1
Vinden & binden van vrijwilligers
Het vinden en binden van vrijwilligers staat bij veel verenigingen en clubs boven
aan de agenda. Zonder voldoende mensen om alle activiteiten uit te voeren kan een
organisatie nu eenmaal niet functioneren. En zijn die mensen eenmaal gevonden, dan
is het geen kwestie van ‘… en ze leefden nog lang en gelukkig.’ Het binden van
vrijwilligers is namelijk niet te vergelijken met een sprookje, eerder met een relatie.
Is de klik er eenmaal, dan is het zaak de relatie te onderhouden en uit te bouwen.
De ene relatie ontstaat als de vonk overslaat, bij de andere gaat er langere tijd overheen
eer er een vlammetje gaat branden. Ook dat geldt net zo goed voor vrijwilligerswerk.
In de ene situatie hoef je er weinig meer voor te doen. De wil om vrijwillig iets te doen
voor een ander en voor de samenleving ontstaat of ontstaat niet. In de andere situatie is
er energie nodig om te zorgen dat het vlammetje gaat branden en dat het blijft branden
voor jouw organisatie. Welke aandachtspunten spelen hierbij een rol?
Een handvat bij het vinden en binden is de methode van de 6 B’s. Oorspronkelijk waren
dat er vijf (Binnenhalen, Begeleiden, Belonen, Behouden, Beëindigen), die zijn opge-
steld door het kennisinstituut Movisie. Arcon heeft er een zesde ‘B’ van ‘Bezinnen’ aan
toegevoegd. Via deze methode krijg je inzicht in wat vrijwilligersorganisaties vragen en
bieden. Bovendien stel je door te denken vanuit de zes B’s de toekomstige vrijwilliger
centraal, met de vraag: ‘Hoe kun je de toekomstige vrijwilliger verleiden om een taak te
komen uitvoeren voor mijn vereniging of club?’
In dit Routeboek XL vind je meer informatie over de betekenis van de zes B’s en tips
en handreikingen die van toepassing zijn voor iedere organisatie die met vrijwillige
medewerkers werkt. Daarnaast wordt ingegaan op de zes B’s in de sectoren cultuur,
kunst, natuur, milieu, onderwijs, religie, sport, welzijn en zorg.
Kijk niet alleen bij de sector waarin je zelf werkt, maar ook bij de andere. Creatieve
oplossingen ontstaan juist door buiten de hokjes te denken! Tot slot: heb je zelf binnen
je club of vereniging goede voorbeelden? Laat het ons weten! Die willen we graag delen
met anderen.
Veel inspiratie toegewenst.
BEZINNEN1
BINNENHALEN2
BEGELEIDEN3
BELONEN4
BEËINDIGEN6
BEHOUDEN5
1
Routeboek XL
BEZINNEN
1
BINNENHALEN
2
BEGELEIDEN
3
BELONEN
4
BEHOUDEN
5
BEËINDIGEN
6
2
Kijk voor je gaat werven kritisch naar je
eigen organisatie. Wat vraag je van de
mensen die je zoekt en wat heb je hen
te bieden? Verplaats je in hen en bedenk
wat hun motieven zijn om iets voor je
vereniging te doen. Komt het beeld dat
de ‘buitenwereld’ van jullie organisatie
heeft overeen met wat jullie willen uit-
stralen? Mogelijk is het effectiever daar
eerst aan te werken voordat je mede-
werkers gaat werven. Sta open voor
verandering van je eigen club.
Waarom jouw organisatie: waarom
willen vrijwilligers speciaal bij jouw
club iets doen? Wat is er leuk, interes-
sant, spannend, of vernieuwend aan je
vereniging? Kunnen de vrijwilligers iets
leren van hun werk, een cursus volgen,
ervaring opdoen voor een opleiding of
hun curriculum vitae? Biedt het werk
mogelijkheden nieuwe contacten op te
doen?
Cultuur in de organisatie: binnen
groepen bestaan ongeschreven gewoon-
ten en gebruiken. Die scheppen een
veilige omgeving waarin de groepsleden
zich thuis voelen, maar voor nieuw-
komers vormen ze een drempel.
Hoe vinden nieuwkomers aansluiting in
een bestaande, hechte groep? Vraag je
af hoe open jouw groep is voor nieuwe
medewerkers.
Doelgroep bepalen: zoek je jonge-
ren, volwassenen, ouderen of een mix
van alle leeftijdsgroepen? Als je jongeren
zoekt terwijl je organisatie die nu niet
heeft, praat dan met de jongeren die je
op het oog hebt. Hoe kijken zij tegen je
organisatie aan? Is de organisatie voor
hen interessant? Spreekt je aanbod hen
aan? Wat zijn hun wensen, waar gaat
hun belangstelling naar uit? Waar liggen
de overeenkomsten en hoe kunnen jullie
samenwerken?
Opleiding, kennis en ervaring: wat
moeten je nieuwe vrijwilligers in huis
hebben? Welke opleiding, kennis en
ervaring verwacht je dat ze hebben?
Werkzaamheden: welke werkzaam-
heden moeten er uitgevoerd worden? Ga
ervan uit dat een nieuwe vrijwilliger niet
zomaar een-op-een alle taken van een
van je huidige vrijwilligers kan overne-
men. Hoe langer vrijwilligers ergens
werken, hoe meer ze op hun schouders
nemen. Inventariseer dat werk en splits
het op, want je hebt er niets aan dat
de nieuwe vrijwilliger binnen korte tijd
overbelast is. Wees flexibel in het verde-
len van de taken.
Vergadercultuur of ‘doe organisa-
tie’: vrijwilligers melden zich aan om
te doen. Overleggen en vergaderingen
horen daarbij, maar zorg dat die niet
de overhand krijgen, tenzij het om een
bestuursfunctie gaat.
Inzet in tijd: hoeveel uur per week,
maand of jaar vraag je van de vrijwil-
liger? Staat die tijd vast of is die flexibel
in te delen? Vertel dat zo duidelijk en
concreet mogelijk, want mensen willen
wel vrijwilligerswerk doen, maar zelf de
regie over hun tijd houden. Hoe flexibe-
ler je je opstelt, hoe groter de kans op
succes.
Wat biedt jouw vereniging: is er een
onkostenvergoeding, zijn de vrijwilligers
verzekerd, kunnen ze scholing volgen
en/of deelnemen aan activiteiten (tegen
gereduceerd tarief)?
BEZINNEN1
Voor je een vuurtje gaat stoken moet je nadenken waar je het
vuur wilt hebben, waar je het voor nodig hebt, hoe groot het dus
moet zijn en welk materiaal je ervoor gebruikt. De ene keer hoef je
alleen aan een knop te draaien, de andere keer moet er een groot
kampvuur komen en moet je alles regelen. Vergeet dan ook niet de
brandblusser klaar te zetten, want werken met vuur brengt risico’s
met zich mee. Ken die risico’s en anticipeer erop, zodat je uit de
problemen blijft.
BEZINNEN
1
BINNENHALEN
2
BEGELEIDEN
3
BELONEN
4
BEHOUDEN
5
BEËINDIGEN
6
3
Soms komen de vrijwilligers aanwaaien,
maar het kost ook weleens veel moeite
om ze te werven. Zijn jullie een orga-
nisatie waar mensen graag bij willen
horen, die een positieve uitstraling heeft
en regelmatig laat zien wat ze doet?
Daar willen mensen zich graag voor
inzetten. De manier van vragen van vrij-
willigers is essentieel en vaak bepalend.
Vind je een geïnteresseerde vrijwilliger,
ga dan niet alleen uit van wat jij vindt
dat de vrijwilliger moet doen, maar kijk
samen welke deal je kunt maken.
Persoonlijke benadering: 95% van
de mensen die vrijwilliger worden, doet
dit na persoonlijk gevraagd te zijn.
Positieve benadering: benader
mensen niet vanuit jouw wens, maar
spreek hen aan op hun eigen kwalitei-
ten. Begin dus niet met de opmerking
dat je moeilijk vrijwilligers kunt vinden
en nu deze persoon benadert. Als je
bijvoorbeeld een penningmeester zoekt,
kun je tegen degene die je benadert
zeggen dat je gehoord hebt dat hij
nauwkeurig werkt.
Aanspreken op interesse en
belangstelling: hierdoor voelen mensen
zich gekend en erkend en zijn ze eerder
geneigd iets voor je te doen.
