magazine voor de perfecte leer-, werk- en leefomgeving
6 jaargang 23 juni 2011
sportdomein zorgdomein wijkdomeinPedro
Nieuw
Ergonomisch
Flexibel
Duurzaam
Kleurrijk
Stootvast
Een leven lang MarkoMarko BV. Beneden Verlaat 75 9645 BM Veendam Postbus 7 9640 AA Veendam T +31 598 698 798 F + 31 598 69 88 00 Showroom De Meern
Rijnzathe 2 3454 PV De Meern (Kantorenpark Oudenrijn) T +31 30 669 69 69 F + 31 30 669 69 00 [email protected] www.marko.nl
62-0008 WT 225x297 adv Pedro.indd 1 31-08-10 21:43
rugdikte nog opvragen
Thema: Crisis en kansen
Technovium ademt techniek
Uniek onderwijsconcept in Haaksbergen
De smalle marges van de onderwijsfi losofi e
SAMEN UW OPTIMALEOMGEVING ONTWIKKELEN Strategische oplossingen in vastgoed en huisvesting
HEVO voorziet opdrachtgevers met complexe huisvestingsvraagstukken van antwoorden die bijdragen aan een optimale leef- en werkomgeving. We kunnen u ondersteunen bij vrijwel elk facet van vastgoedontwik-keling. Daarbij streven we altijd naar gebouwen die duurzaam presteren en een klantrelatie die minstens zo duurzaam is. Een partnership dat we bouwen op basis van oprechte betrokkenheid, kennis uitwisseling en wederzijds vertrouwen. Een open en resultaatgerichte benadering waarbij we elkaar blijven inspireren. Samen zijn we in staat het schijnbaar onmogelijke toch mogelijk te maken. Wij helpen opdrachtgevers in onderwijs, overheid, zorg en bedrijfsleven hun dromen te vangen in huisvesting en vastgoed.
Voor meer informatie: (073) 6 409 409 [email protected] www.hevo.nl
HEVO biedt u: Strategisch vastgoed-
en huisvestingsadvies Projectmanagement Duurzaamheidsadvies Expertisecentrum
036_Hevo_Adv_A4_WT.indd 1 10-09-2010 13:57:22
Opti+ stimuleert leerlingen actief te zitten, comfortabel te zitten en samen te werken.
Leerlingen blijven langer bij de les
en dankzij de hogere tafels hoeven
leerkrachten niet langer te bukken
om mee te kijken of instructie te
geven.
www.vanerum.nl/optiplus
De productlijn is geïnspireerd op
de “balanced seating” theorie,
die staat voor een ergonomisch
verantwoorde zithouding.
De hoogte van de stoel,
de licht afglijdende
vorm van de kuip en de
gepatenteerde - aan de tafel
bevestigde - verstelbare
voetensteun bieden meer
bewegingsvrijheid. In alle
zithoudingen is er sprake
van een “open” houding.
#optiplus #i3le
VANERUM Nederland BV │ Duwboot 89 NL-3991 CG Houten │ E [email protected] │ T +31 30 212 20 10 │ F +31 30 212 20 11
Blijf op de hoogte van onze innovaties op vlak van onderwijs en word fan van VANERUM op Facebook. vanerum.nl/facebook vanerum.nl/twitter
Advertentie_schooldomein_Optiplus02.indd 1 15/03/11 13:15
De Meeuw NederlandPostbus 18, 5688 ZG Oirschot, T +31 (0)499 57 20 24
Krijgt u binnenkort te maken met een groeiend aantal
leerlingen, wordt uw school gerenoveerd of zoekt
u naar overbrugging in aanloop naar nieuwbouw?
Met noodlokalen van De Meeuw bent u verzekerd
van voldoende ruimte.
De Meeuw is ervaringsdeskundig in onderwijs en
kinderopvang. Wij weten aan welke eisen een modern
onderwijsgebouw moet voldoen. Bovendien bieden
wij een naadloze integratie met uw huidige gebouw.
www.demeeuw.com/noodlokalen
Noodlokalen voor het onderwijs!
44300082 De Meeuw Adv 225x295 Noodlokalen.indd 1 22-03-2011 13:07:26
Mede op advies van de Rijksbouwmeester Liesbeth van der Pol heeft het Ministerie de Scholenbouwprijs 2010 uitgesteld. Aanleiding was de observatie, dat het slecht gesteld is met het binnenmilieu op scholen, nog steeds een heet hangijzer bij landelijke organisaties. Om die reden zou de Scholenbouwprijs teveel gericht zijn op de schoonheid van scholen en te weinig op de prestatie van het gebouw in het feitelijk gebruik ervan. Daarom zou de prijs zich moeten richten op scholen die in ieder geval één jaar in gebruik zijn geweest, dus de vier seizoenen hebben meegemaakt. De jury zou dan beter kunnen toetsen of het gebouw in de praktijk voldoet en de prijs zou dan gaan naar een school die plezier heeft van het gebouw en niet een school die al snel na oplevering met de nadelen ervan zou zijn opgezadeld. Inmiddels lijkt van uitstel afstel gekomen, want het is onduidelijk of deze stimulerende opdrachtgeversprijs voor de tiende keer wordt georganiseerd. Schooldomein heeft de afgelo-pen jaargang besloten om zelf prijswinnende projecten - na enkele jaren in gebruik te zijn geweest - te evalueren. Dit nummer komt bijvoorbeeld de Vensterschool uit Groningen van ONIX Architecten aan de beurt. Wat opvallend is aan de gesprekken met gebruikers en architecten van de zes geëvalueerde scholen, is dat zaken als bin-nenmilieu en klimaatbeheersing weliswaar regelmatig terugkerende thema’s zijn, maar niet de beleving van de gebruiker en de kwaliteit van het gebouw bepalen. Veel meer gaat het om het professionele, maar ook inspirerende opdrachtgeverschap in het ontwerp, de wijze waarop de opdrachtgever in staat is geweest verbindingen te leggen tussen visie en bouwproces, de kwaliteit van het programma en vooral de wijze waarop het ontwerp heeft ingespeeld op toekomstige ontwikkelingen. Dus de mate van flexibiliteit in de hoofdstructuur van het gebouw. Natuurlijk ook de wijze waarop opdrachtgever en architect samen zijn opgetrokken en verder met het team van adviseurs, bouwers en inrichters. Veel zaken rond binnenklimaat, ventilatie en akoestiek moesten worden aangepast of kennen ver-nieuwde inzichten en verbeterde technieken. Maar deze aspecten of klachten bepalen maar voor een klein deel of een gebouw werkt of niet, of het primaire proces erin kan bloeien, of er verbindingen wor-den gelegd. Bovendien zijn klachten vaak terug te voeren tot keuzen op een ander niveau. Duurzaamheid heeft kennelijk met meer zaken te maken dan alleen binnenklimaat. Daarom mijn advies: betrek alle nieuw gebouwde scholen bij de volgende Scholenbouwprijs en laat ze vooral niet een jaar proefdraaien voordat je ze beoordeelt: echte kwaliteit gaat namelijk om hele andere dingen en duurzaamheid is over een paar jaar geen afzonderlijk issue meer, maar geïntegreerd in elk programma, elk ontwerp, elke bouw en elke exploitatie. Dit is al weer de laatste Schooldomein van jaargang 23. Heel veel leesplezier toegewenst!
Sibo ArbeekHoofdredacteur
Kwaliteit en gebruik
juni 2011schooldomein4
Onze visieSchooldomein is een verrassend
magazine voor managers en beleids-
makers die relevante beleidsinformatie,
praktijkvoorbeelden en productinfor-
matie vertalen in een optimale leer-,
werk- en leefomgeving. Schooldomein
biedt informatie rond de infrastruc-
tuur, organisatie en huisvesting van
instellingen. Schooldomein is bedoeld
voor iedereen die op het niveau van
overheid, instellingen, bedrijfsleven en
maatschappelijke organisaties betrok-
ken is bij het vinden van oplossingen
voor samenhangende vraagstukken in
de non profit en profit sector.
Het netwerkSchooldomein wordt zes keer per jaar
en in een oplage van 17.000 exemplaren
gratis verstrekt aan alle onderwijsinstel-
lingen en gemeenten in Nederland en
een groot aantal onderwijsinstellingen
in Vlaanderen. Het blad wordt gefinan-
cierd uit de exploitatie van advertenties,
advertorials, artikelen en de bijdragen
van partners. Schooldomein fungeert
als een netwerk, waarbij partijen een
meerwaarde genereren door een sa-
menhangend product te bieden.
Schooldomein fungeert als een platform
voor alle partijen die een bijdrage willen
leveren aan de kwaliteit van de onder-
wijsinfrastructuur.
Uw meningWij stellen uw mening zeer op prijs.
Voor reacties kunt u mailen naar
U kunt ook reageren via de site
www.schooldomein.nl.
Praktische informatie vindt u in het
colofon.
InternetVoor meer informatie over
School domein en dit nummer kunt u
kijken op www.schooldomein.nl.
Via deze site kunt u onder meer alle
artikelen van de afgelopen jaargangen
opvragen, winkelen in onze rubrieken
en relevante marktinformatie zoeken.
60
Deus Quiser in BraziliëEen succesvolle school in de sloppenwijk van Rio.
Rubrieken 7 de verbeelding: Natascha Bruers
17 Kort nieuws
19 Nota bene: Christoph Grafe
32 Architectuur
39 Het idee: Special Olympics
70 De etalage
72 Het atelier: Atolplaza, Lelystad
73 Column: John van de Langenberg
Is de crisis nu voorbij of niet? Eigenlijk is
er sprake van een domino-effect. De crisis
kwam fors binnen bij de grote ontwik-
kelaars, toen kwam de groep architecten,
die zwaar getroffen werd. De adviesbu-
reaus moesten het vorig jaar ontgelden en
de groep van ontwikkelende aannemers
heeft het vooral dit en volgend jaar zwaar.
Datzelfde geldt ook voor de markt van
inrichters, diensten en de organisatiead-
viesbureaus.
20 THEMA
Crisis en kansen
Twee ervaringen naast elkaarLeo Evers over ondernemerschap binnen overheid en maatschappelijk bedrijf.
Technovium ademt techniekTechnisch onderwijs en technisch bedrijfsleven slaan handen ineen.
08
12
14
Een inspirerend kijkje in interessante vakgebiedenIMC Weekendschool bundelt de beste krachten in de maatschappij.
Aandachtspunten bij asbestWie is aansprakelijk en verantwoordelijk bij asbest op scholen?
28
Internationale look and feelNieuwbouw International School Almere is open, genereus en royaal.
30
34
Een goede teamprestatie door enthousiasmeNieuwbouw Jan Tinbergen College faciliteert variatie.
40
Leren in een zee van lichtNieuwe integrale ontwerpmethodiek voor een gezond binnenklimaat.
42
44
Een slimme school met een heilig geloof in groenDirecteur André van Zon over zijn net opgeleverde Sterren College in Haarlem.
48
Los Hoes: uniek onderwijsconcept in HaaksbergenTerugblik op een bijzonder ontwikkelproces met een prachtig resultaat.
51
Op weg naar een benchmark exploitatiegegevens MFA’sMFA-Lab brengt kengetallen boven tafel.
54
EGGO maakt functioneren schoolgebouw inzichtelijkEen praktisch instrument om de kwaliteit van schoolhuisvesting te evalueren.
56
juni 2011schooldomein 5
De maakbare samenlevingScholenbouwprijswinnaar Vensterschool Groningen onder de loep.
Een brede school voor vier dorpen?Gemeente Onderbanken kiest voor regionale schaalsprong.
Nieuwe Havenweg 5, NL-6827 BA Arnhem, t. 026-3512247, [email protected], www.kindermeubilair.nl
Mytyl- en tyltylschool Lyndensteyn‘Kinderen groeien en hun meubels groeien mee.’
Mytyl- en tyltylschool Lyndensteyn in Beetsterzwaag, voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs
Op Lyndensteyn gaan opleiding en revalidatie elke dag hand in hand. Revalidatie Friesland heeft zelfs een vestiging direct naast de school. ‘Maatwerk had geen betere bedrijfsnaam kunnen kiezen’, lacht Sietse Planting, Teamleider van de bovenbouw in het Primaire Onderwijs. ‘Wij gaan uit van twee kernbegrippen voor onze kinderen: maatwerk en maximaal herstel. Maatwerk betekent dat elk kind een individueel behandelplan krijgt. Een plan dat is gericht op maximaal herstel, oftewel: goed omgaan met hun beperking, actief meedoen in de maatschappij en zo zelfstandig mogelijk leven.’
Met het nieuwe meubilair kreeg ieder kind op Lyndensteyn ineens Maximaal Maatwerk. Sietse vertelt: ‘We bestelden 100 stoelen, bijna allemaal anders. De ene met een voetsteun, de an-dere met een verhoogd tafelblad of verbreed zitvlak. Alles kan, en elke stoel sluit aan bij wat zijn jonge eigenaar kan. Een stoel met wielen voor het meisje dat graag rondrijdt. En een stoel met èxtra wielen voor een jongen die anders wel eens omvalt.’
Maatwerk deed zijn naam ook hier eer aan. De stoelen voor Lyndensteyn zijn de eerste met zwenkwieltjes. Verzoek van de klant, geen probleem! Sietse: ‘De wieltjes onder de stoelen ma-ken het werken met de kinderen makkelijker. Onze docenten en therapeuten hoeven nu veel minder te tillen. De stoelen zijn niet geschikt voor grote afstanden, maar in de klas kan iedereen er prima mee uit de voeten.’
‘Al met al vond ik de samenwerking heel prettig. Roland Ouwe-jan van Maatwerk was ons vaste aanspreekpunt en dat schept duidelijkheid. Het was een intensief traject, want met zoveel maatwerk gaat er ook wel eens wat mis. Maar ze staan direct klaar om de puntjes op de i te zetten. Waardoor we nu nog heel lang vooruit kunnen met onze modulaire meubels. En gaat er een onderdeel stuk, of krijgen we extra veel nieuwe leerlingen? Dan bestellen we gewoon los bij wat we nodig hebben.’
maatwerk 201x271 Schooldomein mei 2011.indd 1 01-06-11 17:03
“Als Assistant Head of Delegation van Team NL begeleid ik deze zomer 87 spor-ters en 24 coaches tijdens de World Summer Games in Athene. Het werken met verstandelijk ge-handicapte sporters, hen te zien groeien als ze een toppres-tatie leveren, dat is wat mij inspireert. De beleving tijdens dit evenement maar ook tijdens alle andere activiteiten is echt geweldig. En dan bedoel ik vooral het zelfvertrouwen dat de sporters uitstralen dat ook zij iets be-tekenen in de maat-schappij. Hun trots, mijn inspiratie!”
Natascha Bruers (39) studeerde in 1994 af aan het CIOS in Sittard. Ze werkte vier jaar als bewegingsagoog voor ze in dienst kwam bij Gehan-dicaptensport Nederland waar ze tien jaar werkte in verschillende functies. Sinds 2008 is Natascha sportsdi-rector bij Special Olympics Nederland en komende zomer treedt ze op als As-sistant Head of Delegation van Team NL bij de Special Olympics World Summer Games in Athene (zie de rubriek ‘het idee’ op pagina 39 van deze Schooldomein).
Natascha Bruers
In de rubriek de verbeelding
vertellen bijzondere mensen
over hun inspiratiebronnen.
Foto Kees Rutten
juni 2011schooldomein 7
juni 2011schooldomein8
“HTekst Sibo Arbeek Foto Kees Rutten
et is het verschil tussen een politiek gestuurde orga-
nisatie en een niet-politiek gestuurde organisatie.
De slagvaardigheid van een niet-politiek gestuurde
organisatie als Ons Tweede Thuis is vele malen groter.
Democratie is een groot goed, maar je zou een vorm
moeten verzinnen waarbij je efficiënter en goedkoper
kunt werken. Cruciale vraag die betrokkenen zichzelf
zouden moeten stellen is: wat gaat er nou echt mis als
ik mijn zegje er niet over heb kunnen doen?”
Alle lijnen samen in één persoonAls voorbeeld noemt Leo de brede school in Nieuw-
Oosteinde met een totstandkomingsproces van
bijna tien jaar! Drie verschillende denominaties met
directies en besturen die alle zes van mening ver-
schilden, dat schiet niet op. “Ik kende in die begintijd
diverse voorbeelden in Almere, waar de gemeente het
voortouw nam en waarbij alle lijnen samenkwamen
in één persoon. Dat was ook in een uitbreidingsge-
bied, een brede school met veel nieuw personeel en
waarbij alle onderwijspartijen hun wensen toever-
trouwden aan één gemeentelijke onderwijsverte-
genwoordiger. Maar bovenal vertrouwden zij erop
dat de school om straks les in te kunnen geven best
mooi zou worden. Hier was het drie stappen vooruit
en twee achteruit, waarbij het onderwijs vooral naar
zichzelf keek en de synergie vergat. En als aan een
bepaalde opvatting onvoldoende werd tegemoetge-
komen, was er een directe gang naar raadsleden die
meteen de wethouder met vragen bestookten.”
Baas in eigen buik“Trek eens een parallel met de zorginstelling voor
cliënten met een verstandelijke beperking. Een or-
ganisatie met zo’n 70 locaties, 1.100 cliënten en ruim
2.000 medewerkers. Wij kunnen uitgaan van de eigen
kwaliteit, er is een grote mate van integrale verant-
woordelijkheid en we zijn niet politiek georiënteerd.
We hebben te maken met een Raad van Toezicht,
die op hoofdlijnen en afstand volgt en de directie op
geleverde prestaties beoordeelt. In die Raad van Toe-
zicht zitten leden die benoemd zijn op voordracht
van de medewerkers en leden die benoemd zijn op
voordracht van cliënten en ouders. Men is in staat
het echte gemeenschappelijke doel, de beste zorg
voor de cliënt, centraal te stellen. Het berijden van
persoonlijke stokpaardjes wordt direct gecorrigeerd.
Bezuinigen op onderwijs binnen de gemeente, maar
ook daarbuiten, is vloeken in de kerk, terwijl teveel
geld verloren gaat door inefficiënte besluitvormings-
processen. En wat helemaal krom is, is dat in het
normale maatschappelijk proces diegene die de re-
kening betaalt ook bepaalt. Maar niet bij onderwijs-
huisvesting. Daar bepaalt en regeert het onderwijs
Daar heeft Leo Evers een nadrukkelijke mening over. In zijn functie als strate-gisch adviseur van de gemeente Aalsmeer, waar hij al 36 jaar werkt, en tegelij-kertijd als hoofd technische dienst van de Stichting Ons Tweede Huis, waarvoor hij ook al 28 jaar werkzaam is. Dat levert scherpe inzichten op.
Ondernemerschap binnen overheid en maatschappelijk bedrijf
juni 2011schooldomein 9
Twee ervaringen naast elkaar
“Het hele systeem rond
onderwijs-huisvesting
is verouderd en kost
nodeloos veel geld.”
en de gemeente zorgt maar dat er geld beschikbaar
komt.”
Wanverhouding“In een bedrijfsmatige omgeving wordt heel scherp
naar de overhead gekeken, ook bij onze zorginstel-
ling. Is een locatie bijvoorbeeld 15 tot 20 jaar oud,
dan weet je dat je weer aan de slag moet. Na 20 jaar
moet je een grote renovatie toepassen. Wij willen de
afschrijvingstermijn van ons vastgoed flink bekorten
omdat de functionele levensduur van gebouwen sterk
terugloopt door gewijzigde behoeften. Voortdurend
wordt bij dat soort besluitvormingsprocessen bij ons
de vraag gesteld in hoeverre de overhead bijdraagt
aan de kwaliteit van het primaire proces. Een politiek
gestuurde organisatie kent een wanverhouding tus-
sen overhead en het primaire proces. Een verhouding
die niet ten goede komt aan de dienstverlening aan
de burger. ‘Ja, maar dat moet’, zeggen de accountants
en controllers dan, in het kader van het zorgvuldig
controleren van wet- en regelgeving. Teveel mensen
zijn bezig met het controleren van elkaar op basis van
de regels, die niets meer met het primaire proces te
maken hebben.”
Bureaucratische stroperigheid“Een voorbeeld. Gemeenten zien hun woningbouw-
productie teruglopen. Stel dat je in het bezit bent
van gronden en je wilt 1.000 woningen realiseren in
combinatie met maatschappelijke voorzieningen.
Als je ziet welke processtappen vanuit de gemeente
nodig zijn, ben je zo zeven tot tien jaar verder. En als
je dan eindelijk met marktpartijen onderhandelt,
is de werkelijkheid weer veranderd en moet je weer
terug naar de politiek. Prognoses veranderen om de
haverklap. Na drie jaar weet een gemeenteraad niet
meer wat ooit is besloten of bedacht. Het gevolg is dat
elke ontwikkeling ontaardt in een bureaucratische
stroperigheid, waardoor je nooit integraal kunt plan-
nen en vanuit een duurzame exploitatie kunt han-
delen. Het systeem functioneert gewoon niet goed.
Daarbij is de inspraak ook het moment waarop de
stroperigheid nog eens extra toeneemt, omdat vooral
het individuele belang boven het algemeen belang
moet worden gewogen. Dat noemen we in vakjargon
dan een iteratief proces. Plannen maken doen we
samen. Maar als je dat vertaalt naar de processen met
de onderwijspartners is iedereen aan het eind van
een traject zo murw gebeukt dat je blij mag zijn dat
er überhaupt nog een gebouw wordt opgeleverd. En
vervolgens heeft dat gebouw allerlei kwalen en is het
alweer te klein als het wordt opgeleverd. Vertaal dat
weer eens naar de zorginstelling. Zodra wij gronden
voor (ver)nieuwbouw in bezit hebben of door de
gemeenten krijgen aangeboden, wordt direct begon-
nen met het maken van afwegingen over proces en
inhoud. Doorgaans ligt er binnen zes tot acht weken
een programma van eisen dat binnen de instelling is
geaccordeerd en dat naar de gemeente gaat. Is de ge-
meente akkoord dan ligt er binnen een half jaar een
bouwaanvraag en kan binnen een jaar de schop in
de grond. De organisatie pakt daarmee een kans om
een stap te maken op basis van kwaliteit en ervaring.
Mensen maken elkaar sterker en het wordt er ook nog
leuker door.”
Europees aanbesteden“Zo ben ik ook een tegenstander van het beleid, waar-
bij de architect en de aannemer Europees moeten
worden aanbesteed. Kost allemaal nodeloos veel
geld en energie. Je hebt een commissie nodig waarin
talloze personen hun broodnodige zegje moeten
doen met veel selectiecriteria waarover iedereen
struikelt. Uiteindelijk krijg je dan een architect uit
een verre uithoek, omdat hij het voor de helft van de
prijs denkt te kunnen doen. Dat wordt vervolgens een
drama, waarbij we als gemeente nu nog steeds in een
arbitragezaak verwikkeld zitten. Het college heeft de
bevoegdheid om op basis van een met redenen om-
kleed besluit van de aanbestedingsregels af te wijken.
En die redenen zijn er zeker.”
Doordecentralisatie“Nu wordt in het kader van de zoveelste bezuinigings-
discussie het onderhoudsbudget voor schoolgebou-
wen mogelijk doorgedecentraliseerd. Ik zou zeggen:
direct doen. Breng het onderwijs in een positie dat ze
zelf baas in eigen huis kunnen zijn en decentraliseer
ook normbudgetten voor nieuwbouw door. Geef de
gronden uit in erfpacht, dan hou je de ruimtelijke re-
gie in handen. De hele regelgeving en bekostiging van
het onderwijs is zo complex dat vaak nog maar één
ambtenaar het begrijpt. En elke vier jaar moet je het
de nieuwe portefeuillehouder en de gemeenteraad
weer opnieuw uitleggen. Nu zie je ook dat gemeenten
soms de huisvestingsmiddelen voor andere doel-
einden gebruiken. Verkeerd! Maak het simpel door
zowel de gemeente als de maatschappelijke partijen
in een positie te brengen dat ze slagvaardiger kunnen
opereren.”
Voor meer informatie kunt u mailen met Leo Evers:
juni 2011schooldomein10
“Ik durf te stellen dat gemeenten meer de randen van de mogelijkheden moeten
opzoeken.”
Waarom? Omdat FAAY-wanden fl exibele ruimte-indelingen mét behoud van constructieve kwaliteit mogelijk
maken. Aan een FAAY-wand kun je zelfs de zwaarste dingen ophangen. De horizontale kabelgoot
geeft, samen met de verticale leidingschachten, onbeperkte bekabelingsmogelijkheden. Kortom, een
FAAY-wand heeft alles om te beantwoorden aan de multifunctionaliteit, fl exibiliteit en duurzaam-
heid die tegenwoordig van een schoolgebouw verlangd worden. Stootvast, brandwerend, geluids-
isolerend en akoestisch verantwoord: FAAY is gewoon de béste wand als het gaat om fl exibiliteit.
Meer weten? Kijk op www.faay.nl of bel met (0347) 376624.
De slimste wanden voor[fl exibiliteit]
FAAY Wandbespuiting:
kindvriendelijk en kleurrijk!
• fraaie, onderhoudsarme,
slijtvaste structuurafwerking
• níét scherp dus kindvriendelijk
• talloze kleurmogelijkheden
• eenvoudig reinigbaar dus hygiënisch
• 100% behoud van kleurkracht
• geschikt voor bijna elke ondergrond
• kwaliteit: FAAY Wandbespuiting is
deel van de FAAY Groep Vianen
www.wandbespuiting.nl
Faay adv_Flexibiliteit_225x297.indd 1 30-05-11 11:18
STekst Janet van Oort Foto’s Foto Nijmegen
inds januari van dit jaar volgen 2.200 studenten
Bouw, Techniek, ICT en Media & Vormgeving hun les-
sen in de nieuwbouw. Het Technovium ademt tech-
niek. De installaties zijn niet weggewerkt en vanaf de
entree kijken bezoekers direct de praktijkruimten in.
Guido: “We krijgen veel bezoek van scholen uit het
hele land. Zij zijn onder de indruk van het concept en
de uitvoering. Ik heb al meer dan eens gehoord dat
ze het Technovium een van de beste schoolgebou-
wen van Nederland vinden.” Tijdens de rondleiding
springt de omvang van de praktijkruimten direct in
het oog. Op de ruime praktijkvloeren is een grote
hoeveelheid moderne werkplekken ingericht. Dit is
een van de zichtbare voordelen van de samenwer-
king. Guido: “Wij hebben het technische bedrijfsle-
ven in de school uitgenodigd en hen het voortouw
gegeven bij de inrichting van de praktijkruimten.”
Een van de doelstellingen van het Technovium is
de instroom van jongeren in technische opleidin-
gen substantieel te laten toenemen. Niet alleen de
kwaliteit van het onderwijs, maar ook de uitstraling
van de nieuwbouw moet de aantrekkingskracht van
de technische sector vergroten. De nominatie voor de
Nijmeegse architectuurprijs draagt hieraan ook bij.
