Plan van aanpak
Ruimtelijk Toekomstbeeld Landgoederenzone Baakse Beek
Van ontwikkelperspectief
via breed gedragen ruimtelijk toekomstbeeld
naar concreet uitvoeringsprogramma.
Versie 1.4, ten behoeve van vaststelling door D&H en Begeleidingsgroep.
Doetinchem, 26 maart 2018
Waterschap Rijn en IJssel – Astrid Stokman
Plan van aanpak Landgoederenzone Baakse Beek 2018 Pagina 2
Inhoudsopgave 1. Inleiding ........................................................................................................................................... 4
Aanleiding ........................................................................................................................................... 4
Doel van dit plan van aanpak .............................................................................................................. 5
Verantwoording .................................................................................................................................. 5
Leeswijzer ............................................................................................................................................ 6
2. Projectdefinitie................................................................................................................................ 7
Klimaat beweegt ons........................................................................................................................... 7
Projectdoelstelling .............................................................................................................................. 8
Op te leveren producten ..................................................................................................................... 8
Geografische begrenzing .................................................................................................................... 9
Reikwijdte en detailniveau ................................................................................................................ 11
Raakvlakken ...................................................................................................................................... 11
3. Visie op de aanpak ........................................................................................................................ 14
Uitgangspunten voor de aanpak ....................................................................................................... 14
Integrale benadering mét gebiedspartners (‘van buiten naar binnen’) ........................................... 14
Top-down en bottom-up .................................................................................................................. 15
Gericht op doorpakken, tempo maken en besluiten nemen............................................................ 16
Cultuurtechnische en geotechnische benadering ............................................................................ 16
Ondersteuning door een advies- en ontwerpbureau ....................................................................... 17
4. Activiteiten en producten in de tijd gezet .................................................................................... 18
Fasering ............................................................................................................................................. 18
Deelfases en planning op hoofdlijnen fase Verkenning ................................................................... 18
De deelfase ‘ontwerpen en kiezen’ .................................................................................................. 18
De deelfase beslissen en voorbereiden uitwerking .......................................................................... 20
5. Organisatie en communicatie ....................................................................................................... 22
Opdrachtgeverschap ......................................................................................................................... 22
Kernteam .......................................................................................................................................... 22
Inhoudelijk integratieteam/ expertgroep ......................................................................................... 22
Overleg en samenwerking met gebiedspartners .............................................................................. 23
Plan van aanpak Landgoederenzone Baakse Beek 2018 Pagina 3
Personele invulling gebiedspartners ................................................................................................. 24
Overzicht overlegstructuur ............................................................................................................... 25
Externe communicatie ...................................................................................................................... 26
6. Risico’s ........................................................................................................................................... 27
7. Financiën ....................................................................................................................................... 29
Uitgangspunten voor kostenraming verkenning .............................................................................. 29
Globale kostenraming verkenning .................................................................................................... 29
Kostenplaatsen ................................................................................................................................. 29
Financiering verkenning .................................................................................................................... 29
Kostenraming en financiering planuitwerking en realisatie ............................................................. 30
BIJLAGE I – Inhoudelijke uitgangspunten – bronmateriaal ................................................................... 32
BIJLAGE II – Twee invalshoeken: cultuurtechnisch en geotechnisch .................................................... 33
BIJLAGE III – Hydrologisch perspectief Baakse Beek Veengoot ............................................................ 34
BIJLAGE IV – Ecologisch-hydrologische opgave voor Baakse Beek ....................................................... 35
BIJLAGE V – Toetsing normering wateroverlast.................................................................................... 38
BIJLAGE VI – Globale stakeholderanalyse ............................................................................................. 39
BIJLAGE VII – Overzicht gesprekken met grootgrondeigenaren ........................................................... 41
Plan van aanpak Landgoederenzone Baakse Beek 2018 Pagina 4
1. Inleiding
Aanleiding Er zijn diverse aanleidingen om dit toekomstbeeld te maken c.q. dit gebiedsproces te doorlopen.
Voorop staat dat in dit gebied veel opgaven, doelen en wensen bij elkaar komen. In het
Ontwikkelperspectief Baakse Beek en Veengoot (2014) is dat door de gebiedspartners provincie,
waterschap, gemeenten, LTO en terrein-beherende organisaties geschetst. In 2014 is afgesproken
om het Ontwikkelperspectief Baakse Beek en Veengoot per deelgebied uit te werken. Eén van die
deelgebieden is de Landgoederenzone in De Graafschap. Het Ontwikkelperspectief dient als leidraad
en inspiratiebron voor uitwerking in projecten. In het Gebiedsloket Baakse Beek heeft het maken
van een gebiedsvisie voor de Landgoederenzone de hoogste prioriteit gekregen.
Verder is voor het waterschap een belangrijke drijfveer dat de Baakse Beek nu niet aan de eisen
voldoet, die aan zijn waterkwaliteit en kwantiteit worden gesteld (denk aan KRW, EVZ, SED). Het
waterschap onderkent dat de gewenste ecologische verbetering van de beek grote maatschappelijke
impact kan hebben en maakt de keuzes daarom graag samen met het gebied.
Bovenstaande is al geland in de Samenwerkingsovereenkomst (SOK) tussen provincie en waterschap
uit 2015, met daarin voor dit gebied concrete doelen en opgaven die in 2021 gerealiseerd moeten
zijn:
KRW/EVZ-opgave Baakse Beek, door beekherstel en vispassages;
GNN-opgave herstel en ontwikkeling natte natuur via het klimaatbestendig maken van de
regio met (experimenteel) verhogen drainagebasis/ grondwaterpeil en het opstellen van
‘herstelplannen’ voor en met landgoederen.
Vanuit de private grondeigenaren speelt de trend van afnemende inkomsten uit conventionele
landbouw een grote rol. Er is behoefte bij landgoedeigenaren aan nieuwe verdienmodellen, aan
water in de gracht en aan ondersteuning door de overheid bij het maken van eigen herstelplannen
ter uitwerking van hun landgoedvisies.
Bovenstaande zaken vertonen een zeer grote samenhang en worden daarom integraal opgepakt,
zodat gestuurd kan worden op de interactie tussen sectoren en tussen schaalniveaus.
Klimaatverandering maakt dit alles urgent. Het is de hoogste tijd om door te pakken.
Plan van aanpak Landgoederenzone Baakse Beek 2018 Pagina 5
Doel van dit plan van aanpak Dit plan van aanpak heeft drie doelen:
1. Primair is het een sturingsinstrument voor de projectmanager. Het helpt bij het ontdekken
en bepalen van de aanpak en later bij het bijsturen.
2. Daarnaast dient het als communicatiemiddel binnen het projectteam en met opdrachtgevers
om over en weer verwachtingen te sturen over doelen, aanpak en onderlinge rol- en
taakverdeling;
3. Tenslotte is het de basis voor het aanvragen van budgetten en subsidies intern en extern.
Verantwoording Dit plan van aanpak is geschreven door Astrid Stokman als beoogd projectmanager. Daarbij heeft zij
gebruik gemaakt van gesprekken intern en extern het waterschap en van materiaal dat in de
afgelopen jaren met betrekking tot dit gebied gemaakt is.
Een concept is voorgelegd aan de relevante medewerkers van het waterschap (Louisa Remesal, Louis
Lansink, Anne-Rieke Reurink, José van ’t Hull, Gerry Roelofs en John Lenssen), van de provincie
(Harm Jan Reit en Teun Spek) en de overige gebiedspartners (Mark Meijer, Eelco Schurer en Bert
Sloetjes).
De concepteindversie is voor akkoord aangeboden aan Leon Ruesen, ambtelijk opdrachtgever en
wordt vastgesteld in de Begeleidingsgroep alsmede samen met de kredietaanvraag in het dagelijks
bestuur van Dijkgraaf & Heemraden (D&H) na behandeling in het Aandachtsveldhoudersoverleg
(AVO).
Behoefte aan samenhangend toekomstbeeld
Landgoederenzone
Verdroging natte natuur
Te lage ecologische
kwaliteit Baakse Beek
Droogval grachten +
verdiencapaciteit landgoederen
onder druk
Plan van aanpak Landgoederenzone Baakse Beek 2018 Pagina 6
Leeswijzer Dit plan van aanpak volgt de gebruikelijke indeling van waarom doen we dit? wat gaan we doen? En
hoe gaan we het doen?
Hoofdstuk 2. Projectdefinitie;
Hoofdstuk 3. Visie op de aanpak,
Hoofdstuk 4. Fasering en planning;
Hoofdstuk 5. Organisatie en communicatie;
Hoofdstuk 6. Risico’s en beheersing;
Hoofdstuk 7. Kostenraming en financiering.
In de bijlagen staat achtergrondinformatie, zoals een opsomming van de geraadpleegde en verder te
gebruiken documenten, een samenvatting van de ecologisch-hydrologische opgave, een globale
stakeholderanalyse, een toelichting op de geotechnische benadering en een overzicht van
landgoederen waarmee gesproken is en wordt.
Plan van aanpak Landgoederenzone Baakse Beek 2018 Pagina 7
2. Projectdefinitie
Klimaat beweegt ons Het gebied de Landgoederenzone De Graafschap en in het bijzonder het stroomgebied van de
Baakse Beek tussen Vellervoort en Vorden moet ‘klimaatrobuust’ worden:
Landgebruik en (grondgebonden) functies moeten ook op de langere termijn, rekening
houdend met klimaatverandering, passen bij de (natuurlijke) mogelijkheden van landschap
en watersysteem. De verdienmodellen van agrariërs, landgoederen en andere ondernemers
moeten hierop aansluiten.
Het watersysteem moet:
o de verwachte grotere extremen qua droogte en regenval (binnen de geldende
normen) ook de komende decennia goed kunnen opvangen;
o schoon zijn, waarbij de omgeving rondom het water zodanig wordt gebruikt en
ingericht dat de nutriëntenverliezen naar het water zo klein mogelijk zijn;
o een duurzaam leefgebied vormen voor de planten en dieren die in dit watersysteem
(oppervlakte- en grondwater, hoofd- en zijwatergangen en oevers) thuishoren;
o blijvend tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten kunnen worden beheerd en
onderhouden.
De door alle gebiedspartijen gedeelde opgave is: een duurzaam rendabel landschap en een daarbij
passend robuust klimaatbestendig watersysteem met behoud van en gebruik makend van de
waarden en kwaliteiten van het gebied.
Sectoraal schetst het Ontwikkelperspectief Baakse Beek en Veengoot de volgende opgaven:
Water: kwaliteitsverbetering grond- en oppervlaktewater, verbetering ecologische
leefgebieden, water langer vasthouden, historische meanderende loop van de Baakse Beek
herstellen, oevers natuurlijke vormgeven, stuwen vervangen door vistrappen1;
Natuur: realisatie natuurnetwerk, versterken biodiversiteit, groene ontwikkelingszone langs
beken, herstel en ontwikkeling natte natuur;
Landbouw: schaalvergroting, concentratie van grondeigendom en vergroting van het areaal
per bedrijf2, verbetering van de ontsluiting, verbreding en verandering van verdienmodellen;
Recreatie: versterking vrijetijdseconomie, behoud van landschap en cultuurhistorie,
versterking acht-kastelenroute, uitbreiding voorzieningen zoals horeca en openstelling
bezienswaardigheden;
Landgoederen: versterking als gezicht van dit gebied, verbreding en verandering van
verdienmodellen, restauratie en duurzaam behoud cultuurhistorisch erfgoed (gebouwen),
1 Dit zijn de woorden die in het Ontwikkelperspectief worden gebruikt. Nu wordt eerder gekozen voor termen als
‘vispasseerbaar maken’ en ‘meanders en overstromingsvlaktes’. In ieder geval zal moeten worden voldaan aan de eisen die vanuit KRW, EVZ en andere kaders worden gesteld. 2 Zo staat het in het Ontwikkelperspectief, maar de vraag is of dit vanwege het landschap en de situatie met vooral pacht
van toepassing is. In het hoofdstuk over de Landgoederenzone wordt landbouw niet genoemd.
Plan van aanpak Landgoederenzone Baakse Beek 2018 Pagina 8
energiebesparing en -opwekking, vergroting zichtbaarheid water en langer watervoerend
maken grachten en singels, herstel en zichtbaar maken historische rabatbossen3.
Uiteraard kan het nu startende gebiedsproces leiden tot nieuwe inzichten en daarmee tot nieuwe
keuzes.
