Alternatieve Niveau
2 en 3 Cursussengids
Periode 2
UTRECHT, SEPTEMBER 2011
Gemaakt door de Onderwijscommissie van de
Utrechtse Biologen Vereniging
Voordat je begint met lezen..
De alternatieve gids is anders dan de reguliere studiegids. De informatie in deze gids is afgestemd op
die in de reguliere, maar omdat de alternatieve maar eens per halfjaar uitkomt, kan de informatie
minder up to date zijn. Kijk dus vooral ook naar de reguliere studiegids op de site van het
Departement, http://www.bio.uu.nl.
4
Voorwoord/Toelichting
Beste student,
De alternatieve cursussengids, velen kennen hem al en maken er dan ook (goed?) gebruik van. Voor
degenen die de gids nu voor het eerst in handen hebben zal ik even uitleg geven.
De alternatieve cursussengids heeft hetzelfde principe als de studiegids: over elke cursus staat een
stukje tekst. Het verschil met de gewone studiegids is dat de stukken tekst in deze gids zijn
geschreven door studenten. De studenten schrijven een stukje over het verloop van de cursus, de
onderwerpen die onderwezen worden en bijvoorbeeld de zwaarte van de cursus. In deze stukken
staat ook de mening van de studenten weergeven. Dit is de mening van één enkele student en dus
niet altijd de waarheid. Maar het geeft wel een mooi beeld over de cursus
Er zijn een aantal nieuwe cursussen, die deze periodes voor het eerst worden gegeven. Voor
sommige van deze cursussen staat er een stukje van een (mogelijk) vergelijkbare cursus, die eerder
werd gegeven. Van deze nieuwe cursussen zijn uiteraard ook nog geen slagingspercentages bekend.
Nieuw dit jaar is dat de scriptiecursus/het onderzoeksproject in elke periode en timeslot te volgen is,
daarom zijn deze cursussen achterin deze gids in een apart hoofdstuk te vinden.
Ga jij een van de nieuwe cursussen volgen? Mis je een stukje of wil jij een nieuw stukje schrijven voor
volgend jaar? Jij kunt ook helpen met het samenstellen van deze gids! Dus heb je een cursus gevolgd
en vond je het goed/slecht/leuk of heb je een andere mening, mail dan naar [email protected] over
welk vak jij een stukje wilt schrijven. Je kunt natuurlijk ook iemand van ons aanspreken.
Heel veel succes met het maken van je keuze en natuurlijk veel plezier met je studie!
De Onderwijscommissie van de UBV,
Saskia Kliphuis Bart Steen Rascha Nuiten Berber Heerschop Paul Besseling
NB: Oefenen voor je tentamen? Ga naar de tentamenbank op de UBV-site. Kijk hiervoor op
www.ubv.info, ga dan naar Onderwijs en dan naar Tentamenbank.
De onderwijscommissie probeert de tentamenbank zo actueel mogelijk te houden, om alle studenten
de mogelijkheid te bieden om te oefenen met tentamens. Wil je hier een bijdrage aan leveren?
Neem de tentamens mee die je gemaakt hebt en geef ze aan de vice-voorzitter van de UBV. Hier
heeft iedereen profijt van!
Inhoudsopgave
Voordat je begint met lezen.. 3 Voorwoord/Toelichting 4 Inhoudsopgave 5 Blokjesrooster 6 Voorwaarden voor het volgen van niveau 2 & 3 cursussen 7 De Onderwijscommissie van de UBV (de OcUBV) 8 Studieadviespaden 9 - timeslot A + D - - Niveau 2 - Gentherapie, kanker en AIDS 10 - Niveau 3 - De wetenschapper in beleid 10 Milieuveranderingen door de tijd (Environmental change through time) 11 - timeslot B + C - - Niveau 2 - Gedragsbiologie 12 Metabolisme 13 - Niveau 3 - Mariene wetenschappen 2 13 Computationele biologie 14 Oriëntatie Communicatie en Educatie in de praktijk (OCEP) 15 Tropische ecologie/Klimaat verandering 16 Scriptiecursus en Onderzoeksproject 17 Dankwoord 19
Voorwaarden voor het volgen van niveau 2 & 3 cursussen
Er zijn voorwaarden voor het volgen van niveau 2 & 3 cursussen. De regels hiervoor staan genoemd
in de Onderwijsexamen regeling.(OER)
In het artikel uit de OER dat de toelating tot het onderwijs van niveau 2 en 3
regelt, staat:
art. 4.2 – verplichte volgorde major
1. Toegang tot de cursussen van het verdiepende niveau (niveau 2) van de
opleiding heeft de student die van het eerste jaar van de opleiding onderdelen
met een studielast van tenminste 37,5 studiepunten heeft behaald(tenminste
5 cursussen).
