Masteropleidingen
12.493 studenten totaal12.493 studenten totaalencijfersFeiten
Jaarverslag 2009encijfersMasteropleidingencijfersMasteropleidingen
12.493 studenten totaalcijfers12.493 studenten totaalcijferscijferscijfersencijfersen12.493 studenten totaalen12.493 studenten totaalcijfers12.493 studenten totaalen12.493 studenten totaal
FeitenFeitenenFeitenen5711 masterstudenten
1851 wetenschappelijke publicaties
Understanding Society
332
in- houds- opgave
Verslag van het stichtingsbestuur
Voorwoord van het College van Bestuur
Organisatie
Bestuursagenda 2009
Ranking UvT
Onderzoeksinstituten
Onderzoek
Onderwijs
Studenten
Internationalisering
Personeel
Jaarrekening 2009
Bijlagen
- Uitgaande en inkomende studenten per
bilaterale overeenkomst
- Lijst van afkortingen
468
102124374959697584
118
4 5
Het Stichtingsbestuur vervult aan de universiteit twee hoofdtaken. Het bestuur oefent de wettelijke taken
en bevoegdheden uit van een raad van toezicht bij openbare universiteiten. Daarnaast heeft het bestuur een
speciale verantwoordelijkheid voor de bewaking van de bijzondere signatuur van de instelling.
Voor de uitoefening van die taken en bevoegdheden onderhouden de leden van het Stichtingsbestuur nauwe
banden met de universiteit, onder meer tot uitdrukking komend in een veelvuldig aantal contacten met het
College van Bestuur en het bijwonen van academische zittingen en belangrijke evenementen.
In 2009 vergaderde het Stichtingsbestuur vijf keer in aanwezigheid van het College van Bestuur.
Afhankelijk van de aard van het onderwerp adviseert het Stichtingsbestuur het College van Bestuur, neemt
besluiten of verleent goedkeuring aan Collegebesluiten. Onderwerpen van bespreking tijdens de reguliere
vergaderingen zijn strategische beleidsthema’s, de daaruit voortvloeiende financiële consequenties en het
toezicht op de realisering daarvan, evenals de relatie met de kerk en relevante wet- en regelgeving.
Belangrijke onderwerpen die in 2009 in het Stichtingsbestuur zijn besproken betreffen het strategisch plan
2010-2013, stimulering van uitgaande studentenmobiliteit en het diversiteitsbeleid. Het Stichtingsbestuur
heeft het Strategisch Plan 2010-2013 uitgebreid met het College van Bestuur besproken en onderschrijft de
daarin aangegeven prioriteiten op het gebied van onderwijs, onderzoek, internationalisering en profilering.
Er verschijnt ook een samenvatting van het Strategisch Plan voor externen. Terwijl de Universiteit van Til-
burg (UvT) een steeds groter aantal internationale studenten verwelkomt, is de uitgaande mobiliteit van de
UvT-studenten nog onvoldoende. Het Stichtingsbestuur staat achter de plannen van het College om deze
mobiliteit in de komende jaren te stimuleren. Het Stichtingsbestuur hecht bovendien grote waarde aan het
diversiteitsbeleid. Het plan van aanpak dat het College daartoe heeft opgesteld, is besproken met het Stich-
tingsbestuur.
In het kader van de relatie met de Kerk heeft het Stichtingsbestuur overleg gevoerd met de bisschoppen
over de ontwikkeling van de toepassingsregels Ex Corde Ecclesiae (ECE) gerelateerd aan de UvT-situatie.
Het gaat hier om algemene kerkelijke regels (en de Nederlandse concretisering) waar alle instellingen van
hoger onderwijs die zich katholiek noemen, minimaal aan moeten voldoen. Naar aanleiding hiervan zal de
UvT in 2010 haar identiteit en profiel nader uitwerken en illustreren aan de hand van concrete onderwijs- en
onderzoeksactiviteiten aan de UvT.
Het Stichtingsbestuur heeft in aanwezigheid van de accountant de jaarrekening 2009 besproken en gecon-
stateerd dat de financiële huishouding van de universiteit goed op orde is. Het Stichtingsbestuur heeft daar-
bij gewezen op het belang van een adequate toekomstraming om vooruit te kunnen lopen op de eventuele
financiële ombuigingen in het hoger onderwijs.
Er heeft tweemaal overleg plaatsgevonden met een vertegenwoordiging van de medezeggenschap. Belang-
rijke onderwerpen van bespreking tijdens dat overleg waren het Strategisch Plan, het Taken Middelen Plan
(de universitaire “Voorjaarsnota”), de wijzigingen in de WHW, de begroting en de voorgenomen verhoging
van de norm voor het Bindend Studie-advies. De teneur van die besprekingen was positief.
Verslag van het StichtingsbestuurIn 2009 heeft het Stichtingsbestuur na een zittingstermijn van acht jaar afscheid genomen van mw. mr.
M.E.C.Pernot. Haar functie als vice-voorzitter is overgenomen door de heer drs. M. Leers. Het Stichtings-
bestuur heeft mw. drs. R.I. Doerga RA, directeur interne auditdienst Pensioenfonds ABP, verwelkomd als
nieuw lid.
De vice-voorzitter van het Stichtingsbestuur neemt deel aan de landelijke bijeenkomsten van de voorzitters
van de Raden van Toezicht van de universiteiten.
Tilburg, 27 mei 2010
Stichting Katholieke Universiteit Brabant
6 7
In het jaarverslag legt het College van Bestuur verantwoording af over het handelen van de universiteit. In dit
jaarverslag vindt u de feiten en cijfers op het gebied van onderwijs, wetenschap en maatschappelijke dienst-
verlening.
Strategisch Plan: meer aandacht voor onderwijsIn 2009 is het nieuwe Strategisch Plan 2010-2013 verschenen. Dit plan plaatst de ambities voor deze periode
in een maatschappelijke context die zich kenmerkt door een toenemende concurrentie binnen het hoger
onderwijs en een groeiend belang van de (internationale) kenniseconomie. Veel aandacht gaat uit naar het
onderwijs, opdat de UvT zich hierin als kwaliteitsinstelling verder profileert. De lijn van stimulering van top-
onderzoek wordt voortgezet, evenals de versterking van de aandacht voor maatschappelijke relevantie van
de onderzoeksresultaten. Belangrijke ambitie is het profiel van de UvT in nationale en internationale context
te versterken.
Bestuursagenda 2009In haar bestuursagenda legt de Universiteit van Tilburg jaarlijks vast op welke wijze zij in het betreffende
jaar uitvoering geeft aan het vigerende Strategisch Plan. Belangrijke onderwerpen in de Bestuursagenda
2009 waren docentprofessionalisering, activerend leren, diversiteitsbeleid, evaluatie van de internationale
campus, de invoering van de nieuwe werkplek, het ontwerp van een faculty club en de invoering van het
studenteninformatiesysteem MySis. Over de Bestuursagenda 2009 wordt verderop in dit verslag integraal
gerapporteerd.
Intensivering van het onderwijsDe UvT hecht er groot belang aan de onderwijskwaliteit verder te verhogen. De rendementen van de studie-
prestaties moeten omhoog, het percentage studie-uitval omlaag. De UvT wil zich inzetten om het studie-
succes, met name in de bachelorfase, te vergroten door de onderwijskwaliteit te verhogen. Bovendien krijgt
excellentie in het onderwijs ruime aandacht. Naast de bestaande programma’s als Honours Programme
en Topklassen, is de UvT in 2009 gestart met het project Outreaching. Hiermee wordt een programma ter
bevordering van maatschappelijke excellentie ontwikkeld. In 2009 zijn de eerste plannen voor intensivering
van het onderwijs opgesteld en met de diverse gremia besproken. Besluitvorming over dit onderwerp en de
daarmee samenhangende verhoging van de BSA-norm (Bindend Studie Advies) wordt begin 2010 verwacht.
Toponderzoek in internationaal verband Om in de nationale en internationale competitie voorop te kunnen lopen, wil het College van Bestuur enkele
multidisciplinaire centra laten doorontwikkelen tot Centers of Excellence; internationale topinstituten met
een bewezen excellente onderzoekskwaliteit van internationale faam. De gedachtevorming over dit onder-
werp is gestart in 2009. In 2010 wordt de bestuurlijke besluitvorming over dit onderwerp verwacht.
Internationale studenten Het aandeel internationale studenten aan de UvT steeg in 2009 opnieuw. De Universiteit van Tilburg is zeer
verheugd over de groeiende internationale belangstelling. Met betrekking tot de uitgaande mobiliteit wordt
eenzelfde ambitie nagestreefd. In 2009 heeft de universiteit maatregelen genomen om het aantal UvT-stu-
denten dat een semester aan een buitenlandse universiteit studeert te verhogen. In 2010 wordt dat beleid
voortgezet.
Daarnaast neemt de populatie van Nederlandse niet-westerse allochtone studenten aan onze universiteit de
komende jaren toe. De UvT wil deze groep studenten extra aandacht geven. Belangrijk is dat er oog is voor
de talenten, kansen en mogelijkheden van deze doelgroep. In verband daarmee heeft de UvT in 2009 een
plan van aanpak geformuleerd dat de studentenvoorzieningen meer op de specifieke behoeftes van deze
doelgroep moet afstemmen.
Valorisatie Valorisatie van onderzoeksresultaten is een van de speerpunten van de UvT. Met de slogan Understan-
ding Society ziet de UvT het als haar taak een wetenschappelijke bijdrage te leveren aan de maatschappij.
Diverse onderzoeksgroepen hebben al initiatieven op dit terrein ontplooid. In 2009 hebben vooraanstaande
onderzoekers van deze universiteit hun onderzoek weten te verbinden onder de noemer social innovation.
Hiermee wordt de meerwaarde van alpha/gamma-disciplines voor technologie en maatschappij zichtbaar
gemaakt. 2010 wordt een verdere verdieping en profilering van social innovation nagestreefd.
De UvT heeft afgelopen jaar ook haar positie in Brainport, een samenwerkingsverband in de regio Zuid-
oost Brabant van internationaal bedrijfsleven en instellingen voor hoger onderwijs, versterkt. In 2009 heeft
Brainport landelijke erkenning gekregen als kennisintensieve regio. Binnen dit verband heeft de UvT het
project ‘Arbeidsmarkt van de Toekomst’ gestart en hebben onderzoekers geparticipeerd in enkele dienstver-
leningsvraagstukken
Een 4 uit 5 voor ondersteuning en dienstverleningExcellent onderwijs en onderzoek vraagt om excellente dienstverlening. De UvT is daarom in 2009 gestart
met een drietal trajecten waarmee een verhoging van de kwaliteit van de dienstverlening wordt nagestreefd.
In een tiental sessies hebben 200 medewerkers van ondersteunende diensten gewerkt aan het opstellen van
een visie. Deze moet leiden tot een gezamenlijke doelstelling voor dienstverlening waarmee de strategische
doelen in onderwijs en onderzoek kunnen worden behaald. Dit traject wordt afgerond in 2010. Daarnaast
is een conceptplan opgesteld voor een herstructurering van de diensten. Hiermee wordt een efficiëntie- en
effectiviteitsslag nagestreefd. Tot slot is in 2009 in het kader van de reguliere evaluatie van de dienstverle-
ning gestart met een doorlichting van de financiële kolom.
Hein van Oorschot,
Voorzitter College van Bestuur
Voorwoord van het College van Bestuur
8 9
Organogram
Stichtingsbestuur
College van Promoties College van Bestuur
Secretaris van de Universiteit
Faculteit Economie en Bureau van de Universiteit TiasNimbas Business School
Bedrijfswetenschappen
Faculteit Rechtswetenschappen Dienst Economische en Adm. Zaken Instituten
Faculteit Sociale Wetenschappen Dienst Facilitaire Bedrijven
Faculteit Geesteswetenschappen Library and IT Services
Faculteit Katholieke Theologie Dienst Studentenzaken
Univers Universiteitskrant
StichtingsbestuurDe Universiteit van Tilburg is een zogenaamde ‘bijzondere universiteit’. Anders dan de openbare
universiteiten ressorteert de UvT onder een privaatrechtelijke stichting. Het Stichtingsbestuur bewaakt de
doelstellingen van de stichting, waaronder de open katholieke identiteit. Ook benoemt het Stichtingsbe-
stuur de leden van het College van Bestuur. Het Stichtingsbestuur oefent tevens de taken en bevoegdheden
uit die de wet toekent aan de Raden van Toezicht bij openbare universiteiten.
Op 31 december 2009 was het Stichtingsbestuur als volgt samengesteld:
Voorzitter:– Prof.dr. R.F.M. Lubbers
Leden:– Drs. H. Borstlap (Lid Raad van State)
– Mevr. Drs. R.I. Doerga RA (Directeur interne auditdienst Pensioenfonds ABP, lid IFAC)
– Mevr. Dr. A. Esmeijer (Directeur-bestuurder Prins Bernhard Cultuurfonds)
– Drs. M.A.M. Leers (Voorzitter Raad van Bestuur CZ Zorgverzekeringen)
– Ir. B.W.M. Koeckhoven (Manager Achmea/Directeur N.V. Hagelunie)
– Ing. J.P.C.M. van Zijl (Voorzitter MBO-raad)
De commissie Remuneratie / Benoemingen van het stichtingsbestuur, bestond op 31 december 2009 uit:
– Prof. dr. R.F.M. Lubbers, voorzitter
– Drs. M.A.M.Leers, plaatsvervangend voorzitter
– Drs. H. Borstlap, lid
– Ing. J.P.C.M. van Zijl, plaatsvervangend lid
Het Stichtingsbestuur wordt ondersteund door het hoofd Instellingsbeleid / adjunct-secretaris van de uni-
versiteit, mevrouw dr. E.M.R. van der Heijden.
College van BestuurHet College van Bestuur (CvB) vormt het dagelijkse bestuur van de universiteit. Het is belast met alle
bestuurlijke aangelegenheden en met het beheer van de universiteit. Het CvB is onder meer belast met het
doelmatig beheer van financiën, de zorg voor het personeelsbeheer en het zorg dragen voor de veiligheid, de
gezondheid en de overige arbeidsomstandigheden. Het CvB is verantwoording verschuldigd aan het Stich-
tingsbestuur.
Per 31 december 2009 bestond het CvB uit twee personen:
– Mr. H.M.C.M. van Oorschot, voorzitter
– Prof.dr. Ph. Eijlander, rector magnificus.
Het College van Bestuur wordt ondersteund door de algemeen directeur / secretaris van de universiteit, de
heer drs. H.A.R.R. Dekkers.
PrestatieafsprakenNaar aanleiding van het Hoger Onderwijs en Onderzoekplan 2004 en de vaststelling van het wetenschaps-
budget is met het Ministerie van OCW een prestatieagenda afgesproken. Hierin wordt aangegeven hoe de
universiteit aan de ambities van het ministerie kan bijdragen. De prestatieafspraken hebben een nauwe rela-
tie met het Strategisch Plan 2006 – 2009. De uitwerking en concretisering van de prestatieafspraken worden
neergelegd in opeenvolgende bestuursagenda’s.
Rapportage vindt plaats in de jaarverslagen.
Organisatie
Universiteitsraad
Lokaal Overleg
10 11
Met de vaststelling van het Strategisch Plan 2006 – 2009 zijn de hoofdonderwerpen van instellingsbeleid
voor de periode 2006 – 2009 vastgesteld en is de richting aangegeven waarin deze worden uitgewerkt. Deze
bestuursagenda geeft de uitwerking daarvan voor het begrotingsjaar 2009. 2009 is het laatste jaar onder het
Strategisch Plan 2006 – 2009.
Bij een aantal onderwerpen wordt onder ‘middelen’ ‘PM’ gemeld. Dit is een consequentie van de aard van
de betreffende projecten: het gaat in de meeste gevallen om beleidsvoorbereiding die ten laste komt van de
lopende exploitatie en die resulteert in een werkplan met begroting. De voor de uitvoering van het te ontwik-
kelen beleid benodigde middelen zijn met andere woorden meestal aan het eind van het beleidsvoorberei-
dende traject bekend.
Onder ‘actie’ is aangegeven welk Collegelid het betreffende onderwerp in portefeuille heeft. Tevens is aange-
geven welk organisatieonderdeel binnen de diensten in eerste instantie verantwoordelijk is voor het project
in kwestie. Deze verantwoordelijkheid houdt tevens in dat het betreffende organisatieonderdeel verantwoor-
delijk is voor afstemming en coördinatie met andere organisatieonderdelen.
Voor de uitvoering van de prioriteiten Strategisch Plan voor 2009 ten laste van het FBI is een bedrag van
m€5.5 toegekend. In de planperiode 2010 t/m 2014 staat nog m€ 3.7 gereserveerd voor de uitvoering van
het Strategisch Plan 2006-2009 (TMP cijfers) en is m€ 10 toegewezen.
Strategisch plan 2010 – 2013
Aanleiding / Kader: Aflopen huidig Strategisch Plan
Doel / Omschrijving: Het huidige Strategisch Plan loopt tot en met 2009. In 2008 is de Hoofdlijnennoti-
tie Strategisch Plan verschenen. Opstelling en vaststelling van het definitieve Strate-
gisch Plan 2010 – 2013 vindt plaats in 2009.
Resultaat: Strategisch Plan 2010 - 2013
Middelen: Reguliere middelen
Actie: Vrz, BU/IB
Tijdschema: medio 2009
Het Strategisch Plan 2010-2013 is in nauw overleg met de faculteiten tot stand gekomen en medio 2009 verschenen.
Kwaliteitszorg onderwijs / werkplan SKO
Aanleiding / Kader: Strategisch Plan
Doel / Omschrijving: Het voorlopig werkplan 2009 van de Stuurgroep Kwaliteitszorg
Onderwijs omvat de volgende projecten:
- Basiskwalificatie onderwijs (BKO).
- Beoordeling bestuurlijke reacties mid-term reviews.
- Ontwikkeling interne kwaliteitszorg.
Resultaat: Uitvoering projecten
Middelen: k€ 100 (FBI) (gereserveerd)
Actie: RM, BU/IB
Tijdschema: 2009
Het onderwijskwalificatietraject voor beginnende docenten aan de UvT is vastgesteld. Het plan is voorbereid door
een interfacultaire werkgroep. De werving voor een coördinator en trainer Basiskwalificatie Onderwijs zijn in 2009
gestart. Begin 2010 is de werving afgerond.
Bestuurlijke reacties op de mid-term reviews zijn voorbereid in de Stuurgroep Kwaliteitszorg Onderwijs.
Ontwikkeling van de interne kwaliteitszorg is voorbereid in 2009 en wordt verder uitgewerkt en gestart in 2010.
Inrichting onderwijskwalificatietraject voor beginnend docenten
Aanleiding / Kader: Landelijke BKO discussie
Doel / Omschrijving: Inrichten onderwijskwalificatietraject conform afspraken in Rectorencollege.
Resultaat: BKO-traject
Middelen: PM (FBI)
Actie: RM, BU/IB
Tijdschema: 2009
De facultaire onderdelen van het onderwijskwalificatietraject voor beginnende docenten zijn ontwikkeld. Het tra-
ject gaat inclusief de centrale onderdelen in 2010 van start.
Behoefteonderzoek naar lerarenopleiding op de UvT
Aanleiding / Kader: Tekort aan (academisch geschoolde) leraren in het Voortgezet Onderwijs
Doel / Omschrijving: De mogelijkheden en randvoorwaarden onderzoeken van het inrichten van een
lerarenopleiding op de UvT, samen met Ons Middelbaar Onderwijs.
Resultaat: Accreditatieaanvraag
Middelen: k€ 105 toegewezen (in 2008), k€ 135 gereserveerd (FBI)
Actie: RM, BU/IB
Tijdschema: 2009
De macrodoelmatigheidstoets is afgerond. De accreditatie is voorbereid en bij het Nederlandse accreditatieorgaan
aangevraagd.
Programma voor excellente studenten
Aanleiding / Kader: Beleid OCW, Siriusprogramma
Doel / Omschrijving: De aanvraag van de UvT is geselecteerd als veelbelovend en het voorstel wordt
verder uitgewerkt. Tevens voorbereiding aanvraag voor vervolg Siriusprogramma
m.b.t. excellente masters.
Resultaat: Subsidieaanvraag
Bestuursagenda 2009
12 13
Middelen: PM (FBI gereserveerd), subsidie OCW
Actie: RM, BU/IB
Tijdschema: 2009
De UvT heeft in het kader van het Sirius-programma, dat door OCW is opgezet voor het bevorderen van excellent
onderwijs, in 2009 een subsidie ontvangen voor het voorstel voor het programma ‘Outreaching’. Dit programma is
bedoeld voor excellente bachelorstudenten die een toppositie ambiëren in het bedrijfsleven, het openbaar bestuur
of andere maatschappelijke organisaties, zowel nationaal als internationaal. Het programma start in het academ-
isch jaar 2010/2011 met vijftig studenten.
