk geweest om de mindmap daar ter plekke op aan te passen.
De digitale versie is bovendien niet tastbaar voor de kinderen. Bovendien kijken de kinderen er van een afstandje naar, waardoor ze er minder makkelijk één mee kunnen worden. Zie verder observatieschema MMles 1b
Afbeeldingen
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 111
MINDMAPLES 2: AFDELINGEN VAN DE SUPERMARKT FLANELBORD
Onderwerp Afdelingen van de supermarkt
Doelgroep 1 & 2 Kerndoel Kerndoel 1: De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren
tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven.
Kerndoel 2: De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren.
Kerndoel 12: De leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder ‘woordenschat’ vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken over taal te denken en te spreken.
Kerndoel 35: De leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument.
Doel(en) Aan het eind van deze les weten de kinderen
dat de producten in de supermarkt niet zomaar door elkaar in de winkel staan, maar geordend zijn volgens de vijf belangrijkste afdelingen, namelijk groente & fruit, vlees, zuivel, brood en houdbaar.
vijf verschillende producten bij de juiste afdeling te plaatsen. Duur 20 min Werkvorm grote kring Materialen Boodschappentas met 15 producten, 3 voor elke afdeling
Flanelbord met beeldkaarten afdelingen
5x5 producten gelamineerd
Reclamefolders, gekleurde papieren rondjes, schaar en lijm
Enkele vellen, gekopieerde mindmap afdelingen supermarkt op A3 formaat
Individuele werkjes o sorteerspel met hoepels o lottospel o bouwhoek: looproute en afdelingen o leesrups o werkboekje groep 2 o werkboekje groep 1 o boodschappenlijst stempelen o computer Alles Telt o verteltafel o knijpkaarten
Voorbereiding Gevulde boodschappentas bij de hand
Zet het flanelbord voor het digibord met de vijf afdelingen erop
Semantiseerscript woordcluster 3
Boodschappenlijst van elke afdeling minimaal 2 producten
Gelamineerde producten Beschrijving les Introductie
Vertel dat je vanochtend alvast een boodschappenlijst hebt gemaakt met boodschappen die je nodig hebt. Na schooltijd wil je de boodschappen gaan doen, maar je hebt niet veel tijd en wil zo snel mogelijk door de winkel gaan. Het is dan wel handig als je weet waar je alle spullen kan vinden. Gelukkig staan de producten niet kriskras door de winkel, maar liggen ze meestal op een logische plek. Net als thuis, daar heeft alles ook een vaste plek.
Uitvoering
Vraag de kinderen of ze producten kunnen noemen die ze vaak bij elkaar in de winkel zien liggen en stuur uiteindelijk naar de vijf afdelingen.
Laat de vijf afdelingen zien op de MM en benoem deze.
Maak vervolgens de boodschappentas leeg, laat de kinderen noemen wat het is en zet de producten op de tafel. Vraag de kinderen of ze weten welke producten bij
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 112
elkaar horen. Geef enkele kinderen de beurt om de producten te sorteren. Laat ze daarbij ook de vijf afdelingen gebruiken zoals op het flanelbord aangegeven. Als alle boodschappen zijn gesorteerd volgens de vijf afdelingen, rond je de kringactiviteit af.
Afsluiting
Pak de gelamineerde (5x5) producten erbij en laat enkele producten zien. Vraag aan de kinderen of ze weten bij welke afdeling deze hoort. Het kind dat het goede antwoord geeft, mag het product in de MM plaatsen op de juiste plek. Vertel dat tijdens de zelfstandig werken periode twee kinderen met het flanelbord mogen werken en de afbeeldingen van de producten bij de juiste afdeling mogen plakken.
De kinderen mogen ook uit reclamefolders enkele producten knippen. Als ze weten bij welke afdeling dit hoort, mogen ze dit aan mij komen vertellen. Ze krijgen dan een achtergrondpapiertje in de kleur van de afdeling. De kinderen plakken vervolgens hun product op dit papiertje en plaatsen het op de juiste plek in de MM.
Andere kinderen kunnen hetzelfde doen met een papieren versie van de mindmap. Evaluatie Van de vorige keer had ik geleerd dat het voor de kinderen heel moeilijk is om de
producten ‘uit het niets’ te ordenen in de vijf afdelingen. Daarom had ik er nu voor gekozen de afdelingen van tevoren te presenteren aan de hand van de mindmap als advance organizer, zodat de kinderen dit konden gebruiken als ‘kapstok’ voor het verdelen van de producten. Dit was al moeilijk genoeg.
Zoals van tevoren ingeschat wisten de kinderen de afdelingen ‘Groente & fruit’, ‘Vlees’ en ‘Brood’ zelf te benoemen. De overige afdelingen, ‘Zuivel’ en ‘Houdbaar’ hadden meer uitleg nodig. De voorbeelden van producten maakten deze uitleg heel concreet.
Het flanelbord is aantrekkelijk materiaal en nodigt kinderen uit om ermee aan de slag te gaan. Jammer dat het klittenbandsysteem niet afdoende werkte.
Leuk om te zien dat de duo collega op de andere dagen ook met dit concept is verder gegaan.
Het consequent gebruiken van steeds dezelfde afbeeldingen in de verschillende werkvormen (flanelbord en papieren versie) maakt dat de kinderen de afdelingen steeds beter gaan herkennen.
Foto’s
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 113
MINDMAPLES 3: AFDELINGEN VAN DE SUPERMARKT LIEDJE
A12: aanleren liedje ‘Ga je mee naar de supermarkt?’
Leerlijn Kerndoel 1: De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven.
Kerndoel 12: De leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder ‘woordenschat’ vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken over taal te denken en te spreken.
doel De kinderen leren het liedje ‘Ga je mee naar de supermarkt?’ zingen
De kinderen hebben plezier in het zingen van het liedje en het bedenken van producten bij een categorie/ afdeling
De kinderen leren op de maat te klappen en op de accenten ‘su-per-markt’. ‘ko-pen’, ‘li-mo-na-de’ en ‘cho-co-la-de’ (auditieve analyse)
De kinderen leren de woorden te hakken in woordstukjes en kunnen aangeven uit hoeveel woordstukjes het woord is opgebouwd (auditieve analyse/ taalbewustzijn)
De kinderen consolideren het woord /schap/ en de vijf afdelingen in de supermarkt.
De kinderen kunnen minimaal 5 producten benoemen bij elke afdeling.
werkvorm kleine kring flanelbord met afdelingen en producten als geheugensteun
omschrijving Ik leer de kinderen het liedje ‘Ga je mee naar de supermarkt?’ aan
Er wordt geklapt op de maat en bij de dikgedrukte woorden wordt er geklapt op de woordstukjes.