2. Toegang tot de cursussen van het gevorderde niveau (niveau 3) van de
opleiding heeft de student die van de keuzeonderdelen van de opleiding op
verdiepend niveau (niveau 2) van het 2e jaar onderdelen met een studielast
van tenminste 15 studiepunten (twee cursussen) heeft behaald.
3. Toegang tot de afstudeeropdracht (scriptiecursus) heeft de student die
tenminste 120 studiepunten van de major van de opleiding heeft afgerond
met een voldoende eindcijfer, waarvan het verplichte deel van de major (67,5
studiepunten) geheel moet zijn behaald. Cursussen in de profileringsruimte
tellen NIET mee!
Je kunt dus pas aan niveau 3 cursussen beginnen als je tenminste twee niveau 2
keuzecursussen hebt gevolgd. Je begint daarom in je tweede studiejaar met het
volgen van twee niveau 2 cursussen in periode 1. In periode 2 is de cursus
Toegepaste biostatistiek voor alle studenten verplicht. Van de niveau 3 cursussen
is de Afstudeeropdracht (scriptie) verplicht.
8
De Onderwijscommissie van de UBV (de OcUBV)
De onderwijscommissie van de UBV is de commissie die service op onderwijsgebied levert aan alle
Utrechtse Biologiestudenten. De commissie heeft ook jou een heleboel te bieden! Aan wat voor
services kun je zoal denken?
Tentamenbank op internet
Tentamenbundel
Alternatieve studiegidsen
Alternatieve mastergids
Stage/masterbank
Vacaturebank
Enquêtebank
Studie-informatie
De OcUBV kun je dus vinden op het internet: www.ubv.info, ga dan naar Onderwijs. Ook over de
commissie zelf staat informatie op de website. Klik hiervoor vanaf de hoofdpagina door naar
“commissies”.
Voor meer algemene informatie en nieuws op onderwijsgebied (vragen staat vrij!) kun je ook kijken
op het forum van de UBV-site, een e-mail naar [email protected] sturen, bellen naar de UBV-kamer
(030-2536741) of spreek een onderwijscommissie- of UBV-bestuurslid aan!
Zin om te helpen met het maken van deze gids?
Wil je in een commissie, maar er niet al te veel tijd aan kwijt zijn?
Kom de OcUBV versterken!
Hoe? Zoals hierboven: mail/bel/spreek iemand aan
Studieadviespaden
De Bacheloropleiding Biologie kent vier studieadviespaden. Een studieadviespad is een cluster van
cursussen die je een goede basis geeft voor bepaalde masterprogramma’s, maar je bent niet
verplicht deze cursussen te volgen. Je wordt geadviseerd een pad te volgen als je een bepaalde
richting op wilt. Hieronder staan de studieadviespaden genoemd met de bijbehorende cursussen van
periode 1 en 2. Meer informatie over de studieadviespaden vind je in de reguliere studiegids.
Organisme, Ecosystemen en Biodiversiteit
periode 1 periode 2
Paleo-ecologie Milieuveranderingen door de tijd
Theoretische ecologie Biologie van klimaatsverandering
Genoombiologie Mariene wetenschappen 2
Metabolisme Computationele biologie
Plantenfysiologie
Microbiële interacties
Mariene wetenschappen 1
Biodiversiteit en Landschap
Gedragsbiologie
periode 1 periode 2
Gedragsecologie Gedragsbiologie
Metabolisme
Endocrinologie
Bio-ethiek
Moleculaire Levenswetenschappen
periode 1 periode 2
Theoretische ecologie Gentherapie, kanker en AIDS
Genoombiologie Computationele biologie
Microbiële interacties Ontwikkelingsbiologie
Endocrinologie
Metabolisme
Educatie Communicatie en Management
periode 1 periode 2
De wetenschapper in beleid
OCEP
10
Periode 2 - timeslot A + D -
- Niveau 2 -
Gentherapie, kanker en AIDS
GKA wordt geheel gedoceerd door Adri Thomas. Dit is zijn favoriete cursus om te geven en dat is dan
ook te merken aan zijn manier van lesgeven. Zo probeert hij onder andere in zijn colleges de
nieuwste informatie op het gebied van gentherapie, kanker en aids te betrekken. De informatie komt
echt uit het veld en er is veel diepgang. Verder is Adri erg precies en verlangt dan ook van zijn
studenten om precies te formuleren wat ze bedoelen.
Het is een erg theoretisch vak, waarbij je alleen maar colleges krijgt. Er zijn twee tentamens:
tentamen 1 omvat gentherapie en kanker en tentamen 2 omvat het AIDS-deel. Je hebt twee keer per
week twee uur college en dus een dag vrij om de vele literatuur te lezen of te werken aan je
opdracht. Deze opdracht bestaat uit het alleen schrijven van een essay over de werking van een
medicijn dat gebruikt wordt tegen kanker of aids.