Studiesucces/activerend leren
Aanleiding / Kader: Bestuurlijke agenda VSNU, Strategisch Plan
Doel / Omschrijving: Bij FRW, FSW en FEB zijn / worden projecten ontwikkeld om het studiesucces van
de studenten te vergroten en de uitval te beperken.
Resultaat: Uitvoering projecten
Middelen: k€ 500 (FSW), PM (FEB) t.l.v. FBI
Actie: RM, BU/IB
Tijdschema: 2009
In 2009 zijn bij FRW enkele deelprojecten gestart binnen het overkoepelende project ‘Activerend onderwijs’. De
deelprojecten richten zich op beoordeling van papers in het eerste jaar en kritische beschouwing van de toetskwal-
iteit. In december heeft de faculteit een eerste rapport uitgegeven over de inhoudelijke component van academisch
onderwijs. Daarnaast heeft FRW een deelproject studietijdmeting gestart, dat tot doel heeft de reële studietijd van
eerstejaarsstudenten te meten.
Bij FSW zijn in 2009 diverse plannen in het kader van activerend onderwijs ontwikkeld. Docenten worden getraind
in het gebruik van activerende werkvormen, MTO-onderwijs wordt meer geïntegreerd in het curriculum, acteurs
worden ingezet bij het practicum intake en indicatiestelling, en er wordt intensiever gebruik gemaakt van ICT-
middelen, zoals stemkastjes, video-opnamen en simulatiegames.
Diversiteitsbeleid
Aanleiding / Kader: Nieuw initiatief
Doel / Omschrijving: De UvT wil bevorderen dat het aantal allochtone studenten toeneemt, de uitval ver-
mindert en hun studieresultaten verbeteren d.m.v.
- Instellingsscan van studieprestaties
- Bevordering sociale verbanden van allochtone studenten
- Voorlichting gericht op de doelgroep en hun ouders
Resultaat: Verhoging aantal allochtone studenten, verbetering van hun prestaties
Middelen: PM (FBI)
Actie: Vrz, BU/IB i.s.m. DSZ en BU/C&M
Tijdschema: 2009
In 2009 is door het IVA een onderzoek uitgevoerd naar de instroom, doorstroom en uitstroom van allochtone stu-
denten (Nieuwe Nederlanders) aan de UvT. Op basis daarvan is een plan van aanpak opgesteld dat tot doel heeft
de faciliteiten voor allochtone studenten waar nodig te intensiveren. Het plan van aanpak is begin 2010 vastgesteld
door de Universiteitsraad.
Evaluatie samenwerking met regionale HBO-instellingen (Fontys en Avans)
Aanleiding / Kader: Afspraken gemaakt met besturen van Fontys en Avans
Doel / Omschrijving: Enkele jaren geleden heeft de UvT afspraken gemaakt met Fontys en Avans over
doorverwijzing van eerstejaars en doorstroom van HBO-bachelor naar WO-master-
opleidingen. Deze afspraken worden i.s.m. met Fontys en Avans geëvalueerd.
Resultaat: Actualisering afspraken
Middelen: Reguliere middelen
Actie: RM, BU/IB
Tijdschema: 2009
De bestaande samenwerking met regionale HBO-instellingen is geëvalueerd. De resultaten geven geen aanleiding
de bestaande afspraken bij te stellen.
Evaluatie FKT
Aanleiding / Kader: Afspraak met Nederlandse Bisschoppenconferentie, FKT en UvT
Doel / Omschrijving: Bij het tot stand komen van de FKT is afgesproken dat het convenant dat in ver-
band daarmee tussen de Nederlandse Bisschoppenconferentie, de FKT en de UvT
is gesloten na drie jaar geëvalueerd zou worden. Een besluit over de opzet van deze
evaluatie is voorzien voor 2009. De evaluatie wordt uitgevoerd begin 2010.
Resultaat: Evaluatie
Middelen: Reguliere middelen
Actie: Vrz, BU/IB
Tijdschema: 2009 / 2010
De evaluatie is uitgesteld en zal in 2010 worden uitgevoerd.
Participatie in Prae-Academie
Aanleiding / Kader: Nieuw initiatief
Doel / Omschrijving: De UvT onderzoekt met Avans, de NLDA en een aantal VWO-scholen in de regio
of het haalbaar is om een onderwijsprogramma in te richten voor excellente VWO-
scholieren die zich nader willen oriënteren op hun studieloopbaan.
Resultaat: Haalbaarheidsonderzoek / Besluit tot participatie
14 15
Middelen: Reguliere middelen / k€ 25 gereserveerd in FBI (2008) PM (FBI)
Actie: RM, BU/IB
Tijdschema: 2009
Het haalbaarheidsonderzoek gaf geen aanleiding tot verdere participatie in dit traject.
Participatie in Tilburg Summer School
Aanleiding / Kader: Nieuw initiatief
Doel / Omschrijving: In samenwerking met de Gemeente Tilburg onderzoekt de UvT of een aantal van
haar activiteiten ondergebracht kan worden in een op te richten Tilburg Summer
School. De plannen voor de Summerschool zijn in september 2008 in het CvB
besproken. Het programma zal, als de plannen worden geaccordeerd, in de zomer
van 2009 worden aangeboden.
Resultaat: Haalbaarheidsonderzoek / Besluit tot participatie
Middelen: Reguliere middelen / PM (FBI)
Actie: RM, BU/IO
Tijdschema: 2009
Meer dan honderd studenten uit vijftien verschillende landen hebben van 17 juli tot 14 augustus de Tilburg Univer-
sity Summer School gevolgd. De academische zomercursussen die zijn aangeboden zijn Dutch for Exchange stu-
dents, English for Academic Purposes, Nederlands voor Duitstaligen en Methoden en Technieken van Onderzoek.
De Summerschool bevatte daarnaast een sociaal programma. Vanaf zomer 2010 wordt het aanbod uitgebreid met
vakken van alle faculteiten.
Executive Graduate School
Aanleiding / Kader: Discussie positionering TiasNimbas
Doel / Omschrijving: In het kader van de discussie over de positionering van TiasNimbas binnen de UvT
is afgesproken te onderzoeken of het zinvol is om binnen de UvT een Executive
Graduate School op te richten, waarvan TiasNimbas de penvoerder zou zijn. Dit
onderzoek vindt in 2009 plaats.
Resultaat: Besluitvorming over Executive Graduate School
Middelen: Reguliere middelen
Actie: RM, BU/IB
Tijdschema: 2009
Het onderzoek gaf geen aanleiding tot verdere besluitvorming over een Executive Graduate School.
Personeelsenquête
Aanleiding / Kader: HRM nota
Doel / Omschrijving: In 2009 wordt de vierjaarlijkse personeelsenquête gehouden.
Resultaat: Enquêteresultaten
Middelen: Reguliere middelen
Actie: Vrz, BU/P&O
Tijdschema: 2009
In 2009 is de vierjaarlijkse enquête afgenomen. De respons lag op 58% (57% in 2004). De uitslag liet een algemene
tevredenheid onder UvT-personeel zien. Als belangrijke aandachtspunten kwamen naar voren: meer aandacht voor
loopbaan en scholing, betere ICT ondersteuning buiten kantooruren en het faciliteren van telewerken.
Evaluatie International Campus
Aanleiding / Kader: Strategisch Plan 2006 - 2009
Doel / Omschrijving: Het project International Campus is gestart in 2006. Bij de besluitvorming over het
werkplan is afgesproken om het project na drie jaar te evalueren.
Resultaat: Evaluatie
Middelen: Reguliere middelen
Actie: RM, BU/IO
Tijdschema: 2009
Het project Towards an International Campus is in 2009 succesvol afgerond, een vervolgproject is in voorbereiding.
Doel van het project is dat internationale studenten en medewerkers zich welkom en thuis voelen op de UvT.
Voor studenten is in 2009 ook een English Language Assessment ontwikkeld als voorbereiding op instroom in een
Engelstalige masteropleiding. Van de mogelijkheid om Nederlands te leren hebben meer internationale studenten
dan verwacht gebruik gemaakt. Het aantal studenten dat een cursus Nederlands doet is boven 100 studenten per
jaar. Vanaf 2010 worden nieuwe initiatieven op het terrein van versterking van de internationale campus ingezet.
Evaluatie International Office
Aanleiding / Kader: Strategisch Plan 2006 - 2009
Doel / Omschrijving: Het International Office (IO) is gestart in 2006 als project binnen het Bureau van de
Universiteit. Bij de besluitvorming over de instelling van het IO is afgesproken om
het project na drie jaar te evalueren.
Resultaat: Evaluatie
Middelen: Reguliere middelen
Actie: Vrz, SU
Tijdschema: 2009
16 17
De activiteiten en uitvoering van de afdeling International Office zijn in 2009 uitgebreid geëvalueerd. De resultaten
uit de evaluatie zijn positief. Met faculteiten is verder gewerkt aan verbetering van de afstemming van het beleid en
de ondersteuning voor inkomende en uitgaande exchange studenten.
Doorlichting dienstenkolommen communicatie, IT, personeel en financiën
Aanleiding / Kader: Strategisch Plan 2006 - 2009
Doel / Omschrijving: De UvT heeft in 2007 besloten de dienstenkolommen opeenvolgend door te lichten.
In 2007 resp. 2008 zijn de doorlichtingen van de communicatie- en IT-kolommen
gestart. In 2009 vindt de afronding van deze doorlichtingen plaats. Tevens worden
de doorlichtingen personeel en financiën gestart.
Resultaat: Rapportages per kolom
Middelen: Per kolom k€ 100 gereserveerd (IKD)
Actie: Vrz, SU
Tijdschema: 2009
De doorlichting van de kolommen communicatie en IT zijn in 2009 afgerond. De doorlichting van de kolommen
personeel en financiën is voorbereid en gaat begin 2010 van start.
Verhuizing culturele verenigingen naar centrum Tilburg
Aanleiding / Kader: Tilburg Studentenstad
Doel: Gemeente en hoger onderwijsinstellingen hebben afgesproken meer studentenacti-
viteiten in de stad te organiseren. Aanwezigheid en zichtbaarheid van deze activitei-
ten moeten het imago van Tilburg als studentenstad versterken en daarmee ook de
aantrekkelijkheid van de UvT.
Resultaat: Verhuizing van de culturele studentenverenigingen naar het Midi theater. DSZ zal
een collegebesluit voorbereiden m.b.t. de vrijkomende ruimte in het Studentencen-
trum.
Middelen: De (geïndexeerde) huur voor de eerste drie jaar zal ongeveer k€ 210 bedragen en
wordt gefinancierd uit de lumpsum van de dienst.
Actie: Vrz, DSZ
Tijdschema: Verhuizing voorjaar 2009. Huurperiode 15 februari 2009 tot 15 februari 2012 met
mogelijkheid van beëindiging of verlenging na ommekomst van deze periode.
In het kader van Tilburg Studentenstad zijn de culturele studentenverenigingen in maart 2009 verhuisd van de
campus (gebouw Esplanade) naar repetitieruimtes in het Midi-theater op de Heuvel. Bekendheid en zichtbaarheid
onder de studentenpopulatie verdienen extra aandacht in 2010.
Bevordering topsport
Aanleiding / Kader: Imago Tilburg Studentenstad / Positionering UvT
Doel: De landelijke bekendheid van Tilburg als studentenstad en van de UvT in het bijzon-
der kan verhoogd worden door topprestaties op sportief gebied. Het UvT-speerpunt
is op dit moment roeien. Vidar / Landvidi werven momenteel fondsen om het hui-
dige verenigingsgebouw met een grote botenloods uit te breiden tot een adequatere
roeiaccommodatie met meer allure. Daarnaast wordt de mogelijkheid onderzocht
of ook investeringen in andere takken van sport kunnen bijdragen aan de bekend-
heid van de UvT en van Tilburg als studentenstad.
Resultaat: Landelijk op topniveau meedraaien (met universiteitsteams).
Middelen: PM, o.m. bijdragen uit sponsoring.
Actie: Vrz, DSZ
Tijdschema: Besluitvorming 2009, uitvoering de jaren daarna.
In maart 2009 is tussen de UvT en TMHC (Tilburgse hockeyhoofdklasser) een driejarige samenwerkingsover-
eenkomst gesloten om te bereiken dat Tilburg meer bekendheid krijgt als plek waar studenten tophockey en studie
prima kunnen combineren. De ondersteuning van de training en coaching bij Vidar heeft bijgedragen aan de mooie
resultaten bij de Varsity en tijdens de wereldbekerwedstrijden in Luzern en het wereldkampioenschap in Poznan.
Vooruitlopend op de nota topsport (voorjaar 2010) hebben de meeste opleidingen van de UvT in overleg met DSZ
hun onderwijs- en examenregelingen (OER) al zo aangepast dat ten aanzien van topsportende studenten beter
rekening kan worden gehouden met trainings- en wedstrijdschema’s.
Toekomst kantoorautomatisering
Aanleiding / Kader: Beleids- en Organisatieplan Library and IT services 2007-2010.
Doel / Omschrijving: Eind 2007 / begin 2008 is een concept van een nieuwe werkplek gepresenteerd.
Deze nieuwe werkplek maakt gebruik van diverse Microsoft producten. De laatste
helft van 2009 zal begonnen worden met de technische inrichting van deze omge-
ving ter voorbereiding op de uitrol.
Resultaat: Uitrol nieuwe werkplek
Middelen: PM (subcompartiment ICT)
Actie: Vrz, LIS
Tijdschema: Start uitrol eind 2009
In 2009 is het technisch fundament gerealiseerd voor de nieuwe werkplek die in 2010 uitgerold zal worden. Hiertoe
zijn mantelovereenkomsten met leveranciers gesloten die na een uitgebreide Europese Aanbestedingsprocedure
geselecteerd zijn. Bij de nieuwe werkplek staan ‘mobiliteit’ en ‘samenwerking’ centraal.
18 19
Nieuw bibliotheeksysteem
Aanleiding / Kader: Advies SIA van 13 maart 2007
Doel: In 2008 / 2009 wordt de nieuwe search engine in het project ‘Beter zoeken en vin-
den’ van wetenschappelijke informatie geïmplementeerd. Volgende stappen in het
bij de tijd brengen van onze bibliotheeksystemen zijn de keuze van een nieuw lokaal
bibliotheeksysteem voor het beheren van onze boekencollectie en de selectie van
een systeem voor het beheren van de elektronische licenties. De laatste selectie zal
gedaan worden samen met de UKB, de samenwerking van de universiteitsbibliothe-
ken in Nederland.
Resultaat: Keuze van een lokaal bibliotheeksysteem ter vervanging van LBS4.
Middelen: Kosten voor het selectieproces k€ 10. Aanschaf van een lokaal systeem plus de UvT
bijdrage aan het door de UKB te kiezen systeem voor elektronische licenties: k€ 250
gereserveerd in subcompartiment ICT (2008).
Actie: Vrz, LIS
Tijdschema: Maart 2009: programma van eisen. November 2009: definitief besluit.
Begin 2009 is een start gemaakt met het opstellen van een Programma van Eisen. Het project is stil gelegd vanwege
capaciteitsproblemen en een interne organisatieverandering. Omdat zich problemen voordoen met het huidige
bibliotheeksysteem die vragen om acties is eind 2009 een werkgroep aan het werk gegaan om voorstellen hiervoor
te doen. Begin 2010 zal een nieuwe planning van de selectie van een nieuw bibliotheeksysteem worden gemaakt.
Toekomstvisie Univers
Aanleiding / Kader: Verbetering interne communicatie
Doel / Omschrijving: Nagaan of Univers qua functie en qua vorm nog beantwoordt aan de behoefte bin-
nen de UvT-gemeenschap aan communicatie en berichtgeving.
Resultaat: Geaccordeerde toekomstvisie
Middelen: Reguliere middelen
Actie: Vrz / C&M, Univers
Tijdschema: 2009
In 2009 is er een missieplan Univers vastgesteld met als een van de kernpunten een verschuiving in de richting van
een web based medium en daarnaast de uitgave van een tweewekelijkse uitgave van Univers in zijn huidige vorm.
Huisvesting FSW
Aanleiding / Kader: Lange termijn huisvestingsplan
Doel / Omschrijving: Keuze van locatie huisvesting FSW en schets van ontwerp w.o. de optie nieuwbouw
FSW.
Resultaat: Besluitvorming over locatie en ontwerp
Middelen: Planvorming t.l.v. reguliere middelen; uiteindelijk subcompartiment Huisvesting.
Actie: Vrz / DFB
Tijdschema: 2009
Een masterplanstudie is afgerond waarbij een locatie is gekozen (parkeerterrein Tiasgebouw) en waarbij ook een
globaal bouwvolume met mogelijke bouwvormen is bepaald. De projectorganisatie is ingericht en er is een aanvang
gemaakt met het opstellen van het Programma van Eisen.
Faculty Club
Aanleiding / Kader: Lange termijn huisvestingsplan
Doel / Omschrijving: Ontwerp Faculty Club w.o. de optie nieuwbouw
Resultaat: Besluitvoming over ontwerp. Aanvang (ver)bouwwerkzaamheden.
Middelen: Planvorming t.l.v. reguliere middelen; uiteindelijk subcompartiment Huisvesting.
Actie: Vrz / DFB
Tijdschema: 2009
Het ontwerp van gebouw en tuin bevindt zich in het definitief ontwerp stadium. Een maquette en een mood-board
zijn beschikbaar. De procedure voor wijziging van het bestemmingsplan is opgestart.
Aanpak grote automatiseringsoperaties
Aanleiding / Kader: Problemen bij bewaken van kosten en planning van grote automatiseringsprojec-
ten, m.n. projecten met meerdere deelnemers.
Doel / Omschrijving: Ontwikkelen van protocollen voor projectaanpak.
Resultaat: Verbetering van projectmanagement
Middelen: Reguliere middelen
Actie: Vrz / DEA, LIS
Tijdschema: 2009
Eind 2009 is een IT-projectenprotocol opgesteld dat vervolgens als leidraad gaat dienen voor grote IT-projecten. Het
protocol is besproken en vastgesteld door de relevante gremia.
20 21
Duurzaamheidsplan
Aanleiding / Kader: Suggesties van diverse kanten (externe partijen, SB, UR, faculteiten)
Doel / Omschrijving: Inventarisatie van bestaande activiteiten en bestaand beleid op het gebied van duur-
zaamheid ten einde te komen tot een meer geïntegreerde aanpak.
Resultaat: Plan van aanpak tot verbetering.
Middelen: Reguliere middelen
Actie: Vrz / DFB
Tijdschema: 2009
Er is een inventarisatie gemaakt van reeds uitgevoerde activiteiten op gebied van duurzaamheid. Tevens is een
concept beleidsplan geschreven om te komen tot een meer geïntegreerde aanpak. Dit zal in 2010 in de besluitvorm-
ing terecht komen. De Uvt koopt 100% groene stroom in en heeft diverse duurzame aanbestedingen uitgevoerd,
waarmee een bijdrage wordt geleverd aan de doelstelling om in 2012 alle niet onderzoeksgebonden inkopen voor
minimaal 50% duurzaam in te kopen. Het Tilburg Sustainability Center is bij het duurzaamheidsbeleid betrokken.
Elsevier 2009In het jaarlijkse onderzoek van Elsevier beoordelen de hoogleraren en universitair hoofddocenten de oplei-
dingen op hun eigen vakgebied op vier punten: de samenstelling van het bachelorprogramma, het aanbod
van masteropleidingen, de kwaliteit van de docenten en de kwaliteit van de wetenschappelijke publicaties
van de staf. Het is niet mogelijk om op de eigen universiteit te ‘stemmen’.
De Universiteit van Tilburg is voor het derde achtereenvolgende jaar tot beste specialistische universiteit
uitgeroepen door Nederlandse hoogleraren die zijn geënquêteerd door het weekblad Elsevier. Tilburg scoort
het beste met de opleidingen Economie, Econometrie en operationele research, Fiscaal Recht en Neder-
lands recht.
Studenten vinden de Tilburgse opleiding Fiscale Economie en Nederlands recht de beste van Nederland
(Fiscale Economie deelt hierbij de eerste plaats met de Universiteit Maastricht). Ruim tweeduizend hoog-
leraren en hoofddocenten van universiteiten en bijna zesduizend studenten hebben meegedaan aan het
jaarlijkse onderzoek van Elsevier, dat voor de vijftiende keer is gehouden
Positie van UvT-opleidingen op ranglijst volgens hoogleraren en uhd’sOpleiding Bachelor-
ProgrammaMaster- Programma
Docenten Publicaties
Nederlands Recht
1
1
1
1
Fiscaal Recht 1 1 4 2
Bestuurskunde 6 4 2 4
Economie 1 1 1 1
Bedrijfswetenschappen 2 2 2 1
International Business 3 3 2 2
Econometrie en Operationele Research 1 1 1 1
Psychologie 6 7 9 6
Sociologie 3 5 2 2
Godgeleerdheid 2 6 6 7
Wijsbegeerte 6 3 4 8
Bron: Elsevier
WO monitor 2008In het najaar van 2008 heeft de jaarlijkse meting voor de WO monitor plaatsgevonden onder de afgestudeer-
den van de UvT. De resultaten van dit onderzoek zijn in 2009 gerapporteerd. De WO monitor biedt inzicht in
de arbeidsmarktpositie van afgestudeerden. In het onderzoek wordt onder andere gekeken naar de kwaliteit
van de opleiding, de kans op werk, het opleidingsprogramma, de docenten en de voorzieningen.