Projectdoelstelling Dit project heeft als doel om de gedeelde opgave van een duurzaam rendabel landschap met een
robuust watersysteem te vertalen in een gezamenlijk, gedragen en samenhangend ruimtelijk
toekomstbeeld waarin duidelijke keuzes zijn gemaakt.
Deze keuzes betreffen met name maar niet uitsluitend: de inrichting van het watersysteem van de
Baakse Beek met daarbij de ligging van de hoofd- en zijwatergangen, het grondwaterpeil, de
kwaliteit van het effluent van de RWZI’s4, de waterverdeling en –aanvoer en functieveranderingen in
landgebruik5. Keuzes moeten gemaakt worden door de overheden, alsook door de particuliere
grondeigenaren (landgoederen en agrariërs) en deze keuzes beïnvloeden elkaar.
Dit project heeft daarmee ook als doel om de omstandigheden te creëren waarin de verschillende
gebiedspartners vlot uitvoerbare plannen kunnen maken. Uitvoerbare plannen waarmee het
achterliggende doel van een duurzaam rendabel landschap en een robuust klimaatbestendig
watersysteem daadwerkelijk wordt gerealiseerd. Die plannen en projecten kunnen worden getoetst
aan het gezamenlijke, gedragen en samenhangende toekomstbeeld, waarmee verkeerde
investeringsbeslissingen worden voorkomen.
Op te leveren producten Dit project levert in deze fase de volgende hoofdproducten op:
1. Een door het gebied gedragen en bestuurlijk vastgesteld ruimtelijk toekomstbeeld van het
plangebied, zijnde het stroomgebied van de Baakse Beek tussen Vellervoort en Vorden, met
een schets van de impact hiervan op de aanliggende gebieden boven- en benedenstrooms.
Het is een document met veel beeldmateriaal en scherpe teksten waaruit de keuzes voor
water, natuur, landbouw, recreatie en cultuurhistorie blijken alsmede de gevolgen van die
keuzes. Het toekomstbeeld biedt een betrouwbaar en duidelijk kader voor ondernemers en
grondeigenaren. Op hoofdlijnen wordt er met dit ruimtelijk toekomstbeeld al gekozen voor
concrete maatregelen, met name met betrekking tot water6.
2. Een uitvoeringsprogramma op hoofdlijnen, behorende bij het ruimtelijk toekomstbeeld;
3. Een of meerdere bestuursvoorstellen;
4. Per onderdeel/ organisatie een plan van aanpak voor het vervolg.
3 Nu wordt ook het herstel van broekbossen genoemd.
4 De keuze voor de toekomst van de RWZI’s langs de Baakse Beek hangt samen met de keuzes die gemaakt moeten
worden voor de andere RWZI’s van het waterschap. Dat gebeurt in de Visie op de Waterketen/opgaven voor RWZI's. 5 Het hele scala van landbouw, extensieve landbouw, agrarische natuur, natuur-inclusieve landbouw, natuur.
6 Denk hierbij aan de waterverdeling tussen Baakse Beek en Van Heeckerenbeek bij Vellervoort, de loop van de Baakse
Beek tussen Vellervoort en Vorden, maatregelen voor de vispasseerbaarheid van de Baakse Beek, het dempen en/of verondiepen van huidige watergangen (hoofd- en zijwatergangen) en wellicht maatregelen ter verlaging van de nutriëntenconcentraties in het oppervlaktewater.
Plan van aanpak Landgoederenzone Baakse Beek 2018 Pagina 9
5. Projectfiches SOK en/of subsidieaanvragen (POP3, ZON e.a.) voor het vervolg: o.a.
Inrichtingsplan Baakse Beek (KRW/EVZ) en Landgoedherstelplannen7, waarin financiering
van de planuitwerking en realisatie wordt geregeld.
Tussendoor kunnen er projecten worden gedefinieerd die reeds de planuitwerking en uitvoering in
kunnen gaan. Denk daarbij specifiek aan vispassages, maar wellicht ook initiatieven van
gebiedspartners. De projecten gaan een eigen projectspoor lopen met een eigen projectleider en
planning, maar blijven in het zicht van de programma Landgoederenzone om te bewaken of
projectdoelen en gebiedsdoelen niet conflicteren.
Geografische begrenzing We onderscheiden drie niveaus van geografische projectgrenzen:
1. Plangebied: gebied waarvoor Inrichtingsplan Stroomgebied Baakse Beek wordt gemaakt. Dat is
het gebied waarvan we verwachten dat er de komende jaren veel fysieke maatregelen worden
genomen. Daarbinnen liggen de landgoederen waarmee gesproken wordt over
landgoedherstelplannen, waarvan de grootste zijn:
a. ’t Medler
b. De Wiersse
c. Boswachterij Ruurlo (SBB)
d. Kieftskamp (GLK)
e. Het Onstein
f. ‘t Zelle
2. Visiegebied en raakvlakken: groter gebied waarmee het ruimtelijk toekomstbeeld voor de
Landgoederenzone rekening mee kan houden omdat er vanuit de omgeving op ons
projectgebied en/of andersom effecten kunnen zijn.
Dit betreft
a. Het gebied verder stroomafwaarts lopend, dat overeenkomt met deelgebied
Landgoederenzone in Ontwikkelperspectief, maar waar recent al veel verbeterd is
(Hackfort en Suideras). Planvorming is hier niet nodig.
b. Het gebied stroomopwaarts langs de Baakse Beek. De waterkwaliteit van de Baakse
Beek wordt grotendeels hier bepaald door de uitspoeling uit de landbouw en het
effluent van de RWZI’s.
c. Raakvlakken in de omgeving, zoals de drinkwaterwinningen. Dit betreft vooral ’t
Klooster, waar een DAW-project (Deltaplan Agrarisch Waterbeheer) plaatsvindt en een
studie naar aanvullende strategische drinkwatervoorraden. De projectgebieden van de
Landgoederenzone en het DAW-project ’t Klooster zijn voor een klein deel overlappend.
7 Een landgoedherstelplan is een door het landgoed, de provincie en het waterschap samen opgesteld inrichtings- en
beheerplan, waarmee hydrologische en ecologische problemen in onderlinge samenhang worden aangepakt. Het herstel van het grondwatersysteem is de ingang, herstel van ecologische waarden in de beek en op het land is één van de doelen. Belangen, waarden en kansen op het gebied van o.a. landbouw, cultuurhistorie en recreatie worden meegenomen. De gebouwen horen niet tot de scope van een landgoedherstelplan.
Plan van aanpak Landgoederenzone Baakse Beek 2018 Pagina 10
Figuur 1 Projectgebied Landgoederenzone met (deel)stroomgebieden
Figuur 2: Projectgebied Landgoederenzone met eigendom landgoederen en terreinbeherende organisaties
Plan van aanpak Landgoederenzone Baakse Beek 2018 Pagina 11
Reikwijdte en detailniveau De gebiedsvisie wordt een ruimtelijke visie. Zaken als beheer en onderhoud op de lange termijn,
private bedrijfseconomische overwegingen of de sociale kanten van verandering zijn drijfveer en
onderbouwing voor ruimtelijke keuzes. Het gebiedsproces en besluitvormingsproces zijn dan ook
integraal.
Aan het eind van deze verkenning ligt er een ruimtelijk toekomstbeeld waarin de belangrijkste
keuzes zijn gemaakt en bestuurlijk zijn vastgesteld met betrekking tot het watersysteem, het
landgebruik en de infrastructuur. Denk daarbij aan keuzes m.b.t. de locaties en globale profielen van
de hoofd- en zijwatergangen, de waterverdeling bij Vellervoort (bij hoge en bij lage afvoeren), de
effluentkwaliteit van de RWZI’s maar ook aan strategische keuzes van de landgoederen zelf voor de
komende decennia. Om die keuzes te kunnen maken, brengen we van de maatregelen op
hoofdlijnen de impact op functies en belangen in beeld.
Het ruimtelijke toekomstbeeld biedt voldoende duidelijkheid om te dienen als basis voor een
technisch-inhoudelijke uitwerking in inrichtingsplannen, beheer- en onderhoudsplannen en een
monitoringsprogramma. De uitwerking in deze op concrete uitvoering gerichte plannen hoort dus
niet tot de scope van deze fase van dit project, maar zal direct aansluitend worden opgepakt. Daar
wordt dan een nieuw plan van aanpak voor gemaakt met een nieuwe begroting.
Raakvlakken De volgende projecten en ontwikkelingen leveren raakvlakken op met het gebiedsproces voor de
landgoederenzone Baakse Beek:
Raakvlak Toelichting
Bestaande situatie met waterwingebieden Vorden, Lochem en ‘t Klooster
In de nabijheid van ons projectgebied bevinden zich drie waterwinningen. Door landgoederen wordt regelmatig de vraag gesteld of de bestaande waterwinning een oorzaak is van de verdroging. De maatregelen die eerder zijn genomen in ‘t Klooster (water inlaten vanuit de Veengoot) hebben kwantitatief een licht negatieve invloed op de watergangen in het projectgebied van de Landgoederenzone.
Verkenning: Aanvullende Strategische opgave drinkwatervoorraden (ASV) – zoekgebied De Graafschap
In een potentieel zoekgebied rondom de Graafschap (waar enkele drinkwinningen zijn gelegen: ’t Klooster, Vorden, Lochem) wordt momenteel onderzocht of –met het oog op strategische drinkwatervoorraden- de drinkwaterwinning in dit gebied kan worden verhoogd. Planning is om de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) voor alle zoekgebieden in Gelderland in juni 2018 vast te stellen. Daarna wordt gestart met het MER. Uiteindelijke besluitvorming (met inspraak) door PS is gepland in de loop van 2020. Het raakvlak met het project Landgoederenzone betreft de vraag of meer drinkwaterwinning verdrogingseffecten heeft in ons plangebied. Onzekerheid hierover kan ons proces van keuzes maken en besluiten nemen beïnvloeden. We willen
Plan van aanpak Landgoederenzone Baakse Beek 2018 Pagina 12
Raakvlak Toelichting
voorkomen dat investeringen in de waterhuishouding in de Landgoederenzone ondermijnd raken door maatregelen in drinkwaterwingebieden.
Project: DAW ’t Klooster Het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) is een initiatief van LTO Nederland. Het doel is een bijdrage te leveren aan de wateropgaven in agrarische gebieden en het realiseren van een economisch sterke en duurzame landbouw. Het gebied ’t Klooster is een van de DAW-gebieden. De reden om hier een DAW-project te starten is vooral de verdroging waar de agrariërs last van hebben. Daarbij wordt gewezen naar de drinkwaterwinning en naar het waterschap omdat deze meer water vanuit de Veengoot zou kunnen aanvoeren. Andersom wordt gewezen naar de landbouw zelf die de afgelopen jaren de bodem niet optimaal zou behandelen. Een rijkere bodem zou water beter vasthouden en daarmee verdroging kunnen tegengaan. Het raakvlak met het project Landgoederenzone betreft de kleine overlap in projectgebied, de aanspraak op het water in de Veengoot en de hydrologische analyses van maatregelen en effecten.
Initiatief: Aanpak nitraatuitspoeling grondwaterbeschermingsgebieden – ’t Klooster
Afgesproken is dat regionale en lokale partijen (Vitens, LTO en provincie) samen per grondwaterbeschermingsgebied een aanpak ontwikkelen waardoor de nitraatconcentratie in het ondiepe grondwater uiterlijk in 2021 aan de norm voldoet. Per gebied wordt uiterlijk 1 juli 2018 een Uitvoeringsovereenkomst opgesteld met afspraken over de nieuwe aanpak (proces, kosten, onderzoek, monitoring e.d.). Vervolgens is er tot eind 2021 tijd voor een gebiedsproces en voor het uitvoeren van concrete maatregelen. Dit initiatief wordt ín het DAW-project opgenomen.
KRW Baakse Beek bovenstrooms Als het water bovenstrooms van Ruurlo schoner wordt, heeft dat positieve effecten op de ecologische waarden in ons plangebied. Zonder maatregelen bovenstrooms is de verwachting dat benedenstrooms de KRW-doelen (goede leefomgevingen voor flora en fauna die bij moeraslandbeek of laaglandbeek horen) niet gehaald gaan worden.