Daarna vraag ik of een kind weet uit hoeveel stukjes het woord bestaat. Ik herhaal het woord nogmaals met de klappen erbij.
Na de zin ‘wat ligt er in het schap?’ Vraag ik de kinderen om om de beurt een product te noemen dat in het schap van een bepaalde afdeling ligt.
Ik daag de kinderen uit om een zo lang mogelijke rij met producten te noemen. Laat duidelijk op de vingers zien hoeveel producten de kinderen al hebben genoemd. Het product mag nog niet door een ander gezegd zijn (geheugen) en het product moet voorkomen op de bewuste afdeling.
De mindmap met de afdelingen en enkele producten staat voor de klas gereed en de kinderen kunnen deze gebruiken als geheugensteun.
Noemen de kinderen nieuwe producten die nog niet op het flanelbord staan, dan hangen we die ook in de MM.
Dit herhalen we waarbij de kinderen hun gezamenlijke record steeds proberen te verbeteren.
rol leerkracht De leerkracht zingt het liedje voor en de kinderen mogen meezingen, zodra ze het liedje al enigszins kennen. Naarmate de kinderen het liedje vaker zingen, kan de zang van de leerkracht meer op de achtergrond plaatsvinden totdat de kinderen het lied zelf kennen.
De leerkracht bedenkt steeds een afdeling en de kinderen benoemen de bijbehorende producten.
De leerkracht motiveert de kinderen om zoveel mogelijk verschillende producten te noemen
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 114
MINDMAPLES 4: AFDELINGEN VAN DE SUPERMARKT INDIVIDUEEL
MM les 4: Mindmap plakken met producten per afdeling
Leerlijn Kerndoel 10: De leerlingen leren bij de doelen onder ‘mondeling taalonderwijs’ en ‘schriftelijk taalonderwijs’ strategieën te herkennen, te verwoorden, te gebruiken en te beoordelen.
Kerndoel 12: De leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder ‘woordenschat’ vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken over taal te denken en te spreken.
doel Consolideeroefening: de kinderen leren afbeelding van diverse producten bij de juiste afdeling te plaatsen in de mindmap
De kinderen kunnen de vijf afdelingen benoemen: Groente & fruit, vlees, brood, zuivel en houdbaar
werkvorm individueel
omschrijving De kinderen knippen producten uit reclamefolders en plakken die bij de juiste afdeling in de mindmap. Als ze dit willen mogen ze ook producten zelf tekenen in de mindmap.
Differentiatie: de kinderen kunnen zelf de producten uit de reclamefolder kiezen en zo op hun eigen niveau producten kiezen.
rol leerkracht Maak de kinderen attent op de mindmap op het flanelbord in de klas en vertel dat ze deze als geheugensteun kunnen gebruiken en leg het accent op de overeenkomst tussen de mindmap op het flanelbord en op hun A3-vel.
Kijk samen in een reclamefolder en vraag enkele kinderen aan te wijzen bij welke afdeling ze dit product zouden plaatsen. Besteedt aandacht aan de redenering van de kinderen.
Controleren woordenschat: als een kind zijn mindmap gereed heeft, laat dan zien aan het kind dat je de mindmap goed kan gebruiken: vertel dat als je boodschappen gaat doen en je …… gaat halen (noem een product dat het kind op de mindmap heeft geplakt) naar welke afdeling het kind dan moet lopen. Op deze manier kun je controleren of de namen van de vijf afdelingen inmiddels door het kind productief gebruikt kunnen worden.
afbeeldingen
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 115
MINDMAPLES 5: AFVALSCHEIDING CONCREET
Onderwerp afvalscheiding en recyclesymbolen
Doelgroep 1 + 2 Kerndoel(en) Kerndoel 1: De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren
tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven.
Kerndoel 2: De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren.
Kerndoel 3: De leerlingen leren informatie te beoordelen in discussies en in een gesprek dat informatief of opiniërend van karakter is en leren met argumenten te reageren.
Kerndoel 4: De leerlingen leren informatie te achterhalen in informatieve en instructieve teksten, waaronder schema’s, tabellen en digitale bronnen.
Kerndoel 12: De leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder ‘woordenschat’ vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken over taal te denken en te spreken.
Kerndoel 35: De leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument.
Kerndoel 37: De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen.
Kerndoel 39: De leerlingen leren met zorg om te gaan met het milieu.
Kerndoel 51: De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren.
Doel(en) Aan het einde van de les kennen de kinderen de begrippen uit woordcluster 6 + 7
De kinderen leren dat producten niet altijd zomaar weggegooid worden, maar dat het afval gescheiden wordt om hergebruikt te worden.
De kinderen maken kennis met enkele algemeen gebruikte symbolen voor afvalscheiding. (beter voor het milieu + tijdsbesef: cyclus)
De kinderen kunnen de diverse symbolen voor recycling herkennen op de verpakking van producten uit de supermarkt
De kinderen kunnen de lege verpakkingen sorteren op basis van soorten afvalproducten (papier, glas, plastic, GFT, rest)
Duur 30 min Werkvorm grote kring Materialen tafel met verschillende soorten verpakkingen/ afvalproducten (glas, blik, karton,
plastic, gft), 1 voor elk kind
5 bakken met betreffende recyclesymbool
mindmap op digibord met recycling symbolen
geplastificeerde kaarten met recyclesymbolen Voorbereiding zet de kinderen in een ruime kring met in het midden 5 lege kratten of dozen
In een tas zitten de 22 lege verpakkingen Beschrijving les Introductie
Vertel de kinderen dat je een feestje hebt gehad en dat je heel veel boodschappen had gekocht en nu ook heel veel afval hebt van lege verpakkingen. Je afvalcontainer puilt uit, er paste niets meer bij. Dus had je je buurman gevraagd of er nog een plekje in zijn container was. Toen vertelde je buurman je dat je niet zomaar alles bij elkaar kon gooien, maar dat je je afval netjes gescheiden moest weggooien. Nu heb je hier een tas met afval dat je wilt gaan scheiden, maar je weet niet zo goed hoe je dat het beste kan doen. Willen de kinderen helpen?
Uitvoering
Laat de kinderen vertellen welke verpakkingen je apart weggooit (papier, glas, plastic, groente, fruit en tuinafval, rest). Als kinderen één van deze categorieën noemen, laat je het bijbehorende symbool zien en voegt die toe aan de mindmap.
Als alle vijf de categorieën genoemd zijn, laat je de afvalkratten met de
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 116
bijbehorende symbolen zien.