Van de afgestudeerden van de UvT heeft 97.9% een baan. Dit percentage ligt boven het landelijk gemiddelde
van 96,4% in het WO. De afgestudeerden beoordeelden de docenten op de volgende aspecten: onderzoeks-
Ranking UvT
22 23
kennis en –ervaring, beschikbaarheid, inhoudsdeskundigheid en didactische vaardigheden. Het rapport-
cijfer voor deze aspecten varieert tussen 6.9 en 7.8. De UvT wijkt hiermee nauwelijks af van het landelijke
gemiddelde. Over de opleiding zijn de meeste studenten achteraf tevreden: 78% zou opnieuw voor dezelfde
opleiding kiezen.
Kennis in Kaart 2009De rendementen na zeven jaar van de UvT zijn bovengemiddeld goed in de sectoren Taal & Cultuur (+8.5%),
Economie (+6.1%) en Recht (+1.4%).
Rendement in procenten na 7 jaar, per universiteit en sector, van het instroomcohort 2001 Land Natu Tech Gezo Econ Recht G&M T&C
Erasmus Universiteit Rotterdam 71,6 61,7 44,1 56,3 57,9
Radboud Universiteit Nijmegen 47,2 82,7 71,1 63,8 71,6 68,4
Rijksuniversiteit Groningen 57,5 40,0 71,2 60,9 58,4 64,9 59,5
Technische Universiteit Delft 53,7
Technische Universiteit Eindhoven 58,1
Universiteit Leiden 51,6 74,8 57,6 65,0 52,0
Universiteit Maastricht 82,8 60,8 52,3 75,0 54,1
Universiteit Twente 65,9 65,5
Universiteit Utrecht 62,9 70,2 53,9 71,1 75,6 69,7
Universiteit van Amsterdam 45,5 69,2 50,5 44,8 64,9 52,2
Universiteit van Tilburg 57,1 69,2 58,0 66,1 69,0
Vrije Universiteit Amsterdam 63,5 70,5 71,8 52,4 74,8 52,0
Wageningen Universiteit 69,4
Totaal 69,4 57,4 57,5 74,3 63,1 56,6 68,7 60,5
Bron: VSNU
CHE Excellence Ranking 2009De Universiteit van Tilburg behoort volgens de CHE Excellence Ranking 2009 op de vakgebieden psycholo-
gie en economie tot de Excellence-groep. Op het vakgebied psychologie onderscheidt zij zich door het grote
aantal publicaties en citaties evenals de mobiliteit van de docenten. Op het vakgebied economie is zij op
grond van het grote aantal publicaties en citaties en wegens de Erasmus Mundus Master in de Excellence-
groep opgenomen.
Afgezien van de kwantitatieve gegevens biedt de Excellence Ranking een grote hoeveelheid nuttige informa-
tie met betrekking tot de masterstudies en het promotieonderzoek en daarnaast ook nog vele feiten over de
onderzoeksgroepen en -zwaartepunten binnen de vakgroep en over de grootte van de faculteiten evenals
toelatingsvoorwaarden en woonmogelijkheden. Ook de huidige studenten hebben hun studieomstandighe-
den beoordeeld en stellen daarmee hun ervaringen ter beschikking aan hun mogelijke toekomstige mede-
studenten.
Het niet-commerciële Centrum für Hochschulentwicklung (CHE) maakt elk jaar voor aankomende eerste-
jaarsstudenten een ranking op van de HOI’s in Duitsland en een aantal HOI’s in het buitenland. Met de CHE
Excellence Ranking is nu ook een vergelijking van de beste universitaire research centra in Europa voor aspi-
rant masterstudenten of -promovendi mogelijk.
Social Science Research NetworkNet als vorig jaar heeft de Faculteit Rechtswetenschappen de eerste positie in de ranking Top International
Law Schools van het Social Science Research Network van de rechtenfaculteiten buiten de VS behaald. In de
wereldwijde ranking staat FRW op een zevende positie, waarmee ze de enige niet-Amerikaanse universiteit
in de top tien is.
Beoordelingen van onderzoekOp de lijst van de beste Europese universiteiten in de Social Sciences van de Academic Ranking of World
Universities heeft de Universiteit van Tilburg een positie in de top tien behaald.
De Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen heeft de derde positie behaald in de University of Dallas
Ranking van Europese Business Schools.
Tilburg University Ranking De Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen heeft in 2010 haar eigen onderzoeksranking gepubliceerd.
Deze ranking geeft een overzicht van de 100 beste onderzoeksscholen in de economie ter wereld. De lijst
wordt aangevoerd door Harvard University. Tilburg staat zelf op de 23e positie in deze ranking en neemt de
derde positie wat betreft Europese universiteiten in.
Ranking TiasNimbasIn januari 2009 bleek uit de Financial Times Full-Time MBA ranking dat de studentenpopulatie van het Tias-
Nimbas programma een tweede positie wereldwijd inneemt als het gaat om internationalisering, net achter
IMD (Zwitserland). Overall is TiasNimbas 87e wereldwijd, 25e in Europa en 3e in de Benelux.
In mei 2009 zijn de TiasNimbas Company Specific Programs door de Financial Times wederom als beste
in de Benelux en als 36e wereldwijd en 15e in Europa gekenmerkt. Op het criterium ‘Future Use’ behaalde
TiasNimbas wereldwijd een achtste positie en op het aspect ‘International Participants’ zelfs een mondiale
tweede plaats.
In november 2009 behaalde het TiasNimbas International Executive MBA Programme (IMM) een 24e plaats
in de wereld top 100 van de Financial Times met wederom een wereldwijde nummer één positie op het
aspect ‘International Course Experience’. IMM is een partnership tussen de graduate schools van Purdue
University (USA), Central European University Budapest (Hongarije), en GISMA Business School Hannover
(Duitsland).
24 25
Babylon
In 2009 heeft Babylon verder gebouwd aan een virtueel netwerk dat aansluiting zoekt met de internationale
onderzoeksgemeenschap. Begin 2009 werd een elektronische workspace opgestart, te bereiken vanuit de
Babylon website, rond het thema van Taal en Globalisatie. Ruim honderd internationale wetenschappers
hebben zich aangemeld op deze workspace. In het komende jaar zal deze workspace verder uitgebouwd
worden en we verwachten dat een aantal parallelle workspaces over Babylon-thema’s begonnen zullen wor-
den. Via deze samenwerking wil Babylon zich actiever tonen op het vlak van internationale fondsenwerving
en internationale uitwisseling van promovendi.
Het centrale onderzoeksthema van Babylon - diversiteit in de samenleving - kreeg in oktober 2009 gestalte
via een ESF Exploratory Workshop over ‘The effects of superdiversity in Europe’. Deze workshop werd naast
Babylon georganiseerd door Dr. Paul de Guchteneire (UNESCO) en prof. dr. Steven Vertovec (Max Planck
Instituut voor Religieuze en Ethnische Diversiteit, Göttingen). Ruim veertig internationale deelnemers
woonden de workshop bij. Naast een reeks programmatische wetenschappelijke resultaten leidt dit initiatief
tevens tot intensieve samenwerking met een aantal nieuwe partners, waaronder het Max Planck Instituut
van Göttingen waarmee structurele samenwerking wordt opgezet betreffende meertaligheid en superdiver-
siteit.
CentERdata
CentERdata is een instituut voor dataverzameling via internet en toegepast economisch en methodologisch
onderzoek. Het instituut werkt voornamelijk voor wetenschappelijke organisaties, ministeries en overheids-
instellingen. Er wordt nauw samengewerkt met de faculteiten en andere instituten van de UvT, zodat een
meerwaarde op het gebied van gegevensverzameling, theorievorming, methoden van onderzoek en inter-
pretatie van onderzoeksresultaten ontstaat.
Het LISS panel (Longitudinal Internet Studies for the Social Sciences) trok ook in 2009 de nodige aandacht
en is inmiddels door een groot aantal onderzoekers -verbonden aan Nederlandse maar ook buitenlandse
universiteiten en onderzoeksinstellingen- gebruikt als (gratis) instrument voor dataverzameling voor weten-
schappelijk onderzoek.
Het gebiedsbestuur MaGW van NWO heeft het DNB Household Survey (DHS) (1993 – heden) geplaatst op
een lijst van 16 belangrijkste veranderingsstudies in Nederland en heeft CentERdata een subsidie toegekend
om de studie voort te zetten en de kwaliteit en disseminatie van de data te waarborgen. Naast het DHS en
vele andere vragenlijsten is in het CentERpanel in 2009 ook een vragenlijst afgenomen voor de Europese
Centrale Bank. De resultaten zullen worden vergeleken met onderzoek in andere Europese landen.
In het verlengde van de genoemde panels is CentERdata samen met de vakgroep Klinische Gezondheids-
psychologie van de Faculteit Sociale Wetenschappen aan de UvT en het Integraal Kankercentrum Zuid (IKZ)
te Eindhoven in 2009 gestart met het opzetten van een vergelijkbare infrastructuur voor een studie naar het
welbevinden van (ex-)kankerpatiënten. Op internationaal terrein werden projecten uitgevoerd in het kader
van het Europese SHARE project (Survey of Health, Ageing, and Retirement in Europe) en in opdracht van
het National Centre for Social Research in Londen.
Het zwaartepunt van het toegepast economisch onderzoek van CentERdata lag in 2009 bij een tweetal meer-
jarige projecten: arbeidsmarktramingen voor het Ministerie van OC&W en een onderzoek in opdracht van
het Ministerie van SZW naar aanleiding van het experiment bevordering arbeidsparticipatie alleenstaande
ouders in de Wet Werk en Bijstand (WWB). Dit laatstgenoemde onderzoek wordt in samenwerking met het
IVA uitgevoerd.
Center for Innovation Research (CIR)
2009 is het tweede jaar in het bestaan van het Center for Innovation Research (CIR). In deze periode heeft
het management team van CIR zich gericht op het aanstellen van nieuwe onderzoekers, en het verder uit-
werken van de maatschappelijke inbedding. CIR heeft in 2009 twee AIO’s en twee Postdocs aangesteld. In
2009 is bij CIR ook een Operations Manager aangesteld. Daarnaast heeft CIR in 2009 een Industrie-Advies-
raad ingesteld bestaande uit topmensen uit de profit en de not-for profit sector.
In 2009 heeft het management team van CIR twee grote onderzoeksprojecten goedgekeurd. Het eerste pro-
ject richt zich op het bestuderen van tijdelijke netwerken in de Nederlandse scheepsbouw, en de invloed van
deze netwerken op innovatie. Er zijn in totaal 3 AIO’s in dit project werkzaam, waarvan twee betaald door de
sector en de derde betaald door CIR. Het tweede project bestudeert de effecten van cognitieve diversiteit in
R&D teams op het leren en presteren van dergelijke teams. De twee projecten complementeren het grote
aantal bestaande projecten in CIR.
In het afgelopen jaar is er een substantiële toename geweest van publicaties in de algemene toptijdschrif-
ten op het gebied van management en organisatie, evenals in de top innovatietijdschriften. Dit is gepaard
gegaan met een afname in het aantal andere publicaties, zoals boeken en boekhoofdstukken. Dit resultaat is
een reflectie van de meer doelgerichte publicatiestrategie die CIR heeft ontwikkeld.
CIR is in 2009 gestart met een samenwerking met het Center for Research on Management (CROMA) en
het Center on Knowledge, Internationalization and Technology Studies (KITeS) van de Università Commer-
ciale Luigi Bocconi en met Copenhagen Business School. De partners zijn twee keer samengekomen voor
het plannen van een gezamenlijk onderzoeksprogramma en gezamenlijke onderwijsactiviteiten voor de
Research Master.
Verder heeft CIR in 2009 een rijke serie van seminars aangeboden. Zes gerenommeerde sprekers hebben
het Center bezocht, waaronder Martin Kilduff (Cambridge University), Gautam Ahuja (University of Michi-
gan) en Alfonso Gambardella (Bocconi University).
In 2009 hebben ook de eerste samenkomsten van Wetenschappelijke Raad en Industrie-Adviesraad van CIR
plaatsgehad. De Wetenschappelijke Raad geeft advies aan CIR over het huidige onderzoeksprogramma en
nieuwe onderzoeksvragen. De Industrie-Adviesraad dienst als klankbord voor het lopende CIR onderzoek en
reikt daar waar mogelijk nieuwe onderwerpen aan voor toekomstig onderzoek.
Onderzoeksinstituten
26 27
Center of Research on Psychology in Somatic Diseases (CoRPS)
Het onderzoek van CoRPS bevindt zich op het snijvlak van de medische en gedragswetenschappen. Bij het
onderzoek zijn psychologen van het departement Medische en Neuropsychologie betrokken, onderzoekers
van het departement Methoden en Technieken van Onderzoek, alsook artsen, medisch specialisten en psy-
chologen vanuit de klinische praktijk.
Het onderzoek richt zich op patiënten met (chronische) lichamelijke aandoeningen, zoals: cardiovasculaire
aandoeningen, diabetes en depressie, oncologische en neuropsychologische aandoeningen. De onderzoeks-
vraagstellingen betreffen (psychologische) risicofactoren bij het ontstaan, het beloop en de behandeling van
deze ziekten, de kwaliteit van leven van patiënten en behandelingsmethoden. Verder zijn de onderzoekers
van CoRPS geïnteresseerd in de (biologische) mechanismen, die het verband tussen somatische ziekten en
psychologische factoren kunnen verklaren.
CoRPS is op 1 januari 2008 van start gegaan met een subsidie van het College van Bestuur, de Faculteit Soci-
ale Wetenschappen en het St. Elisabeth ziekenhuis en het TweeSteden ziekenhuis te Tilburg. In de loop van
2008 zijn het Integraal Kankercentrum Zuid (IKZ) en de huisartsenorganisatie PoZOB tot het samenwer-
kingsverband toegetreden. Ook deze instellingen leveren een financiële bijdrage aan CoRPS.
De staf van CoRPS werd uitgebreid met twee hoogleraren, een universitair hoofddocent en een senior onder-
zoeker. Hierdoor hebben alle onderzoekslijnen binnen CoRPS een senior onderzoeker als coördinator. In
2008 werden negen nieuwe promovendi en twee postdocs aangesteld, deels gefinancierd uit verworven sub-
sidies. In 2009 start een vergelijkbaar aantal projecten, vrijwel allemaal (mede) gefinancierd vanuit externe
fondsen.
In 2009 werden er dertien nieuwe promovendi aangesteld waarvan acht gefinancierd uit verworven subsi-
dies. Verder werd er een aantal postdocs en universitair docenten aangesteld. De staf van CoRPS werd uitge-
breid met twee vrouwelijke hoogleraren (Margriet Sitskoorn en Susanne Pedersen).
In 2009 organiseerde CoRPS diverse symposia gekoppeld aan promoties. Een symposium op het TweeSte-
den Ziekenhuis, in verband met de daar lopende onderzoeken en een feestelijk symposium ter ere van de
samenwerking met het IKZ met gerenommeerde wetenschappelijke sprekers en bezoekers uit het hele land.
European Banking Center (EBC)
Het European Banking Center (EBC) in Tilburg focust zich sinds 2008 op bancair onderzoek door samen-
werkingsverbanden binnen en buiten de universiteit van Tilburg. Met een drietal thematische peilers gericht
op Central Banking, Financial Regulation and Supervision, Banking and Corporate Finance en International
Banking and Finance kadert het EBC haar onderzoeksactiviteiten. De missie van het EBC is het creëren van
een omgeving waarin door academische samenwerking met financiële instituten excellent multidisciplinair
wetenschappelijk onderzoek ontstaat. Daarnaast ondersteunen de aangesloten wetenschappers bijdragen
tot het internationale, Europese en nationale overheidsbeleid en stimuleren zij met regelmaat het publieke
debat hierover.
Aan het EBC zijn zowel wetenschappers vanuit de disciplines Algemene Economie als Financiering van
de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen (FEB) verbonden. Ook zijn er interdisciplinaire contac-
ten met de Faculteit Sociale Wetenschappen (FSW) en de Faculteit Rechtswetenschappen (FRW). Mede
door deze en een variëteit aan extramurale samenwerkingverbanden met topwetenschappers van gerenom-
meerde universiteiten is het EBC in staat hoogstaand onderzoek te initiëren.
Het EBC organiseert conferenties en symposia - vaak in nauwe samenwerking - met instituten waaronder
het Centre for Economic Policy Research, het Center for Financial Studies en het International Monetary
Fund. In 2009 organiseerde het EBC onder meer de Financial Stability Conference Financial Stability - Causes,
Consequences and Policies. In samenwerking met Center for Financial Studies at Goethe University in Frank-
furt en het International Monetary Fund werd een conferentie rondom A New Supervisory Architecture for
Europe’s Banking System georganiseerd.
European Values Study (EVS)
In 2009 werd de dataverzameling van de vierde save (na die van 1981, 1990 en 1999) afgerond. Dankzij
bijdragen van nationale sponsoren en van de Stichting EVS werd het ultieme doel bereikt: een dataverzame-
ling in alle 46 landen van Europa (voor zover ze meer dan 100.000 inwoners hebben). Dit maakt EVS tot het
grootste Europese survey-onderzoek dat ooit is uitgevoerd. In oktober 2009 werd de eerste interne release
van de integrated data file (30 landen) ter beschikking gesteld aan de nationale coördinatoren. Het doel is
om in juni 2010 een volledige integrated data file te publiceren die voor iedere wetenschapper beschikbaar
is. Wat betreft de publicaties, zijn er inmiddels al enkele country reports verschenen. Frankrijk en Oostenrijk
beten het spits af, vele andere zullen volgen. Voor Nederland zal er in het najaar van 2010 een boek ver-
schijnen. Op basis van de nieuwe data worden tal van andere publicaties voorbereid. Internationaal wordt
gestreefd naar drie typen van publicaties: (1) artikelen in wetenschappelijke tijdschriften, (2) een serie van
vergelijkende studies (Brill Publishers), (3) de tweede editie van de Atlas of European Values. Om dit te
bereiken worden er workshops georganiseerd waarin de internationale EVS-groep bij elkaar komt. In 2010
zijn drie workshops gepland, in Keulen, Zagreb en Bilbao. Tijdens een congres dat eind 2011 in Tilburg zal
plaats vinden, wordt van al deze activiteiten verslag gedaan.
Instituut voor Liturgische en Rituele Studies
In 2009 functioneerde het Instituut voor het 17e achtereenvolgende jaar als interuniversitair (sinds enkele
jaren tevens interfacultair) onderzoeksinstituut. Dit was het eerste jaar waarin het Instituut de nieuwe naam
Instituut voor Liturgische en Rituele Studies (Institute for Liturgical and Ritual Studies) droeg. Het Instituut
had in 2009 vijf universitaire participanten en negen niet-universitaire participanten. De Protestantse Theo-
logische Universiteit maakte dit jaar voor het eerst deel uit van de participanten.
In het najaar van 2009 is het nieuwe onderzoekprogramma Liturgical and Ritual Movements IV: Reframing
Liturgical and Ritual Identities van start gegaan. Het loopt tot 2012.
In de reeks Liturgia Condenda zijn vijf nieuwe delen verschenen.
In de reeks Meander is één deel uitgekomen.
Het Jaarboek voor Liturgieonderzoek, een gezamenlijke uitgave van het ILRS en het Instituut voor Christelijk
Cultureel Erfgoed, is in 2009 voorzien van de ondertitel Yearbook for Liturgical and Ritual Studies. Deel 25 is
uitgekomen; het bevat dertien artikelen en twee samenvattingen van proefschriften.
28 29
In de reeks Netherlands Studies for Ritual and Liturgy, eveneens een gezamenlijke uitgave van het ILRS en het
Instituut voor Christelijk Cultureel Erfgoed, is één deel uitgekomen.
In 2009 is het pilot-project Located Religion. A comparative exploration of the position of the Christian church
building in modern Europe, uitgevoerd door dr. Eward Postma, afgerond.
Op 20 maart organiseerde het Instituut een studiemiddag The Early Christian Eucharist, met als buitenlandse
gastspreker prof. Martin Stringer uit Birmingham.
Op 15 mei organiseerde het Instituut samen met de Leerstoel Muziek en Christendom van de Faculteit Gees-
teswetenschappen een symposium met boekpresentatie, getiteld Elke muziek heeft haar hemel.
Network for Studies on Pensions, Aging and Retirement (Netspar)
Netspar is een netwerk van personen en organisaties uit de pensioenwetenschap en -praktijk. Netspar wil
de pensioen- en pensioneringsoplossingen innoveren door kennisontwikkeling en -uitwisseling te initiëren,
stimuleren en faciliteren, en menselijk kapitaal te genereren.