Je hebt voor dit vak geen boek nodig, je koopt twee keer een reader. Hierin staan de hand-outs en
literatuur die je leren moet voor het tentamen.
Adri gaat snel door de stof heen en verwacht dat iedereen dit bijhoudt. Bijhouden is belangrijk omdat
er veel leerstof is, en er van je verwacht wordt dat je alle stof exact kent. Ik had daar wat moeite
mee, omdat ik verder geen moleculaire vakken heb gevolgd. Het zorgt er wel voor dat iedereen
gefocust is en goed oplet.
Ik heb veel geleerd van dit vak en vond het dan ook erg leuk en super interessant, ook al heb ik
verder niets met moleculaire vakken.
- Niveau 3 -
De wetenschapper in beleid
De cursus wordt gegeven door Jos Dekker, vanuit de Faculteit Scheikunde. De vorm van de cursus is
aangepast aan de opsplitsing van het vak MenS (Milieu, Biologie en Samenleving) in de vakken
wetenschapper in beleid en wetenschapper in advies. Jos Dekker is een erg lieve man die graag praat
over de mogelijkheden de cursus te verbeteren, bijvoorbeeld door een responsgroep die aangeeft
wat beter kan. Communicatie met de docent is in deze cursus heel belangrijk, omdat de behandelde
stof vrij droog is (veel politiek en beleidsvorming).
De cursus bestaat uit een tentamen, dat al na vijf weken wordt gegeven, en een projectopdracht. Het
tentamen is goed te maken, waarbij je de artikelen en colleges die je moet leren mee mag nemen.
Daarna vorm je met een groep van 5-8 personen een projectgroep om een thema te behandelen dat
gaat over natuurbeleid (bv. ecotoerisme, biobrandstoffen, de Veluwe, etc.). Voor een groot deel lijkt
deze cursus nog veel op de cursus MenS als men de beschrijving van afgelopen jaar vergelijkt:
“Deze cursus richt zich vooral op de koppeling tussen de biologie en de maatschappelijke context.
Hierbij wordt vooral veel aandacht besteed aan je eigen positie in het spanningsveld tussen
wetenschap en maatschappij. In de eerste weken van de cursus volg je een aantal colleges over
natuurbescherming en beleid in Nederland en Europa. Hierbij komt ter sprake hoe het beleid gevormd
is en welke problemen kunnen ontstaan bij de implementatie van dit beleid. Ook worden tijdens de
colleges verschillende visies op natuurbehoud besproken. Door deze colleges, maar ook door de
discussies die in de collegezaal worden gevoerd, krijg je meer inzicht in de belangen van andere
partijen en het ontstaan van maatsschappelijke weerstand tegen bepaalde natuurbeheer
maatregelen.”
In het tweede deel van de cursus werk je in een groep van ongeveer 5 studenten aan een project; het
schrijven van een rapport of een artikel. Het onderwerp voor dit project mag je zelf aandragen.
Tijdens het project zijn er meerdere besprekingen met Jos waarbij hij altijd goede feedback geeft.
Deze cursus is weer net even wat anders dan alle andere, het gaat niet zozeer om de stof als om het
innemen van je standpunt en het beargumenteren daarvan. Het is duidelijk dat je kennis moet hebben
om je argumenten te staven, maar in deze cursus is de manier waarop je afwegingen maakt het
belangrijkste. Dit blijkt niet alleen uit de vraagstellingen op het tentamen en de referaten, maar ook
in de projecten komt dit naar voren. Ik vond het heel verhelderd om de biologie (en de wetenschap als
geheel) eens vanuit een ander perspectief te bekijken. En dit vak is zeker onmisbaar voor iedereen die
eens buiten de wereld van het onderzoek wil kijken.”
Dit jaar was er naast Jos Dekker nog een begeleidster, Pita Verweij, die zich op mondiaal niveau inzet
voor duurzame ontwikkeling. Zo reisde zij af naar Kopenhagen en werd er gediscussieerd over de
besluitvorming tijdens het proces. Zij en Jos begeleiden de projecten waarbij je elke twee weken
contact hebt over de vorderingen. De cursus is goed te doen, maar wel sterk gericht op studenten die
het interessant vinden zich te verdiepen in politieke betrekkingen. Uitleg over het proces van
beleidsvorming, zoals het afwegen van prioriteiten en criteria waren relatief onderbelicht. Het gaat
meer om het vormen van je eigen oordeel.