Deel de verpakkingen uit aan de kinderen en laat ze kijken naar het etiket of op de verpakking en op zoek gaan naar de verschillende recyclesymbolen. Als ze er één (of meer) ontdekt hebben, steken ze hun vinger op. Laat ze het juiste symbool aanwijzen op het digibord in de mindmap.
Afsluiting
Om de beurt mogen de kinderen de lege verpakkingen in de juiste afvalkrat leggen, zodat aan het eind de hele tas met afval keurig gescheiden is.
Vertel dat deze week de afvalkratten in de klas blijven en dat het afval netjes gescheiden wordt. Papier deden de kinderen al keurig in de krat, maar nu ook GFT en plastic.
Vervolgactiviteit: bij het komende pauzehapje kun je de kinderen erop attent maken op de verpakking van hun pauzehapje te kijken en ook op zoek te gaan naar de recyclesymbolen. In welke krat moet je lege verpakking van je pauzehapje?
Evaluatie De kinderen vonden het erg leuk om op zoek te gaan naar de symbolen op de verpakkingen. Ook ‘s middags zochten ze spontaan naar de recyclesymbolen op verpakkingen in de winkelhoek en van hun pauzehapje.
De mindmap in digitale vorm werkte goed, vooral omdat ik de plaatjes van tevoren had klaargezet en ik ze met één druk op de knop aan de mindmap kon toevoegen.
Ik heb de al aanwezige papierbak en gewone prullenbak gebruikt in de les, omdat de kinderen dit al gewend zijn. Door het betreffende recyclesymbool erop te plakken, werd de nieuwe kennis direct gekoppeld aan de al aanwezige kennis van kinderen. Daardoor pakten de kinderen de overige drie (nieuwe) categorieën ook heel snel op.
Tijdens het buiten spelen in de dagen erna, waren er enkele kinderen die afval aan het verzamelen waren. Zij mochten dit van mij binnen in de juiste krat weggooien.
De kinderen corrigeerden elkaar als er een bananenschil per ongeluk in de restafvalbak terecht kwam. Het onderwerp leefde enorm onder de kinderen.
Foto’s
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 117
MINDMAPLES 6: AFVALSCHEIDING CONCREET
MM6: Herhalingsles thema boodschappen doen
Doelgroep 1 + 2 Kerndoel(en) De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die
informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven.
De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren.
De leerlingen leren informatie te achterhalen in informatieve en instructieve teksten, waaronder schema’s, tabellen en digitale bronnen.
6) De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het lezen van school- en studieteksten en andere instructieve teksten, en bij systematisch geordende bronnen, waaronder digitale bronnen.
12) De leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder ‘woordenschat’ vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken over taal te denken en te spreken.
Doel(en) Aan het einde van deze les weten de kinderen op te noemen wat ze allemaal de afgelopen drie weken hebben geleerd over het thema boodschappen doen. De kinderen hebben een totaalbeeld gekregen van alle aangeboden stukjes leerstof en kunnen de samenhang hiertussen zien.
Duur 25 min Werkvorm grote kring Materialen Flanelbord met de afbeeldingen van de basis woordenclusters
punaises
beeldkaarten van alle afbeeldingen die we de afgelopen drie weken hebben gebruikt
Voorbereiding Zet de kinderen in de kring met het gezicht naar het flanelbord
Houdt de beeldkaarten en de punaises bij de hand Beschrijving les Introductie
Neem samen met de kinderen de afgelopen drie weken door over het thema Boodschappen doen’; waar hebben we het allemaal over gehad en wat hebben we geleerd? Vestig de aandacht op het flanelbord en vraag of ze kunnen vertellen waar een bepaalde afbeelding voor staat. Laat kinderen zelf de onderwerpen benoemen die de afgelopen drie weken de revue zijn gepasseerd:
boodschappen doen o boodschappenlijst maken o winkelwagentje pakken
producten groeperen per afdeling o Groente & fruit o Vlees o Brood o Zuivel o Houdbaar
producten prijzen: o prijskaartje o streepjescode o aanbiedingen en reclameposter
betalen met geld: o contant of pinnen o 1, 2 en 5 euro biljetten o wisselgeld o kassabon o vals geld
afval scheiden:
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 118
o papier o plastic o glas o GFT o rest
lege flessen inleveren: o recycling/ hergebruiken o statiegeld o flessenbon o magazijn o vakkenvullen
Uitvoering
Wanneer alle bovenstaande clusters kort doorgenomen zijn, deel je de overige afbeeldingen willekeurig uit. Ieder kind krijgt één afbeelding.
Om de beurt laat het kind zijn afbeelding zien aan de klas en mag hij vertellen wat hij weet over dit plaatje. Andere kinderen mogen hem helpen/ aanvullen.
Herhaal of vat eventueel samen wat de kinderen in eigen woorden vertellen.
Vervolgens mag het kind de plek aanwijzen op het flanelbord waar zijn kaartje bij hoort.
Op deze manier worden alle afbeeldingen besproken en in de mindmap geplaatst. Afsluiting Als alle onderwerpen genoemd zijn en op het flanelbord met beeldkaarten zijn toegevoegd, maak je de kinderen erop attent hoeveel ze geleerd hebben. Benoem de activiteiten, waarmee ze aan de slag zijn geweest:
een boodschappentas gemaakt
boodschappenlijst gestempeld
boodschappen gedaan in de winkelhoek
producten in de winkelhoek gesorteerd op afdeling
De voorraad in de winkel gecontroleerd en aangevuld
Een supermarkt nagebouwd in de bouwhoek met de afdelingen
De supermarkt bevoorraden via het magazijn
Producten wegen
producten prijzen met prijskaartjes en streepjescodes
Producten in de aanbieding gedaan en aanprijzen
Reclameposter gemaakt
Uitgerekend hoeveel de boodschappen kosten
boodschappen op verschillende manieren betaald met geld of met pinnen
Een portemonnee gemaakt
Afval gescheiden, ook het afval van het pauzehapje
lege flessen ingeleverd bij de supermarkt Evaluatie Deze les was een goede gelegenheid om te evalueren wat er de afgelopen drie
weken is blijven hangen bij de kinderen.
De kinderen hebben in eigen woorden geformuleerd wat ze gezien en geleerd hebben.
Vooral de afdelingen zijn bij veel kinderen goed overgekomen. Hier heb ik ook de meeste consolidatieoefeningen mee gedaan.
De bedoeling was dat de kinderen, wanneer ze een onderdeel benoemd hadden, zelf de bijbehorende afbeelding op het flanelbord mochten plakken. Maar doordat de oorspronkelijke constructie met klittenband niet werkte en ik als alternatief met punaises moest werken, was dit minder geschikt om aan de kinderen zelf over te laten.