Aan het netwerk zijn zo’n 250 onderzoekers van acht Nederlandse en vele buitenlandse universiteiten geli-
eerd, evenals vertegenwoordigers van verzekeraars, pensioenfondsen, ministeries en toezichthouders. Net-
spar is in 2009 in overleg getreden met drie potentiële partners over toetreding tot het netwerk.
Kennisontwikkeling
Netspar heeft in 2009, naast de drie reguliere financieringstoekenningen aan Nederlandse onderzoekers,
voor het eerst een internationale onderzoeksgroep gefinancierd. Hun onderzoek richt zich op financiële
geletterdheid: begrijpen consumenten wel wat in de omschrijving van een financieel product staat en door-
zien ze de consequenties? En hoe kunnen de opstellers van die omschrijving het begrip vergroten? Drie aan
Netspar verbonden onderzoekers hebben een Vidi-subsidie van NWO gekregen voor hun onderzoek.
Kennisuitwisseling
Er is een flink aantal initiatieven gelanceerd om de samenwerking met partners te intensiveren, naast de
gebruikelijke evenementen. Netspar organiseerde zeventien evenementen waaronder workshops, conferen-
ties en discussiebijeenkomsten over actuele beleidsthema’s. Elk evenement kon rekenen op 50 tot 100 deel-
nemers.
Opbouw van menselijk kapitaal
In 2009 startten twintig studenten met de masteropleiding ‘Economics and Finance of Aging’, waarvan de
helft afkomstig is uit het buitenland. Deze eenjarige opleiding werd voor de vierde keer gegeven aan de Uni-
versiteit van Tilburg door wetenschappers verbonden aan Netspar.
De Netspar - UM SBE Academy verzorgt postacademisch onderwijs en heeft in 2009 drie thematische
modules verzorgd, gericht op bestuurders en professionals uit de pensioenpraktijk. Per module namen
gemiddeld twintig personen deel.
Intervict
In 2009 is de groei van INTERVICT verder doorgezet. Het instituut - dat met name onderzoek doet naar
slachtofferschap en menselijke veiligheid - is vier jaar na de oprichting uitgegroeid tot een organisatie met
brede nationale en internationale bekendheid. Hoogleraren en senior onderzoekers van het instituut wer-
den in 2009 wereldwijd uitgenodigd om te spreken op symposia en seminars. Sommigen hebben zitting
in internationale denktanks, besturen, expertgroepen of adviesorganen, en verzorgen onderwijsactiviteiten
aan onder andere de Erasmus Universiteit, de Universiteit van Twente, Monash University Zuid-Afrika en het
Tokiwa Institute for Victimology.
In 2009 is prof. S. Bogaerts benoemd tot hoogleraar forensische psychologie en victimologie
Prof. Marc Groenhuijsen is gekozen tot nieuwe President van World Society for Victimology (WSV). De WSV
bevordert onderzoek en beleid in de victimologie, veelal door middel van interdisciplinair onderzoek en ver-
gelijkende studies. Research director dr. Rianne Letschert is door de WSV onderscheiden met de Beniamin
Mendelsohn Young Scholar Award. Deze prijs wordt toegekend aan jonge onderzoekers die hebben bijge-
dragen aan de wetenschappelijke kennis op het gebied van victimologie.
INTERVICT organiseerde maandelijks lunchmeetings voor wetenschappers en geïnteresseerde derden. Tij-
dens deze meetings presenteren collega’s in het veld onderzoeksresultaten of geven zij lezingen over onder-
werpen in directe relatie tot het werkveld van INTERVICT. De lunchmeetings hebben een informeel karakter
en werden ook in 2009 goed bezocht.
Van 20 tot 24 juli organiseerde INTERVICT, samen met een aantal Afrikaanse NGO’s (Together Against
Impunity (TAI, Rwanda), IBUKA (Rwanda) and the Legal Aid Forum (LAF, Rwanda)) een internationale con-
ferentie in Rwanda over een “Victimologische aanpak van internationale misdaden in Afrika (genocide, mis-
daden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden)”
In 2009 was INTERVICT succesvol in het verkrijgen van drie EU-subsidies. In samenwerking met de vol-
gende partijen voert INTERVICT onderzoek uit:
Universität Osnabrück (Duitsland) en de Child en de Women Abuse Study Unit van de London Metropolitan
University (UK): “Mapping content and assessing impact of EU legislation on violence against women and
children”.
Lausanne Université, Zwitserland: “Towards comparable crime victimisation statistics in the European
Union”.
Georg-August Universität in Goettingen, Duitsland: “Indexing trafficking in Human Beings: Gauging its
trends, causes and consequences in the European dimension”.
Research Institute on Flexicurity, Labour Market Dynamics and Social Cohesion (ReflecT)
Per 1 januari 2009 is ReflecT, het Research Institute on Flexicurity, Labour Market Dynamics and Social Cohesion
at Tilburg University officieel van start gegaan. ReflecT is een interfacultair en multidisciplinair onderzoeksin-
stituut, geïnitieerd en gecoördineerd door de Faculteit Rechtsgeleerdheid, waarin ook de Faculteit Economie
en Bedrijfswetenschappen en de Faculteit Sociale Wetenschappen participeren.
Op 29 januari vond de ‘launch’ plaats middels een internationaal congres ‘Flexicurity and the Future of the
European Social Model’, met als sprekers onder meer Eurocommissaris Špidla, minister Donner van Soci-
•
•
•
30 31
ale Zaken en Werkgelegenheid, toenmalig burgemeester Vreeman van Tilburg en wetenschappers uit het
RISE-netwerk.
Het onderzoeksprogramma van ReflecT is gericht op vraagstukken die voortvloeien uit enerzijds de ten-
dens naar meer flexibiliteit, dynamiek en efficiëntie op de arbeidsmarkt, binnen arbeidsverhoudingen en in
de organisatie van het werk en anderzijds de noodzaak om sociale cohesie, bescherming, participatie en
betrokkenheid in de samenleving te garanderen. Het onderzoeksprogramma wordt voor een belangrijk deel
extern gefinancierd, onder meer door een subsidie van de Stichting Instituut GAK voor het uitvoeren van een
groot onderzoeksproject over werkzekerheid en op basis van Europese onderzoeksopdrachten, bijvoorbeeld
voor het ontwikkelen van Europese indicatoren met betrekking tot flexicurity.
Naast fundamenteel onderzoek heeft ReflecT innovatie, valorisatie en disseminatie hoog in het vaandel
staan. Zo is een samenwerkingsverband gestart met Brainport Development, de organisatie die de hightech
industrie in Zuidoost Brabant op allerlei wijzen faciliteert. ReflecT richt zich hierbij op het inbrengen van
wetenschappelijke kennis over de arbeidsmarkt en het monitoren van ontwikkelingen in de regio. Ook in
ander verband heeft ReflecT veel inbreng in de discussie over de richting van het provinciale, regionale en
lokale arbeidsmarktbeleid.
In 2009 werd onder meer een expert meeting georganiseerd bij het ministerie van Sociale Zaken en Werk-
gelegenheid en ook werd op de UvT een delegatie uit Zuid-Afrika ontvangen, die geïnteresseerd was in het
concept ‘decent work’. ReflecT-onderzoekers spraken op een reeks internationale congressen en bijeenkom-
sten, van Zweden, Kopenhagen, London (10 Downing Street) tot Taiwan.
Ook in de media kregen het onderzoek en de ideeën van ReflecT-medewerkers veel aandacht, waarbij de
crisis en de gevolgen voor de arbeidsmarkt centraal stonden.
Thomas Instituut te Utrecht
Binnen het Thomas Instituut te Utrecht wordt door Nederlandse theologen, historici, wijsgeren en juristen
onderzoek gedaan naar het werk van de middeleeuwse theoloog Thomas van Aquino (1224/5-1274). Het
instituutsonderzoeksprogramma omvat individuele, op elkaar afgestemde projecten.
Tijdens maandelijkse bijeenkomsten gedurende het jaar 2009 kwamen de leden van de onderzoeksgroep
bij elkaar ter bestudering en bespreking van gedeelten uit het werk van Thomas van Aquino en om lopend
onderzoek te bespreken. Tijdens een expert-meeting in april 2009 presenteerde prof. Gilles Emery uit Fri-
bourg (Zwitserland) zijn onderzoek over de triniteitstheologie van Thomas van Aquino.
Op 6 maart 2009 organiseerde het Thomas Instituut te Utrecht een succesvolle publieksochtend over Psalm
51. De bijdragen aan deze ochtend werden gepubliceerd in de 28e jaargang van het Jaarboek Thomas Insti-
tuut te Utrecht. Voorts verscheen in de zomer van 2009 het dertiende deel van de Engelstalige reeks van het
instituut: de bundeling van bijdragen aan het derde internationale congres dat het instituut in 2005 heeft
gehouden onder de titel Divine Transcendence and Immanence in the Work of Thomas Aquinas (eds.: Harm
Goris, Herwi Rikhof, Henk Schoot).
Tilburg Centre for Creative Computing (TiCC)
Op 1 september 2008 is het Tilburg centre for Creative Computing (TiCC) opgericht. Het centrum wordt
geleid door Jaap van den Herik, hoogleraar Informatica. Het onderzoek is breed georiënteerd, maar in de
beginfase richt het zich op drie thema’s, te weten: Vision, Language en Games; TICC doet onderzoek naar
kunstmatige intelligentie, mens-computer interactie, toegang tot kennis en games en serious gaming. De
doelstelling van TICC is drieledig. Als eerste wil het instituut kennis en informatie omtrent cultureel erfgoed
onderzoeken en beter benutten. Tevens wil men de interactie tussen mens en computer verbeteren. Als laat-
ste streeft TICC naar het ontwikkelen van nieuwe applicaties op het vrij nieuwe gebied van serious gaming.
Naast onderwijs en onderzoek organiseert TICC bijeenkomsten waarin het publiek kennis kan maken met
de in Tilburg ontwikkelde technologieën. TiCC was (mede)organisator van de 17th World Computer Chess
Championship, the 14th Computer Olympiad, the 12th Advances in Computer Games Conference (ACG 12) van
11-18 mei in Pamplona en de 2nd International Conference on Human-Robot Personal Relationships op 11 en 12
juni in Leiden.
In 2009 vonden acht promoties bij TiCC plaats.
Op 27 maart hielden Jaap van den Herik en Erik Postma hun inaugurele rede in de vorm van een dubbelora-
tie: Geloof in Computers. Daaraan voorafgaand vond het symposium Computers and Art plaats. Op 9 septem-
ber sprak Gerard van Oortmerssen zijn inaugurele rede uit, getiteld Darwin en Internet.
Met ingang van 1 oktober 2009 is prof. dr. Aske Plaat benoemd tot bijzonder hoogleraar ‘Informatie en com-
plexe besluitvorming’. De leerstoel wordt mede gefinancierd door het ministerie van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties.
Tilburg Centre for Logic and Philosophy of Science (TiLPS)
TiLPS werkte ook in 2009 samen met vele internationale instellingen. In het kader van het onderzoekspro-
ject Modeling in the Social and Behavioral Sciences werkt Tilps samen met onderzoeksgroepen van de univer-
siteiten van Barcelona, Parijs (IHPST) en London (LSE).
Samen met de universiteit van Groningen participeert Tilps in het door NWO gefinancierde onderzoeksnet-
werk Rationality and Decision.
In 2009 organiseerde TiLPS een aantal internationale colloquia waaraan een scala van tien tot vijftig weten-
schappers deelgenomen hebben. De sprekers op de colloquia waren afkomstig van gerenommeerde insti-
tuten uit de VS (Rhode Island College en Stanford University) en Australië (Sydney University). Samen met
het Sydney Center for the Foundations of Science organiseerde TiLPS de conferentie “Evidence, Science and
Public Policy” (Sydney, 26-28 maart 2009).
Tilburg Institute of Comparative and Transnational Law (TICOM)
Op 1 september 2008 is het Tilburg Institute of Comparative and Transnational Law opgericht. TICOM ver-
richt fundamenteel onderzoek op de terreinen van Europees privaatrecht, Europees constitutioneel recht en
transnationaal recht. Het instituut wil een voortrekkersrol vervullen bij de internationalisering van de klas-
sieke rechtsgebieden en streeft naar een inspirerend en internationaal georiënteerd onderzoeksklimaat op
de Tilburgse campus. Het streven is om een klein, maar in Europa leidend, instituut te zijn op de hierboven
32 33
omschreven terreinen van onderzoek. TICOM’s missie is om recht niet primair te zien als een product van
nationale instituties als wetgever en rechter, maar om de consequenties van Europeanisering en globali-
sering voor de klassieke rechtsterreinen te doordenken. Daarbij overschrijdt TICOM ook de traditionele
rechtsterreinen, die juist door internationalisering steeds minder van elkaar zijn te scheiden.
Wat de organisatie aangaat, tracht TICOM optimale condities voor dit type onderzoek te creëren door het
zeer regelmatig organiseren van seminars, het aantrekken van invited fellows en door een open atmosfeer
waarin intellectueel debat voorop staat. De onderzoekers van TICOM worden aangemoedigd om nieuwe
onderzoekslijnen uit te zetten en niet de paden te nemen die anderen al bewandelden.
TICOM wordt geleid door prof. Jan Smits en prof. Monica Claes, beiden vooraanstaande Europese rechts-
wetenschappers.
In 2009 ontwikkelde TICOM een groot aantal activiteiten. Zo vond in juni de eerste workshop van het door
de European Research Council gefinancierde European and National Constitutional Law project (EuNaCon)
plaats onder leiding van lid van De Jonge Academie Monica Claes. Gasten waren onder meer Vicky Jack-
son (Georgetown), Jo Shaw (Edinburgh) en Leonard Besselink (Utrecht). Onder leiding van Jan Smits werd
bovendien in samenwerking met The Hague Institute for the Internationalisation of Law (HIIL) een groot
project uitgevoerd onder de titel Resistance against the Harmonisation of Law. Gedurende geheel 2009 wer-
den maandelijks seminars georganiseerd met buitenlandse collega’s en verschenen in totaal twaalf working
papers in de TICOM-SSRN working papers-serie. Ook individueel werd veel werk verzet. Zo werd Monica
Claes benoemd tot lid van de Staatscommissie Herziening Grondwet, ontving Maartje de Visser de tweede
prijs bij de uitverkiezing van de beste UvT-dissertatie in het voorafgaande academisch jaar en schreven Jan
Smits en Vanessa Mak een evaluatie van een deel van het Draft Common Frame of Reference for European
Private Law (DCFR) in het kader van het door de Europese Commissie gefinancierde Joint Network on Euro-
pean Private Law (CoPECL). Ook werd uitgebreid gepubliceerd in internationale tijdschriften.
Tilburg Law and Economics Center (TILEC)
In 2009 tekende TILEC een samenwerkingsovereenkomst met Microsoft, waarbij dat bedrijf zich ertoe ver-
plicht gedurende vier jaar het TILEC onderzoek op het gebied van innovatie en concurrentie (i.h.b. over zoek-
machines en on-line advertenties, cloud computing en het gebruik van open source software) substantieel
financieel te ondersteunen.
TILEC participeert in het GRASP-consortium (Growth and Sustainability Policies for Europe) van het KP-7
programma. De opdracht van TILEC is de coherentie van het Europese innovatiebeleid te onderzoeken en
voorstellen te doen hoe dat beleid effectiever gemaakt kan worden. Anderzijds werd het werk van TILEC in
het kader van het FP-6 Network of Excellence CoPECL afgesloten met een conferentie waarin het “Economic
Analysis of the DCFR” gepresenteerd werd.
Het TILEC-programma over regulering van financiële markten werd positief geëvalueerd, met als gevolg dat
de AFM en de interne UvT-financiers (CvB, FEB en FRW) besloten het programma voor 2 jaar te continue-
ren. De deels door de NZa gefinancierde onderzoeksgroep over concurrentie in de zorg organiseerde een
aantal grote evenementen. In februari hielden Marcel Canoy en Wolf Sauter hun intreeredes, ter gelegenheid
waarvan een workshop georganiseerd werd over het thema marktwerking en publieke belangen in de zorg.
In oktober werd, met financiële steun van het Ministerie van VWS een conferentie “Managed Health Care at
both sides of the Ocean” georganiseerd waarin de gezondheidsstelsels in de VS en Nederland met elkaar
vergeleken werden met als doel lessen voor de toekomst te trekken. Naast minister Klink namen topweten-
schappers uit de VS en hoge officials van het Amerikaanse gezondheidsministerie aan de conferentie deel.
Gregory Sidak werd benoemd op de Ronald Coase Chair of Law and Economics. Eric van Damme werd
benoemd tot Ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw. Hans Degryse werd benoemd op de Francqui
Leerstoel in Bergen (B).
Gedurende 2009 organiseerde TILEC 19 grotere conferenties en workshops, waaronder de jaarlijkse bij-
eenkomst van CLEEN (het Europese netwerk van onderzoekscentra met focus op mededingingsrecht en
-economie), een conferentie over de invloed van concurrentie op pluriformiteit van de media, twee bijeen-
komsten over het functioneren van energiemarkten (samen met CPB en NMa/DTe) en twee bijeenkom-
sten over marktwerking (samen met CPB en EZ). Het TILEC onderzoek kreeg een prominente plaats in de
KVS-Preadviezen “Marktwerking en Publieke Belangen” die door Maarten Pieter Schinkel (UvA) en Eric van
Damme geredigeerd werden. In 2009 werden 49 discussion papers met nieuwe resultaten van het TILEC-
onderzoeksprogramma gepubliceerd. Daarnaast waren er een groot aantal publicaties in boeken en tijd-
schriften, waaronder een respectabel aantal in toptijdschriften.
Tilburg Institute for Law, Technology and Society (TILT)
Tilburg Institute for Law, Technology, and Society (TILT) is een prominent onderzoeksinstituut waarbinnen
onderzoek wordt gedaan naar een groot aantal onderwerpen zoals ontwikkelingen in de ICT, biotechnologie
en andere technologieen. Deze ontwikkelingen worden in de context gezet van de kenniseconomie, e-gover-
nement, e-commerce, e-health, privacy, identiteitsmanagement, security en intellectueel eigendom.
In januari is het rapport van PwC, TILT en Radboud Universiteit over de beveiliging van de toegang door
patiënten tot het landelijke EPD door minister Klink aangeboden aan de Tweede Kamer. TILT heeft opdracht
gekregen om voor Brainport Health Innovation onderzoek te doen naar de privacy- en veiligheidsaspecten
van een regionale zorggegevensadministratie. Het project staat onder leiding van Anton Vedder en wordt
verder uitgevoerd door Sjaak Nouwt en Leo van der Wees.
Anton Vedder is met ingang van 2009 benoemd tot voorzitter van de Wetenschapscommissie van de inter-
universitaire, KNAW-erkende Onderzoeksschool Ethiek.
In januari publiceerden Paul de Hert en Annemarie Sprokkereef een rapport getiteld ‘The Use of Privacy
Enhancing Aspects of Biometrics- biometrics as a PET (privacy enhancing technology) in the Dutch private
and semi-public domain’. Het rapport is deel van een groter onderzoek naar e-participatie en e-service van
de Alliantie Vitaal Bestuur.
34 35
Per 1 oktober is het 4-jarige multidisciplinaire onderzoeksproject getiteld ‘Empowering And Protecting
Children And Adolescents Against Cyberbullying’ gestart als onderdeel van het Responsible Innovation pro-
gramma, gefinancierd door het NWO. Het project wordt geleid door Dr. Simone van der Hof in samenwer-
king met onder andere Dr. Anton Vedder.
Roger Brownsword (King´s College Londen) en Han Somsen (TILT) hebben een internationaal peer reviewed
tijdschrift gelanceerd: Law, Innovation and Technology.
De Eerste Kamer heeft op 7 april het wetsvoorstel ‘slimme meters’ afgekeurd welke alle Nederlandse burgers
zou verplichten om een ‘slimme’ energie- en gasmeter te installeren in hun huis, die gedetailleerde infor-
matie over energieverbruik zou doorgeven aan het energiebedrijf. De privacy overwegingen van het Senaat
waren in het bijzonder gebaseerd op een rapport van Bert-Jaap Koops en Colette Cuijpers, die argumenteer-
den dat het wetsvoorstel het recht op privacy van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens niet
respecteert.
Tranzo
Met haar missie het slaan van een brug tussen wetenschap en praktijk kan Tranzo naadloos aansluiten bij
‘Understanding Society’; de slogan van de universiteit. Tranzo slaat deze brug met haar academische werk-
plaatsen; langdurige, interdisciplinaire onderzoeksprogramma’s waarin plaats is voor fundamenteel en toe-
gepast onderzoek. In 2009 kon dankzij de samenwerking met zorgverzekeraar CZ de Academische Werk-
plaats Preventie Verzekerd opgericht worden, voor onderzoek naar de effectiviteit van individuele preventie.
