3
Beste leerkracht,
U heeft met dit pakket een professioneel en praktisch goed werkbaar pakket in handen
voor het geven van lessen over Bijbelvertaalwerk.
Het thema dat centraal staat is: Een Bijbel voor iedereen!
Er zijn nog miljoenen mensen zonder een Bijbel in hun eigen taal. Het doel van deze
lessen is dat kinderen leren inzien waarom de Bijbel zo belangrijk is. Ze ontdekken
wat God aan het doen is in andere culturen in de wereld en hoe ze op jonge leeftijd al
een steentje bij kunnen dragen aan het Bijbelvertaalwerk en het verspreiden van Gods
Woord.
We zijn erg dankbaar voor het vertrouwen dat u in ons lespakket heeft. Wycliffe is
van u afhankelijk voor het overbrengen van de boodschap aan de leerlingen. Dankzij
uw inzet hebben de leerlingen veel plezier in de lessen over Wycliffe, worden ze
geïnspireerd om anderen te helpen.
Op de volgende pagina wordt uitgelegd hoe u dit lespakket kunt gebruiken.
Ik wens u veel plezier met deze lessen!
Bram van Grootheest
Directeur Wycliffe Bijbelvertalers Nederland
4
Een Bijbel voor iedereen!
Wycliffe lespakket groep 4, 5 en 6
Handleiding
Hoe gaat het er precies aan toe als je als zendeling in een ander land woont? Waarom zou je
sowieso in een ander land gaan wonen? Hoe is het om je aan te moeten passen aan een heel
andere cultuur? Is het moeilijk om de Bijbel te vertalen?
Dit Wycliffe lespakket is geschikt voor de groepen 4, 5 en 6 van de basisschool en bestaat uit
de volgende vijf lessen:
Les 1 - Belang van leesonderwijsLes 2 - Dagelijks broodLes 3 - KokenLes 4 - Muziekinstrumenten makenLes 5 - Zet je in voor Wycliffe!
U kunt zelf bepalen in welke volgorde u de lessen aanbiedt en hoeveel tijd u aan elke les wilt
besteden. Dit lespakket bevat ook een lijst met gebedspunten die u kunt gebruiken.
De lessen bestaan uit interactieve onderdelen en verhalen, leuke spellen, werkjes en
oplossingsgericht werken, en zijn met name gericht op Afrika. In dit lespakket gaan
bewustwording en actie hand in hand. De antwoorden van diverse opdrachten vindt u
achterin dit lespakket.
Wycliffe reiskoffer
Bij deze lessen hoort een ‘Wycliffe reiskoffer’ met materiaal. U kunt deze koffer gratis bij ons
opvragen via [email protected] of door te bellen naar 0343-517444.
Geldinzamelingsactie
Naast de lessen kunt u de leerlingen motiveren voor een geldinzamelingsactie. Er is
geen vaste vorm hiervoor. Wel willen we u aanmoedigen hierover na te denken, zodat de
leerlingen ook op die manier actief betrokken worden bij zending en het Bijbelvertaalwerk.
U kunt bijvoorbeeld kiezen voor een verkoopactie van de werkstukken en spullen die de
kinderen tijdens de lessen maken, of een verkoopactie van stroopwafels.
U kunt ook het zendingsgeld van een bepaalde periode voor Wycliffe bestemmen. Wij denken
hierin graag met u mee; neem gerust contact op als u hierover vragen heeft.
Les 1 Belang van
leesonderwijs
in de reiskoffer• handpop
• cd in Kabwa-taal
• Genesis in Kabwa-taal
DoelLeren inzien hoe belangrijk het is om te leren lezen en ook om de Bijbel te kunnen
lezen. De leerling maakt kennis met het Bijbelvertaalwerk van Wycliffe door zelf aan de
slag te gaan met het vertalen van een tekst in beelden.
Een Bijbel voor iedereen
6
Inleiding Voorlezen en vraaggesprek
Introduceer de handpop en geef de pop samen met de klas een buitenlandse
naam. Zoek een aantal namen op en laat de kinderen hieruit kiezen, bijv. Fayo,
Sara of Ajani.
Laat nu het Genesis boekje in de Kabwa-taal zien en laat de kinderen er
doorheen bladeren. Het Kabwa is een taal die gesproken wordt in Tanzania.
Lees met de handpop onderstaand verhaal voor.
Leren lezen is belangrijk! ‘Het gezicht van Amali glimt van trots. Ze is zo blij voor haar oma. Haar oma,
die al zó oud is dat ze met een stok langzaam rondschuifelt. Oma heeft het
best zwaar gehad in haar leven en ze heeft altijd hard moeten werken. Amali is
dol op haar oma en is vaak bij haar in de buurt. Haar oma heeft de afgelopen
maanden trouw een leesklas gevolgd. Daar heeft ze samen met een heleboel
kinderen geleerd om te lezen in haar eigen taal. Vandaag krijgt ze haar
diploma. Zij is de oudste van de klas en daarom krijgt ze het Nieuwe Testament
en het eerste boek van het Oude Testament, Genesis, in haar eigen taal. Even
later zit oma in de schaduw van een boom aan Amali uit Genesis voor te lezen.
Amali vindt het prachtig! Oma heeft niet door dat er ook andere mensen bij
komen staan. Ze blijft maar doorlezen. Plotseling roept oma blij “God spreekt
ookmijntaal!”Amalikijktomalachendaan“Oma!Watfijndatuzogoedkan
lezen, en dat we een Bijbel in onze eigen taal hebben!”
In de klas deed oma altijd zo haar best. Het was voor Amali soms een gek
gezicht om haar oma tussen al die kinderen te zien zitten. Maar nu kan oma in haar eigen taal
lezen, een taal die ze allebei door en door begrijpen. Zo kunnen ze de Heere God leren kennen.’
Materiaal
Uit de reiskoffer• handpop
• cd in Kabwa-taal of
geluidsfragment ‘Jona in Kabwa-
taal’ van internet (http://tinyurl.
com/geluidsfragmentjona)
• Genesis in Kabwa-taal
•Woordenlijst Kabwa
Zorg zelf voor• scharen, lijm, papier, tijdschriften,
potloden of ander tekenmateriaal
• computer met printer
• Bijbels
Bijlagen• Jona puzzel
• Jona liedjes
• voorgedrukt kwartetvel
• zoek-de-verschillen kleurplaat
• Bijbelvertaalkleurplaat
• het Onze Vader in het Kabwa
• de Bijbelvertaal kleurplaat
VraaggesprekOma heeft leren lezen in haar eigen taal terwijl ze al oud is. Waarom zou ze dat gedaan
hebben? Bijvoorbeeld:
• Om te weten waar ze haar handtekening voor zet.
• Om informatie te lezen over gezondheid, of bijvoorbeeld de verzorging van
kinderen of koeien.
• Om meer te leren over de wereld buiten haar eigen dorp.
• En natuurlijk om de Bijbel te lezen in haar eigen taal!!!
Waarom is het dan zo belangrijk om de Bijbel in je eigen taal te kunnen lezen?
• In een andere taal begrijp je er niets van.
• Als je de Bijbel leest, kun je God leren kennen en zijn Zoon Jezus, de Redder.
• Als je iets niet zo goed weet, kun je in de Bijbel lezen wat God ervan vindt.
• Veel mensen in Afrika zijn bang voor toverdokters en geesten. Als je de Bijbel
leest, zie je dat je niet bang of verdrietig hoeft te zijn, maar dat je kunt schuilen
bij God.
Een Bijbel voor iedereen
7
Bij deze opdracht kunt u de kinderen samen of alleen laten werken.
‘Hoe is het als je iets duidelijk moet maken aan een ander volk, bijvoorbeeld in Afrika? Je spreekt
hun taal niet, maar je wilt toch het verhaal of de tekst duidelijk maken.’ Lees samen uit Jona. Kies
een tekst of een tekstgedeelte.
Laat een stukje van de cd met
Kabwa-taal horen of luister het
geluidsfragment ‘Jona in het
Kabwa’ (http://tinyurl.com/
geluidsfragmentjona).
De leerlingen mogen proberen het
gekozen tekstgedeelte te vertalen
in een stripverhaal, een collage,
een drama, gebaren of een lied. Kinderen kunnen hierbij eventueel ook plaatjes gebruiken uit
tijdschriften of van internet.
Als de kinderen klaar zijn, kunt u de resultaten samen bespreken, bekijken en beluisteren. Laat
de kinderen vertellen hoe ze het hebben aangepakt en tegen welke problemen ze aanliepen. Zo
ervaren ze een klein beetje hoe moeilijk het is om iets in een andere taal weer te geven.
AfsluitingVoorlezen Onze Vader in Kabwa
Lees tot slot als leerkracht het Onze Vader voor in de Kabwa-
taal of laat de cd horen met het Onze Vader in het Kabwa erop.
Leg uit dat dit een van de moedertalen is in Tanzania. In de
volgende les gaan we daar dieper op in!
TIp! Laat de leerlingen de zoek-de-verschillen
kleurplaat of de Bijbelvertaalwerkkleurplaat maken.
TIps!
Jona puzzel voor leerlingen die eerder klaar zijn (zie bijlage).
Jona liedjes zingen en beluisteren (zie bijlage).
Spel: Laat de leerlingen iets uitbeelden (een verhaal of een
woord) en laat de andere leerlingen het raden en navertellen.
TIp!
Kwartet maken bij het Jona verhaal!
Een kwartet bestaat uit 8 à 10 sets van 4 kaarten. Bedenk
eerst de categorieën en de 4 namen die bij iedere categorie
horen. In de bijlage vindt u een voorgedrukt vel waar de
plaatjes of tekeningen op gemaakt worden. Leg ook een
voorbeeldkwartetspel neer.