Bijhouden interesses: inventariseer
bij je eigen leden of achterban hun inte-
resses, belangstelling, hobby’s en werk.
Verzamel deze informatie in een data-
base of kaartenbak. Als je dan iemand
zoekt, kan je nagaan voor wie die functie
interessant kan zijn. Een hulpmiddel
om iemands interesses te peilen is de
Interessespeurder van Arcon.
Werk in stapjes: vraag mensen
eerst om te helpen bij een korte klus.
Geef hen zo de gelegenheid kennis te
maken met je club. Vinden ze het leuk
iets bij jullie te doen, vraag hen dan voor
een iets langere klus. Op deze manier
loods je hen het vrijwilligerswerk in.
Elk vuur begint met een klein vlammetje. Wat is er nodig om
het vlammetje aan te wakkeren tot een vuur? Er is gas nodig,
of stroom, of droog brandhout. Maar hoe pak je het aan als het
net geregend heeft? Afhankelijk van de situatie zijn kennis en
ervaring onmisbaar om vanuit een klein vlammetje de stapel
aan het branden te krijgen.
BEZINNEN
1
BINNENHALEN
2
BEGELEIDEN
3
BELONEN
4
BEHOUDEN
5
BEËINDIGEN
6
BINNENHALEN2
BEZINNEN
1
BINNENHALEN
2
BEGELEIDEN
3
BELONEN
4
BEHOUDEN
5
BEËINDIGEN
6
Kanalen:
• Je huidige vrijwilligers weten wat er
gevraagd wordt en kunnen veel over
het vrijwilligerswerk in de organisatie
vertellen. Geef hen informatiemateriaal
waarmee ze in hun eigen kennissen-
kring kunnen werven.
• Vraag aan leden en vrijwilligers
wie in hun familie of kennissenkring
over speciale kennis, vaardigheden of
contacten beschikt waar jullie naar
op zoek zijn. Voorbeeld: bij het maken
van een flyer kunnen contacten in de
ontwerp-, reclame- of drukkerijwereld
heel waardevol zijn.
• Plaats oproepen waar je maar kunt:
in het ledenblad, op de website, in het
eigen mededelingenblad of nieuwsbrief,
op het prikbord in de eigen locatie of in
bibliotheken, buurthuizen, kulturhuzen,
kerken, moskeeën, sportclub e.d.
• Netwerk: maak gebruik van je netwer-
ken met andere organisaties.
• Breng de vacature onder de aandacht
via huis-aan-huisbladen, lokale omroep
of televisie. Levert het geen nieuwe
vrijwilliger op, dan in ieder geval publi-
citeit. Let daarbij op het imago dat je
uitstraalt. Past dat bij de doelgroep die
je zoekt?
• Sociale media: Twitter, Facebook en
Hyves. Een vermelding hierop gaat snel
de wereld rond. Reageer direct, anders
is de kans voorbij. Zeker als je jongeren
wilt bereiken is dit dé methode.
• Vacaturebank van de Vrijwilligerscen-
trale of het Steunpunt vrijwilligerswerk
in jullie gemeente. Zij helpen je graag
verder.
• Plaats een vacature voor een nieuwe
vrijwilliger via de site www.allesbegint-
vrijwillig.nl.
Maatschappelijke stages van
jongeren. Neem contact op met een
middelbare school of het Steunpunt
vrijwilligerswerk in de gemeente. Bekijk
samen waar jongeren voor een korte tijd
iets kunnen doen voor de vereniging of
club.
Maatschappelijk betrokken
ondernemen: bedrijven of organisaties
die graag iets voor de maatschappij
doen, bijvoorbeeld in plaats van een
bedrijfsuitje gezamenlijk een lokaal of
gebouw verven of opknappen. Soms
bestaat die maatschappelijke inzet ook
uit het ‘uitlenen’ van een specialist die
jullie club kan adviseren. Denk aan een
adviseur van een bank, een communica-
tiemanager of een ICT’er.
Doe mee aan NL Doet. In maart van
elk jaar voeren vrijwilligers gedurende
een of twee dagen een klus uit bij een
club of vereniging.
Reïntegratiebedrijven: vraag die of
zij mensen in hun bestand hebben die
een opstap nodig hebben naar betaald
werk. In het vrijwilligerswerk leren ze
sociale en praktische vaardigheden die
hen verder kunnen brengen in de maat-
schappij.
BINNENHALEN2
4
BEZINNEN
1
BINNENHALEN
2
BEGELEIDEN
3
BELONEN
4
BEHOUDEN
5
BEËINDIGEN
6
BEGELEIDEN3
Bij het uitvoeren van een taak kan een
nieuwe vrijwilliger niet zonder goede
begeleiding en communicatie over het
werk. Vaak gelden in een organisatie
geschreven en ongeschreven regels die
voor nieuwe medewerkers onbegrijpe-
lijk zijn. Een aanspreekpunt of maatje
voor de nieuwe vrijwilliger voorkomt dat
hij verdwaalt en voortijdig afhaakt. Met
een goede begeleiding motiveer je de
medewerkers. Schenk bij het bege-
leiden naast het functionele gedeelte
aandacht aan de sociale aspecten:
voelt de vrijwilliger zich op zijn plaats,
klikt het met de andere vrijwilligers,
beroepskrachten en de mensen met wie
hij tijdens het werk in contact komt?
Vaste begeleider: aanspreekpunt
bij vragen. De mate van begeleiding
hangt af van de taak en de zelfstandig-
heid van de vrijwilliger.
Heb je een vlam aan het branden, dan vraagt het aandacht
om deze gaande te houden. Gaat het niet te hard of te zacht?
Moeten we de toevoer minderen, de vlam juist aanwakkeren
of een scherm eromheen zetten?
Proeftijd: spreek een proeftijd van
bijvoorbeeld twee maanden af. Bekijk
daarna samen of en hoe de samenwer-
king wordt voortgezet. Mogelijk heeft de
vrijwilliger andere capaciteiten die ook
ingezet kunnen worden in de vereniging.
Luister: als organisatie kun je van
nieuwe vrijwilligers veel leren. Zij staan
onbevangen tegenover de organisatie en
laten je met andere ogen kijken naar de
huidige gang van zaken bij je club.
Werkgroep: begeleiding kan ook
plaats vinden in werkgroepoverleg-
gen, waar tevens zaken afgestemd en
besproken worden.
Handleiding: maak een handleiding
met algemene informatie over de orga-
nisatie en zaken die voor vrijwilligers
van belang zijn: wie vormt het bestuur,
wat is het doel van de vereniging, wat
is de structuur van de organisatie, wat
betekenen veel gebruikte termen, hoe
en waar kunnen declaraties worden
ingediend, etc.
Resultaten: vrijwilligers willen
zich inzetten om iets te doen. Geef hen
vooral in het begin werkzaamheden
waarvan ze op korte termijn resultaten
zien.
Verantwoordelijkheid: durf verant-
woordelijkheid aan de nieuwe mede-
werker te geven en kom tussendoor
samen om de voortgang te bespreken.
5
BEZINNEN
1
BINNENHALEN
2
BEGELEIDEN
3
BELONEN
4
BEHOUDEN
5
BEËINDIGEN
6
Vrijwilligers werken onbetaald en on-
verplicht. Het zijn vaak de kleine dingen
die het doen: op z’n tijd wat aandacht,
een schouderklopje of een bedankje.
Daar doen ze het voor! Het kan ook
groter door het geven van een kerst-
pakket, een gezamenlijk uitstapje of
een speciale vrijwilligersbijeenkomst
waar het sociale aspect voorop staat.
Dit zorgt ervoor dat vrijwilligers plezier
in hun werk houden en voelen dat ze
zinvol bezig zijn.
Schouderklopje: spreek als
bestuur, beroepskrachten en vrijwilli-
gers onderling regelmatig je waardering
uit (schouderklopje) en bedank elkaar
als een klus goed gaat.
Feestdagen/ziekte: veel vrijwil-
ligers waarderen het wanneer zij met
Kerst een cadeautje krijgen, of met hun
verjaardag een felicitatie of een (digi-
tale) kaart, maar ook als er in geval van
BELONEN4
Wil je het vuur brandend houden,
dan is toevoer van voldoende
zuurstof, brandstof, droog hout
of olie nodig.
ziekte in de familie daarvoor medeleven
wordt getoond.