Investeren in cultuurverandering “Achteraf gezien is in ons traject aan de voorzijde
te weinig geïnvesteerd in de samenwerking met het
bedrijfsleven”, vindt Guido. “Daardoor is deze nog te
instabiel. De samenwerking moet in de fundamen-
ten van het concept worden geborgd zodat het gaan-
deweg meer energie oplevert dan het kost. Dit vraagt
om een cultuurverandering en is een proces van
jaren.” Inmiddels is een inhaalslag gemaakt. Een van
Technovium ademt techniek
juni 2011schooldomein12
De nieuwe huisvesting van het Technovium torent hoog uit boven de Heijendaalseweg. Het uitzicht vanuit de kop van het gebouw over de onderwijscampus van Nijmegen is in-drukwekkend. “We zijn heel trots op het resultaat, maar het is nog niet af”, vertelt Guido Ronnes. Guido is directeur Techniek van ROC Nijmegen en noemt het ontwikkeltraject een mooi, maar ook een veeleisend proces. “Het Technovium is een partnerschap tussen het technische onderwijs en het technische bedrijfsleven in de regio. Onze samenwerking is bijzonder en kost veel tijd en energie, maar de meerwaarde is direct zichtbaar.”
Technovium ademt techniek
de partners in het Technovium waarmee ROC Nij-
megen succesvol samenwerkt, is de SchilderˆsCOOL,
een vereniging van schilder- en onderhoudsbedrij-
ven in de regio en opleidingsbedrijf. Wieteke Hoft-
ijzer is projectleider Technovium en werkt aan ver-
groting van de betrokkenheid van het bedrijfsleven
bij Technovium: “Studenten van de SchilderˆsCOOL
werken 4 dagen per week. Eén dag per week gaan
ze naar school op het Technovium en krijgen dan
les van instructeurs van de SchilderˆsCOOL en van
docenten van ROC Nijmegen. Dankzij deze samen-
werking kunnen leerlingen die graag werkend leren,
ook daadwerkelijk in het bedrijfsleven aan de slag.
De continuïteit in het aanbod van leerwerkplekken
garandeert een goede startkwalificatie.”
Doorlopende leerlijnDe realisatie van een doorlopende leerlijn in het
beroepsonderwijs is eveneens een doelstelling van
het Technovium. Guido: “In Nijmegen konden stu-
denten voorheen geen technische opleiding volgen
op hbo-niveau. Dankzij de samenwerking met de
Hogeschool Arnhem Nijmegen kunnen studenten
Informatie- en Communicatie op het Technovium
zowel een mbo-opleiding als de propedeuse voor
het hbo halen. De fysieke nabijheid maakt een goede
overdracht eenvoudiger te organiseren en studenten
kunnen door hard te werken hun studieloopbaan
verkorten.” De doorlopende leerlijn richting het
vmbo is ook met beide handen opgepakt. Guido:
“De kader- en basisberoepsgerichte leerwegen in de
regio zijn onze hofleveranciers. Onderdeel van het
lesprogramma van deze leerwegen zijn opdrachten
die de leerlingen uitvoeren in de praktijkruimten
van Technovium. Zodoende kunnen zij zich beter
oriënteren op het vak. En docenten werken samen
aan de ontwikkeling van het onderwijs waardoor het
kennisniveau van de vmbo-leerlingen beter aansluit
op ons niveau 2.”
Duurzaam verbinden Guido: “Onlangs heeft de gemeente Nijmegen een
discussie gevoerd over haar economische agenda. De
ontwikkeling van kennis in de regio is heel belangrijk,
maar het is ook essentieel dat er voldoende uitvoe-
ringscapaciteit beschikbaar is. Daar zorgen wij voor.
En de kwaliteit van onderwijs staat of valt met de
begeleidingscapaciteit van het team. De gemiddelde
leeftijd van onze docenten is 52 jaar. De komende
tien jaar krijgen we te maken met een forse uitstroom
en de instroom daalt. Natuurlijk maken wij ons daar
zorgen over. Tegelijkertijd hebben we er ook vertrou-
wen in dat de aanpak die wij voor ogen hebben werkt.
Onze docenten zijn nu en in de toekomst in de eerste
plaats docent en geen techneut. Wij zorgen ervoor
dat ze een gedegen technische achtergrond hebben
én uitstekende pedagogische en didactische vaar-
digheden. Voor verdieping van de technische kennis
van onze studenten nodigen we specialisten uit het
bedrijfsleven uit voor een gastdocentschap. Zodoen-
de krijgen we voortdurend verse input. Dit vraagt wel
wat van onze organisatie voor wat betreft roostering
en flexibiliteit, maar het versterkt ook onze verbin-
ding met het bedrijfsleven. En dat is uiteindelijk waar
het bij het Technovium om draait.”
juni 2011schooldomein 13
Projectinformatie:
Project:
Nieuwbouw Technovium
Opdrachtgever:
College van Bestuur ROC Nijmegen
Architect:
AGS Architecten & Planners
Omvang:
18.000 m2 bvo (excl. parkeergarage
8.000 m2 bvo)
“Achteraf gezien is te weinig geïnvesteerd in de samenwerking met het bedrijfsleven.”
HTekst Sibo Arbeek Foto’s Peter van der Knoop
et moet gezegd, het gebouw van ONIX Architecten
ligt na 15 jaar in gebruik nog steeds prachtig in de
Groningse Oosterparkwijk. Een los gebouw, maar
toch ruimtelijk verbonden met de oorspronkelijke
school in de Amsterdamse stijl, een rijksmonument,
waar de school nu onderwijs verzorgt. Het prijswin-
nend project lijkt een natuurlijke verbinding aan te
gaan met het water, de bomen en het groen van het
park. Een zwevend paviljoen dat uitnodigt om er naar
binnen te gaan. Dat gebeurt via een lang pad dat via
de traditionele gangenschool naar de nieuwbouw
leidt.
Moeizame verbindingToch zijn de gebruikers van het eerste uur niet echt
tevreden over het gebouw, of liever over de ver-
binding tussen het oude en het nieuwe gebouw en
de praktische mogelijkheden van de nieuwbouw.
Directeur Marije Vellinga van de Siebe Jan Bouma-
school: “Het grootste probleem is toch dat dit nieuwe
gebouw los staat van de school, waardoor de verbin-
ding met de school niet echt tot stand is gebracht en
je je pedagogisch concept niet kwijt kunt. Omdat het
gebouw aan het water ligt, en via een smalle brug
verbonden is met de oorspronkelijke school, moet
er ook toezicht zijn bij verkeer over en weer, zodat
natuurlijk verkeer moeilijk plaatsvindt. De nieuw-
bouw was ontworpen als een ontmoetingsplek voor
de school en de buurt, maar dat vindt niet echt meer
plaats omdat het gebouw eigenlijk te klein is voor de
behoefte die de wijk heeft aan activiteiten. Wel zijn er
nog een peuterspeelzaal en wat bibliotheekkasten,
maar voor het overgrote deel worden de ruimten
door de school gebruikt, als kantoorruimte en lunch-
en vergaderruimte.”
Onderhoudsproblemen “De makke is natuurlijk ook dat dit de eerste Ven-
sterschool was”, stelt Tineke Timmer, “de volgende
voorbeelden spelen al weer veel beter in op de vragen
uit de wijk. Je kunt ook niet een eenduidig concept
maken, want elke Vensterschool is weer uniek en
vraagt om een andere vertaling in de ruimte.” Marije
vindt het ook niet een echt handig gebouw: “Het ligt
boven het water en je bereikt de multifunctionele
ruimte via een steile trap. Dat maakt het al lastig voor
ouderen, de jongste kinderen en rolstoelers. Omdat
de ruimten als het ware om de bomen heen zijn
gevouwen is het ook erg gehorig. De twee monumen-
tale bomen groeien zo langzamerhand de school in
en zorgen voor onderhoudsproblemen aan het dak.
De patio die in het midden ligt, is donker, de verbin-
dingstrap tussen de peuterspeelzaal en de gang is bij
nat weer spekglad. Eigenlijk een verblijfsruimte waar
juni 2011schooldomein14
Evaluatie prijswinnende Vensterschool
De maakbare samenlevingUiteindelijk was het ook een discussie over de maakbare samenleving. Met architect Alex van de Beld die via zijn gebouwen mensen wil prikkelen om het avontuur aan te gaan. En met locatiemanager Vensterscholen Tineke Timmer en directeur Marije Vellinga die ervaren dat het gebouw de ontmoeting juist mak-kelijk moet maken. Schooldomein doet verslag van een goed gesprek tussen architect en gebruikers van de eerste Vensterschool in Groningen.
Vlnr: Alex van der Beld, Marije Vellinga en Tineke Timmer
je niet zoveel mee doet. Bovendien was het een plek
geworden voor zwervers en hangjongeren, dus heb-
ben we ook hekken moeten plaatsen. Daarnaast is
het beheer nooit geregeld, dus daarom is het gebouw
’s avonds ook niet open.”
Ontmoeting faciliterenOp dat moment komt architect Alex van de Beld
binnen en hij reageert direct: “Het gebouw kent,
doordat het in het water ligt, eigenlijk heel weinig
noodzaak tot beveiliging via hekken. Het feit dat rond
het monument hekken zijn geplaatst vind ik eigenlijk
niet kunnen voor een moderne school. Je moet de
samenleving wel activeren om op de juiste wijze ge-
bruik te maken van het gebouw.” Dat levert natuurlijk
een interessante discussie op tussen Alex als architect
en Marije en Tineke als ervaringsdeskundigen: “Het
kan toch niet zo zijn dat het gebouw dicteert hoe je
je moet gedragen? Het is juist andersom; het gebouw
moet ontwikkelingen en ontmoeting makkelijk ma-
ken. Dat is hier niet het geval. Bovendien had je toen
ook kunnen bedenken dat je een multifunctionele
ruimte altijd op de begane grond moet leggen, omdat
mensen er makkelijk moeten kunnen komen.” Alex
legt uit waarom voor dit concept gekozen is: “Je moet
het zien als een campus met paviljoens in een water-
rijke- en parkachtige omgeving. Dit gebouw moet
als een soort boomhut letterlijk beklommen worden.
Je moet geprikkeld worden om er naar toe te gaan.
Daarnaast moet je niet blind zijn voor het feit dat
inhoud verandert, omdat de vraag uit de samenleving
verandert. Dan is het heel legitiem om te zeggen dat
de school hier niet meer past, maar andere maat-
schappelijke functies mogelijk wel.”
Brede school conceptDat klinkt Marije als muziek in de oren: “Nieuwbouw
op een andere plek, maar dan vanuit een echt brede
schoolconcept zou prachtig zijn. Nu hebben we twee
keer net niets; in de gangenschool komt de visie van
de school niet tot zijn recht en de nieuwbouw wordt
niet gebruikt waarvoor het bedoeld was.” Alex gaat
juni 2011schooldomein 15
“Je moet de mensen wel prikkelen om gebruik te maken van het gebouw.”
nog even in op de verbinding tussen de gebouwen:
“Wij hebben er bewust voor gekozen geen glazen
gang te maken. Dat had afbreuk gedaan aan de
paviljoengedachte. Maar we hadden natuurlijk wel
gehoopt dat de gebouwen complementair aan elkaar
zouden werken.”
Budgettaire (on)mogelijkhedenWel geeft Alex toe dat bepaalde zaken slimmer had-
den gekund: “Natuurlijk mag je daarvan leren. De
trappen die te steil zijn, de akoestiek en de koeling
van de centrale ruimte, die nu zomers veel te heet
is door het vele glaswerk. Bovendien is de patio te
vochtig en dat tast het binnenklimaat aan. Maar deels
heeft het ook te maken met budgettaire (on)moge-
lijkheden. Zo hebben we in het ontwerp rekening
gehouden met een lift en zou op het dak een prach-
tige leefomgeving voor leerlingen kunnen ontstaan.
Wat keihard overeind blijft, is het concept; daar moet
je ook trouw aan blijven. Je gooit toch ook niet de
oude kast van je tante weg? Misschien wordt dit wel
het jongste monument van de stad, omdat het zo
bijzonder is. Je moet out of the box denken en dan zul
je zien dat dit gebouw voor de wijk goed werkt.” Alex
keurt het gebouw nog even na 15 jaar in gebruik. “Het
ziet er ruimtelijk nog steeds fantastisch uit, maar je
ziet wel dat de gemeente te weinig onderhoud pleegt
aan de duurzame materialen en de binnenruimte.
Als je dat regelmatig schoonspuit, zul je zien dat die
binnenruimte weer meer gaat leven. En als de journa-
list al weg is, regelt de architect met de school direct
dat het overbodig hekwerk verdwijnt, waardoor een
barrière tussen school en nieuwbouw wordt wegge-
haald en het plein beter toegankelijk wordt. Over de
maakbare samenleving gesproken.
Voor meer informatie surft u naar www.vensterwijkoosterpark.nl
of naar www.onix.nl of naar www.siebejanboumaschool.nl.
juni 2011schooldomein16
“Je moet trouw blijven aan het concept. Je gooit toch ook niet de oude kast van je tante weg?”
Juryoordeel Scholenbouwprijs 2000“Het gebouw scoort in de ogen van de jury op drie be-
langrijke punten hoog: de stedenbouwkundige inpassing,
de vertaling van het onderwijskundig-pedagogische as-
pect in het programma van eisen en de architectonische
kwaliteit. De twee gebouwen vormen een nieuwe eenheid
die is ontstaan door het contrast tussen de oude en de
nieuwe school. Wel twijfelt de jury aan de duurzaamheid
van de detaillering.”
juni 2011schooldomein 17
kort nieuws
MFA Lab bestaat binnenkort twee jaar. Wat is er in die periode gebeurd en wat zijn de behaalde resultaten? Op vrijdag 1 juli wordt daarvan verslag gedaan. Kern: een MFA is geen gebouw maar een onderneming. MFA Lab is een innovatief verband van gemeenten, corporaties, maatschappelijke instellingen en experts gericht op de exploitatie van maat-schappelijke centra. Thema’s op het congres zijn markt onderzoek en marketing, financiën, maatschappelijk rendement en juridische
Schoolbesturen in het basis- en voort-gezet onderwijs bereiden zich niet voor op het beheersen van risico’s bij aanwe-zigheid van asbest. Gebrek aan goede communicatie leidt tot onnodige paniek onder medewerkers, leerlingen en ouders. Dit stelt Eva Hermans, partner bij PRC, onderdeel van ARCADIS. Uit onderzoek is gebleken dat 75% van de basisscholen en 52% van het voortgezet onderwijs niet inzichtelijk heeft of er asbest aanwezig is in hun schoolgebouwen. De kans op aan-wezigheid van asbest in schoolgebouwen die voor 1994 zijn gebouwd, is groot. Er is echter onvoldoende bekend of, en zo ja, waar asbest zich bevindt. Aanwezigheid van asbest leidt al snel tot panieksituaties. Volgens Hermans is het nu niet zaak dat schoolbesturen hals over kop een inven-tarisatiebureau inschakelen zonder zich goed voor te bereiden op het beheersen van risico’s en op de communicatie bij
Vereniging GoedGeregeld herkent veel van de knelpunten die het SCP constateert bij de combinatie van werk en gezin. Maar dat het rennen van school naar opvang en sportclubjes organisatorische topsport was, dat wisten we al. Dat opvang van levensbelang is voor veel werkende ouders ook. GoedGeregeld voor wer-kende ouders wil graag horen wat politiek Den Haag gaat doen om die topsport behapbaar & betaalbaar te maken en te houden. Vereniging GoedGeregeld voor Werkende Ouders is begin 2011 opgericht om actief aandacht te vragen voor de knelpunten van werkende ouders. “Alle seinen staan op rood”, stelt de vereniging in een persbericht. “Het is nu aan de politiek om
structuren. Deelnemers ontvangen een handboek met opgedane inzichten en de ontwikkelde instrumenten. Ook werpt MFA Lab de blik naar voren; naar nieuwe thema’s en innovaties als inzet sociale media, ZZP’ers als doelgroep van MFA’s en private financie-ring. Key Note speaker is Fons Bitter van het Consulaat voor gastvrijheidsmanagement. Hij heeft naam gemaakt in de hotelwereld, zowel in binnen- als buitenland. Het congres vindt plaats in De Kamers te Amersfoort
in actie te komen. Op ons aandringen komt er een hoorzitting over buitenschoolse opvang, en is er een kamerdebat over kinderopvang geweest. De politiek besloot in 2005 dat het afgelopen moest zijn met het geleur en gesleur van kinderen van school naar opvang en clubjes. De motie Van Aartsen Bos maakte scholen verantwoordelijk voor hele-dag-oplossingen. Zes jaar later rennen werkende ouders zich nog steeds een ongeluk. Dat het SCP dat beeld bevestigt is schrijnend genoeg. Dat het SCP de aangekondigde bezuinigin-gen afkeurt is hoopvol. Maar de werkende ouders van Nederland snakken naar moderne oplossingen, die de combinatie van werk en
(Wezeperberg 1), een markante plek die laat zien hoe het anders kan: gastvrij en onder-nemend. Jos van Oord, initiatiefnemer en kamerheer, houdt een korte introductie. Voor medewerkers van organisaties die bij het MFA Lab zijn aangesloten, is de bijeenkomst gratis. Alle andere deelnemers betalen €195,- exclu-sief BTW. Meer informatie bij Nicole Huisman van het MFA Lab: [email protected]. Of kijk op www.mfa-lab.nl.
aanwezigheid van asbest. Schoolbestu-ren doen er verstandig aan om vooraf de juiste kennis in huis te halen. Kijk op de websites van de overheid waar je als school aan moet denken bij asbestinven-tarisaties. Als je een inventarisatie wilt laten uitvoeren, maak dan vooraf goede afspraken wat je inventariseert en welke risico’s er zijn. Het allerbelangrijkste is dat je vooraf scenario’s in kaart brengt en een (communicatie)plan opstelt, in geval van aanwezigheid van asbest. “Gebrek aan informatie aan medewerkers, leerlingen, ouders en omwonenden leidt altijd tot angst, die niet altijd terecht is. Als er asbest wordt gevonden, heb je geen tijd meer om een plan op te stellen. Zorg dus dat je vooraf weet hoe je helder infor-meert en communiceert”, aldus Hermans. Voor meer informatie: Eva Hermans, hoofd markgroep onderwijs PRC. Surf naar www.prc.nl.
gezin nu eindelijk eens écht vergemakkelijken.” Meer informatie over de belangenvereniging GoedGeregeld voor Werkende Ouders vindt u op www.vereniginggoedgeregeld.nl.
Congres 1 juli: Twee jaar MFA Lab
Aanpak asbest leidt tot onnodige kritiek
Gezinsrapport SCP aaneenschakeling van open deuren
Rectificatie In Schooldomein nummer 5 (maart) zijn bij
het artikel over het Graafschap College mooie
foto’s geplaatst van fotografe Petra Appelhof,
specialist op het gebied van architectuurfo-
tografie. Per abuis is haar naam niet bij het
artikel vermeld. Kijk voor meer werk van Petra
Appelhof op www.petraappelhof.nl.
Pittelo in AssenDuurzame en energiezuinige multifunctionele accommodatie
Alle projectfasesGrontmij bewaakt voor de Gemeente Assen in alle fasen van de realisatie van de MFA de duurzaamheid en energie-zuinigheid van het gebouw. Daarnaast heeft Grontmij de taak het in de gaten te houden of alle samenwerkingsafspraken uit de initiatieffase ook in de overige fases van de realisatie worden uitgevoerd.
Duurzaam en energiezuinigVoorbeelden van duurzame oplossingen in de MFA Pittelo zijn een installatie voor Warmte Koude Opslag met warmtepomp, een zonneboiler, een solardak met foto-voltaïsche (PV)-cellen voor de levering van elektrische energie, buitenzonwering met beweegbare lamellen en verlichting met daglichtregeling.
MultidisciplinairVoor een complex multidisciplinair project als de MFA Pittelo kan Grontmij haar ken-nis op het gebied van samenwerking, cre-eren van draagvlak, enthousiasmering en stimulering uitstekend combineren met haar kennis op het gebied van techniek, financiën en ruimtelijke vraagstukken. Een mooi voorbeeld van een “slow design” gebouw waarin de gebruikers hun eisen en wensen zeker in zullen herkennen.
ContactProjectmanagement: Arie Bottema Samenwerking: Eke Schins Derksen en Corry Hofsteewww.grontmij.nl/bouwenvastgoed
In de wijk Pittelo in Assen wordt een multifunctionele accommodatie (MFA) gerealiseerd. Hierin vinden twee basisscholen, een peuterspeelzaal, buitenschoolse opvang, een wijkcentrum, een mediatheek, maatschappelijk werk en een gymnastiekzaal onderdak. Grontmij begeleidt in opdracht van de Gemeente Assen deze totale ontwikkeling vanaf het eerste denken tot oplevering.
De afdeling vastgoed van de Gemeente Assen heeft gekozen om het installatieconcept leidend te laten zijn in de ontwerpfase. Grontmij bewaakte dit proces in combinatie met het samenwerkings-proces. Dit heeft geleid tot minder m² BVO waardoor budget ontstaat voor duurzaamheid vertaalt in exploitatievoordeel. Hierdoor was het mogelijk om al in de ontwerpfase een goede basis te leg-gen voor een duurzaam en energiezuinig gebouw.
In interactieve sessies met gebruikers hebben we gesproken over synergievoordelen, inhoudelijk maar vooral ook ruimtelijk. Door in de ruimtelijke samenwerking slim om te gaan met lege plekken in de roosters van verschillende partijen is Grontmij erin geslaagd voor de scholen gezamenlijk 7% onder de norm te bouwen zonder dat dit nadelige gevolgen heeft voor de dagelijkse praktijk. Dit is alleen mogelijk wanneer aan het begin van het proces wordt geïnvesteerd in onderling vertrouwen en een gezamenlijke visie op het concept. Aan de hand van de Grontmij ‘Blokkendoosmethodiek’ is interactief gesproken over samenwerkingsformule, beheer, communicatie, ruimte, duurzaamheid en financiën. De resultaten hebben we vastgelegd in pijlers voor een Programma van Eisen welke later door Skets Architectuurstudio uit Groningen vertaald zijn in een duurzaam gebouwconcept.
juni 2011schooldomein 19
nota bene
Christoph Grafe
Leukste opleidingDe opleiding als architect aan de Architec-tural Association School in Londen, vanwege de kruisbestuivingen tussen zeer ambitieuze mensen uit de hele wereld die elkaar op een prachtige plek midden in de stad ontmoeten.Eerste baanAssistent bij een grote prijsvraag voor een nieuw Europees octrooibureau in Den Haag. Doelstelling in deze baanArchitectuur is van iedereen, in Vlaanderen net zo als in Nederland. Ik wil graag mensen laten zien dat een goed gebouw meer is dan een mooi plaatje, maar ook kan stimuleren om nieuwe dingen te ontdekken, aan jezelf en aan anderen. WerkweekOp dit moment heel veel (in Vlaanderen en in Nederland) – eigenlijk altijd. Maar ik tel nooit de uren. Beste eigenschapIk blijk vrij goed te zijn in het afstappen op mensen en ze enthousiasmeren met wat hu-mor en zelfrelativering. Slechtste eigenschapIk kan de zelfrelativering wat doordrijven en ben wat optimistisch.MuziekDoor de Matthaus-Passie van Bach was ik als teenager al aangegrepen. Later ben ik opera’s
gaan ontdekken, met name van Claudio Monteverdi, Richard Strauss, Benjamin Britten en Thomas Adès, een nog vrij jonge Engelse componist. FilmDat wisselt. Wim Wenders’ fi lm ‘Im Lauf der Zeit’, heeft een grote indruk gemaakt. BoekSprakeloos van Tom Lanoye, Jozef en zijn broeders’ van Thomas Mann en de gedichten van W.H. Auden.Websitebbc.co.ukTelevisieprogrammaIk heb geen televisie, en luister veel naar de radio, vaak via internet: bijvoorbeeld ‘Today’ op BBC Radio 4. Of ‘Fazit’ op Deutschlandfunk.KrantTot voor kort de NRC (zeer achteruit gegaan; geen goed idee, zo’n halve krant). Daarnaast het Parool en de Pers, en in Vlaanderen de Standaard en de Morgen. TijdschriftDe Groene Amsterdammer en de London Review of Books.AutoIk bezit geen auto en koester ook niet de wens om er een te hebben.Eten en drinkenIk houd zeer van Indiaas eten. Maar ook van
Noordzeegarnalen met spiegelei en gebakken aardappelen. Heel klassiek en zeer eenvoudig. Met daarbij een Riesling of Grüner Veltliner. Avond uitToneel- of operavoorstellingen. Vroeger ging ik heel vaak, soms twee keer per week, maar helaas nu minder. RestaurantWilde Zwijnen in de Indische Buurt in Amster-dam (goede keuken!). Maar ook de Stadskan-tine in de Pijp gegeten (combinatie volstrekte pretentieloosheid - zelfbediening en een hele kleine kaart - en hoge kwaliteit is zeer overtuigend). OpmerkelijkIk geloof graag in volstrekt onbelangrijke din-gen, zoals horoscopen. Ik herken me met ple-zier in de voorspellingen of karakteriseringen: als steenbok ben ik kennelijk echt volhardend. ErgernisBemoeizuchtInspirerende persoonlijkheidMijn kinderen Jacob en Paula.AmbitieAlgemeen: Kritische debatten over gebouwen en steden, en de cultuur waarin we leven, aanjagen en daar steeds beter in worden. Concreet: een handvest voor de Dag van de architectuur schrijven waar ik samen met mijn collega’s duidelijk maak dat duurzame archi-tectuur niet gaat over steeds betere technolo-gische oplossingen maar over een intelligente manier van leven en bouwen.
In elke Schooldomein maakt u op een bijzondere ma-
nier kennis met een bijzonder mens in een bijzondere
functie. In deze editie: dr. ir. Christoph Grafe, sinds
begin dit jaar de nieuwe directeur van het Vlaams
Architectuurinstituut.
Christoph Grafe (Bremen, 26 december 1964) werkte
na zijn studie aan de TU Delft vijf jaar bij architect
Cees Dam in Amsterdam. Na een tweede studie in Lon-
den werd hij universitair hoofddocent architectuur en
interieur aan de TU Delft. Die betrekking combineert hij
nu met het directeurschap van het Vlaams Architec-
tuurinstituut in Antwerpen.
juni 2011schooldomein20
En nog steeds is het een labiele markt, met een over-
heid die zwaar aan het bezuinigen is en als ze al wil
uitbesteden, dat op de laagste prijs doet, waardoor
de brede maatschappelijke sector het zwaar te
verduren heeft. En natuurlijk is het uitermate lastig
om in termen van woningen bouwen en grond-
opbrengsten te denken. Ook de corporaties ten
slotte hebben flinke tikken opgelopen en hebben
al moeite om hun primaire taak nog een beetje uit
te voeren, om maar niet over het ontwikkelen van
maatschappelijk vastgoed te spreken. De markt
reageert aangeslagen.
Verouderde maatschappelijke gebouwenTegelijkertijd ontstaat een enorme nieuwe behoefte.