Laat de leerlingen een doosje of een tas maken waar het
kwartetspel in kan.
KernopdrachtVertalen van een tekst of Bijbelboek
Vertel de leerlingen: wist je dat... Wycliffe ook heel veel vertaalwerk doet? Wycliffe wil graag dat alle volken het Woord van God
(de Bijbel) in hun eigen taal kunnen horen. Dit is een belangrijke maar pittige klus! Proberen jullie nu ook maar eens iets te
vertalen met de volgende opdracht:
Middenbouw Bijlage Les
8
1: Jona puzzel
o d n e v r e t s k
w n i n e v e s g w
h o g l i i e n e a
i t n i r d i a d a
t u r d d v o n u d
t h r o e a f o l i
e e d g u r n j d e
v m r o w w b e i r
m e n s e n e o g e
v w u d a h c s o n
l i e f d e v o l m
Streep deze woorden weg uit de woordzoeker:
Jona – wonderboom – Nineve – schaduw – genadig – vergeving – liefdevol – geduldig – trouw – sterven – dood – kwaad – hut – worm – hitte –
verdriet – mensen – dieren
Zet de overgebleven letters op de streepjes.
G _ _ _ _ _ _ _ _ _ is groot!
Middenbouw Bijlage Les
9
Je kunt de liedjes ook op Youtube beluisteren!
Jo-jo-jona God zei tegen Jona: “Ga naar Ninevé,
de mensen daar doen allemaal gemeen”
Maar Jona dacht: “Ik ga er met een boot vandoor,
want Ninevé, daar ga ik mooi nie’heen.”
Midden op de zee ging er opeens iets mis,
want God stuurde een vreselijke storm.
Maar Jona lag te slapen,
dus hij had niks door,
De rest van de bemanning schrok enorm.
Jo, Jo, Jona, wat is dat nou,
waarom doe je toch zo dom?
Straks gaat er nog echt iets fout.
Jona je vraagt er zelf om.
Jona zei:”t Spijt me, maar het is mijn schuld,
want ik was ongehoorzaam aan Gods woord.”
Ze vroegen ‘m: “Wat moeten we nu met je doen?”
en Jona zei: “Gooi mij maar overboord.”
Nadat ze dat deden werd de zee weer kalm,
en toen verscheen een hele grote vis.
Die slokte Jona op en ja, daar zat ie dan,
drie dagen en drie nachten, ’t was niet mis.
Jo, Jo, Jona, dat krijg je nou,
doe dan toch ook niet zo dom!
Nu gaat er dus echt iets fout.
Jona, je vroeg er zelf om.
Daar bad hij tot de Heer en hij was reuze blij,
dat God hem uit het water had gered.
En God zei tot de vis: “Spuug ‘m dan nu maar uit.”
en Jona werd toen op het strand gezet.
Uiteindelijk ging Jona toch naar Ninevé,
vertelde hun wat God hem had gezegd.
De mensen kregen spijt en God vergaf hun schuld,
en zo kwam alles toch nog goed terecht.
Ja, Ja, Jona, zo hoort het nou,
had ’t maar meteen gedaan.
Luister altijd naar de Heer,
dan zal het zeker beter gaan.
Jona [Elly en Rikkert]
Op een dag zei God tegen Jona
Luister goed
Jona, Jona, ga naar Ninevé
Jona, Jona, ga naar Ninevé
Maar Jona die zei ‘nee
Ik wil niet naar die nare stad
De mensen daar die kunnen me wat’
Zei Jona en hij ging op pad
Tot hij een schip gevonen had
Dat voer naar Tarsis over zee
Maar niet naar Ninevé
Jona, Jona, ga naar Ninevé
‘Ik wil niet’
Jona, Jona, ga naar Ninevé
Maar God ging met hem mee
Hij stuurde ‘t schip in een orkaan
En de mensen riepen ‘Wij vergaan’
En ach, het lot wees Jona aan
Die zei ‘Ik heb wat doms gedaan
Ik wou niet luisteren naar Gods woord
Gooi mij maar overboord’ Plons!
Jona, Jona, ga naar Ninevé
Jona, Jona, ga naar Ninevé
Maar daar zwom een vis in zee
Die lustte Jona al te graag
Drie dagen zat hij in zijn maag
Daar riep hij ‘Heer, U zij geloofd
Ik zal doen wat ik heb beloofd’
En de vis zwom pijlsnel naar het strand
En spuugde hem aan land
Jona, Jona, ga naar Ninevé
‘Ik wil wel’
Jona, Jona, ga naar Ninevé
‘Ik ga al’
Jona, Jona, ga naar NInevé
‘Ik ga naar Ninevé’
CD: Samen, Een boom vol liedjes (deel 1), Voor de
allerkleinsten (deel 2)
1: Jona liedjes
Middenbouw Bijlage Les
10
Daar loopt Jona, de profeet
Daar loopt Jona de profeet.
God stuurt hem naar Ninevé.
Maar hij wil daar niet naar toe.
Jona kiest de weg naar zee.
In de haven ligt een schip.
“Schipper, mag ik met u mee?”
Jona vlucht nu voor de HEER.
Maar God ziet hem ook op zee.
Kijk! De zee blijft niet lang stil.
O, wat zijn de golven groot.
Jona slaapt heel rustig door,
ook al is het schip in nood.
Maar dan roept de schipper bang:
“Vraag jouw God of Hij ons hoort!”
Als het lot op Jona valt,
zegt hij, “Gooi mij over boord!”
Na drie dagen in de vis
komt hij heelhuids uit de zee.
Dan buigt Jona zich voor God:
nu gaat hij naar Ninevé.
Els Overbeeke (1955) bewerking: T.J. van Driel
1: Jona liedjes
Middenbouw Bijlage Les
11
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
www.onderwijsmaakjesamen.nl
1: Kwartetspel
Middenbouw Bijlage Les
12
Onze Vader in Kabwa
Taata wetu unú oringi mu-rwire,
eriina ryaho rikumibhwe.
Obhukama bhwaho, bhuuje.
Ameega gaaho gakoreke,
mu-kyaro hanu, kya ego mu-rwire eyo.
Otuhaane ebhyakurya bhya kira orusiku.
Otwabhire obhusarya bhwetu,
kya ego na bheetu turabhaabhira bhanú bharatusarirya.
Otakaatutiga tusohe mu-masakyo.
Nawe otutuurye na urya omusarya.
1: Onze Vader in Kabwa
Middenbouw Bijlage Les
16
woordenlijst bij Onze Vader
Obhukama - koninkrijk
mu-rwire - in de lucht/hemel
Taata - vader
mu-kyaro - op de aarde
eriina - naam
ebhyakurya - eten
orusiku - dag
obhusarya - onrecht/fout/schuld
mu-masakyo - inverleidingen/verzoekingen
omusarya - boze/slechte
bhuuje. - moge komen
oringi - is
Ameega - wil/verlangen
gakoreke - moge worden gedaan
rikumibhwe - zij geprezen
Otwabhire - vergeef ons
turabhaabhira - wij vergeven
bharatusarirya - ons iets hebben aangedaan
Otakaatutiga - laat ons niet los
tusohe - we zouden ingaan
otutuurye - verlost u ons
Otuhaane - geef ons
unú - die
ryaho - uw
bhwaho - uw
gaaho - uw
hanu - hier
kya ego - zoals
eyo. - daar
wetu - onze
bhya - van
kira - iedere
bhwetu - onze
kya ego - zoals
na - ook/en
bheetu - wij
bhanú - zij die
Nawe - maar
na - van
urya - die
2: Woordenlijst kabwa
Les 2 Dagelijks brood
DoelLeerlingen kennis te laten maken met een andere taal: het Kabwa. Ze leren wat een
moedertaal is en maken kennis met het werk van een van de vertalers die voor Wycliffe
werkt. Ze krijgen inzicht in hoe moeilijk het werk soms kan zijn en waar een vertaler
soms tegenaan loopt, en ze denken actief over woorden die lastig te vertalen zijn.
in de reiskofferBij deze les heeft u niets uit de
reiskoffer nodig
Een Bijbel voor iedereen
18
InleidingLezen Onze Vader in het Kabwa, gesprek en een Bijbelverhaal
Start de les met het voorlezen van het Onze Vader in Kabwa (zie bijlage les
1). Zorg dat iedere leerling ook een kopie heeft. Laat de leerlingen het zelf
doorlezen en lees het samen hardop voor. Misschien is er een leerling die het
alleen durft voor te lezen.
Gesprek (groep 5 en 6)• Vraag de leerlingen of ze nog weten uit welk land deze taal komt
(Tanzania). Laat de leerlingen op de kaart of via Google Maps zien waar dit
ligt. Vertel de leerlingen dat de hoofdtaal in Tanzania het Swahili is, maar
dat er ook meer moedertalen in Tanzania zijn. Een van deze moedertalen is
het Kabwa.
• Vraag de leerlingen wat een moedertaal is: de taal die je spreekt en leert
als je een kind bent. Onze moedertaal is Nederlands. In Nederland zijn er
ook andere talen zoals het Fries. Het Fries is de moedertaal van mensen uit Friesland, maar
het Nederlands blijft de hoofdtaal van het land. Zo kun je het ook een beetje zien bij de
talen in Tanzania. Een moedertaal is de taal die je het beste begrijpt.
•Wie heeft jou ooit het Evangelie uitgelegd? En in welke taal was dat?
•Waarom is het zo belangrijk om de Bijbel te vertalen in een moedertaal? (De Heilige Geest
gebruikt de moedertaal om de harten van mensen te raken. Door de Bijbel in hun eigen
moedertaal te lezen, komen mensen tot geloof).