Bedanken na activiteit: doe dit,
indien mogelijk, in aanwezigheid van
publiek, zodat iedereen ervaart dat
zonder vrijwilligers de activiteit niet
uitgevoerd kan worden. Het is een
suggestie voor het publiek ook een
keer mee te werken. Organiseer ter
afsluiting van een grote activiteit een
gezellige bijeenkomst, specifiek voor
de vrijwilligers.
Certificaat: via www.allesbegintvrij-
willig.nl zijn certificaten voor vrijwil-
ligers te bestellen en hen zo in het
zonnetje te zetten.
Overijsselse Vrijwilligers Prijs:
vind je dat jullie organisatie heel goed
bezig is en een voorbeeld voor andere
organisaties, laat je dan voordragen
voor de jaarlijkse Overijsselse Vrijwil-
ligersprijs, zie www.overijsselsevrijwil-
ligersprijs.nl. Ook kun je een vrijwil-
liger die zich bijzonder heeft ingezet,
daarvoor voordragen.
Plaatselijke vrijwilligersprijs of
een lintje: heeft een vrijwilliger zich
bijzonder ingezet, meld deze dan aan
voor de plaatselijke vrijwilligersprijs of
een andere actie waarbij vrijwilligers
in de schijnwerpers worden gezet. Een
bijzondere vrijwilliger kun je natuurlijk
ook voordragen voor een lintje met
Koninginnedag (zie www.lintjes.nl).
Wees daarmee op tijd!
Abonnement tijdschrift: een abon-
nement van bijvoorbeeld een halfjaar
op een tijdschrift naar keuze is een leuk
idee voor een cadeautje. Geef het aan
je huidige vrijwilligers in ruil voor het
aanmelden van een nieuwe vrijwilliger
die minstens een halfjaar blijft.
6
BEZINNEN
1
BINNENHALEN
2
BEGELEIDEN
3
BELONEN
4
BEHOUDEN
5
BEËINDIGEN
6
Vrijwilligers ontwikkelen zich in hun
werk. Biedt het werk hun de juiste
uitdaging of moet er passender werk
gezocht worden? Welke mogelijkheden
hebben ze om zich verder te ontwikke-
len? Deelname aan cursussen, work-
shops of studiebijeenkomsten brengt
en houdt hun kennis op peil. Op zichzelf
kan dit al een prima reden zijn om vrij-
williger te worden en te blijven.
In organisaties met veel oudere vrijwil-
ligers vraagt de taakbelasting aandacht.
Kunnen de vrijwilligers het nog aan of
moeten we hen lichtere taken geven?
Evalueren: vraag als begeleider van
vrijwilliger(s) regelmatig hoe de vrijwil-
liger het vrijwilligerswerk ervaart. Past
het werk bij hem, zijn er zaken in de
organisatie waar hij tegenaan loopt? Zo
ja, wat is eraan te doen en wie gaat dat
BEHOUDEN5
Brandt het vuur goed, dan kun je er meer mee doen. Je kunt er
stokbrood op bakken of marshmallows op roosteren: lekkere
dingen waarvan je nog meer energie krijgt. Vuur heeft regelmatig
aandacht nodig. Maar, vuur kan alle kanten opgaan.
Het kan snel uitgaan, maar ook ineens aanwakkeren.
Het kan dan anderen aansteken of juist een uitslaande brand
worden.
doen? Vrijwilligers groeien in hun werk
en willen soms na verloop van tijd meer
of ander werk. Vraag hun wat ze willen
en geef duidelijkheid over de mogelijk-
heden die je organisatie biedt, bijvoor-
beeld op het gebied van cursussen.
Overbelasting: wees alert op
vrijwilligers die (veel) te veel doen.
Misschien is het verstandig om hun taak
te splitsen of hen de taak te laten delen
met een ander.
Ontwikkelingen organisatie: een
goede sfeer in de organisatie is erg
belangrijk en werkt sterk motiverend.
Komen er veranderingen binnen de
organisatie, communiceer daar tijdig en
open over naar de vrijwilligers. Doe dat
niet alleen op papier, maar praat met
hen en betrek ze bij de veranderingen,
zeker als die betrekking hebben op het
vrijwilligerswerk. De vrijwilligers voelen
zich dan gekend en erkend en dat moti-
veert hen zich te blijven inzetten.
Doorgroeien: de stap van buiten-
staander naar bestuurslid is voor veel
mensen te groot. Wie van de huidige
vrijwilligers heeft capaciteiten om door
te groeien naar een bestuursfunctie en
hoe kun je dat stimuleren?
Zelfregie vrijwilliger: in welke
mate kan de vrijwilliger zelf bepa-
len wanneer het werk wordt gedaan.
Soms is regelmaat noodzaak, maar is
onderling ruilen mogelijk? Voor roos-
termakers is dit een crime, maar met
gebruikmaking van moderne communi-
catiemiddelen (twitter, mail, gedeelde
agenda’s) is dit eenvoudig te regelen.
7
BEZINNEN
1
BINNENHALEN
2
BEGELEIDEN
3
BELONEN
4
BEHOUDEN
5
BEËINDIGEN
6
Gaat een vrijwilliger weg, dan is het
goed de reden daarvan te weten. Daar
kun je als organisatie veel mee. Zorg
voor een goede overdracht van het werk.
Hoe wil de vrijwilliger afscheid nemen?
De een vertrekt graag met stille trom,
terwijl een ander het leuk vindt de
periode af te sluiten. Dit kan bijvoor-
beeld met een informeel samenzijn of
een receptie, met of zonder cadeaubon,
bloemen, getuigschrift of waardering
van anderen waarmee men samen-
werkte. De vertrekkende vrijwilliger
kijkt dan met plezier op het werk terug
en verspreidt goede verhalen over de
organisatie. Betere gratis PR is er niet.
Reden van vertrek: het kan onaan-
genaam zijn voor de organisatie, maar
je kunt er ook je voordeel mee doen.
Heeft iemand zich eenmalig ingezet
om iets te doen, vraag diegene ook dan
BEËINDIGEN6
Een vlam kan niet altijd blijven branden. De toevoer stopt
een keer. Een kampvuur kun je langzaam uit laten gloeien,
of gecontroleerd doven door er zand of water op te gooien.
En bij gas en elektriciteit is het simpel om de knop dicht te
draaien op de juiste tijd.
hoe hij het heeft gevonden, wat er goed
ging en wat beter kan. Vraag of je zijn
gegevens mag opslaan en hem voor
toekomstige klussen mag benaderen.
Mantelzorg geven kan een reden
zijn voor een vrijwilliger om af te haken.
Denk na over oplossingen waardoor de
vrijwilliger het werk kan blijven doen,
ook omdat vrijwilligerswerk een goede
afleiding kan bieden.
Goede afsluiting: soms past een
vrijwilliger niet meer in de organisatie.
Sluit ook dan het werk op een goede
manier af. Bespreek wat het afscheid
noodzakelijk maakt, maar ook wat er
goed is gegaan in het verleden. Ga uit
elkaar zonder rancune. Denk mee over
waar deze persoon beter op zijn plaats
is en geef advies.
Kennisoverdracht: een vertrekken-
de vrijwilliger beschikt over een schat
aan kennis en ervaring. Het mooiste is
als dat allemaal rechtstreeks aan de
nieuwe vrijwilliger wordt overgedra-
gen. Als dat niet kan, spreek dan af wat
de belangrijke punten zijn om over te
dragen en vraag dit vast te leggen. Dit
kan op een Cd-rom of usb-stick, maar
ook op het netwerk, indien dit mogelijk
is.
Afscheid nemen: hoe wil de vrijwil-
liger afscheid nemen? Dit kan variëren
van met stille trom vertrekken, een
gezellig samenzijn in de eigen (werk)
groep tot en met een receptie.
Referentie: kun je als organisatie
nog iets betekenen voor de vertrek-
kende vrijwilliger? Bijvoorbeeld een
certificaat waarop staat welke werk-
zaamheden door de vrijwilliger zijn
uitgevoerd, of een bewijs voor het C.V.
8
• Verjonging: je werkt als vrijwilliger bij een museum met veel
55-plussers en wilt meer 30- tot 45 jarigen bereiken. Past de
huidige werkwijze bij die nieuwe leeftijdsgroep?
Voorbeeld: een museum is overdag geopend en draait voorna-
melijk op vrijwilligers.
Welke 30- tot 45-jarigen benader je om iets voor je organisatie
te doen? Suggesties: mensen met onregelmatige werktijden,
deeltijdwerkers, mensen die tijdelijk of blijvend buiten het
arbeidsproces staan. Inventariseer ook welke werkzaamheden
op andere momenten (’s avonds, in het weekend) of andere
manieren (thuis, via de computer, via sociale media) gedaan
kunnen worden.