Lopende realisatieprojecten bij Suideras/ Hackfort
Benedenstrooms van het projectgebied worden momenteel al maatregelen uitgevoerd om de verdroging van de natuur tegen te gaan, de beek vispasseerbaar te maken en om water langer vast te houden. Het uitvoeringsproject Hackfort-Suideras is gereed en Vorden nagenoeg. Wel is er een restopgave die in de beheerfase en door Natuurmonumenten zelf worden opgepakt. Deze restopgave kan gezien de samenhang (deels) binnen de landgoederzone als onderdeel van het EVZ-project opgepakt worden, waarmee de plan- en proceskosten voor de water
Plan van aanpak Landgoederenzone Baakse Beek 2018 Pagina 13
Raakvlak Toelichting
gerelateerde onderdelen gedekt zijn (circa € 30.000,--). Bij het maken van het toekomstbeeld van de Landgoederenzone nemen we deze ontwikkelingen mee om te beoordelen of het ‘schakelsnoer’ aan verbeteringen aan de Baakse Beek optimaal is.
Planvorming voor natuurherstel en –ontwikkeling op de Wildenborch
De Wildenborch werd in het verleden gevoed door de Baakse Beek maar tegenwoordig door de Berkel. Momenteel vindt er planvorming plaats voor antiverdrogingsmaatregelen, waarbij watergangen worden verondiept en enkele landbouwpercelen worden omgevormd naar natuur. De visievorming voor de Landgoederenzone leidt tot de vraag of het wederom aantakken van De Wildenborch op de Baakse Beek kansrijk is. In ieder geval is het voorlopig de laatste kans om die vraag te stellen. Het is daarom wenselijk het projectgebied van de Wildenborch op te nemen in het projectgebied van de Landgoederenzone Baakse Beek dan wel een optimale afstemming te vinden om de kansen die zich in dit gebied voordoen te verzilveren.
Gebiedsloket Baakse Beek
Na vaststelling van het Ontwikkelperspectief Baakse Beek hebben provincie en waterschap besloten het Gebiedsloket Baakse Beek op te richten, onder welke noemer de inzet van enkele medewerkers wordt gefinancierd met als doel het helpen realiseren van de doelen uit het Ontwikkelperspectief. Zie www.baaksebeek.nl . Het maken van het ruimtelijk toekomstbeeld van de Landgoederenzone is een van de projecten onder de noemer van dit gebiedsloket.
Waterketenaanpak WRIJ Nader te bepalen. Afstemmen met Annemarie Kramer.
Inrichtingsvisie/centrumplan Vorden
De Baakse Beek stroomt aan de rand van het centrum. Het is één beek/ stroomgebied en historisch waardevol voor het dorp. In het kader van klimaatadaptatie kan de beek ook bijdragen wateroverlast en hittestress in Vorden te verminderen.
Plan van aanpak Landgoederenzone Baakse Beek 2018 Pagina 14
3. Visie op de aanpak
Uitgangspunten voor de aanpak De aanpak is er primair op gericht om keuzes te maken. Keuzes die door de gebiedspartners
gezamenlijk gemaakt worden (uiteindelijk in de Bestuurlijke Regiegroep). Keuzes die ook landen in
publiekrechtelijke besluiten door onder meer het waterschapsbestuur en in
investeringsbeslissingen.
We bouwen voort op wat eerder gedaan is.
We concretiseren mooie wensbeelden in maatregelen.
We zijn duidelijk.
We stellen het innemen van standpunten uit.
We zien de grondeigenaren als sleutelactoren en gaan uit van hun ideeën, kennis en
creativiteit.
We organiseren een proces dat voortbouwt op keukentafelgesprekken, met als doel het
ontwikkelen van een gemeenschappelijke visie waarbij directbetrokkenen eigenaar zijn van
de visie, ruimte is voor een lokale beweging en ontwikkeling van een sociaal netwerk,
We ontwikkelen met elkaar een plan om de omgeving erbij te betrekken. Wat heeft het
gebied te bieden en voor wie? Waarden, kwaliteiten, kansen, ontwikkel- en
verdienmogelijkheden.
We betrekken vroegtijdig het politieke bestuur bij waterschap, provincie en betrokken
gemeenten, zonder in de valkuil te stappen van premature bestuurlijke besluitvorming;
We denken vanuit belangen van de grondeigenaren, ondernemers en bewoners en van de
overheden.
We hebben oog voor de nadelen van belanghebbenden, voor het eventueel schaden van
belangen. We maken de nadelen onderdeel van het planproces en proberen oplossingen te
vinden.
Alhoewel we gericht zijn op keuzes, wordt ook het vast te stellen toekomstbeeld geen
blauwdruk, maar een groeimodel, omdat we verwachten dat de ambitie op de langere
termijn nog hoger kan worden. We beginnen met de voorlopers, de vernieuwers. Goede
voorbeelden werken inspirerend, succes trekt aan.
We denken in kansen en verzinnen een oplossing als regels in de weg zitten;
Als waterschap ondersteunen wij het proces met onze kennis van het watersysteem.
Integrale benadering mét gebiedspartners (‘van buiten naar binnen’) Bij vaststelling van het Ontwikkelperspectief Baakse Beek en Veengoot in 2014 is afgesproken dat
verdere uitwerking op deelgebiedsniveau zou plaatsvinden, door de gebiedspartners onder leiding
van het waterschap. De gebiedspartners doorlopen dit proces dus uitdrukkelijk in gezamenlijkheid.
De gebiedspartners betreffen:
A. Overheden:
Waterschap Rijn en IJssel
Provincie Gelderland
Plan van aanpak Landgoederenzone Baakse Beek 2018 Pagina 15
Gemeente Bronckhorst8
B. Grondeigenaren
Landgoederen (waarbij de voorzitter van het Kroonjuwelenberaad een liaison-rol vervult)
inclusief enkele terrein-beherende organisaties9.
Agrariërs (waarbij de LTO in eerste instantie het agrarisch belang inbrengt)
Ad A. Overheden
Het waterschap beschouwt het Ontwikkelperspectief Baakse Beek als visie op de Baakse Beek om
samen met de gebiedspartners uit te werken. Voor het oppervlaktewater van de Baakse Beek tussen
Vellervoort en Vorden is sindsdien een ambtelijke studie uitgevoerd naar de hydrologische en
ecologische potentie, knelpunten en maatregelen10; voor het grondwater ligt er een Hydrologisch
Perspectief (GGOR++) voor het hele stroomgebied van de Baakse Beek en Veengoot; en het
waterschap heeft een Klimaatstrategie.
De provincie heeft vastgestelde doelen op het gebied van realisatie van het Gelders Natuurnetwerk
(GNN), inclusief inrichting van de natte Ecologische Verbindingszones (EVZ) en herstel van natte
natuur door antiverdrogingsmaatregelen. Financiering van de uitvoering is gebaseerd op hectares en
kilometers doelbereik.
De gemeente Bronckhorst legt de nadruk op behoud en ontwikkeling van de ruimtelijke kwaliteit van
het gebied en de versterking van de toeristisch-recreatieve voorzieningen. Zichtbaarheid en
beleefbaarheid van het water zijn belangrijk. De landgoederen zijn het (stedelijk) uitloopgebied voor
de inwoners van de omliggende kernen en veel recreanten.
Ad B. Grondeigenaren
In de tweede helft van 2017 en begin 2018 is met alle grote landgoederen (eigenaren en/of
(directeur-)rentmeesters) gesproken. In deze ‘keukentafelgesprekken’ zijn enerzijds de zorgen en
wensen en anderzijds de mogelijkheden behandeld. Zeven landgoederen11 hebben aangegeven
graag met provincie en waterschap te willen werken aan een landgoedherstelplan, waarmee
hydrologische en ecologische knelpunten en kansen in onderlinge samenhang worden aangepakt.
In Bijlage III is een inventarisatie opgenomen van belanghebbenden en belangen c.q. wensen
(globale stakeholderanalyse).
Top-down en bottom-up We werken steeds met twee schaalniveaus: enerzijds op gebiedsniveau en anderzijds op het niveau
van een individueel landgoed. Top-down onderzoeken we wat een bepaald toekomstbeeld voor het
hele gebied voor impact zou hebben op een individueel landgoed of een ander deelgebied. Bottom-
8 Een klein deel van het plangebied ligt in de gemeenten Berkelland en Lochem. Deze gemeenten worden geïnformeerd en
met hen wordt overlegd over hun mate van betrokkenheid bij de visievorming. 9 Er wordt nog overlegd met Natuurmonumenten, Geldersch Landschap en Kasteelen en Staatsbosbeheer hoe zij op
overkoepelend gebiedsniveau in het proces betrokken willen zijn. 10
Visie Baakse Beek Vellervoort – Vorden (2017). 11
Landgoederen ’t Medler, De Wiersse, Kieftskamp (GLK), Wientjesvoort, Boswachterij Ruurlo (SBB), Onstein en ’t Zelle.
Plan van aanpak Landgoederenzone Baakse Beek 2018 Pagina 16
up onderzoeken hoe de visie en inrichtingsideeën van één landgoed zouden kunnen inspireren en
welke impact dit op het grotere geheel zou kunnen hebben.
Gericht op doorpakken, tempo maken en besluiten nemen Dit gebiedsproces rondt af wat in de afgelopen decennia al enkele keren is opgestart: we gaan
strategische doch uitvoerbare keuzes maken met betrekking tot het watersysteem en het
landgebruik. Het ontwikkelperspectief uit 2014 zetten we om naar een gedragen en gekozen
ontwikkelbeeld.
Cruciaal uitgangspunt voor de aanpak is daarom dat de planning en samenstelling, werkvorm en
volgorde van bijeenkomsten steeds gericht zijn op optimale facilitering van besluitvorming. Dat
betekent ook dat er geen extra doorlooptijd wordt ingeruimd om de ‘interne achterban’ in het
waterschap mee te nemen in het proces. De sleutelspelers worden in enkele compacte expertsessies
geïnformeerd en geconsulteerd. De convergentie naar keuzes vindt buiten plaats, in het
gebiedsproces (met het waterschap als één van de gebiedspartners). Uiteraard wordt er wél tijd
genomen om inhoudelijke zaken uit te zoeken, daar waar dit nodig is voor het ontwerp- en
keuzeproces. Dat gebeurt steeds tussen externe ontwerpateliers in. De effecten van voorgestelde
maatregelen zullen niet altijd goed te berekenen noch met zekerheid te voorspellen zijn. De keuzes
zullen worden gemaakt met acceptatie van een bepaalde onzekerheid. Die onzekerheid beheersen
we door multidisciplinaire expertsessies een professioneel gefundeerde verwachting uit te laten
spreken, daar waar nodig en zinvol berekeningen uit te voeren (rekenkundige vingeroefeningen) en
de gevolgen na uitvoering in de praktijk te monitoren. Een onderdeel van het uitvoeringsprogramma
zal naar verwachting dan ook een monitoringsprogramma zijn met afspraken over bijsturen.
Niet alle besluitvorming leidt meteen tot uitvoering op afzienbare termijn. In het gebiedsproces
kunnen ook kansen worden gesignaleerd die een plek krijgen in het toekomstbeeld, maar waaraan
de huidige grondeigenaar c.q. pachter niet wil meewerken of waarvoor op dit moment nog geen
financiering is. Het gebiedsproces streeft ernaar dergelijke kansen ‘klaar in de kast te leggen’, zodat
deze in de toekomst als de situatie wijzigt, snel verzilverd kunnen worden.
Cultuurtechnische en geotechnische benadering Het maken van het toekomstbeeld vliegen we vanuit twee invalshoeken aan. Enerzijds met de
conventionele cultuurtechnische benadering waarbij we kijken hoe we het huidige watersysteem
kunnen optimaliseren om aan (nieuwe) doelstellingen te voldoen. Anderzijds hanteren we een
geotechnische benadering. Deze benadering gaat uit van de natuurlijke hoogteverschillen en
eigenschappen van de bodem. Dit geeft inzichten in hoe het water zou gaan lopen als de huidige,
door de mens gegraven watergangen zouden worden gedempt of verondiept; en hoe zich dit
verhoudt met natuurwaarden, natte en drogere gebieden. Deze analyse helpt om samen met vooral
de grondeigenaren, landgoederen, agrariërs en terrein-beherende organisaties ondersteund door
deskundigen, inrichtingsvoorstellen te formuleren. Het watersysteem en het ontstaan van het
gebied enerzijds en wensen en ideeën van de grondeigenaar anderzijds zijn daarbij uitgangspunten
voor het gesprek, uiteraard gericht op het bereiken van gestelde ecologische en andere doelen.
Plan van aanpak Landgoederenzone Baakse Beek 2018 Pagina 17
Ondersteuning door een advies- en ontwerpbureau Ter ondersteuning van deze aanpak huren we een extern bureau in dat deskundig is in het maken
van gebiedsvisies in politiek-bestuurlijke gevoelige context. Gekozen is voor advies- en
ontwerpbureau Land-id, dat het externe gebiedsproces gaat trekken met als product het
Toekomstbeeld Landgoederenzone Baakse Beek.