Lezen: Genesis 11:1-9 (verhaal over de torenbouw van Babel). Eventueel kunt u de dag starten
met dit Bijbelverhaal. Leg uit dat toen alle verschillende talen zijn ontstaan. Vertel ze nogmaals
dat het erg belangrijk is om ieder volk een Bijbel in de eigen taal te geven!
Materiaal
Zorg zelf voor• geluidsfragment Kabwa (http://
tinyurl.com/Bijbelinkabwa)
Bijlagen• het Onze Vader in het Kabwa
(bijlage les 1)
• kaart moedertalen Tanzania
•woordenlijst Kabwa
• kaart dialectgebruik
• puzzelkleurplaat tellen in Afrikaans
• opdracht Devanagri letters
• verhaal ‘De stem uit de doos’
KernactiviteitVertellen en diverse kaarten bestuderen
Vertel de leerlingen iets uit het werk van Bijbelvertaler André
Kamphuis
In Tanzania wordt er Swahili gesproken, dat is de hoofdtaal van
dit land. Er werd eerst alleen in het Swahili gebeden. André
Kamphuis werkt als Bijbelvertaler bij Wycliffe. Hij werkt aan
de vertaling van het Onze Vader in de Kabwa-taal. Het Kabwa
is de moedertaal van veel mensen in Tanzania. Het is daarom
heelergfijnvoordemensendiedezetaalsprekendaternu
ook gebeden kan worden in het Kabwa.
Tijdens het vertalen van het Onze Vader ontstond er een leuk
gesprek over de zin “Geef ons heden ons dagelijks brood”. In
de Kabwa vertaling staat er letterlijk “Geef ons vandaag ons
dagelijks eten”. Maar er was iemand die vond dat je eigenlijk
‘brood’ zou moeten gebruiken en niet ‘eten’. Toen vroeg André:
“Hoe vaak eet u brood per week?”. Hij zei toen “Eigenlijk
nooit”. Hij antwoordde “En toch vraagt u elke morgen weer om
brood?”. Waarop ze samen moesten lachen. Brood wordt in die
dorpen eigenlijk nooit gegeten, misschien maar één keer per
jaar tijdens een bruiloft. In plaats van brood eten de mensen
iedere dag ugali, een stevige, buikvullende pap van meel. Dat
is voor deze mensen het dagelijkse eten dat zij nodig hebben.
Jezus bedoelde met brood: dagelijks eten. Hij wilde daarmee
zeggen dat je alles wat je elke dag nodig hebt, mag vragen aan
de hemelse Vader. Het woord ‘eten’ is dan goed gekozen en
beter te begrijpen.
TIp! Kijk op de weblog van André Kamphuis:
www.Bijbelvertaalwerk.nl
Een Bijbel voor iedereen
19
Vragen om klassikaal te bespreken• Beluister de Kabwa-taal op YouTube (http://tinyurl.com/Bijbelinkabwa).
•Wat is een dialect? Spreek jij er ook een? Op de website van het Meertens instituut staan een aantal
opnames van Nederlandse dialecten (http://tinyurl.com/nederlandsedialecten). Beluister ze samen!
• Kun jij nog meer woorden bedenken die bij het vertalen moeilijk zouden zijn? Maak eens een lijstje!
(Er zijn bijvoorbeeld mensen die nog nooit een kudde schapen hebben gezien, of mensen die niet
weten wat een zee is).
• Bekijk samen de kaart van Tanzania waarop de diverse moedertalen te zien zijn (zie bijlage). Laat ze
de Kabwa-taal opzoeken in de lijst en op de kaart. Hoeveel moedertalen tellen ze?
• Lees de woordenlijst van het Kabwa (zie bijlage). Bestudeer deze samen met de leerlingen en vraag
wat hun opvalt aan de taal. Er zijn veel y’s, soms een punt achter het woord, soms een hoofdletter.
Extra uitdaging:• Hoe zijn de dialecten
ontstaan? Gebruik de
computer om het op te
zoeken!
In het verleden had elke
streek van Nederland een eigen (oud) Germaanse taalvariant. Deze varianten leken erg op elkaar,
vooral in dorpen die dicht bij elkaar lagen. Hoe groter de afstand tussen de dorpen, hoe groter het
verschil was tussen de dialecten. Op een gegeven moment wilden de mensen beter met elkaar
communiceren. Toen is er rond 1600 in Nederland en Vlaanderen een begin gemaakt met een
algemene schrijftaal.
• Hoeveel dialecten telt Nederland? Geef de leerlingen het kaartje uit de bijlage over het
dialectgebruik.
• Het is heel moeilijk om dit precies te zeggen! Want er zijn zoveel variaties in dit kleine land. Je
kunt bijvoorbeeld het Zeeuws een dialect noemen, maar eigenlijk heeft elk deel van Zeeland weer
zijn eigen dialect. In Friesland, Limburg en Zeeland spreekt 70% dialect, in Groningen, Drenthe en
Overijssel 50-60% en in Zuid-Holland en Utrecht nog af en toe.
• Noem eens een aantal voorbeelden van dialect en schrijf ze op!
Amelands: Hoe heet jij? – Hoe hiet jou? ..of neus – snuut
Amsterdams: Hij heeft er wel verstand van – Hij hep er wel sjoege fan ..of 100 euro - meier
Gronings: Alles goed jongen? – Aal goud mien jong? .. of geit – sikke
Brabants: Een dutje doen – Een toerke maffen
Zeeuws: een hond – ún ont .. of het jongste kind – het kakkenisje
Utrechts: Ik ga even liggen – Ik goat effe leggen .. of feestje – feesie
Individueel of samen: Laat de leerlingen het Onze Vader vertalen in hun eigen spreektaal. U kunt ze
de Kabwa-woordenlijst laten gebruiken bij het vertalen. Ze kunnen ook een lied of drama bedenken als
vertaling.
AfsluitingVerhaal
Vertel het verhaal ‘De stem uit de doos’. In dit verhaal gaat het
over het Swahili als hoofdtaal en Turkana als moedertaal.
TIp! Maak de puzzelkleurplaat over tellen in het Afrikaans.
Samen nabespreken en tellen in het Afrikaans is een leuke extra
rekenactiviteit! (zie bijlagen)
TIp! Werkblad met letters in Devanagri (Indisch) schrift
waarbij de leerlingen een geheime boodschap kunnen
ontrafelen en hun eigen naam kunnen vertalen.
Middenbouw Bijlage Les
22
www.wycliffe.nl
Bijlageles2-Puzzelkleurplaat
Gebruik de Nigeriaanse manier van op je vingers tellen om erachter te komen hoeveel kilometer het is naar Abuja. Abuja is de hoofdstad van Nigeria.
2: puzzelkleurplaat
(zie foto’s volgende bijlage)
Middenbouw Bijlage Les
24
Vertalen met Devanagri letters Devanagri is een schrift dat wordt gebruikt in veel Indiase talen! Het wordt geschreven van links naar rechts. De woorden worden aan elkaar geschreven zodat de streep aan de bovenkant één lijn is. Ze hebben dus geen verschil tussen hoofdletters en kleine letters!
1. Probeer de boodschap te ontcijferen met behulp van het alfabet in de
tabel. Het is in het Nederlands, alleen zijn de letters anders.
yH ¢Ck¢H´ C˜ yH tAA´ ¹A˜ kH ÌA¯t
Oplossing:___________________________________________________
2. Schrijf je eigen naam met deze letters.
Jouw naam:
___________________________________________________________
A B C D E F G H I J K A ¢ g y H ž U Ì C k L
L M N O P Q R S T U V ´ § ˜ J › S ¯ È t E ¹
W X Y Z » MÈ ª m
2: Devanagari letters
Middenbouw Bijlage Les
25
De stem uit de doos
In de stille avond zit Ekidor voor de hut. Straks gaan ze eten. De vuurtjes branden al. ‘t Wordt snel donker. De sterren komen
tevoorschijn aan de blauwzwarte hemel. Het lijkt wel of ze tegen hem knipogen. Hij moet denken aan wat zijn opa hem eens
vertelde: “Sterren zijn de vuren, waarbij onze voorouders zitten.” Ekidor kan zich dat niet goed voorstellen. Wel weet hij van de
geest die woont in de grote oude boom. Ook weet hij dat er bij het erf een heel eind verderop een geest is. Dat weet iedereen.
Alle kleine kinderen worden daarvoor gewaarschuwd. Met geesten weet je immers nooit waar je aan toe bent. Maar dat zijn
geesten hier op de grond, op plaatsen die je kent. Wat opa vertelde ging over iets dat ver weg is, hoog in de lucht. Nog eens
kijkt Ekidor omhoog. Stiekem knipoogt hij terug naar een heldere ster. Een vuurtje in de lucht...? Och, wat kan het hem ook
schelen. Zolang die geesten uit zijn buurt blijven vindt hij het best.