Milieuveranderingen door de tijd (Environmental change through time)
In deze Engelstalige cursus leer je milieuomstandigheden in het heden te begrijpen en daarmee het
verleden te reconstrueren. Dit doe je door middel van het paleoecologisch belangrijke fossielgroepen
zoals bladeren, pollen, sporen, diatomeeën en chironomiden. De hele cursus is ingedeeld in drie
onderdelen, elk met een ander paleoecologisch aspect. Deze onderdelen zijn (1) Zoetwater, klimaat
en mens, (2) Planten, CO2 en klimaat en (3) Vegetatie, klimaat en mens. De drie onderdelen bestaan
elk uit enkele hoorcolleges en verder microscopiepractica. Je staart hier echter niet de hele dag door
de microscoop maar steekt er ook nog iets meer van op. Zoals waar je precies naar kijkt en hoe je
deze preparaten klaar maakt. Van deze onderdelen en practica moet je ook een drie verslagen
schrijven. Dit is best pittig maar met een grotere groep is het goed te doen. Ook komt hier statistiek
bij kijken, maar dit wordt goed begeleid en daardoor valt het allemaal wel mee. Als ik heel eerlijk ben
snap ik nu ook echt wat ik aan het doen was met statistiek en dit is een compliment voor de
begeleiders.
De hoofddocent van dit vak is Andy Lotter, en hij wordt begeleid door meerdere docenten en
assistenten die zeer behulpzaam zijn en je niet raar aankijken als je een domme vraag stelt. Andy
waarschuwt je in het begin dat alles in het Engels zal zijn, maar dit valt best mee en het is een goede
voorbereiding voor je masterfase. Waar deze begeleiders een groot compliment voor verdienen was
feedback die je overal op kreeg. Geen enkel vak tot nu toe heeft mij zo’n uitgebreide en goede
feedback gegeven. Naast de drie verslagen moest je ook een presentatie van een artikel maken. Dit
deed je met behulp van een poster en een powerpointpresentatie. Door de feedback die ik hierop
kreeg, merkte ik dat mijn presentatietechnieken op vele punten nog wel wat bijgeschaafd kon
worden.
12
Het is een leuk vak als je het niet erg vind om af en toe een paar uurtjes door de microscoop te
kijken. Het tentamen is goed te doen en zeker als de biogeologie en het klimaat je interesseert, raad
ik het je zeker aan. Als je nog niet precies weet wat je wil, is het vak ook ideaal om de vaardigheden
die je nodig hebt bij presentaties, verslagen en posters goed onder de loop te nemen.
Slagingspercentage: 88,2%
Periode 2 - timeslot B + C -
- Niveau 2 -
Gedragsbiologie
Deze cursus maakt natuurlijk deel uit van het studieadviespad Gedragsbiologie en is één van de drie
vakken die je kunt volgen om toegelaten te worden tot Behavioural Ecology, een track van de master
Environmental Biology. Specifiek moet je daarvoor Cognitie en Gedrag en daarnaast gedragsbiologie
of gedragsecologie gevolgd hebben.
De leerstof van deze cursus is gecentreerd op de 4 vragen van Niko Tinbergen, die over het ‘waarom’
en het ‘hoe’ van het gedrag gaan. De colleges worden gegeven door verschillende docenten,
waaronder Simon Reader, Marie-José Duchateau en Johan Bolhuis. Iedereen vertelt over zijn eigen
specialisatieonderwerp. Johan Bolhuis focust bijvoorbeeld vooral op de hersengebieden aan de hand
van zijn onderzoek naar de zebravink. Hij is trouwens ook één van e auteurs van het boek dat je moet
aanschaffen: The Behavior of Animals: Mechanisms, Function, and Evolution. De leerstof gaat verder
o.a. over de connectie tussen verwerking van sensorische input en motorische output, het gedrag
van primaten, organen als het oor (in een gastcollege), het eusociale gedrag van bijen en nog veel
meer. De colleges worden over het algemeen goed gegeven, maar ik moet toegeven dat het per
docent verschilt.
Naast de colleges zijn er ook werkcolleges (vragen die je schriftelijk moet beantwoorden en de
gezamenlijk besproken worden), een practicum en een grote opdracht. Het practicum is met guppies
(zebravissen). Op basis van een voorgeschreven protocol ben je een middag aan het werk in een
groepje van drie of vier mensen. Het is een onderzoekje naar de voedselvoorkeur van de guppies. Ik
persoonlijk vond het leuk; soms moet je de vissen in het water te pakken weten te krijgen, wat wel
enige handigheid vereist en aanleiding kan geven tot komische situaties.
De grote opdracht bepaalt ongeveer een derde van het eindcijfer. In een groepje van drie à vier krijg
je een onderwerp en een begeleider toegewezen, en er zijn altijd een twee groepjes met hetzelfde
onderwerp. Dit komt doordat de ene groep moet presenteren en de andere vervolgens kritiek op het
onderzoek moet geven. Natuurlijk krijg je ook een tweede cijfer voor het geschreven werk. Je moet
aardig wat tijd zelf indelen als je eraan werkt.