Ik heb daarom de afbeeldingen zelf in de mindmap geplaatst, nadat het kind de plek wel had aangewezen.
Er waren genoeg afbeeldingen, zodat alle kinderen een keer aan de beurt zijn geweest.
Over het algemeen hebben de kinderen alle onderwerpen benoemd die de
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 119
afgelopen weken aan de orde zijn geweest. Met de steun van de afbeeldingen konden de kinderen de kennis redelijk makkelijk ophalen.
Over enkele weken (buiten het tijdsbestek van dit onderzoek) ga ik nog een keer een herhalingsles doen, maar dan start ik met een lege mindmap. Ik ben benieuwd hoeveel er dan nog is blijven hangen.
Foto’s
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 120
7.7 B I JLAGE VII OVERZICHT RESULTATEN MINDMAPLESSEN PER KI JKPUNT
K: kosmisch onderwijs W: woordenschatonderwijs F: Flanelbord D: digibord P: papieren versie C: concreet materiaal GK: grote kring KK: kleine kring IN: individueel
-- : totaal niet/ geen - : nauwelijks/ weinig 0 : neutraal/ niet negatief, niet positief + : enigszins ++ : veel/ heel goed
Invullen bij vak/ medium / werkvorm: -2 : grote negatieve invloed op kijkpunt -1 : enige negatieve invloed op kijkpunt 0 : geen invloed op kijkpunt 1 :enige positieve invloed op kijkpunt 2: grote positieve invloed op kijkpunt
FUNCTIE MINDMAP ALS ADVANCE ORGANIZER
Herkenbaarheid
Is de structuur eenvoudig en herkenbaar?
MM-lesnummer vak medium werkvorm -- - 0 + ++
MM1: proces boodschappen doen K (0) F (2) GK (1) X
MM1b: proces boodschappen doen K (1) D(1) GK (1) X
MM2: afdelingen supermarkt W(1) F(1) GK(1) X
MM3: afdelingen supermarkt W(2) F(2) KK(1) X
MM4: afdelingen supermarkt W(1) P(1) IN(0) X
MM5: afvalscheiding K(0) C(-1) KK(2) X
MM6: samenvatting themalessen K+W (1) F(2) GK(1) X
Is dezelfde structuur ook voor andere doeleinden inzetbaar?
MM-lesnummer vak medium werkvorm -- - 0 + ++
MM1: proces boodschappen doen K (0) F (-1) GK (1) X
MM1b: proces boodschappen doen K (0) D(1) GK (1) X
MM2: afdelingen supermarkt W(0) F(1) GK(1) X
MM3: afdelingen supermarkt W(1) F(2) KK(1) X
MM4: afdelingen supermarkt W(1) P(1) IN(0) X
MM5: afvalscheiding K(2) C(1) KK(2) X
MM6: samenvatting themalessen K+W (0) F(2) GK(1) X
Algemeen: - In alle lessen is de structuur door de MM eenvoudig en herkenbaar. - Structuur kan ook voor andere doeleinden ingezet worden: consequent gebruik kleuren en beelden. - Bij digitale variant + flanelbord ev. foto/ print maken van MM zodat deze ook in andere werkvormen
ingezet kan worden. Vak: - MM vooral positieve bijdrage als advance organizer bij woordenschatonderwijs. Medium: - MM in alle verschijningsvormen eenvoudig en herkenbaar, mits consequent gebruik kleuren en beelden - Digibord leent zich niet goed voor verwerking. Wel MM van digibord te gebruiken in andere werkvorm
door print/ foto te maken. Werkvorm:
- Alle drie werkvormen hebben positieve invloed op herkenbaarheid van structuur.
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 121
Activeren voorkennis
Kunnen kinderen hun ervaringen en kennis delen met elkaar?
MM-lesnummer vak medium werkvorm -- - 0 + ++
MM1: proces boodschappen doen K (2) F (2) GK (2) X
MM1b: proces boodschappen doen K (2) D(-2) GK (2) X
MM2: afdelingen supermarkt W(2) F(2) GK(2) X
MM3: afdelingen supermarkt W(2) F(2) KK(2) X
MM4: afdelingen supermarkt W(1) P(2) IN(-2) X
MM5: afvalscheiding K(2) C(0) KK(1) X
MM6: samenvatting themalessen K+W (0) F(1) GK(2) X
Is er ruimte voor eigen inbreng?
MM-lesnummer vak medium werkvorm -- - 0 + ++
MM1: proces boodschappen doen K (2) F (2) GK (2) X
MM1b: proces boodschappen doen K (2) D(-2) GK (-1) X
MM2: afdelingen supermarkt W(2) F(2) GK(2) X
MM3: afdelingen supermarkt W(2) F(1) KK(2) X
MM4: afdelingen supermarkt W(0) P(1) IN(2) X
MM5: afvalscheiding K(1) C(0) KK(1) X
MM6: samenvatting themalessen K+W (0) F(0) GK(2) X
Algemeen: - In meeste lessen wordt voorkennis geactiveerd door ervaringen en kennis te delen. Alleen in MM1b niet,
vanwege starheid digitale versie en in MM4, vanwege werkvorm individueel. In MM4 kan dit ev. nog gestimuleerd worden in tweegesprek LK-LL of door nabespreking voor de klas.
- Over algemeen ruimte voor eigen inbreng, behalve weer MM1b, door beperkingen gebruikte medium (ev. oplossen door gebruik database met plaatjes) en MM5 i.v.m. vaste structuur. Kinderen kunnen wel zelf voorwerpen erbij bedenken.
Vak: - Zowel kosmisch als woordenschatonderwijs lenen zich voor kennisuitwisseling. MM levert hierbij
positieve bijdrage, behalve digitale variant, omdat hier de volgorde van de afbeeldingen van tevoren vast lag.
- Ruimte eigen inbreng bij MM5 beperkt: basisstructuur lag vrij vast. - MM2 en MM3 (woordenschat): bieden vaste basisstructuur (advance organizer) en ruimte voor koppelen
al aanwezige kennis aan deze gegeven structuur. Medium: - Digitale versie MM minder geschikt voor activeren voorkennis, wegens beperking programma. - Flexibiliteit flanelbord (mits probleem met klittenband is opgelost) draagt bij aan kunnen aanpassen aan
inbreng kinderen, mits voldoende afbeeldingen voorhanden. Werkvorm: - Zowel grote als kleine kring geschikt voor kennisuitwisseling, mits niet te lang duren. - Individuele werkvorm: kennisdeling naderhand mogelijk bij nabespreken werk in groep. - MM6 ev. later nogmaals herhalen zonder hulp van gegeven afbeelding. Helpt herkenbare structuur van
MM nu ook nog bij ophalen info uit geheugen?