Binnen een samenleving die aan alle kanten knelt,
vergrijst, op zoek is naar nieuwe kaders, met een
enorme zorg- en welzijnvraag wordt geconfronteerd
en tegelijkertijd over een enorme hoeveelheid ver-
ouderde maatschappelijke gebouwen beschikt. Dat
gaat mis, daar moet worden ingegrepen of je nu wilt
of niet. Dat kost dagelijks enorm veel geld, omdat
er niets wordt gedaan. En dan gaat de eenvoudige
regel op dat bezuinigen op beleid uiteindelijk veel
meer geld en maatschappelijk rendement gaat
kosten, dan enkele jaren de broekriem aantrekken
oplevert.
Integrale oplossingenRond dat dynamische en gespannen speelveld wordt
de nieuwe vraag geboren. Ingegeven door innovatieve
opdrachtgevers, adviseurs, architecten, bouwers en
leveranciers. Die in dat proces scherp meedenken en
met integrale oplossingen komen. Die vanuit de keten
als proces denken en niet alleen meer vanuit het
enkelvoudige product of de enkelvoudige dienst. Dat
wordt herkend door een nieuw type opdrachtgevers,
dat weer op zoek gaat naar nieuwe regisseurs, naar
medespelers in de nieuwe markt, een type dat met an-
dere regisseurs de verbindingen wil leggen. Vanuit die
transitiefase krijgt de nieuwe dynamiek tussen vraag
en aanbod vorm en daar moet je bij willen zijn.
Nieuwe werkelijkheidDat was de inzet voor deze expertmeeting. En wat
blijkt: het klagen over wet- en regelgeving, over de
bekostiging, over de overheid en over de bestaande
structuren, begint langzamerhand plaats te maken
voor het inzicht dat je alleen maar zelf die werke-
lijkheid kunt veranderen en dat je altijd variabelen
houdt die soms lastig zijn en soms handig. En op dat
snijvlak ontstaat de nieuwe werkelijkheid.
Voor meer informatie kunt u mailen met het ICSkenniscentrum:
Is de crisis nu voorbij of niet? Eigenlijk is er sprake van een domino-effect. De crisis kwam fors binnen bij de grote ontwikkelaars, toen kwam de groep architecten, die zwaar getroffen werd. De adviesbureaus moesten het vorig jaar ontgelden en de groep van ontwikkelende aannemers heeft het vooral dit en volgend jaar zwaar. Datzelfde geldt ook voor de markt van inrichters, diensten en de organisatieadviesbureaus.
THEMACrisis en kansen
Crisis en kansen
juni 2011schooldomein 21
juni 2011schooldomein22
Jack Hazen kan zich wel vinden in de term
verfrissend. Hij stelt om te beginnen vast
dat prijs en kwaliteit weer op een normaal
niveau zijn. “Na een periode van overspan-
nen markten en hoge kostprijzen staan we
weer met beide benen op de grond. De hele
keten moet weer moeite doen. Onze porte-
feuille is nu redelijk gevuld, maar voor 2013
verwacht ik wel een terugval in opdrachten,
zeker vanuit de overheid.”
Ook van architecten wordt in deze tijd meer
gevraagd. Gert-Jan Borgman zag zijn bureau
krimpen. “We hebben niet minder opdrach-
ten, maar het is minder ‘vet’. We moeten
alles in competitie doen. Voor elke opdracht
moet je nu diep gaan, maar we zien ook
positieve ontwikkelingen.”
PrikkelendBegrippen als krimp, kleinere marges,
zoeken naar efficiency gaan over tafel.
Dat roept herkenning op, zoals bij Peter
Elemans. “De crisis werkt ook prikkelend.
We hebben een aantal nieuwe producten
ontwikkeld op het gebied van gezondheid
en binnenklimaat. Onze oplossing voor
daglicht – mijn grote passie – slaat aan.”
Harder werken voor minder. Een teruglo-
pende markt. Kleinschalige en kortcyclische
projecten. Ook Rien van IJzendoorn loopt
ertegenaan. Hij ziet kansen in advisering
aan de overheid. “De overheid heeft budget-
taire problemen en verlegt zaken naar de
markt. Als adviseurs in bouwbegeleiding
zien wij mogelijkheden in het overnemen
van activiteiten van de gemeenten. Ook
aannemers staan er anders in. Zij werken
steeds meer samen met adviseurs om
optimaal gebruik te maken van elkaars
knowhow.”
Crisis of geen crisis? Bij Royal Haskoning
merken ze er in Nederland ook het een en
ander van. Vooral de financiering verandert,
stelt Jan Koelink vast. “Dat is al goed zicht-
baar in de gezondheidszorg, maar heeft
ongetwijfeld zijn weerslag op scholenbouw.
We zien andere initiatieven. Iedereen wordt
creatiever onder druk van de markt.”
BewegingSibo Arbeek ziet een rode draad: de oude
economie van voor de crisis heeft plaats ge-
Creatiever onder druk van de marktIn het laatste nummer van deze jaargang kijken we in de expert-meeting terug op de afgelopen periode. Een periode waarin de bomen niet langer tot in de hemel groeiden, maar waarin sprake was van economische terugval. Hoe staat de markt ervoor en wat betekent dit voor de dienstverlening van scholenbouwers, archi-tecten, adviseurs en leveranciers? Bracht de crisis slechts doffe ellende of ook een verfrissende kijk en nieuwe kansen? Een prik-kelende discussie.
Tekst Anje Romein Foto’s Kees Rutten
juni 2011schooldomein 23
THEMACrisis en kansen
maakt voor een nieuwe economie die per-
spectief biedt. Daarin verschuiven de rollen
van diverse partijen. Michiel Otto herkent
dit. Ook hij ziet beweging in de financiering
van maatschappelijk vastgoed en de rol
van adviseurs daarbij. “Scholen vragen zich
af hoe ze de financiering van nieuwbouw
rond krijgen. Als adviseurs denken wij zo
vroeg mogelijk mee, ook over het finan-
cieringsvraagstuk. We zien bijvoorbeeld
dat pensioenfondsen geïnteresseerd raken
in maatschappelijk vastgoed. In termen
van risico is dat voor hen een interessant
alternatief.”
Ook Arbeek ziet dat gemeenten al in de
initiatieffase behoefte hebben aan advies.
“Gemeenten moeten wat met hun maat-
schappelijk vastgoed. Er is de noodzaak om
te bezuinigen, maar men wil ook beleidsrijk
opereren.”
Meer mogelijk maken voor je opdrachtge-
vers voor minder geld. Hoe krijg je daarmee
toch goede projecten uit de startblokken?
Door verbindingen te maken binnen maat-
schappelijk vastgoed, denkt Rob Kersten.
“De toekomst voor scholen is onzeker. Ont-
wikkelen we huisvesting voor zeventig jaar?
Moeten functies uitwisselbaar zijn? Wat als
de huisvesting straks leeg staat? Zijn er an-
dere invullingen voor mijn pand mogelijk?
Het is een hele zoektocht.”
Daarbij komt dat ook het onderwijs reke-
ning moet houden met de opkomst van
Het Nieuwe Werken, verwacht Kersten.
“Huisvesting moet hoogwaardig zijn, maar
er zijn minder vierkante meters nodig.
De digitalisering schrijdt voort. Lesgeven
doen we straks voor een deel niet meer in
dezelfde lokalen.”
Bij hoogwaardigheid gaat het ook om duur-
zaamheid en een gezond binnenklimaat.
Eigenlijk zijn dit nauwelijks nog aparte kwes-
ties, maar vanzelfsprekendheden. Toch is
de problematiek ingewikkeld, zegt Elemans.
“Krimp betekent voor een school minder leer-
lingen en minder budget. Tegelijkertijd moet
een school kwaliteit bieden in het gevecht
om de leerling, zowel onderwijsinhoudelijk
als gebouwtechnisch. Dat betekent dat de
school moet investeren in slimme oplossin-
gen. Helaas wordt de adviseur er vaak pas bij
betrokken als het gebouw al is ontworpen.”
Crisis en kansen
Sibo Arbeek | hoofdredacteur Schooldomein (gespreksleider)
Gert-Jan Borgman | architect R4a
Peter Elemans | architect Elemans Postma Van den Hork / bestuurslid Living Daylights
Jack Hazen | commercieel directeur Pellikaan
Rob Kersten | hoofd expertisecentrum HEVO
Jan Koelink | architect Royal Haskoning
Michiel Otto | partner adviesbureau PRC
Arjan Rademaker | projectleider FAAY Projecten
Rien van IJzendoorn | coördinator Centraal Bureau Bouwtoezicht
Peter Wapenaar | adviseur Peutz Zoetermeer
Danny Weerens | account manager Hunter Douglas
Vlnr: Rien van IJzendoorn, Arjen Rademaker, Peter Elemans
Dé perfecte partner voor uw bouwplannen!
� Internationale kennis van de nieuwste trends, bouwmethodieken, duurzame toepassingen
en exploitatiemodellen. Vestigingen in Nederland, Duitsland, België en Groot-Brittannië.
� Brede expertise op gebied van scholen.
� Meer dan 30 jaar unieke eigen ervaring in exploitatie en beheer.
� Van traditionele aanbestedingen tot en met de meest verregaande PPS-projecten waarbij
Design, Build, Finance, Maintain en Operate volledig zijn geïntegreerd.
Brede School locatie Zuidmaten Den HamDesign & Build-project
Bijzonder duurzaam en energiezuinig ontworpen
galerijschool. Bestaande uit 2 basischolen,
een kinderdagopvang, een buitenschoolse opvang
en een bibliotheek.
Louis Davids Carré ZandvoortPPS-project
Centrumontwikkeling met de Maria school
en Hannie Schaft school, een zorgloket,
ruimten voor handhaving, bibliotheek, kinder-
dagverblijf, buitenschoolse opvang, een
parkeergarage voor totaal 511 auto’s,
48 appartementen, een lounge, verenigings-
ruimten, buitenspeelplaatsen en marktplein.
Pieter Nieuwland College Amsterdam Renovatie en nieuwbouw
Een deel van de school maakte plaats voor
een grotere nieuwbouw van ruim 30 praktijk-
en leslokalen. De bestaande vleugels worden
ingrijpend gerenoveerd. Het gebouw blijft
steeds gedeeltelijk in gebruik.
Recreëer, werk en leer in een ideale omgeving
Louis Davids Carré Zandvoort
TILBURG � BRUSSEL � DÜSSELDORF � LONDEN
Pellikaan Bouwbedrijf bv
Dr. Hub van Doorneweg 95
Postbus 551
5000 AN Tilburg
Tel. 013 465 76 00
Fax 013 468 50 02
E-mail [email protected]
Internet www.pellikaan.com
De kracht van Pellikaan
10-754 Pell B - adv scholen & bouwen aan de toekomst:- 02-02-2011 13:33 Pagina 1
juni 2011schooldomein 25
THEMACrisis en kansen
StroomversnellingKoelink zou graag een ander uitgangspunt
zien: niet kijken naar wat technisch kan,
maar naar wat gebruikers nodig hebben.
“Wij moeten aan de technische eisen
voldoen op basis van de wensen van de
klant. Het resultaat mag mooi zijn, maar we
moeten veel breder nadenken over de acti-
viteiten van de eindgebruiker. De techniek
maakt veel mogelijk, maar wat wil de klant?
Die denkwijze zien we weinig.”
Het valt Danny Weerens daarbij op, dat
kennis van leveranciers vaak niet goed is
gebundeld. Licht-, geluid-, en luchtspeci-
alisten maken niet één integraal plan om
samen tot de optimale situatie te komen.
“Terwijl het één gevolgen heeft voor het
ander. De gebruiker wordt vaak niet mee-
genomen en partijen werken niet samen
aan de klantvraag. Wij zien kansen om die
componenten wel rond de tafel te zetten in
een vroeg stadium van de ontwerpfase.”
Er klinkt verbazing aan tafel. Juist die
integraliteitsgedachte van disciplines heeft
de laatste tijd toch een enorme vlucht
genomen? Peter Wapenaar: “Ik vind dit
teleurstellend. Wij stemmen juist wel
allerlei technieken op elkaar af.” Ook bij
Royal Haskoning zit integraal denken in de
haarvaten van het bedrijf. Koelink: “Al in de
initiatieffase moet je hoogwaardig denken.
Bijvoorbeeld hoe je een gebouw positio-
neert. Een kwartslag gedraaid kan al een
kwart aan energiekosten schelen.”
Het gebeurt zeker wel, integraal bouwen,
zegt Hazen. “Er worden teams opgebouwd
met specialisten voor de constructie, bouw-
fysica, akoestiek, licht, enzovoort. Dat is de
afgelopen jaren in een stroomversnelling
geraakt.”
VertrouwenHet is deze integrale, projectoverstijgende
samenwerking die in de nieuwe economie
de beste kansen biedt, meent Van IJzen-
doorn. “Dan ben je vanaf de start van een
project tot in lengte van jaren met elkaar
bezig. De afgelopen jaren zag iedereen
vooral zijn eigen perspectief en dat gaf veel
problemen in de uitvoering. Partijen die al
aan de voorkant een relatie opbouwen met
hun opdrachtgever, die redden het. Het gaat
erom dat mensen met elkaar communice-
ren om op een goede manier tot een nieuw
gebouw te komen.”
Essentieel daarbij is vertrouwen in elkaar.
Van IJzendoorn: “En je moet concreet
onderbouwen wat het oplevert en winst en
verlies samen delen.”
Helaas is het tegenwoordig vaak zo dat
marktwerking innovatie om zeep helpt:
alles moet zo goedkoop mogelijk. Borgman:
“Jammer. Het moet gaan om de vraag hoe je
een gebouw neerzet dat meerwaarde biedt
en minder onderhoud vraagt. Daarbij is een
overheid nodig die niet alleen kijkt naar het
cijfer onder de streep, maar naar de waarde
van het gebouw.”
Borgman ziet in die nieuwe economie
dan ook vooral een uitdaging om slim met
budgetten om te gaan. “Een basisschool
was vroeger nauwelijks meer dan een opge-
pluste woning, zonder complexe installa-
ties. Inmiddels ligt er wel een grote utilitaire
opgave: strenge eisen in combinatie met
een laag budget.”
“Gemeenten moeten wat met hun maat-schappelijk vastgoed. Er is de noodzaak om te bezuinigen, maar men wil ook beleidsrijk opereren.”
Vlnr: Gert-Jan Borgman, Jack Hazen en Peter Wapenaar Vlnr: Jan Koelink, Sibo Arbeek, Jack Hazen
CREATIEVE ADVISEURSVOOR UW AMBITIESM3V adviespartners:• voor al uw huisvestingsvragen• thuis in onderwijs, kinderopvang, cultuur, welzijn en sport• vernieuwend beleid en verrassende huisvestingsconcepten• grip op complexe processen
Altijd vanuit de inhoud en samen met u. Creatief en vernieuwend, maar bovenal realistisch.
Meer weten? Kijk op www.m3v.nl , bel 026-4822520, of mail naar [email protected]
m3v adviespartners l Oosterbeek 026 - 482 25 20 l Rotterdam 010 - 476 07 36 l [email protected] l www.m3v.nl l Fotografie DigiDaan
AdvertentieM3V_Schooldomein.indd 1 30-5-2011 12:27:10
juni 2011schooldomein 27
THEMACrisis en kansen
nieuwbouw, waarbij de kans groot is dat
wat we nu bedenken over tien jaar alweer
achterhaald is? Kersten: “De vraag is of je
wel voor tachtig jaar moet bouwen of dat
je beter kunt kiezen voor semipermanente
bouw. Er bestaan prachtige historische
panden die na een paar honderd jaar nog
meegaan, maar voor sommige gebouwen
die we nu neerzetten is het over twintig jaar
de prullenbak; zwart-wit gesteld.”
Koelink heeft een ziekenhuis ontworpen dat
die beide levenscycli in zich verenigt: “Een
deel van het gebouw gaat langer dan vijftig
jaar mee, in een ander deel zijn technische
intensieve functies verwerkt die zo snel
verouderen, dat het op kortere termijn aan
vernieuwing toe is. De vraag is hoe je dit
vertaalt naar scholenbouw.”
CreativiteitTerug naar de crisis waar de discussie
mee begon. Alle partijen hebben er onder
te lijden, maar er liggen kansen. Partijen
komen in een andere verhouding tot elkaar
te staan en ontwikkelen nieuwe dienstverle-
ningsconcepten. Arbeek: “Deze tijd prikkelt
tot creativiteit, innovaties, effi ciency en
integraal denken. De focus verschuift van
fi nanciële investering naar prestaties. Door
de crisis ontstaat een andere manier van
denken.”
“Het basisonderwijs neemt ook wel een
bijzondere positie in”, zegt Otto, “omdat
investering en exploitatie niet in één hand
liggen. �Een lastige situatie. Als de school
zelf verantwoordelijk zou zijn voor de inves-
tering en exploitatie, zou ze een veel betere
afweging kunnen maken over output, kwali-
teit en onderhoud.”
Het Nieuwe LerenHet exploitatiegericht denken is in de
gezondheidszorg al gemeengoed geworden.
Ook in scholenbouw heeft het de toekomst,
stellen de experts vast. Net als het Nieuwe
Leren. Otto: “Nieuwe generaties studenten
eisen steeds meer plaats- en tijdonafhanke-
lijk onderwijs. Nieuwe gebouwen moeten
dat accommoderen. Ik verwacht voor de
toekomst kleinere scholen waar het gaat om
ontmoeting en contact met docenten. Daar-
omheen zit een virtuele schil. Kernwoorden
zijn ICT, duurzaamheid en fl exibiliteit.”
Als iemand uit het gezelschap iets kan met
dat laatste begrip, is het Arjan Rademaker.
Zijn bedrijf maakt volledig verplaatsbare
wandsystemen, waarmee je ruimtes snel en
eenvoudig groter of kleiner kunt maken als
de veranderde situatie daarom vraagt. De
kosten vallen mee, zegt Rademaker. Otto
valt hem bij. “De winst kan ook zitten in een
hogere bezettingsgraad van je gebouw door
een effi ciënte indeling. Daarmee verdien je
de meerkosten terug.”
DestilleerderijOndertussen worstelen gemeenten met
de vraag wat ze met hun maatschappelijk
vastgoed moeten in deze tijd van krapte.
Er worden al combinaties gemaakt van
activiteiten en ontmoeting in multifunctio-
nele gebouwen of oude gebouwen worden
langer hergebruikt. Koelink: “Gemeenten
vragen vaker welke aanpassingen mogelijk
zijn om een gebouw geschikt te maken
voor andere functies. Zo hebben wij in
Schiedam een oude destilleerderij heront-
wikkeld tot theater/fi lmhuis/kunstuitleen.
Een haalbaar alternatief voor nieuwbouw
met als resultaat een gebouw met enorme
uitstraling.”
Toch is dit slechts weggelegd voor een
kleine selectie leegstaande gebouwen. Het
is niet altijd goedkoper en niet elk pand kan
zomaar omgebouwd worden tot bijvoor-
beeld een schoolgebouw. Dan toch maar
“Nieuwe generaties studenten eisen steeds meer plaats- en tijdonafhankelijk onderwijs.”
Danny Weerens (l) en Rob Kersten
• Betoverendvoorlezen uit je favoriete voorlees-
boek. Met je eigen stem de aandacht van het
publiek grijpen. Hoe betoverend is jouw stem?
• Lessenvansportcoaches, topcoaches en topspor-
ters willen topprestaties. Hoe zij topprestaties be-
reiken en wat dat kan betekenen in het dagelijkse
leven.
• Overtuigjeouders, leer hoe je door de goede
argumenten bijvoorbeeld je ouders makkelijker
kunt overtuigen.
• Snelenslimsamenvatten, iedere spreekbeurt
voorbereiden of boekbespreking schrijven wordt
een peulenschil, als je de techniek van het mind-
mappen beheerst.
De trainers - mededirecteur Anneleen Kaptein en
Paul van Hout, Gijs van Dinther, Ruud van Winger-
den en Michiel Sauter - hadden de dag van hun le-
ven. Zo ook de deelnemers, kinderen van negen tot
twaalf jaar. Het was geweldig om te zien met hoeveel
inzet en enthousiasme door hen werd gewerkt.
Allround character educationVoor IMC Weekendschool in Nijmegen was gekozen
vanwege haar drie doelen. De school wil (toekomst)
perspectieven van leerlingen helpen verbreden, hun
zelfvertrouwen helpen vergroten en hun gevoel van
verbondenheid met de Nederlandse samenleving
versterken. Men wil de leerlingen een breed beeld
van de wereld laten zien en bovendien bijdragen
aan wat ze noemen: allround character education.
Leerlingen worden uitgedaagd om hun grenzen te
verleggen, verder te kijken, meer te durven en te
doen. Op de weekendschool krijgen de jongeren les
van onder andere advocaten, dokters, architecten,
Een inspirerend kijkje in interessante vakgebieden
juni 2011schooldomein28
IMC Weekendschool is in 1998 door psycholoog Heleen Terwijn - in samen-werking met handelshuis IMC - opgericht als school voor aanvullend onderwijs voor gemotiveerde jongeren van tien tot veertien jaar uit sociaaleconomische achterstandswijken. Een verslag van een geslaagd verjaardagsfeestje.
ATekst Peter Reijers
vantage training en advies / De Bouwer & Partners
Training waren jarig. En verjaardagen moeten gevierd
worden. De communicatietrainers waren al snel en-
thousiast over een zondagstraining voor de leerlingen
van IMC Weekendschool. Dat leverde, na overleg met
de weekendschool het volgende programma op:
• Vamosalaplaya, de leukste en handigste Spaanse
zinnen en woorden voor op vakantie.
• Knoopinhettouw, in de buitenlucht aan de slag
met een managementspel in een versie voor kin-
deren. Samenwerken, problemen oplossen, leiding
nemen, luisteren en dergelijke.
journalisten en kunstenaars. Zo komen ze in aanra-
king met beroepsgroepen, academische vakken en
cultureel-maatschappelijke sectoren, die ze van huis
uit meestal niet leren kennen. Dat leidt tot een uitge-
balanceerd programma , waardoor de leerlingen kun-
nen kennismaken met interessante vakgebieden uit
de wereld van cultuur, wetenschap en maatschappij.
De gastdocenten wordt gevraagd hun vaardigheden
en kennis over te dragen. Dat moet ertoe bijdragen
dat de leerlingen de rest van hun leven kritischer en
bewuster in de maatschappij staan.
ToekomstverwachtingenIMC Weekendschool is in 1998 ontstaan uit nood-
zaak. Psycholoog Heleen Terwijn ontdekte tijdens
haar onderzoek naar motivatie dat het met de
toekomstverwachtingen van scholieren in het
basisonderwijs droevig was gesteld. Zij bedacht een
effectieve aanpak: vrijwillig aanvullend onderwijs op
zondag voor scholieren van tien tot veertien jaar. IMC
Weekendschool biedt een manier om de toekomst-
perspectieven van leerlingen uit economisch zwakke
wijken te verbreden. Door vakinhoudelijke experts
uit te nodigen die de kinderen een inspirerend kijkje
bieden in interessante vakgebieden. Inmiddels is
het concept van de weekendschool uitgegroeid tot
een doeltreffende proeftuin voor onderwijsvernieu-
wing, vormgegeven in een unieke combinatie van
negen vestigingen, een onderzoeksgroep en een
follow-uptraject. Na een succesvolle proefperiode
in drie Amsterdamse wijken, is IMC Weekendschool
inmiddels gevestigd in achterstandswijken van zeven
Nederlandse steden.
Krachten bundelenDe weekendschool is geen liefdadigheid en de kin-
deren zijn niet zielig. Het is juist de bedoeling een
uitwisseling tot stand te brengen die voor alle betrok-
kenen interessant is. IMC Weekendschool bundelt de
beste krachten in de maatschappij. Dankzij de finan-
ciële steun van veel bedrijven en fondsen kunnen alle
vestigingen en onderdelen van IMC Weekendschool
functioneren met minimale overheidsfinanciering.
Gelukkig zien steeds meer bedrijven en instellingen
de maatschappelijke noodzaak in van toekomstver-
bredend onderwijs. Dankzij hun financiële steun is
het mogelijk de negen vestigingen en het follow-up-
traject draaiende te houden. Minstens zo belangrijk is
de sponsoring van onderzoek naar de effectiviteit van
de weekendschool en naar doeltreffende interventie-
methoden in het reguliere onderwijs.
High potentialsAnneleen Kaptein verwoordt wat onze trainers er
van vonden: “Dit zijn buitengewoon gedreven en
gedisciplineerde kinderen. Echte high potentials
waarnaar het bedrijfsleven al met plezier kan uitkij-
ken. Kinderen die veelal leven in een aantal culturen
tegelijk, waardoor ze zich waarschijnlijk flexibel zul-
len aanpassen aan snel veranderende omgevingen.
Kinderen met mooie toekomstdromen en veelal een
verfrissende vastberadenheid om die te vervullen. De
bevlogen mensen van de weekendschool maken echt
een verschil, in de levens van deze kinderen. “
Voor meer informatie surft u naar www.imcweekendschool.nl of
www.avantage-ta.com. U kunt ook twitteren naar @preijers.
juni 2011schooldomein 29
“De weekend-school is geen liefdadigheid en de kinderen zijn niet zielig.”
Aandachtspunten bij asbest
juni 2011schooldomein30
In Nederland was tot 1993 het gebruik van asbesthoudend materiaal wettelijk toegestaan. In ongeveer driekwart van de basisscholen en de helft van de mid-delbare scholen is niet bekend of er asbest aanwezig is. Daardoor is er voor onder andere docenten en leerlingen nog steeds een gerede kans op situaties die een potentieel gevaar opleveren door blootstelling aan asbestvezels.
lijkheid wie er aansprakelijk en verantwoorde-
lijk is en de meningsverschillen op dit punt. De
uitkomst van het spoeddebat is dat de staatsse-
cretaris van Milieu er bij de PO- en VO-Raad op
zal aandringen dat alle scholen voor juli 2012 een
DTekst Ingmar Scheiberlich
e media-aandacht en het spoeddebat in de Tweede
Kamer naar aanleiding van de Zembla-uitzending
is opmerkelijk te noemen. Niet zozeer vanwege
de aandacht die het onderwerp ‘asbest in scholen’
krijgt, maar vanwege de grote vraag en onduide-
asbestinventarisatie laten uitvoeren. Maar is dit nu
de oplossing?
EigendomssituatieDe verantwoordelijkheid over asbest wordt bepaald
door de eigendomssituatie van de (school)gebou-
wen. Die bepaalt wie de eigenaar van het asbest is.
Voor de eigendomssituatie kunnen op hoofdlijnen
de volgende situaties worden onderscheiden:
Eigendom en gebruik van het gebouw
De eigenaar van een gebouw is tevens de eigenaar
van het eventuele aanwezige asbest.
Erfpacht
Bij erfpacht is er sprake van een zogenoemde bloot-
eigenaar en een erfpachter. In dit artikel gaan we
er gemakshalve vanuit dat de erfpachter ook de
gebruiker is van het gebouw. In de akte van vesti-
ging van het erfpacht zijn veelal allerlei rechten en
verplichtingen opgenomen waaraan partijen zich
moeten houden. Ten aanzien van asbest kunnen
hier per geval verschillende afspraken over zijn
gemaakt. Voorwaarde is wel dat deze niet in strijd
mogen zijn met het dwingend recht zoals is opgeno-
men in de bepalingen van titel 7 van Boek 5 (BW).