Natuurlijk moet je wel rekening houden met die geesten. Gisteren zijn er nog een paar geiten geslacht als offer. Het heeft al
zo lang niet geregend. Misschien dat die verre Akuj, die regen kan geven, nu eindelijk zal ingrijpen. De dieren van de kudde
zijn mager geworden. Ze hebben gehoord van veediefstallen door de Pokot. Die smeerlappen vullen hun veestapel aan door
op strooptocht te gaan. Binnenkort zullen de Turkana wel eens terugslaan. Zo gaat het al zo lang men zich kan herinneren,
want de Turkana en Pokot zijn vijanden. Dat zal altijd wel zo blijven. ‘t Wordt wel steeds gevaarlijker. De laatste jaren wordt er
gevochten met nieuwe wapens. Ook de Turkanagroep van Ekidor heeft enkele geweren gekocht. Ze kostten wel heel wat, maar
met die dingen ben je heel wat mans. Je kunt op grote afstand blijven en toch de vijand verwonden of doden. Je richt... Pang!...
en daar ligt-ie. Het is bijna niet te geloven. Sinds die tijd kijkt hij met nog meer ontzag naar de soldaten en askari’s (politie)
als hij die ziet. Maar dat gebeurt heel zelden. Zelf heeft hij natuurlijk geen geweer. Vader ook niet. De wapens die ze hebben,
zijn al heel lang bekend: polsmessen, speren, een boog met pijlen. Vorige week hebben ze staan kijken hoe de smid op zijn
houtskoolvuurtje bezig was met het maken van speerpunten. Morgen zal hij eens kijken of alles nog goed scherp is. Je weet
maar nooit!
Na het eten wordt het stiller. Enkele moeders roepen naar hun kinderen. Hier en daar mekkert een geit, mannen praten met
gedempte stemmen nog wat na. De meeste vuurtjes gaan uit. Iedereen gaat slapen, behalve de waker. Iemand moet de wacht
houden over de mensen in de hutten en de dieren in de kraal van doorntakken. Ook Ekidor is de hut ingekropen. Hij rolt zich in
zijn deken en slaapt al gauw. De sterren fonkelen nu helder aan de donkere nachthemel.
Het is nog vroeg als de mensen en dieren de volgende morgen weer wakker worden. De dieren het eerst. Zodra de lucht lichter
wordt op de plaats waar de zon zal opkomen, beginnen ze te bewegen en geluiden te maken. Daarvan wordt tenslotte iedereen
wakker, ook Ekidor. Hij rekt zich eens lekker uit en slaat daarna het stof uit zijn deken. Met een knoop op zijn schouder bindt
hij de deken om en gaat naar zijn geiten. Ja, al is hij nog jong, toch is hij een echte Turkana-herder. Steeds beter leert hij het
moeilijke herdersvak. Daar komt heel wat bij kijken. Hij leert hoe je het vee moet verzorgen, hoe je water en voedsel moet
opsporen, hoe je de weg vindt in de woestijn, wat je moet doen met zieke dieren, en nog veel meer. Maar lezen en schrijven
leert hij niet. Af en toe horen ze wel eens iets over scholen, waar je naar toe kunt gaan om veel dingen te leren. Maar die
scholen staan ver weg in de dorpen en zij wonen niet in een dorp. Eigenlijk wonen ze nergens. Ze trekken rond, steeds op zoek
naar de beste plaatsen voor hun geiten en dromedarissen. Zij kunnen niet zonder hun vee, hun vee kan niet zonder hen. Hun
huis, een hut van takken, is gauw genoeg afgebroken en weer opgebouwd. Nee, Ekidor moet die school voorlopig nog maar
vergeten.
Heel in de verte horen ze iets. Een ronkend geluid wordt sterker en sterker. Wat moet dat zijn? Iemand wijst naar een stofwolk,
diesneldichterbijkomt.Hetisiemandopeenmotorfiets.Sjonge,wateenknetterding.Hetgaatwelhard,hetdrogezand
wervelt hoog op. Als de man afstapt blijkt hij helemaal onder het stof te zitten. Het is plotseling weer stil als de motor is afgezet.
Demanvandemotorfietsgaatwatmetenkelemannenpraten.Ekidorhoorthemzeggendathijmorgenterugkomtomzeiets
belangrijks te vertellen. Wat zou dat zijn? Hij is benieuwd. Morgen zullen ze maar eens gaan luisteren. Ze hebben er tijd genoeg
voor. Ekidor gaat ook, hij wil dat wel eens horen.
2: Verhaal
Middenbouw Bijlage Les
26
“Daarkomthijaan”,schreeuwtEkidoralshijdevolgendedaghetgeluidvandemotorfietshoort.Eenhelegroepkinderenloopt
naardeplaats,waardemanbijzijnmotorfietsstaat.Watnieuwsgierig,maartochopeenafstand,blijvenzestaankijken.Er
komen meer mensen. De man vertelt dat hij evangelist is. Wat moet dat nu toch weer betekenen? Hij spreekt hun taal ook
niet erg goed. Soms praat hij ineens in een andere taal, het Swahili. Maar dat verstaan de Turkana weer bijna niet. Wat gaat
hij nu doen? Ekidor ziet dat de man een soort doos pakt en op een knop drukt. Opeens klinkt muziek! Meer mensen komen
luisteren, de muziek lokt ze. Wat horen ze toch? Hoe is zoiets mogelijk? Als de muziek stopt zegt de evangelist dat hij ze nu iets
belangrijks zal laten horen. “Jullie zullen nu iemand horen lezen, het Woord van God in je eigen taal.” Ze lachen eens wat en
zijn benieuwd. Als ze ineens een mannenstem horen, schrikken ze zich wild. De kinderen deinzen achteruit, een paar kleintjes
rennen huilend weg. Ook de grote mensen kijken verbaasd en geschrokken. Als de stem zwijgt, zegt de evangelist: “Jullie
moeten niet zo schrikken. Dit is een recorder. Ik stop er een bandje in. Daar staat die stem op. De recorder zorgt dat die stem
er ook weer uit komt.
Sommigen hebben wel eens iets vernomen over zulke dingen, maar ze begrijpen er eigenlijk niets van. Vooral niet, als de
evangelist laat horen, dat het ook nog een radio is. Allerlei stemmen en muziek, zomaar uit de lucht, dat is toch... Zouden het
stemmen zijn van gewone, echte mensen zoals zij? Of zijn het de stemmen van de geesten, of van de doden misschien? En die
eerste stem, was dat dan de stem van de verre Akuj, uit de oude Turkana verhalen? Akuj, die regen geeft? Of was het Ekipe,
die meestal narigheid veroorzaakt? “Kom, we gaan weer luisteren.” Aarzelend komen ze weer dichterbij. Opnieuw horen ze de
stem. Ze verstaan wat er gezegd wordt. ‘t Is hun eigen vertrouwde taal. Waar het over gaat begrijpen ze niet. Opeens luisteren
ze scherper: Het gaat over een herder, over schapen, over dieren. Daar weten ze over mee te praten. Het klopt precies wat ze
horen.
De evangelist vertelt hen over God in de hemel, over de Heere Jezus, die op aarde kwam om verloren mensen terug te
brengen. Jezus had de woorden gezegd, die ze net hoorden: “Ik ben de goede herder; de goede herder stelt zijn leven voor de
schapen.” Sprak die Jezus dan hun taal? Nee, Jezus sprak een heel andere taal. Het is heel lang geleden gebeurd, maar het is
opgeschreven in een boek, de Bijbel. Dat boek kunnen andere stammen en andere volken niet lezen. Daarom wordt de Bijbel
vertaald, zodat de mensen in hun eigen taal kunnen lezen over God, zelf kunnen lezen wat God tot hen zegt. “Jullie kunnen
nog niet lezen, maar wel luisteren! Daarom gebruik ik deze cassetterecorder. Maar in de toekomst zullen jullie kinderen zelf het
Woord van God kunnen lezen in jullie eigen taal. Laat ze naar school gaan, het is belangrijk.” Zwijgend luisteren de Turkana naar
de evangelist. Ze zijn nog steeds niet van hun verbazing bekomen. Stemmen uit de lucht, hun eigen taal uit een doosje, het
Woord van God voor hen...
Na een poosje loopt Ekidor weg met zijn vriendjes. Ze hebben het over de school en leren lezen. Eigenlijk zouden ze dat ook
wel willen. Zou het kunnen? Voorlopig is het nog niet zo ver. De Turkana jongens rennen op hun blote voeten door de woestijn
van Noord-Kenia. Het zand is erg heet. Een dikke eeltlaag voorkomt dat het pijn doet aan hun voeten. Hun vrolijke stemmen
klinken luid. De geiten reageren er meteen op. Die kennen de stem van hun jonge herders en lopen achter hen aan. De dieren
weten dat ze bij die herder moeten zijn voor eten en drinken. De Heere Jezus zei eens: “Zo is het ook met de mensen die in Mij
geloven. Ik ken mijn schapen en zij kennen mij en luisteren naar mijn stem.” Maar dat weet Ekidor niet. Hij weet ook niet dat
God op weg is naar Turkana. Hij weet niet dat de Heere hem zoekt.
De naam Ekidor betekent ‘deur’. Daarbij moet je niet denken aan een gewone deur, maar aan de opening in een haag van takken, waar de dieren doorheen gaan. Naar buiten voor voedsel, naar binnen voor bescherming ‘s nachts. Datzelfde woord ‘deur’ gebruikt de Heere Jezus ook. Hij zegt: “Ik ben de deur; indien iemand door Mij ingaat, die zal behouden worden, en hij zal ingaan en uitgaan, en weide vinden.” (Joh. 10:9)
Bron: GZB
2: Verhaal (vervolg)
Les 3 Koken
DoelDe leerlingen leren over de eet- en leefgewoonten in Tanzania. Daarnaast maken ze
kennis met een andere taal, het Swahili.
TIp! Denk bij deze les aan extra versterking van ouders!
in de reiskoffer• Afrikaanse kleding, ketting
en tas
• Afrikaanse zwarte zeep
Een Bijbel voor iedereen
28
InleidingVoorlezen en kort gesprek
Stuk voorlezen uit de blog (aangepast) van Agatha, een Wycliffe medewerker:
Eten met mijn buurman DavidAls ik bij buurman David ging eten klaagde hij altijd dat ik te weinig at. En ik
deed echt m’n best om de berg eten die zijn vrouw had opgeschept hap voor
hap naar binnen te werken. Met mijn handen natuurlijk, want zo hoort dat op
de berg Elgon, Afrika. Mijn buurman vertelde mij dat hij nooit zo kieskeurig zou
zijn als hij in een andere cultuur was en dat hij álles zou eten. Dit zei hij omdat
ik had gezegd dat ik gekookte darmen toch niet erg lekker vond. Ik was dat niet
gewend en ondanks dat ik het wel geprobeerd had, at ik ze toch liever niet. Ik
moest er zelfs van kokhalzen.