In 2009 liepen binnen Tranzo 33 promotieonderzoeken en werd voor ruim een miljoen euro aan tweede en
derde geldstroomsubsidies verworven. De promotie van de eerste science practitioner werd afgerond en
bijzonder hoogleraren Diana Delnoij, Roland Friele en Dinny de Bakker hielden hun oratie. Bert Vrijhoef
volgde Jos Schols op als bijzonder hoogleraar ‘Chronische zorg’. Deze leerstoel wordt mogelijk gemaakt
door de Stichting Bevordering Wetenschappelijk Onderzoek Chronische Zorg. Jaap van Weeghel startte op
de leerstoel ‘Rehabilitatie en participatie van mensen met ernstige psychische aandoeningen’, die mogelijk
wordt gemaakt door de Parnassia Bavo groep. Tranzo heeft ook in 2009 vier postacademische leergangen
voor bestuurders, directeuren en professionals in de zorgsector aangeboden. Daarnaast wordt gewerkt aan
een accreditatieaanvraag voor een eigen master op het gebied van organisatie en beleid in zorg en welzijn.
In 2009 zijn elf kleinere en grotere symposia georganiseerd, waaronder het tweedaagse Nationaal Congres
Volksgezondheid in Rotterdam.
Tilburg Sustainability Center (TSC)
Binnen de UvT is er de afgelopen jaren veel ervaring op uiteenlopende aspecten van duurzame ontwikke-
ling ontwikkeld. De UvT wil hierop verder kapitaliseren en heeft daarom eind 2009 het Tilburg Sustainability
Center (TSC) opgericht met als doel deze expertise te bundelen, te focussen en international op de kaart te
zetten. Onder leiding van Aart de Zeeuw, ex-decaan van FEB en tot voor kort directeur van het Beijer Insti-
tute of Ecological Economics in Stockholm, zal TSC de krachten op de campus bundelen, het onderzoeks-
programma verder vormgeven en de banden met externe kennisinstellingen en beleidsmakers versterken.
Hilde Baert, voorheen Director Executive Master programmes bij TiasNimbas, ondersteunt hem als zakelijk
directeur.
Het TSC is een interdisciplinair center voor duurzame ontwikkeling, en heeft als ambitie een internationaal
leidend onderzoeksinstituut te worden, waarbij TSC bedrijven, de overheid en andere organisaties tracht
te helpen bij duurzame ontwikkeling. Hiermee draagt TSC bij aan de slogan ‘Understanding Society’ en de
wens om te komen tot een leefbare en tegelijkertijd welvarender wereld.
In 2009 is professor Reyer Gerlagh benoemd tot hoogleraar Environmental Economics binnen TSC. Binnen
de formele en kwantitatieve milieueconomie richt hij zich op thema’s als kosteneffectief klimaatbeleid, duur-
zame ontwikkeling, strategische afhankelijkheid van grondstoffen, milieubeleid en handel. Tevens is pro-
fessor Johan Graafland sinds 2008 deels verbonden aan TSC om de onderzoeksagenda op het gebied van
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) vorm te geven. Vanuit de Faculteit Rechtswetenschap-
pen zijn professor Jonathan Verschuuren en professor Kees Bastmeijer betrokken, vanuit de Sociale faculteit
helpen professor Hans Mommaas en Tobias Goessling mee en vanuit Tias professor Nigel Roome. Het TSC
onderzoek is breed georiënteerd, maar in de beginfase richt het zich op vier thema’s, te weten Maatschap-
pelijk Verantwoord Ondernemen, milieueconomie, milieurecht, en (regionale) duurzame ontwikkeling. In
2010 zal de onderzoeksagenda verder worden ontwikkeld, zullen een aantal international guest professors
worden uitgenodigd en zal de inauguration conference plaatsvinden.
Professor Meir Statman, Glenn Klimek Professor of Finance van de Leavey School of Business, Santa Clara
University, heeft een aantal weken doorgebracht bij TSC in het kader van zijn guestprofessorship. In 2009
is een eerste workshop georganiseerd waarbij in het kader van “All you wanted to know about…but were
afraid to ask” meetings worden georganiseerd. Een eerste lunchmeeting over de klimaatverandering en de
klimaattop in Kopenhagen werd druk bezocht in december door studenten, medewerkers, onderzoekers en
hoogleraren geïnteresseerd in het onderwerp. Naast de onderzoeksambities steunt TSC ook initiatieven die
van de UvT campus een duurzamere omgeving maken.
Gelieerde InstitutenIVA
Het IVA levert al vijftig jaar kwalitatief hoogstaand wetenschappelijk beleidsonderzoek. Ook geeft het IVA
advies op de gebieden onderwijsbeleid & schoolontwikkeling, veiligheid en criminaliteit, HRM, zorg en wer-
ken, leren en organisatieontwikkeling.
IVO
Het Instituut voor Ontwikkelingsvraagstukken IVO richt zich als toegepast onderzoeksinstituut op de actu-
ele ontwikkelingen in een globaliserende wereld. De activiteiten van IVO vinden plaats in zo ‘n 20 landen
in Afrika, Zuid-Azië en Latijns Amerika. De activiteiten zijn geconcentreerd in drie onderzoekslijnen: global
commodity chains, macro accounting for policy analysis en impact analysis. Belangrijke opdrachtgevers zijn
de Nuffic en internationale organisaties als de Europese Unie en de Wereldbank.
Telos
Telos levert als onafhankelijk kenniscentrum een bijdrage aan duurzame ontwikkelingsprocessen in Brabant.
Telos is bedoeld als een interface tussen wetenschap en praktijk en sluit aan bij de toenemende behoefte aan
multidisciplinaire kennis die wordt ontwikkeld ten behoeve van maatschappelijke stakeholders. Tegelijker-
36 37
tijd participeert Telos, omwille van haar onafhankelijke status als wetenschappelijk expertisecentrum, in het
domein van het fundamentele wetenschappelijke onderzoek. Telos is een samenwerkingsverband van de
Universiteit van Tilburg, de Technische Universiteit Eindhoven, de Provincie Noord-Brabant en het PON
Instituut voor advies, onderzoek en ontwikkeling in Noord-Brabant. In 2009 is Telos ingedaald in TSC, Til-
burg Sustainability Center.
OnderzoekscholenDe UvT kent 2 ECOS erkende onderzoekscholen:
CentER
Onderzoekschool voor wetgevingsvraagstukken
Daarnaast participeert de UvT in:
Onderzoekschool voor de Rechten van de Mens
Onderzoekschool Ethiek
Nederlandse Onderzoekschool Bestuurskunde
Posthumus Instituut
Landelijke onderzoekschool Taalwetenschap
Onderzoekschool Literatuurwetenschap
School for Information and Knowledge Systems (SIKS)
Nederlandse Onderzoekschool Vrouwenstudies (NOV)
Interuniversitaire Onderzoekschool voor Islamstudies (ISIS)
Onderzoekschool Logica
Nederlandse Onderzoekschool voor Theologie en Religiewetenschap
Interuniversitaire Onderzoekschool voor Psychometrie en Sociometrie
Kurt Lewin Instituut (KLI)
Onderzoekschool Psychologie en Gezondheid
Het IVO participeert in:
CERES, instituut voor ontwikkelinsstudies.
Visitaties en kwaliteitszorgZeer goede beoordeling voor Economie en Bedrijfswetenschappen
In 2009 zijn de onderzoeksprogramma’s van de faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen door een
externe evaluatiecommissie beoordeeld. De commissie was zeer positief over de negen onderzoekspro-
gramma’s van de faculteit en wijst hierbij specifiek op de hoge kwaliteit van het onderzoek en de grote mate
van internationalisering. Ook over het PhD programma is de commissie zeer positief.
Hoge cijfers voor Methodology and Statistics
De externe evaluatiecommissie die het onderzoeksprogramma van het departement Methodology and Sta-
tistics heeft geëvalueerd, gaf het programma een zeer positief oordeel: drie vijven en een vier. De commissie
merkt op dat het programma op alle terreinen grote vooruitgang heeft geboekt en verwacht dat het departe-
ment nog lang op dit hoge niveau kan blijven functioneren.
Overzicht beoordelingen
Quality Productivity Relevance Vitality
FEB Econometrics 5 5 4 4.5
FEB Macroeconomics 4.5 5 4 2
FEB Microeconomics 5 5 5 4.5
FEB Accounting 4.5 4.5 4 4
FEB Computerized Information Systems 4.5 5 5 4
FEB Finance 5 5 5 4
FEB Marketing 5 5 5 4.5
FEB Operations Research 4.5 4.5 4 4
FEB Organization 5 5 4 4.5
FSW Methodology and Statistics 5 5 4 5
Geplande visitaties in 2010
De afronding van de onderzoeksvisitatie Rechtsgeleerdheid, die in 2009 heeft plaatsgevonden, wordt in
2010 verwacht.
Voor 2010 zijn verder geen onderzoeksvisitaties gepland.
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Onderzoek
38 39
OnderzoeksoutputWetenschappelijke publicaties*
2007 2008 2009
FEB 356 373 327
FRW 582 640 612
FSW 465 535 482
FGW 326 301 314
FKT 69 91 116
Totaal 1798 1940 1851
* inclusief monographs en edited books
Output per faculteitFaculteit Economie en Bedrijfswetenschappen
Output volgens SEP-indeling 2007 2008 2009
Academic In refereed journals 235 257 230
Publications In other journals 5 6 5
Bookchapters 95 97 79
Totaal 335 360 314
Monographs en edited books PhD Theses (diss. I en II)Professional publications and products
21 13 13
17 27 17
87 111 94
Faculteit Rechtswetenschappen
Output volgens SEP-indeling 2007 2008 2009
Academic In refereed journals 283 308 142
Publications In other journals 146
Bookchapters 145 249 264
Totaal 428 557 552
Monographs en edited books 76 83 60
PhD Theses (diss. I en II) 16 16 20
Professional publications and products 342 382 363
Faculteit Sociale Wetenschappen
Output volgens SEP-indeling 2007 2008 2009
Academic In refereed journals 297 361 367
Publications In other journals 0 0 0
Bookchapters 99 143 100
Totaal 396 504 467
Monographs en edited books 15 30 15
PhD Theses (diss. I en II) 38 27 30
Professional publications and products 99 89 88
Faculteit Geesteswetenschappen
Output volgens SEP-indeling 2007 2008 2009
Academic In refereed journals 79 97 102
Publications In other journals 16 12 14
Bookchapters 181 164 176
Totaal 276 273 292
Monographs en edited books 32 28 22
PhD Theses (diss. I en II) 10 13 15
Professional publications and products 83 64 45
Faculteit Katholieke Theologie
Output volgens SEP-indeling 2007 2008 2009
Academic In refereed journals 16 17 28
Publications In other journals 6 20 11
Bookchapters 36 40 64
Totaal 58 77 103
Monographs en edited books 5 12 13
PhD Theses (diss. I en II) 2 2 3
Professional publications and products 64 92 65
40 41
Promoties
Faculteit 2007 2008 2009
FEB 17 27 17
FRW 16 16 20
FSW 38 27 30
FGW 10 13 15
FKT 2 2 3
Totaal 83 85 85
Promotierendementen
Gemiddeld cumulatief promotierendement per HOOP-gebied
HOOP-gebied instroom promotie
1999 t/m 2005
<4jr <5jr >5jr
Economie 136 60% 76%
Rechten 74 7% 28% 42%
G&M 87 11% 44% 62%
T&C 61 3% 23% 56%
UvT 358 11% 43% 62%
Onderzoeks fte per faculteitOnderzoeks fte per faculteit
Faculteit 1e 2e 3e Totaal
geldstroom geldstroom geldstroom
FEB 102,0 27,9 17,6 147,5
FRW 53,6 18,0 20,1 91,7
FSW 76,0 21,0 23,6 120,5
FGW 45,2 20,5 5,7 70,5
FKT 12,7 0,0 0,8 13,5
Totaal 289,5 87,2 67,8 444,5
Bovenstaande grafi ek en tabel tonen de onderzoeksinzet van het wetenschappelijk personeel van de diverse
faculteiten per geldstroom. De inzet is gegeven in fte, waarbij alleen onderzoeks fte is meegeteld.
Toegewezen 1e geldstroom per faculteit in € x 1.0002007 2008 2009
FEB 25.770 30.339 29.640
FRW 12.653 15.921 14.520
FSW 15.781 19.380 17.721
FGW 12.502 13.131 13.003
FKT 4.789 5.174 5.223
Totaal 71.495 83.945 80.107* 1e geldstroom is totale 1e geldstroom (onderwijs en onderzoek),
bron:slotbegroting
Ontvangsten 2e en 3e geldstroom per faculteit in €
2e geldstroom 3e geldstroom
2007 2008 2009 2007 2008 2009
FEB 3.594.470 5.199.937 5.371.273 5.893.026 5.631.853 6.644.327
FRW 1.424.626 1.930.463 1.095.175 1.884.748 4.249.849 4.470.594
FSW 1.657.309 2.549.783 2.030.241 1.321.808 2.888.161 2.886.263
FGW 1.339.116 1.123.016 1.301.023 138.947 594.007 801.750
FKT - - - 85.356 7.801 67.233
Totaal 8.015.521 10.803.199 9.797.712 9.323.885 13.371.671 14.870.167
1101009080706050403020100
FEB FRW FSW FGW FKT
1e geldstroom 2e geldstroom 3e geldstroom
42 43
Tabel NWO 2007, 2008 en 2009 2007 2008 2009
FEB 11.596.208 1.217.990 3.943.000
FRW 223.871 540.000 1.610.034
FSW 2.571.287 1.178.192 4.562.770
FGW 1.477.797 3.018.878 456.336
FKT - - -
Totaal 15.869.163 5.955.060 10.572.140
De tabel laat het totaal van de toegekende subsidiebedragen vanuit NWO in de betreffende jaren zien.
2007 toont een hoge opbrengst in verband met een eenmalige subsidie van € 9.000.000 voor Netspar,
samengebracht door de ministeries van EZ, OCW, SZW en Financiën.
Tabel NWO-subsidies, uitsplitsing 2009 Persoonsgebonden subsidies NWO-subsidies overig Totaal
FEB 2.900.000 1.043.000 3.943.000
FRW 450.000 1.160.034 1.610.034
FSW 1.050.000 3.512.770 4.562.770
FGW 249.971 206.365 456.336
FKT - - -
Totaal 4.649.971 5.922.169 10.572.140
Bij de persoonsgebonden subsidies laat de UvT ten opzichte van 2008 een grote vooruitgang zien (plus 56
procent). In 2009 zijn er vier VIDI’s, vijf VENI’s en één Mozaïekbeurs toegekend.
Tabel EU-subsidies 2009 Acroniem / Naam Regeling Aanvrager Subsidie
(aandeel UvT)
FEB BANSYS Marie Curie IRG T. Beck 100.000
FEB SHARE-LEAP KP7 Capacities F. van der Duyn Schouten
495.513
FEB GRASP KP7 Cooperation SSH P. Larouche 266.400
FEB COCKPIT KP7 Cooperation SSH W. van den Heuvel
159.772
FRW Broad DG Justice Daphne III R. Leenes 64.747
FRW International Private Law aspects
DG Employment Van Hoek 39.652
FRW Human Trafficking DG Justice Action Grant J. Van Dijk 55.455
FRW Economic consequences of shareholder activism
DG Internal Affairs Van der Elst 25.446
FRW Towards comparable crime victim statistics
DG Eurostat J. van Dijk 149.220
FRW eMCOD DG Justice, Civil justice M. Grammatikov 133.161
FSW GUSTO KP7 Cooperation SSH R. Muffels 215.764
FGW Investigating discourses…. HERA J. Blommaert 201.550
FGW ICT use in L2 education Joint Research Centre M. Spotti 15.000
Totaal 1.921.680
In 2009 zijn er voor dertien projecten EU-subsidies toegekend. Ten opzichte van 2008 is dit een stijging met
twee projecten.
GUSTO
De faculteit Sociale Wetenschappen participeert in het EU-gefinancierde project GUSTO (Meeting the chal-
lenges of economic uncertainty and sustainability through employment, industrial relations, social and envi-
ronmental policies in European countries). In de globaliserende wereld is het omgaan met economische
onzekerheid, terwijl men sociale zekerheid centraal wil stellen, een groot dilemma voor beleidsmakers. Er
zijn vele factoren van invloed op de effecten van de voor- en nadelen van deze onzekerheid. Dit vindt onder-
meer zijn weerslag in de verschillende vormen van arbeidscontracten en beleid rond arbeid en sociale zeker-
heid. Het GUSTO project heeft tot doel dit proces en de effecten ervan op samenlevingsmodellen te bestu-
deren.
Aan het project, dat onder penvoerderschap van de Universiteit van Warwick staat, nemen in totaal dertien
Europese instellingen deel.
SHARE-LEAP
Vergrijzing is een van de meest urgente problemen van de 21e eeuw in Europa. Om dit probleem aan te pak-
ken bestaat er een noodzaak tot het opzetten van een onderzoeksinfrastructuur van microdata over veran-
44 45
deringen in gezondheid en de economische en sociale omstandigheden van individuen naarmate ze ouder
worden. SHARE is opgezet om aan deze noodzaak tegemoet te komen. Momenteel bevat SHARE twee
‘waves’ van data van ongeveer 32.000 respondenten (allen 50+) verdeeld over zeventien landen. Meer dan
2.300 onderzoekers maken gebruik van de beschikbare data. Het project SHARE-LEAP is het vervolgtraject
van het eerste SHARE-project. Hiermee wordt de longitudinale stabiliteit van het project gewaarborgd en
wordt tevens de toegankelijkheid, het onderzoekspotentieel en het gebruikerspotentieel verder verbeterd.
De Universiteit van Mannheim is penvoerder, aan het project nemen verder nog 14 Europese instellingen,
waaronder de UvT, deel.
GRASP
Growth And Sustainability Policies for Europe (GRASP) houdt zich bezig met Europees beleid dat gerela-
teerd is aan economische groei. De nadruk ligt daarbij op innovatie in onvolkomen vrije markten, waarbij
wordt aangegeven dat optimale groei ook afhankelijk kan zijn van het niveau van technologische (en finan-
ciële) ontwikkeling en van, ogenschijnlijk niet daarmee verband houdende, maar toch relevant beleid. Het
onderzoeksproject legt de focus op bestaande lacunes in het huidige Europese onderzoek naar groei. Pen-
voerder: Center for Economic Policy Research. In het consortium participeren zes Europese instellingen.
COCKPIT
Op WEB 2.0 zullen sociale media het platform vormen voor samenwerking tussen burgers, en tussen bur-
gers en de overheid. Daarom zal WEB 2.0 snel een functie krijgen voor het ontwikkelen, delen en zoeken
van kennis over de meningen en wensen van burgers over publieke diensten. Het project COCKPIT heeft tot
doel een nieuw governance model te ontwikkelen voor de nieuwe generatie publieke diensten. Cockpit gaat
daarbij uit van de notie van een open overheid waarin burgers meer vertrouwen hebben in elkaar en in die-
zelfde overheid. Dit zal resulteren in beter toezicht op publieke diensten, een hogere mate van gebruik van
diensten, lagere leveringskosten en meer innovatie. Coördinator: Intrasoft International SA. Het consortium
bestaat uit twaalf partners waaronder zowel kennisinstellingen als de publieke en de private sector.
Broad
De informatiemaatschappij heeft een grote impact op de uitoefening van (burger)rechten, de kennis over
en het besef bij burgers van hun rechten, de grenzen aan de autonomie van burgers en zelfbeschikking en
tevens op alle machtverhoudingen tussen actoren binnen dit veld.
Op het gebied van databescherming en privacy is er steeds meer sprake van interdependentie van infor-
matieverwerking met het juridische en technologische raamwerk. Vanuit een juridisch perspectief is data-
bescherming een transversaal recht dat onder andere de handhaving van fundamentele rechten diep beïn-
vloedt. Het BROAD project heeft ondermeer tot doel het bewustzijn met betrekking tot databescherming en
privacy te verhogen. Daarbij worden doelgroepen die invloed hebben op de handhaving van recht op privacy
betrokken. Partner: IKINT Institute Budapest.
Indexing Trafficking in Human Beings: Gauging its Trends, Causes and Consequences in the European
Dimension
Binnen de Europese Unie heeft de bestrijding van mensenhandel prioriteit. Het implementeren van beleid
wordt gehinderd door een gebrek aan vergelijkbare data op zowel het niveau van de individuele lidstaten
als op het niveau van de Unie zelf. Het bovengenoemde project heeft tot doel om tot een index te komen
waarbinnen de zwaarte van mensenhandel op een landniveau aangeduid kan worden. Deze index wordt
ontwikkeld aan de hand van statistische analyse van de data van organisaties die zich met mensenhandel
bezighouden. Deze Composite Index of Trafficking in Europe (CITE) zal de ernst en trends in alle vormen
van mensenhandel door de hele Europese Unie en landen van herkomst, bestemming en doorvoer in kaart
brengen. De beoogde periode is 1990-2008 en daarmee zal er een hiaat in de informatie en kennis over men-
senhandel worden gevuld.
Onderzoek naar discours van overerving en identiteit in 4 meertalige Europese Steden.