Huur
Bij huur wordt onderscheid gemaakt tussen een
eigenaar (verhuurder) en een huurder, zijnde een
gebruiker. De verantwoordelijkheid voor asbest
ligt bij een huursituatie in beginsel bij de eigenaar
(verhuurder) van het gebouw. Asbest kan bij huur
worden gezien als een gebrek conform artikel 7.204
BW.
In beginsel is de eigenaar van een gebouw dus ver-
antwoordelijk voor het asbest (bij eigendom en bij
huur). Bij erfpacht kan dit per situatie verschillen. In
deze gevallen is de eigenaar van een schoolgebouw
dus verantwoordelijk (of kan verantwoordelijk wor-
den gehouden) voor het uitvoeren van een asbestin-
ventarisatie (als daarvoor een aanleiding is).
In Nederland is er nu geen wettelijke verplichting
om asbest te laten inventariseren als daarvoor geen
directe aanleiding is. Het kan dus voorkomen dat er
wel asbest aanwezig is, zonder dat men daarvan op
de hoogte is. Ook geldt in Nederland geen wettelijke
verplichting om asbest te verwijderen als het wordt
aangetroffen. Voorwaarde is dan wel dat de asbest-
houdende materialen veilig zijn te handhaven tot
het moment van sloop of ingrijpende renovatie.
Beleid overheden en schoolbesturenBij een asbestveilig gebouw moet worden voorkomen
dat asbestvezels in de lucht vrijkomen (voorkomen
van blootstelling). Asbestveilig betekent dat bloot-
stelling aan asbestvezels (inademen) wordt voorko-
men tijdens normaal én bij bijzonder gebruik van de
ruimten. Het risico hierbij wordt vooral bepaald door
de toepassingen evenals de bereikbaarheid en plaats
waar deze zich bevinden. Voor een asbestveilige situ-
atie is het noodzakelijk dat er een beheersprotocol
wordt opgesteld waarin onder andere een risicoana-
lyse is opgenomen. Het formuleren van de ambitie
en het daaruit volgend beleid, gaat vooraf aan het
uitvoeren van een asbestinventarisatie. Het uitvoeren
van een asbestinventarisatie is een gevolg van het
beleid. Dit geldt ook voor de situatie na het uitvoeren
van een inventarisatie. Als blijkt dat er sprake is van
asbesthoudende toepassingen, dan kun je op basis
van het vooraf geformuleerde beleid vaststellen wat
de consequenties hiervan zijn. Nadat het beleid is
vastgesteld, volgt het uitvoeren van een asbestinven-
tarisatie door een gecertificeerd inventarisatiebureau
(SC 540). In de media is nogal eens gespeculeerd over
de kosten die hiermee gemoeid zijn. Dit maakt het
noodzakelijk om hier iets langer bij stil te staan. De
kosten voor een ‘goede’ asbestinventarisatie – een
onderzoek waarin de kwalitatieve en kwantitatieve
omvang nauwkeurig is weergegeven - wordt bepaald
door de tijd die nodig is om het gebouw grondig te
onderzoeken en het aantal monsters dat van asbest-
verdachte toepassingen en eventuele besmettingen
moet worden genomen. Een lage prijs kan dus van
invloed zijn op de kwaliteit van het asbestinventari-
satierapport.
Juiste vraagHet is van belang de ‘juiste vraag’ aan het inven-
tarisatiebureau te stellen. De uitkomst van het
onderzoek moet in ieder geval een asbestinventari-
satierapport Type A zijn. Zonder beperkingen; dus
alles is gecontroleerd, ook al is het heel moeilijk
te bereiken of zat de betreffende deur op slot! De
uikomsten van de asbestinventarisatie kunnen wor-
den gespiegeld aan het beleid, zodat duidelijk wordt
wat de gevolgen zijn. Voor ouders van schoolgaande
kinderen is het een geruststellende gedachte dat
hun kinderen les krijgen in een omgeving waar geen
asbest (meer) aanwezig is. Aan overheid en school-
besturen de uitdaging het beleid te formuleren dat
die geruststellende gedachte waarmaakt.
Voor reacties mailt u naar [email protected].
juni 2011schooldomein 31
“De eigenaar van een gebouw is verantwoor-delijk voor het asbest.”
“D
juni 2011schooldomein32
architectuur
De smalle marges van de onderwijsfilosofie
DeMariaMontessori’senKeesBoekesvandezetijdzijnschaars,alszeopditmomentalbestaan. Toch heeft menig schoolbestuur de mond vol van een eigen onderwijsfilosofie en ziet deze graag gevisualiseerd in het schoolgebouw.
e meest opvallend ander-
soortige schoolgebouwen ooit gebouwd
zijn de Openluchtscholen”, stelt Maar-
ten Boelsma vast. “Het licht-, lucht- en
ruimte-principe heeft het duidelijkst tot
een nieuwe architectuur geleid. Elk ander
schoolgebouw, ook het allernieuwste,
vormt een variatie op het al 200 jaar gelden-
de uitgangspunt voor een school, waarin
ordening en hygiëne leidend zijn.” Boelsma
is directeur van BOA, een adviesbureau
gespecialiseerd in huisvesting voor onder-
wijs en welzijn, dat onderwijsinstellingen
op het vlak van huisvesting adviseert en
desgewenst ook het projectmanagement of
het beheer verzorgt. “Stedenbouwkundige
randvoorwaarden, multifunctionaliteit, be-
heersbaarheid, duurzaamheid en - wanneer
het om een bestaand gebouw gaat - soms
de cultuurhistorische aspecten bepalen met
name de vorm van het schoolgebouw. De
aanwezige pedagogisch-didactische visie
drukt doorgaans in veel mindere mate een
stempel op de gebouwspecificaties.” Eén
van de voorbeelden die hij geeft is de SBO-
school De Kans in Amsterdam Nieuw West.
Een voormalige zogenoemde H-school,
waarvan er in de jaren vijftig in de weste-
lijke tuinsteden negen werden gebouwd. De
H symboliseert de plattegrond, die uit twee
vleugels bestaat, gekoppeld door glazen
gangen waartussen de buitenruimten lig-
gen. Elk leslokaal had een eigen toegang tot
die buitenruimte. “Deze bijzondere typolo-
gie”, licht Boelsma toe, “waarbij binnen- en
buitenruimtes als één geheel zijn ontwor-
pen, was voor het stadsdeel Nieuw-West de
belangrijkste reden om tot behoud van het
gebouw te besluiten. Toch is de onderwijs-
filosofie van de huidige school een geheel
andere dan die van vijftig jaar geleden. Nu
staan zaken als veiligheid voorop, essenti-
eel voor deze leerlingen, die veel bescher-
ming nodig hebben.”
UitdagendArchitect Rowin Petersma van Inbo Archi-
tecten, verantwoordelijk voor de verbou-
wing en uitbreiding van De Kans, beaamt
dat de cultuurhistorische waarde van het
gebouw en de stedenbouwkundige kaders
een belangrijk deel van de opgave bepaal-
den. “Toch speelde de onderwijskundige
filosofie in het Programma van Eisen wel
degelijk een rol.” En ook hij noemt de
behoefte aan bescherming en toezicht.
“Een aantal ingrepen was speciaal daarop
gericht.” Petersma toont hoe hij binnen de
bestaande klassieke structuur van gangen,
trappenhuizen en klaslokalen toch een
SBO De Kans in Amsterdam Nieuw West: de H vorm werd uitgebreid met (rechts) een nieuwe vleugel.
grote verscheidenheid aan ruimtes kon
creëren, die specifieke onderwijsvormen en
begeleiding mogelijk maken. “Dankzij de
overmaat die in de jaren vijftig nog mogelijk
was.” Ingenieus wist hij tal van zogenoemde
alternatieve leerruimtes te koppelen aan de
groepsruimtes en plaatste hij de toiletruim-
tes dichter bij de lokalen, “om de leerkrach-
ten daarop meer controle te geven.” De
wens om een beschermende sfeer te bieden
combineerde hij met de architectonische
opgave om in de uitbreiding recht te doen
aan de cultuurhistorie. De nieuwbouw
volgt de typologie van het oude gebouw, is
er los van geplaatst en op eenzelfde wijze
met een van veel glas voorziene gang aan
gekoppeld. Zo zijn twee nieuwe, ook weer
gedeeltelijk omsloten buitenruimtes ont-
staan, die het mogelijk maken de verschil-
lende leeftijdsgroepen een eigen speelplek
te geven.
DenktankMinder gehinderd door cultuurhistorische
eisen, “maar wel sterk rekening houdend
met de historische kazernebebouwing” kon
architect Edwin Smolders van architecten-
bureau De Twee Snoeken aan de slag met
de filosofie van Coen Free, voorzitter van
het College van Bestuur van het Koning
Willem I College in ‘s-Hertogenbosch.
Free wilde binnen het complex een aparte
School voor de Toekomst. Een gebouw
waarin het “de weg vinden in steeds nieuwe
en groter wordende kennisgebieden veel
belangrijker is dan zoveel mogelijk feiten
in je geheugen op te kunnen slaan”, vat
Smolders samen. Zijn opdrachtgever wilde
daarvoor een bijzonder gebouw. En dat is
het geworden. Het exterieur oogt als een
black box, waarvan de bovenste twee lagen
lijken te zweven boven een geheel transpa-
rante begane grond. Het interieur daaren-
tegen is een rijke schatkamer gevuld met
architectonische hoogstandjes, verrassend
ingerichte ruimten met kleurrijke meubels
en ultramoderne technische hulpmiddelen.
Vooral de hal is indrukwekkend. Deze wordt
gedomineerd door een reusachtige, afge-
platte cilinder op dunne kolommen;
‘de denktank’. Rondom de hal gescha-
keerd zijn de lesruimten, variërend van de
in Zuid-Amerikaanse sfeer ingerichte La
Cantina tot de Vlindertuin en het Edward de
Bono-plein, vernoemd naar een vooraan-
staande autoriteit op het gebied van creatief
denken en het aanleren van denktechnie-
ken en een van de belangrijkste inspiratie-
bronnen voor de school. Smolders bena-
drukt het proces waarin het project werd
gerealiseerd, “en nog voortdurend wordt
aangepast, want Free kwam en komt telkens
met nieuwe ideeën. Het luisteren daarnaar,
maar ook zijn luisterend vermogen zijn
essentieel. Een tussenruimte, die geschikt
moest worden gemaakt als rokersplek,
voorzag ik in eerste instantie om construc-
tietechnische redenen van een schuin
aflopende vloer. Met de verklaring dat ‘het
roken op een hellend vlak staat’, bracht
ik Free van zijn aanvankelijke scepsis af.”
Smolders bevestigt wat ook Boelsma en Pe-
tersma benadrukken: een onderwijsfilosofie
zal en kan op zichzelf niet tot een specifiek
vormgegeven schoolgebouw leiden.
“Voor een mooi én een goed gebouw is
vooral het proces belangrijk, met grote,
liefst persoonlijke betrokkenheid van zowel
opdrachtgever als architect. Juist dan wordt
het mogelijk dat de pedagogisch-didacti-
sche visie van de gebruiker tot zijn recht
komt en een herkenbaar stempel drukt op
het schoolgebouw.”
Teks
t Th
eo v
an O
effe
lt F
oto’
s Ke
es H
umm
el/In
bo A
rchi
tect
en, N
orbe
rt v
an O
nna/
De T
wee
Sno
eken
juni 2011schooldomein 33
BNA OnderzoekBNA Onderzoek, waarin onder andere is
opgegaan de Stichting Architecten Research
Onderwijsgebouwen (Staro), bundelt de
studie- en onderzoeksactiviteiten van de
Bond van Nederlandse Architecten. De kennis
en expertise van de BNA-leden betreffende
onderwijshuisvesting en de activiteiten
rondom dit thema komen hierin terug. BNA
Onderzoek is een platform voor verdieping en
collegiale kennisuitwisseling van alle BNA-
leden, waar verschillende expertises worden
samengebracht en kruisbestuiving mogelijk
wordt gemaakt. Het programma is zeer divers,
zowel thematisch als in vorm. De redactieraad,
verantwoordelijk voor de Schooldomeinru-
briek Architectuur, wordt gevormd door Kees
Willems, Marjolein Bosscher, Michaela Steger-
wald, Michiel Snelder, Carla Roos, Theo van
Oeffelt en Jutta Hinterleitner. Meer informatie:
www.bna-onderzoek.nl.
De ‘denktank’ domineert de reusachtige hal van de School voor de Toekomst.
Ter geruststelling: de grote zandvlakte is tijdelijk. Er
is al gras ingezaaid en dit najaar worden maar liefst
zeshonderd bomen geplant. De International School
Almere is gebouwd in het Cascadepark. De gemeente
International School Almere
Internationale look and feel
Een grote kale zandvlakte. Een spoorlijn. In de verte de afwisselende nieuwbouw van het Homeruskwartier in Almere Poort. Het schoolplein van de nieuwe Internationale School Almere (ISA) biedt een weids uitzicht over de omgeving. Uitzicht? Jazeker, dit schoolplein ligt namelijk op het dak van de school. Architect Michael van Leeuwen en schooldirecteur Rynette de Villiers geven tekst en uitleg en een rondleiding langs natuursteen, patio’s en waterfonteintjes.
Tekst Anje Romein Foto’s Marko
juni 2011schooldomein34
juni 2011schooldomein 35
Almere heeft ambitieuze plannen met dit zeven
kilometer lange glooiende terrein. Naast ruimte
voor groen en recreatie is er plaats voor duurzame,
hoogwaardige architectuur. Ook de kavel voor de
IS Almere kreeg stevige eisen mee. Van Leeuwen: “De
gemeente wil hier lage, paviljoenachtige, vriendelijke
gebouwen. Vanaf de openbare weg mag nergens een
auto te zien zijn, dus parkeren gaat onder de grond.”
Patio’sDe gemeente had nog een belangrijke voorwaarde.
Er mocht geen hekwerk rondom de school, omdat dit
niet zou passen in de vriendelijke sfeer van het park.
“Maar dit conflicteerde met de strenge regels van
een internationale school”, vertelt Rynette de Villiers.
Tekst Anje Romein Foto’s Marko
“Veiligheid en controle op de leerlingen is wereld-
wijd erg belangrijk. Tot hun zestiende mogen ze niet
zomaar het schoolterrein af.”
Een interessant vraagstuk voor de architect. Deze
koos ervoor de volledige kavel te bebouwen en een
schoolplein op de bovenste verdieping te realiseren.
Opvallend onderdeel is een grote basketballkooi met
daarnaast drie vrij geplaatste paviljoens. Daarin zijn
klaslokalen, de mediatheek en de gymzaal geves-
tigd. De paviljoens geven het speelplein plekken
met een eigen gebruik en karakter. De Villiers: “Het
De IS AlmereDe International School Almere is een International Baccalaureate (IB) World School. Leerlin-
gen van 11 tot 18 jaar volgen hier het Middle Years of het Diploma Programma. De IS Almere
is opgericht in 2002, en is een samenwerking tussen de Verenigde Scholen J.A. Alberdingk
Thijm in Hilversum en Het Baken in Almere (nu: Amarantis Onderwijsgroep). In Nederland zijn
meerdere internationale scholen, maar de provincie Flevoland ontbrak nog in de rij. Met veel
internationale bedrijven in de regio stijgt de behoefte aan internationaal onderwijs. Nu heeft
de school 75 leerlingen, over 5 jaar kunnen dat er 300 worden. De school is op de groei bere-
kend. Een deel is nu nog verhuurd aan de Christelijke Agrarische Hogeschool Almere.
juni 2011schooldomein36
juni 2011schooldomein 37
Projectinformatie:
Project:
Nieuwbouw International School Almere
Opdrachtgever:
International School Almere BV,
onderdeel van Verenigde Scholen J.A.
Alberdingk Thijm
Architect:
Architectuurbureau Sluijmer en
van Leeuwen
Aannemer:
Friso Bouw
Inrichter:
Marko BV (www.marko.nl)
Brutovloeroppervlak:
5094 m²
Bouwkosten:
5 miljoen euro
Ingebruikname:
april 2011
is een mooie leefruimte. Als het waait is er altijd een
plekje om te schuilen. De leerlingen vinden er ook
rustplaatsen. Het geeft een open en veilig gevoel.”
Dit is precies wat Van Leeuwen voor ogen had. “Als
wij schoolpleinen ontwerpen kijken we altijd naar
sociaal gedrag. Het moet voor iedereen prettig zijn er
te verblijven, zonder dat één groep dominant is.”
Om het op de begane grond niet te donker te maken
zijn vier patio’s gemaakt. “Zij vormen een verbinding
tussen de twee lagen. De patio’s zorgen voor daglicht
en lucht. Er is niet één donkere ruimte in het hele
gebouw, behalve de toiletten.”
Italiaans dorpBij zijn ontwerp moest Van Leeuwen rekening hou-
den met de speciale cultuur van een internationale
school. Leerlingen maken hier lange dagen. Na de
lesuren blijven ze in het gebouw om te musiceren, te
sporten of huiswerk te maken. Van Leeuwen: “Mijn
uitgangspunt was een Italiaans dorp. Niet rigide,
maar met onverwachte hoekjes, steegjes en plei-
nen. Er valt wat te ontdekken, je kunt er een beetje
doorheen dwalen. Hier speelt iemand toneel, daar
maakt een leerling zijn huiswerk, daar kletsen twee
vriendinnen. En dat allemaal zonder last van elkaar
te hebben.”
De brede gangen en diverse trappen maken het
mogelijk op allerlei manieren rond te lopen. In de
praktijk werkt het ook zo, zegt De Villiers: “Leerlin-
gen weten verschillende routes te vinden om bij een
klaslokaal te komen. Buitenom via het schoolplein
of binnendoor. Het gebouw biedt veel variatie, het is
avontuurlijk.”
Daarnaast heeft de school ook echt een interna-
tionaal karakter, vindt De Villiers: “Het heeft een
internationale look and feel. Het gebouw is open,
genereus, royaal. Bijzonder is ook de kantine. De
trappen vormen tegelijk een tribune. Ideaal voor
onze wekelijkse morning assembley’s. De kussens op
de houten trap/tribune liggen elke dag weer anders.
Mooi om te zien hoe de leerlingen hiermee omgaan.”
RecyclebaarGebouwen in het Cascadepark moeten van hoog-
waardige kwaliteit en duurzaam zijn. De school is dan
ook zeer energiezuinig en de gebruikte materialen
zijn duurzaam en recyclebaar. Zoals betonnen wan-
den, natuurstenen vloeren en aluminium kozijnen
en dakranden. Van Leeuwen: “Uitgangspunt was een
luxe uitstraling en minimale onderhoudskosten. Het
ruwe beton hebben we niet bewerkt of voorzien van
platen of stucwerk. Het is niet laag over laag. Als het
gebouw ooit gesloopt moet worden, dan is scheiden
van materialen niet nodig.”
Een buitengevel van kwartsiet die al in de fabriek
is gemaakt. Een muur van restafval van Italiaanse
natuurstenen. Overal heeft Van Leeuwen een verhaal
bij. De architect heeft ook warmte in het gebouw
gebracht met hout en kleur. De Villiers: “De basis is
neutraal en rustig, daar binnen kunnen we variëren
met kleur. Kleur is modegevoelig, dus dit moet over
een aantal jaren makkelijk te vervangen zijn.”
Nu is gekozen voor oranje, bruin, beige en mint-
groen. De kleuren zijn ook terug te zien in meubels
van Marko, dat voor de inrichting werd geselec-
teerd. “Marko is meer dan een leverancier”, zegt Van
Leeuwen. “Marko maakte een compleet interieurplan
(kleuradvies, maatwerk etc) zonder krampachtig
alleen eigen producten naar voren te schuiven. Al
hebben ze zelf ook een uitgebreid assortiment. We
hebben uitgelegd hoe het gebouw gaat functioneren,
daar is goed naar geluisterd. Hierdoor is de beoogde
sfeer bereikt.”
IdentiteitDie sfeer is door leerlingen en hun ouders positief
ontvangen. De Villiers: “Ouders geven aan dat ze zelf
graag op een school als deze hadden gezeten. Het is
ook een heerlijk gebouw. Zelf kan ik niet wachten tot
het park is aangelegd. Gelukkig geven de bomen in de
patio’s al wel een parkachtig gevoel.” En de docenten?
We lopen er een tegen het lijf. “Ik geniet hier elke
dag”, complimenteert hij Van Leeuwen. “Dit gebouw
geeft ons een eigen identiteit.”
“Het gebouw heeft een internationale look and feel. Het is open, genereus, royaal.”
EEN GEZONDE SCHOOL BINNEN UW BUDGET
De sleutel heet Licht op Binnenklimaat, onze nieuwe methodiek voor het
integraal ontwerpen van gezonde en energiezuinige gebouwen.
Bij SG Nehalennia in Middelburg hebben we al laten zien dat dit haalbaar
is binnen gangbare nieuwbouwbudgetten (zie artikel elders in dit blad).
Kijk wat onze unieke benadering voor úw nieuwbouw kan betekenen:
www.lichtopbinnenklimaat.nl
het ideeIn de rubriek het idee belicht iedere editie van Schooldomein een initiatief dat een positieve bijdrage levert aan de samenleving. In dit nummer het idee van Special Olympics.
Special Olympics Inc. is een wereldwijde organisatie waarbij meer dan 180 landen zijn aangesloten. Special Olympics activiteiten vinden zowel lokaal, regionaal, nationaal als internationaal plaats. Wekelijks sporten wereldwijd ruim 2,5 miljoen mensen met een verstandelijke handicap onder begeleiding van vele duizenden vrijwilligers. Special Olympics wedstrijden staan open voor alle mensen met een verstandelijke handicap die ouder zijn dan acht jaar en die minimaal zes maanden heb-ben getraind in de betreffende tak van sport. Special Olympics kent 30 offi ciële takken van sport, waarvoor Special Olympics sportregle-menten zijn opgesteld.
De World Summer Games zijn voor de sporters de kans van hun leven en tegelijkertijd de moeilijkste competitie die ze tegemoet gaan,
maar er is meer! Door middel van deze World Summer Games kunnen de Special Olympics sporters hun talenten en vaardigheden tonen op wereldniveau en laten zien dat zij net zoveel respect en waardering verdienen als an-dere sporters op topniveau. De World Summer Games worden elke 4 jaar (in het pre olym-pisch jaar) georganiseerd. Tijdens de World Summer Games van 2011 - van 25 juni t/m 4 juli 2011 - worden ongeveer 7500 sporters, 2500 coaches en begeleiders en 3000 offi cials uit 182 landen verwacht. Deze sporters komen uit in 22 takken van sport op 30 verschillende sportlocaties.
Special Olympics is dé sportorganisatie voor mensen met een verstandelijke handicap. De fi losofi e achter Special Olympics is dat ieder-een met een verstandelijke handicap op zijn
of haar eigen niveau moet kunnen sporten. Plezier staat voorop. Via sport wil Special Olympics de persoonlijke ontwikkeling van mensen met een verstandelijke handicap sti-muleren, het zelfvertrouwen en de eigenwaar-de van mensen vergroten en bijdragen aan een positieve beeldvorming. De regionale en lande-lijke sportevenementen van Special Olympics zijn toegankelijk voor alle mensen met een verstandelijke handicap die in meer of mindere mate een sport beoefenen.
Donateur worden?Vraag per e-mail aanmeldingsformulier aan: [email protected]. Of kijk voor meer informatie op www. specialolympics.nl.
juni 2011schooldomein 39
H snelweg gekozen. Omwonenden maakten bezwaar
tegen de locatie, vooral vanwege de leerlingenstroom
en mogelijke overlast. Charles van Wettum, naast
rector ook voorzitter CvB van de Stichting Open-
baar Voortgezet Onderwijs Roosendaal daarover:
“Dat heeft voor ons feitelijk gunstig uitgepakt, want
daardoor werd het een bijzondere locatie, waarbij er
extra inzet is geweest voor geluidwerende maatrege-
len, een uitstekend ventilatiesysteem en zaken rond
klimaatbeheersing. Overigens blijkt op basis van
KEMA en TNO-studies dat van overschrijding van de
luchtkwaliteitsnormen op deze plek geen sprake is.
De school krijgt een blinde gevel aan de kant van de
rijksweg om de geluidwering te waarborgen en tevens
komt er een geluidwal langs de snelweg . Daarnaast
komt er een sporthal voor de school te liggen die als
geluidwering dient.”
Beproefd duurzaamCharles van Wettum: “In het programma van eisen is
een uitgebreid klimaatbeheersingssysteem opgeno-
men, waarbij we sturen op aanwezigheid, tempera-
tuur en luchtkwaliteit. De norm voor luchtkwaliteit
is 800 PPM CO2; dat is een veel strengere norm dan
regulier voor scholenbouw wordt toegepast. Om
deze luchtkwaliteit te bereiken, wordt bij volledige
bezetting van het gebouw de lucht zeven keer per uur
ververst. Dit vraagt om forse installaties. Wij maken
daarbij bewust gebruik van gangbare technieken die
al beproefd zijn. Daarmee verkleinen we het risico
dat we last krijgen van problemen met inregeling.
We creëren een bijzonder goed en ‘fris’ klimaat.”
Arjen Huiden namens ICSadviseurs: “Je ziet dat de
bewustwording is toegenomen bij opdrachtgevers en
bouwers. Je moet vooral goed definiëren wat je onder
een goed klimaat verstaat, omdat het toepassen van
maatregelen plek-, of zonegebonden kan zijn. Een
receptie of de administratie stellen andere eisen dan
Het gebouw faciliteert variatie
Een goede teamprestatie door enthousiasmeDe nieuwbouw van het Jan Tinbergen College ligt prominent aan de Rijksweg A58. Een symbolische plek voor de gemeente Roosendaal, die daar een stevig gebaar wilde maken. Opdrachtgever rector Charles van Wettum noemt zichzelf procesregisseur in een perfect lopend bouwproces.
juni 2011schooldomein40
Tekst Sibo Arbeek
et JTC is een school van 1.200 leerlingen voor mavo,
havo en vwo en profileert zich ook met een Techna-
sium en het tweetalig vwo. De huidige huisvesting
voldeed niet meer en na jarenlange onderhandeling
met de gemeente werd de nieuwe locatie aan de
een kantine of leerdomein. Daarbij kost inregelen
altijd tijd; hoe goed je het ook doet.”
VerbondenVan Wettum: “Gemeente en school trekken intensief
samen op. Basisafspraken hebben we vastgelegd in
een convenant, de uitvoering sturen we door samen
in de stuurgroep te zitten en beslissingen gezamenlijk
te nemen. Die verbinding vind ik voor mijn school op
dit moment veel belangrijker dan een doordecentra-
lisatie, waarbij je een gevecht voert over een bedrag
per leerling en vervolgens zelf overal verantwoorde-
lijk voor bent. Uiteindelijk gaat het om mensen die er
samen iets moois van willen maken.”