• Benoem duidelijk welke opleiding, kennis en ervaring je
zoekt bij vrijwilligers. Voorbeeld: als plaatselijk museum zoek
je een vrijwilliger met interesse in de plaatselijke geschiede-
nis, belangstelling voor oude gebruiksvoorwerpen, iemand die
nauwkeurig kan werken, goed kan documenteren en tentoon-
stelling kan samenstellen. Bedenk zelf de eigenschappen en
vaardigheden waar je naar op zoek bent. Echter niet allemaal
bij dezelfde persoon.
• Hoe flexibel ben je? Potentiële medewerkers willen vaak wel
iets doen, maar niet altijd op het moment dat de organisatie dit
wil. Documenten maken of materialen opknappen kan prima
thuis gebeuren.
• Wat biedt jouw organisatie? Laat betrokken vrijwilligers
gratis een introducé meenemen naar de opening, geef hem
kaartjes, of bied hem bijvoorbeeld bijscholing op een terrein
dat zijn interesse heeft.
• Spreek mensen persoonlijk aan op hun interesse en belang-
stelling. Een voorbeeld? Zeg eens: “Ik weet dat jij het leuk vindt
om met mensen om te gaan. Is het iets voor jou om als gids in
ons museum rondleidingen te geven?”
• Geef mensen gelegenheid om ervaring op te doen. Maak
iemand niet meteen bestuurslid als hij geen bestuurlijke erva-
ring heeft, maar vraag hem om eerst een periode uitvoerend
vrijwilligerswerk te doen. Ook een vrijwilliger moet kunnen
groeien in zijn werk.
CULTUUR
Veel culturele activiteiten ontstaan uit enthousiasme: mensen worden geboeid door historische voorwerpen,
gebouwen, plekken en gebeurtenissen en zetten zich met een enorme gedrevenheid in om iedereen te laten meegenieten
van hun verhalen hierover. Nieuwsgierigheid en onderzoek naar achtergronden zorgen aan de ene kant dat het eindresultaat
vaak steeds professioneler wordt. Aan de andere kant blijft heel veel werk in de sector onbetaald, soms met ondersteuning van
beroepskrachten.
Typerend voor de cultuursector is de trouw van veel vrijwilligers: vaak zijn mensen jarenlang actief. Dat betekent ook dat het
aandeel van 55-plussers onder de vrijwilligers relatief groot is. Terwijl die groep slinkt doordat mensen vroeg of laat toch stoppen,
is er onvoldoende aanwas van jongere vrijwilligers. Op welke manier vind en bind je vrijwilligers binnen de sector cultuur?
BEZINNEN1
BINNENHALEN 2
9
Zo krijgen de vrijwilligers maximale waardering.
Daar komt bij dat het voor mensen in het publiek
een motivatie kan zijn om ook eens mee te werken.
• Vermeld in een tentoonstellingsboekje de namen van de
vrijwilligers die hebben meegewerkt, of geef aan welke werk-
zaamheden door vrijwilligers zijn uitgevoerd. Maak duidelijk
dat er achter de schermen meer gebeurt dan de bezoeker kan
zien.
• Plaats bij de uitgang van het museum een grote foto met
alle (vrijwillige) medewerkers en vermeld dat zij het werk van
het museum mogelijk maken.
• In functies zoals vrijwillig baliemedewerker is het goed om
te werken volgens gezamenlijke richtlijnen. Baliemedewerkers
ontvangen bezoekers, beantwoorden de telefoon, verwerken de
post, behandelen klachten van bezoekers etc. Bied deze vrijwil-
ligers eventueel een passende cursus aan.
• Houd in de gaten dat de motivatie van de vrijwilliger over-
eenkomt met het werk dat hij doet. Geef iemand die graag
mensen wil ontmoeten geen onderhouds- of archiefwerk, maar
laat hem baliewerk doen, rondleidingen geven of sponsors
werven.
• Neem afscheid op een plek in het museum die voor de vrij-
williger een speciale betekenis heeft.BELONEN4
BEHOUDEN5
BEËINDIGEN6
• Gebruik je netwerk. Elke organisatie zoekt van tijd tot tijd
kennis en vaardigheden. Wil je museum graag een maquette
hebben? Informeer, vraag rond, ga in gesprek. Hoe meer je dat
doet, hoe sneller iemand je een goede tip zal geven. Wees dan
ook bereid om zelf iets te doen of op te zoeken voor een collega.
• Doe mee aan het Museumweekend. Laat zien wat je doet,
knoop gesprekken aan met bezoekers, interesseer hen voor je
museum en suggereer hen ook eens te komen helpen.
• Maak zichtbaar dat je organisatie dankzij vrijwilligers het
museum kan inrichten en openstellen. Staat dat al op de web-
site? Vermeld vooral dat vrijwilligers van harte welkom zijn.
• Zet je vrijwilligers in als gastvrouw of gastheer bij een
evenement? Let dan eens op of zij ook klantvriendelijk om gaan
met de bezoekers en geef zo nodig tips.
• Iedere rondleider heeft zijn eigen stijl, dat is vaak de
charme van een rondleiding. Help potentiële rondleiders over
de drempel tijdens een bijeenkomst waarin ze iets leren over
rondleiden. Laat hen meelopen met ervaren rondleiders om
praktische informatie op te doen.
• Zoek een middenweg tussen alles wat moet volgens de
regels en de vrijheid van de uitvoerder om taken op eigen wijze
in te vullen. Dit laatste geeft de vrijwilliger vaak motivatie iets
te ontwikkelen en daarmee nieuwe initiatieven voor de vereni-
ging te creëren.
• Bedank bij het afsluiten van een activiteit de vrijwilligers als
groep voor hun inzet. Doe dit indien mogelijk met publiek erbij.
BEGELEIDEN3
KIJK VOOR ALGEMENE TIPS BIJ DE UITLEG VAN DE 6 B’S
10
• Opleiding, kennis en ervaring: welke opleiding, kennis en
ervaring zoek je bij de nieuwe vrijwilligers?
Voorbeeld: voor decorbouwers: mensen die kunnen timmeren,
tekenen, schilderen, lassen, decoreren, creatief zijn, enzo-
voorts. Zoek de mensen ook op deze kennis.
• Wat biedt jouw organisatie aan de vrijwilliger: is er een
onkostenvergoeding, is men verzekerd, welke scholing kan
men volgen, of kan men deelnemen aan een activiteit (tegen
gereduceerd tarief)?
Voorbeeld: meewerken aan een festival houdt in, dat de vrijwil-
liger gratis de optredens bij woont.
• Cultuur in de organisatie: wil je weten in hoeverre jullie
organisatie is meegegaan met allerlei ontwikkelingen in het
verenigingsleven, doe dan eens de Verenigingsscan of de
Quickscan daarvan.
KUNST
Kunst is overal: talloze mensen genieten van schilderkunst, beeldhouwwerken, poëzie, muziek en toneel.
Er zijn professionele, commerciële dan wel gesubsidieerde kunstinstellingen, maar bij elke vorm wordt kunst met
evenveel passie door allerlei mensen beoefend en beleefd als hobby en vanuit interesse.
Beleving, vrijheid en improviserend vermogen staan bij die laatste groep vaak voorop. Maar bijna in de gehele kunstwereld
geldt dat geen expositie, voorstelling of concert kan slagen zonder de betrokkenheid van vrijwilligers.
Hoe vind en bind je vrijwilligers als amateur- of (semi)professioneel gezelschap?
• Aanspreken op interesse en belangstelling: hierdoor voelt
men zich gekend en erkend.
Voorbeeld: “Ik weet dat jij het leuk vindt om kleding te ontwer-
pen. Kun je voor onze uitvoering helpen met de kostuums?”.
Voorbeeld: wil je in je gemeente een kunstwerk realiseren,
vraag mensen via je website, de lokale radio, lokale tv en het
huis-aan-huisblad mee te denken en werken aan de realisatie
van dit kunstwerk.
• Doe mee aan de Week van de Amateurkunst en laat zien wat
je aan kunst doet en probeer zo mensen te interesseren voor je
organisatie en het vrijwilligerswerk daarin.
• Kanalen:
Maak gebruik van je netwerken met andere organisaties en
maak je vereniging aantrekkelijker. Voorbeeld: zoek bijvoor-
beeld als muziekvereniging samenwerking met een toneelclub
voor kostuums en decors.