Plan van aanpak Landgoederenzone Baakse Beek 2018 Pagina 18
4. Activiteiten en producten in de tijd gezet
Fasering Dit plan van aanpak betreft uitsluitend de fase Verkenning van het project Landgoederenzone. Een
verkenning samen met het gebied. Die verkenningsfase mondt uit in hoofdkeuzes die vervolgens in
een fase Planuitwerking en later Realisatie worden uitgewerkt respectievelijk uitgevoerd.
Deelfases en planning op hoofdlijnen fase Verkenning Binnen de fase Verkenning zien we drie deelfases:
1. Voorbereiden (op gang komen)
2. Ontwerpen en kiezen
3. Formeel beslissen en uitwerking voorbereiden
Producten aan eind van deelfase
Plan van aanpak
Voorbereidingskrediet
Opgetuigde projectorganisatie
Concept-toekomstbeeld met uitvoeringsprogramma
op hoofdlijnen
Landgoedherstelplan ’t Medler op hoofdlijnen
Bestuurlijk vastgesteld toekomstbeeld met uitvoeringsprogramma
Financiering voor planuitwerking en realisatie
Risico in dit project is dat het proces te lang duurt, dat de keuzes vooruit worden geschoven en dat
het daarmee verzandt. Dit risico wordt beheerst door tempo te maken en de belangrijkste keuzes
‘besluitklaar’ te hebben vóór de zomervakantie van 2018. Dit is ambitieus doch haalbaar.
De deelfase ‘voorbereiden’ is afgerond bij vaststelling van voorliggend plan van aanpak. Deze
deelfase is voorzichtig opgestart in de zomer van 2017 en kreeg met de inhuur van een
projectmanager vanaf november meer focus. Er zijn veel gesprekken gevoerd, zowel intern als met
de gebiedspartners gemeente, provincie, LTO, landgoederen en terrein-beherende organisaties, om
de opgaven, de samenhang daartussen en de gewenste aanpak helder te krijgen. Dit plan van
aanpak is hiervan het resultaat.
De deelfase ‘ontwerpen en kiezen’ Nu kan het eigenlijke gebiedsproces beginnen. Deze zal worden vormgegeven en inhoudelijk geleid
door extern ontwerp- en adviesbureau Land-d. Uitgangspunten voor dit ontwerpproces:
voorbereiden (nov - jan)
ontwerpen & kiezen
(feb - jul)
beslissen (+ voorbereiden uitwerking) (sep - nov)
Plan van aanpak Landgoederenzone Baakse Beek 2018 Pagina 19
Primaire deelnemers zijn de landgoederen (en voor de agrariërs de belangenorganisatie
LTO) en de drie overheden. Secundaire deelnemers zijn overige belangenorganisaties,
overige ondernemers, bewoners(organisaties) en gebruikers. Deze belanghebbenden
bevinden zich naar verwachting vooral in de sectoren van cultuurhistorie, leefbaarheid en
recreatie & toerisme. Bij de keuze van deelnemers aan ontwerpateliers wordt hiermee
rekening gehouden.
Visualisatie is geen doel op zich maar een middel om de impact (kansen en bedreigingen)
van mogelijke keuzes duidelijk te krijgen en daarmee besluitvorming te faciliteren.
Ontwerpateliers maken zo veel mogelijk gebruik van al het voorwerk dat in de afgelopen
jaren en zelfs decennia al is gedaan.
Ontwerpateliers vinden bij voorkeur op twee schaalniveaus plaats: op niveau van een
individueel landgoed (met zijn directe omgeving) en op niveau van het hele plangebied.
Landgoederen en andere deelgebieden waar de visievorming snel verloopt kunnen dienen
als inspiratie en voorbeeld voor andere deelgebieden. Landgoed ’t Medler heeft aangegeven
graag snel van start te willen gaan met ambitieuze idee- en planvorming.
De ontwerpateliers worden voorbereid door het externe bureau samen met hydrologische,
ecologische en andere deskundigen van het waterschap en waar nuttig en gewenst met
andere gebiedspartners. De procesleiding van ontwerpateliers ligt bij de projectmanager of
omgevingsmanager van het project Landgoederenzone. Uitwerking in woord en beeld vindt
plaats door het externe bureau.
Het ontwerpproces wordt afgerond in juni met een toekomstbeeld als groeimodel waarin de
door de gebiedspartners gemaakte keuzes zijn vastgelegd en op basis waarvan de
bestuurders deze keuzes kunnen omzetten in beslissingen.
De (nog op te richten) bestuurlijke regiegroep komt twee maal (ca. mei en begin september
2018) bijeen. Daar worden de resultaten van het gebiedsproces gepresenteerd door het
externe bureau. Een ambtelijke begeleidingsgroep krijgt vooraf een voorproef.
In de eindfase van het ontwerpproces (in juni?) vindt er een openbare informatieavond
plaats waar alle bewoners, ondernemers en andere belanghebbenden in het gebied in de
gelegenheid worden gesteld te reageren op de voorlopige resultaten. Doel van die avond is
zeker ook het verzamelen van ideeën, koppelkansen en het leggen van contacten met
mensen die zich actief (willen) inzetten voor het gebied.
Bijeenkomsten
Hieronder indicatief de bijeenkomsten die we voorzien voor het komende half jaar.
Week Werkvorm Deelnemers Producten
9 PSU Deskundigen WRIJ en provincie.
Doelenbomen: ecologische en hydrologische doelen met middelen en maatregelen.
11 Ontwerpatelier Gebiedspartners, focus op ‘t Medler
Blauw-groene hoofdstructuur van landgoedherstelplan ’t Medler. Bouwdoos met principes voor toekomstbeeld.
13 Expertsessie met veldbezoek
Deskundigen WRIJ, aangevuld met externe experts
Advies: technisch-inhoudelijke aandachtspunten.
Plan van aanpak Landgoederenzone Baakse Beek 2018 Pagina 20
14 Ontwerpatelier Gebiedspartners Ontwerpvoorstel ruimtelijk toekomstbeeld landgoederenzone. Ontwerpvoorstel fasering en (deel)gebieds-specifieke oplossingen.
15 Begeleidingsgroep Gebiedspartners Aandachtspunten ter bijsturing van proces
16 Expertsessie Deskundigen WRIJ, aangevuld met externe experts
Advies: technisch-inhoudelijke aandachtspunten + inschatting technische en financiële haalbaarheid.
17 Kroonjuwelenberaad Landgoederen, aangevuld met overheden en terrein-beherende organisaties
20 Ontwerpatelier Gebiedspartners Door gebiedspartners gedragen toekomstbeeld
22 Begeleidingsgroep Gebiedspartners Voorbereiding bestuurlijke regiegroep
24 Bestuurlijke Regiegroep
Gebiedspartners Bestuurlijke aandachtspunten
26 Brede informatieve en interactieve sessie
Alle georganiseerde belanghebbenden in het gebied, op uitnodiging
Aandachtspunten, koppelkansen.
27 Expertsessie Deskundigen WRIJ, aangevuld met externe experts
Advies: inschatting technische en financiële haalbaarheid.
34 Begeleidingsgroep Gebiedspartners Voorbereiding bestuurlijke regiegroep
35 Bestuurlijke Regiegroep
Gebiedspartners Bestuurlijk vastgesteld toekomstbeeld (vrijgegeven voor formele behandeling in bevoegde besturen) met uitvoeringsprogramma op hoofdlijnen, naar verwachting financieel, technisch en juridisch haalbaar.
36 Openbare informatieavond
Alle belanghebbenden en geïnteresseerden
De deelfase beslissen en voorbereiden uitwerking Omdat bij de keuzes alle gebiedspartners –privaat en publiek, op ambtelijk en op bestuurlijk niveau–
betrokken zijn, verwachte we dat de formele besluitvorming geen verrassingen meer oplevert. Het
ontwerpproces is gericht op gezamenlijke beeldvorming en breed gedragen keuzes.
Formele besluitvorming houdt het vaststellen van het integrale toekomstbeeld voor het gebied in,
alsook in het bijzonder de voor die overheid relevante onderdelen, inhoudelijk en met betrekking tot
financiering. Voor het waterschap kan het besluitvorming inhouden over de inrichting van de Baakse
Beek (ook bovenstrooms van het plangebied), over beschikbaarstelling van uitvoeringsgelden, over
het al dan niet aanpassen van de RWZI’s, van de waterverdeling, van de aanleg van kunstwerken
enzovoorts.
Nadere invulling van het besluitvormingsproces volgt tijdens het ontwerpproces.
Plan van aanpak Landgoederenzone Baakse Beek 2018 Pagina 21
Tijdens de deelfase van beslissen wordt ook gewerkt aan het opstellen van een plan van aanpak voor
de fase Planuitwerking. Bij dat plan van aanpak hoort een uitvoeringsprogramma.
Plan van aanpak Landgoederenzone Baakse Beek 2018 Pagina 22
5. Organisatie en communicatie
Opdrachtgeverschap Bestuurlijk aandachtsveldhouder binnen het Waterschap Rijn en IJssel is Peter Schrijver.
Ambtelijk opdrachtgever is Leon Ruesen.
Kernteam Het afgelopen half jaar is door verschillende medewerkers van het waterschap aan deze opgave
gewerkt. Deels vanuit de pure wateropgave (inrichtingsvisie Baakse Beek Vellervoort-Vorden), deels
vanuit de gebiedsopgave (gesprekken met landgoedeigenaren). Om dat laatste onderdeel meer
aandacht te geven is per 1 november 2017 een externe projectmanager voor 20 uur/week
aangetrokken.
Omdat in de komende periode tempo gemaakt wordt, is het noodzakelijk om een slagvaardig en dus
klein projectteam op te richten, waarvan de leden ieder 12-16 uur/week aan dit project besteden.
Rol Naam Rolomschrijving
Kernteam
Projectmanager Astrid Stokman Overkoepelend verantwoordelijk voor het project. Aanspreekpunt voor de ambtelijk opdrachtgever. Samen met ambtelijk opdrachtgever contactpersoon voor directie en bestuurder. Verantwoordelijk voor tijd en geld.
Omgevingsmanager Louisa Remesal Verantwoordelijk voor de externe contacten (met de gebiedspartners en anderen) en voor de interne afstemming met de gebiedskenner en relatiebeheerder voor dit gebied.
Inhoudelijk coördinator
José van ’t Hull Verantwoordelijk voor de (intern afgestemde) inhoudelijke input in het project en voor het beleggen van onderzoeksvragen en uitwerkingen binnen het waterschap. Verantwoordelijk voor aanleveren goed kaart- en ander basismateriaal aan het ontwerpbureau.
Ondersteuning kernteam
Projectassistent vacature Operationele ondersteuning van projectmanager: administratie, projectarchief, rapportages, subsidieaanvragen, verslaglegging e.d.
Communicatieadviseur Mark Ketelaar Verantwoordelijk voor communicatiestrategie en –plan in afstemming met gebiedsproces. Verantwoordelijk voor communicatiemiddelen nieuwsbrief, website en intranet.
Het kernteam stuurt het proces aan en definieert de resultaten op hoofdlijnen, maar de inhoudelijke
input komt van veel meer mensen. Dit wordt uitgewerkt in de volgende paragraaf.
Inhoudelijk integratieteam/ expertgroep Inhoudelijk afstemming binnen het waterschap en waar nodig met de provincie vindt plaats in het
integratieteam. Dit team heeft als doel om allereerst samenhangende kennis in te brengen in het
Plan van aanpak Landgoederenzone Baakse Beek 2018 Pagina 23
gebiedsproces. Dit doet het team vanuit overeenstemming over het langetermijnbelang van het
waterschap, zoals bijvoorbeeld de definitie van een ‘robuust watersysteem’. Ten tweede heeft het
integratieteam als doel om inhoudelijke, watergerelateerde (onderzoeks)vragen die uit het
gebiedsproces komen te beantwoorden of te beleggen in de organisatie.
Het inhoudelijk integratieteam wordt inhoudelijk voorbereid door het kernteam. De
projectmananager stuurt op het proces en borgt dat de beoogde resultaten tijdens een expertsessie
worden gehaald. Deelnemers zijn:
Rol Naam Rolomschrijving
Inhoudelijk integratieteam/ expertsessies
Projectmanager Astrid Stokman Voorbereiden en leiden van dit overleg, samenvatten van acties en afspraken, bewaken dat gestelde inhoudelijke vragen worden beantwoord en de adviezen eenduidig geformuleerd worden.