De rest van het cijfer wordt bepaald door de twee tentamens, één in de helft van de cursus en één
aan het einde, die allebei gaan over de helft van de leerstof. Beide zijn te doen, maar het zijn ook niet
de makkelijkste ooit.
Metabolisme
De eerste 3 weken wordt de cursus Metabolisme gegeven door Fons Cremers. Fons geeft de lessen
op een vrij rustig tempo en dit deel is goed te volgen. De rest van de cursus wordt gegeven door
Henriette Schlupmann. Omdat ze niet uit Nederland komt is ze soms wat moeilijk te verstaan en is
haar taalgebruik soms wat warrig. Bovendien gaan haar lessen veel sneller en moet je de stof goed
bijhouden. Tijdens de cursus gebruik je het boek Biochemistry. Dit boek bevat vooral veel tekst en
weinig plaatjes. De hoofdstukken bevatten best veel tekst dus bijhouden is echt nodig. Naast de
hoorcolleges zijn er een paar werkcolleges die wel pittig zijn maar als je je best doet zijn ze goed te
doen. De cursus heeft 2 tentamens. Voor beide tentamens wordt veel leesstof opgegeven en ze zijn
dan ook vrij pittig en uitgebreid. Aan het eind van de cursus moet je in groepen van 2 personen een
presentatie geven over een bepaalde ziekte. Het is leuk om je opgedane kennis te kunnen toepassen
en je te verdiepen in een ziekte. De presentatie is dus niet zo moeilijk. Vind je metabole processen in
de mens leuk dan is dit misschien een leuk vak voor jou. Let wel op dat het vooral om enzymkinetiek
en regulatie van enzymen gaat. Kortom: een beetje rekenen, veel lezen en vooral goed bijhouden!
Slagingspercentage: 90%
- Niveau 3 -
Mariene wetenschappen 2
Marine Sciences 2 wordt gegeven door een klein legertje verschillende docenten, die allen hun eigen
onderwerp inbrengen. Het is geen uitgesproken biologie cursus, ook fysisch, chemisch en
paleoceanografisch gerelateerde onderwerpen worden behandeld. De cursus heeft niet echt een
rode draad, maar is eerder een verzameling van oceaan gerelateerde onderwerpen. De eerste week
bestond uit een herhaling van de stof uit MS1, met als werkcollege het maken van het tentamen van
MS1. Dit was een tamelijk overbodige exercitie, omdat de meesten het vak de vorige periode nog
hadden gevolgd en het tentamen nog geen week daarvoor hadden gemaakt.
De tweede week had als onderwerp fysische oceanografie, het berekenen van stromingen aan de
hand van vergelijkingen. Vanwege het wiskundige karakter was de stof wat lastig om te begrijpen.
Omdat Anna vonderHeydt de laatste dag niet aanwezig kon zijn, viel de helft van de (werk)colleges
uit, wat het begrip van de stof ook niet ten goede kwam.
De daarop volgende twee weken werden gegeven door Gert-Jan Reichart en Jack Middelburg en
gingen over klimaatvariabiliteit (en thermohaline circulatie) in het verleden en chemische
oceanografie (oa. Redfield, alkaliniteit, tracers). Beide docenten waren goed te volgen. Reichart’s
deel was tevens het enige deel van de cursus waarvoor een boek beschikbaar was, maar de
afwezigheid van een boek voor de andere delen was niet storend.
De vijfde week werd gegeven door Francesca Sangiorgi en handelde over Mediterrane sapropelen
met daaraan gerelateerd de Mediterrane circulatie, relevante proxies en klimaatvariabiliteit als
gevolg van de Milankovitch cycli. Sangiorgi’s deel was het meest samenhangende deel van de cursus,
14
met duidelijke oorzaak-gevolg structuren, wat een fijne afwisseling was van de stortvloed aan losse
data die de andere delen vaak waren.
In week zes was er een tussentoets (gemiddeld cijfer 7,2) en na de kerst vervolgde Jaap Sinninghe
Damsté de cursus met colleges over biomarkers en proxies. De laatste drie weken gingen (eindelijk
voor sommigen) over biologische aspecten. Corina Brussaard vertelde voornamelijk over virussen
maar het was vaak niet duidelijk wat ze precies probeerde te zeggen. Katja Philippart’s deel ging over
de invloed van eutrofiëring, visserij en klimaatverandering en had gelukkig al wat meer diepgang dan
haar colleges tijdens MS1.
Voor bijna elk onderdeel was er een extra toetsmoment in de vorm van een presentatie of essay. De
presentaties over proxies in Damsté’s deel waren zinvol, omdat je dan eindelijk eens “alle” proxies
uitgelegd krijgt. Het essay over sapropelen bij Sangiorgi zorgde ervoor dat je haar deel perfect
begreep en foutloos kon invullen op het tentamen. Nadeel van dat essay was wel dat er 80 pagina’s
primaire literatuur aan vast zaten en het gemaakt moest worden in de week van het eerste
deeltentamen. De werkdrukverdeling tijdens de rest van de cursus was wel normaal en de
tijdsbesteding niet erg hoog. Het afsluitende tentamen was goed te doen (gemiddelde 7,1),
bestudering van oude tentamens zorgde ervoor dat je een aantal vragen al thuis had kunnen maken.