Voorbeeld: organiseer je een kunstmanifestatie, betrek dan
de bewoners uit de buurt hierbij. Dit werkt tweeledig, zij maken
kennis met de organisatie en mogelijk vind je nieuwe vrijwil-
ligers.
BEZINNEN1 BINNENHALEN 2
11
• Wegwijs in de organisatie: als nieuwe vrijwilliger in een
organisatie ’verdwaal’ je in het begin soms in het doolhof van
termen en afkortingen.
Voorbeeld: maak een overzicht van de termen die in jullie
toneelgroep gebruikelijk zijn. Vaak worden ze in het begin een
keer toegelicht, maar als ze op papier of op een netwerk staan,
zijn ze makkelijk na te lezen en beter te onthouden.
• Veiligheid:
Voorbeeld: organiseer je als kunstvereniging exposities, instru-
eer nieuwe vrijwilligers dan over de veiligheidsmaatregelen
die jullie hanteren. Hoe zijn de brandveiligheid en de bewaking
geregeld?
• Programmaboekje: vermeld welke vrijwilligers hebben
meegewerkt of geef aan welke werkzaamheden door vrijwil-
ligers zijn uitgevoerd. Laat zien dat er achter de schermen vaak
veel meer gebeurt dan zichtbaar is. En dat veel kan dankzij de
inzet van vrijwilligers.
• Vrijkaartje: geef een vrijkaartje voor een uitvoering, voor-
stelling of tentoonstelling.
• Serenade: een muziekvereniging die een vrijwilliger een
serenade brengt als dank voor jarenlange vrijwillige inzet.
• Ontwikkelingsmogelijkheden: bied iemand uit de
expositiecommissie, die zich verder wil ontwikkelen in het
grafisch vormgeven van folders en posters, de mogelijkheid
daarvoor een cursus te volgen.
• Geef mensen gelegenheid om creatieve ideeën te
ontwikkelen en stimuleer de uitvoering daarvan. Tijdens
voorbereidingen van uitvoeringen passeren soms hele
creatieve voorstellen de revue. Al kan niet alles direct
gerealiseerd worden, noteer deze ideeën! Dan heb je voor
een volgende keer al een voorraad.
• Vrijwilligers voor festivals zijn na het festival vaak weer uit
beeld. Dat is jammer! Vraag of je bij een volgend evenement
nog een keer een beroep op hen mag doen en noteer hun
gegevens.
• Geef een vrijwilliger die afscheid neemt van een koor kaart-
jes voor de uitvoering van een ander koor of muziekevenement.
BEGELEIDEN3
BEËINDIGEN6
BEHOUDEN5
BELONEN4
KIJK VOOR ALGEMENE TIPS BIJ DE UITLEG VAN DE 6 B’S
12
13
Velen zetten zich dagelijks in voor een betere natuur en een beter milieu. Sommigen steken de handen uit de
mouwen en onderhouden natuurterreinen, anderen geven cursussen of leiden excursies of doen werk voor
organisaties die zich inzetten voor bedreigde dier- en plantensoorten of het milieu.
• Mensen vinden het vaak leuk om iets te weten over de
vogels in hun tuin, de planten die ze buiten tegenkomen, of de
paddenstoelen in het bos giftig zijn, kortom, over de natuur in
hun omgeving. Wat is de specialiteit van jouw organisatie?
Zorg dat je een enthousiast verhaal kunt vertellen waarmee
je anderen inspireert en stimuleert om zich in de natuur te
verdiepen en er iets voor te doen.
• Kinderen zijn vaak geïnteresseerd in de natuur en vinden
het leuk om iets te doen. Wat heb je hen te bieden?
• De interesses van jongeren veranderen naarmate ze
opgroeien. Groeit jullie aanbod mee?
• Via het enthousiasme van kinderen kun je ouders of groot-
ouders warm krijgen voor je activiteiten.
• Andersom werkt het ook: zorg dat je ouders en grootouders
inspireert om hun kinderen en kleinkinderen enthousiast te
maken voor de natuur.
• Met enthousiasme ben je er nog niet. Zorg dat mensen hun
passie voor natuur en milieu omzetten in actie. Maak ze ervan
bewust dat werken voor jouw organisatie hen de kans biedt om
hun kennis en inzicht uit te breiden en met anderen te delen.
• Benader mensen persoonlijk en maak gebruik van de
interesse die zij al hebben voor natuur en milieu. Informeer
hen hoe zij bij jouw organisatie deze interesse verder kunnen
ontwikkelen.
• Organiseer wandelingen, excursies, open dagen of informa-
tiebijeenkomsten en vertel de deelnemers hoe ze mee kunnen
werken in bijvoorbeeld een vogelwerkgroep of bij wandelingen.
• Bied cursussen aan over natuurbeleving, zodat mensen
met de kennis die ze daar opdoen bijvoorbeeld werkgroepen of
wandelingen kunnen leiden voor jouw organisatie.
• Laat mensen in een eendaagse activiteit meewerken aan
natuurbehoud, bijvoorbeeld de heide opschonen.
• Laat jongeren via maatschappelijke stages kennismaken
met natuuronderhoud en vrijwilligerswerk in de natuur.
BEZINNEN1 BINNENHALEN 2
NATUUR & MILIEU
• Voor vrijwilligers is het prettig om te weten waar zij terecht
kunnen als ze vragen hebben over het vrijwilligerswerk. Zorg
voor een aanspreekpunt.
• Geef de mensen in je organisatie een cursus over het bege-
leiden van vrijwilligers, nu en in de toekomst.
• Zorg ervoor dat iemand, bijvoorbeeld een vrijwilligersco-
ordinator, contact onderhoudt met diverse werkgroepen en
knelpunten signaleert.
• Laat regelmatig zien wat het resultaat van de inspanningen
van vrijwilligers is. Bijvoorbeeld dat planten of vogels in een
bepaald gebied terugkomen dankzij het goede onderhoud.
• Wissel bezoeken uit met werkgroepen die voor andere
natuurgebieden zorgen. Dit werkt twee kanten op: de gasten
hebben een interessante dag en doen inspiratie op en de groep
die de gasten ontvangt laat zien hoe goed zij bezig is.
• Om vrijwilligers te behouden moet je hen ook iets kunnen
bieden. Verzin speciaal voor hen een leuke activiteit.
• Bied ontwikkelingsmogelijkheden via cursussen, trainingen
en uitwisseling van ervaringen en ideeën met andere groepen.
• Creëer betrokkenheid met de groep (erbij horen, vrienden)
of met de klus (leuk vinden om kennis over de natuur over te
dragen).
• Vrijwilligers zijn soms zo gemotiveerd dat zij
steeds meer taken op zich nemen. Wees verdacht op
overbelasting. Stimuleer dat vrijwilligers daar onderling
op letten. Het stellen van prioriteiten in werkzaamheden
is dan een belangrijke eerste stap.
• Jongeren vanaf 12 jaar haken snel af. Voorkom dit door te
zorgen dat de leden zich verbonden voelen met de organisatie.
Ze hebben er een vriendengroep opgebouwd, voelen zich thuis
binnen de groep en willen zich er graag voor inzetten. Dit is
het moment om een lid meer verantwoordelijkheid en eigen
inbreng te geven. Laat merken dat ze erbij horen en dat hun
stem gehoord wordt.
• Ook wanneer jeugdleden volwassen worden verandert hun
interessegebied. Bespreek met hen waarin ze geïnteresseerd
zijn en op welke manier ze zich willen inzetten voor de
organisatie.
• Zorg dat vrijwilligers niet stilletjes verdwijnen als ze wat
ouder worden, omdat ze lichamelijk werk in de natuur niet
meer zien zitten. Vraag mensen op tijd of ze (ook) andere
functies willen vervullen, zoals advies, kennisoverdracht aan
andere vrijwilligers, artikelen schrijven, et cetera.
• Vraag vrijwilligers die eenmalig aan een activiteit hebben
meegewerkt of ze bereid zijn een andere keer medewerking te
verlenen en zo ja, waar hun belangstelling naar uit gaat.
• Probeer ook voor hen een afscheidsmoment te creëren om
hen te bedanken voor hun inzet.