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 122
Koppelen nieuwe kennis aan bestaande kennis
Zijn aanpassingen in de mindmap makkelijk te realiseren?
MM-lesnummer vak medium werkvorm -- - 0 + ++
MM1: proces boodschappen doen K (1) F (1) GK (1) X
MM1b: proces boodschappen doen K (1) D(-2) GK (-1) X
MM2: afdelingen supermarkt W(2) F(2) GK(1) X
MM3: afdelingen supermarkt W(2) F(2) KK(1) X
MM4: afdelingen supermarkt W(2) P(2) IN(2) X
MM5: afvalscheiding K(1) C(0) KK(1) X
MM6: samenvatting themalessen K+W (0) F(2) GK(2) X
Blijft de mindmap overzichtelijk na het doen van aanpassingen?
MM-lesnummer vak medium werkvorm -- - 0 + ++
MM1: proces boodschappen doen K (-1) F (-1) GK (1) X
MM1b: proces boodschappen doen K (-1) D(1) GK (-1) - - - - -
MM2: afdelingen supermarkt W(0) F(2) GK(1) X
MM3: afdelingen supermarkt W(1) F(2) KK(1) X
MM4: afdelingen supermarkt W(2) P(2) IN(2) X
MM5: afvalscheiding K(1) C(0) KK(1) X
MM6: samenvatting themalessen K+W (0) F(0) GK(0) X
Algemeen: - MM op digibord minder star maken door structuur en volgorde niet van tevoren vast te leggen, maar ter
plekke in les te laten ontstaan. Voorwaarde: goed met PwP overweg kunnen. - Beperking flanelbord bij aanpassingen: beperkte ruimte en bij aanpassingen verandert de structuur:
draagt niet bij aan overzichtelijkheid. - Papieren versie: eenmaal geplakt, moeilijk aanpassingen te doen. Ook beperkte ruimte. - Bij MM 2 + 3: basisstructuur gegeven, alleen aanpassingen in detailstructuur zorgt voor behoud
overzichtelijkheid. Vak:
- Vooral woordenschatonderwijs leent zich goed voor gebruik MM als advance organizer: basisstructuur ligt vast, daaraan koppelen aanwezige kennis bij kleuters en ev. nog meer nieuwe woorden.
- Kosmisch in grote kring: gevaar van afdwalen van onderwerp i.v.m. ‘grenzeloosheid’ mindmappen; beperken door vastleggen basisstructuur (MM5) als advance organizer.
Medium: - Flanelbord leent zich het best voor doen van aanpassingen, m.u.v. flanelbord bij MM1 (wordt
onoverzichtelijk, omdat structuur niet duidelijk is). - Nadeel aanpassingen op flanelbord: kost tijd. Geldt ook voor MM met concreet materiaal. - Digitale mindmap kost minder tijd, mits beschikking over juiste programma en grote verzameling
beeldmateriaal. - Rekening houden met aanpassingen doen op flanelbord: structuur verandert + limiet aan
oppervlakte. Werkvorm:
- Aanpassingen doen aan MM in grote kring: moet snel kunnen gaan i.v.m. concentratieboog kleuters: beschikking hebben over verzameling gebruiksklare afbeeldingen (veel voorbereidingstijd).
- aanpassingen makkelijk realiseerbaar in individuele werkvorm of kleine kring.
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 123
FUNCTIE MINDMAP ALS GEHEUGENSTEUN
De mindmap draagt bij tot het geven van totaaloverzicht
In hoeverre draagt de vorm bij tot het geven van ‘het brede plaatje’?
MM-lesnummer vak medium werkvorm -- - 0 + ++
MM1: proces boodschappen doen K (1) F (1) GK (1) X
MM1b: proces boodschappen doen K (1) D(2) GK (1) X
MM2: afdelingen supermarkt W(2) F(2) GK(2) X
MM3: afdelingen supermarkt W(2) F(2) KK(2) X
MM4: afdelingen supermarkt W(1) P(2) IN(1) X
MM5: afvalscheiding K(2) C(2) KK(2) X
MM6: samenvatting themalessen K+W (2) F(2) GK(2) X
In hoeverre kunnen kinderen de ontbrekende stappen in het totaaloverzicht herkennen?
MM-lesnummer vak medium werkvorm -- - 0 + ++
MM1: proces boodschappen doen K (1) F (-1) GK (1) X
MM1b: proces boodschappen doen K (1) D(2) GK (1) X
MM2: afdelingen supermarkt W(1) F(1) GK(0) X
MM3: afdelingen supermarkt W(0) F(1) KK(0) X
MM4: afdelingen supermarkt W(0) P(1) IN(1) X
MM5: afvalscheiding K(0) C(0) KK(0) - - - - -
MM6: samenvatting themalessen K+W (0) F(0) GK(0) - - - - -
Algemeen: - MM in alle lessen geschikt voor geven van totaaloverzicht. - Invullen ontbrekende stappen alleen zinvol bij een (chrono)logisch verhaal in stappen. - Alleen mogelijk ontbrekende stappen herkennen als structuur duidelijk is: MM1 niet duidelijk genoeg:
cyclus geeft beter overzicht. - Bij paraplu-structuur (MM2 + 3) weglaten deel basisstructuur, zodat kinderen bij aantal producten het
verzamelbegrip kunnen invullen. Vak: - Zowel bij woordenschat als bij kosmisch onderwijs is MM in staat totaalplaatje te geven. - Woordenschatlessen: rijk overzicht van woorden = gedeelde kennis van kinderen. - Woordenschatlessen: MM als geheugensteun goed te gebruiken bij consolideeroefeningen als
‘spiekbrief’. - Woordenschatlessen: MM als evaluatiemiddel: resultaat is gezamenlijke kennis. - MM3 + MM4 (woordenschat) leent zich niet voor ontbrekende stappen signaleren. Sluit beter aan bij
kosmisch waar chronologisch proces wordt beschreven (MM1). - MM6: MM samen vullen: MM maakt visueel wat kinderen allemaal al weten. Medium: - Flanelbord: gebruik grote, duidelijke afbeeldingen zodat kinderen achter in de klas ook duidelijk kunnen
zien. - Herkennen ontbrekende stappen in MM1 niet goed mogelijk door ontbreken duidelijke structuur. Werkvorm: - MM goed in te zetten in zowel grote als kleine kring. - MM4: individueel: MM gebruiken voor tussentijds evalueren: heb ik producten van alle afdelingen?
