Download - Recensie Nbmf 2009

Transcript
Page 1: Recensie Nbmf 2009

“ Oh god ja, toen had ik kanker. Dat was die tijd.”Recensie “Morgen is nu. Zoeken naar levenskwaliteit bij kanker”. Uitgave: Helen Dowling Instituut.Recensent: Saskia van Es

Ter gelegenheid van het twintigjarige bestaan van het Helen Dowling Instituut (HDI) in Utrecht verscheen het boek “Morgen is nu”. Het HDI is een van de acht therapeutische centra verbonden aan het IPSO (Instellingen PsychoSociale Oncologie) en biedt psychosociale zorg aan patiënten met een vorm van kanker en / of hun naasten. In “Morgen is nu” geeft een anoniem gebleven interviewer in 23 interviews de verschillende fasen in het ziekteproces bij kanker weer. Het boek beoogt “heldere antwoorden op veelvoorkomende vragen” te geven. Het boek is daar echter, mijns inziens, niet in geslaagd. De antwoorden op de diverse vragen zijn zorgvuldig geformuleerd, waardoor zij echter weer onbedoeld vragen oproepen door de vaak wat vage formulering. De stijl van beantwoording is soms wat paternalistisch en ook vaak ingewikkeld geformuleerd. Zo wordt er bijvoorbeeld gesproken over “studies” terwijl voor veel lezers de benaming “wetenschappelijk onderzoek” begrijpelijker zou zijn. Daarnaast ontbreken literatuurverwijzingen bij deze antwoorden, zodat een geïnteresseerde lezer de onderzoeksresultaten zelf niet kan opzoeken en beoordelen. Er staan daarnaast niet onderbouwde uitspraken in zoals bij het stukje over rouw, waarin wordt geschreven dat rouw kan vastlopen als de rouwende denkt dat het niet goed met hem of haar gaat of als hij of zij denkt gek te worden. Of het fragment waarin staat dat kinderen het “natuurlijk” moeilijker zullen hebben als de ouders meer psychische problemen hebben en dat als ze eenmaal volwassen zijn, zij geen psychische klachten meer hebben. Deze uitspraken verdienen wat mij betreft de nodige nuancering. In het stukje over hoe kinderen kunnen reageren op het verlies van een ouder mis ik de puberteit en verwijzingen naar bruikbare kinderboeken om met kinderen over de dood te kunnen praten. In de interviews met de patiënten en / of hun naasten staan onjuistheden, bijvoorbeeld dat een psycholoog medicatie voorschrijft of dat zonder het gebruik van antidepressiva een depressie niet op zou klaren, omdat bepaalde ”stofjes” in de hersenen niet terug zouden komen. Deze uitspraken doen de doelstelling van het boek te niet. Het boek behandelt ook ervaringen van patiënten wat betreft alternatieve geneeswijzen. Dat alternatieve geneeswijzen bij kanker in zwang zijn is niet nieuw. De zaak Sylvia Millecam heeft uitgebreid de pers gehaald. Ik begrijp de overweging van de auteurs niet om een patiënt uitgebreid over de behandeling met maretak te laten spreken. Artsen komen relatief weinig aan bod in dit boek. Hen worden echter soms uitspraken in de mond gelegd die zij waarschijnlijk niet gedaan zullen hebben, zoals iemand vertellen dat zij een kans heeft van 86 procent op het uitblijven van een recidive. Vele geïnterviewden zochten hulp bij het HDI, waarbij een aantal geïnterviewden mooi weergaf wat zij aan de therapie hadden gehad, zoals dat gedachten maar gedachten zijn. Echter, het boek besteedt geen aandacht aan mogelijke ervaringen met professionele hulp buiten het HDI. Tenslotte, het voorwoord. Het citaat van Claudia de Breij ‘Oh god ja, toen had ik kanker. Dat was die tijd’, slaat naar mijn mening de plank volledig mis. Uit klinische ervaring plus uit de interviews uit dit boek blijkt telkens weer dat ook het kanker gehad hebben een enorme impact heeft. Het vertrouwen in het lichaam is vaak aangetast, mensen zijn in hun bestaan bedreigd en zullen waarschijnlijk bang blijven voor de terugkeer van de ziekte. Ook als zij ‘beter’ zijn verklaard. Al met al is het boek wat mij betreft niet in zijn doelstelling geslaagd om heldere antwoorden op vragen te presenteren. In tegendeel, het boek roept bij mij teveel vragen op. Dat is zeer spijtig.

Page 2: Recensie Nbmf 2009

Dr. Saskia M. van Es, klinisch psycholoog en gedragstherapeut is werkzaam bij PsyQ te Amsterdam in het bijzonder voor het zorgprogramma “Somatiek & Psyche”. Zij was voorheen vijf jaar werkzaam als medisch psycholoog in een algemeen ziekenhuis.

Nederlands Tijdschrift voor Behavioral Medicine, jaargang 21, juni 2009; 18-9.