Link onderwijs en bouwproces“Omdat het onderwijskundig programma van eisen
al jaren vast lag, komt er een gebouw dat dicht bij
de school staat. “Dat had een ontwikkelaar zo niet
kunnen doen”, stelt Arjen Huiden. “Vaak hoor je dat
de organisatie op de schop gaat als er nieuw gebouwd
wordt. Dat was hier niet het geval.” Van Wettum: “Je
zet als school een ontwikkeling in en je houdt je ook
daaraan. We wisten dat we met leerdomeinen wilden
werken, dus die situatie hebben we al in de bestaande
school gesimuleerd. Zo zit er continuïteit in de ont-
wikkeling van het schoolconcept en is de nieuwbouw
gewoon een volgende fase in onze natuurlijke groei.
We werken in onze school in vier afdelingen. Een af-
deling krijgt in de nieuwbouw een eigen vleugel met
een variëteit aan ruimten. Elk domein is een thuis-
basis voor gemiddeld 300 leerlingen met een vast
docententeam. Zo’n domein is volledig gefaciliteerd.
Dan gaat het over een leerplein met pc’s en media-
theekvoorziening, een set theorielokalen, de kluisjes
voor de leerlingen, een teamkamer met werkplek-
ken voor het team en een pantry voor de koffie. Het
gebouw is stevig en monumentaal, maar van binnen
flexibel ingericht. We werken met systeemwanden,
die relatief makkelijk verplaatsbaar zijn. Ook de elek-
tra en data-infrastructuur kan deze flexibiliteit aan,
zodat maximale flexibiliteit naar de toekomst gewaar-
borgd blijft.” Arjen Huiden: “Wij noemen dat Design
For Change. Het proces van bouwen beweegt mee
met onderwijskundige en daarmee facilitaire wensen
gedurende het bouwproces. Dat betekent ook dat je
vooraf goede afspraken moet maken met je leveran-
ciers en (onder-) aannemers.”
Professioneel opdrachtgeverschapVind je jezelf een professioneel opdrachtgever, vragen
we Van Wettum ten slotte? Hij lacht: “Ik weet niets van
scholenbouw, dus heb heel goede mensen nodig die
daar verstand van hebben. Wat ik zie, is dat iedereen
heel erg gedreven is en geen genoegen neemt met
de second best oplossing. Doordat je een hecht team
vormt, kom je tot een betere prestatie. Ik breng onze
wensen in bij de ontwerpers en kijk met bewonde-
ring hoe die ze vertalen naar het gebouw. Ik heb zelf
naar inspiratie en voorbeelden gezocht, bijvoorbeeld
door zo’n tien scholen vooraf te bezoeken. Daar leer
je enorm veel van. Heel simpel: er komen aflopende
vensterbanken, scheelt behoorlijk wat schoonmaak-
kosten. Mijn kwaliteit is wel om een strakke project-
organisatie met professionals in te richten. Ik orga-
niseer processen, houd mensen enthousiast, breng
belangen bij elkaar en hak zo nodig knopen door. Dus
vind ik mezelf een professioneel opdrachtgever? Ja,
eigenlijk wel….”
Voor meer informatie kunt u surfen naar www.jtc-roosendaal.nl,
www.jtcnieuwbouw.nl of mailen met
juni 2011schooldomein 41
Projectinformatie:
Bouwbegeleiding:
ICSadviseurs Ruimteregie
Installatieadviseur:
Technion Adviseurs
Constructeur:
Goudstikker – De Vries
Interieurarchitect:
Architecten aan de Maas ism. Vrij Design
Aannemer:
De Kok Bouwgroep
Installateur:
Imtech Building Services
Brutovloeroppervlak:
8.100 m2
Stichtingskosten:
14,5 miljoen inclusief btw, inclusief
grondkosten
Oplevering:
oktober 2012
“Ik weet niets van scholenbouw, dus heb ik heel goede mensen nodig die daar verstand van hebben.”
Charles van Wettum (l) en
Arjen Huiden.
ATekstRenéBuuts
rchitectenbureau Elemans Postma van den Hork uit
Oss heeft er een integrale ontwerpmethodiek voor
ontwikkeld onder de noemer Licht op Binnenklimaat.
Deze integrale benadering is essentieel, ook volgens
de expertmeeting elders in deze uitgave. Crux van het
verhaal is dat je als architect op basis van een aantal
praktische inzichten en keuzes de juiste voorwaarden
kunt creëren op het gebied van licht, lucht, warmte
en geluid. En dat binnen de gangbare nieuwbouw-
budgetten! De uitbreiding van scholengemeenschap
Nehalennia in Middelburg is één van de eerste
projecten waarin Elemans Postma van den Hork
Architecten zijn nieuwe methodiek heeft toegepast.
Het gebouw bestaat uit acht theorielokalen, een aula
en twee openleercentra. Bouwkosten, inclusief instal-
laties: nog geen 900 euro per m², ex btw.
Voldoende daglichtWaar de overheid inzet op ‘frisse scholen’ moet er
wat architect Peter Elemans betreft meer gebeuren
voordat je kunt spreken van een gezonde school:
“Natuurlijk is een goede luchtkwaliteit ontzettend
belangrijk, maar voldoende daglicht is even essen-
tieel.” Elemans, voorzitter van de Stichting Living
Daylights, is overtuigd van de heilzame werking van
daglicht. “Daglicht verbetert je concentratievermo-
Gezonde scholen trekken meer leerlingen aan. Dat is in tijden van krimp alleen al reden om extra aandacht te besteden aan een goed binnenklimaat. Temeer daar het ook de leerprestaties verbetert, het verzuim vermindert én enorm kan schelen in de energielasten.
Leren in een zee van licht
Nieuwe integrale ontwerpmethodiek voor een gezond binnenklimaat
juni 2011schooldomein42
juni 2011schooldomein 43
Nieuwe integrale ontwerpmethodiek voor een gezond binnenklimaat
gen en heeft een weldadige en activerende invloed op
de mens. Amerikaans onderzoek heeft aangetoond
dat de leerprestaties door daglicht stijgen met 11
tot 20%. Bovendien is het een duurzame lichtbron.
In combinatie met armaturen met daglichtregeling
heeft Nehalennia zijn elektrakosten dan ook aanzien-
lijk verlaagd. Toch ook niet onbelangrijk vandaag de
dag.”
Wel het licht, niet de warmte“Voorwaarde is dan wel”, stelt Elemans, “dat je de
nadelen van daglicht zoals verblinding en overda-
dige warmte in je ontwerp weet te reduceren tot
een aanvaardbaar niveau. Dat begint met een goede
oriëntatie van het gebouw op de zon. De meest
gebruikte ruimten, de theorielokalen, hebben we hier
dan ook op het noorden gesitueerd. Zo krijg je wel het
licht binnen, maar weinig warmte. Om het prachtige
Zeeuwse licht ten volle te benutten, heb ik voor Hol-
landse bovenlichten gekozen en op de noordgevel
tevens met lichtkoepels gewerkt. Onder die daklich-
ten hebben we ter hoogte van de digitale schoolbor-
den een verlengde koof geplaatst, zodat de informatie
goed leesbaar blijft.”
Indirect daglichtDe openleercentra zouden volgens de methodiek
eigenlijk op het noorden moeten liggen, omdat deze
langere tijd achtereen worden gebruikt. De hoofd-
opzet liet dit bij Nehalennia echter niet toe, zodat
ook deze ruimten nu – samen met de aula - op het
zuiden zijn georiënteerd. Dit is in beginsel ongun-
stig, vanwege het directe zonlicht dat hinderlijk kan
zijn bij computergebruik. Verder is het op het zuiden
natuurlijk extra belangrijk om de warmte te weren.
Vandaar de uitvalschermen, die bewust zijn uitge-
voerd in wit doek. Om toch zoveel mogelijk daglicht
binnen te halen, heeft Elemans de bovenlichten
hier met daglichtplanken gecombineerd (zie foto):
“De lichtplanken aan de buitenzijde weerkaatsen
de zomerzon, terwijl de lichtplanken aan de bin-
nenzijde de laagstaande, verblindende winterzon
weren van de werktafels. Het licht reflecteert via de
planken richting plafond en wordt zo diep het lokaal
ingestuurd.” De architect ging niet over één nacht ijs.
Voor de optimale plaatsing van ramen en daklichten
werden metingen verricht in een daglichtkamer van
de TU/e. Ook de ideale lengte en stand van de licht-
planken en de keuze van de zonwering werd bepaald
op basis van uitvoerige daglichtmetingen in een
maquette van 1:10.
Frisse lucht gegarandeerdDe openleercentra zijn in de verkeersruimten geïnte-
greerd (foto pagina 51), die tevens fungeren als toe-
voerkanaal voor verse lucht. Dit is mogelijk met het
CO2-gestuurde, kanaalloze ventilatiesysteem Optima-
vent, dat per lokaal regelbaar is. Het blaast verse lucht
vermengd met warme binnenlucht langs het plafond
de gangen in, terwijl de gebruikte lucht via de lokalen
wordt afgezogen. Dat maakt het systeem goedkoop
in aanschaf (ongeveer 3.500 euro per lokaal) en het
scheelt in bouwhoogte, wat ook weer geld bespaart.
De mechanische nachtventilatie ‘spoelt’ koele lucht
door het gebouw, zodat het 's ochtends lekker koel en
fris is. Overdag kunnen zonodig de ramen open voor
extra frisse lucht. Een duidelijke geluidszonering van
functies en geluidsisolerende materialen maken het
verhaal compleet.
Meer over de methodiek en andere voorbeeldprojecten vindt u op
www.lichtopbinnenklimaat.nl
Gewilde locatie “De ruimten zijn heerlijk licht, maar we hebben totaal
geen last van de warmte. Ook met die warme dagen in
april bleef het binnen goed fris.” Ruim een half jaar na
de oplevering is locatiedirecteur Monique Wagensveld
uitgesproken positief over de nieuwbouw van Nehalen-
nia: “We merken het aan de leerlingen. Ze blijven alerter,
beter bij de les. Docenten vragen er al echt om of ze hier
kunnen worden ingeroosterd.” De energiebesparing noemt
Wagensveld een zeer prettige bijkomstigheid. Ze vindt het
vanzelfsprekend dat je tegenwoordig zo energieneutraal
mogelijk bouwt.
“De leerprestaties stijgen door daglicht met 11 tot 20%.”
H
juni 2011schooldomein44
Tekst Sibo Arbeek
ans Hulshoff is algemeen directeur van de Hulshoff
meubel design centers, maar was ook voorzitter van de
school Sint Adelbert in Wassenaar. Inmiddels is hij 69
jaar en heeft meer tijd gekregen voor reizen en nieuwe
projecten: “Een vriend van mij was hoogleraar infor-
matica aan de Universiteit van Rio de Janeiro. Hij nam
me tijdens een bezoek mee naar een sloppenwijk in
Rio. Daar werd ik geconfronteerd met een project om
peuters uit kansarme gezinnen op te vangen. Ik raakte
actief betrokken en wilde mijn steentje bijdragen door
een goede en veilige school in de wijk te bouwen.
Nadat we opvang voor de peuters hadden geregeld,
zijn we doorgegaan voor de kinderen vanaf 6 tot 12
jaar. In feite een arrangement van 0 tot 12 jarigen. Als
je iets opzet in zo’n problematische omgeving moet je
vooraf goed over de hele keten nadenken. Dat weet ik
juni 2011schooldomein
Deus Quiser in BraziliëEen succesvolle school in de sloppenwijk van Rio
“Het hele leven bestaat uit coïncidentie”, stelt ondernemer Hans Hulshoff, die zijn tanden heeft gezet in het opzetten van een school voor kansarme kinderen in de sloppenwijk van Rio. “Maar als er kansen voorbij komen, moet je ze wel willen zien.”
natuurlijk als ondernemer pur sang. Ik heb me goed
ingeleefd met hulp van één van onze bestuursleden in
Rio die daar de ins en outs goed kende. Het resultaat is
een gebouw waarin 350 kinderen uit de sloppenwijk
opgevangen worden en dagelijks onderwijs krijgen.
Inmiddels is onze Escola Mauricio de Nassau een voor-
beeld voor andere overheidsscholen in de stad. We zijn
natuurlijk ook bezig gegaan met het werven van goed
personeel. Als je bedenkt dat veel leerkrachten al jaren
voor niets aan het werk waren. Puur uit idealisme. Het
hoofd werkte bijvoorbeeld al 15 jaar pro Deo.”
Mateloos gemotiveerd“Ik ben erg trots op de kinderen. Van de 30 kinderen
uit de laatste klas zijn er 12 naar het gymnasium ge-
gaan. Dat is een hele hoge score. Voor de kinderen die
meer praktisch georiënteerd zijn, hebben we meer
ambachtsgericht onderwijs opgezet in een aparte
klas. Die leren we timmeren, computers repareren en
schilderen. Ook leren we ouders basisvaardigheden,
zoals alfabetisering, Engelse taal en computerkennis.
Juist om te voorkomen dat kinderen thuis weer in de
oude situatie terecht komen. De kinderen zijn daar
mateloos gemotiveerd om te leren. Ik ben nu bezig
om kinderen ook hun middelbare schooldiploma
te laten halen. Dat kost gemiddeld € 2.500,- per
kind per jaar, aan vervoer, maaltijden en naschoolse
opvang. Mensen kunnen dus zo’n kind vier jaar adop-
teren. Hans laat een schrift zien, waar alle kinderen
onder hun foto een bedankbriefje schrijven aan
Henri: “Want zo noemen ze me daar.”
Kinderen als exploitatiemiddel“10% van de Braziliaanse bevolking woont in slop-
penwijken. Dan praat je over 20 miljoen mensen.
juni 2011schooldomein 45
Deus Quiser in Brazilië
Bijzondere anekdote“Tijdens de bouw werd deze ineens stilgelegd, omdat
de prestigieuze Cavia golfclub het staalkarkas boven
de bomen uit zag komen. Daar zitten behoorlijk wat
notabelen bij die redelijk invloedrijk zijn. Ik heb toen
gelijk een afspraak gemaakt met de staatsecretaris
van onderwijs. De toenmalige president Lula stond
voor een herverkiezing en dit project was sociaal
van belang. Een dag later waren we weer aan het
bouwen, ik ben met het bestuur van de golfclub gaan
praten en inmiddels is de school ook door de golfclub
geadopteerd. Dat is Brazilië.”
Ik kan rustig door onze sloppenwijk Pedras Bonitas
lopen, met iemand van de school erbij. Mensen zijn
enorm aardig en het ziet er heel schoon uit. Maar de
bewoners zijn arm en verkeren in een onmogelijke
positie. Bendes controleren het gebied en je moet
betalen voor bescherming. Kinderen zijn een exploi-
tatiemiddel, of het nu om drugs, diefstal of prostitutie
gaat. Dus er is geen prikkel voor ouders om kinderen
naar school te sturen, want dan valt een belangrijke
inkomstenbron weg. Mede door de Bolsa familia, een
initiatief van ex president Lula da Silva, krijgen ou-
ders nu een bedragje van de stad als ze hun kind naar
school sturen. Bovendien worden de peuters op onze
school gedoucht, krijgen een schooluniform aan en
krijgen elke dag ontbijt, een warme maaltijd tijdens
de lunch en avondeten. Dat scheelt aanzienlijk in de
kosten voor ouders.
Return on investment“Mijn motivatie als ondernemer is dat investeren in
mensen het meest dankbare rendement oplevert.
Mijn return on investment is dus dat ik kansarme
kinderen een perspectief biedt. Ik heb een Stichting
opgericht die Future for Children heet en als AMBI-
stichting erkend is. Daar zit privé-geld in, waarbij
giften deels weer aftrekbaar zijn van de belasting.
Overigens ervaar ik dat steeds meer mensen en
organisaties aanhaken. In Brazilië is een tweede
stichting AACV opgericht die zich bezig houdt met
goed onderwijs, de leerkrachten en de hele admini-
stratie. Ik merk hoeveel meer effectief deze directe
projecten zijn, in vergelijking met veel projecten van
de reguliere ontwikkelingssamenwerking, die vaak
weer dood bloeden.”
Surf voor meer informatie naar www.afutureforchildren.com.
“Kinderen zijn een exploi-tatiemiddel, of het nu om drugs, diefstal of prostitutie gaat.”
D
juni 2011schooldomein46
TekstMaartenSandersBeeldenC3D
e discussie over de vraag hoe onderwijs beter kan
aansluiten op de behoefte van ‘het bedrijfsleven’ is
hier omgekeerd: de opleiding is opgericht om een
geheel nieuwe bedrijfstak te creëren. In dit geval al-
lerlei vormen van bedrijvigheid rond het maken van
‘virtual reality’. Dit is te danken aan de vooruitziende
blik van de kamer van koophandel in de regio Valen-
ciennes in Noord-Frankrijk, die twintig jaar geleden
besloot deze school te stichten. De economie in de
regio, van oudsher sterk afhankelijk van de staal- en
kolensector, maakte een transformatie door. Met de
Sinds afgelopen zomer is OIII architecten, na een internationale architecten-selectie, betrokken bij een project dat om een aantal redenen bijzonder is. Afgezien van het feit dat een Nederlands bureau een school in Frankrijk ontwerpt en dat het een zeer duurzaam gebouw gaat worden, springt het project vooral in het oog als generator van economische ontwikkeling.
mondialisering kwam ook hier het langzaam uitdo-
ven van de traditionele industrie op gang. In plaats
van dit lijdzaam te ondergaan was er de visie dit ook
als een kans te zien. Zo ontstond SupInfoCom , een
instituut dat bij uitstek fl oreert bij mondialisering en
daarmee nieuwe vormen van economische ontwikke-
ling zou kunnen generen.
Inmiddels is de school uitgegroeid tot een internatio-
naal gerenommeerd instituut. Omdat explosieve groei
van toepassingen in ‘virtual reality’ een grote vraag
naar opleidingsplaatsen tot gevolg heeft, is besloten
Onderwijsgebouw als generator voor de nieuwe economie
La Serre Numerique, Valenciennes
juni 2011schooldomein 47
Projectinformatie:
Project:
La Serre Numerique.
Architect:
OIII architecten m.m.v. DNADN/ Revier
Architecture
Landschap:
bureau Haver Droeze
Programma:
20.000 m2 onderwijsinstituut
voor virtual reality.
Oplevering:
zomer 2013
een nieuwe campus te bouwen in de periferie van
Valenciennes aan de oever van de Escaut. De drie
opleidingen waaruit de Groupe SupInfoCom bestaat,
gericht op computeranimatie, game-design en indu-
strieel design, waren in de loop der jaren over verschil-
lende gebouwen in de stad verspreid. Samengebracht
zouden betere faciliteiten binnen bereik komen en
vooral de onderlinge uitwisseling van kennis en ideeën
bevorderd worden. Ruimte voor startende bedrijfjes,
expositieruimte en de mogelijkheid congressen te
organiseren, werden aan het programma toegevoegd,
om naast school ook broedplaats te zijn en de samen-
werking met het bedrijfsleven te versterken.
Driedimensionale objecten In het plan van OIII architecten staat de functie
onderwijsinstelling en broedplaats centraal. Het
ensceneren van ontmoeting tussen studenten en
docenten van verschillende opleidingen, maar ook
met bezoekers, is het belangrijkste oogmerk van het
ontwerp. Een publiek toegankelijke hal doorsnijdt het
gebouw van zuid naar noord. Hier komt alles samen;
studenten, docenten en bezoekers. Er worden expo-
sities, presentaties en congressen gehouden, en alle
gemeenschappelijke voorzieningen als mediatheek,
restaurant en opnamestudio’s zijn er te vinden. Men
krijgt er ook een indruk van de uiteenlopende activi-
teiten in de school. Door de transparantie van alle on-
derwijsruimten in de vleugels rond het centrale deel
is te zien dat men hier niet alleen achter de computer
zit. De virtuele werkelijkheid wordt gemaakt vanuit
reële objecten. Er zijn daarom ateliers voor tekenen,
schilderen en driedimensionale objecten, naast werk-
plaatsen waar prototypes worden gemaakt van allerlei
industriële producten als auto’s, boten en treinen.
Uithangbord voor de buitenwereldDe opzet borduurt voort op het idee dat confrontatie
met elkaars werk een inspirerend effect heeft, maar
biedt ook de mogelijkheid het gebouw de functie van
‘uithangbord’ voor de buitenwereld te geven. Het is
immers een instituut dat voor het belangrijkste deel
drijft op private fondsen. Er heerst een openheid zon-
der uit het oog te verliezen dat intimiteit en besloten-
heid ook condities zijn die geboden moeten kunnen
worden in onderwijs. De opzet van het gebouw
voorziet daarom in de mogelijkheid delen van het
gebouw af te schermen. De verschillende opleidingen
hebben allemaal hun eigen vleugels die van elkaar
gescheiden zijn door een reeks patio’s. Deze zorgen
ervoor dat er veel daglicht in het gebouw komt, maar
vormen ook de privé-tuinen van de verschillende
opleidingen. Want naast overeenkomsten tussen de
opleidingen, in feite kunstacademies voor artiesten
met de computer als medium, koesteren ze ook de
onderlinge verschillen van karakter.
Bij de uitwerking van het gebouw speelt de ontmoe-
ting tussen realiteit en virtuele werkelijkheid een rol.
Dit thema is vertaald in een concept voor de vormge-
ving waarin beiden tot uitdrukking worden gebracht.
De reële wereld word verbeeld door een atelierachtige
sfeer waarin materialen brut en eerlijk zijn, en de in-
stallaties in het zicht gelaten. Het is het principe voor
alle werk- en onderwijsruimten. In contrast daarmee
wordt de virtuele werkelijkheid verbeeld door de
abstracte gladde doos die de centrale hal domineert.
Hierin zijn de zalen en andere centrale faciliteiten
ondergebracht.
Monumentale sculptuurDe architectuur draagt het grote belang van het project
voor de regio uit. Het is een monumentale sculptuur
op een prominente locatie in het nog aan te leggen
park aan de oever van de rivier. OIII architecten heeft
het terrein vormgeven als een plateau dat iets boven
het hellende terrein uitsteekt. Gebouw en plateau
vormen een geheel, en worden gekenmerkt door een
patroon van gaten die respectievelijk verdiepte tuinen,
patio’s en atria zijn. Dit laatste heeft de opdrachtgever
geïnspireerd het project ‘La Serre Numerique’ te do-
pen, in lijn met de functie van het gebouw als broeikas
voor talent. De vormgeving van de geometrische
tuinen in plateau en gebouw, door het Nederlandse
ontwerpbureau Haver Droeze, is een verwijzing naar
de locale historie van kleine afgeschermde tuinen in
het landschap. Lokale historie komt ook tot uitdruk-
king in de buitengevel van het gebouw, gemaakt van
geperforeerde rvs panelen die het daglicht fi lteren, als
vingerwijzing naar de metaal-industrie die tot voor
kort op het terrein gevestigd was.
Voor meer informatie: OIII architecten, www.o-drie.nl, Maarten
Sanders, telefoon (020) 627 71 40, email: [email protected].
La Serre Numerique, Valenciennes
HTekst Sibo Arbeek Foto’s Harry Cock
et nieuwe Sterren College heeft 650 leerlingen en is
voor maximaal 950 leerlingen gebouwd. De school
biedt - naast de KB en BB - ook de gemengde leerweg
en de mavo aan. “Onze school is een fan van de
gemengde leerweg (GL)”, zegt Van Zon. “Kinderen
combineren dan theorie met een praktisch vak en
stromen makkelijker door naar het mbo. Om een
compleet vmbo te zijn, bieden wij ook de mavo aan.
De nieuwe school heeft nu al effect op de instroom.
Na een jaar waarin wij minder leerlingen binnen
kregen, zien wij nu weer een toename, we krijgen er
nu weer twee klassen bij. Dus we zijn dubbel enthou-
siast.” Het gebouw is ontworpen door architect Sylvie
Beugels van Mecanoo architecten en ziet er inder-
daad prachtig uit. Van Zon: “We hebben spontaan
ouders op bezoek gehad die aanboden hier te komen
werken en zelfs een kind met atheneumadvies wilde
hier graag op school komen. Je merkt dat leerlingen
en medewerkers zich hier thuis voelen. Sterker nog,
mijn collega’s stonden te dansen toen we hier in
mochten. We komen uit een oud statig pand, dat
functioneel en onderwijskundig echt niet meer
geschikt was voor onze doelgroep.”
Keuze voor het vmbo in HaarlemDe school zat in een neerwaartse spiraal, net als
veel kleine vmbo-scholen in Haarlem. De ge-
meente en ons bestuur hebben gekozen voor een
concentratie van het beroepsonderwijs in twee
sterke nieuwe moderne gebouwen, het Haarlem
College in Haarlem-oost en het Sterren College in
Haarlem-west. De oorspronkelijke scholen hebben
afdelingen uitgewisseld of gesloten om een sterk en
onderscheidend profiel neer te zetten. Wij profileren
ons met de sectoren bouw, horeca, zorg & welzijn en
een afdeling groen. Wij geloven heilig in de afde-
ling groen. Daarom hebben we tuinen, een kas en
gaan we hier nog meer dieren houden. Maar het
Een slimme school met een heilig geloof in groen
André van Zon is de trotse directeur van het net opgeleverde Sterren College in Haarlem voor vmbo. “Dit is het gebouw dat precies past bij de onderwijskundige visie die wij hebben opgesteld”, zegt hij. “Het geheim van een succesvol bouw-proces: niet meer tornen aan je uitgangspunten!”
juni 2011schooldomein48
juni 2011schooldomein 49
gaat verder, bij de sector groen hoort ook toerisme
en recreatie, dus hebben we mountainbikes en tien
kano’s. Kunnen onze kinderen lekker tochten maken
en varen in de vaart om de school.”
Bijzonder conceptHet gebouw bestaat uit een aantal naast elkaar lig-
gende strips of zones, die intern met elkaar verbon-
den zijn en een centraal hart hebben. Het gebouw
kent een leerlingeningang en een gescheiden bezoe-
kersingang die naast een prachtig inpandig restau-
rant ligt. Op dit moment wordt nog hard gewerkt
aan de bouw van drie sportzalen in een nieuwe
strip, waar mogelijk ook een combinatie gaat plaats-
vinden met badmintonclub Duinwijck, die naast de
school ligt en slecht is gehuisvest. Logistiek is het
een slim gebouw, met een gunstige bruto-nettover-
houding, omdat er bijna geen traditionele gangen
zijn. Elke strip heeft een eigen onderwijskundige
invulling, bijvoorbeeld alles van horeca of zorg en
welzijn. Er is gebruik gemaakt van natuurlijke ma-
terialen, zoals grasdaken en in het gebouw hebben
we een grote WKO-pomp, die voor een aangenaam
klimaat zorgt. De buurt had aanvankelijk heel veel
bezwaren, maar nu het gebouw er eenmaal staat
zijn ze veel enthousiaster.”
De bouwende schoolleiderWat is het geheim van een goede school voor een
onervaren schoolleider, die toch formeel opdracht-
gever is namens het bestuur van de Dunamare
Onderwijsgroep? “Eerst moet je een idee hebben en
dan moet je pas bouwen. En je moet trouw blijven
aan je uitgangspunten:
• Eensterkonderwijskundigplan
• Eenthuisbasisvoorleerlingen
• Voldoendemiddelenenwerkplekkenrondhet
onderwijs
• Naastpraktijkruimtenvoorelkesectorooktheo-
rielokalen
• Elkaarzienenvanelkaarleren
• Geenschooltjesindeschool,maarunitsmetéén
gezamenlijke ontmoetingsruimte
Als schoolleider was ik de schakel tussen bouw- en
ontwerpteam en de docenten. Dus mijn rol was
dat iedereen snapte waar de ander mee bezig was.