BEGELEIDEN3
BELONEN4
BEHOUDEN5
BEËINDIGEN6
KIJK VOOR ALGEMENE TIPS BIJ DE UITLEG VAN DE 6 B’S
14
Op vele manieren zijn moeders, vaders, oma’s of opa’s actief in het onderwijs. Dit kan structureel zijn in
bijvoorbeeld de medezeggenschapsraad, het bestuur van de school, de ouderraad, als leesouder, verkeersbrigadier of
klassenmoeder, maar ook meer incidenteel voor het organiseren en uitvoeren van de sportdag, de begeleiding bij de
avondvierdaagse, een schoolreis, excursies, het organiseren van feesten, de aankleding en schoonmaak van het schoolgebouw,
de luizencontrole en ga zo maar door. Maar hoe maak je het onderwijs aantrekkelijk voor een (potentiële) vrijwilliger?
• Door welke motieven worden ouders aangesproken om zich
in te zetten voor de school van hun kind? Zij willen graag opti-
male omstandigheden om het leren en de ontwikkeling van hun
kind zo goed mogelijk te laten verlopen. Een actieve belang-
stelling van de ouders draagt daaraan bij. Spreek hen daar op
aan en laat zien hoe zij daaraan kunnen bijdragen.
• Welke sfeer heerst er in de school? Is er een open sfeer,
voelen ouders zich als vrijwilliger gewaardeerd? Is er ruimte
voor nieuwe initiatieven? Dan zijn vrijwilligers wel te vinden.
• Het schoolplein is dé plek om nieuwe vrijwilligers te
ontmoeten en te vragen iets binnen school te doen. Daarnaast
zijn regelmatige oproepen in de schoolkrant een informatie-
bron over wat ouders in de school kunnen doen.
• Wil je nieuwe ouders binnenhalen, wees dan duidelijk in wat
je van hen vraagt. Voorbeeld: aan het begin van het schooljaar
wordt geïnventariseerd welke ouders aan activiteiten willen
meewerken. Geef dan bij de Kerstviering de data en tijden door
en licht toe wat het werk inhoudt. De aanmelders weten waar
ze zich voor opgeven en kunnen het inplannen.
• Veel vrijwilligerswerk gebeurt onder schooltijd. Dit beperkt
je doelgroep. Wil je werkende ouders bereiken, bekijk dan of er
ook in de avonduren klussen te doen zijn.
Voorbeelden: reparatiewerk, de schoolkrant vouwen, speel-
goed schoonmaken, helpen bij het omkleden bij de musical en
oud papier inzamelen.
• Steeds meer opa’s en oma’s staan op het schoolplein om
hun kleinkind op te halen. Kunnen en willen deze grootouders
niet iets voor de school betekenen?
• Het wordt vaak niet zo gezien, maar buurtbewoners verrich-
ten in feite een vorm van vrijwilligerswerk door ’s avonds, in
de weekenden en vakanties toezicht te houden op de school en
indien nodig de politie te waarschuwen.
• Je bent klassenouder en moet chauffeurs regelen voor een
uitje, maar je hebt te weinig medewerkers. Vraag eens een
ouder alleen voor de heenreis en een ander voor de terugreis.
• Leerlingen uit groep 7 of 8 kunnen samen met een ouder de
verkeersbrigade doen.
• Organiseer je een groot feest, kijk dan of je een andere orga-
nisatie er bij kunt betrekken. Voorbeeld: een scoutinggroep die
pannenkoeken bakt en daarvoor een vergoeding krijgt voor de
eigen club.
BEZINNEN1
BINNENHALEN 2
ONDERWIJS
15
• Maak als ouderraad draaiboeken voor terugkomende acti-
viteiten, zoals Kerst, Pasen, schoolreisjes en dergelijke. Geef
voorbeelden van bestellijsten, maak een overzicht van uit te
voeren werkzaamheden en de globale planning, etc.
• Veel ouders maken soms dingen voor school, bijvoorbeeld
voor feestjes: eten, koekjes en versieringen. Zet een pot neer
waarin ouders desgewenst de bonnetjes van hun inkopen
kunnen doen, zodat ze hun kosten kunnen terugkrijgen.
Hierdoor kunnen ook ouders die krap bij kas zitten iets doen.
• Vrijwilligers waarderen het wanneer het personeel, de
ouderraad, het bestuur of de medezeggenschapsraad regel-
matig hun waardering uitspreken voor hun inzet.
• Komt er een verslag in de schoolkrant over het bezoek aan
een museum, vermeld dan dat dit mogelijk was dankzij de inzet
van ouders en bedank hen daarvoor .
• Vraag de vrijwilligers aan het einde van het jaar, een half uur
voor het uitgaan van de school, om op school te komen. Verras
hen met een ‘dank-je-wel lied’ door alle schoolkinderen.
• Ouders zien het als een beloning voor hun vrijwillige inzet
om gevraagd te worden als begeleiding bij een schoolreisje.
• Wil je het werk aantrekkelijk houden, verdeel de taken
goed en wees duidelijk wie waar verantwoordelijk voor is.
Bijvoorbeeld één lid van de ouderraad voor de schoolreis en
een ander lid voor het organiseren van de feesten.
• Iedereen heeft ideaalbeelden van wat er op school zou
moeten gebeuren. Valkuilen zijn:
- Het onderwijzend personeel heeft onvoldoende tijd om alles
te realiseren wat er moet gebeuren. Vrijwilligers worden voor
van alles ingezet, maar niet altijd zijn dat vrijwilligerstaken.
Een voorbeeld: hulp bij het afnemen van testen.
- Vrijwilligers worden overbelast door de vele vragen,
waardoor ze afhaken.
Het betekent dat zowel de school als ouders kritisch moeten
kijken naar de takenpakketten.
• Ouders waarvan het jongste kind de school verlaat, zijn
daarmee vaak automatisch niet meer vrijwilliger op school.
Vraag of op hen nog eens een beroep gedaan mag worden, al is
het maar om een keer te rijden bij een excursie.
• Van vrijwilligers wordt bijna geen officieel afscheid geno-
men, die verdwijnen gewoon. Besteed rondom de opvoering van
de musical van groep 8 eens aandacht aan de mensen die nu
‘vrijwilliger-af’ worden.
BEGELEIDEN3
BELONEN4
BEHOUDEN5
BEËINDIGEN6
KIJK VOOR ALGEMENE TIPS BIJ DE UITLEG VAN DE 6 B’S
16
• Wat is de plaats van vrijwilligerswerk in de eigen geloofs-
gemeenschap? Is dit werk er bijzonder of is het juist vanzelf-
sprekend dat je dit vanuit je geloof doet? Worden vrijwilligers
gewaardeerd vanwege hun werk?
• Vergroot de onderlinge verbondenheid door het creëren van
ontmoetingsmomenten. Denk aan: koffiedrinken na een dienst,
bijeenkomsten voor speciale groepen of gezamenlijke maal-
tijden. Voelt men zich er thuis, dan is men eerder geneigd een
klusje te doen.
• Realiseer je wat er aan vrijwillige werkzaamheden uit te
voeren zijn en zorg dat de werkzaamheden behapbaar zijn en
blijven. Voorbeeld: vraag voor de schoonmaak van het gebouw
zoveel mogelijk mensen, zodat men niet elke keer aan de beurt
is en er onderling gewisseld kan worden.
• Inventariseer welke mensen een functie zouden kunnen
uitvoeren en spreek af wie hen daarvoor benadert. Voorkom dat
meerdere mensen dezelfde persoon vragen voor verschillende
functies. Vis niet allemaal in dezelfde vijver.
RELIGIE
In de kerk, de moskee of de synagoge kunnen vrijwilligers van alles betekenen voor de gemeenschap: als koster,
begeleider bij jeugdbijeenkomsten, koorlid, lector, collectant of koffieschenker na de dienst. Maar het vrijwilligerswerk
beperkt zich niet tot de dagen van diensten, vieringen, samenkomsten of de locatie van het gebedshuis. Ook in doordeweekse
bijeenkomsten en gespreksgroepen zijn vrijwilligers de motor. Daarnaast ondersteunen vrijwilligers mensen in moeilijke
omstandigheden. Denk aan het bezoeken van zieken en ouderen, hulp (in natura) voor mensen met problemen, een voedselbank,
een inloophuis voor mensen met psychiatrische problemen, de inzameling van gebruikte kleding, enzovoorts. Ook hier is de inzet
van vrijwilligers onmisbaar. Waar kun je aan denken als je in een religieuze omgeving op zoek bent naar vrijwilligers?