Door globalisering en mobiliteit ontstaan in Europa meertalige en multi-etnische samenlevingen.
Afkomst en identiteit zijn niet langer verbonden aan de staat, culturele tradities gaan eerder door nationale
grenzen heen omdat verspreide groepen zich vasthouden aan hun eigen afkomst en global communities over
nationale grenzen heengaan. Dit project onderzoekt hoe jongeren omgaan met concepten als “afkomst” en
“identiteit” in vier Europese steden. Jongeren van niet-Europese afkomst in Denemarken, Engeland, Zweden
en Nederland kunnen zich identificeren met het territorium van hun afkomst, maar horen tevens bij hun
Europese huis en in de globale populaire cultuur. Binnen het onderzoek bekijken de participerende instel-
lingen hoe culturele afkomst en identiteit discursief worden geconstrueerd in en voorbij de onderwijsomge-
ving, en hoe meertalige jongeren hun afkomst en het “erbij horen” bij elkaar brengen. Penvoerder: University
of Birmingham. Samen met University of Copenhagen; Stockholm University en Universiteit van Tilburg.
Jaarverslag Stichting Bijzondere Leerstoelen 2009Activiteiten
De werkzaamheden van de Stichting Bijzondere leerstoelen (SBL) hadden in 2009 voornamelijk betrekking
op de voorbereiding van de vestiging van bijzondere leerstoelen en de benoeming van bijzonder hooglera-
ren evenals het in gang zetten van evaluaties en verlenging van de leerstoelen.
In het voorjaar heeft de secretaris SBL overleg gevoerd met decanen en directeuren van de faculteiten over
de voortgang van de bijzondere leerstoelen en acties die in 2009 plaats moesten vinden.
Het overzicht van de bijzondere leerstoelen is geactualiseerd en naar de faculteiten gestuurd. Er zijn dit jaar
afspraken gemaakt met de faculteiten om bijzonder hoogleraren consequent in te voeren in SAP HR zodat
onze universiteit de juiste cijfers kan aanleveren voor het landelijk systeem ‘Wetenschappelijk Onderwijs
Personeelsinformatie’ (WOPI).
Het bestuur SBL is gedurende dit verslagjaar tweemaal bijeengekomen, in het voorjaar en in het najaar. Aan
de orde is gekomen, dat de nieuwe voorzitter het bestaande beleid voor bijzondere leerstoelen wenst te con-
tinueren. Al werkende weg kan er aanleiding zijn om bepaalde aspecten van het beleid opnieuw te bekijken.
Het bestuur heeft aangegeven dat het aantal bijzondere leerstoelen in principe niet verminderd hoeft te wor-
den mits aan alle kwaliteitseisen wordt voldaan. Wel dient de getalsmatige verhouding gewoon hoogleraar
– bijzonder hoogleraar in de gaten te worden gehouden (zie pagina 47).
46 47
Het bestuur benadrukt verder het belang van de koppeling van het bijzonder hoogleraarschap met de bege-
leiding van promovendi. Ten behoeve van een zorgvuldige voorbereiding van benoemingen, heeft de rector
structureel overleg met decanen waarbij voorgenomen vestigingen van bijzondere leerstoelen en benoemin-
gen van (bijzonder) hoogleraren besproken worden.
De bijzondere leerstoelen
In 2009 zijn acht nieuwe bijzondere leerstoelen gevestigd. De vestigende instanties zijn de Toon Weijnen
Stichting, de Stichting Solidariteitsfonds RK Gevangenispastoraat, de ParnassioBavo Groep, Capgemini
Consulting, het Ministerie van Binnenlandse Zaken Koninkrijkrelaties, de Maatschappij voor Wetenschap-
pelijk Onderzoek in de Tropen (Treub maatschappij), GGZ Eindhoven in samenwerking met IVA en het
Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI) in samenwerking met Netspar.
Op alle bijzondere leerstoelen zijn in dit verslagjaar bijzonder hoogleraren benoemd.
Er zijn drie bijzondere leerstoelen beëindigd vanwege het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd van
de bijzonder hoogleraren.
Verder is de bijzondere leerstoel ‘Verenigings- en Coöperatierecht’, evenals de bekleder van deze leerstoel,
van FRW overgeheveld naar TiasNimbas. De leerstoel heeft een nieuw profiel en titel gekregen: ‘Organisa-
tie van de onderneming met bijzondere aandacht voor de maatschappelijke onderneming en coöperatief
ondernemerschap’.
In 2009 zijn de volgende leerstoelen gevestigd:FSW:
Naam bijzonder hoogleraar Prof. dr. J. van Weeghel (m)
Titel Rehabilitatie en participatie van mensen met ernstige psychische
aandoening
Initiatiefnemer Parnassio Bavo Groep
Naam bijzonder hoogleraar Prof. dr. I. Bongers (v)
Titel Evidence Based Management in de (Geestelijke) Gezondheidszorg
Initiatiefnemer GGZ Eindhoven en IVA
Naam bijzonder hoogleraar Prof. dr. K. Henskens (m)
Titel Pensioensociologie
Initiatiefnemer NIDI/KNAW en Netspar
FGW:
Naam bijzonder hoogleraar Prof. dr. A. Swanenberg (m)
Titel Diversiteit in Taal en Cultuur in Brabant
Initiatiefnemer de Toon Weijnen Stichting
Naam bijzonder hoogleraar Prof. dr. A. Plaat (m)
Titel Informatie en Complexe Besluitvorming
Initiatiefnemer Ministerie van BIZA
Naam bijzonder hoogleraar Prof. dr. W. van Damme (m)
Titel Ethno-esthetica
Initiatiefnemer Maatschappij voor Wetenschappelijk Onderzoek in de Tropen
(Treub maatschappij)
FKT:
Naam bijzonder hoogleraar Prof. dr. Th. de Wit (m)
Titel Vraagstukken Geestelijke Verzorging In Justitiële Inrichtingen
Initiatiefnemer Stichting Solidariteitsfonds RK Gevangenispastoraat
TiasNimbas
Naam bijzonder hoogleraar Prof. dr. N. van Gestel (v)
Titel New Modes of Governance in Social Security and Employment Ser-
vices
Initiatiefnemer Capgemini Consulting
In 2009 zijn de volgende bijzondere leerstoelen beëindigd:FSW
Naam bijzonder hoogleraar Prof. dr. A. Gaillard (m)
Titel Psychosociale Stress
Vestigende Instantie Stichting voor Onderzoek naar Psychosociale Stress
Reden beëindiging emeritaat
FEB (telos)
Naam bijzonder hoogleraar Prof. dr. T. Beckers (m)
Titel Duurzame Plattelandsontwikkeling
Vestigende Instantie Maatschappij van Welstand
Reden beëindiging emeritaat
FGW
Naam bijzonder hoogleraar Prof. dr. W. Shadid (m)
Titel Interculturele Communicatie
Vestigende Instantie Ministerie VWS
Reden beëindiging emeritaat
48 49
Ontwikkeling aantal bijzondere leerstoelen
2005 2006 2007 2008 2009
FEB 11 10 12 12 11
FRW 5 5 8 9 8
FSW 15 16 13 14 16
FGW 6 6 8 11 13
FKT 4 4 4 5 6
TiasNimbas 2 2 1 2 3
Totaal: 42 43 46 53 57
Cijfers verhouding hoogleraar-bijzonder hoogleraar in fte 2009Hoogleraren in fte per 1 januari 2009
M V totaal % bijz
FEB reg 63,56 5,40 68,96 4,4%
bijz 2,8 0,2 3
FSW reg 24,60 3,90 28,5 9%
bijz 2,2 0,4 2,6
FRW reg 34,40 4 38,4 3,6%
bijz 1 0,4 1,4
FGW reg 25,2 1,8 27 10,7%
bijz 2,7 0,2 2,9
FKT reg 7 1,2 8,2 17%
bijz 1,4 1,4
Totaal: regulier: 172,56 bijzonder: 11,3 reg – bijz: 6,5%
Ba &Ma opleidingen Geaccrediteerd t/m
FEB
Ba Economics (tot 01-09-2009 Bachelor International
Economics and Finance) Februari 2011
Ba Economie en Bedrijfseconomie (tot 01-09- 2009
Bachelor Algemene Economie) Februari 2011
Ba Bedrijfseconomie Februari 2011
Ba Econometrie en Operationele Research Februari 2011
Ba Fiscale Economie Februari 2011
Ba Economie en Informatica (tot 01-09-2009
Bachelor Informatiekunde) Februari 2011
Ba International Business Augustus 2012
Ba International Business Administration (tot 01-09-2009
Bachelor Business Studies) December 2013
Ma Accountancy Februari 2011
Ma Accounting Februari 2011
Ma Economics Februari 2011
Ma Financial Management Februari 2011
Ma Fiscale Economie Februari 2011
Ma International Business Februari 2011
Ma International Economics and Finance Februari 2011
Ma Investment Analysis Februari 2011
Ma Logistics and Operations Management Februari 2011
Ma Marketing Management Februari 2011
Ma Marketing Research Februari 2011
Ma Mathematical Economics and Econometric Methods Februari 2011
Ma Operations Research and Management Science Februari 2011
Ma Quantitative Finance and Actuarial Sciences Februari 2011
Ma Strategic Management Februari 2011
Ma Information Management Februari 2011
Ma Economics and Finance of Aging November 2011
OnderzoeksmastersResearch master in Business Augustus 2015
Research master in Economics Augustus 2015
FRWBa Fiscaal Recht Maart 2012
Ba Internationaal en Europees Recht Maart 2012
Ba Rechtsgeleerdheid Maart 2012
Onderwijs
50 51
Ba Bestuurskunde April 2012
Ba Recht en Management December 2013
Ma Fiscaal Recht Maart 2012
Ma International and European Public Law Maart 2012
Ma International Business Law Maart 2012
Ma Law and Technology Maart 2012
Ma Milieurecht Maart 2012
Ma Nederlands Strafrecht in Europa Maart 2012
Ma Rechtsgeleerdheid Maart 2012
Ma Sociaal Recht en Sociale Politiek Maart 2012
Ma Bestuurskunde April 2012
Ma Recht en Management December 2013
Ma Master of Laws in European and International
Taxation Mei 2014
OnderzoeksmastersResearch master Grondslagen en Methoden van de
Rechtswetenschap Februari 2016
Research master in Public Administration and
Organizational Science Juni 2012
FSWBa Organisatiewetenschappen December 2013
Ba Personeelwetenschappen December 2013
Ba Psychologie December 2013
Ba Sociologie December 2013
Ba Vrijetijdwetenschappen December 2013
Ma Medische Psychologie Augustus 2011
Ma Human Resource Studies December 2013
Ma Leisure Studies December 2013
Ma Organisation Studies December 2013
Ma Psychologie en Geestelijke Gezondheid December 2013
Ma Social Psychology December 2013
Ma Sociology December 2013
OnderzoeksmastersResearch master Social and Behavioural Sciences Februari 2010
FGWBa Wijsbegeerte Februari 2011
Ba Liberal Arts and Sciences Januari 2013
Ba Algemene Cultuurwetenschappen December 2013
Ba Communicatie- en Informatiewetenschappen December 2013
Ba Religie in samenleving en Cultuur Mei 2014
Ma Wijsbegeerte Februari 2011
Ma Wijsbegeerte van een Bepaald Wetenschapsgebied Februari 2011
Ma Algemene Cultuurwetenschappen December 2013
Ma Christendom en Islam December 2013
Ma Communicatie- en Informatiewetenschappen December 2013
Ma Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste
graad in Religie in Samenleving en Cultuur December 2013
Ma Religie in Samenleving en Cultuur December 2013
Ma Theologie en Samenleving December 2013
Ma Zorg, Ethiek en Beleid December 2013
OnderzoeksmastersResearch master Theology Februari 2010
Research master Language and Communication Maart 2011
Research master Wijsbegeerte Februari 2016
FKTBa Theologie December 2013
Ma Theologie December 2013
OnderzoeksmastersResearch master Theology Februari 2010
AccreditatieDe in 2008 ingediende heraccreditatieaanvragen voor de onderzoeksmasters van de Faculteit Economie en
Bedrijfswetenschappen, de Research master in Business en de Research master in Economics, zijn inmid-
dels voorzien van een positief oordeel.
Ook in 2009 zijn heraccreditatieaanvragen ingediend ten behoeve van een aantal onderzoeksmasterop-
leidingen. Het betrof de opleidingen Wijsbegeerte; Grondslagen en Methoden van de Rechtswetenschap;
Theology; en Social and Behavioural Sciences. Voor deze eerste twee opleidingen is inmiddels heraccredita-
tie verkregen. Met betrekking tot de opleiding Theology oordeelde de commissie dat in plaats van een herac-
creditatieaanvraag een aanvraag nieuwe opleiding ingediend diende te worden. Deze is eveneens van een
positief oordeel voorzien. De KNAW beoordelingscommissie van de onderzoeksmaster Social and Behavi-
oural Sciences heeft op basis van de aangeleverde stukken een aantal stevige verbeterpunten geformuleerd
met betrekking tot (de samenhang van) het programma. De faculteit Sociale Wetenschappen heeft deze
aanbevelingen meegenomen in een herziene aanvraag die opnieuw voorligt bij de KNAW. Deze laatste zal de
NVAO van een advies voorzien met betrekking tot de aanvraag.
52 53
Kwaliteitszorg onderwijsDe Stuurgroep Kwaliteitszorg onderwijs (SKO) heeft in 2009 het initiatief genomen tot een tweetal pilots.
Eén pilot betreft studietijdmeting. De SKO wil daarmee bezien of de invoering van activerend leren een effect
heeft op de studietijd van studenten. De pilot wordt uitgevoerd bij alle eerstejaars opleidingen van FRW.
Rapportage over de pilot wordt verwacht in 2010. De tweede pilot betreft het voeren van intake gesprekken
met eerstejaars studenten. Deze pilot wordt uitgevoerd bij FSW en FRW.
De SKO heeft zich daarnaast voorgenomen om een project stages op te starten.
In 2009 werden de mid term reviews (MTR’s) van de opleidingen bij FGW en FRW uitgevoerd. Deze MTR’s
verschaffen de faculteiten inzicht in hoe hun opleidingen ervoor staan. Tevens geven ze een signaal af aan
de faculteiten over verbeteracties die noodzakelijk zijn met het oog op een eerstvolgende externe beoorde-
ling. Voor de toetsing worden peers benaderd, die goed in staat zijn om een oordeel over de opleidingen te
verschaffen in het licht van nationale en internationale standaarden.
Subsidie Sirius-programmaDe UvT heeft in het kader van het Sirius-programma, dat door OCW is opgezet voor het bevorderen van
excellent onderwijs, een subsidie ontvangen van € 950.000 voor het voorstel voor het programma ‘Outre-
aching’. Dit programma is bedoeld voor excellente bachelorstudenten die een toppositie ambiëren in het
bedrijfsleven, het openbaar bestuur of andere maatschappelijke organisaties, zowel nationaal als internatio-
naal. Het programma biedt handvatten om op grensverleggende wijze maatschappelijke vraagstukken aan
te pakken.
Het Outreaching-programma bestaat onder meer uit een cursus in de toepassing van wetenschappelijke
kennis vanuit een ondernemende houding, masterclasses door mensen in maatschappelijke topfuncties,
een (internationale) stage en deelname aan een academische werkplaats. In zo’n werkplaats werken stu-
denten uit verschillende disciplines samen een maatschappelijk thema uit. Ook wordt een fysieke en vir-
tuele ‘gemeenschap’ gevormd, waarin de studenten elkaar, docenten en coaches ontmoeten. Het Outre-
aching-programma beslaat vier semesters vanaf het tweede bachelorjaar en is Engelstalig. Om ervoor in
aanmerking te komen zullen studenten goede studieresultaten, ambitie en motivatie moeten tonen. Het
programma start in het academisch jaar 2010/11 met vijftig studenten.
Winnaars onderwijsinnovatieprijsEerste prijs gaat naar Bob van den Brand voor zijn innovatie in de cursus ‘Accounting 1’. Daarbij hebben circa
600 studenten via een combinatie van web-lectures, web-tutorials en web-tasks op een vernieuwende en
met een beter rendement kennis gemaakt met de beginselen van accountancy. Door de inzet van ICT wordt
voor de studenten tijd en plaats onafhankelijk studeren mogelijk gemaakt. Web-lectures bieden een goede
ondersteuning aan de diepgang van het hoorcollege, web-tutorials bevorderen discussie en participatie in
werkcolleges en de web-task fungeert als een multiplier op het leereffect. Na de invoering van het web-based
learning slaagden 15% meer studenten voor de cursus. De vernieuwing wordt ook door de studenten zeer
gewaardeerd en wordt door externe partijen als zeer professioneel ervaren. Technisch gezien is de innovatie
goed implementeerbaar bij andere opleidingen en faculteiten.
De tweede prijs gaat naar Jolanda de Vries voor het project Patiënt in Beeld. Dit project is uitgevoerd binnen
de tweejarige masteropleiding Medische Psychologie. Van deze studenten wordt verwacht dat zij kennis en
inzicht verwerven van het medische domein. Om dit te bereiken zijn de mogelijkheden verkend van tech-
nische en onderwijskundige voordelen van interactieve communicatie via video-conferencing. Studenten
waren daardoor in staat om op afstand direct getuige te zijn van medische handelingen in het ziekenhuis of
gesprekken te volgen in de spreekkamer. Deze live sessies zijn door de studenten zeer op prijs gesteld. De
benodigde infrastructuur is gerealiseerd en toepasbaar voor andere groepen en doeleinden.
Winnaars thesisprijzenDe eerste prijs voor de masterthesis prijs gaat naar Remco Heesen voor zijn thesis How Flow Can You Go:
A Management Game. Deze thesis heeft als onderwerp het ontwikkelen van een management game op
het gebied van transportplanning. Naast het creëren van een erg ingewikkeld computerprogramma formu-
leerde hij een complex optimalisatieprobleem, dat hij ook nog eens oploste. Tot slot betrok hij de speltheorie
bij zijn thesisonderwerp. De scriptie getuigt van een buitengewone creativiteit, van een breed inzicht en een
uitstekend overzicht en geeft aan dat Remco Heesen een zeer getalenteerde onderzoeker is.
De tweede prijs gaat naar Laura Hoynck van Papendrecht voor haar thesis In blijde onderhandeling; onder-
zoek naar de intra- en interpersoonlijke effecten van vrolijkheid binnen onderhandelingen. Het onderwerp van de
thesis is een experimenteel onderzoek naar het effect van emoties op beslissingsprocessen in onderhande-
lingssituaties. Laura heeft geprobeerd via een computergestuurd interactie-experiment meer duidelijkheid
te krijgen over de complexe interactie tussen het intra-persoonlijke en het inter-persoonlijke effect van vro-
lijkheid. Laura heeft vrijwel zonder begeleiding de onderzoeksopzet uitgewerkt. De organisatie en afname
van het experiment zijn vlot en foutloos gedaan. Haar sterkste kant komt vooral naar voren in het statistisch
analyseren van de kwantitatieve data. Ze heeft haar thesis tot een zeer waardevolle bron van informatie
gemaakt, zowel voor medestudenten als voor collega’s in het vakgebied.
De prijs voor de beste researchmasterthesis gaat naar Joyce Maas voor haar thesis The role of cognitive preoc-
cupation in secrecy: Associations with physical and mental health. in deze thesis doet ze verslag van haar onder-
zoek naar de relatie tussen het hebben van geheimen en geestelijke en lichamelijke gezondheid (welzijn).
Dit onderzoeksterrein is nog vrijwel onontgonnen gebied. Joyce Maas heeft door middel van het Structural
Equation Model in een steekproef van ruim 300 HIV-positieve patiënten verschillende modellen getoetst
met cognitieve preoccupatie (negatieve gedachten specifiek gerelateerd aan het hebben van het geheim) als
mediator en/of moderator tussen het hebben van geheimen en welzijn.
De combinatie van diepgang, het multidisciplinaire raamwerk van waaruit de thesis is opgezet, de zeer
geavanceerde statistische technieken die gebruikt zijn en de zelfstandige wijze waarop Joyce het onderzoek
heeft verricht zijn uniek en vormen de reden voor de nominatie voor researchmasterthesisprijs.
Activerend onderwijsDe UvT stimuleert vormen van activerend onderwijs, zoals het werken met kleinere projectgroepen, aanstel-
len van tutoren en mentoren, creëren van tussentoetsen, stimuleren van actieve voorbereiding op de hoor-
colleges, verhoging van het interactieve karakter van het onderwijs, betere afstemming van onderdelen van
54 55
het curriculum. Gezocht wordt daarbij naar mogelijkheden van ondersteuning door ICT.
Sinds 2007 loopt het project Activerend onderwijs bij FRW. Docentmentoren, een functie die in 2007 is inge-
steld, zijn een bekend fenomeen aan de faculteit. Ook in 2009 zijn weer enkele deelprojecten gestart, die zich
onder meer richten op beoordeling van papers in het eerste jaar en kritisch kijken naar hoe er getoetst wordt.