Nu zit hij tegenover me in Nairobi, een grote stad. Wel 7 jaar heb ik naast hem
gewoond. Deze week kwam ik hem zomaar tegen in Nairobi. Eerste herkende
ik hem niet, want hij was wel twee keer zo breed geworden. Het leek me leuk
om met David bij te praten en ik vroeg of hij en Anna, een andere collega, tijd
hadden om samen te eten na het werk. Dat zagen ze allebei wel zitten. Ineens
wist ik het... ik zou David een echte buitenlandse ervaring geven en hem
Westers eten laten proeven...!
Materiaal
Uit de reiskoffer• Afrikaanse kleding, ketting en tas
• Afrikaanse zwarte zeep
Zorg zelf voor• aanvullende kleding uit een
andere cultuur. Denk aan kleden,
sieraden, hoed, ketting, slippers
of jas.
•mat of lage tafel waar de
leerlingen aan moeten zitten
• kommen en/of borden met
servetten (plus eetgerei)
•water, teil, handdoeken
•mengkommen, snijplanken,
pannen
• gasstelletje of elektrisch
kookplaatje
• ingrediënten, afhankelijk van
welke recepten je maakt
Bijlagen• eetgewoonten en recepten
Tanzania
patat aardappelen of rijst...
En zo zitten we later die dag in een gezellig restaurantje in
Nairobi waar alleen westers eten wordt gemaakt. David kijkt
op de menukaart en zegt; “Zooo, daar moet je voor naar
school geweest zijn om hier je eten te kunnen bestellen.”
Maar ja, al kan hij lezen, zijn favoriete maaltijd, ugali, staat
niet op het menu. Na lang nadenken en wat overleg, besluit
hij een biefstukje te nemen. De ober komt naar hem toe en
vraagt: “Wat zal het zijn meneer.” Hij kijkt de ober aan en
zegt met zekere stem: “Een biefstukje alstublieft.” “Met patat,
gekookte aardappelen of rijst, meneer?” vraagt de ober. David
kijkt de ober aan met grote ogen, “Wat zegt u?” “Met patat,
aardappelen of rijst, meneer?” zegt de ober weer, maar nu
iets ongeduldiger. David kijkt verward, denkt heel snel na en
antwoord gauw: “Met rijst.” Maar de ober is nog niet klaar:
“Wilt u uw biefstukje goed doorbakken, nog wat rood van
binnen of bijna rauw?” Verbaast kijkt David naar Anna en mij.
“Wat vraagt de ober nu?” David trekt zo’n komisch gezicht,
dat ik m’n lachen moet inhouden. Ik leg David uit dat hij moet
kiezen hoe gaar zijn biefstuk gebakken moet worden. Daar
begrijpt hij niets van. Een stuk vlees moet toch gewoon gaar
zijn, helemaal door en door gaar. Je gaat toch geen halfgaar
stuk vlees zitten eten! Ik vertel de ober snel dat David een
goed doorbakken biefstukje wil.
struiken!Als ons eten wordt gebracht, worden Davids ogen ongeveer
twee keer zo groot als hij ziet wat er op z’n bord ligt. Een
stukje vlees, wat rijst en STRUIKEN! Hij kijkt me aan en wijst
met z’n vinger naar de berg krulsla en zegt met een iets hoge
stem: “Dat zijn struiken!” Ik zeg: “Ja, dat is sla.” en doe alsof
Een Bijbel voor iedereen
29
er niets aan de hand is. We bidden voor ons eten en dan
beginnen we. Tijdens ons gesprek kijk ik vanuit m’n ooghoeken
naar David. Hij hannest wat af met z’n bestek, maar het lukt
hem om de biefstuk en rijst naar binnen te krijgen. Maar ja,
dan is z’n bord nog niet leeg. En dan vraagt hij: “Wat moet ik
met die struiken doen? “Opeten,” zeg ik. Dat wordt hem toch
haast te gortig. Maar met een strenge blik kijk ik hem aan en
ik vertel hem dat de ‘saus’ in het bakje saladedressing is en dat
dat over de ‘struiken’ moet en dat je het dan opeet. David weet
dat hij bezig is met z’n buitenlandse eettest, kijkt bedenkelijk,
maar laat zich niet kennen. Zijn hele gezicht zegt ‘bah’ terwijl
hij met z’n vork in de ‘struiken’ prikt om er wat aan te krijgen
zodat hij ze op kan eten. Iedere keer heeft hij een paar stukjes
aan zijn vork, maar na drie pogingen zegt hij: “Zooo, ik zit me
toch vol, ik kan geen hap meer door m’n keel krijgen!” Anna
en ik liggen bijna onder de tafel van het lachen. David kijkt
ons aan en hij weet dat hij niet helemaal geslaagd is voor z’n
buitenlandse eettest. Hij moet er ook om lachen. David geeft
toe dat het toch niet zo makkelijk is om voedsel te eten uit een
andere cultuur.
De lekkerste koffieDanbestellenwenogeenbakjekoffie.Ikmetmelk,David
zwartenAnnaeenflesjeprik.Helemaalontspannenneemt
Davideenslokvanz’nkoffie,slikthetrazendsneldoorenz’n
gezicht verkrampt helemaal. Hij duwt de mok weg en roept:
“Wat is dat voor een bitter spul! Het lijkt wel lokaal bier!” Ik
vertelhemdathetdelekkerstekoffieinNairobiis.Nadathijer
suikerindoet,vindthijdekoffieweltedrinken,maardathet
nudelekkerstekoffieooitis,daarishijhetabsoluutnietmee
eens.
Als we naar buiten lopen, wrijft hij tevreden langs z’n kin. “Ik
heb mijn kinderen een heleboel te vertellen,” zegt hij.“
Praat kort na over dit verhaal met de volgende vragen:
• Heeft iemand van jullie wel eens in een ander land
gegeten? Hoe was dat?
• Hoe zou je het vinden om iets te eten wat je niet gewend
bent? Bijvoorbeeld slang of sprinkhanen?
• Zou jij iets eten wat je niet lekker vindt?
Kernactiviteit Samen koken
Vertel de leerlingen over de eetgewoonten in Tanzania (zie
bijlage). Praat hierover en kijk samen naar de verschillen met
onze eetgewoonten.
U kunt ervoor kiezen om de leerlingen zelf recepten op te laten
zoeken op het internet. Of kies een aantal recepten uit de
bijlage. Verdeel de leerlingen in twee- of viertallen, afhankelijk
van het gerecht.
Schrijf op het bord een aantal woorden in het Swahili van
voedsel uit Tanzania:
Aardappelen = viazi, azijn = siki, brood = mkate,
eieren = yai, peper = pilipili, rijst = mchele,
suiker = sukari, vis = samaki, vlees = nyama,
winkel = duka, zout = chumvi
Maak bijvoorbeeld:• bananenchips – let er wel goed op dat er een ouder bij de
pan staat in verband met de hete olie!
• chai – thee die ze in Tanzania drinken
•mango-orange drink
• gebakken banaan
•mchicha: spinazie, geraspte kokos en gehakte pinda’s met
rijst
•makubi: spinazie met tomaten en romige pindakaas met
rijst
• coconut bean soup met rijst
• vers fruit
• pittige snacks zoals nootjes
Het is leuk als de leerlingen (of een paar, afhankelijk van de
hoeveelheid kleding die aanwezig is) zich omkleden voordat de
maaltijd begint.
Tijdens de maaltijd mogen de kinderen aan een lage tafel
zitten of rond een kleed of mat. Laat drie leerlingen rond gaan
met de Afrikaanse zwarte zeep, een kan water, een teil en een
handdoek, zodat iedereen zijn handen kan wassen.
Het eten wordt in Tanzania vaak met de handen gegeten. Het is
voor de leerlingen erg leuk om dit ook op deze wijze te beleven.
TIp! Kijk of u iemand uit de
Afrikaanse cultuur kunt uitnodigen!
Een Bijbel voor iedereen
30
Afsluiting Opruimen, napraten en een spel
U kunt kort napraten over hoe de leerlingen het vonden om gerechten te
maken.
Doe daarna samen onderstaand spel waarbij de leerlingen de leefgewoonten in
Tanzania moeten naspelen. Ze gaan in gesprek over bijvoorbeeld het eten in
Tanzania.
Communicatieregels:• Aan het begin en het einde van een gesprek raak je de ander aan bij de
schouder.
• Laat de ander niet uitspreken. Zo laat je een ander zien dat je het
interessant vindt wat die ander zegt.
• Als je het met iemand eens bent, klap je in je handen en roep je ‘oh yeah!’
• Als je het oneens bent, ga je zo dicht mogelijk voor iemand staan.
• Vraag eerst toestemming aan de groepsleider om te spreken. Dan zeg je:
‘bedankt voor het woord’
• Als je het met iemand eens bent, klak je met je tong tegen je gehemelte.
Ben je er niet mee eens, maak dan een puffend geluid.
• Als je meer dan 2 minuten niets gezegd hebt, ben je af. Ga dan met je
handen bovenop je hoofd op je hurken zitten.
Schrijf de regels op het bord en neem ze stuk voor stuk door met de leerlingen.