Omgevingsmanager Louisa Remesal
Inhoudelijk coördinator José van ‘t Hul
Geotechnisch deskundige Louis Lansink Inhoudelijk voorbereiden ontwerpateliers en expertsessies plus inbreng zoals hieronder bij overige deskundigen wordt genoemd.
Systeemkenner Anne-Rieke Reurink
Inbrengen van kennis, signaleren van raakvlakken en issues (technisch, maar kan ook bestuurlijk zijn) en (laten) beantwoorden van onderzoeksvragen die uit het gebiedsproces komen.
Gebiedskenner José van ’t Hull
Hydroloog Gerry Roelofs
Ecoloog John Lenssen
Relatiebeheerder Conny Swenne
Hydroloog (met oog op raakvlak ‘t Klooster)
Marian Koskamp
Beheer en onderhoud (indien nodig)
Hans Bierman
Externe deskundige Teun Spek, Joris Ernst (prv) en anderen
Wordt uitgenodigd daar waar extra deskundigheid noodzakelijk is om tot een goed advies te kunnen komen.
De leden van het integratieteam besteden veel minder tijd aan dit project dan de leden van het
kernteam. Vooralsnog gaan we uit van gemiddeld 4 uur per week, grofweg in te zetten als een
dagdeel expertsessie met een dagdeel voorbereidingstijd per maand plus wekelijkse
werkzaamheden en afstemming. Deze uren vallen binnen de reguliere taken van de
waterschapsmedewerkers. Hierop zijn twee uitzonderingen: de extra inzet van Louis Lansink en
Louisa Remesal wordt gefinancierd vanuit het Gebiedsloket Baakse Beek (SOK).
Overleg en samenwerking met gebiedspartners Er zijn in ieder geval vijf gebiedspartners. Zie tekening hieronder. We bekijken nader hoe de terrein-
beherende organisaties (Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en Geldersch Landschap en
Kasteelen) betrokken worden. Er is contact gelegd, maar deze organisaties geven aan weinig tijd te
hebben voor intensieve inzet van medewerkers.
Plan van aanpak Landgoederenzone Baakse Beek 2018 Pagina 24
In de voorbereidende fase eind 2017, begin 2018 is met alle gebiedspartijen gesproken. Op 22
januari 2018 heeft een startoverleg plaatsgevonden met deze vijf gebiedspartijen onder
voorzitterschap van de ambtelijk opdrachtgever bij het waterschap. Daar is gebleken dat deze
partijen een gemeenschappelijk beeld hebben van de opgave(n) en de aanpak. Deze groep, de
Begeleidingsgroep, komt regelmatig bijeen.
Het contact met gebiedspartijen vindt primair plaats via de inhoudelijke ontwerpateliers (zie
hoofdstuk 4) en keukentafelgesprekken. De Begeleidingsgroep bewaakt of het proces naar ieders
tevredenheid verloopt, bespreekt issues en beoordeelt of deze voorgelegd moeten worden aan
bestuurders. Verder maken we gebruik van het reeds bestaande Kroonjuwelenberaad, waarin
landgoederen en gemeente met elkaar overleggen.
Personele invulling gebiedspartners Hieronder een overzicht van beslissers12, eerste adviseurs van de beslissers en de uitvoerende en
adviserende medewerkers daarachter.
Bestuurder/ beslisser
Adviseur van de beslisser
Inhoudelijk medewerkers
Waterschap Heemraad Peter Schrijver
Leon Ruesen Anne-Rieke Reurink (systeemkenner) José van ’t Hul (gebiedskenner) Gerry Roelofs (hydroloog) John Lenssen (ecoloog) Conny Swenne (relatiebeheerder) Hans Bierman (beheer en onderhoud –
12
Uiteraard is deze beslisbevoegdheid beperkt. Elk van de genoemde overheden heeft immers collegiaal bestuur. Van de bestuurder wordt wel verwacht dat hij inschat in welke keuzes hij de steun heeft of zal verkrijgen van het bevoegde college c.q. bestuur.
Rijn en IJssel
Bronckhorst
Landgoederen LTO
Gelderland
Plan van aanpak Landgoederenzone Baakse Beek 2018 Pagina 25
Bestuurder/ beslisser
Adviseur van de beslisser
Inhoudelijk medewerkers
in beginsel aangehaakt via gebiedskenner)
Provincie Gelderland
Gedeputeerde Jan Jacob van Dijk (gedelegeerd aan Gert-Jan de Fijter)
Harm Jan Reit Teun Spek (eco-hydroloog) Paul Thissen (cultuurhistoricus) Bert Polman (grondverwerver)
Gemeente Bronckhorst
Wethouder (invullen na raadsverkiezingen maart 2018)
Mark Meijer Willie Toonk Peter van der Meulen Bernard Pasman Sandra te Brake Mark Meijer
Landgoederen (privaat alsook semi-publiek)
Particuliere eigenaren (vaak bestuur stichting of bv) Bestuur
Eelco Schurer Verschilt per landgoed: beheerders, rentmeesters, rentmeester-directeuren en eigenaren/ familie zelf. Bij terrein-beherende organisaties: GLK: Leo Cleiren SBB: Miranda Berendsen en Erik Klein Ebbink
LTO Henk Jolink Bert Sloetjes Agrariërs
Overzicht overlegstructuur Intern vinden de volgende reguliere overleggen plaats:
Naam overleg Deelnemers Frequentie
Aandachtsveldenoverleg (AVO) Peter Schrijver Rudi Gerard Gasten: Leon Ruesen en Astrid Stokman
Tweemaandelijks dit project op agenda zetten
Bilateraal OG-ON Leon Ruesen Astrid Stokman
Wekelijks (half uur)
Kernteam Astrid Stokman Louisa Remesal José van ‘t Hull
Wekelijks (een uur)
Integratieteam/ Expertsessies Louis Lansink Louisa Remesal Anne-Rieke Reurink John Lenssen Gerry Roelofs (Conny Swenne) (Marian Koskamp) (Joris Ernst - provincie) (Teun Spek - provincie)
In voorbereidingsfase tweewekelijks (twee uur). Vanaf ontwerpfase 3 blokken van een dagdeel in de vorm van expertsessies.
Extern vindt het overleg primair plaats in de te organiseren ontwerpateliers en andere
bijeenkomsten en in de voortzetting van de keukentafelgesprekken met landgoederen. De
Plan van aanpak Landgoederenzone Baakse Beek 2018 Pagina 26
deelnemers worden steeds op maat uitgenodigd. Om op hoofdlijnen het proces te volgen, dilemma’s
en issues te signaleren en bestuurlijk overleg voor te bereiden, is er onder leiding van de ambtelijk
opdrachtgever binnen het waterschap een regulier overleg tussen de vijf gebiedspartners.
Naam overleg Deelnemers Frequentie
Begeleidingsgroep Toekomstbeeld Landgoederenzone
Leon Ruesen Astrid Stokman Louisa Remesal Mark Meijer (gemeente) Harm Jan Reit (provincie) Eelco Schurer (landgoederen) Bert Sloetjes (LTO)
Zes-wekelijks (1,5 uur)
Bestuurlijke regiegroep Landgoederenzone Baakse Beek
Bestuurder waterschap Bestuurder gemeente Gedelegeerd namens bestuurder provincie Bestuurder LTO Vertegenwoordiger landgoederen
In beginsel twee keer: in juni en in september.
Externe communicatie Het eindresultaat van deze fase van het gebiedsproces Landgoederenzone Baakse Beek is een
gedragen ruimtelijk toekomstbeeld. In de route naar dit toekomstbeeld wordt de communicatie
ingezet om de dialoog tussen alle betrokkenen te ondersteunen.
Communicatie is het effectiefst als de boodschap wordt gebracht door de doelgroep zelf. De insteek
is om landgoedeigenaren en betrokkenen te enthousiasmeren door vooruit te lopen op succes. Dit is
mogelijk door:
het zichtbaar maken van energie, ideeën en onderwerpen die leven onder de doelgroep en bijdragen aan een klimaatrobuust watersysteem;
perspectieven te benadrukken, zoals meer omzet, minder overlast of meer ruimtelijke kwaliteit;
een landgoed wat al wat verder in het proces is (zoals ’t Medler) een podium te geven; Voor de externe communicatie wordt aangesloten bij de bestaande infrastructuur van het
Ontwikkelperspectief Baakse Beek, zoals de website Baakse Beek en Veengoot en de digitale
nieuwsbrief met een groot bestand met e-mailadressen. Daarnaast wordt in de aanloop naar
publieksevenementen gedrukte klimaatspecials gemaakt die nauw aansluiten bij beleefwereld van
de doelgroep. De coördinatie, middeleninzet en het bewaken van de kernboodschap voor de
externe communicatie vindt plaats door een communicatieadviseur van het waterschap, Mark
Ketelaar.
Plan van aanpak Landgoederenzone Baakse Beek 2018 Pagina 27
6. Risico’s Er is geen garantie dat de in dit plan beschreven aanpak binnen de kaders van geld en tijd gaat
leiden tot de beoogde resultaten. Er kunnen zich ongewenste gebeurtenissen (risico’s) voordoen die
dit belemmeren. Hieronder zijn de grootse risico’s opgesomd met oorzaak, mogelijk gevolg en
beheersmaatregelen.
Oorzaak Ongewenste gebeurtenis (risico)
Gevolg Beheersmaatregel
De opgaven hebben een grote inhoudelijke samenhang; de hoofdkeuzes zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Deelnemers proberen de complexiteit te lijf te gaan door méér te onderzoeken, méér te detailleren en zich terug te trekken.
Ontwerpproces kan niet convergeren -> vertraging.
Het kernteam maakt al vroeg in het proces een raamwerkdocument voor de te nemen beslissingen. De ontwerpleider visualiseert en vereenvoudigt de samenhang in de opgaven.
Er is sprake van een complexe context met veel -ongelijksoortige- gebiedspartners en verschillen in interpretatie van de opgaven, de urgentie ervan, de oplossingen en de aanpak (ook binnen het waterschap).
Het gebiedsproces blijft hangen in de opgaven, schakelt niet door naar de oplossingen.
Ontwerpproces kan niet convergeren -> vertraging.
Ontwerpleider (van Land-id) definieert vroeg in het proces ankers en kaders waar we houvast aan hebben. Projectmanager stelt bij elke bijeenkomst en activiteit de vraag of en hoe dit bijdraagt aan het kunnen maken van de keuzes.
In dit gebied zijn in de afgelopen twintig jaar al veel pogingen gedaan tot gebiedsvisies, veel sessies met cultuurhistorische elementen, veel ‘aanzetten tot’ maar er is nog weinig doorgepakt. Er is scepsis over wéér een nieuw proces.
Sommige gebiedspartners (landgoederen) steken geen tijd in dit proces/ willen niet meewerken.
Een door de gebiedspartners gedragen toekomstbeeld kan niet of slechts voor deelgebieden worden gemaakt.
Via de rentmeesters vertrouwen bouwen dat er nu wel doorgepakt gaat worden. Laten zien dat er nu geld is.
Er is nog discussie over de keuze van het KRW-type laaglandbeek (is moeraslandbeek beter?)
Tijdens het ontwerpproces houdt WRIJ te veel opties open.
Ontwerpproces kan niet convergeren -> vertraging.
Inhoudelijk coördinator maakt procesvoorstel met planning voor besluitvorming hierover: wie bij waterschap en/of provincie beslist hierover en wie bereidt deze beslissing voor?
Toekomstbeeld wordt gebaseerd op de verkeerde ecologische en hydrologische eisen.
Werk moet overgedaan worden.
De manier waarop het watersysteem in Ontwikkelperspectief BBVg is gevisualiseerd/ beschreven, is voor meerdere uitleg vatbaar en roept al jaren discussie op.
In gebiedsproces wordt (weer) gediscussieerd over Ontwikkelperspectief i.p.v. over gewenst toekomstbeeld. Bestuur of directie WRIJ grijpt in.
Deelnemers blijven in standpunten hangen i.p.v. belangen, gaan niet op zoek naar het gezamenlijke belang op de lange termijn.
Ontwerpleider visualiseert en vereenvoudigt materie totdat alle deelnemers dezelfde beelden delen.
Het waterschap heeft geen cultuur van strakke projectbeheersing.
Medewerkers besteden niet de vereiste uren aan het project.
Deelproducten worden niet op tijd c.q. met de vereiste kwaliteit opgeleverd -> vertraging.