Verder heeft de faculteit dit project aangegrepen om een uitgebreide discussie te voeren over de inhoudelijke
component van academisch onderwijs. In december is daarover een eerste rapport verschenen.
In 2009 is het deelproject studietijdmeting gestart. Aan alle eerstejaars studenten wordt (met behulp van
een methode die gehuurd wordt van de Associatie KU Leuven) gevraagd aan te geven hoeveel tijd ze daad-
werkelijk besteden aan de verschillende onderdelen van hun studie.
Bij FSW zijn in 2009 diverse plannen in het kader van activerend onderwijs ontwikkeld. Docenten worden
getraind in het gebruik van activerende werkvormen, MTO-onderwijs wordt meer geïntegreerd in het cur-
riculum, acteurs worden ingezet bij de practicum intake en indicatiestelling, en er wordt intensiever gebruik
gemaakt van ICT-middelen, zoals stemkastjes, video-opnamen, simulatiegames.
DocentprofessionaliseringOp 23 januari 2008 is door de rectoren van alle veertien Nederlandse universiteiten de wederzijdse erken-
ning Basis Kwalificatie Onderwijs (BKO) ondertekend. Dit houdt in dat de universiteiten van elkaar het cer-
tificaat BKO erkennen dat (universitair) docenten ontvangen wanneer zij een nader omschreven onderwijs-
kwalificatietraject hebben doorlopen. Door het College van Bestuur van de UvT is in 2008 een projectgroep
ingesteld die de opdracht heeft gekregen om voor de UvT een onderwijskwalificatietraject op te zetten in lijn
met de landelijke afspraken. De projectgroep heeft begin 2009 een onderwijskwalificatietraject gepresen-
teerd, specifiek gericht op de onderwijssituatie op de UvT. Bij de uitwerking van het onderwijskwalificatietra-
ject is de projectgroep uitgegaan van de vaardigheden die een docent volgens het UFO-profiel moet verwer-
ven. Tevens is voortgebouwd op de reeds op de UvT aanwezige ervaring en expertise. Per 1 januari 2010 is
het kwalificatietraject verplicht voor alle nieuw aangestelde docenten en UD’s.
In 2009 is een werkgroep Waardering voor onderwijs ingesteld die de opdracht heeft gekregen voorstellen te
doen voor het bevorderen van excellentie van docenten (verder uitwerking uitgebreide en/of seniorkwalifica-
tie) en voor het belonen van onderwijskwaliteit.
Universitaire Lerarenopleiding Tilburg (ULT)Om mede te kunnen voorzien in de toenemende vraag naar universitair opgeleide leraren in het voortgezet
onderwijs is door de UvT het initiatief genomen om de universitaire lerarenopleiding weer nieuw leven in
te blazen. Voor de ontwikkeling van de lerarenopleiding wordt samengewerkt met OMO, het bestuur van
45 scholen voor voortgezet onderwijs in Noord-Brabant. In 2009 is een positief besluit over de doelmatig-
heidsaanvraag voor de ULT ontvangen van het Ministerie van OCW. Eind 2009 is de aanvraag voor een Toets
Nieuwe Opleiding bij de NVAO ingediend. Beoogd wordt de opleiding in september 2010 te laten starten.
Samenwerking met het HBODe samenwerking van de UvT met het HBO heeft zich in 2009 verder ontwikkeld. De faculteiten bieden, in
samenwerking met het HBO, diverse verkorte programma’s aan die de aansluiting op de universitaire mas-
teropleidingen vergemakkelijken. Er zijn besprekingen gaande om deze programma’s de komende jaren ver-
der uit te breiden. Er is een werkgroep HBO-WO aansluiting ingesteld om de instroom uit het HBO te volgen
en waar nodig kwalitatief te verbeteren.
TiasNimbas Business SchoolEen belangrijke vorm van kennisoverdracht aan de samenleving is het executive of postervarings onderwijs.
De Universiteit van Tilburg heeft het executive onderwijs ondergebracht in TiasNimbas Business School.
TiasNimbas is zowel de business school van de Universiteit van Tilburg als van de Technische Universiteit
Eindhoven en heeft vestigingen in Tilburg, Eindhoven, Utrecht, Bonn en Taipei. TiasNimbas streeft ernaar
om door middel van kwalitatief hoogwaardige opleidingen toegevoegde waarde te creëren voor managers en
hun organisaties. Onder het motto ‘Never Stop Asking’ combineert TiasNimbas de ‘frontiers of knowledge’
met nieuwe inzichten en kennis in een omgeving waar service en persoonlijke aandacht centraal staat. Het
productportfolio bestaat uit diverse MBA opleidingen, een DBA opleiding, executive master opleidingen,
korte executive programma’s, een MSc opleiding en company specific programma’s.
MBA programma’sTiasNimbas heeft een breed portfolio aan MBA programma’s voor professionals met minimaal 3 jaar werk-
ervaring. Het full-time MBA programma dat in samenwerking met University of Bradford wordt aangebo-
den is ook dit jaar zeer succesvol van start gegaan. De cohort van 2009 telt ongeveer 40 studenten met 22
verschillende nationaliteiten. Belangrijke aspecten van dit programma zijn naast ‘frontiers of knowledge’
en toepassing in de praktijk leadership development en personal coaching. Naast dit programma biedt
TiasNimbas ook drie part-time programma’s die in plaats, format en accent verschillen. Het Internatio-
nale Executive MBA dat een partnership is tussen TiasNimbas en graduate schools van Purdue University
(USA), Central European University Budapest (Hongarije), en GISMA Business School Hannover (Duits-
land) behoorde ook in 2009 tot de top 25 van de wereld en een wereldwijde nummer 1 positie op het aspect
‘International Course Experience’
Executive Master programma’sTiasNimbas biedt een breed portfolio van Executive Masters aan die leiden tot een verdieping, verbreding en
actualisering van kennis. Zij zijn ontwikkeld voor professionals met een academisch denk- en werkniveau en
ruime (management)ervaring. Een belangrijke meerwaarde van deze programma’s is de heterogene samen-
stelling van de deelnemersgroep. Deelnemers zijn afkomstig uit verschillende sectoren en branches en heb-
ben verschillende achtergronden en werkervaring. Hierdoor ontstaat een optimale situatie voor een ‘joint
process of discovery’.
In tegenstelling tot de trend in de markt zijn de programma’s in september 2009 opnieuw zeer succesvol
van start gegaan. De belangstelling voor de general management opleiding ‘Executive Master in Manage-
ment and Organisation’ was dusdanig dat deze opleiding in 2009 twee keer met een volledige groep is
gestart. Hetzelfde gold voor de Register Controllers opleiding die nu al weer enkele jaren zowel in Tilburg als
in Utrecht wordt aangeboden. Daarnaast is In 2009 in samenwerking met de Universiteit van Tilburg en het
Actuarieel Genootschap & Actuarieel Instituut een nieuwe Executive Master of Actuarial Science ontwikkeld.
56 57
De eerste leergang van deze opleiding staat gepland voor september 2010. Een ander nieuw initiatief is de
ontwikkeling van een Executive Master in Information Security Management.
MSc programma’sNaast MBA programma’s en Executive Masters biedt TiasNimbas ook twee MSc programma’s aan. Het full-
time programma bestaat in 2009 voor de helft uit internationale studenten.
Executive ProgrammesHet portfolio van korte Executive Programmes is in 2009 behoorlijk uitgebreid en is zeer succesvol geble-
ken. Vergelijkbaar met de Executive Masters zijn ook dit type programma’s in tegenstelling tot de algemene
trend in Nederland gegroeid, vooral de opleidingen gericht op de publieke en non-profit sector bleken suc-
cesvol. Belangrijk onderdeel van de uitbreiding van de programmaportefeuille is de ontwikkeling van een
portfolio van general management programma’s met opleidingen voor jonge, middel en senior managers.
Eind 2009 is een project van start gegaan om in partnership met de economische faculteit van de Universi-
teit van Tilburg korte programma’s te ontwikkelen op het gebied van finance, sustainability en logistiek.
In samenwerking met de High Tech Campus in Eindhoven zijn in 2009 vier TechBiz seminars gelanceerd.
Deze seminars focussen op onderwerpen specifiek relevant voor medewerkers van internationale high-tech
bedrijven. De onderwerpen voor 2009 waren: Intuitive Leadership, Enabling IT Business Innovation, Your
State in the World Economy en Learning Models for Innovation. Ook is in 2009 de Innovation Challenges
Cycle zeer succesvol geweest. Deze is in samenwerking met de provincie Noord-Brabant ontwikkeld.
Een nieuw initiatief in 2009 op het gebeid van korte executive programma’s is de samenwerking met
Amsterdam Bright College. TiasNimbas en Amsterdam Bright College bieden managers en entrepreneurs
de laatste managementkennis en een ontmoetingsplaats om onder leiding van gerenommeerde sprekers
hernieuwde inzichten op te doen. De gratis seminars, “Pit-Stops” die in 2009 op het programma stonden
waren: “Venture Capital 2009: Global Warming or Cold Shower, Again?” door Prof. BenoÎt Leleux van IMD.
“Leadership and Confidence in Challenging Times” door Prof. Ron Meyer van TiasNimbas Business School,
“Strategic Marketing: The Business of Building Sustainable Business” door Prof. Rudy Moenaert van Tias-
Nimbas Business School en “The Future of the Global Economy and the New Financial Order” door Prof.
Sylvester Eijffinger van Tilburg University.
Company Specific ProgrammesDe divisie Company Specific Programmes specialiseert zich in het ontwikkelen van exclusieve, maatwerk
programma’s voor organisaties. De programma’s voorzien in managementontwikkeling en in organisato-
rische ontwikkelingsdoelen, die een substantiële impact en verandering in de organisatie teweeg brengen.
Het ontwerp en de organisatie van de maatwerk programma’s vindt plaats in nauwe samenwerking met
onze klant (“co-creatie”). Company Specific Programmes zijn flexibel in inhoud, lengte, formaat, metho-
dologie en faculty . Alle programma’s worden door een toegewijd klantteam begeleid, dat verantwoordelijk
is voor inhoud, logistiek en kwaliteitscontrole. Programma’s worden naar wens van onze klanten op zowel
nationale als internationale locaties uitgevoerd. Maatwerk programma’s worden ontwikkeld op het gebied
van Leiderschap, General Management, Strategie, Finance, Marketing, Technologie & Operational Excel-
lence en Human Resource Management, voor zowel de profit als non-profit en publieke sector. ‘
2009 was een goed jaar, meer dan de helft van de programma’s betrof nieuwe opleidingen voor bestaande
klanten zoals ING en Randstad. Daarnaast zijn in 2009 programma’s ontwikkeld voor nieuwe klanten zoals
Essent en Boskalis. In mei 2009 zijn de TiasNimbas Company Specific Programmes door de Financial Times
als beste in de Benelux en als 36e wereldwijd en 15e in Europa gekenmerkt. Op het criterium ‘Future Use’
behaalde TiasNimbas wereldwijd een 8e positie en op het aspect ‘International Participants’ een mondiale
2e plaats
Een belangrijke ontwikkeling binnen de divisie Company Specific Programmes is de samenwerking tussen
Van Lanschot en TiasNimbas in de vorm van de oprichting van de Van Lanschot Academie voor Bedrijfsover-
dracht. De academie biedt een opleidingsprogramma voor opvolgers en overdragers binnen het familiebe-
drijf en gaat in het voorjaar van 2010 van start. In het programma staan de voorbereiding en planning van
het bedrijfsoverdrachtsproces centraal. Het programma biedt veel relevante kennis, maar er is ook oog voor
de psychologische en emotionele veranderingen waarmee overdragers en opvolgers bij een bedrijfsover-
dracht te maken krijgen.
Doctor of Business Administration
Het DBA programma van TiasNimbas leidt tot een diploma van de University of Bradford. Ook in 2009 is dit
programma met een zeer internationale groep gestart.
Competence CentresBinnen TiasNimbas zijn verschillende compentence centres actief.
Globus (Instituut voor Globalisering en Duurzame Ontwikkeling) richt zich op multidisciplinair onderzoek en
onderwijs op het gebied van corporate global responsibility & governance.
Centrum voor het Bestuur van de Maatschappelijke Onderneming (CBMO) met een focus op onderzoeks- en
onderwijsactiviteiten voor het bestuur en management van de maatschappelijke onderneming.
EIBIE (The European Institute for Business Innovation and Entrepreneurship) is een initiatief van TiasNimbas
Business School en Philips Research. EIBIE richt zich op educatie, training en coaching van start-ups. Daar-
naast zal EIBIE in de komende jaren een researchprogramma ontwikkelen op het gebied van creatie en ont-
wikkeling van snel groeiende nieuwe ondernemingen.
AccreditatieDe volgende instanties hebben programma’s van TiasNimbas geaccrediteerd:
The Association of MBAs (AMBA);
Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO);
Royal Institution of Chartered Surveyors (RICS);
Economic and Social Science Research Council (ESRC).
•
•
•
–
–
–
–
58 59
NVAO Accreditatiegegevens TiasNimbas Business School (geaccrediteerd t/m)EMFC Executive Master of Finance and Control April 2012
MA International Business and Marketing Management Mei 2010
MSc Financial Management Mei 2010
MBA Full time en Part time MBA Mei 2010
RankingFinancial Times:
Worldwide Full time MBA 2009, jan 2009 positie 87 wereldwijd, 25 in Europa.
Custom Programmes 2009, mei 2009 positie 36 wereldwijd, 15 in Europa, 1 in Benelux.
International Executive MBA 2009, November 2009 wereldwijd positive 24, 11 in Europa, 1 in Benelux
Aantal opleidingen, deelnemers en uitgegeven diploma’s 2005-20092005 2006 2007 2008 2009
MBA programma’s 57 133 127 162 156
Company specific programma’s 1041 1012 973 539 530
Executive Master programma’s 325 292 337 407 326
Executive Programma’s 47 185 252 417 400
MSc/MA Programma’s - 65 77 78 98
DBA Programma’s - 8 18 20 18
Aantal uitgegeven diploma’s 291 435 401 404 468
Centraal Klachten LoketIn 2009 zijn 74 klachten ingediend, een aantal dat vergelijkbaar is met voorgaande jaren. De meeste klachten
(24) hebben te maken hebben met de planning en organisatie van tentamens. Daarna komen in volgorde
van belang: klachten betreffende het gedrag en de service van medewerkers (10), de kwaliteit van algemene
voorzieningen (8) en de bekendmaking van de uitslag van tentamens (6). In 40 gevallen is de klacht gegrond
verklaard. Bijna 90 procent van de klachten is binnen de gestelde termijn (max. 6 weken) afgehandeld. Sinds
2003 hebben studenten de mogelijkheid om online klachten in te dienen (www.uvt.nl/klacht). De klachten
worden afgehandeld door de hoofden van de onderwijsbureaus en de directeuren van de diensten.
Aantal ingeschrevenen
2007/08 2008/09 2009/10
FEB 5036 5408 5690
FRW 2616 2781 3061
FSW 2512 2467 2557
FGW 966 1063 1215
FKT 196 181 155
Totaal UvT 11326 11900 12678
% buitenlandse ingeschrevenen 5,2% 6,5% 7,2%
Aantal eerstejaarsstudenten 2771 3083 3522
Marktaandeel 1e jaars bacheloropleidingen 6,8% 7,4% 6,7%
Marktaandeel 1e jaars masteropleidingen 17,0% 16,7% 17,1%
2007/08 2008/09 2009/10
man 5993 6323 6739
vrouw 5333 5577 5939
voltijd 10613 11333 12173
deeltijd 713 567 505
jonger dan 20 jr 2121 2268 2357
20 t/m 25 jr 7427 7748 8276
26 t/m 30 jr 1057 1186 1371
31 t/m 39 jr 349 336 334
40 jr en ouder 372 362 340
*
*
*
*
•
•
•
Studenten
60 61
Instroom eerstejaars instelling (WO-I)
2007/08 2008/09 2009/10
FEB bachelor 892 1030 1020
premaster 275 262 378
master 103 133 189
1270 1425 1587
FGW bachelor 131 183 205
premaster 108 104 157
master 14 21 30
253 308 392
FKT bachelor 19 17 12
premaster 2 4 4
master 0 1 2
21 22 18
FRW bachelor 431 450 504
premaster 140 140 178
master 53 72 107
624 662 789
FSW bachelor 466 492 527
premaster 110 138 140
master 27 36 69
603 666 736
UvT bachelor 1939 2172 2268
premaster 635 648 857
master 197 263 397
2771 3083 3522
Aantal contractstudenten 2006/07 2007/08 2008/09
FEB 37 58 42
FRW 125 78 85
FSW 165 105 96
FGW 54 33 25
FKT 2 0 4
Totaal UvT 383 274 252
Aantal buitenlandse ingeschrevenen 2007/08 2008/09 2009/10
EER exclusief Nederland 272 333 380
niet EER landen 351 488 535
EER exclusief Nederland 2,4% 2,8% 3,0%
niet EER landen 3,1% 4,1% 4,2%
Eerstejaarsvoortgang bachelor (voltijd en deeltijd)
(gemiddeld aantal EC binnen de opleiding) 1)
2006/07 2007/08 2008/09
FEB 40 39 39
FRW 37 40 40
FSW 37 37 36
FGW 44 38 40
FKT 25 27 29
UvT 38 39 38
1) inclusief studenten met nul punten
Eerstejaarsvoortgang bachelor (voltijd en deeltijd)
(frequentieverdeling behaalde studiepunten)
2006/07 2007/08 2008/09
0 10% 11% 12%
1 - 12 10% 10% 11%
13 - 24 8% 7% 8%
25 - 35 6% 5% 5%
36-48 26% 26% 23%
49 - 59 16% 16% 15%
60 of meer 24% 25% 26%
100% 100% 100%
Positief bindend studieadvies
2007/08 2008/09
FEB 75% 72%
FRW 72% 70%
FSW 76% 72%
FGW 74% 75%
FKT 100% 100%
UvT 74% 72%
62 63
Diploma’s 2006/07 2007/08 2008/09
Doctoraalopleidingen
FEB 0 0 0
FRW 107 63 0
FSW 105 41 0
FGW 29 26 1
FKT 9 15 6
Totaal UvT 250 145 7
Bacheloropleidingen
FEB 901 650 598
FRW 342 335 354
FSW 382 415 328
FGW 81 51 73
FKT 27 23 20
Totaal UvT 1733 1474 1373
Masteropleidingen
FEB 891 733 877
FRW 277 348 387
FSW 396 471 431
FGW 139 146 162
FKT 10 6 11
Totaal UvT 1713 1704 1868
Totaal initiele opleidingen 3696 3323 3839
Postdoctorale opleidingen 58 72 57
Centrum voor KennistransferAlgemeen
Het Centrum voor Kennistransfer (CvK) wordt gevormd door de Wetenschapswinkel, het Loket MKB, Onder-
nemer en Recht, Tilburg Matchpoint en Ondernemerschap. Het CvK is in de loop der tijd gegroeid naar wat
het nu is: een organisatie die Understanding Society dagelijks in praktijk brengt en waarvoor kennisvalori-
satie core business is. In 2009 heeft het Centrum voor Kennistransfer wederom een groot aantal bedrijven,
maatschappelijke instellingen, overheden en starters geholpen door hun kennisvraag te koppelen aan stu-
denten, wetenschappers en onderzoeksinstituten.
In mei heeft het CvK in samenwerking met Studium Generale en het Brabants Dagblad een symposium
georganiseerd over de mogelijke komst van een “shopping mall” in Tilburg. Drie Tilburgse wetenschappers
hebben vanuit hun eigen wetenschappelijke discipline de op handen zijnde ontwikkeling belicht. Het doel
was om de inwoners van Tilburg beter voorbereid te kunnen laten stemmen tijdens het referendum van juni.
Er waren zo’n 350 toehoorders die avond. Het was een geslaagde manier om de wetenschap meer te betrek-
ken bij het Tilburgse publieke debat.
In 2009 is het CvK nauw betrokken geweest bij de officiële start van het Brabant Center of Entrepreneurship
(BCE). Een belangrijk initiatief, want in het bedrijfsleven is grote behoefte aan mensen die met lef, inzicht
en talent vernieuwing brengen. Het BCE verzorgt universiteitsbreed onderwijs en voorlichting over onder-
nemerschap aan de UvT en de TU/e. Het onderwijsprogramma helpt bij het ontwikkelen van een onderne-
mende houding. Vanuit de UvT zijn de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen en het Centrum voor
Kennistransfer bij het BCE betrokken. De regionale partners zijn de provincie Noord-Brabant, de Stichting
Brainport, de gemeenten Tilburg en Eindhoven en het Operationeel Plan Zuid. Het BCE werd in november
officieel gelanceerd. Door middel van dit initiatief, dat samen met de Technische Universiteit Eindhoven
opgezet is, zal er vanaf het collegejaar 2010-2011 binnen het onderwijs van de Tilburgse en Eindhovense
universiteiten op grote schaal aandacht besteed gaan worden aan onderwijs in ondernemerschap. De activi-
teiten die het CvK op het gebied van ondernemerschap ontplooit en de activiteiten van BCE kunnen elkaar in
de toekomst mooi aanvullen.