Het was al met al een gezellige cursus, ook mede dankzij de altijd opgewekte Appy Sluys die op
gezette tijden even zijn gezicht kwam laten zien.
Computationele biologie
Let op! Dit is een nieuwe cursus. Het stukje hieronder is een beschrijving van twee jaar gelden van de
voormalige cursus Computationele dierkunde. De inhoud van de nieuwe cursus kan dus verschillen
van de onderstaande beschrijving, raadpleeg de reguliere studiegids voor meer informatie.
Dit vak is bedoeld om je meer inzicht te geven in natuurkunde van de biologie. Je krijgt college van
A.V. van den Berg, zijn assistent en R.J.A. van Wezel. Van den Berg is zeer theoretisch gericht en is
daardoor misschien soms moeilijk te volgen voor een gewone biologiestudent. Daarentegen heeft hij
wel veel geduld, is enthousiast en gaat net zo lang door totdat iedereen het snapt. Zijn assistent geeft
een deel van de werkcolleges en gebruikt makkelijkere termen. Van Wezel neemt de optica voor zijn
rekening (1/3 van de cursus) en doet dit prima. Hij komt vaak nogal warrig over en mompelt soms
een beetje, maar over het algemeen zijn de colleges wel te volgen. Voor alle drie de docenten geldt
dat ze erg goed luisteren naar wat de studenten te zeggen hebben. De cursus bestaat uit drie delen:
Geluid & Gehoor, Optica van het oog en Biomechanica & Lineaire systemen. Geluid & Gehoor en
Biomechanica & Lineaire systemen zijn de meest theoretische delen en worden dan ook gedoceerd
door van den Berg. De gehele cursus bestaat uit colleges en werkcolleges. De werkcolleges
behandelen de theorie uit een vorig college d.m.v. opgaven (wat bijna altijd neerkomt op
sommetjes). De colleges volgen bijna altijd strak het dictaat, wat prettig is. Wel wordt er nog wat
additionele informatie gegeven zoals voorbeelden, verdere uitleg, etc. De cursus zal zwaar zijn voor
mensen die zich niet echt thuis voelen in de natuurkunde. Als je elk (werk)college actief volgt, zit je
goed. Het tentamen is dan ook goed te doen, er komen alleen vragen in voor die ook behandeld zijn
in het werkcollege. Voor degenen die meer natuurkunde in de biologie zouden willen zien, is deze
cursus een absolute aanrader, het voldeed goed aan mijn verwachtingen.
Oriëntatie Communicatie en Educatie in de praktijk (OCEP)
Binnen het cursusaanbod van de opleiding Biologie, is OCEP een beetje de vreemde eend in de bijt.
De volle cursusnaam geeft eigenlijk al meteen juist aan wat je kan verwachten. Ben je geïnteresseerd
in de communicatieve of educatieve praktijk? Zou je je daar wat beter op willen oriënteren, door
bijvoorbeeld te testen of je wel de juiste vaardigheden bezit? Dan is deze cursus daar perfect voor. In
het begin geef je aan of je een Educatie of een Communicatie stage wilt gaan doen, hoewel tijdens de
cursus het ook best mogelijk is om eens bij de andere kant te gaan neuzen, mocht je nu nog geen
goede keus weten te maken.
De eerste paar weken (instituutsweken) zijn voor iedereen hetzelfde. De groep is dan in tweeën
verdeeld waardoor je gericht onderwijs krijgt met steeds maar 20 studenten in een zaaltje. Hier
verwerf je, aan de hand van een aantal hoorcolleges, workshops en opdrachten, een basiskennis van
wat er allemaal komt kijken bij onder andere het juist overbrengen van informatie, de kenmerken
van de doelgroep en verschillende systemen die kunnen helpen bij het opzetten van een les of een
voorlichting. De theorie staat in een map die je aan het begin aanschaft. Er wordt van je verwacht dat
je alles leest, maar dit wordt niet getoetst. Zelf heb je er wel heel veel aan bij het schrijven van je
leerverslag.
Je werkt ook vaak in groepjes, bijvoorbeeld bij het opzetten van een beroepsprofiel. Ook worden je
presentatievaardigheden op verschillende momenten in de cursus getoetst en verder ontwikkeld.
Omdat je in twee groepen van 20 studenten wordt opgedeeld, zijn er in totaal vier docenten voor de
cursus, twee voor elke groep. De vorm van onderwijs verschilde een beetje per groep, maar er zijn
zeker geen slechte docenten bij deze cursus.