Illustreer het spel met een leerling die het al een beetje doorheeft. Dan kunnen
de andere leerlingen aan de regels wennen.
Daarna kunnen ze het in tweetallen spelen. Start met 2 à 3 regels om goed in
het spel te komen. Later kunt u extra regels toevoegen. Zo raken de leerlingen
vertrouwd met gewoonten uit een ander land.
TIp! Om het eenvoudig te houden; kies een paar
regels uit om het spel mee te spelen!
TIps!
Beluister de CD ‘Heerlijk’ of de CD ‘de omgekeerde wereld’ van Elly en Rikkert
Zing samen andere bijpassende liedjes of kijk eens in de liedbundel ‘Eigenwijs’
Lees voor uit de boeken ‘Aardbeien met slagroom’ van Jeanette Molema en ‘Pizza met
suiker’ van Lijda Hammenga.
Middenbouw Bijlage Les
31
Kenmerken uit de keuken van TanzaniaDe keuken van Tanzania kent weinig variatie. Groenten
worden er weinig gegeten, fruit is er wel in overvloed.
Plantains (bakbanaan), bananen en papaja worden elke dag
gebruikt. Mango en passievrucht zijn favoriete fruitsoorten in
Tanzania.
Vlees wordt niet veel geserveerd. Rundvlees wordt enkel
klaargemaakt voor speciale gelegenheden. Wanneer vlees
wordt klaargemaakt is het ofwel nyama choma, dit is gegrild
vlees of ndayu, geroosterd vlees. Runderen, schapen en
geiten dienen voornamelijk voor het produceren van melk en
zijn zeer belangrijk voor de sociale status van de Tanzaniaan.
De keuken is ontstaan uit invloeden van verschillende landen
en culturen. Voor deze invloeden aten de mensen uit Tanzania
groenten, gierst, sorghum, fruit en vis. Daarna kwamen er,
onder invloed van de Arabieren, citrusvruchten, pilav en biriani
(indiase rijstschotel) bij. De Oost-Afrikaanse slaven, die op de
plantages werkten, introduceerden kruidnagel. Dit kruid is een
belangrijk ingrediënt in de keuken van Tanzania geworden.
Na de slavernij hebben de Duitsers en Britten gestreden over
decontroleinTanzania.DeDuitsershebbenkoffieaande
Tanzaniaanse keuken toegevoegd.
Eet- en drinkgewoontes uit TanzaniaAls ontbijt eten de mensen uit Tanzania vers gebakken brood
en wordt er gekruide melk gedronken.
De lunch bestaat uit ugali, spinazie, kisamuru (dit zijn cassave
bladeren) en af en toe een stoofpot. Het populairste dessert is
vers fruit, hoewel snoepgoed zoals honing of appeltaarten ook
worden geserveerd.
Bij de meeste maaltijden zitten de mensen rond een mat of
een lage tafel. Voor elke maaltijd wordt een kom met water
en een handdoek doorgegeven. De kom wordt doorgegeven
met de rechterhand omdat de linkerhand als onrein wordt
beschouwd. Ook de ugali wordt met de rechterhand gegeten.
Specialiteiten uit de keuken van Tanzania
Ugali Hiervoor heeft u nodig; 6 dl water en 250 gram cassavemeel
of maïsmeel. U kunt er spinazie, kip en tomatensaus aan
toevoegen. Dit kunt u thuis al voorbereiden en meenemen.
Ugali is een pap van maïs- of cassavemeel en water. Het wordt
geserveerd met kip en spinazie. Dunne ugali wordt aan zieke
of zwakke mensen gegeven, omdat het makkelijk te verteren
is. Wanneer de ugali hard geworden is, wordt het geserveerd
als tulbandcake, deze staat in Tanzania symbool voor kracht.
Het maken van Ugali. Kook het water en voeg dan al roerende het meel toe. U kunt
er voor kiezen om het voor in de klas te maken (eventueel
door een leerling) en ieder kind wat te laten proeven. De
leerlingen eten met de rechterhand de ugali op zonder bestek!
BananenchipsDeze chips zijn erg geliefd en ze zijn gemakkelijk te maken.
Gebruik twee bananen die bijna rijp zijn, pel ze en snij ze
daarna in dunne plakjes. Strooi er dan wat peper en zout op
en bak ze knapperig in hete olie. Even laten uitdruppen op
keukenpapier. U kunt het zowel warm als koud serveren.
ChaiThee die in Tanzania gedronken wordt. Meng water, melk,
gewone zwarte thee en suiker in een pan. Voeg wat gember
toe, breng het mengsel aan de kook, zeef de thee in een
theepot en serveer onmiddellijk.
3: Eetgewoonten en recepten
Middenbouw Bijlage Les
32
Mango-Orange DrinkVerwarm water met suiker en sinaasappelschil totdat de suiker
is opgelost. Voeg erna mangovlees, citroen- en sinaasappelsap
toe. Goed mengen en koud serveren.
Ndizi Kaanga met gebakken bananen of plantainsDit gerecht wordt geserveerd als een bijgerecht of als een
hoofdgerecht. Smelt boter in een pan, dompel de bananen of
plantains onder in citroensap en laat ze licht bruin bakken in
de pan. Wanneer ze licht bruin zijn, uit de pan halen en met
nootmuskaat en bruine suiker bestrooien. Indien het gerecht
als hoofdgerecht wordt geserveerd, is rijst met kokosmelk het
bijgerecht.
sweet potato puddingLaat de zoete aardappelen een half uur koken in een
pan. Wanneer de aardappelen gekookt zijn, worden ze
samengevoegd met melk room, suiker en saffraan. Dit terug
laten koken totdat je een dik mengsel krijgt. Giet het in een
vorm en laat het afkoelen in de koelkast.
MchichaDe mensen uit Tanzania serveren vaak spinazie als bijgerecht.
Dit is een eenvoudig gerecht met een snelle bereiding. Smelt
boter in de pan voeg spinazie, geraspte kokos en gehakte
pinda’s toe. Voeg erna zout en peper toe. Het gerecht wordt
geserveerd met vlees, gevogelte of vis.
MakubiDit is een spinaziegerecht dat wordt klaargemaakt met
tomaten en romige pindakaas. Doe de spinazie en de gehakte
tomaten in een pan en verwarm ze. Voeg erna zout toe voor
de smaak. Roer de pindakaas op een laag vuur tot het lichtjes
kookt. Serveer op een bord de tomaat, de spinazie en overgiet
met pindasaus.
Coconut bean soupVerhit olie in een grote pan en sauteer uien tot ze zacht
zijn. Voeg groene paprika, kerriepoeder, zout, peper, boter
en tomaat toe en laat dit even sudderen. Voeg erna bruine
bonen, kokosmelk en water toe. Rijst wordt als bijgerecht
geserveerd.
Tanzaniaanse schotelIngrediënten:8-10aardappels,uitje,2tenenknoflook,400grverse
spinazie, 1 el tomatenpuree, 1 el citroensap, 120 ml
kokosmelk, 100 gr gepelde tomaten uit blik, ½ tl kurkuma, ¼
tlketoembar,⅛tlkaneelpoeder,snufjechilipoeder,½tlkerrie,
zout en 1 el verse peterselie of koriander.
Bereiding:Schil de aardappels en snijd ze in grove stukken. Breng de
aardappelsaandekookenkookze5min.Snijddeuifijnen
doe de helft in de pan. Snijd de tomaten in stukken, voeg
deze bij de ui en verwarm gedurende 5 min. Was de spinazie
en snijd deze in stukken. Doe de spinazie samen met de
kokosmelk bij de tomatensaus. Breng het mengsel op smaak
met kerriepoeder en wat zout en laat ongeveer 15 min. koken
(regelmatig roeren). In de koekenpan de andere helft van
deuibakken.Voegknoflooktoeenverwarmongeveereen
minuut. Blokjes aardappel toevoegen met tomatenpuree,
citroensap en overige kruiden. Beetje water erbij en met
deksel op de pan gaar laten worden (af en toe roeren).
Maïskippensoep NicaraguaIngrediënten:4 tomaten, 1 ui, 1-1,5 liter kippenbouillon, blikje maïs,
knoflook,oregano,peper,schijfjescitroen,olijfolie
Bereiding:In een andere pan maak je voordat je begint zelf 1-1,5 liter
kippenbouillon of gebruik bouillonblokjes. In de pan voor de
soep: Snijd de ui in stukjes en bak hem in wat olijfolie in de
pan. Snijd de tomaten in stukjes en bak ze mee met de ui.
Persdeknoflookuitenbakdezekortmee.Doedemaïsin
de pan en roer even om. Voeg de kippenbouillon toe en laat
het geheel 30 min. zachtjes meekoken. Breng op smaak met
oregano en eventueel peper. Dien de soep op met een schijfje
citroen.
3: Recepten (vervolg)
Les 4 Muziekinstrumenten
maken
DoelDe leerlingen werken op een creatieve en plezierige manier aan het thema ‘de
torenbouw van Babel’ door muziekinstrumenten te maken die ook gebruikt worden in
andere culturen.
in de reiskoffer• Afrikaans
muziekinstrument
Een Bijbel voor iedereen
34
InleidingLiedlerenenfilmbekijken
Vraag de leerlingen of ze nog weten waar het verhaal van de torenbouw van
Babel over ging.
Zing of leer samen het lied ‘Bij de toren van Babel’ (http://tinyurl.com/
bijdetorenvanbabel).
Tips:• BekijksamenmetdeleerlingeneenpaarfilmpjesopYouTubeover
Afrikaanse instrumenten. Google op de volgende woorden: handtrommel,
Afrikaansetrommel,regenmaker,panfluit.
• Praat samen over de verschillen die ze zien in cultuur, ritme en instrumenten.