Bijna onmogelijk, want waar docenten over elke
aanpassing heel lang willen nadenken, moet je in
een bouwvergadering soms snel kunnen schakelen.
Voor de technische zaken en de specifieke inrichting
hebben wij samen met het Haarlem College een
facilitair medewerker vrijgesteld. De beide scholen
konden zo ook van elkaar leren. Toen het gebouw
eenmaal af was, zagen de docenten dat vrijwel al
hun wensen erin gerealiseerd waren.”
Elkaar zien“Voor ons is het heel belangrijk dat een leerling
de school kan binnenlopen, naar zijn of haar plek
loopt en daar iedereen kent. Dus in die strips zit-
ten units met een eigen groep leerlingen en een
eigen team. Elke unit heeft werkplekken voor de
docenten die daar werken. Maar we willen beslist
geen schooltjes in de school, dus één strip bevat
alle algemene functies. Daar komen entree en twee
grote trappen samen, daar is het uitgiftepunt voor
de leerlingen en daar is ook de personeelsruimte.
Het leuke van alles is dat de docenten ’s morgens
koffie halen en met de leerlingen op de trappen
zitten. Heel gezellig. Onze leerlingen zijn nog nooit
zo rustig geweest als in dit gebouw. Omdat we geen
traditionele aula met stoelen hebben, is er ook veel
minder lawaai. Bovendien zijn die trappen veel
makkelijker schoon te houden.”
Voor meer informatie kijkt u op www.sterrencollegehaarlem.nl
of mailt u met [email protected].
Projectinformatie:
Project:
nieuwbouw Sterren College Haarlem
Opdrachtgever:
gemeente Haarlem/later Dunamare
Onderwijs:
vmbo
Architect:
Mecanoo Architecten
Aannemer/bouwer:
Lokhorst
Adviseurs:
BBN
“Mijn rol was dat iedereen snapt waar de ander mee bezig is.”
juni 2011schooldomein 51
De totstandkoming van Los Hoes is een lang proces
geweest. Ten Voorde: “Er zijn maar liefst drie wet-
houders betrokken geweest bij dit project. Marijke
Van Beek heeft met het Integraal Huisvestingsplan
de basis gelegd voor de nieuwbouw van een school
in de Hassinkbrink. In de periode van Han Noordink
is de bouw voorbereid en is de eerste paal geslagen.
Ik mocht op 25 maart 2011 het lintje doorknippen.
Dat heb ik wel samen gedaan met onder andere de
andere twee wethouders.”
Nieuwe locatieHet ontwikkelproces heeft een bijzonder verloop ge-
had. Halverwege het ontwerpproces is besloten om
het gebouw op een andere locatie te situeren. Bos:
“Het schoolgebouw zou in de nieuwe wijk Wissink-
brink worden gerealiseerd. Mede door de crisis is de
ontwikkeling van de nieuwbouwwijk voorlopig uit-
gesteld. Een nieuwe locatie is gevonden aan de rand
van de – naast de Wissinkbrink gelegen – wijk Has-
sinkbrink. De woningcorporatie heeft zich daardoor
teruggetrokken en het OnderwijsVoorzieningen-
Centrum (OVC) met school, kinderopvang, gymzaal,
sport en woningen is afgeslankt tot brede school.
Door de locatiewisseling moest het ontwerp worden
aangepast. Desondanks konden we de bestaande
planning handhaven en is het gebouw in een zeer
kort tijdsbestek van acht maanden gerealiseerd.”
DuurzaamheidIn het ontwerp is binnen de financiële mogelijkhe-
den zoveel mogelijk gekozen voor duurzame oplos-
singen, die een beperking hebben op het energie- en
materiaalverbruik en onderhoudskosten. Zo staan
op het dak zonnecollectoren, is gekozen voor ener-
giezuinige vloerverwarming en een energiezuinige
ventilatie (CO2 gestuurd). De maatregelen hebben
geleid tot een 30% lagere Energie Prestatie Coëf-
ficiënt dan de wettelijk norm. Daarnaast draagt ook
dubbel ruimtegebruik bij aan een duurzaam ge-
bouw. Bos: “In overleg met de gebruikers is gekeken
naar optimaal ruimtegebruik. Meerdere ruimtes
Los Hoes: uniek onderwijsconcept in HaaksbergenHaaksbergen is trots. Trots op een nieuwe brede school voor basisschool Los Hoes, Kinderopvang Daantje en Wijkvereniging Hassinkbrink. Een bijzondere school, met een uniek onderwijsconcept, zonder lokalen. We blikken terug op de totstandkoming en het resultaat, in gesprek met wethouder Patrick ten Voorde, gemeentelijk projectleider Gerard Bos en schooldirecteur Robert Everink.
TekstMartinRolsmaenErwinVeneklaasSlotsFoto’sEricadeLugtenFrenckenSchollArchitecten
De Ron de Groot Groep is al jaren gespeciali-seerd in de inrichting van theater gerelateer-de ruimtes.We hebben inmiddels ook vele scholen inge-richt. Specifieke theater scholen, maar ook re-guliere scholen hebben we mogen voorzien van ons uitgebreide assor-timent. Ook zo’n mooi toneel voor uw school? Bel ons!
Voor ons assortiment en meer informatie kunt u kijken op:
www.theatertextiel.com
Voor een vrijblijvende afspraak kunt u ons bellen op:
0182-61 63 10
• Toneelgordijnen
• Grid en Rails
• Verduisteringsgordijnen
• Balletvloeren
• Podium-elementen
• Hoogwerkers
• Horizondoeken
• Filmschermen
• Vlamvrij preparaat
• En nog veel meer!
( S C H O O L ) T O N E E L I N R I C H T I N G
w w w . f r e n c k e n s c h o l l . n l
kunnen met elkaar worden gedeeld, waardoor
een compact gebouw is ontstaan.” Ten Voorde:
“Duurzaamheid toont zich ook in de relatie met de
directe omgeving. De ruimten in Los Hoes worden
gebruikt door de wijkvereniging en voor cursussen.
En in het weekend is het op het schoolplein een
drukte van belang.”
Leerpaleis als basisruimteHet gebouw huisvest een uniek onderwijsconcept.
Dit tot grote tevredenheid van Robert Everink:
“Basisschool Los Hoes profileert zich als de ‘andere
basisschool’ van Haaksbergen. Anders omdat
de inhoud van het onderwijs op basisschool Los
Hoes gebaseerd is op drie leeressenties: Kiezen,
Delen en Maken. Anders omdat de school een
inspirerende leeromgeving creëert waarin kinderen
worden uitgedaagd de leeressenties en hun talen-
ten zo optimaal mogelijk te ontwikkelen. Anders
omdat kinderen vanuit een heterogene mentor-
groep in leerpaleizen werken, waarin zij instructie
en begeleiding op maat krijgen. Kinderen ‘kiezen’
dagelijks uit een aantal activiteiten binnen de door
ons gestelde kaders. Hierbij houden wij rekening
met wat kinderen betekenisvol vinden en datgene
wat wij als leerkrachten zinvol vinden. ‘Delen’ bete-
kent dat je jouw eraringen, successen en leerpun-
ten leert delen met de ander. ‘Maken’ betekent dat
je schoolwerk maakt en dat je van ons leert hoe
je dit moet maken. De school is zo gebouwd en
ingericht dat je aan deze essenties en basisvaar-
digheden kunt werken. Hiervoor zijn leerpaleizen
gemaakt. Dit zijn open ruimten, in combinatie met
enkele afsluitbare ‘concentratie’-lokalen. Traditi-
onele klaslokalen ontbreken! In de leerpaleizen
leren kinderen rekenen, lezen, spellen en schrijven.
De leerpaleizen zijn ook ingericht om de kinderen
de wereld in de breedste zin te laten ontdekken, hun
creativiteit, muzikaliteit en motoriek te ontwikkelen.”
ProeftuinRobert Everink: “Tijdens de ontwikkel- en realisa-
tiefase was de school gehuisvest in tijdelijke units.
Bijzonder was dat ook in deze situatie rekening is
gehouden met het nieuwe onderwijsconcept. Groot
voordeel was dat de school in de tijdelijke situatie
proef kon draaien, waardoor in de ontwerpfase van
nieuwbouw nog zaken konden worden geoptima-
liseerd. We hebben er toen bijvoorbeeld nog voor
gekozen om toch een paar afsluitbare lokalen op
te nemen. Álles open werkte toch niet voor alle activi-
teiten.”
Trots op resultaatOnze gesprekspartners zijn trots op het resultaat.
Ten Voorde: “Het plezier is er bij kinderen en team,
de uitdaging is er en het is een veilige en geborgen
plek.” Is er dan helemaal niks wat beter had gekund?
“Jawel”, zegt Ten Voorde. “Waar ik wat verbaasd
over ben is de aanleg van een kiss & ride strook. De
brede school is ‘de ontmoetingsplek van de wijk’ en
vervolgens beperk je sociale interactie op het plein
door kinderen met de auto naar school te brengen.
Juist op het plein ontmoet je andere ouders en zoals
ik iemand eens hoorde zeggen: “de veiligste weg naar
school is lopen.”
ICSadviseurs heeft de gemeente en de gebruikers gedurende het
volledige traject begeleid vanaf de initiatieffase tot en met de
realisatiefase. Voor meer informatie kunt u mailen of bellen met
Martin Rolsma, [email protected]/06 22 26 79 67 of
surfen naar www.bs-loshoes.nl.
juni 2011schooldomein 53
Projectinformatie:
Opdrachtgever:
Gemeente Haaksbergen
Participanten:
Basisschool Los Hoes, Kinderopvang
Daantje en Wijkvereniging Hassinkbrink
Adviseur opdrachtgever:
ICSadviseurs
Architect:
Frenken Scholl architecten
Omvang:
2.580 m² bvo
Stichtingskosten:
circa € 4,5 miljoen incl. BTW en
terreininrichting
Start bouw:
1 april 2010
Oplevering:
22 december 2010
Van links naar rechts: Robert Everink, directeur basisschool Los Hoes
Han Noordink, voormalig wethouder van onderwijs.
Voor Han Noordink: Daniëlle Baake, directeur kinderdagverblijf Daantje
Marijke van Beek, voormalig wethouder van onderwijs
Patrick ten Voorde, huidige wethouder van onderwijs
Herbert Wensink, voorzitter bestuur Stichting Keender
Karen Heinhuis, locatiemanager Daantje
B
juni 2011schooldomein54
doorNicoleHuisman,deWijkplaats
innen het MFA Lab (zie kader) zijn tien MFA’s met
elkaar vergeleken op zaken als dienstenaanbod,
openingstijden, vaste en incidentele verhuur, horeca,
subsidies, personeel, etc. In bijgaande tabel is het
idee van dit kengetallenonderzoek schematisch weer-
gegeven. De kunst is om exploitatievergelijkingen
simpel en overzichtelijk te houden.
Thema Item Score MFA Score referentie gebruik openstelling tarieven horeca tarieven zalen bezetting zalenopbrengsten (zalen)verhuur facilitaire dienstverlening horeca programmering (kaartverkoop) subsidie gemeente overige bijdragenkosten gebouw en terrein middelen en diensten personeel en organisatie
Er zijn weinig kengetallen beschikbaar van de exploitatie van MFA’s. Als er al gegevens zijn dan zijn dat ‘harde’ cij-fers zoals voor onderhoud, energie en schoonmaak. Van de ‘opbrengstenkant’, zoals cijfers over bezettingsgraad en be-zoekersaantallen, is veel minder bekend. Het MFA Lab heeft daarom het initiatief genomen om deze kengetallen boven tafel te krijgen en daarmee de weg in te slaan van een lan-delijke benchmark voor exploitatiegegevens van MFA’s.
Defi nitiekwestieHet vergelijken van exploitatiegegevens begint bij
het defi niëren van begrippen. In de praktijk worden
zeer uiteenlopende defi nities gehanteerd. Neem
bijvoorbeeld de bezettingsgraad: bereken je die op
basis van de openingstijden of op basis van 24 uur?
De afmeting van ruimten, bereken je die op basis
van VVO, NVO of BVO? En voor een theaterruimte,
reken je de kleedruimte dan mee of niet? En wat valt
er allemaal onder servicekosten? Zo lang de defi -
nities niet eenduidig en helder zijn, valt er weinig
te vergelijken. Daarom zijn in samenspraak met
de Lab-deelnemers in eerste instantie de diverse
begrippen gedefi nieerd.
Grote verschillen in tarievenDe tien MFA’s die zijn vergeleken, geven nog geen al-
gemeen geldend beeld. Toch zijn een aantal interes-
sante vingerwijzingen te maken. Bijvoorbeeld over
de bezettingsgraad. Bij nieuwe MFA’s (nog niet of
nog geen jaar open) wordt de bezettingsgraad vaak
Op weg naar een benchmark exploitatiegegevens MFA’s
Thema Item Score MFA Score referentie gebruik openstelling tarieven horeca tarieven zalen bezetting zalenopbrengsten (zalen)verhuur facilitaire dienstverlening horeca programmering (kaartverkoop) subsidie gemeente overige bijdragenkosten gebouw en terrein middelen en diensten personeel en organisatie
Thema Item Score MFA Score referentie Thema Item Score MFA Score referentie
juni 2011schooldomein 55
ingeschat op meer dan 50%, soms zelfs ver daarbo-
ven. Uit de bestaande MFA-praktijk (5 jaar of langer
open) blijkt echter dat een bezettingsgraad van 20%
al moeilijk te halen is.
Een ander voorbeeld is de variëteit in de prijs voor
een kop koffi e. In MFA’s varieert deze prijs van
€ 0,60 tot € 2,50. De lage prijzen voor een kop koffi e
zijn vaak historisch zo gegroeid. Er ligt vaak geen rela-
tie met de kwaliteit of de doelgroep. Een aantal MFA’s
laat zien dat je met horeca wat kunt verdienen.
Interessant zijn de prijsverschillen van zaalruimte.
Ook hier worden zeer uiteenlopende tarieven ge-
hanteerd. Uitgaande van een zaal van 50 m2 variëren
de commerciële tarieven van € 50,- tot € 175,- per
dagdeel. MFA’s onder gemeentelijk beheer kennen
doorgaans lage(re) tarieven dan andere MFA’s: ook
als het om ‘commerciële’ tarieven gaat.
De rol van subsidieVeel MFA’s zijn direct afhankelijk van subsidies. Een
cultureel centrum dat bekend staat als succesvol
en op papier kostendekkend draait, draait voor de
helft, een ruime drie ton, op subsidie. Andere MFA’s
zijn voor meer dan 70% afhankelijk van (al dan
niet tijdelijke) subsidies. Er zijn MFA’s die met veel
minder subsidie of soms zonder subsidie draaien.
Deze MFA’s kenmerken zich door meer ondernemer-
schap en maken slim gebruik van de commerciële
verdienmogelijkheden.
Wat je in de praktijk met de vergelijking van exploi-
tatiegegevens kan, laat een Brabantse ondernemer
in culturele centra zien. Hij kwam erachter dat de
opbrengst vanuit sociale zalenverhuur in vergelij-
king met andere opbrengsten relatief laag is. Hij
heeft ervoor gekozen om de zalen voortaan gratis
ter beschikking te stellen. De extra horecaopbrengst
weegt daar ruimschoots tegenop. De besturen van
de verenigingen die gebruik maken van zijn zalen,
profi teren mee; een (klein) deel van de omzet gaat in
de verenigingskas.
Over het MFA LabHet MFA Lab is een platform voor het ontwik-
kelen van formules en instrumenten voor de
exploitatie van multifunctionele centra. Kern-
waarden zijn gastvrijheid, ondernemerschap
en verbinding met de wijk. Het lab is in 2009
gestart door Tom de Haas en Marc van Leent.
Zie voor meer informatie: www.mfa-lab.nl. In
Schooldomein wordt periodiek van de ontwik-
kelingen in het lab verslag gedaan.
Op 1 juli 2011 organiseert het MFA Lab het
congres “Ondernemen met MFA’s”. Daar wordt
verslag gedaan van de behaalde resultaten.
Ook de beoogde benchmark wordt daar
besproken.
“Het vergelijken van exploitatie gegevens begint bij het defi niëren van begrippen”
D
juni 2011schooldomein56
doorWouterRoemaat
e kernactiviteit van een onderwijsinstelling is het ver-
zorgen van kwalitatief goed onderwijs. Een belang-
rijke voorwaarde hiervoor is een gebouw dat goed
aansluit bij deze kernactiviteit, want de kwaliteit van
het gebouw heeft namelijk een directe invloed op het
functioneren van de organisatie.
Het bestuur c.q. schooldirectie heeft weinig sturings-
mogelijkheid met betrekking tot huisvesting. De
school is vaak afhankelijk van budgettering vanuit
de (gemeentelijke) overheid. Om als schoolleiding
te kunnen sturen op een optimale huisvesting is het
daarom van belang inzicht te hebben hoe goed het
schoolgebouw past bij de dagelijkse gebruiker(s) en
welke verbeterpunten gewenst zijn.
Hiervoor is een model ontwikkeld dat scholen in staat
stelt hun huisvesting te analyseren. Het zogeheten
Evaluatiemodel Gebouwprestaties en Gebruikers-
waardering Onderwijsgebouwen (EGGO) is een
instrument om objectief en betrouwbaar te meten in
hoeverre het schoolgebouw voldoet en welke verbe-
terpunten er zijn.
Schoolgebouwen zijn ontworpen op basis van onder-
EGGO maakt functioneren
schoolgebouw inzichtelijk
Hoe functioneert mijn schoolgebouw? Een korte vraag, maar tot nu toe moeilijk te beantwoorden door een eigenaar of gebruiker van het gebouw. Nu is er een instrument ontwikkeld dat wél ant-woord kan geven op deze vraag. Het Evaluatiemodel Gebouwprestaties en Gebruikerswaardering Onderwijsgebouwen (EGGO) is een evaluatie-instrument dat de eigenaren van scholen in het Primair en Voortgezet Onderwijs de mogelijkheid biedt om op een effectieve en adequate wijze de kwaliteit van hun eigen huisvesting te evalueren. De uitkomst van deze evaluatie geeft scholen antwoorden over de essentie van huisvesting; hoe goed past mijn schoolgebouw bij mij als dagelijkse gebruiker en hoe kunnen wij de functionaliteit van dit schoolgebouw optimaliseren?
wijsvisie, organisatievorm en technische eisen.
De gebouwen bestaan echter vaak langer dan 30 jaar,
terwijl zowel de gebruiker als het gebruik voort-
durend veranderen en hun neerslag hebben op de
gewenste prestaties van het gebouw.
Voor zowel bestaande scholen, alsmede voor nieuw-
bouwscholen staat altijd de vraag centraal of het
gebouw past bij de huidige gebruiker.
Uitgangspunt voor het EGGO is dan ook dat een goed
functionerend schoolgebouw een gebouw is dat vol-
doet aan de criteria van zijn dagelijkse gebruiker. Het
evaluatie-instrument geeft scholen daarom inzicht
in de aansluiting tussen de prestatiebehoefte van de
gebruiker enerzijds en het werkelijke presteren van
het gebouw anderzijds.
Hierdoor bestaat het EGGO uit twee delen. Het eerste
deel is een evaluatie op gebruikerswaardering. Het
tweede deel betreft een evaluatie op de technische
prestaties van het schoolgebouw. Figuur op pagina 57
geeft het EGGO in zijn geheel weer.
EGGO op gebruikerservaringHet eerste deel van het EGGO is een meting van
de gebruikerswaardering waarop een evaluatie zal
worden uitgevoerd. De vragenlijst van het EGGO op
gebruikerservaring werkt door middel van het IBE-
principe waarbij eerst wordt bepaald om welk type
gebruiker het gaat (I=identiteit) om vervolgens te
juni 2011schooldomein 57
inventariseren wat zijn of haar behoefte (B=behoefte)
is. Hierna worden door een compacte digitale vra-
genlijst zowel de meetbare ‘harde’ aspecten evenals
de gevoelsmatige ‘zachte’ ervaringen (E=ervaringen)
geïnventariseerd met betrekking tot het functioneren,
klimaat, beleving en gebruik van het gebouw. Op
deze manier wordt inzichtelijk hoe het gebouw past
bij de huidige gebruiker door te evalueren op welke
aspecten het gebouw in de ogen van de gebruikers
níet goed functioneert en wél goed functioneert.
De uitkomst van de evaluatie betreft een rapportage
over de kwaliteit van het schoolgebouw als huisves-
tingsmiddel, gebaseerd op de gebruikerswaardering,
waaruit zal blijken in hoeverre het gebouw aansluit
bij de wensen van de gebruiker en bij de kernacti-
viteit van de school. Dit geeft schoolbesturen een
sturingsmiddel waarop zij hun huisvestingsstrategie
kunnen aanscherpen. Door middel van een bench-
mark krijgen scholen tevens niet enkel informatie
over hun eigen huisvesting, maar ook inzicht hoe
zij ervoor staan ten opzichte van andere scholen in
Nederland.
EGGO op gebouwprestatiesHet tweede deel van het EGGO is een evaluatie op
de meetbare technische prestaties van het school-
gebouw. Dit deel bestaat uit een vragenlijst waarin
meetbare grootheden worden geëvalueerd, zoals
gebouwinstallaties, vastgoed aspecten en gebouw
onderhoud. Hierdoor worden gebouwkenmerken
en technisch presteren inzichtelijk gemaakt. Deze
gegevens kunnen worden aangeleverd door adviseurs
tijdens het bouwtraject of door de school zelf tijdens
het gebruik en door het inschakelen van erkende
bureaus voor het verkrijgen van specifieke data.
Het EGGO op de huisvestingsevaluatie kan worden
uitgevoerd om de oorzaak van bepaalde gebrui-
kerswaarderingen te herleiden als uit het EGGO op
gebruikerservaringen blijkt dat daar behoefte aan is.
Daarnaast kan dit onderdeel van het EGGO voor-
afgaand aan nieuw- of verbouw ingezet worden als
onderdeel van het contract. Het EGGO is dan een
controlemiddel op de invulling van de vooraf gestelde
technische specificaties.
Het doel van het Evaluatiemodel Gebouwpresta-
ties en Gebruikerswaardering Onderwijsgebouwen
(EGGO) is tweeledig. De vergelijking tussen de
uitgevoerde evaluatie op gebruikerswaardering en op
gebouwprestaties geeft scholen een middel om hun
huisvestingsstrategie te optimaliseren. Inzet van het
middel op macroniveau geeft bovendien inzicht hoe
kwalitatief betere huisvesting voor de toekomst kan
worden gerealiseerd.
Het prototype is momenteel in evaluatie. Naar ver-
wachting zal het instrument dit najaar gereed zijn als
een web-applicatie voor gebruik door scholen. Het
gebruik van het instrument wordt tegen een geringe
kostenvergoeding beschikbaar gesteld. Zo wordt de
drempel voor de scholen zo laag mogelijk gehouden,
waardoor scholen enkel voordeel zullen halen uit het
gebruik van het evaluatie-instrument.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met
Het Servicecentrum Scholenbouw: [email protected]
of het Platform Onderwijshuisvesting:
De ontwikkeling van dit instrument, ten behoeve van de evaluatie op huisvesting voor
scholen in Nederland, is geïnitieerd door het Servicecentrum Scholenbouw (SCS) en bekos-
tigd en inhoudelijk begeleid door het Platform Onderwijshuisvesting (POH). De inhoudelijke
begeleiding wordt gezamenlijk verzorgd.
Uniek aan deze samenwerking is dat er, naast publieke en private partijen, als derde partner
de postdoctorale opleiding Architectural Design Management Systems (ADMS) vanuit de
3TU School for Technological Design bij betrokken is.
Wouter Roemaat heeft vanuit ADMS in de afgelopen periode de zogeheten Evaluatiemodel
Gebouwprestaties en Gebruikerswaardering Onderwijsgebouwen (EGGO) ontwikkeld in op-
dracht van deze drie partijen, waarbij elke partij zijn specifieke expertise heeft toegevoegd:
• Het SCS als kennisorganisatie voor scholen en gemeenten dat scholen ondersteuning
biedt bij hun huisvestingstaak;
• Het POH dat bestaat uit een groot aantal adviesbureaus dat actief is op het gebied van
onderwijshuisvesting;
• ADMS dat als postdoctorale opleiding voor afgestudeerde academici een wetenschap-
pelijke expertise levert aan diverse complexe ontwerpprocessen en hier vervolgens een
oplossing voor ontwerpt.
Vanaf 1 juli worden alle activiteiten van PRC, adviesbureau op het gebied van bouw, huisvesting, ruimtelijke ontwikkeling en infrastructuur, aangeboden onder de naam ARCADIS. PRC maakt al sinds 2003 deel uit van onze organisatie, tot nu toe onder eigen label. Vanzelfsprekend blijven de circa 400 PRC’ers ook in de toekomst gewoon inzetbaar voor onze opdrachtgevers. Want door onze uiteenlopende rollen en specialismen in één organisatie met elkaar te verbinden, kunnen we nog beter de integrale oplossingen bieden waar deze tijd om vraagt. U wilt méér zien? Praktijkvoorbeelden van onze bredere blik vindt u op www.arcadis.nl/samen
Imagine the result
PRC heet voortaan ARCADIS
Vanaf 1 juli laat ARCADIS u méér zien
47300258 adv. Integratie 225x297.indd 1 25-05-2011 15:50:28
I
juni 2011schooldomein 59
Vooraankondiging Dutch Green Building Week
Sneak Preview VMBO Noord-Oost Groningen
BeeldenBRTArchitecten
CSadviseurs en DWA organiseren in het kader van
deze week een ‘sneak preview’ van één van hun
projecten. ICSadviseurs is als huisvestingsadviseur
betrokken bij de ontwikkeling van VMBO Noord-Oost
in Groningen, waarin drie scholen samen zijn gehuis-
vest. DWA heeft zorg gedragen voor het installatiead-
vies van deze duurzame school. Architectenbureau
BRTA is verantwoordelijk voor het spectaculaire
ontwerp. Tijdens de ‘sneak preview’ laten wij u het
gebouw zien vóór de ingebruikname. Via korte
presentaties lichten betrokken bedrijven toe hoe dit
bijzondere project tot stand is gekomen.
VMBO Noord-OostMet als doel een forse impuls aan het vmbo en de
doorlopende leerlijn, is in de gemeente Groningen
uitvoering gegeven aan het plan ‘Kennis om te delen’.
Onderdeel van dit plan vormde de nieuwbouw van
VMBO Noord-Oost: een gebouw voor 850 leerlingen
van drie scholen: het Wessel Gansfortcollege (vmbo),
het Werkmancollege (vmbo) en Star Numan (prak-
tijkonderwijs). De eigentijdse en op vernieuwing
toegesneden huisvesting biedt veel onderlinge ver-
banden en relaties tussen de scholen. BRTA heeft het
concept gebaseerd op een knikkerbaan, waarbij het
verspringen van de vloerhoogtes zorgt voor onder-
ling contact tussen verdiepingen.