Ambtelijk opdrachtgever maakt over de inzet van sleutelspelers harde afspraken met unitmanagers. Projectmanager zet externe deskundigheid in bij
Plan van aanpak Landgoederenzone Baakse Beek 2018 Pagina 28
Oorzaak Ongewenste gebeurtenis (risico)
Gevolg Beheersmaatregel
onvoldoende inzet door interne medewerkers.
De POP-subsidie voor realisatie van KRW-maatregelen heeft een strakke planning die vóórloopt op de planning van het gebiedsproces.
Er wordt een plan gemaakt en ingediend voor een KRW-maatregel (vispassage/ inrichting) die later toch niet in het toekomstbeeld blijkt te passen.
Verspilling van tijd en geld. Plan voor KRW-maatregel moet worden ingetrokken.
Inhoudelijk coördinator maakt met team van deskundige collega’s quick scan om tot een of enkele no-regret-maatregelen te komen. Restrisico accepteren.
De projectleider die t.z.t. de eerste KRW-maatregelen gaat uitvoeren is niet betrokken bij de keuze en het globaal ontwerp ervan.
Die projectleider stelt ontwerp ter discussie -> vertraging en/of meerkosten.
Ambtelijk opdrachtgever doet nu (januari) al aanvraag bij unitmanager Projecten voor een projectleider.
Gelijktijdige studie naar structurele verhoging drinkwaterwinning door Vitens op ‘t Klooster
Idee ontstaat (terecht of onterecht) dat de in het toekomstbeeld voor de Landgoederenzone beoogde antiverdrogingsmaatregelen straks teniet worden gedaan door extra waterwinning
Geen draagvlak voor keuzes. Bestuur en/of landgoed durft niet te beslissen over investeringen.
Leon Ruesen is betrokken bij beide projecten en signaleert interferentie. Inhoudelijke kennis over effecten waterwinning delen met landgoederen. Besluitvormingsproces en –planning van beide projecten naast elkaar zetten.
Maatregelen zoals verhogen drainagebasis hebben ook nadelige gevolgen c.q. kunnen schadelijk zijn voor bepaalde belangen (landbouw, cultuurhistorische landschapselementen, golfterrein enz.).
De grote grondeigenaren (landgoederen) zijn onvoldoende bereid mee te werken aan maatregelen ter verhoging van de drainagebasis c.q. voor omzetting van landbouwgronden in natuur met bijbehorende hydrologische optimalisatie.
De gestelde (vooral provinciale) natuurdoelen worden niet gehaald.
Ontwerpteam maakt per landgoed een op maat gemaakt ontwerp, uitgaande van alle belangen die op een landgoed spelen.
Er is slechts gegarandeerd realisatiebudget beschikbaar voor afgebakende maatregelen, zoals nieuwe en herinrichting bestaande natuur (SNL - provincie) en beekherstel en vispassages (KRW – waterschap). Door de (door klimaat verergerde) verdroging is onze opgave veel groter dan dat en vereist het deels andere maatregelen.
Het opgestelde toekomstbeeld bevat (veel) maatregelen waarvoor geen realisatiefinanciering is. Kritiek (bij provincie) op hoge planstudiekosten (die worden immers gerelateerd aan zekere realisatiekosten).
Uitvoeringsprogramma kan niet uitgevoerd worden. Waterschap vangt de klap op dat overheid zich onbetrouwbaar toont: maakt gewekte verwachtingen niet waar.
Klimaatfiche SOK maken. Verwachtingen binnen waterschap en provincie managen: hoge ambities voor waardevol gebied in afgelopen 20 jaar gewekt vereisen groot budget. Een zodanig mooi en gedragen plan maken dat op bestuurlijk niveau de wil en noodzaak ontstaat voor vrijmaken extra budgetten.
Waterschap rolt regelmatig nieuw beleid inzake beheer en onderhoud uit zonder daarbij rekening te houden met in het verleden gemaakte afspraken met omgevingspartners zoals grondeigenaren.
Grondeigenaren werken niet mee aan maatregelen vanuit wantrouwen dat beheer en onderhoud niet goed geregeld zal zijn of blijven.
Minder draagvlak, lager doelbereik, minder verzilvering van maatschappelijk kansen.
Intern op managementagenda zetten: beheer en onderhoudsbeleid beter afstemmen op omgevingsmanagement.
Plan van aanpak Landgoederenzone Baakse Beek 2018 Pagina 29
7. Financiën
Uitgangspunten voor kostenraming verkenning
Tarievenlijst Waterschap Rijn en IJssel.
Alle bedragen inclusief BTW.
Kostenraming betreft het kalenderjaar 2018.
Er is gerekend met 44 werkbare weken.
De kosten voor de omgevingsmanager, de geotechnisch deskundige, de ambtelijk
opdrachtgever, de communicatieadviseur en –ondersteuner drukken niet op dit project. Zij
worden betaald vanuit het Gebiedsloket Baakse Beek.
De uren van medewerkers van provincie, gemeente én waterschap die vanuit hun reguliere
taak betrokken zijn bij dit project, worden niet aan het project toegerekend en dus ook niet
vergoed. Voor het waterschap zijn dit met name de gebiedskenner, de systeemkenner en de
relatiebeheerder, maar ook een deel van de uren van ecoloog, hydroloog en diverse
ondersteunende zaken als GIS, secretariaat enz.
Globale kostenraming verkenning
Kostenpost Toelichting Kosten incl. BTW
Projectmanager 16 uur/wk ad € 145,- € 102.000,--
Projectassistent 6 uur/wk ad € 79,- 20.000,--
Ontwerpbureau Offerte Land-id 58.000,--
Hydrologische/ ecologische expertise en onderzoek Intern en extern 40.000,--
Communicatiemiddelen Schatting 5.000,--
Onvoorzien Ca. 10% 25.000,--
TOTAAL 250.000,--
Kostenplaatsen De uren en kosten voor dit project worden geboekt op het daartoe aan te maken projectnummer.
Financiering verkenning Voor de hierboven genoemde kosten wordt een voorbereidingskrediet van € 250.000 aangevraagd
bij het College van Dijkgraaf en Heemraden. Financiering vindt in beginsel plaats onder de
Samenwerkingsovereenkomst tussen provincie en waterschap (SOK). De centrale opgaven in dit
gebiedsproces staan expliciet genoemd in drie van de programmafiches in de SOK:
KRW/EVZ: realisatie integrale restopgave van (o.a.) Baakse Beek;
Klimaatadaptatie en Gelders Natuurnetwerk: De Graafschap: verkennen mogelijkheden voor
klimaatrobuuste inrichting;
Baakse Beek Veengoot: Gebiedsloket en uitvoeringsgerichte projectvoorstellen.
Het opstellen van inrichtingsplannen voor beekherstel (KRW/EVZ) valt onder de lopende
beschikking. Daarmee zou sprake zijn van 50/50-financiering door provincie en waterschap. De
Plan van aanpak Landgoederenzone Baakse Beek 2018 Pagina 30
klimaat-pilot voor het herstel van de drainagebasis en de landgoedherstelplannen staan (enigszins
verrassend) niet genoemd in de lopende beschikking. Voor de programmafiche “Klimaatadaptatie en
Gelders Natuurnetwerk: verkennen mogelijkheden voor klimaatrobuuste inrichting” zijn geen
specifieke kosten begroot en is derhalve niets opgenomen in de beschikking. Vanuit het project
wordt daarom initiatief genomen om nog in het eerste kwartaal van 2018 een nieuw klimaatfiche
toe te voegen aan de SOK, waarin op grond van het aantal hectares grond dat ingericht zal worden
als natuur (met als doel herstel van natte natuur) voor de provincie de basis ontstaat voor
medefinanciering. Hierdoor zouden de kosten voor het gebiedsproces Landgoederenzone Baakse
Beek kunnen worden gedekt en afspraken worden gemaakt over de kostenverdeelsleutel tussen
provincie en waterschap. Bij vaststelling van dit plan van aanpak (maart 2018) zal daar echter nog
geen besluit over zijn genomen.
Daarnaast zijn er volgende mogelijkheden voor subsidie van de verkenningsfase:
Ca. € 7.000 van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) en de Stichting Toepast
Onderzoek Waterbeheer (STOWA) vanuit een subsidieregeling voor verbinden van erfgoed
met KRW-opgaven;
Maximaal € 50.000 (maximaal 75%) van provincie vanuit programma Erfgoed en Ruimte –
Ruimte voor Gelderland. Voor onderzoek of visievorming. Aannemelijk maken dat visie gaat
bijdragen aan behoud en versterking van erfgoed.
Onderzocht zal worden of deze subsidies voor de verkenningsfase zinvol zijn, gegeven het feit dat de
kosten reeds gedekt worden door de SOK. Een veelheid aan financieringsbronnen maakt het niet
overzichtelijker.
Kostenraming en financiering planuitwerking en realisatie Na de verkenning volgt planuitwerking en realisatie van een uitvoeringsprogramma. Het is nog veel
te vroeg om een eerste kostenraming te maken. Wel is het interessant om nu al te kijken naar de
beschikbare budgetten voor realisatie:
De primaire financieringsbron voor de uitvoering is het Provinciale Programma Natuur. Voor herstel
en ontwikkeling van (natte) landnatuur zijn de volgende budgetten beschikbaar:
Maximaal 505 ha herstel en ontwikkeling bestaande natte landnatuur ad € 6.000/ha (is
maximaal € 3,0 miljoen);
Maximaal 70 ha nieuwe natuur ad € 13.000/ha (is maximaal ca. € 0,9 miljoen) ;
Plus de kosten voor verwerving c.q. afwaardering van die gronden (ca. € 30.000/ha is
maximaal ca. 2,1 miljoen);
Daarbovenop stelt de provincie vanuit Klimaatadaptatie een bedrag van € 0,5 miljoen beschikbaar
op voorwaarde dat het grondwatersysteem in dit gebied grootschalig en duurzaam wordt hersteld.
In totaal betekent dit maximaal € 6,5 miljoen provinciaal geld.
Het waterschap heeft nog geen budget vastgesteld voor het ecologisch herstel van de Baakse Beek
c.q. voor KRW-maatregelen. Te verwachten is wel dat het nodige beschikbaar wordt gesteld.
Vooralsnog gaan we uit van € 1,4 miljoen plus hetzelfde bedrag aan POP3-subsidie.
Plan van aanpak Landgoederenzone Baakse Beek 2018 Pagina 31
Vervolgens zijn er de volgende (co)financierings- en subsidiemogelijkheden:
POP3-subsidie voor uitvoeringsmaatregelen om KRW-doelen te realiseren. Concreet denken
we hierbij aan vispassages en beekherstelmaatregelen. Indien passend in het (op dat
moment nog in ontwikkeling zijnde) ruimtelijke toekomstbeeld voor het gebied, zal hiervoor
in mei 2018 een plan worden ingediend. Samen met het budget van het waterschap zou dit
€ 2,8 miljoen zijn.
Zoetwatervoorziening Oost-Nederland (ZON). Betreft subsidie van 23% van
uitvoeringskosten beschikbaar voor antiverdrogingsmaatregelen. Bij beekherstel is de
werkhypothese dat de helft daarvan antiverdroging is en daarmee ZON-subsidiewaardig. In
april 2018 wordt door het waterschap opnieuw ZON-subsidie aangevraagd.
Uitvoeringsprojecten in de landgoederenzone kunnen daar t.z.t. een beroep op doen.
Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW). Betreft subsidie voor watermaatregelen op
boerenerven wordt meegenomen in POP-aanvraag.
Provinciale subsidie voor herstel en behoud van landgoederen. Wellicht het provinciale
project “Karakteristiek en duurzaam erfgoed” met vier thema’s waaronder “Duurzame
Landgoederen”. Nader te onderzoeken in overleg met de provincie bij het maken van het
uitvoeringsprogramma.
Of de Provinciale Agenda Landschap subsidiemogelijkheden biedt, zal eveneens bij het
maken van het uitvoeringsprogramma in overleg met de provincie worden onderzocht.
Regionale Adaptatiestrategie (RAS) heeft zich tot op heden vooral gericht op
binnenstedelijke klimaatadaptatie. Of er financiële mogelijkheden zijn voor het
uitvoeringsprogramma in de landgoederenzone zal t.z.t. nader worden onderzocht.
Kortom: eerst maken we een ruimtelijk toekomstbeeld voor het gebied met daarbij een concreet
maatregelenpakket voor met name water en natuur. De realisatiekosten zijn uiteraard volledig
afhankelijk van de omvang en het ambitieniveau van dit maatregelenpakket. De op basis van
bovenstaande analyse gemaakte werkhypothese is vooralsnog dat de financieringsmogelijkheden
meegroeien met het ambitieniveau van het ruimtelijk toekomstbeeld.