• Neem Afrikaanse muziekinstrumenten mee naar school en breng ze ten
gehore voor de klas!
• Laat de kinderen onderzoek doen naar Afrikaanse muziekinstrumenten op
internet.
• Bekijk samen de kaart van Afrika (zie bijlage) en benoem een aantal landen.
• Laat de kinderen pictogrammen maken in de Afrikaanse landen, zonder tekst erbij te schrijven. U kunt denken aan
muziekinstrumenten die typerend zijn voor een bepaald land. Een aanrader hierbij is de Atlas van Aleksandra en Daniel
Mizielińscy!Kijkofudezekuntlenenbijeenbibliotheek.
Materiaal
Uit de reiskoffer• Afrikaans muziekinstrument
Zorg zelf voor• Lied ‘Bij de toren van Babel’ van
de cd ‘God is goed’ (http://tinyurl.
com/bijdetorenvanbabel)
• Lied ‘Amenitendea’ (http://tinyurl.
com/Amenitendea)
Bijlagen• Kaart van Afrika
• Afbeeldingen muziekinstrumenten
KernopdrachtMuziekinstrumenten makenKies uit de volgende mogelijkheden:
• De leerlingen een aantal instrumenten laten maken over
meerdere lessen.
• De klas verdelen in groepen en elke groep een ander
instrument laten maken.
• De leerlingen zelf een instrument laten kiezen om te
maken.
De instrumenten die staan omschreven zijn: de
krokodilklepper,depanfluit,deregenmaker,devingertrommel,
de tamboerijn en de dierenklepper.
Krokodilklepper
Materiaal: 1 plankje van 20 cm (voor de steel met
middenstuk), 2 plankjes van 10 cm (voor de klepperdelen) en
20 cm koord.
Bouw: Hol de 2 korte plankjes uit met hamer en
schroevendraaier. Houd links en rechts zo’n 2 cm over en
zorg dat er ongeveer 1 cm dikte overblijft (in het uitgeholde
gedeelte). Halveer het onderste deel van de klepperplankjes.
Boor 2 gaatjes door het smalle gedeelte van de klepperplankjes
en door het middenstuk.
Door deze gaten wordt het koord getrokken. De einden worden
aan elkaar geknoopt, zodat de klepperplankjes enige ruimte
hebben om ten opzichte van het middendeel te bewegen.
TIp! Het is handig als u zelf al een aantal
voorbeelden heeft gemaakt! TIp! wees voorzichtig met het uithollen van de
klepperdelen. Het plankje splijt bij te snel of hardhandig
werken. Uithollen is makkelijker als je het hout eerst op
een aantal plaatsen inzaagt. Wees voorzichtig en werk
samen!
Een Bijbel voor iedereen
35
PanfluitMateriaal: 5 elektriciteitsbuisjes van 26
cm, 20.5 cm, 17 cm, 14.5 cm en 10 cm.
Plankje van 12 cm, touw en stopverf.
Bouw: Zaag de elektriciteitsbuizen op
maat. Schuur de uiteinden glad. Maak de
buisjes aan één kant dicht met stopverf.
Versier de buisjes met wol, stiften, tape
etc. Versier het plankje. Zet de buisjes
één voor één met touw vast op het
plankje; zorg dat de bovenkanten op
gelijke hoogte zitten.
RegenmakerMateriaal: kartonnen koker compleet met
bodem en deksel, ± 50 cocktailprikkers,
een handvol macaroni/rijst/spliterwten
offijneschelpjes,liniaal,potlood,prikker
en schaar.
Bouw: Teken op één van de uiteinden
van de koker twee kruisen af. Trek vanuit
ieder gemarkeerd punt een lijn over
de lengte van de koker (in totaal acht
lijnen). Zet vervolgens op iedere lijn,
om de 4 cm, een punt. Laat de puntjes
per lijn verspringen! Prik vervolgens
alle gemaakte puntjes door met de
prikker. Steek de cocktailprikkers door de
gemaakte gaatjes. Knip de uitstekende
delen van de cocktailprikkers af. Beplak
de regenmaker met plakplastic; zo
kunnen de prikkers niet meer uit de
buis en zijn eventueel scherpe kantjes
afgeschermd. Giet een handvol macaroni
in de buis en sluit deze met de doppen.
Met de regenmaker kan het geluid van
regen geïmiteerd worden door de stok
telkens om te keren. De macaroni valt
via de cocktailprikkers naar beneden en
geeft een geluid dat lijkt op regen.
VingertrommelMateriaal: pvc - rioolafvoerbuis
(trommellichaam), vel (trommelvel),
nylonkoord te koop bij een bouwshop of
online (spandraden), 2 tiewraps.
Voor het trommelvel kun je kiezen voor
een echte huid. Als dit te duur is, kun je
ook gebruik maken van wat dikkere folie,
plakband (kruisgewijs opplakken) of
ballonnen (tuitje eraf knippen).
Bouw: Knip de juiste maat vel af en laat
dit ongeveer 15 minuten weken in een
emmer water. Zaag in de onderzijde van
de pvc-buis op vier plaatsen rondom de
buis twee sleuven naast elkaar (deze
ga je later gebruiken voor het spannen
van het vel, zie tekening). Terwijl het vel
weekt, kun je de buis versieren. Schuur
de bovenkant van de buis op zodat deze
ruw wordt (dit zorgt ervoor dat het
vel later niet gaat schuiven). Span het
vel om de buis en bevestig de eerste
tiewrap. Nog niet helemaal vasttrekken!
Knoop het touw om de eerste 2 sleuven
en haal het aan de bovenkant onder de
tiewrap door. Vervolgens weer naar de
volgende sleuven toewerken en weer
naar boven. Hiermee span je het vel
(zie tekening). Zorg dat de draden en
het vel strakgespannen zijn en trek
de tiewrap vast. Knip het vel tussen
de touwen in en sla naar boven. Span
vervolgens de tweede tierib net boven
de 1e en trek deze aan (de eerste wordt
nu bijna volledig aan het oog onttrokken
door de omgeslagen stukjes vel). Knip
de uitstekende stukjes vel af. Laat je
trommel drogen.
TIp! gebruik bij het vastzetten van
de buisjes de kruistechniek (zie
tekening bijlage).
TIp! Werk samen met het
spannen van de touwen en het
vel. Alleen als dit heel strak staat,
heb je later een goed klinkende
vingertrommel. Als de tiewraps
eenmaal dicht zijn gaan ze niet
meer open.
TIp! Wanneer je het plakplastic
aan de uiteinden inknipt kun je het
aan de uiteinden van de koker naar
binnen vouwen en vervolgens de
doppen erop doen.
Een Bijbel voor iedereen
36
Je kunt de kinderen ook zelf een instrument laten bedenken en maken.
Hieronder twee simpelere voorbeelden:
TamboerijnMateriaal: twee kartonnen wegwerp bordjes, verf of viltstiften,
kwastje, nietjes of lijm, rijst, crêpepapier, schaar.
Versier de achterkant van de twee kartonnen weggooi bordjes
met verf, viltstift of stickertjes, maak er maar wat moois
van. Lijm of niet de bordjes op elkaar, maar laat wel een
opening over om rijst in te doen. Doe de rijst erin en maak je
tamboerijn helemaal dicht. Je kunt aan de onderkant sliertjes
crêpepapier vast maken met wat lijm of de niettang.
DierenklappersMateriaal: karton, gekleurd papier, schaar, lijm, stiften,
bierdopjes.
Kies een willekeurig dier, zoals een kikker. Beplak een
langwerpig stukje karton met gekleurd papier en vouw het stuk
karton dubbel. Plak de ogen en de bierdopjes vast en klapperen
maar (zie foto in bijlage).
AfsluitingOpruimen, bekijken en uitproberen
Als alles opgeruimd is en de kinderen hun muziekinstrument
voor zich op tafel hebben staan, kunt u de instrumenten samen
bekijken en laten uitproberen. Verdeel de klas in groepjes en
laat de groepjes om de beurt een keer hun instrument ten
gehore brengen. Laat de rest van de leerlingen het lied ‘bij de
toren van Babel’ zingen.
TIp! Laat de kinderen er een beweging of
een zelfbedacht dansje bij maken.
TIp! Je kunt ook gedroogde bonen of
macaroni in je tamboerijn doen, dan
komt er weer een ander geluid uit.
Les 5 Zet je in voor
Wycliffe!
DoelDe leerlingen weten wat Wycliffe doet, ze hebben kennis gemaakt met het vertaalwerk
en er zelf ook actief aan deelgenomen. Nu is het moment aangebroken dat de
leerlingen zich mogen inzetten voor Wycliffe!
in de reiskoffer• Afrikaanse kleding
• Afrikaans muziekinstrument
Een Bijbel voor iedereen
42
InleidingBrainstormen
‘Jullie hebben nu allerlei kennis opgedaan over Wycliffe en waarom het zo
belangrijk is om te leren lezen en schrijven. Je weet nu zelf hoe moeilijk het
kan zijn om woorden te vertalen. Je hebt misschien zelfs iemand van Wycliffe
ontmoet die allerlei interessante dingen heeft verteld over het werken bij
Wycliffe. Nu is het belangrijk dat we actie gaan ondernemen! Het is van groot
belang dat het werk van Wycliffe door kan gaan. En dat alle landen en volken
een Bijbelvertaling krijgen in hun eigen taal. Hoe kunnen wij Wycliffe helpen
om dit werk voort te zetten?’
Laat de leerlingen eerst zelf plannen bedenken om een actie op touw te
zetten. Kijk daarna bij de kernopdracht voor een aantal leuke suggesties!