Het 140 meter lange gebouw is door de gemeente
Groningen aangewezen als pilotproject, met als
belangrijke uitgangspunten het gezonde binnenkli-
maat, energiezuinig bouwen en zichtbare duur-
zaamheid. Niet alleen de duurzaamheid is uniek.
Ook de samenwerking van de scholen. Kom kijken
en ervaar hoe duurzaam het gebouw is:
•Energie:detegebruikenwarmteenkoudewordt
onttrokken uit de bodem door middel van een
warmte/koude-opslagsysteem. Het gebalanceerde
ventilatiesysteem met warmtepomp is voorzien
van nakoeling en verwarming om de pieken op te
vangen die het trage systeem van betonkernacti-
vering niet kan opvangen. Dit systeem vraagt een
minimale hoeveelheid energie uit fossiele brand-
stoffen. Om de ruimtes van een optimale daglicht-
toetreding te voorzien zijn hoge ramen toegepast.
De zonwering bestaat uit beweegbare lamellen.
•Water:dezichtbaredakenwordenvoorzienvan
sedumbeplanting. Het water dat niet kan worden
opgenomen, wordt geloosd in de retentievijver, die
zich achter het gebouw bevindt.
•Materialisatie:degevelswordenvoorzienvan
plankprofi elen, gemaakt van gerecyclede auto-
banden. De natuurlijke kleuren en de organisch
gevormde raamstroken versterken het duurzame
karakter.
Reserveer vast!Reserveert u woensdag 21 september in uw
agenda en meldt u aan via duurzaam@icsadvi-
seurs.nl. Wij houden u dan op de hoogte van het
programma.
De Dutch Green Building Council organiseert van 19 tot en met 23 september 2011 de Dutch Green Building Week. In het kader van de mondiale klimaatver-andering staat duurzame onderwijshuisvesting hoog op de agenda.
Vanaf 1 juli worden alle activiteiten van PRC, adviesbureau op het gebied van bouw, huisvesting, ruimtelijke ontwikkeling en infrastructuur, aangeboden onder de naam ARCADIS. PRC maakt al sinds 2003 deel uit van onze organisatie, tot nu toe onder eigen label. Vanzelfsprekend blijven de circa 400 PRC’ers ook in de toekomst gewoon inzetbaar voor onze opdrachtgevers. Want door onze uiteenlopende rollen en specialismen in één organisatie met elkaar te verbinden, kunnen we nog beter de integrale oplossingen bieden waar deze tijd om vraagt. U wilt méér zien? Praktijkvoorbeelden van onze bredere blik vindt u op www.arcadis.nl/samen
Imagine the result
PRC heet voortaan ARCADIS
Vanaf 1 juli laat ARCADIS u méér zien
47300258 adv. Integratie 225x297.indd 1 25-05-2011 15:50:28
O
juni 2011schooldomein60
nderbanken is een kleine gemeente in Limburg
met meerdere kernen. In Jabeek en Bingelrade zijn
twee kleine basisscholen van het schoolbestuur
Innovo. De verwachting is dat de scholen ieder
circa vijftig leerlingen hebben over tien jaar. Voor
het schoolbestuur is dit reden om op termijn beide
scholen te laten fuseren en mogelijk op één locatie
een nieuwe school te realiseren. Volgens Innovo is
de leerlingendaling minder groot als er een nieuwe
Onderbanken kiest voor regionale schaalsprong
school op een andere locatie komt, die voor zowel
Jabeek als Bingelrade goed bereikbaar is. Daarnaast
is er een gemeentebrede discussie over de leefbaar-
heid van de kernen. Het is de ambitie om in alle
kernen voorzieningen te behouden. De gemeente
vroeg M3V adviespartners onderzoek te doen naar
de haalbaarheid van één of twee brede scholen in
Jabeek en Bingelrade.
Kostbare scenario’sIn eerste instantie is onderzocht om voor zowel Ja-
beek en Bingelrade te komen tot een versterking van
de voorzieningen. Scenario’s variërend van de reali-
sering van twee brede scholen op de huidige locaties
van de basisscholen tot nieuwbouw van één gebouw
voor beide kernen op een nieuwe locatie zijn onder-
zocht. De haalbaarheid hiervan wordt in belangrijke
mate bepaald door de financiële mogelijkheden van
de gemeente. Door de daling van het aantal inwo-
ners en de crisis zijn deze niet groot. Extra middelen
genereren door bijvoorbeeld woningbouw op vrijko-
mende locaties is ook niet haalbaar.
De kosten van de scenario’s lopen uiteen. Renovatie
van beide basisscholen kost circa € 1,4 miljoen.
Dit scenario kan niet rekenen op draagvlak bij het
schoolbestuur en is gezien een mogelijke fusie van
beide basisscholen geen scenario. Innovo vindt
handhaving van twee basisscholen op langere
termijn financieel niet haalbaar gezien de geringe
omvang van de beide scholen. Een geheel nieuw
gebouw voor beide scholen kost circa € 3 miljoen.
Dit is inclusief een gymzaal, kinderopvang en peu-
terspeelzaalwerk.
In Schooldomein 4 van deze jaargang (maart) hebben wij gepleit voor een inte-grale en regionale voorzieningenplanning. Bestuurlijke regie en een vooruitzien-de blik zijn gevraagd van gemeenten en schoolbesturen. Een gemeente die dit opvolgt, is de Limburgse gemeente Onderbanken. Het leerlingenaantal neemt af en er ontstaat leegstand. De vraag hoe om te gaan met een aantal kleine basis-scholen werd actueel.
Een brede school voor vier dorpen?
TekstKrijnovanVugtFoto’sDigiDaan
juni 2011schooldomein 61
Bestuurlijk dilemmaVoor de gemeente is zo’n hoge investering voor een
unilocatie voor circa honderd leerlingen niet haal-
baar. Innovo acht dit aantal op basis van de huidige
regelgeving levensvatbaar, zowel onderwijskundig
als financieel. Hierin zit een gemeentelijk en school-
bestuurlijk dilemma. Vanuit de bestaande situatie is
een keuze voor een gecombineerde voorziening in
Jabeek en Bingelrade met zo’n honderd leerlingen al
een grote stap. Wanneer de onderwijsinfrastructuur
opnieuw zou moeten worden opgebouwd voor het
gebied, zouden er wellicht andere keuzes worden
gemaakt wat betreft spreiding en omvang van scho-
len. Vanuit deze gedachte en ter voorkoming dat
de huidige situatie leidt tot een passieve houding
richting beide scholen is met de gemeente gekeken
naar andere mogelijkheden.
Regionale schaalsprongGeadviseerd is dat een nieuw gebouw voor beide
scholen en aanvullende kindfuncties alleen haalbaar
is wanneer er een schaalsprong wordt gemaakt in
de onderwijsinfrastructuur. Er zijn in de nabijheid
in de gemeente maar ook in de naburige gemeente
Schinnen meer kleine basisscholen die te maken
hebben met een leerlingendaling. Een toenemende
concurrentiestrijd tussen scholen moet worden
voorkomen. Het gevaar kan zijn een versnippering
of wellicht kaalslag. Dit wil de gemeente voorkomen
door de mogelijkheden van een schaalsprong in
het basisonderwijs te onderzoeken binnen de eigen
gemeente en met de naburige gemeente Schinnen
waar in de kern Doenrade ook een kleine basisschool
is. Een verdergaande integratie van basisscholen is
geadviseerd door M3V. Ook al lijkt dit een verschra-
ling, M3V is van mening dat de regio, maar ook de
kinderen gebaat zijn bij een onderwijsvoorziening met
een omvang die het mogelijk maakt te differentiëren,
specifieke kwaliteiten binnen te halen, moderne hulp-
en leermiddelen aan te schaffen en dergelijke. Dit is
toekomstgerichter dan het in stand houden van kleine
basisscholen met beperkte mogelijkheden. Dit vraagt
het ineen slaan van de handen om samen te zoeken
naar een toekomstbestendige voorzieningenstructuur.
Dit is niet gemakkelijk omdat meerdere gemeenten
én schoolbesturen het eens moeten worden over het
samenvoegen van scholen en de locatiekeuze. Een
dergelijke schaalsprong moet ook gekoppeld worden
aan het onderzoeken van mogelijke nieuwbouw. Dit
kan een belangrijke stimulans zijn richting de school-
besturen om actief mee te werken aan de versterking
van het basisonderwijs in Onderbanken en omgeving.
Bestuurlijke en visionaire regie én samenwerkingDe gemeente kiest voor een niet gemakkelijke weg.
Dat geldt ook voor het schoolbestuur Innovo. Wel-
licht zijn impopulaire keuzes noodzakelijk om op de
lange termijn ‘toekomstproof’ te zijn. Het belang van
kwalitatief goede (brede) scholen zal moeten preva-
leren boven institutionele belangen. Samenwerken in
plaats van concurreren, geven en nemen van zowel
gemeenten als schoolbesturen is het devies voor
Onderbanken. Dit biedt de beste kansen om goed in
te spelen op ontgroening en krimp.
Dit artikel is geschreven door Krijno van Vugt van M3V
Adviespartners. Kijk voor meer informatie op www.m3v.nl.
DTekstWoutervanWijnenFoto’sArthurBagen
at brengt me bij de huidige situatie in bouwend
Nederland. Gelukkig zijn wij niet doorgeschoten in
de vraag. Zijn we blijven nadenken over de kwaliteit.
Tenminste, in relatieve zin. Want, ook wij kampen met
een overschot aan gebouwde omgeving. Met name
kantoorvolume, maar ook schoolgebouwen die niet
meer voldoen aan de eisen en wensen van het onder-
wijs van nu. Een herbezinning is nodig, een andere
manier van nadenken over het invullen van de vraag.
Geen blanco uitgangspunt, maar veel gebouwde
randvoorwaarden. Dat vraagt meer creativiteit van de
architecten. Hoe zijn deze harde omhulsels te trans-
formeren naar gebouwen die voldoen aan de vraag
van nu? De tijd is er niet meer naar om het oude sim-
pelweg te vervangen door het nieuwe. Maar, de vraag
naar een passende oplossing is er niet minder om.
Subtiele ingrepenEn dus is een grondige analyse van de bestaande
gebouwde voorraad nodig. Beschouw de gebouwen
Crisis en kansen
juni 2011schooldomein62
De uitdaging van het opwaarderen van bestaande bebouwing
Dé manier om de huidige bouwprak-tijk te beschouwen is het nemen van afstand. Letterlijk: de meivakantie van de kinderen doorbrengen in de lelijkheid van Playa des Ingles, Gran Canaria. De gevolgen van hoog con-junctuur, bouwen voor de vraag naar ontspanning. Veel meer van hetzelfde. Voldoen aan de exploderende vraag naar vakantieverblijven. Geen tijd om na te denken, of geen reden om na te denken over de kwaliteit van het maken van bouwvolume. Middelen waren er wel, nu niet meer. Resultaat: een bijna oneindige lawine van al dan niet afgebouwd beton.
niet meer en niet minder als omhulsels. Transfor-
matie is de opgave die past bij de huidige tijd. De
mate van de ingreep is een afweging die recht moet
doen aan behoefte, middelen en de mogelijkheden
van de bestaande gebouwen. De uitdaging bestaat
uit het opwaarderen, het ophogen van de gebouwde
omgeving met zo subtiel mogelijke ingrepen. Daar ligt
de opgave: ontleden van de vraag tot de kern. Wat is
minimaal nodig om aan de vraag te voldoen? En: hoe
lang zal de vraag blijven bestaan? Niet weer de fout
maken om te denken dat de vraag ‘standaard’ 25 of 50
jaar zal bestaan. Met die vooronderstelling hebben we
nu te maken.
De volgende facetten spelen de komende jaren een rol
in de architectenpraktijk:
1. Zoeken naar de kwaliteiten van de gebouwde
omgeving en hoe deze op een efficiënte wijze te
‘matchen’ met de huidige vraag.
2. De tijd gebruiken om (het gebrek aan) kwaliteiten
van de gebouwde omgeving om te buigen naar ver-
beterde omgeving in de ruimste zin van het woord.
3. Nadenken over de tijdsduur van de vraag en de
economische en technische levensduur hier op
afstemmen. Niet anderen opschepen met de
gevolgen van de ingreep als er geen behoefte meer
aan is.
4. En de moeilijkste ingreep: het afwaarderen van
delen van de bestaande voorraad om letterlijk en
figuurlijk ruimte te bieden aan verbeteringen en
aanpassingen.
Brabantse monumentenprijsEen voorbeeld uit onze praktijk is niet in de huidige
economische situatie ontstaan, maar illustreert wel
wat ik met bovenstaande bedoel: basisschool de Zuid-
wester in Tilburg. Een bestaand schoolgebouw, be-
staande uit een monumentaal verouderd deel en een
kleine uitbreiding moest ruimte gaan bieden aan meer
groepen (ontstaan door het opheffen van een dislo-
catie). Met een beperkte ruimte op de locatie die bo-
vendien stedenbouwkundig bezien geen fraaie plek is
voor een school. Om het monumentale schoolgebouw
op te waarderen, hebben we de - in stedenbouwkundi-
ge, architectonische en bouwtechnische zin marginale
- uitbreiding gesloopt. Hiermee boden we ruimte aan
een stedenbouwkundige verbetering waardoor ook het
monumentale schoolgebouw beter tot zijn recht komt.
Dit laatste heeft uiteindelijk ook geleid tot waardering
met de Brabantse monumentenprijs.
Toekomstige inzichtenEen beperkt budget, beperkte ruimte en beperkte
bestaande architectonische en stedenbouwkundige
kwaliteit. Het was een uitdaging om uiteindelijk het
gebouw, de functie en de buurt op te waarderen door
een goede ingreep. We wilden de aanwezige goede
kwaliteiten ontdekken en die vervolgens verbeteren.
In een betere totale constellatie plaatsen door margi-
naal te slopen en hiermee mogelijkheden te vergroten
(afwaarderen). We wilden structurele kwaliteiten
handhaven (het bestaande monumentale gebouw) en
verder verbeteren. En we wilden structurele ingrepen
met lange levensduur toevoegen. Gecombineerd met
invullingen van beperktere levensduur. Want dat biedt
mogelijkheden om zonder zware economische en
bouwtechnische nadelen eenvoudig te wijzigen als
toekomstige inzichten daarom vragen.
Elk tijdsbeeld heeft zijn eigen uitdagingen. Herbezin-
ning en alert zijn is het noodzakelijke zesde zintuig
van de architect.
De auteur van dit artikel, Wouter van Wijnen , is architect en
eigenaar van KdV architectuur. Kijk voor meer informatie op
www.kdvarchitectuur.nl.
juni 2011schooldomein 63
“Transfor-matie is de opgave die past bij de huidige tijd.”
juni 2011schooldomein64
De combinatie Synchroon B.V., Bureau Bos uit Baarn
en een aannemer uit Veenendaal, kwam met het door
hen ingediende ontwerp als winnaar uit de bus. Het
ontwerp bracht oplossingen voor de kenmerkende
problemen bij binnenstedelijke ontwikkelingen, zoals
voor de parkeerproblemen, het grote bouwvolume op
een krappe locatie, spraakmakende architectuur die
toch aansluit bij de omgeving en het realiseren van de
benodigde vastgoedwaarde om het plan haalbaar te
maken. Vanuit een structurele bouwteamaanpak en
veel overleg -ook met de buurtbewoners - ontstond er
een gedragen ontwerp.
UitdagingNa het faillissement van de aannemer kwam Vast-
bouw Oost BV uit Bunschoten in de 2e helft van 2007
in beeld als utiliteits-/scholenbouwer voor de reali-
satie van de MFA. Het bedrijf heeft zich in korte tijd
verdiept in het traject. De kennis en ervaring van de
teamleden op technisch, organisatorisch, esthetisch
en financieel gebied bleken daarbij bijzonder waarde-
vol. Zo kon het team door onderling vertrouwen eind
2007 elkaar de hand schudden en de overeenkomsten
tekenen.
De krappe planning en de vele betrokken partijen
maakten het project vanaf de start in maart 2008 tot
een uitdaging. De hoge grondwaterstand en de omlig-
gende bebouwing werden tijdens de realisatie van de
parkeerkelder nauwkeurig gevolgd en leverden geen
problemen op tijdens de realisatie. De deeloplevering
zorgde voor meer parkeerplekken in de wijk, maar ook
voor bouwopslag en parkeermogelijkheden gedu-
rende de vervolgfase.
Levendige accommodatieBoven de parkeerkelder zijn de multifunctionele
onderwijsruimten gesitueerd met de ingangen en de
De gemeente Wormerland schreef in 2006 een Europese aanbesteding uit op basis van Design, Build & Finance voor de binnenstedelijke ontwikkeling van een multifunctionele accommodatie in Wormer. Hoofddoel: het realiseren van nieuwe huisvesting voor openbare basisschool Weremere.
buitenruimten uitkomend op de rustige en veilige
Kameelstraat. Naast basisschool Weremere met haar
grote ontmoetings- en bewegingsruimte, zijn er
3 groepsruimten gerealiseerd voor Stichting Peu-
terspeelzaal Wormer, kinderopvang Baloe met een
ruimte (twee aaneengesloten leslokalen) voor voor-
en naschoolse opvang. Na schooltijd maakt Sociaal
cultureel centrum Wormerland ook gebruik van de
bewegingsruimte voor onder andere judo.
Boven de onderwijsvoorziening zijn 61 appartemen-
ten gerealiseerd in de koopsector. Daarvan zijn er 26
bestempeld als sociale koop voor starters en senioren
en daarmee verschillen de appartementen onder
andere in grootte. De gevel van de appartementen ligt
terug van die van de school en de multifunctionele ac-
commodatie. Ze zijn als een soort ‘huisjes’ uitgevoerd,
net als veel huizen in de omgeving, een metselwerk
onderlaag en een houten bovendeel. Dit is in verschil-
lende kleuren geschilderd, zodat een vrolijk beeld
ontstaat. Het sluit prachtig aan bij de omgeving en het
gebruik van de levendige accommodatie eronder.
Het bouwteam Synchroon B.V., Bureau Bos en Vast-
bouw Oost BV kijkt terug op een constructieve en suc-
cesvolle samenwerking met een prachtig resultaat.
Een MFA, een basisschool én appartementen in Wormerland
Projectinformatie:
Project:
Multifunctionele accommodatie en
appartementen en parkeerkelder
Wormerland
Opdrachtgever:
Gemeente Wormerland
Architect,constructeur
en adviseur installaties en
bouwfysica:
bureau bos architecten, ingenieurs
en adviseurs
Aannemer:
Vastbouw Oost BV
Projectontwikkelaar:
Synchroon BV
Brutovloeroppervlak:
11.195 m²
Ingebruikname:
maart 2010 (school), juni 2010
(appartementen)
Het resultaat mag er zijn: een twaalfklassige school, in
twee bouwlagen. Met een minimale gebruiksduur
van twee en een half jaar. Voor de gemeente en de
gebruikers van de school was het binnenklimaat een
belangrijk ontwerppunt. Het gebouw voldoet dan ook
aan ‘Frisse Scholen, klasse B’. Dit betekent een lagere
CO2-concentratie, een betere ventilatie en een beter
thermisch comfort. Leraren en leerlingen vinden
het hierdoor prettig om in dit gebouw te zijn. En het
garandeert voor een periode van twee tot vijf jaar een
onderkomen dat letterlijk ademruimte biedt.
Frisse Scholen voor een prettig binnenklimaatEn vanzelfsprekend voldoet dit gebouwconcept aan
alle eisen van het Bouwbesluit. Maar Wagenbouw
gaat een stap verder. Samen met TNO werd het on-
derzoek Frisse Scholen uitgevoerd. Hieruit blijkt dat
mensen drie dingen belangrijk vinden als het gaat om
de kwaliteitsbeleving van een schoolgebouw: geluid,
ruimte en binnenklimaat (onder andere temperatuur
en luchtkwaliteit). Uit het onderzoek zijn de richt-
lijnen ‘Frisse Scholen’ voortgekomen. En natuurlijk
neemt Wagenbouw die ter harte. Sterker: Wagenbouw
onderscheidt zich op het gebied van een comfortabel
en gezond binnenklimaat. Voor dit gebouwconcept
wordt dan ook gebruik gemaakt van betonnen vloe-
ren, hoogwaardige materialen voor de binnenwan-
den en plafonds die zorgen voor akoestisch comfort
en de juiste ventilatiesystemen voor een gezonde
luchtkwaliteit. De gangen zijn met 3 meter extra
breed en de vrije binnenhoogten zijn maar liefst 2,7
meter.
Tijdelijke en permanente huisvesting van WagenbouwAls familiebedrijf is Wagenbouw uitgegroeid tot een
vooraanstaand partner in prefab bouwen. De basis
rust op meer dan 55 jaar ervaring en grondige kennis
van het vak. Wagenbouw combineert innovatieve
bouwmethoden met degelijk vakmanschap. Het biedt
doordachte oplossingen voor tijdelijke en permanente
huisvestingsvragen. Flexibele en verplaatsbare gebou-
wen met een extreem korte bouwtijd. Met een hoge
mate van kwaliteit, comfort en aanpasbaarheid. Of het
nu gaat om nieuwbouw, vervanging of uitbreiding van
(brede) scholen: prefab bouw beweegt moeiteloos met
uw behoeften mee. Zo kunt u altijd snel inspelen op
nieuwe omstandigheden.
Meer informatie: www.wagenbouw.nl.
juni 2011schooldomein 65
Een uniek, prefab schoolgebouw voor een basisschool in BredaHet is een uniek gebouwconcept: een complete school met twaalf klaslokalen en alle andere ruimten die een school nodig heeft. Met een gezond en prettig binnenklimaat en zonder in te boeten op kwaliteit en comfort. Wagenbouw ontwikkelde het voor de gemeente Breda.
Advertorial
Een sterk gebouwconcept12 leslokalen van 54m² per lokaal - 2 multi-functionele ruimten en veel kantoorruimten
Sanitaire voorzieningen - Ruimten met veel daglicht - Prettig binnenklimaat (Frisse Scholen,
klasse B) - Aansluiting water, elektra en cv - Twee bouwlagen - Inclusief bouwvergunning
Extreem korte bouwtijd - Inrichting, onderhoud en demontage - Financieel flexibel: huur,
koop en terugkoop
In Wormerland zijn eenbasisschool, multifunctio-neel centrum en apparte-menten gerealiseerd.Het complex heeft ookeen parkeer- en fiets-kelder, geheel onder het maaiveld.
www.vastbouw.nl
www.bureaubos.nl
www.synchroon.nl
>mfa ‘t spil
BOUWTECHNIEKBOUWADVIESProcesmanagement
Business casesProgramma’s van eisen en LTHP’sContractmanagement en aanbestedingenBIM management
BouwdirectievoeringRealisatiemanagementContractbewaking en uitvoering
BouwkostenmanagementInvesteringskosten, haalbaarheidBudgetteren en bewaken tijdens alle fasenAdvisering prijs- kwaliteitsverhoudingenExploitatie en levensduurkosten / MJOB
ProjectmanagementBewaking proceduresIntegraal projectmanagementCoördinatie van de uitwerking
technische insPectie en digitaliseringInspectie en rapportageDigitaliseren van gebouwen (CAD en BIM)
Bouwkundige uitwerkingBouwkundige tekeningen in alle fasen (CAD en BIM)Elementenomschrijvingen en bestekkenBouwplantoetsing en bouwbesluitberekeningenVeiligheids- en gezondheidsplannenBouwvergunningen en ontruimingstekeningen
toezicht oP de BouwControle nakoming contractenKwaliteitscontrole
BegrotingenElementenramingen en directiebegrotingenInschrijfbegrotingenMeerjarenonderhoudsbegrotingen
Wa
dd
inxveen
T 0182 - 39 43 44 in
fo@
Topo
sfields.n
lw
ww
.topo
sfields.n
l
juni 2011schooldomein 67
Voorzitter van het College van Bestuur John van de
Langenberg opende met te zeggen dat hij een trouw
lezer van Schooldomein is. Hij bracht meteen een
scherpe discussie op gang (zie ook zijn column
achterin deze Schooldomein): veel moderne on-
derwijsgebouwen moeten al na een paar jaar fors
inpandig verbouwd worden omdat
de onderwijsvraag verandert. Kan
er niet een fl exibel concept worden
bedacht waarbij je beter in staat
bent je toekomstige vraag in het
gebouw vorm te geven?
Grote knelpuntenTijdens een rondleiding door het
enorme nieuwe pand discussi-
eerde de raad over de noodzaak
zoveel m² voor een beroepsop-
leiding te bouwen: “Waarom
kun je niet veel meer opleiding
in de praktijk zelf laten plaats
vinden?” Edward gaf aan dat
het gebouw relatief veel leeg
staat en delen ervan onbezet
blijven. Dat gaat ongetwijfeld
binnen de levensduur nog
grote knelpunten opleveren.
Bijvoorbeeld waar het om de
exploitatie gaat?
Vernieuwende ideeënMet deze inspirerende opening brachten de leden hun
vernieuwende ideeën in. Schooldomein moet nog meer
ook een kritisch platform zijn, moet voorloper zijn en in-
spireren om vernieuwende concepten te bedenken. Theo
Fledderus opperde om een artikelenreeks te openen
rond de relatie tussen het Olympisch plan en het onder-
wijs. Aangenomen dus! Maar ook: hoe gaan gemeenten
om met beleid en bezuinigingen en welke effecten
heeft dat voor de ontwikkeling van het maatschappelijk
vastgoed? Aangenomen! Peter Reijers, directeur van
Avantage en bestuurder van Bouwend Nederland: “Be-
trek de bouwsector nog meer bij slimme oplossingen om
de markt te stimuleren. Bouwend Nederland wil graag
partner worden van Schooldomein.” Aangenomen!
Flexibel en kortcyclischJudith Chin Kwie Joe: “De vragen die een steeds meer
vraaggestuurde organisatie stelt aan de facilities neemt
toe. Een omgeving moet maximaal faciliteren, uitnodi-
gend zijn, maar tegelijkertijd fl exibel en kortcyclisch.
Wat betekent dat voor gebouwen, inrichtingen en de
competenties van mensen? Aangenomen! Voorzitter
Platform Onderwijshuisvesting Harry Vedder: “Hoe
ziet de moderne leefomgeving eruit en wat doen ict en
social media met de huisvestingsbehoefte? Aangeno-
men! Kortom: voldoende thema’s om weer een nieuwe
jaargang Schooldomein te vullen. Op naar de volgende
redactieraad!
Redactieraad Schooldomein
in actieHet Horizon College in Alkmaar was de gastheer van de afgelopen redactieraad van Schooldomein. Actief lid Edward van der Zwaag, directeur Communicatie van het ROC, had voor een aantrekke-lijke ontvangst gezorgd.
inpandig verbouwd worden omdat
de onderwijsvraag verandert. Kan
er niet een fl exibel concept worden
bedacht waarbij je beter in staat
bent je toekomstige vraag in het
gebouw vorm te geven?