Plan van aanpak Landgoederenzone Baakse Beek 2018 Pagina 32
BIJLAGE I – Inhoudelijke uitgangspunten – bronmateriaal
In het gebiedsproces gebruiken we de volgende documenten:
Interbestuurlijk
Ontwikkelperspectief Baakse Beek en Veengoot, 201413;
Samenwerkingsovereenkomst (SOK) 2015-2021 tussen Provincie Gelderland en Waterschap
Rijn en IJssel, getekend februari 2015.
Waterschap Rijn en IJssel
Watervisie 2030, bestuurlijk vastgesteld mei 201314;
GGOR++ Baakse Beek - Veengoot, bestuurlijk vastgesteld als ‘hydrologisch perspectief’ 2015;
KRW-Factsheet Baakse Beek Benedenstrooms, Waterschap Rijn en IJssel, oktober 2015;
Waterbeheerplan 2016 -2021, bestuurlijk vastgesteld november 2015
alsmede de partiële herziening ervan (ontwerp vastgesteld december 2017);
Visie Baakse Beek Vellervoort – Vorden, ambtelijke analyse oktober 2017;
Klimaatstrategie Waterschap Rijn en IJssel, bestuurlijk vastgesteld november 2017.
Provincie Gelderland
Natuurbeheerplan, vastgesteld door GS november 2017;
Agenda Landschap, vastgesteld door GS december 2017.
Gemeente Bronckhorst
Ruimtelijk kwaliteitskader Nationaal Landschap De Graafschap, bestuurlijk vastgesteld 2017.
13 Het D&H heeft (1) kennisgenomen van het Ontwikkelperspectief en van de vervolgprocedure en (2) het toekomstbeeld
van het watersysteem, zoals verwoord in paragraaf 4.2 van het Ontwikkelperspectief, als richtinggevend aangemerkt. 14 P. 21: “In het stroomgebied van de Baakse Beek- Veengoot wordt onder regie van het waterschap op kleine en grote
schaal gebiedsgericht gewerkt. (…) Op basis van een gezamenlijke agenda werken we met belanghebbenden aan een optimale inrichting en beheer van dit stroomgebied, met een breed scala aan oplossingen tot gevolg: (…) en ecologische inrichting in de landgoederenzone.”
Plan van aanpak Landgoederenzone Baakse Beek 2018 Pagina 33
BIJLAGE II – Twee invalshoeken: cultuurtechnisch en geotechnisch
De cultuurtechnische benadering
Het watersysteem zoals wij dat kennen is door de mens gemaakt. Watergangen zijn gegraven en
stuwen gebouwd om gronden droog genoeg te maken voor landbouw. Ook nu kijken we bij
wateroverlast, droogte of waterkwaliteitsproblemen in eerste instantie naar cultuurtechnische
oplossingen: wat kunnen we aan het systeem aanpassen om het nog beter aan onze wensen te laten
voldoen?
Centraal in deze benadering staat (optimalisatie van) het huidige door de mens ontworpen
watersysteem. Er is ook een andere invalshoek mogelijk, een die uitgaat van het door het landschap
en de bodem afgedwongen natuurlijke watersysteem. Dit noemen we de geotechnische benadering.
De geotechnische benadering15
Geotechniek is een toegepaste wetenschap met betrekking tot bouwen in en op de grond en op het
bestuderen van de (onder)grond. De geotechnische analyse is breed van opzet, inclusief een toets
van technische haalbaarheid, onderhoud en beheer. Werkzaamheden binnen de geotechniek
bestaan uit het onderzoeken van de aardkundige waarden van een systeem en de potenties hiervan,
de advisering en de rapportage die daarmee verbonden is. Deze dienen als basis om samen met de
belanghebbende partijen inrichtingsvoorstellen te formuleren. Het watersysteem en het ontstaan
van het gebied worden daarbij als uitgangspunt voor het gesprek meegenomen. Hierbij wordt
uitgegaan van zowel de ideeën en wensen van de grondeigenaar als van de doelen van de
verschillende overheden.
Twee invalshoeken leveren meer op dan een
Zowel de cultuurtechnische als de geotechnische benaderingen zijn invalshoeken, aanvliegroutes,
benaderingen, kortom manieren om tot een oplossing te komen. De een begint links, de ander
rechts en ergens komen ze elkaar tegen. De centrale vraag is op welke manier uiteindelijk een
klimaatbestendig, robuust watersysteem behorend bij een duurzaam rendabel landschap eruit ziet.
Op welke manier kunnen de vele gestelde doelen het best gerealiseerd worden, op een ook op lange
termijn doelmatige wijze? Door twee benaderingen voor (her)ontwerp van het watersysteem te
hanteren in dit gebiedsproces, hopen we tot betere oplossingen te komen.
Het is daarbij essentieel dat ook nadelen worden meegewogen, bijvoorbeeld nadelen die ontstaan
voor de agrarische bedrijfsvoering. Het is belangrijk samen met de agrariërs slimme oplossingen te
bedenken om nadelige gevolgen te ondervangen. We zoeken naar voldoende mogelijkheden en
instrumenten om deze oplossingen te financieren of te compenseren.
15
De geotechnische benadering heeft veel gemeen met de landschapsecologische systeemanalyse (LESA) die gericht is op het zichtbaar maken van de sturende processen voor ecologisch herstel van beken en beeklandschappen.
Plan van aanpak Landgoederenzone Baakse Beek 2018 Pagina 34
BIJLAGE III – Hydrologisch perspectief Baakse Beek Veengoot
Het college van dijkgraaf en heemraden heeft in vergadering van 21 juli 2015 kennisgenomen van
het rapport GGOR++ Baakse Beek – Veengoot en besloten om:
De volgende strategie te hanteren als ‘hydrologisch perspectief’ voor het stroomgebied van de
Baakse Beek-Veengoot en daar blijvend op in te zetten:
voor de korte termijn wordt gekozen voor de uitvoering van lokale verdrogingsmaatregelen
(scenario 6a). Kansen voor de langere termijn (scenario 6b) worden in nieuwe
inrichtingsplannen waar mogelijk meegekoppeld;
in te zetten op natuur die afhankelijk is van hoge(re) grondwaterstanden in het voorjaar;
niet alleen te kijken naar de huidige TOP-gebieden, maar ook te kijken naar andere kansrijke
gebieden binnen het stroomgebied van de Baakse Beek-Veengoot;
voor de korte termijn te kiezen voor lokale verdrogingsbestrijding;
voor de langere termijn in te zetten op de realisering van een robuust watersysteem, onder
andere door de drainagebasis te verhogen;
mogelijke nadelige effecten voor de landbouw zoveel mogelijk te voorkomen door
verplaatsing of aanpassing van het grondgebruik of middels mitigerende of technische
maatregelen.
De inzichten van het ‘hydrologisch perspectief’ verder uit te werken in kansrijke projectlocaties.
Plan van aanpak Landgoederenzone Baakse Beek 2018 Pagina 35
BIJLAGE IV – Ecologisch-hydrologische opgave voor Baakse Beek
In deze bijlage een samenvatting van het ambtelijke eindrapport Visie Baakse Beek Vellervoort –
Vorden uit 2017. Dit rapport vervangt deels de KRW Factsheet Baakse Beek. De visie betreft
uitsluitend het oppervlaktewater en geeft dus geen visie, knelpunten of maatregelen met betrekking
tot het grondwater. Daarom wordt gewezen op het GGOR++ Baakse Beek – Veengoot, dat in 2013
als ‘hydrologisch perspectief’ bestuurlijk is vastgesteld. Zie Bijlage III.
Streefbeeld benedenloop Baakse Beek
Een aaneenschakeling van moeras en broekbos waar het beekwater doorheen stroomt of sijpelt.
Deze zijn met elkaar verbonden door trajecten waarin de beek het karakter heeft van een
laaglandbeek met meanders en overstromingsvlakten. De beek vormt een belangrijk leefgebied voor
een aantal minder algemene vissoorten van stilstaande wateren, zoals bittervoorn, grote en kleine
modderkruiper, paling en wellicht ook de inmiddels verdwenen kwabaal.16
Dit streefbeeld komt sterk overeen met het nieuwe referentietype ‘moeraslandbeek’.
Knelpunten ecologische kwaliteit oppervlaktewater17
De knelpunten voor de ecologische kwaliteit van de Baakse Beek zijn:
Waterkwaliteit – chemie
a. In het oppervlaktewater zijn de concentraties fosfor, ammonium en sulfaat te hoog.
Overigens zijn de concentraties benedenstrooms (landgoederenzone) lager dan
bovenstrooms.
b. In de waterbodems zijn dikke sliblagen met hoge concentraties aan ammonium
aanwezig. Wanneer de beek ’s zomers stilvalt komt het fosfaat uit het slib vrij.
Waterkwaliteit – ecologie
c. Door het voedselrijke water en slib gaan sommige waterplanten woekeren. Dit zorgt
voor opstuwing bij hoge afvoer en kan dus wateroverlast veroorzaken.
d. Deze overmaat aan waterplanten zorgen bij het afsterven voor nog meer
voedingsstoffen in de waterlaag met eendekroos en draadwieren als gevolg.
e. Door het lage zuurstofgehalte in het water (versterkt door punt b) ontbreken
nagenoeg alle vissoorten met een hoge zuurstofbehoefte.
f. Om dezelfde reden ontbreken stromingminnende macrofauna.
Beschikbaarheid van water
16
Dit streefbeeld staat in de Visie Baakse Beek Vellervoort – Vorden en is exact gelijk aan de tekst onder het kopje “gewenste situatie” in de Factsheet KRW – Baakse Beek benedenstrooms uit 2015. 17
Samenvatting van hoofdstuk 4 Knelpunten van de Visie Baakse Beek Vellervoort – Vorden uit 2017.
Plan van aanpak Landgoederenzone Baakse Beek 2018 Pagina 36
g. Door de vele waterhuishoudkundige maatregelen is de periode van afvoerloosheid
van 60 – 170 dagen per jaar veel langer dan in de oorspronkelijke natuurlijke
omstandigheden. Bij een lange periode van afvoerloosheid valt de Baakse Beek
deels droog. Droogval is funest voor de meeste waterdieren.
h. Door uitbreiding en verdieping van watergangen zijn de gemiddelde
grondwaterstanden in het gebied met decimeters gedaald. Dit is een probleem voor
landgoederen vanwege de droogval van vijvers en grachten, voor de landnatuur
vanwege verdroging en voor de landbouw.
i. De daling van grondwaterstanden heeft ook grote impact op de
soortensamenstelling van bossen in het stroomgebied van de Baakse Beek.
Broekbossen en vogelkers-essenbossen met gevarieerde bodemfauna en bijzondere
bossoorten hebben lange perioden nodig waarin het basenrijke grondwater tot aan
het maaiveld reikt. De bossen ontberen nu deze grondwaterinvloed en de
bijzondere bossoorten zijn teruggedrongen tot de bodem van de rabatten.
j. Er zijn langs de Baakse Beek lage delen die mogelijk vaker dan eens per tien jaar
overstromen. Bij landbouwpercelen is een overstromingsfrequentie van 1:10 de
maximale norm.
Het onderhoud van en in de watergangen is op sommige trajecten intensief vanwege de woekering
van planten en groei van sterrekroos (moet met oog op opstuwing worden verwijderd). Het
onderhoud is lastig omdat het onderhoudspad drassig is.
Kortom, de belangrijkste knelpunten met betrekking tot het oppervlaktewater zijn:
1. Het (van bovenstrooms komende) oppervlaktewater is te voedselrijk en te zuurstofarm voor
de gewenste flora en fauna.
2. De waterbodem is te voedselrijk (vervuild slib) voor de gewenste flora en fauna en bevordert
de groei van ongewenste flora (woekerende waterplanten en kroos).
3. De periode van afvoerloosheid is te lang voor vrijwel alle waterdieren en dus ook voor de
gewenste fauna.
4. De grondwaterstanden zijn te laag voor de gewenste flora (broekbossen en vogelkers-
essenbossen met hun gevarieerde bodemflora en –fauna).