• Een persoonlijke benadering werkt het best. Heb je iemand
gevraagd voor een functie en de functie blijkt niet zo goed bij
die persoon te passen, informeer dan wat zijn wensen zijn.
Kijk samen hoe je als organisatie het beste aan deze wensen
kan voldoen.
• In een religieuze omgeving komen mensen van alle
leeftijden. Maak daar gebruik van!
- Betrek jonge kinderen erbij met kleine taken: helpen bij
het collecteren, uitdelen van het informatieblad of een
liturgie. Vraag hiervoor per dienst telkens twee andere
kinderen, dat vinden ze vaak een hele eer.
- Vraag kinderen en jongeren om bij het koffiedrinken rond
te gaan met koekjes, of de vuile kopjes en glazen op te
halen. Regel dit zoveel mogelijk informeel.
- Jongeren van 12-18 jaar kunnen assisteren bij de kinder-
dienst, oppassen op kleine kinderen en bij het rond-
brengen van het mededelingenblad.
- Vraag jonge ouders mee te draaien in de kinderoppas,
kinder- of jeugddienst. Stimuleer hen door te groeien naar
andere activiteiten, zoals deel uitmaken van het bestuur.
BEZINNEN1 BINNENHALEN 2
17
• Maak er melding van als er extra handen nodig zijn voor
activiteiten. Richt je werving alleen op die activiteit. Een
volgende keer krijg je voor dezelfde activiteit dezelfde mensen
of juist anderen.
• Hang een intekenlijst met kleine klussen op in een ontmoe-
tingsruimte waarop mensen kunnen aangeven wat ze willen
doen. Zorg dat mensen die lijst ook online kunnen invullen.
Komen er geen reacties, benader personen dan actief.
• Laat zien wie er allemaal vrijwilliger is en vraag anderen ook
een handje te helpen.
• Toon als leiding belangstelling voor werkzaamheden van
vrijwilligers. Vraag hoe de activiteit verloopt en of de vrijwilli-
gers het naar hun zin hebben.
• Welke mogelijkheden zijn er binnen of buiten de geloofs-
gemeenschap om zich verder te ontwikkelen via cursussen of
bijscholing? Wat kan de bijdrage van het gebedshuis daarin
zijn?
• Reik je aan het begin van een viering een nieuwsblad uit,
vermeld dan welke vrijwilligers hieraan een bijdrage leveren.
Denk aan: kosters, het koor, liturgische bijdragen, begeleiders
van kinderdienst, jeugddienst, collectanten, koffieschenkers,
degenen die voor de bloemen zorgen, kinderoppassers etc.
Zo is zichtbaar welke vrijwilligers meewerken.
• Organiseer eens per jaar een medewerkers avond,
die volop gelegenheid biedt voor sociale contacten.
Geef tijdens die avond het podium aan de vrijwilligers,
zodat ze iets kunnen vertellen of laten zien van zichzelf,
bijvoorbeeld hun hobby.
• Werk niet te formeel, maar bied iedereen de mogelijkheid
met initiatieven te komen en die uit te voeren.
• Zorg voor kleine werkgroepen die zelfstandig kunnen
werken, waardoor weinig overleg nodig is en iedereen concreet
aan de gang kan.
• Maak een digitaal rooster voor de inzet van de vrijwilligers
bij diverse activiteiten. Vraag hen zelf aan te geven wanneer zij
niet beschikbaar zijn. Stel het rooster open voor de vrijwilli-
gers. Laat vrijwilligers, indien gewenst, onderling ruilen en laat
hen dat zelf invoeren in het rooster.
• Creëer een sfeer van vertrouwen in de organisatie. Hierdoor
voelen mensen zich vrij om zich optimaal voor de organisatie in
te zetten.
• Stopt een vrijwilliger met de werkzaamheden, vermeld dat
dan in het informatieblad en bedank de vrijwilliger voor de
inzet.
• Informeer bij hem/haar of je gemeenschap later nog eens
een beroep mag doen voor hulp bij een andere activiteit.
KIJK VOOR ALGEMENE TIPS BIJ DE UITLEG VAN DE 6 B’S
BEGELEIDEN3
BELONEN4
BEHOUDEN5
BEËINDIGEN6
18
• Wat is het vrijwilligersbeleid van de vereniging? Leg de
verantwoordelijkheden voor bijvoorbeeld de bardiensten en
trainers vast.
• Ouders betrekken bij de club kan onder het motto van
bijdragen aan een goed sportklimaat voor hun kinderen. Vraag
hen daarover mee te denken en zaken daarvoor uit te voeren.
• Het percentage mannelijke vrijwilligers ligt in het algemeen
hoog. Is dit een afspiegeling van de clubleden of zijn meer
vrouwen bij het vrijwilligerswerk in de sport te betrekken?
• Welke doelgroepen heeft de club en doen deze vrijwilligers-
werk? Denk aan jeugd, senioren, allochtonen, mensen met
een beperking et cetera. Hoe is hun deelname aan het vrijwil-
ligerswerk?
• Houd jongeren betrokken bij de organisatie door hen vanaf
12-14 jaar mee te laten helpen bij de jongste groepen.
Bouw deze hulp uit tot het geven van trainingen voor jongere
groepen.
• Vraag bij aanmeldingen van jongeren aan de ouders welk
vrijwilligerswerk zij willen doen.
SPORT
In de sport is het grootste aantal vrijwilligers actief: ruim 1 miljoen mensen, waarvan 2/3 deel man. Het aantal
vrijwilligers blijft constant en stijgt eerder dan dat het daalt. Desondanks is er behoefte aan meer vrijwilligers, doordat
organisaties professioneler (moeten) gaan werken en de allround vrijwilliger verdwijnt.
Vrijwilligerswerk binnen de sportverenigingen varieert van bestuur, tot het geven van trainingen, coaching, onderhoudswerk
en bardiensten.
• Soms verplichten sportclubs hun leden enkele keren per
jaar vrijwilligerswerk te doen, zoals een kantinedienst draaien.
Alternatief is dit af te kopen. Jongeren doen dan tegen een
kleine vergoeding de taken.
• Schakel ouders in, die hun kinderen naar toernooien bren-
gen, voor ondersteuning van wedstrijden. Vraag hen een cursus
te volgen voor bijvoorbeeld tijdwaarnemer of scheidsrechter.
• Een vrijwilligerscoördinator kan het vrijwilligerswerk in
kaart brengen, vrijwilligers werven en bemiddelen.
• Maak een overzicht van alle vrijwilligerstaken binnen de
organisatie. Vraag via een (digitale) enquête elk lid en ouders
van de jeugd aan te geven wat men wil doen.
• Vraag jongeren om zelf verenigingsactiviteiten voor leeftijd-
genoten te organiseren.
• Heb je regelmatig een (vrijwillige) scheidsrechter van de
eigen club nodig? Geef elke groep de verantwoording om een
aantal keer voor bezetting te zorgen.
• Jongeren die via de maatschappelijke stage hebben
gewerkt, kun je een trainers- of scheidsrechtersopleiding
aanbieden. Zo blijven ze verbonden aan de club.
BEZINNEN1
BINNENHALEN 2
19
• Kunnen vrijwilligers enige tijd meelopen/proefdraaien om te
zien wat mogelijke taken zijn?
• Is er een begeleider/mentor waar vrijwilligers terecht
kunnen met vragen over het werk? Dit is zeker in de beginfase
belangrijk.
• Zorg dat vrijwilligers zich kunnen ontwikkelen in het vrijwil-
ligerswerk. Bespreek met hen, bijvoorbeeld 1x per jaar, hoe zij
het werk ervaren en wat ze zouden willen veranderen.
• Probeer leden te stimuleren om tijdens trainingen de rol van
trainer, coach of scheidsrechter op zich te nemen. Zo kunnen
ze hiermee oefenen.
• Met het bieden van faciliteiten toon je je waardering aan
de vrijwilliger. Zorg dat er voldoende materialen zijn om een
training te geven en dat ze in orde zijn, maar denk ook aan
vakliteratuur, goede bureaumaterialen et cetera.
• Heeft iemand een cursus voor trainer of coach gevolgd,
waardeer dit met een certificaat of getuigschrift.
• Een certificaat kan ook worden gegeven als de vrijwilliger
goed kan omgaan met apparatuur en deze goed kan bedienen.
• Geef leden en ouders scholingen om vrijwilligerstaken op
zich te kunnen nemen. Dit wordt vaak als beloning voor hun
inzet ervaren.