KernopdrachtOpzetten en uitvoeren van de plannen
Materiaal
Uit de schatkist• Afrikaans muziekinstrument
• Afrikaanse kleding
Zorg zelf voor
Voor deze actie kunt u contact
opnemen met het Wycliffe kantoor
in Driebergen ([email protected]) om
ondersteuning te vragen van een
medewerker. De medewerker van
Wycliffe kan dan een interactieve les
verzorgen en meedenken met het
organiseren van acties.
Bijlagen• foto’s zelfgemaakt speelgoed
• sponsorkaart
• stempelkaart
Denk bij spaaracties aan overzichtelijke projecten, dit spreekt
kinderen vaak erg aan. Bij veel van de acties kunt u gebruik
maken van de Afrikaanse kleding door het zelf aan te trekken.
MarktdagOrganiseer een markt samen met de leerlingen om zich zo in
tezettenvoorhetBijbelvertaalwerk,ofmisschienwelspecifiek
voor een bepaald land of project. Hieronder een aantal ideeën
voor een markt waar kinderen eigen gemaakte spullen of
voedsel kunnen verkopen. U bent hier vooraf wel een aantal
lessen mee bezig, plan dit goed in!
Instrumenten: verkoop de instrumenten die de leerlingen in de
vorige les hebben gemaakt.
Speelgoed: Laat de leerlingen zelf speelgoed maken van
restmaterialen. U kunt zelfgemaakt speelgoed laten zien
(zie afbeeldingen in bijlagen). Gebruik wc-rolletjes, oude
binnenbanden, stukjes afvalhout etc. Het speelgoed kan
worden verkocht aan de ouders en kinderen.
Recepten: Laat de leerlingen recepten klaarmaken uit het
land waar de actie voor is. Zie ook hiervoor de recepten uit de
bijlagen van Les 3.
sieraden maken
Dit kan van bestaande kralen maar ook van zelfgemaakte kralen
zoals stukjes hout of kurk die beschilderd kunnen worden. Zet
de leerlingen achter een computer of in de bibliotheek en laat ze
zelf ontdekken wat er allemaal aan keuze is.
Schilderijen, tekeningen of kaarten: Maak ansichtkaarten
of tekeningen rondom het project en of over het land. Denk
hierbij aan typische culturele prints of dieren in het land. Deze
kunnen ze dan verkopen op de markt.
TIp! Maak een kleine zithoek of een mini restaurant
(indien mogelijk) en laat kinderen zelfgemaakte hapjes
en drankjes serveren.
Een Bijbel voor iedereen
43
sponsorloopOrganiseer samen met de kinderen een sponsorloop.
‘Kinderen uit bijvoorbeeld Afrikaanse landen moeten vaak
kilometers lopen om naar school te kunnen of om schoon
water te halen. Op school kunnen jullie nu zelf ook een aantal
kilometers lopen voor de kinderen in deze landen. Zo kan er
geld worden opgehaald voor eten op die scholen en voor beter
onderwijs.’
Let op de volgende belangrijke punten bij de organisatie:
• Zet een veilige route uit
• Informeer vooraf de ouders over de activiteit
• Vraag ouders om langs de route te assisteren
• Zorgvoordrinken,eenfinish,linten
• Spreek af wie alles klaarzet en wie opruimt
• Hoe registreer je de gelopen afstand (stempel)
• Laat de lopers ruim van te voren sponsors zoeken
•Maak gebruik van een herkenbaar sponsorformulier
Gebruik de stempelkaart en of de sponsorkaart uit de bijlage
en rennen maar!
High Tea organiserenBak samen met de leerlingen koekjes, cakes en andere
lekkernijen. Denk hierbij ook aan hartige hapjes en of hapjes
uit een andere cultuur. Kinderen vinden het erg leuk om dit
samen op te zoeken op de computer of in de bibliotheek en
klaar te maken.
Organiseer dan een echte High Tea aan een grote tafel met
gezellig servies en vrolijke servetten. Nodig hiervoor ouders en
of anderen uit en laat ze een bedrag betalen waarbij dan een
deel bestemd is voor het project.
Benefietconcert gevenLaat kinderen die een instrument bespelen een aantal leuke
stukken instuderen. De kinderen die geen instrument bespelen,
kun je anderstalige liederen aanleren en laten zingen, zoals:
https://youtu.be/T1AEg3se4NI?t=6s (Er is niemand als Jezus).
Denk hierbij ook aan het bekende lied Hine ma tov u’ma-
nayim. Het is erg leuk als kinderen muziekinstrumenten horen
uit verschillende culturen of de cultuur waar het project over
gaat.
Nodig ouders en anderen uit om te komen luisteren naar jullie
concert. En vraag hierbij een bepaald bedrag voor de entree.
Het is ook leuk om de kinderen een Afrikaanse dans te laten
uitvoeren of iemand een verhaal voor te laten lezen en de
kinderen daar een toneelstuk bij te laten spelen.
stroopwafels verkopenOp sommige scholen verkopen leerlingen stroopwafels voor
Wycliffe. De stroopwafels worden ingekocht bij Markus&Markus.
De leerlingen krijgen een bestellijst en kunnen de stroopwafels
aan hun eigen ouders, buren en familie verkopen. Neem voor
meer informatie hierover contact met ons op, want we helpen
u graag. http://tinyurl.com/stroopwafelactie
AfsluitingSamen lezen
Na het creatief bezig zijn of ook tussendoor, kunt u voorlezen uit de volgende boeken:
• Sagorups en zoute drop – Corien Oranje (10 jr.)
• Kumi, de schoenpoetser – C. van den Berg - zendingsverhalen (10 jr.)
• Serie van Tekko – A.Vogelaar (10 jr.)
• Het boek dat spreken kan – A.Vogelaar - zendingsverhalen (vanaf 8 jr.)
• De zon gaat op – C. Janse - zendingsverhalen (9-12 jr.)
TIp! Als u een bepaald land voor ogen heeft, dan
kuntuervoorkiezenomzelfsspecifiekehapjeste
maken uit dat land!
TIp! Denk ook bij de muziekkeuze aan het
land waar je het concert voor organiseert!
Middenbouw Bijlage Les
45
Stempelkaart:
Naam deelnemer:………………………………………………………………………………………………
Groep:……………………………………………………………………………………………………............
Datum:………………………………………………………………………………………………..................
• Ik heb in totaal ……. rondjes gelopen van …… meter • Ik heb in totaal …………………………………………gelopen
Naam school:……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Handtekening school:…………………………………………………………………………………………….......
5: stempelkaart
Middenbouw Bijlage Les
46
bijlage les 5 (mb)
Deze sponsorkaart is van:
Naam leerling:…………………………………………………………………………………………………
School:………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Groep:……………………………………………… Datum Sponsorloop:…………………………….
Locatie:…………………………………………..Lengte van een rondje:………………………..
Ik doe mee aan een sponsorloop. Het geld wat ik hiermee verdien, geef ik aan …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Naam Sponsor:
Ik geef per gelopen rondje:
Betaald Ja/nee
5: sponsorkaart
bijlage les 5 (mb)
Deze sponsorkaart is van:
Naam leerling:…………………………………………………………………………………………………
School:………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Groep:……………………………………………… Datum Sponsorloop:…………………………….
Locatie:…………………………………………..Lengte van een rondje:………………………..
Ik doe mee aan een sponsorloop. Het geld wat ik hiermee verdien, geef ik aan …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Naam Sponsor:
Ik geef per gelopen rondje:
Betaald Ja/nee
MIDDENBOUW Antwoorden
Les 1Jona puzzelAntwoord: Gods liefde is groot!
Zoek-de-verschillen kleurplaat
Les 2puzzelkleurplaatAntwoord: 1+5x2=12
Devanagari lettersOplossing: De Bijbel in de taal van je hart
Een Bijbel voor iedereen
48
Gebedspunten BijbelvertaalwerkHieronder vindt u een aantal suggesties voor gebedspunten voor het werk van Wycliffe.
Actuele gebedspunten vindt u op: www.wycliffe.nl.
Praat er samen met de leerlingen over en laat ze meedenken in
het formuleren van gebedspunten.
Waar u samen met de leerlingen aan kunt denken:
• Bid voor het vertaalwerk, dat alles goed zal verlopen en
de nodige materialen er zullen zijn. Bid dat de vertalers
wijsheid mogen krijgen om dit belangrijke werk te doen.
• Bid dat God voor de vertalers/veldwerkers wil zorgen
op allerlei gebied; denk hierbij aan geld voor voedsel en
spullen om van te leven maar ook voor gezondheid en
blijdschap om het werk te doen.
• Bid dat de kinderen van de veldwerkers goed onderwijs
kunnen krijgen en leuke vriendjes om mee te spelen.
• Bid dat de mensen in andere landen steeds meer de kans
zullen krijgen om in hun eigen taal de Bijbel te lezen,
zodat zij God en Jezus beter kunnen leren kennen.
• Bid dat de veldwerkers veilig kunnen reizen, zowel in het
vliegtuig als op de grond.
• Bid voor vrede in onrustige landen, zowel op gebied van
oorlog als ook bij vervolgingen. Hierbij kun je speciaal
denken aan de gesloten landen in Azië. Bid voor deze
christenen die worden vervolgd om hun geloof. Bid dat de
kerken daar zullen groeien in geloof, hoop en liefde.
• Dank God voor de websites met vertaalde Bijbelgedeelten.
Bid dat er steeds meer bezoekers hierop zullen gaan
kijken.
• Dank God voor de wonderen van genezing en voor dromen
waarin God zichzelf bekend maakt, ook aan mensen die
nog geen Bijbel hebben.
• Dank God voor de voortgang van het Bijbelvertaalwerk in
zoveel verschillende taalgroepen.
Top Related