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 124
De mindmap draagt bij tot het duidelijk maken van samenhangen
In hoeverre draagt de vorm bij aan het duidelijk maken van de samenhangen tussen onderdelen?
MM-lesnummer vak medium werkvorm -- - 0 + ++
MM1: proces boodschappen doen K (1) F (1) GK (1) X
MM1b: proces boodschappen doen K (1) D(2) GK (1) X
MM2: afdelingen supermarkt W(1) F(2) GK(1) X
MM3: afdelingen supermarkt W(1) F(1) KK(1) X
MM4: afdelingen supermarkt W(2) P(1) IN(1) X
MM5: afvalscheiding K(2) C(1) KK(2) X
MM6: samenvatting themalessen K+W (0) F(1) GK(2) X
Kan de leerkracht makkelijk schakelen tussen het geheel en de delen zonder dat je het overzicht verliest?
MM-lesnummer vak medium werkvorm -- - 0 + ++
MM1: proces boodschappen doen K (2) F (-2) GK (-1) X
MM1b: proces boodschappen doen K (1) D(-2) GK (0) X
MM2: afdelingen supermarkt W(1) F(1) GK(2) X
MM3: afdelingen supermarkt W(2) F(-1) KK(2) X
MM4: afdelingen supermarkt W(2) P(1) IN(1) X
MM5: afvalscheiding K(2) C(1) KK(2) X
MM6: samenvatting themalessen K+W (0) F(0) GK(1) X
Algemeen: - Als MM niet bijdraagt aan duidelijk maken van samenhangen, is vorm van MM niet goed gekozen: MM1:
beter cyclusmodel. - Wisselende ervaringen met schakelen tussen totaaloverzicht en delen:
o Flanelbord in grote kring geeft totaalbeeld, maar inzoomen op detail niet duidelijk voor kinderen achter in de klas.
o Geen mogelijkheid om deel MM af te schermen voor focus op één deel met flanelbord. Alternatief: beeldplaat even afnemen en kring rond laten gaan.
o Digibord heeft techniek om in snel in te zoomen of delen af te dekken. In gebruikte vorm in MM1b was dit (nog) niet mogelijk.
o Bij papieren versie aandacht op delen door aanwijzen. Vak: - Zowel voor woordenschatonderwijs als voor kosmische onderwijs is mogelijkheid kunnen schakelen
tussen geheel en de delen en duidelijk maken samenhang belangrijk: MM wel goed in samenhangen duidelijk maken, niet in alle vormen goed in schakelen tussen geheel detail.
- Voor woordenschatonderwijs zijn paraplu-structuren goed met MM aan te geven. Medium: - Digitale vorm leent niet goed voor inzoomen op detail, wel heel goed in samenhangen duidelijk maken. - Flanelbord is redelijk goed in samenhangen duidelijk maken, mits ondersteund door kleuren. Let op
duidelijke vormgeving. - Flanelbord + concreet materiaal: moeilijk afschermen van delen van geheel om focus op één deel te
krijgen. Is digitaal makkelijker voor te bereiden. - Concreet materiaal moet verplaatsbaar blijven voor schakelen tussen geheel en delen. - Voordeel concreet materiaal: dicht bij werkelijkheid: transfer mogelijk. Werkvorm: - Grote kring met flanelbord niet praktisch voor inzoomen op detail. Ev. oplossing door beeldplaat van
flanelbord te pakken en rond te laten gaan (kost tijd). - Grote kring: teveel schakelen van totaal naar detail schept verwarring. Ondersteuning met MM is dan
belangrijk. - Kleine kring met flanelbord werkt inzoomen goed. - Individueel: begeleiding door LK gewenst bij schakelen geheel + delen.
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 125
Herhaling
Is de mindmap op elk moment beschikbaar/ op te roepen/ erbij te pakken?
MM-lesnummer vak medium werkvorm -- - 0 + ++
MM1: proces boodschappen doen K (1) F (2) GK (1) X
MM1b: proces boodschappen doen K (1) D(2) GK (0) X
MM2: afdelingen supermarkt W(2) F(1) GK(2) X
MM3: afdelingen supermarkt W(2) F(1) KK(2) X
MM4: afdelingen supermarkt W(1) P(2) IN(1) X
MM5: afvalscheiding K(1) C(0) KK(2) X X
MM6: samenvatting themalessen K+W (0) F(1) GK(1) X
Is de mindmap op verschillende manieren weer in te zetten?
MM-lesnummer vak medium werkvorm -- - 0 + ++
MM1: proces boodschappen doen K (1) F (0) GK (1) X
MM1b: proces boodschappen doen K (1) D(1) GK (2) X
MM2: afdelingen supermarkt W(1) F(1) GK(1) X
MM3: afdelingen supermarkt W(2) F(2) KK(2) X
MM4: afdelingen supermarkt W(1) P(1) IN(1) X
MM5: afvalscheiding K(1) C(0) KK(1) X
MM6: samenvatting themalessen K+W (1) F(0) GK(1) X
Algemeen: - Flanelbord vooral bruikbaar wanneer aanwezig in klas aan muur op ooghoogte kinderen. Dan altijd en
direct beschikbaar voor gebruik in groep of individueel. - Digitale versie is weer op te roepen. Goed voor groepsles, niet bruikbaar voor individueel. Oplossing:
printje maken en ophangen in klas. - Papieren versie direct beschikbaar voor maker. - Concrete MM minder makkelijk erbij te pakken door concreet materiaal, maar wanneer natuurgetrouwe
materialen, zoals daadwerkelijk gebruik prullenbakken, is integreren in dagelijkse praktijk goed mogelijk. - Mits consequent gebruik beelden en kleuren voor herkenbaarheid is MM in andere vormen weer in te
zetten. - MM6 wegens aard van les (samenvatten) als afsluiting niet nodig op andere manieren in te zetten. Vak: - Herhaling op uiteenlopende manieren is voor zowel woordenschatonderwijs als kosmisch onderwijs
goed. - Voor goed begrip is goed als gelegenheid zich voordoet, dit direct kunnen gebruiken: MM moet
beschikbaar zijn. Medium: - Digitale variant snel op te roepen in gevallen als gelegenheid zich voordoet. - Flanelbord minder makkelijk erbij te pakken, tenzij vaste en overzichtelijke plek in de klas. - Flanelbord: kans bij verplaatsing dat afbeeldingen loskomen: alternatief voor klittenband? - Papieren versie meest direct erbij te pakken. - MM in digitale en papieren versie makkelijk te dupliceren voor gebruik in andere situatie. - Flanelbord kan ook in andere situaties ingezet worden, echter de MM die erop stond is dan voorgoed
kwijt. Werkvorm: - Grote kring: belang van ‘snel’ erbij pakken duidelijk voor hele klas belangrijk. - Individueel: eigen papieren versie of MM op flanelbord.