Grote knelpuntenTijdens een rondleiding door het
enorme nieuwe pand discussi-
eerde de raad over de noodzaak
zoveel m² voor een beroepsop-
leiding te bouwen: “Waarom
kun je niet veel meer opleiding
in de praktijk zelf laten plaats
vinden?” Edward gaf aan dat
het gebouw relatief veel leeg
staat en delen ervan onbezet
blijven. Dat gaat ongetwijfeld
Horizon College
Vlnr. John van de Langenberg, Sibo
Arbeek en Edward van der Zwaag
UITBREIDEN, INKRIMPEN OF VERPLAATSEN?
In het onderwijs zijn veranderingen aan de orde van de dag. En daarom is het vak van systeembouwer zo mooi. Want systeembouw blinkt uit in flexibiliteit en kwaliteit. Hebt u een plotselinge leerlingentoestroom, dan is het gebouw met weinig moeite en kosten razendsnel uit te breiden. Inkrimpen gaat al net zo makkelijk. Het gebouw is zelfs in zijn geheel te verplaatsen. Voeg daarbij de ruimte die er is voor maatwerk en architectuur en het is duidelijk dat de mogelijkheden vrijwel onbeperkt zijn. Prefab bouw is duurzaam, mooi, flexibel en comfortabel. En de kosten? Benader die met een exploitatiegerichte bril op en de voordelen zijn glashelder. Er zijn eigenlijk geen redenen te bedenken om niet voor deze toekomstbestendige manier van bouwen te kiezen.
MET PREFAB BOUW INVESTEERT U SLIM IN DE TOEKOMST VAN UW SCHOOL.
• Vannoodlokaaltotpermanenteschool•Perfectvoorhetontwikkelenvanbredescholen•Doordachtebouwconcepten•Metgezondenprettigbinnenklimaat•Flexibelinvorm,functieencapaciteit•Extreemkortebouwtijd,weinigoverlast•Maatwerkenarchitectonischevrijheid•Duurzaamentoekomstbestendig•Lageexploitatiekosten•Prefabbouwspecialistsinds1955
STERK STAALTJE DUURZAAMHEID
Vrijwel100%vandeoorspronkelijkebouwmaterialenvaneenvoormaligekinderkunsthal is voorbasisschoolDeNotenkraker in Hoogvliet hergebruikt. Alleen de opval-lenderodegevelisnieuw.Deschoolwordtbreedgebruikten vormt het maatschappelijk middelpunt van de buurt. Een mooi voorbeeld van duurzaam en flexibel bouwen.
Advertentie_schooldomein_2011_225x297.indd 1 31-05-2011 19:52:40
H
investeert, school exploiteert) een weeffout is in het
stelsel. Dit belemmert het duurzaam investeren in
goede gebouwen. Die geldstromen moeten bij elkaar
komen, dan wel makkelijk lokaal kunnen komen.
Dan kan één partij investeren in kwaliteit en dit zelf
terugverdienen uit de exploitatie (minder ziektever-
zuim, lagere energielasten, etc.). Hij nuanceerde het
idee van de pensioenfondsen. Het zijn geen extra
middelen: deze moeten (met rendement) worden
terugbetaald. Het idee werkt wanneer investering en
exploitatie bij één partij ligt, zodat de extra middelen
tijdelijk zijn en via rendabele investeringen door die
partij vanuit de exploitatie worden terugbetaald.
De auteur van dit artikel, Harry Vedder , is voorzitter van het
Platform Onderwijshuisvesting. Kijk voor meer informatie op
www.platformonderwijshuisvesting.nl.
juni 2011schooldomein 69
Onderwijscafé Onderwijshuisvesting
Vlnr: Harry vedder, Metin Celik en Kathleen Ferrier
Woensdag 25 mei vond in Den Haag Het Onderwijscafé plaats. Een initiatief van PO-Raad, VO-raad en AVS waarin politici, beleidsmakers en vertegenwoordigers van het veld met elkaar in debat gaan. Thema: Zijn onze schoolgebouwen wel gezond? Dit naar aanleiding van rapporten van onder andere de Rijksbouwmeester die aantonen dat bij 50% van de scholen sprake is van achterstallig onderhoud en bij 80% van een slecht binnenklimaat. Voorafgaand meldde de PO-raad in een persbericht dat gemeenten bijna 400 miljoen euro per jaar ten onrechte niet aan de onderwijshuisvesting besteden.
TekstHarryVedder
et debat onder leiding van Bas van ’t Wout ging over
de vragen of:
1. Scholen meer rechten moeten krijgen over school-
gebouwen.
2. Wat gemeenten niet uitgeven in een investerings-
fonds moet om de problemen aan te pakken.
3. Het idee van de PvdA om geld van pensioenfond-
sen aan te wenden goed is.
Eerst werd een fragment uit NOVA-uitzending van
18 maart 2009 getoond over de slechte kwaliteit van
onderwijshuisvesting. Kete Kervezee (PO-Raad),
Sjoerd Slagter (VO-raad) en Ton Duif (AVS) bevestigen
dat die situatie nog actueel is en niet tot actie heeft
geleid.
VerordeningstelselVervolgens was het woord aan ‘het veld’, vertegen-
woordigd door Adrie Groot (Stichting Flore), Marc
Mittelmeijer (Quadraam) en Gé van Dam (gemeente
Utrecht). De schoolbestuurders zien het verordening-
stelsel als oorzaak. Men spreekt dan vooral over de te
lang durende besluitvorming van gemeenten, maar
ook het lokaal vaak onterecht onvoldoende erkennen
van de problematiek.
Het debat eindigde met de Kamerleden Kathleen
Ferrier (CDA) en Metin Çelik (PvdA) en met Harry
Vedder (voorzitter Platform Onderwijshuisvesting).
Het CDA wil verplichten om de middelen uit het
Gemeentefonds geheel aan te wenden. De PvdA vindt
dit oormerken een aantasting van de beleidsruimte
van gemeenten en ziet meer in de pensioenfondsen
als investeerder in scholen.
WeeffoutHarry Vedder stelde namens het Platform dat de
scheiding van fi nancieringsstromen (gemeente
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Eind mei heeft Sibo Arbeek namens de Ne-derlandse organisatie Nederlands Forum voor Onderwijsmanagement (NFO) de internatio-nale uitwisseling voor onderwijsmanagement naar Nederland weten te halen, onder meer in concurrentie met Cyprus. Deze uitwisse-ling vindt plaats van vrijdag 20 april tot en met woensdag 25 april 2012. De zogenaamde inter-visitatie van het Europese EFEA vindt elke twee jaar plaats en kent volgend jaar
Op 25 en 26 juni organiseert Oxfam Novib voor de derde keer de trailwalker. Teams van vier lopen in 30 uur de zware tocht van 100 km en halen hiermee zoveel mogelijk sponsorgeld binnen (minimaal 3000 euro per team). De opbrengst gaat naar onderwijspro-jecten in Myanmar. Er doen dit jaar heel veel bijzondere teams mee die of een bijzondere
Gemeenten ontvangen jaarlijks als onder-deel van hun bekostiging een bedrag van 1,5 miljard euro voor onderwijshuisvesting. Hiervan wordt jaarlijks een aanzienlijk deel niet aan schoolgebouwen uitgegeven, maar aan andere gemeentelijke taken. Dit bedrag is de afgelopen jaren toegenomen tot bijna 400 miljoen euro in 2009. Hierdoor loopt de kwaliteit van de schoolgebouwen onnodig zienderogen achteruit. PO-Raad, VO-raad en AVS willen dat het totale bedrag voor
Op het terrein van de Westergasfabriek staat sinds 28 april De Populair. Een sprekende boom, door GroundLevel geproduceerd in opdracht van WAAG Society Amsterdam en tot stand ge-komen met steun van Stadsdeel West, Wester-Gasfabriek en de VSB bank. De Populair spreekt berichten uit die via Twitter naar hem gestuurd worden. Hij zoekt ook naar aanverwante Tweets aan de hand van een onderwerp dat je mee-geeft. Je kunt ook inspreken via zijn microfoon. De Populair spreekt alleen wanneer er mensen in zijn buurt zijn. Je kunt hem helpen door zijn
het thema Competentieontwikkeling in het onderwijs. Sibo Arbeek zit namens ICSadviseurs in het bestuur van het Nederlandse Forum. De komende maanden wordt gestart met het opzetten van het programma, waaronder een landelijk symposium, het bezoeken van vele voorbeeldscholen en vooral informeel netwer-ken met collega’s uit vele Europese landen. De standplaats van de volgende inter-visitatie is Leiden. In de Nederlandse begeleidingscom-
samenstelling hebben of een leuke motivatie hebben om mee te doen. Ook is er een aantal teams bestaande uit docenten. Bijvoorbeeld een team van vier juffen (de Wandeltijgers) die heel actief sponsoracties hebben georga-niseerd samen met hun leerlingen, daarmee hebben ze al 1114 euro opgehaald. Oxfam Novib Trailwalker is een klassieker. Een tocht
onderwijshuisvesting daar daadwerkelijk voor wordt gebruikt. Daarmee kunnen per jaar ongeveer 300 schoolgebouwen aanzienlijk worden verbeterd, zodat achterstanden worden ingelopen en de le-vensduur van het gebouw wordt verlengd. Daarnaast kan het geld efficiënter worden ingezet, zodat een forse kwaliteitsimpuls mogelijk is zonder dat dit extra geld kost. In Nederland zijn er naar schatting 11.000 schoolgebouwen voor primair onderwijs,
panelen naar de zon te draaien, want hij werkt volledig op zonne-energie. Of de Populair aan of uit staat en hoe het verder met hem gaat lees je via de speciale website. In het juninum-mer van Straatbeeld, een online magazine van het Platform voor de Openbare Ruimte, wordt uitgebreid aandacht besteed aan de Populair en aan communicatie in de openbare ruimte in het algemeen. De boomba(n)k is geheel van corten-staal en FSC gecertificeerd hardhout. De stam en takken zijn van geslepen en gepolijst roestvast-staal. Meer informatie: www.groundlevel.nl.
missie zitten naast Sibo Arbeek (partner ICSadviseurs), Bob van de Ven (voorzitter NFO en voormalig voorzitter CvB STIKVO Utrecht), Martin Jacobs (lid CvB Commanderij College Gemeerd), Ruud Reijnders (voormalig lid CvB Nuovo Utrecht), Karin van Oort (voorzitter CvB Katholiek Onderwijs Leiden (Skol) en Jan Willem Lackamp (voormalig rector Mondriaan College en inmiddels waarnemend rector).
grotendeels over onverhard terrein op de Veluwe rondom Ede. Let wel: het is geen estafette. Alle teamleden leggen honderd ki-lometer samen af. Als team. Zij starten samen en finishen samen. Elk team wordt intensief begeleid en verzorgd door een supportteam van twee personen. Meer informatie: www.trailwalker.nl.
speciaal onderwijs en voortgezet onderwijs. De gemiddelde leeftijd van de gebouwen ligt tussen de 30 en 35 jaar. Dat betekent dat de gebouwen gedateerd zijn als het gaat om arbeidsomstandigheden, veilig-heid, binnenmilieu, duurzaamheid, ener-gieverbruik, ict-voorzieningen, et cetera. Bovendien zijn deze gebouwen vaak niet ingericht voor de hedendaagse inzichten van het geven van onderwijs.
Internationale Uitwisseling Europees Onderwijsmanagement 2012
Oxfam Novib Trailwalker
400 miljoen euro niet benut voor huisvesting scholen
De kweek van ‘De Populair’
juni 2011schooldomein70
juni 2011schooldomein 71
de etalage
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Centrum Autisme Rivierduinen organiseert korte en praktische cursussen en trainingen waarin begeleiders, leerkrachten en docen-ten alles leren wat zij moet weten over het omgaan met leerlingen met autisme in de klas. De cursussen helpen leerkrachten en begeleiders deze kinderen beter te helpen functioneren. Hoe beleeft een kind of jongere met autisme de wereld om zich heen? En hoe kun je daar in de groep of klas het beste mee omgaan? Tijdens onze kortdurende en prak-
Stichting STAIJ, stichting voor Openbaar Primair Onderwijs (samen tussen Amstel en IJ), een stichting met 17 scholen voor primair onderwijs in stadsdeel Oost / Watergraafs-meer, voorziet de 5e Montessorischool Watergraafsmeer (www.5mw.nl) van touch LCD schermen met LED technologie (LED BLU). Arnoud van Emmerik, stafmedewerker
tische cursussen van 1-3 dagdelen bieden wij inzicht in het gedrag van kinderen en jongeren met autisme, en praktische informatie om de nodige aanpassingen te kunnen aanbrengen. De cursussen zijn met name bedoeld voor leerkrachten, zorgcoördinatoren, mentoren en (intern) begeleiders van kinderen en jonge-ren met autisme. Kinderen en jongeren met een autismespectrumstoornis komen in alle schooltypes voor: niet alleen in het speciaal, maar ook in het regulier voortgezet onderwijs
Facilitair en ICT van STAIJ, licht de keuze voor de Samsung 550TS toe: “Stichting STAIJ doet er alles aan om waardevol en duur-zaam onderwijs te bieden. Wij willen daarbij enerzijds onderscheidend én innovatief zijn en anderzijds willen we extra aandacht geven aan het milieu. Met de keuze voor de Samsung 550TS geven we de meest optimale
én het basisonderwijs. Voor beter inzicht in de problematiek zijn de cursussen speciaal toege-spitst op de verschillende onderwijstypen. Om optimaal aan te sluiten op de vragen die bij scholen leven zijn er cursussen met open inschrijving, maar biedt Centrum Autisme Rivierduinen ook incompany trainingen en/of cursussen op maat. Op www.centrumautisme.nl vindt u alle cursusdata en informatie over ons cursusaanbod. Mail voor vragen naar [email protected].
invulling aan die doelstelling en kiezen we voor innovatie, interactie én duurzaamheid.” BIS BV, de marktleider op het gebied van ruimte-inrichting en AV integratie, levert de Samsung 550TS schermen en integreert deze in de klaslokalen. Verder zal BIS het onder-houd en de trainingen van de gebruikers verzorgen. Meer informatie: www.bis.nl.
Autisme in de klas
5eMontessorischoolWatergraafsmeerheeftschoolbord2.0
juni 2011schooldomein72
De multifunctionele accommodatie Atolplaza maakt deel uit van de revitalisering van een jaren tachtig wijk in Lelystad. Verschillende voorzieningen die in de wijk ver-spreid waren, krijgen er onderdak. Hiertoe behoren een islamitische school, openbare school, kinderdagopvang, buitenschoolse opvang, sporthal, bibliotheek, wijkcen-trum, horeca, speellokalen en appartementen.Het gebouw, een brede school met appartementen, fungeert als duidelijk herkenbaar baken. Samen met de kerk en het drukbezette Johan Cruijf voetbalveldje is Atolplaza het nieuwe hart van de Atolwijk geworden.
Het gebouw is als basis twee verdiepingen hoog. De drie lagen appartementen liggen op de kop en geven als van-zelf de hoofdentree aan. Deze wordt extra gemarkeerd doordat de gevel hier over twee verdiepingen terug ligt en een luifel van stedenbouwkundig formaat creëert. De sporthal is aan de achterzijde als een doos in het volume gestoken. De gevel bestaat uit een mozaïek van drie kleuren metselwerk die refereren aan de grijstinten in de
wijk. Het patroon verbindt alle identiteiten en volumes en geeft het gebouw samen met de kleuraccenten bij de entrees een eigen gezicht. De hoofdentree komt uit in de centrale hal van waar-uit er zicht is op alle functies. Elke school heeft naast deze centrale hal ook zijn eigen domein en plek voor vieringen. De fotoprint van de onderwaterwereld op het centrale voorzieningenblok is gekozen in overleg met alle gebruikers en is voor beide scholen een belangrijk beeldbepalend element. Verschillende lichtkappen geven het gebouw een licht en transparant karakter.
Atolplaza | Lelystad
Project:
2 basisscholen (openbaar en
islamitisch), buurtcentrum,
wijkpost, Icare/GGD,
jongerencentrum, sportzaal,
digitaal clickpunt/mediatheek,
kinderopvang, woningen
Opdrachtgever:
Gemeente Lelystad
Architect:
Jeanne Dekkers Architectuur
Brutovloeroppervlak:
6.800 m² MFA, 2.050 m² woningen
Oplevering:
januari 2011
Pleidooi voor fl exibiliteitIk ben een vaste lezer van het magazine Schooldomein. Ik lees het blad graag, omdat er regelmatig schoolgebouwen in getoond worden die werkelijk prachtig zijn om te zien. In alle schoolsoorten zie je veel aandacht voor de architectuur van buiten en ook de binnenkant is vaak een lust voor het oog. Prachtige atriums, grote open leercentra, vides, monumentale trappartijen, enfi n u begrijpt wat ik bedoel. Ook mijn school is in het gelukkige bezit van een drietal van dergelijke schoolgebouwen voor het middelbaar beroepsonderwijs. Bij elkaar zo’n 65.000 m² en het ene gebouw is nog mooier dan het andere. Als ik dan door die schoolgebouwen loop, vraag ik mij wel eens af hoe toekomstbestendig die gebouwen zijn. Is het gangbare competentiege-richte onderwijs in het mbo over enkele jaren nog wel actueel? Of zijn we dan deels weer teruggekeerd naar het meer traditionele klassikale onderwijs? Wat is de impact van het invoeren van laptops in het on-derwijs voor het gebruik van onze grote open leercentra? Dat komt er echt aan, met grote consequenties voor de onderwijslogistiek. Wij zijn luttele jaren na de oplevering al weer toe aan de eerste verbouwin-gen vanwege nieuwe inzichten in het onderwijs. Wat ik daarmee wil aangeven is dat schoolgebouwen na enkele jaren alweer verouderd zijn en dus (deels) alweer heringericht moeten worden. Dat betekent her-investeren met alle kapitaalvernietiging van dien. Wat ik dan ook wil bepleiten is dat opdrachtgevers, maar vooral architecten en bouwers, veel meer dan tot nu toe echte fl exibiliteit creëren in scholen. Niet zo-maar een paar scheidingswandjes die op een andere plek kunnen staan, maar echt nadenken over een school die multifunctioneel is, ongeacht de onderwijsvorm. Met name in het middelbaar en hoger onderwijs is de verschijningsvorm van het gebouw steeds belangrijker geworden ten koste van het effectieve gebruik. Een pleidooi daarom voor echte functionaliteit. Op zich jammer voor een magazine als Schooldomein, omdat er minder architectonische hoogstandjes te bewonderen zijn. Het levert naar mijn mening wel gebouwen op die bruikbaarder zijn dan tot nu toe.
John van de Langenberg | Voorzitter College van Bestuur | Roc Horizon College
juni 2011schooldomein 73
Onderwijs, broedplaats voor talent
grasweg 79
1031 HX Amsterdam
T 020 6277140
www.o-drie.nl
grasweg 79
1031 HX Amsterdam
T 020 6277140
www.o-drie.nl
Lokhorst bouw & ontwikkelingPostbus 79 1940 AB Beverwijk
T 0251 - 265 000 F 0251 - 265 050
www.lokhorst.nl
Xxxxxxxxx
Xxxxxxxxxxxxxxxxxxx
SchooldomeinMagazine voor de perfecte leef-, leer- en werkomgeving
sinds 1985. Schooldomein verschijnt zes keer per jaar. Op
internet: www.schooldomein.nl.
UitgeverICSadviseurs. Ruim 50 jaar werkt ICSadviseurs aan
stimulerende leer-, leef- en werkomgevingen.
Ruimte en draagvlak voor verandering, integratie van
activiteiten, multifunctionaliteit en een professionele
exploitatie zijn daarbij belangrijke thema’s.
ICSadviseurs heeft twee vestigingen.
Amsterdam: Orlyplein 10, Postbus 59112, 1040 KC.
Zwolle: Grote Voort 207, Postbus 652, 8000 AR.
Tel. 088 235 04 27.
Schooldomein wordt uitgegeven in nauwe samenwerking
met drukkerij Ten Brink, Meppel.
RedactieSibo Arbeek, Paul Voogsgerd, Brenda Breems
Vaste medewerkersKees Rutten (fotografie), Anje Romein, René de Werker,
Jos Martens, Team BNA Onderzoek, Jan Schraven,
Elly Zee, Marc van Leent
RedactieraadHenrico ten Brink, Peter Reijers, Ronalt Schilt, Jan Schraven,
Harry Vedder, Tom Haagmans, Edward van der Zwaag,
Wik Jansen, Judith Chin Kwie Joe, Theo Fledderus, Peter
Overgaauw, Frank van Esch, Marc van Leent
RedactieadresPostbus 59112, 1040 KC Amsterdam, tel 06 22 26 77 95
E-mail: [email protected]
AbonnementenBetaling, opgave, abonnement, opzegging en adreswijzi-
ging kunt u doorgeven aan drukkerij Ten Brink,
Administratie Schooldomein, Postbus 41, 7940 AA Meppel,
tel (0522) 85 51 75.
Schooldomein verschijnt zes keer per jaar, in een oplage
van 17.000 exemplaren en in controlled circulation voor
alle instellingen in het primair-, voortgezet-, middelbaar-
(ROC’s) en hoger onderwijs (hbo en wo). Elke instelling
krijgt op instellingsnaam een exemplaar toegestuurd.
Daarnaast krijgen alle gemeenten Schooldomein toege-
stuurd, alsmede de architecten aangesloten bij de BNA en
alle woning corporaties. Voor meerdere exemplaren alsmede
voor abonnementen voor particulieren, instellingen en
bedrijven geldt een abonnementsprijs van e 59,50.
Abonnementen kunnen schriftelijk tot uiterlijk 1 juli van
het lopende abonnementsjaar worden opgezegd bij de
administratie van drukkerij Ten Brink.
Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement
automatisch met een jaar verlengd.
AdvertentiesVoor plaatsing van advertenties of advertorials in het maga-
zine kunt u contact opnemen met Recent, Postbus 17229,
1001 JE Amsterdam, tel. (020) 330 89 98, fax (020) 420 40
05, e-mail [email protected], website www.recent.nl.
Voor plaatsing van banners en overige informatie op de
website kunt u bellen met FIZZ reclame + communicatie,
tel (0522) 24 61 62. De advertentietarieven van
Schooldomein staan ook op www.schooldomein.nl.
ProductieGrafische productie: Drukkerij Ten Brink, Meppel
Projectbegeleiding: Communicabel, Veenendaal
Vormgeving en website: FIZZ reclame + communicatie,
Meppel
Schooldomein wordt mede mogelijk gemaakt door Marko
BV, BNA, Servicecentrum Scholenbouw en de adverteerders
in Schooldomein
De nieuwe jaargang begint met een nieuwe vormgeving en een wat aangepaste redactie. We gaan er weer een mooi jaar van maken. Nummer 1 valt de derde week van september in uw bus. Maar vergeet u ook niet regelmatig op www.schooldomein.nl te kijken. Het thema voor nummer 1 is Makkers in de Bouw.
Wat kunt u onder meer verwachten:
• Bijsluiter Bond Nederlandse Architecten: Wat kunnen leegstaande kantoor-gebouwen bijdragen aan het vitaliseren van hun omgeving?
• Een mandje voor Amarantis: waarom integraal aanbesteden een goed alternatief kan zijn.
• Hoe levensvatbaar is de bibliotheek: nieuwe concepten om het lezen in de wijk of het dorp te houden.
• Wat fout gaat bij aanbestedingen; directeur Henk Vonk van Fame vertelt waarom kwaliteit het altijd wint van de laagste prijs.
• Sportpark Welgelegen creëert netwerken: hoe ziet de sportvereniging van de toekomst eruit en welke valkuilen zijn er zoal?
• Hergebruik industrieel vastgoed: Een MFA in een voormalige Sojafabriek in Utrecht.
• Een nieuwe opzet van de expertmeeting: school- en gemeentebesturen en marktpartijen discussiëren aan de hand van stellingen.
1Makkers in de Bouw
juni 2011schooldomein74
SAMEN UW OPTIMALEOMGEVING ONTWIKKELEN Strategische oplossingen in vastgoed en huisvesting
HEVO voorziet opdrachtgevers met complexe huisvestingsvraagstukken van antwoorden die bijdragen aan een optimale leef- en werkomgeving. We kunnen u ondersteunen bij vrijwel elk facet van vastgoedontwik-keling. Daarbij streven we altijd naar gebouwen die duurzaam presteren en een klantrelatie die minstens zo duurzaam is. Een partnership dat we bouwen op basis van oprechte betrokkenheid, kennis uitwisseling en wederzijds vertrouwen. Een open en resultaatgerichte benadering waarbij we elkaar blijven inspireren. Samen zijn we in staat het schijnbaar onmogelijke toch mogelijk te maken. Wij helpen opdrachtgevers in onderwijs, overheid, zorg en bedrijfsleven hun dromen te vangen in huisvesting en vastgoed.
Voor meer informatie: (073) 6 409 409 [email protected] www.hevo.nl
HEVO biedt u: Strategisch vastgoed-
en huisvestingsadvies Projectmanagement Duurzaamheidsadvies Expertisecentrum
036_Hevo_Adv_A4_WT.indd 1 10-09-2010 13:57:22
Opti+ stimuleert leerlingen actief te zitten, comfortabel te zitten en samen te werken.
Leerlingen blijven langer bij de les
en dankzij de hogere tafels hoeven
leerkrachten niet langer te bukken
om mee te kijken of instructie te
geven.
www.vanerum.nl/optiplus
De productlijn is geïnspireerd op
de “balanced seating” theorie,
die staat voor een ergonomisch
verantwoorde zithouding.
De hoogte van de stoel,
de licht afglijdende
vorm van de kuip en de
gepatenteerde - aan de tafel
bevestigde - verstelbare
voetensteun bieden meer
bewegingsvrijheid. In alle
zithoudingen is er sprake
van een “open” houding.
#optiplus #i3le
VANERUM Nederland BV │ Duwboot 89 NL-3991 CG Houten │ E [email protected] │ T +31 30 212 20 10 │ F +31 30 212 20 11
Blijf op de hoogte van onze innovaties op vlak van onderwijs en word fan van VANERUM op Facebook. vanerum.nl/facebook vanerum.nl/twitter
Advertentie_schooldomein_Optiplus02.indd 1 15/03/11 13:15
magazine voor de perfecte leer-, werk- en leefomgeving
6 jaargang 23 juni 2011
sportdomein zorgdomein wijkdomeinPedro
Nieuw
Ergonomisch
Flexibel
Duurzaam
Kleurrijk
Stootvast
Een leven lang MarkoMarko BV. Beneden Verlaat 75 9645 BM Veendam Postbus 7 9640 AA Veendam T +31 598 698 798 F + 31 598 69 88 00 Showroom De Meern
Rijnzathe 2 3454 PV De Meern (Kantorenpark Oudenrijn) T +31 30 669 69 69 F + 31 30 669 69 00 [email protected] www.marko.nl
62-0008 WT 225x297 adv Pedro.indd 1 31-08-10 21:43
rugdikte nog opvragen
Thema: Crisis en kansen
Technovium ademt techniek
Uniek onderwijsconcept in Haaksbergen
De smalle marges van de onderwijsfi losofi e