Nog tijdens de instituutsweken, wordt je ingedeeld bij je stageplek. Dit gaat via een loting waarbij je
je 1e, 2e en 3e keuze aangeeft, aangezien de ene stageplek vaak populairder is dan de ander. De
ervaringen die je opdoet bij de stage zijn erg afhankelijk van de plek waar je terecht komt en het
product wat daar ontwikkeld moet worden.
Het is in principe ook mogelijk om je eigen stageplek te regelen. Het is daarbij vooral belangrijk dat je
op die plek een begeleider kan vinden die bereid is om je voor het verloop van je stage de juiste
terugkoppeling en aanwijzingen wil en kan geven.
Na de instituutsweken is er een week tussendoor waarin je de eerste kennismaking maakt met de
stageplek en de begeleider en je in meer detail te horen krijgt wat er van je verwacht wordt in de tijd
dat je daar aanwezig bent. Het is namelijk voor iedereen de bedoeling dat er aan het einde van de rit
een product wordt afgeleverd, met een bijgaand verslag waar je een cijfer voor krijgt, maar wat je
dus met je stagegenoten schrijft. De vormen van dit product kunnen ontzettend uiteen lopen.
Tijdens je stage komt één van je docenten langs om te vragen hoe het gaat. Aan die docent kun je
dan aangeven of er nog wensen zijn om bijvoorbeeld bij een andere stage langs te gaan of rond te
neuzen bij een bedrijf/school die dichter ligt bij wat je zou willen gaan doen. Wij zijn bijvoorbeeld nog
naar NEMO geweest en hebben daar een medewerker het hemd van het lijf gevraagd.
Het vak heeft geen tentamen. Allen je persoonlijke leerverslag en het productverslag worden
beoordeeld. Bij het leerverslag is het belangrijk dat je er op tijd mee begint en je aantekeningen of
een logboek bijhoudt om zo later nog te weten wat er precies allemaal is gedaan en behandeld. Voor
het productverslag is het belangrijk dat je ook goed met je begeleider afspreekt wat hij of zij daar in
wil zien, naast dat wat er volgens de richtlijnen van dit vak in moet komen.
Alles bij elkaar is het vak goed te doen. De docenten zijn gemotiveerd en de lessen kleinschalig,
waardoor er een goed contact bestaat met de docenten. Je moet je er wel op voorbereiden dat je
16
gevraagd wordt om aan heel veel zelfreflectie te doen. Deze reflecties helpen je bij je verdere
oriëntatie, dus het is een belangrijk onderdeel van de cursus.
Tropische ecologie/Klimaat verandering
Dit is een nieuwe cursus! Er is dus helaas geen stukje beschikbaar. Ga je deze cursus volgen? Meld je dan aan om een stukje te schrijven voor de volgende gids!
Periode 2 - fulltime cursus -
Scriptiecursus en Onderzoeksproject
- timeslot A + D of B + C / fulltime -
- Niveau 3 -
Scriptiecursus
Deze cursus is de laatste verplichte cursus die je in je bachelor zal doen. Dat maakt hem er echter
niet minder belangrijk op: het is de parel op de kroon die je bachelor is. Een mooi resultaat voor je
bachelor kan zich terug betalen in wellicht een stagemogelijkheid bij de vakgroep waarbij je je
scriptie hebt geschreven, maar boven alles leidt een goed resultaat tot een goed gevoel. De
inschrijfprocedure voor dit vak is iets anders dan dat je gewend bent bij andere vakken. De
inschrijving gebeurt eerst via Osiris, maar daarna zal je van de cursuscoördinator (Henri Groeneveld)
een e-mail krijgen met een formulier waarop je je eerste drie voorkeuren voor een vakgroep moet
aangeven. Vervolgens zal er wat gepuzzeld worden om zoveel mogelijk mensen aan hun wensen
tegemoet te komen. Er zijn altijd vakgroepen die veel populairder zijn dan andere, zoals
gedragsbiologie. De kans dat daarvan je eerste keuze wordt gehonoreerd is lager dan bij andere
vakgroepen en sta er dus niet van te kijken als je niet wordt ingeloot.
Na het eerste college zal je kennis maken met je begeleider. Afhankelijk van je begeleider en
zijn/haar manier van kijken zul je een onderwerp krijgen of een onafgebakende richting. Dit is vaak
ook af te stemmen aan je eigen voorkeur. Er zijn een paar verplichte colleges die gegeven worden
door Henri. De colleges zijn altijd erg leuk als je houdt van lange verhalen. Ook voor veel feitjes en
anekdotes die verder niets met je scriptie te maken hebben kun je bij Henri terecht. Voor een
enkeling kan het een zure appel zijn waar je even door heen moet bijten. Er is ook een boek
betrokken bij de cursus: “een leesbare scriptie” die absoluut handig wordt gevonden door Henri
Groeneveld, ik vond het boekje overbodig. Er is ook een werkcollege waarin je bibliotheekinstructie
krijgt. Dat heb je vaak al in je tweede jaar gehad maar het is zeer verfrissend om het allemaal nog een
keer te horen. Je leert effectiever te zoeken naar literatuur (Web of Science, Scopus etc.) en je leert
je gevonden literatuur beter te bewaren en te organiseren (RefWorks).