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 126
(inter)actie
In welke mate nodigt de mindmap uit tot gesprek over overeenkomsten/ verschillen m.b.t. betekenissen?
MM-lesnummer vak medium werkvorm -- - 0 + ++
MM1: proces boodschappen doen K (2) F (1) GK (1) X
MM1b: proces boodschappen doen K (2) D(-1) GK (1) X
MM2: afdelingen supermarkt W(0) F(0) GK(2) X
MM3: afdelingen supermarkt W(1) F(0) KK(0) X
MM4: afdelingen supermarkt W(0) P(0) IN(2) X
MM5: afvalscheiding K(1) C(1) KK(2) X
MM6: samenvatting themalessen K+W (0) F(1) GK(2) X
In welke mate nodigt de mindmap uit tot gesprek over overeenkomsten en verschillen m.b.t. de plaats van de informatie in de structuur?
MM-lesnummer vak medium werkvorm -- - 0 + ++
MM1: proces boodschappen doen K (2) F (2) GK (1) X
MM1b: proces boodschappen doen K (2) D(-2) GK (1) X
MM2: afdelingen supermarkt W(0) F(0) GK(2) X
MM3: afdelingen supermarkt W(1) F(0) KK(0) X
MM4: afdelingen supermarkt W(1) P(1) IN(2) X
MM5: afvalscheiding K(2) C(2) KK(2) X
MM6: samenvatting themalessen K+W (0) F(2) GK(2) X
In welke mate worden kinderen gestimuleerd tot eigen activiteit?
MM-lesnummer vak medium werkvorm -- - 0 + ++
MM1: proces boodschappen doen K (1) F (1) GK (2) X
MM1b: proces boodschappen doen K (1) D(-2) GK (-2) X
MM2: afdelingen supermarkt W(1) F(1) GK(2) X
MM3: afdelingen supermarkt W(1) F(0) KK(2) X
MM4: afdelingen supermarkt W(1) P(1) IN(2) X
MM5: afvalscheiding K(1) C(2) KK(2) X
MM6: samenvatting themalessen K+W (0) F(1) GK(2) X
In welke mate zijn de kinderen handelend bezig met de mindmap?
MM-lesnummer vak medium werkvorm -- - 0 + ++
MM1: proces boodschappen doen K (0) F (1) GK (0) X
MM1b: proces boodschappen doen K (1) D(-1) GK (-2) X
MM2: afdelingen supermarkt W(1) F(1) GK(2) X
MM3: afdelingen supermarkt W(0) F(0) KK(0) X
MM4: afdelingen supermarkt W(0) P(2) IN(1) X
MM5: afvalscheiding K(1) C(2) KK(2) X
MM6: samenvatting themalessen K+W (0) F(1) GK(1) X
Algemeen: - MM vooral in combinatie met werkvorm in kring nodigt uit tot gesprek over overeenkomsten en
verschillen in betekenissen. - Gesprekken over plaatsing in MM vooral wanneer kinderen actief hierbij betrokken worden en
uitgenodigd worden na te denken over de plaatsing. In flanellen versies goed toepasbaar. Digitale versie nu niet, omdat structuur te star vast lag, maar kan in toekomst ev. wel door kinderen plaatjes te laten slepen naar de juiste plek.
- Vooral als kinderen zelf MM kunnen vullen wordt eigen activiteit gestimuleerd en zijn kinderen handelend bezig. In MM1b dus niet. Ook MM3 niet, vanwege gekozen vorm (liedje zingen). Kinderen niet handelend, maar wel actief bezig.
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 127
- Activiteit komt vooral tot uiting in diverse consolidatieoefeningen. Vak: - Aard van kosmisch onderwijs daagt best uit tot bespreken overeenkomsten en verschillen. - Woordenschat ook, hoewel iets minder duidelijk. - Kosmische onderwijs leent zich voor handelend bezig zijn. - Ligt minder voor de hand bij woordenschat, maar kan bewust gekoppeld worden (semantiseren). Medium: - Digitale variant door starheid negatieve invloed op zowel interactiviteit als activiteit bij kinderen, terwijl
het vak zich er wel goed voor leent. - Flanelbord en papieren variant geen bijzondere invloed op bespreken overeenkomsten en verschillen,
wel enigszins in actief bezig zijn. - Beperking van flanelbord voor handelend bezigzijn door slecht functioneren klittenband. Oplossing
magneetbord? - Vooral concrete versie en papieren versie van MM nodigen uit tot handelen. - Concreet materiaal: koppeling handelingen aan abstracte symbolen recycling. Werkvorm: - De werkvorm heeft grote invloed op mogelijkheid bespreken overeenkomsten en verschillen: kinderen
zelf MM laten vullen. - Kleine kring heeft meeste voordelen: kinderen komen vaak aan de beurt, hoeven niet lang op elkaar te
wachten. - Individueel alleen mogelijkheid tot bespreken ll-lk of bij nabespreking voor de klas. - In alle gevallen heeft werkvorm positieve invloed op het stimuleren van eigen activiteit, behalve in grote
kring bij MM1b, mede door starheid medium wat leidt tot frontaal onderwijs.
Activeren van zo groot mogelijk hersengebied
Is de mindmap concreet en tastbaar?
MM-lesnummer vak medium werkvorm -- - 0 + ++
MM1: proces boodschappen doen K (1) F (2) GK (0) X
MM1b: proces boodschappen doen K (2) D(-2) GK (-2) X
MM2: afdelingen supermarkt W(1) F(2) GK(1) X
MM3: afdelingen supermarkt W(1) F(2) KK(0) X
MM4: afdelingen supermarkt W(1) P(2) IN(1) X
MM5: afvalscheiding K(2) C(2) KK(2) X
MM6: samenvatting themalessen K+W (0) F(1) GK(-1) X
Doet het mindmappen een beroep op (één van) de zintuigen?
MM-lesnummer vak medium werkvorm -- - 0 + ++
MM1: proces boodschappen doen K (1) F (1) GK (0) X
MM1b: proces boodschappen doen K (2) D(-2) GK (-1) X
MM2: afdelingen supermarkt W(1) F(2) GK(1) X
MM3: afdelingen supermarkt W(1) F(0) KK(-1) X
MM4: afdelingen supermarkt W(1) P(0) IN(0) X
MM5: afvalscheiding K(1) C(2) KK(2) X
MM6: samenvatting themalessen K+W (0) F(1) GK(0) X
Algemeen: - Meest concreet en tastbaar zijn de MM met concrete materialen en de flanelversies. - Digibord doet geen beroep op meerdere zintuigen en is weinig tastbaar. - Tip MM6: gebruiken afbeeldingen van kinderen in actie bij uitvoering diverse activiteiten: foto haalt hele
ervaring naar boven, krachtig voor onthouden.