• Ontwikkel een ouderbeleid dat stevig verankerd is in het
verenigingsbeleid. Bespreek met hen regelmatig het reilen
en zeilen van de club. Zien zij het nut van maatregelen in, dan
willen ze eerder meewerken aan realisatie daarvan.
• Probeer de talenten van de ouders en andere vrijwilligers
goed in beeld te krijgen en te houden. Dit is de bron voor
toekomstige vrijwillige medewerkers.
• Bied jongeren mogelijkheden om op gezette tijden eigen
muziek te draaien in het clubhuis.
• Zijn de verschillende doelgroepen van de club betrokken bij
het clubblad en hebben zij daar inbreng in?
• Heeft de vrijwilliger lang in clubverband de sport beoefend,
stel dan een groep samen met oud-medespelers en laat deze
een afscheidswedstrijd spelen.
• Geef een vrijkaartje voor een wedstrijd of sportevenement.
• Verras een vertrekkende vrijwilliger met een cadeaubon van
een sportwinkel. Laat ondanks het vertrek toch je waardering
voor de inzet blijken.
BEGELEIDEN3
BELONEN4
BEHOUDEN5
BEËINDIGEN6
KIJK VOOR ALGEMENE TIPS BIJ DE UITLEG VAN DE 6 B’S
20
• Wat is de plaats van de vrijwilliger in de organisatie? Werken er voornamelijk vrijwilligers die ondersteuning krijgen van beroepskrachten en/of bestuursleden? Of zijn de vrijwilligers ondergeschikt aan beroepskrachten of bestuur en moeten ze vooral opdrachten uitvoeren? Dit vraagt verschillende soorten vrijwilligers.• Wat zijn de verwachtingen van de vrijwilliger en die van de organisatie? Uitvoering van het werk staat bij de organisatie voorop. Een vrijwilliger zoekt werk dat bij hem past, leuk is en in een prettige sfeer gebeurt. Hoe zijn deze verwachtingen te matchen?• De grens tussen professioneel werk en vrijwilligerswerk verschuift in tijden van bezuinigingen. Maak duidelijk welke verantwoordelijkheden de beroepskrachten hebben en welke de vrijwilliger.• Is de organisatie ingesteld op vrijwilligers die flexibel of incidenteel willen werken?• Heeft de organisatie een vrijwilligersbeleid en wat is daarin geregeld? • Ga eens op zoek naar jonge professionals die zich willen inzetten voor de maatschappij, maar die flexibel willen werken. Benader hen via bedrijven die hier als maatschappelijk betrok-ken onderneming aan mee willen werken.
ZORG & WELZIJN
Heel veel belangrijk werk in de zorg wordt gedaan door vrijwilligers: koffie schenken in verzorgingshuizen,
bezoeken van ouderen, zieken of mensen met een beperking, begeleiden van activiteiten of uitstapjes, tijdelijke
vervanging van een mantelzorger, als maatje optrekken met iemand die speciale begeleiding nodig heeft, zitting nemen
in een cliëntenraad, deelnemen in het bestuur van een organisatie in de zorg en ga zo maar door.
In het welzijn is dat niet anders. Denk aan activiteiten in buurt- en clubhuizen, kulturhuzen, bibliotheken, speeltuinen,
allochtonenorganisaties, ouderenwerk, jeugd- en jongerenwerk, politieke partijen, kringloopwinkels, wereldwinkels,
bewonerscommissies van woningbouwverenigingen, de lijst is eindeloos.
• Vergroot de bekendheid van de organisatie en haal de buiten-wereld naar binnen. Laat op een open dag zien, wie de cliënten zijn en wat vrijwilligers voor de cliënten doen en betekenen.• Denk ook aan de kennissen, familie, vrienden en buren van huidige vrijwilligers. Zij kennen via de vrijwilliger de organisatie enigszins. Een kijkje nemen in die omgeving kan hen net het laatste zetje geven ook vrijwilliger te worden.• Stimuleer op zo’n open dag dat bezoekers echt in contact komen met de cliënten, door gezamenlijk koffie te drinken, een stukje te wandelen, samen iets doen enzovoorts.• Nodig de mensen uit de buurt uit voor een bezoek. Soms weet men weinig van de organisatie af.• Gebruik je de krant voor je werving, laat dan een vrijwilliger over het vrijwilligerswerk vertellen. Zorg dat een foto iets van het werk laat zien.• Vraag de huidige vrijwilligers of zij mensen kennen die vrijwilliger willen worden. • Denk ook eens aan werknemers die bijna met pensioen gaan. Vraag bedrijven of zij informatie over jullie vrijwilligers-werk willen verspreiden.
BEZINNEN1 BINNENHALEN 2
21
• Vrijwilligerscoördinatoren bemiddelen tussen de uit te voeren werkzaamheden en de inzet van vrijwilligers. Wat doen zij met verschuiving van werk tussen professionals en vrijwilligers?• Houd een intakegesprek met de vrijwilliger om wensen, behoeften, maar ook drempels inzichtelijk te maken. • Bied vrijwilligers een proefperiode aan om kennis te maken met het werk. Bespreek na de proefperiode wat de ervaringen over en weer zijn. Laat dit een leidraad zijn voor hoe de vrijwil-liger het beste aan de slag kan.• Inventariseer bij vrijwilligers die langdurig actief zijn hoe de vrijwilliger het werk ervaart. Heeft hij het naar de zin, welke wensen heeft hij, wat kan beter etc. • Denk bij het aanwijzen van een contactpersoon voor een vrij-williger ook aan diegenen die als maatje van een cliënt werken. • Vrijwilligers in een maatjesproject maken uitstapjes met hun cliënt. Welke afspraken zijn er over de verantwoordelijkheden tijdens deze uitstapjes en wie betaalt de kosten van de vrijwilliger?• Beroepskrachten die samenwerken met een vrijwilliger moeten zich ervan bewust zijn dat zij niet dezelfde eisen kunnen stellen als aan een collega.• Vrijwilligers komen soms in aanraking met omstandigheden die hen emotioneel sterk kunnen raken, bijvoorbeeld een cliënt die ernstig ziek wordt of overlijdt. Wees als begeleider hierop attent en overleg met de vrijwilliger of deze het werk nog aan kan.• Heb je als organisatie een goed beeld van de competenties van vrijwilligers? Stimuleer hen inzichtelijk te maken waar hun competenties liggen. Zie hiervoor www.investereninvrijwilligers.nl.
• Vrijwilligers vinden vaak een groot deel van hun beloning in de positieve reacties van de cliënten.• Werk aan teambuilding tussen vrijwilligers en beroepskrachten.
• Welke scholingen, trainingen e.d. kan de instelling bieden aan de vrijwilliger die zijn kennis wil verbreden om zijn werk beter te doen? Een voorbeeld: voor het omgaan met demente-renden kan een training erg veel uitmaken.• Zorg voor een goede relatie tussen beroepskrachten en vrijwilligers. Stimuleert de beroepskracht eigen initiatieven van de vrijwilliger of bepaalt deze de grenzen. Mag een vrijwilliger leren met de bewoners om te gaan, of moet het direct 100% goed gebeuren?
• Stuur een vrijwilliger die de werkzaamheden heeft beëin-digd een (digitale) verjaardagskaart, zodat de vrijwilliger wordt herinnerd aan de goede tijd bij de organisatie.• Kijk als instelling kritisch naar de functie die vrij komt. Is het nodig deze op dezelfde manier in te vullen, of juist op te splitsen, samen te voegen of op te heffen? Soms zijn werkzaam-heden door de tijd ingehaald of worden ze via andere methoden uitgevoerd.• Ga na enige tijd eens om de tafel zitten met een oud-vrijwilli-ger en vraag hem terug te kijken. Wat ging goed, wat kan beter? Wees niet bang voor kritiek, maar doe er je voordeel mee.
BEËINDIGEN6
BEGELEIDEN3 BELONEN4
BEHOUDEN5
KIJK VOOR ALGEMENE TIPS BIJ DE UITLEG VAN DE 6 B’S
22
Vinden & binden van vrijwilligers
Foto p18 - www.annemiekpunt.nl
o.b.s.De Stapvoorde
23
Colofon
Arcon
Azelosestraat 25
7622 NC Borne
T: 074 242 65 20
I: www.arcon.nl
Aan deze uitgave werkten mee:
Tekst: Adrie van Nieuwenhuijzen
Redactie: Femke Jonkman
Marten Schulp
Vormgeving: www.zwietart.nl
In samenwerking met:
Top Related