Dan de scriptie zelf nog schrijven, je zou het haast vergeten maar daar gaat het uiteindelijk om.
Reken er op dat je veel meer dan de 20 uur per week die er officieel voor staan mee bezig zal zijn.
Het is wel te combineren met een andere cursus zolang die niet te zwaar is. In uitzonderlijke gevallen
loont het ook om je andere vak te laten vallen om al je aandacht te kunnen richten op je scriptie. Je
scriptie schrijven is dus geen makkelijke taak, maar wanneer je eenmaal klaar bent houd je er een
zeer goed en voldaan gevoel aan over. Dat maakt alle tegenslagen die je tegenkomt, lange dagen, en
RSI helemaal goed!
Onderzoeksproject
Het Onderzoeksproject zou in de vierde periode voor het eerst georganiseerd worden, maar ik ben
een van de gelukkigen die het in de tweede periode als pilot heeft mogen volgen. Wanneer je voor
deze cursus kiest, kun je het schrijven van de scriptie combineren met een ministage. Je mag zelf
bepalen hoe je de tijd indeelt, zolang je maar ongeveer vijf weken aan beide onderdelen besteed.
18
Zelf heb ik ervoor gekozen om eerst vijf weken fulltime aan het onderzoek te werken, om vervolgens
de resterende vijf weken aan het schrijven van mijn scriptie te besteden. Bij nader inzien is het
wellicht slimmer om deze werkzaamheden wat meer af te wisselen, want vijf weken van 9:00 tot
17:00 aan een scriptie werken kost erg veel geestelijke inspanning.
De meeste studenten zullen tijdens het onderzoeksproject iemand (bv. een aio) assisteren bij
zijn/haar onderzoek. Ik mocht echter een eigen onderzoek verrichten, namelijk naar de evolutie van
corbiculate bijen (zoals honingbijen en hommels). Dit onderzoek deed ik op het moleculaire
laboratorium van Roy Erkens, omdat ik de DNA-sequentie van een bepaald gen wilde verkrijgen voor
verschillende soorten bijen. Het werk was erg gevarieerd, namelijk van het vangen van bijen tot het
sequencen van DNA tot het analyseren van de data achter de computer. Helaas bleek het
onderzochte gen niet geschikt, waardoor ik geen bruikbare onderzoeksresultaten verkreeg. Dit zeg ik
om aan te geven dat je niet teleurgesteld moet zijn wanneer er geen harde conclusies uit je
onderzoek komen. Het doel van het Onderzoeksproject is daarentegen om ervaring op te doen met
onderzoek en dat doe je weldegelijk.
Bij het Onderzoeksproject hoort ook het houden van een presentatie voor je werkgroep. Hierin
zullen de resultaten van je onderzoek besproken worden. Afhankelijk van je begeleider dien je ook
een verslag in te leveren van het verrichte onderzoek.
Naast het onderzoek werk je aan je scriptie. Deze thesis is geen uitgebreide uitwerking van het
onderzoek, maar je moet eerder als een losstaand geheel zien. Het is echter wel mogelijk om je eigen
onderzoeksresultaten erin te verwerken.
Ik vond deze cursus zeer leuk en leerzaam. Aangezien het onderwerp van de scriptie gerelateerd is
aan het onderzoek, was ik extra gemotiveerd om aan mijn scriptie te werken. Een bijkomend
voordeel is dat de benodigde wetenschappelijke literatuur zowel betrekking heeft op de scriptie als
op het onderzoek, waardoor het lezen een veel leukere bezigheid wordt. Daarnaast ben je tijdens
deze cursus veel op jezelf aangewezen: je zult zelf tijdig contact op moeten nemen met je
begeleider(s), je moet een degelijke tijdsplanning aanhouden, je dient creatief te zijn met het
bedenken van oplossingen. Het is daarmee een uitstekende voorbereiding op de
onderzoeksprojecten tijdens je master.
Het Onderzoeksproject is dus echt een aanrader, zeker wanneer je het leuk vindt om onderzoek te
verrichten. Graag wil ik nog als tip meegeven dat je veel uren aan het onderzoek kwijt kunt zijn.
Houdt daarom een strakke planning aan, zodat je scriptie niet in het gedrang komt.
Dankwoord
De Onderwijscommissie wil iedereen bedanken voor hun bijdrage aan het tot stand komen van deze
gids.
Bedankt!
Top Related