Voorbeelden van mogelijke maatregelen m.b.t. het oppervlaktewater in willekeurige volgorde18
Waterverdeling bij Vellervoort (splitspunt Baakse Beek en de Van Heeckerenbeek)
aanpassen, zodat bij hoge afvoeren meer water in de Baakse Beek terecht komt19;
Idem, maar dan bij lage afvoeren;
Bovenstrooms van het waterverdeelwerk bij Hackfort langdurig overstroomde
inundatievlaktes ontwikkelen (en ook bos laten inunderen);
Meer structuurvariatie aanbrengen door oude meanders aan te takken (traject
bovenstrooms van stuw Horsterkamp tot kasteel Ruurlo);
18 In de expertsessies van februari en maart zal worden vastgesteld welke doelen er precies zijn en via welke ‘aanpakken’
en door middel van welke concrete fysieke maatregelen deze doelen kunnen worden gerealiseerd. 19
Deze maatregel wordt genoemd in de KRW-factsheet en het Ontwikkelperspectief, maar in de Visie Baakse Beek Vellervoort – Vorden is de analyse dat deze maatregel niet effectief en mogelijk zelfs nadelig is.
Plan van aanpak Landgoederenzone Baakse Beek 2018 Pagina 37
Watergangen verondiepen of dempen;
Over een lengte van minimaal 4,5 kilometer20 ‘beekherstel’ toepassen volgens model
‘Winde’ waarbij natuurvriendelijke oevers worden gemaakt met extra brede, ecologisch
effectievere corridors21;
Stuwen (zes) vispasseerbaar maken22;
Vervuild slib wegbaggeren;
RWZI Ruurlo en/of Lichtenvoorde aanpassen;
Stroomkuilen, diepe delen in de beek creëren;
Dood hout en meer vegetatie in de beek aanbrengen;
Maatregelen om te zorgen voor minder uitspoeling van nutriënten uit de landbouw in het
oppervlaktewater van de Baakse Beek23.
Klimaatverandering24
Alle klimaatscenario’s hebben gemeenschappelijk dat de gemiddelde temperatuur gaat stijgen en
dat we te maken krijgen met meer extremen aan de droge en natte kant. De kans op langdurige
droge perioden wordt groter, net als de kans op hevige piekbuien. Een klimaatbestendig
watersysteem in de landgoederenzone zal dus enerzijds in staat moeten zijn om meer water vast te
houden. Anderzijds moet het tijdens piekafvoeren meer water kunnen verwerken.
Een belangrijk gevolg van de temperatuurstijging is dat het groeiseizoen langer wordt. Dat betekent
dat het nodig zal zijn de watergang vaker te maaien, zeker nu er een overmaat aan voedingsstoffen
beschikbaar is. Daarnaast bevat warmer water ook minder zuurstof. Dat benadeelt soorten direct én
indirect, want in zuurstofarm water komen meer voedingsstoffen vrij uit de slibbodem. Bij hogere
temperaturen gedijen ongewenste soorten als blauwalg beter waardoor er een verhoogd risico is op
waterkwaliteitsproblemen. Klimaatverandering maakt de verbetering van de water(bodem)kwaliteit
dus extra urgent.
In 2017 heeft het waterschap een Klimaatstrategie vastgesteld.
20
KRW-Factsheet Benedenloop Baakse Beek, 2015. 21
SOK, pagina 17. 22
NB: de ‘visoptrek-periode’ loopt van januari tot en met juni. Droogval van de beken vindt vooral plaats in juli en augustus. 23 Bij nader onderzoek naar waterkwaliteit een deskundige emissiereductie betrekken (binnen het waterschap zijn dat
Laurens, Marga, Bastiaan, Dinja en Ellen). 24
Visie Baakse Beek Vellervoort – Vorden, 2017.
Plan van aanpak Landgoederenzone Baakse Beek 2018 Pagina 38
BIJLAGE V – Toetsing normering wateroverlast
In 2017 is de toetsing normering uitgevoerd. De resultaten van dit onderzoek naar de mate waarin
het beheersgebied van Waterschap Rijn en IJssel voldoet aan de normen voor wateroverlast zijn
opgenomen in de partiële herziening van het Waterbeheerplan 2016-2021 (ontwerp d.d. december
2017). Hieronder de relevante passages uit deze partiële herziening voor de landgoederenzone
Baakse Beek.
Paragraaf 3.2.3 Stroomgebied Baakse Beek
Voorbij Ruurlo (in de landgoederenzone) neemt het verhang weer iets toe. In geval van werkende
overstorten kan bij de overstortleiding aan de westzijde van Ruurlo incidenteel wateroverlast
optreden (301). In de landgoederenzone kent het landschap meer afwisseling in reliëf: beekdalen en
hogere kopjes wisselen elkaar hier af. Lokale laagtes langs de beekdalen zijn hier gevoelig voor
wateroverlast (79, 303, 313, 315). Voorbij Vorden wordt in geval van hoogwater op de IJssel het
water afgevoerd via het Groene Kanaal. Water uit de bovenloop van de Baakse Beek en de Veengoot
wordt dan via het Groene Kanaal naar de IJssel geleid, waardoor er langer vrije lozing kan
plaatsvinden. Indien noodzakelijk kan er water worden geborgen in de boezem van Hackfort
(retentiegebied). Als het peil op de IJssel nog verder oploopt is vrije lozing via het Groene Kanaal niet
langer mogelijk en wordt het Groene Kanaal afgesloten. Het water uit de bovenloop van de Baakse
Beek en de Veengoot wordt dan via het benedenpand van de Baakse Beek bemalen. Als de aanvoer
dan te groot is voor bemaling inunderen de inundatiegebieden Bakerwaard en Baakse Beek (307).
De nummers verwijzen naar de ‘aandachtspunten’: exacte locaties in het beheersgebied waar niet
aan de norm voor wateroverlast wordt voldaan.
Plan van aanpak Landgoederenzone Baakse Beek 2018 Pagina 39
BIJLAGE VI – Globale stakeholderanalyse
Belanghebbenden
Een eerste inventarisatie van belanghebbenden:
Overheden Provincie Gelderland Waterschap Rijn en IJssel Gemeente Bronckhorst Gemeente Berkelland Gemeente Lochem Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Grondeigenaren Landgoederen: Onstein, Zelle, Medler, Wiersse, Ruurlo, Wientjesvoort Noord, Wientjesvoort Zuid en Wildenborch en diverse kleinere landgoederen Terrein-beherende organisaties: Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en Geldersch Landschap en Kasteelen Agrariërs
Professionele landelijke/ regionale belangenorganisaties
LTO Stichting Achterhoek Toerisme IVN
Lokale verenigingen en belangenorganisaties
VALA – Vereniging Agrarisch Landschap Achterhoek Bomenbelang Bronckhorst Oudheidkundige vereniging oud-Vorden Jachtvereniging? Wildbeheer?
Ondernemers in het gebied Agrariërs (ook bij grondeigenaren) Recreatieondernemers (horeca, evenementen) Overige ondernemers
Bewoners van het gebied
Overig Vitens
Belangen en wensen
De documenten en gevoerde gesprekken geven een eerste inventarisatie van de belangen en
wensen van de verschillende gebiedspartners:
Herstel en ontwikkeling natte natuurwaarden Provincie
Verduurzaming landhuizen (energietransitie) Provincie
Gebied aantrekkelijker voor toeristen en recreanten Gemeente
Plan van aanpak Landgoederenzone Baakse Beek 2018 Pagina 40
Behoud cultuurhistorisch landschap/ erfgoed/ gebiedsidentiteit Gemeente
Ecologische kwaliteit Baakse Beek verhogen Waterschap
Klimaatbestendig en onderhoudsarm watersysteem Waterschap
Behoud verdienpotentieel van gronden Grondeigenaren
Behoud van cultuurhistorisch waardevolle bomen zoals beuken Landgoederen
Langer water in grachten en singels (voorkomen/ beperken droogval) Landgoederen
Behoud privacy Landgoederen
Verdiencapaciteit landgoederen versterken en verbreden Ontw.Persp. BB/VG
Behoud huidige landschappelijke functies LTO Noord
Grotere strategische grondwater-/drinkwatervoorraad Vitens
Vergroting recreatieve voorzieningen St. Achterhoek Toerisme
Nog onbekend Lokale ondernemers vrijetijdseconomie
Nog onbekend Bewoners
In gebiedsproces verder aan te vullen…. …..
Schematische weergave
Er is ook een schematische weergave gemaakt van de stakeholders en de organisatie van het
project. Deze is hier niet opgenomen.
BIJLAGE VII – Overzicht gesprekken met grootgrondeigenaren
Naam Eigenaar # ha Typering, huidige situatie Gesproken25
met, d.d.
Visie op water (heel kort samengevat)
De Wildenborch
Familie 36 In vorige eeuw(?) afgesloten van Baakse Beek en aangesloten op stroomgebied Berkel
Al sinds 2016 bezig met landgoedherstelplan samen met waterschap en provincie
2-3-18 Jennine van de Plassche-Staring
Langer water in grachten en vijvers
Herstel natte natuur bos
Extensivering van landbouwgrond
Omvormen van landbouwpercelen naar natuur.
Onderzoeken kansen en kosten van herstel van historische aansluiting op stroomgebied Baakse Beek
’t Medler Familie 300 Langs Baakse Beek
Veel pachters
Pompt in zomer grondwater op om gracht rondom huis nat te houden
31-10 + 23-11-17 Eelco Schurer
Mogelijkheden voor landschappelijke inpassing.
Mogelijkheden voor extensivering van landbouwgrond langs (het oorspronkelijke) tracé van de Baakse Beek.
Potenties en mogelijkheden voor het omvormen van landbouwpercelen naar natuur.
Herstel (natuurlijke)verbinding met de grachten.
De Wiersse Familie 303 Langs Baakse Beek
Tuin en park (48 ha) beheerd met vrijwilligers
Primair verdienmodel: erfpacht van boerderijen. Meerdere monumentale boerderijen voor bewoning (koop en huur)
Verdroging natuur, droogval grachten en vijvers in mei – november.
4-7-17 + 17-8-17 Mary Gatacre, Aart Jonkers en Jan Keurentjes
Gereserveerd in de medewerking voor extensivering van landbouwgrond langs (het oorspronkelijke) tracé van de Baakse Beek.
Potenties en mogelijkheden voor het omvormen van landbouwpercelen naar natuur.
Gemengde gevoelens over mogelijkheden herinrichting Baakse Beek voor een duurzaam en klimaatbestendig (grond)watersysteem
Volledige medewerking aan waterkwaliteit en-kwantiteit op het landgoed.
25
Door afvaardiging waterschap, bestaande uit (in beginsel) Louis Lansink, Louisa Remesal en José van ’t Hull.
Plan van aanpak Landgoederenzone Baakse Beek 2018 Pagina 42
Naam Eigenaar # ha Typering, huidige situatie Gesproken25
met, d.d.
Visie op water (heel kort samengevat)
Wientjesvoort Zuid
Project-ontwikkelaar
<50 Langs Baakse Beek
Ontwikkeling duurzame recreatiewoningen
6-2-18 Anton Rozeboom
Baakse Beek verleggen en minder diep maken
Natuur-inclusief beheren
Goede locatie voor vispassage
Boswachterij Ruurlo
Staatsbosbeheer >500 Langs Baakse Beek
Hoorde vroeger bij Kasteel Ruurlo
Bestaat vooral uit bos
5-12-17 Miranda Berendsen en Erik Klein Ebbink
Vanuit eigen visie voorstander van ecologisch herstel
Productiebos moet wel rendabel blijven
Kieftskamp Gelders Landschap (GLK)
278 Langs Veengoot en Lindense Laak 27-2-18 Leo Cleiren
Enthousiast maar ‘jullie zijn 10 jaar te laat’: inmiddels zelf maaiveldverlaging toegepast
Moet wel rendabel en betaalbaar blijven
Het Onstein Familie 252 Langs Veengoot
Geen economische drijfveren
8-11-17 Henk Menkveld en Marc van Bebber
Mogelijkheden voor meer water vasthouden, verondiepen watergangen, ruimte geven in de breedte
Mogelijkheden voor ecologische ontwikkeling
’t Zelle Familie 355 Langs Veengoot en Lindense Laak
Bos, natuur, landbouw en golfterrein.
Primair verdienmodel: verhuur van recreatiewoningen en zakelijke locaties.
18-1-18 Gerrit Jan Liet
Golfterrein moet droog blijven
Rest mag natter; bossen mogen zich ecologisch ontwikkelen zoals provincie wil
Camping ‘t Meulenbrugge
Ondernemer 16 Langs Baakse Beek 2-3-18 Dhr. Pardijs
Weinig bewegingsruimte over (camping had liever hoger gelegen, wat vanuit watersysteem beter was geweest, maar ‘dat mocht niet van de provincie’.
Waarschuwing m.b.t. beheer- en onderhoudsbeleid: houdt onvoldoende rekening met gemaakte afspraken en met belangen.
Top Related