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 128
Vak: - Vooral kosmisch onderwijs gaat over concrete en tastbare dingen. - Woordenschatonderwijs concreet maken door gebruik echte producten of afbeeldingen. Medium: - Digitale is vluchtig, niet tastbaar, doordat kinderen niet zelf ermee aan de gang kunnen (slepen etc.). - Overige media leveren grote positieve bijdrage aan concreet en tastbaar maken. - Flanelbord zou moeten uitnodigen tot voelen en uitproberen, schuiven en verplaatsen: is niet goed
uitgekomen, omdat mits klittenbandconstructie niet goed werkte. - Alleen bij werken met concreet materiaal worden meerdere zintuigen geactiveerd: voelen aan
verpakkingsmateriaal (koud-warm, licht-zwaar). Werkvorm: - Soort werkvorm van weinig invloed op concreet en tastbaar maken. - Gevaar grote kring: te grote afstand tot MM: maakt mindmap minder concreet en tastbaar. Opl.:
interactiviteit stimuleren door ‘naar voren’ te komen en te manipuleren met MM. - Individueel: introspectie: nadenken over te gebruiken afbeeldingen: plaatjes voor het pakken schuiven
over het papier.
FACTOR PLEZIER
Draagt mindmap bij tot plezier in het leren?
In welke mate zijn de kinderen actief bezig?
MM-lesnummer vak medium werkvorm -- - 0 + ++
MM1: proces boodschappen doen K (2) F (1) GK (1) X
MM1b: proces boodschappen doen K (2) D(-2) GK (-1) X
MM2: afdelingen supermarkt W(1) F(2) GK(2) X
MM3: afdelingen supermarkt W(1) F(1) KK(2) X
MM4: afdelingen supermarkt W(0) P(0) IN(2) X
MM5: afvalscheiding K(0) C(1) KK(2) X
MM6: samenvatting themalessen K+W (2) F(1) GK(2) X
In welke mate zijn de kinderen voor een bepaalde periode geconcentreerd bezig?
MM-lesnummer vak medium werkvorm -- - 0 + ++
MM1: proces boodschappen doen K (1) F (1) GK (0) X
MM1b: proces boodschappen doen K (2) D(1) GK (0) X
MM2: afdelingen supermarkt W(1) F(2) GK(2) X
MM3: afdelingen supermarkt W(1) F(1) KK(2) X
MM4: afdelingen supermarkt W(1) P(1) IN(2) X
MM5: afvalscheiding K(0) C(1) KK(2) X
MM6: samenvatting themalessen K+W (0) F(1) GK(1) X
In welke mate worden kinderen uitgenodigd zelf beelden/ woorden te bedenken/ maken?
MM-lesnummer vak medium werkvorm -- - 0 + ++
MM1: proces boodschappen doen K (2) F (1) GK (0) X
MM1b: proces boodschappen doen K (2) D(-1) GK (1) X
MM2: afdelingen supermarkt W(1) F(-1) GK(1) X
MM3: afdelingen supermarkt W(1) F(0) KK(2) X
MM4: afdelingen supermarkt W(1) P(0) IN(2) X
MM5: afvalscheiding K(-2) C(-2) KK(0) X
MM6: samenvatting themalessen K+W (2) F(1) GK(1) X
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 129
In welke mate is er ruimte om vrij te associëren?
MM-lesnummer vak medium werkvorm -- - 0 + ++
MM1: proces boodschappen doen K (2) F (1) GK (1) X
MM1b: proces boodschappen doen K (2) D(-1) GK (0) X
MM2: afdelingen supermarkt W(0) F(0) GK(1) X
MM3: afdelingen supermarkt W(1) F(0) KK(0) X
MM4: afdelingen supermarkt W(2) P(1) IN(1) X
MM5: afvalscheiding K(0) C(0) KK(1) X
MM6: samenvatting themalessen K+W (0) F(1) GK(1) X
Algemeen: - Kinderen zijn meest betrokken wanneer ze actief bezig kunnen zijn met de lesstof en als deze gekoppeld
kan worden aan eigen ervaringen (herkenbaarheid). Een MM die ze zelf kunnen vullen sluit hier het beste op aan.
- Als advance organizer wel aan te bevelen herkenbare basisstructuur bieden (MM5): hierop kunnen kinderen zelf actief eigen ervaringen/ kennis koppelen.
- Eigen woorden en beelden bedenken kan het best in kleine kring of individueel. Beperkende factor is beperkte concentratieboog kleuters.
Vak: - Kosmisch: keuze onderwerp dichtbij kleuters: handelingen uit dagelijks leven: komt uit kinderen zelf,
mogelijkheid te associëren met eigen belevenissen: herkenbaar = plezier! - Woordenschat: alleen interessant als woorden en begrippen gekoppeld worden aan handelend bezig zijn:
lk stimuleert en brengt koppeling tot stand. - Mindmap inzetten als geheugensteun bij verwerkingsopdrachten woordenschat: grotere kans op succes =
plezier. Medium: - Flanelbord, mits door kinderen laten vullen, draagt bij aan actief bezig zijn en betrokkenheid. - Digibord: in deze vorm te star: weinig inbreng van kinderen. Aanpassen door zelf kunnen slepen van
plaatjes. Dan vergelijkbaar met flanelbord. - Afbeeldingen bij flanelbord en digibord van tevoren bepaald: weinig inbreng van kinderen - Papieren versie: zelf zoeken in folders: zelf keuzes maken. Werkvorm: - Individueel beste werkvorm voor zelf bedenken woorden/ beelden, grote kring nodigt wel uit tot zelf
bedenken van woorden/ beelden, maar netto tijd per kind is beperkt. - Vrij associëren kan best in kleine kring: kinderen kunnen reageren op elkaar. In grote kring gevaar voor
teveel uitweiding.
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 130
7.8 B I JLAGE VIII M INDMAP (ON)MOGELIJKHEDEN MINDMAPPEN MET KLEUT ERS
Montessoriaans mindmappen met kleuters; een onderzoek naar de praktische toepassingsmogelijkheden van mindmappen binnen het onderwijs aan kleuters op Montessorischool De Boog in Nieuw-Vennep, Mei 2012
Eline van Delden-Mastrobattista, Pabo InHolland HoVDT2 131
7.9 B I JLAGE IX M INDMAP MONTESSORIAANS MINDMAPPEN MET KLEUTERS