Tevens zijn er vele activiteiten ondernomen die een bijdrage hebben geleverd aan de regionale verankering
van het CvK. De besprekingen rondom het ontwikkelen van een United Brains Midden-Brabant (naar het
voorbeeld van United Brains Eindhoven) hebben zeker een bijdrage geleverd aan het versterken van de
positie van het CvK in de regio. Vertegenwoordigers van Avans, de Universiteit van Tilburg, ROC Tilburg
en Fontys Hogescholen hebben de ambitie uitgesproken om de krachten te bundelen zodat het MKB en de
maatschappelijke en publieke instellingen in Midden-Brabant optimaal toegang kunnen krijgen tot hun ken-
nisaanbod.
CvK samenvatting2009 2008 2007 2006 2005
Bemiddeling onderzoeksvragen, opdrachten en starters
1074
998
887
594
379
Langer lopende onderzoeken 8 7 7 7 9
Uitingen in de media 35 63 46 61 27
Verschenen periodieken 4 5 3 3 5
Totale oplage periodieken 2800 3835 2119 1850 1650
Congressen, studiedagen e.d. 11 18 28 8 11
Aantal bezoekers congressen, studiedagen e.d.
880
2115
3090
1160
865
Aantal verspreide publicaties 850 3470 1060 993 1432
Omvang bureau CvK (in fte) 9,0 7,1 6,8 5,9 4,7
64 65
WetenschapswinkelVooral voor kleinere non-profit organisaties, zoals belangenverenigingen - een buurtvereniging, patiënten-
vereniging, vereniging die streeft naar een groen en gezond leefmilieu - maar ook onderwijsinstellingen en
culturele centra is de Wetenschapswinkel een toegangspoort voor kennisvragen die worden gesteld vanuit
de maatschappelijke doelstelling. De meeste vragen zijn afkomstig uit de regio Brabant: Stichting Brabants
Industrieel Erfgoed, buurtvereniging Kortendijk, Reuma Patiëntenvereniging Tilburg, Vereniging Leefmi-
lieu, Basisschool Cleijn Hasselt. Het kan zijn dat de vraag niet binnen een van de studierichtingen van de
UvT beantwoord kan worden. Dan wordt doorverwezen naar een andere universiteit of hogeschool waar de
expertise wel aanwezig is. Binnen de UvT trachten we de vragen zoveel mogelijk binnen het onderwijspro-
gramma te plaatsen als bachelor- of masterthesis. Daarnaast is het mogelijk om een onderzoeksopdracht
uit te voeren als werkopdracht. Op deze manier worden studenten nadrukkelijk betrokken bij maatschappe-
lijk relevant onderzoek en community based research. Zij maken kennis met maatschappelijke vraagstukken
en organisaties met een maatschappelijke doelstelling.
Naast korte (uitvoering voornamelijk door student) onderzoeken is er de mogelijkheid om een maatschap-
pelijk relevant thema verder uit te diepen in de vorm van een entameringsstudie of promotieonderzoek in
samenwerking met een faculteit, onderzoeksinstituut en externe maatschappelijke organisaties. In 2009 is
Natasja Rietveld gepromoveerd met haar onderzoek naar schuld- en schaamtebeleving bij veteranen van
vredesmissies, ‘De gewetensvolle veteraan’ dat is uitgevoerd met steun van de Wetenschapswinkel, Stich-
ting het Veteraneninstituut en de ACOM.
Onderzoeksresultaten worden nadrukkelijk onder de aandacht gebracht van een breder publiek in de vorm
van publicaties die ook op de website beschikbaar zijn. Daarnaast worden resultaten tijdens symposia inge-
bracht en zijn aanleiding voor verdieping.
Bemiddelingsvragen Wetenschapswinkel2009 2008 2007 2006 2005
Totaal aantal behandelde onderzoeksvragen
77
96
100
92
101
Beantwoorde en afgeronde onderzoeken 20 28 30 25 25
Lopende bemiddelingsonderzoeken per 1 januari
17
10
20
24
23
Lopende bemiddelingsonderzoeken per 31 december
13
17
10
20
24
Nog openstaande onderzoeksvragen per 1 januari
13
23
16
23
15
Nog openstaande onderzoeksvragen per 31 december
19
13
23
16
23
Publicaties WetenschapswinkelAantal verschenen Wetenschapswinkel-publicaties
19
9
12
9
15
Exemplaren verkocht van publicaties uit verslagjaar
26 58 85 53 11
Exemplaren verkocht van publicaties uit eerdere jaren
23 8 28 32 91
Totaal aantal verkochte publicaties 49 66 113 85 102
Aantal publicaties opgevraagd via inter-net *
801 3404 947 908 930
Totaal aantal verspreide publicaties 850 3470 1060 993 1032* Vanaf 2008 inclusief publicaties als digitale versie van het magazine, jaarverslagen, activiteitenoverzich-ten en beleidsplannen.
Loket MKBDat de term kenniseconomie niet uit de lucht gegrepen is heeft het Loket MKB in 2009 gemerkt. De behoefte
van MKB ondernemers aan kennis van de Universiteit van Tilburg heeft tot vele nieuwe opdrachten geleid.
Hiermee draagt het Loket MKB bij aan de regionale verankering van de universiteit. Zo hebben studenten
IBA in het kader van een vak voor veertig ondernemers een opdracht uitgevoerd. International Business
Administration (IBA) is een multidisciplinaire, Engelstalige studie aan de UvT die studenten klaarstoomt
voor verschillende functies in het bedrijfsleven. Een belangrijk aspect van de opleiding is dat studenten
vanaf het begin kennis maken met het bedrijfsleven. Ook innovatievouchers zorgen er voor dat kenniseco-
nomie de praktijk van de ondernemer bereikt. In 2009 heeft het Loket MKB wederom ondernemers kunnen
helpen bij het doen van onderzoek naar vernieuwende producten, diensten en processen.
In 2009 zijn er ook weer twee T-Challenges georganiseerd door het Loket MKB samen met de gemeente Til-
burg. De challenges hebben in 2009 een creatief en direct toepasbaar antwoord opgeleverd voor Tilburgse
ondernemers. De samenwerking met het bureau Kennismakelaar van de gemeente Tilburg verliep zeer voor-
spoedig en smaakt naar meer.
Een andere en nieuwe vorm van kennisdeling vond plaats in april van 2009. Er werd een informatiemiddag
georganiseerd voor ondernemers die door de economische crisis in moeilijkheden zijn gekomen. Binnen
het Loket MKB werd hierin optimaal samengewerkt met Ondernemer en Recht. Wetenschappers van zowel
de UvT als ook de Juridische Hogeschool gaven aan de aanwezigen laagdrempelige tips en trucs om de
ondernemer door de economisch zware tijd te loodsen. Tijdens een tweegesprek deze middag tussen de
rector magnificus van de UvT en een vertegenwoordiger van Syntens werd het belang van valorisatie nog-
maals onderstreept.
66 67
Bemiddelingsvragen Loket MKB2009 2008 2007 2006 2005
Totaal aantal behandelde onderzoeksvragen
143 197 239 186 169
Beantwoorde en afgeronde onderzoeken 92 72 81 55 40
Lopende bemiddelingsonderzoeken per 1 januari
34
12
27
26
5
Lopende bemiddelingsonderzoeken per 31 december
11
34
12
27
26
Nog openstaande onderzoeksvragen per 1 januari
29
27
20
15
1
Nog openstaande onderzoeksvragen per 31 december
12
29
27
20
15
Loket Ondernemer & RechtEen vliegende start heeft het nieuwste initiatief van het CvK, Ondernemer en Recht, zeker gemaakt! In 2009
is met de aanstelling van een coördinator en acht studentmedewerkers, waarvan vier afkomstig van de Juri-
dische Hogeschool, het team compleet gemaakt en kon de intrek worden genomen op de eerste verdieping
van het Simon gebouw. Het team geeft ondernemers kort juridisch advies over uiteenlopende zaken in rela-
tie tot de onderneming.
Met meer dan 50 opdrachten is de relevantie van deze dienst nu al bewezen. De opdrachten varieerden van
het opstellen van algemene voorwaarden tot inhoudelijke beschouwingen over bijvoorbeeld intellectueel
eigendom en alles wat daar tussen zit. Hiermee heeft Ondernemer en Recht ondernemers uit uiteenlopende
sectoren van laagdrempelig juridisch advies kunnen voorzien.
Daarbij heeft de samenwerking met de partners, te weten de provincie Noord Brabant, de gemeente Tilburg,
de Faculteit Rechtswetenschappen, de Juridische Hogeschool, BDO CampsObers, Holla Poelman Van Leeu-
wen Advocaten en Van Iersel Luchtman Advocaten, zijn meerwaarde bewezen en heeft het voor de medewer-
kers van Ondernemer en Recht tot een interessante uitwisseling van juridische kennis geleid.
Bemiddelingsvragen Loket Ondernemer &Recht2009 2008
Totaal aantal behandelde onderzoeksvragen 57 7
Beantwoorde en afgeronde onderzoeken 29 -
Lopende onderzoeken per 1 januari 9 -
Lopende onderzoeken per 31 december 12 3
Nog openstaande onderzoeksvragen per 1 januari - -
Nog openstaande onderzoeksvragen per 31 december 13 -
Tilburg MatchpointTilburg Matchpoint (TMP) is de virtuele marktplaats voor stageplaatsen, afstudeeronderzoeken, werkop-
drachten of (bij)banen van de UvT. In 2009 is een campagne uitgevoerd die er op gericht was om meer stu-
denten zich te laten inschrijven op TMP. Het gebruik van TMP door UvT-studenten liet namelijk te wensen
over. Op basis van de campagne kunnen we concluderen dat het aantal studenten dat een CV heeft geplaatst
beduidend is toegenomen: van 168 CV’s in 2008 naar 237 CV’s in 2009. De campagne heeft duidelijk effect
gehad. Het aantal bedrijven dat in 2009 van Tilburg Matchpoint gebruik maakte, is echter drastisch afge-
nomen. Het aantal geplaatste (bij)banen, stages en afstudeeronderzoeken is gedaald met meer dan 50%.
En ook het aantal door bedrijven bekeken CV’s van studenten laat een sterke daling zien. Het vermoeden
bestaat dat de economische crisis hier wellicht invloed op heeft gehad.
Resultaten Tilburg Matchpoint2009 2008 2007 2006 2005
Door bedrijven geplaatste (bij)banen, stages en afstudeeronderzoeken
115
265
230
137
109
Door studenten geplaatste CV’s 237 168 175 130 143
Aantal door studenten bekeken vacatures 4571 6.312 5.535 3.799 4.896
Aantal door organisaties bekeken CV’s van studenten
958
1.612
1.259
1.088
974
Ondernemerschap
StartersliftStarterslift bij de UvT heeft in 2009 met 128 starters gesproken. Hiervan zijn 23 starters daadwerkelijk opge-
nomen binnen Starterslift. Door het stimuleren van ondernemerschap draagt Starterslift bij aan de valori-
satie-ambities van de UvT. Van de 23 opgenomen starters vallen negentien starters binnen de doelgroep
kennisstarters, één binnen de doelgroep creatieve starters en de overige drie binnen de doelgroep techno-
starters. Ook enkele medewerkers van de UvT hebben in 2009 bij Starterslift aangeklopt voor een oriën-
terend gesprek. In 2009 is ook van 26 Starterslift-deelnemers afscheid genomen. Met twaalf starters ging
het zo goed dat ze Starterslift niet langer nodig hadden. De overige veertien starters hadden verschillende
redenen waarom ze niet zijn doorgestart: de vaste baan was te aanlokkelijk, financiën die niet rond kwamen,
ongunstige marktontwikkelingen etc. Vanaf september is het scouten van deelnemers op een lager pitje
komen te staan doordat de Projectmanager nog maar één dag per week beschikbaar was voor Starterslift.
Vanaf januari 2010 gaat met de nieuwe projectmanager de vaart er weer helemaal in.
In 2009 heeft Starterslift in samenwerking met het Loket MKB en de bibliotheek zoveel mogelijk weten-
schappelijke kennis over ondernemerschap gebundeld in een informatieportal. De sterk groeiende interesse
in ondernemerschap in de regio en op de UvT is de directe aanleiding geweest om deze kennis te bundelen.
Daarbij past dit initiatief binnen het streven van de UvT om de banden met het bedrijfsleven verder te ver-
sterken. De portal is voor iedereen gratis toegankelijk via www.uvt.nl/informatieportalondernemerschap.
Op woensdag 27 mei 2009 vond de kick off Create the Future op de Triple O Campus in Breda plaats. Create
the Future gaf de aftrap voor de nieuwe toekomst van Starterslift. Gedreven en vol passie breidt Starterslift
haar activiteiten verder uit richting startende ondernemers in West- en Midden-Brabant. Naast technostar-
68 69
ters en kennisintensieve starters richt zij zich nu ook op starters in de creatieve industrie. Op deze manier wil
Starterslift een bijdrage leveren aan het versterken van de creatieve industrie in West- en Midden-Brabant.
Naast een nieuwe doelgroep is eveneens een nieuw logo en een nieuwe huisstijl voor Starterslift gepresen-
teerd.
Resultaten Starterslift2009 2008 2007 2006
Aantal ondersteunde starters 682 433 299 183
Ondersteund in de regio 296 101 252 165
Ondersteund binnen de UvT 129 44 24 18
Afgewezen 37 37 11 -
In scoutingfase op 31 december 7 2 4 1
In screeningfase op 31 december 7 4 5 8
In fase screeningcommissie op 31 december - - 3 1
Opgenomen in Starterslift 26 27 17 6
Afgerond: bedrijf gestart 7 7 3 1
Afgerond: bedrijf niet gestart 13 10 4 1
OndernemerscentrumIn 2009 zijn er veel verhuisbewegingen geweest in het Ondernemerscentrum (OC). Het secretariaat is
verhuisd naar een kleinere ruimte, waardoor er een extra flexruimte kon worden ingericht. Deze ruimte is
vooral bedoeld voor bedrijven die uitbreiden en behoefte hebben aan flexplekken voor tijdelijk personeel
dan wel voor bedrijven die gedurende de week slechts gedeeltelijk op de UvT aanwezig zijn. Tevens hebben
vijf bedrijven in de loop van 2009 externe huisvesting gevonden. Voor deze ex-UvT studenten was het tijd
om een nieuwe stap naar verdere professionalisering van hun bedrijf te maken. Uit de evaluaties met de
bedrijven die vertrokken zijn, kwam naar voren dat het gebruik kunnen maken van het netwerk van de UvT
en de positieve uitstraling van de UvT op de bedrijven als een grote toegevoegde waarde werden gezien in de
beginfase van het ondernemen. In de toekomst wil de UvT ook faciliteiten aanbieden voor ondernemers die
met hun bedrijf uit de beginfase komen. Op de nieuw te realiseren locatie kan de ondernemer stappen naar
verdere professionalisering maken, terwijl hij toch verbonden blijft aan de UvT en de regio.
Resultaten Ondernemerscentrum2009 2008 2007 2006
Aantal student-bedrijven per 31 december 7 11 10 3
Aantal pre-startende bedrijven per 31 december 3 2 7 2
Aantal student-ondernemers per 31 december 23 19 21 5
Aantal bedrijven op de flexplekken* 5 - - -* Medio 2009 heeft het ondernemerscentrum een flexruimte ingericht voor bedrijven die uitbreiden en behoefte hebben aan flexplekken voor tijdelijk personeel dan wel voor bedrijven die gedurende de week slechts gedeeltelijk op de UvT aanwezig zijn.
Evaluatie van het International OfficeHet International Office is als aparte afdeling op centraal niveau in mei 2006 van start gegaan. De activitei-
ten en uitvoering van de afdeling zijn in 2009 uitgebreid geëvalueerd. Uit de evaluatie is gebleken dat het
International Office goed functioneert en dat de afdeling structureel ingebed wordt in de organisatie. Uit de
evaluatie blijkt voorts dat goede resultaten zijn bereikt: de dienstverlening aan internationale studenten is
verder verbeterd en uitgebreid zoals een uitgebreide ‘Welcome week’, ondersteuning en vereenvoudiging
voor studenten bij immigratiezaken, meer en betere huisvesting, het openen van een bankrekening, na aan-
komst snelle toegang tot ict-voorzieningen en meer begeleiding en opvang door internationale studenten-
organisaties. Daarnaast zijn net als in 2005 alle processen voor internationale studenten in kaart gebracht
-vanaf het eerste contact van de potentiële student tot en met het afstuderen – en op basis daarvan is inzicht
verkregen waar resultaten zijn geboekt en waar in de dienstverlening verdere verbetering nodig is. Met facul-
teiten is verder gewerkt aan verbetering van de afstemming van het beleid en de ondersteuning voor inko-
mende en uitgaande exchange studenten (zie paragraaf studentenmobiliteit).
Samenwerking met institutionele preferred partnersDe UvT richtte zich voorheen op samenwerking met universiteiten in landen in ontwikkeling, die ten gevolge
van ingrijpende economische en sociale transformatieprocessen grote behoefte hebben aan de opleiding
van hoger kader en aan upgrading van hun hoger onderwijs. Voor het jaar 2009 waren de prioriteitslanden
China, Turkije, Zuid-Afrika en Indonesië. Samenwerking met universiteiten in deze landen is bestendigd
en daarnaast heeft de UvT in 2009 nieuwe regio’s en landen benoemd voor samenwerking met institutio-
nele preferred partners. Dit zijn geselecteerde universiteiten in opkomende landen, waarmee gerichte vor-
men van duurzame samenwerking worden ontwikkeld. De samenwerking is gericht op zowel onderwijs als
onderzoek en betreft meerdere faculteiten. Vanaf 2009 zijn de regio’s Centraal-Europa, Latijns-Amerika en
Oost-Europa geprioriteerd. Het doel is om in elk land instellingsbrede samenwerkingsovereenkomsten op
te zetten met een aantal hoog aangeschreven universiteiten. Vervolgens worden door faculteiten specifieke
overeenkomsten met deze instellingen gesloten.
In het voorjaar 2009 zijn de centraal Europese landen Polen, Tsjechië en Hongarije bezocht door een delega-
tie van faculteiten en international office onder leiding van de Rector Magnificus. Dit heeft geleid tot een aan-
tal overeenkomsten en verdieping van bestaande samenwerking met instellingen zoals Corvinus University
in Budapest (Hongarije) en de Warsaw School of Economics in Polen.
In het najaar van 2009 heeft eenzelfde delegatie instellingen in Brazilië en Chili bezocht. Dit heeft geleid
tot Memoranda of Understanding met Universidad Adolfo Ibañez in Santiago de Chile, Fundacion Getulio
Vargas in Rio de Janeiro en Saõ Paulo en met Insper in Saõ Paulo. Voor 2010 zijn bezoeken voorzien aan
Argentinië, Colombia, Mexico en een aantal landen in Oost-Europa.
RISEHet door de UvT geïnitieerde Europese netwerk RISE (Raising the Impact of the Social Sciences and Econo-
mics) heeft op 30 September 2009 in Brussel zijn Kick-off meeting Lisbon 2010-2020 and the Socio Economic
Sciences georganiseerd. In deze bijeenkomst presenteerden wetenschappers, afkomstig van de aangesloten
instellingen, hoe en in welke mate de socio-economische wetenschappen kunnen bijdragen aan de grote
maatschappelijke uitdagingen waar Europa voor staat. Daarbij werd de huidige stand van zaken gerelateerd
aan de lange termijn ontwikkelingen zoals die ook in de Lissabon agenda 2010-2020 beschreven staan.
Internationalisering
70 71
Tijdens de bijeenkomst werd de dialoog aangegaan met beleidsmakers van de Europese Commissie. Daar-
bij werden de volgende thema’s behandeld:
De economische crisis;
Arbeidsmarkt in relatie tot Flexicurity;
Het belang van data en infrastructuren voor de socio-economische wetenschappen;
De positie van Europa in de wereld;
Het meten van de impact van socio-economisch onderzoek.
Dual en joint (degree) programmesIn 2009 is een Erasmus Mundus dual degree programma op het gebied van Service Engineering toegekend
aan de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen. Dit is een samenwerkingsverband met de universi-
teiten van Stuttgart (Duitsland) en Kreta (Griekenland) voor een tweejarige masteropleiding. Van buiten
Europa participeren onder anderen Tsinghua University (China), UC Berkeley (VS) en de University of New
South Wales (Sydney, Australië).
Daarnaast zijn in 2009 de lopende dual degree programma’s van economie bestendigd. De eerste lichting
van de tweejarige ERASMUS MUNDUS master in International Master in Management of Information Tech-
nology (IMMIT) is in augustus 2009 succesvol afgestudeerd. Tevens is het ATLANTIS-programma voor de
bachelor Information Management het tweede jaar ingegaan, een samenwerkingsverband van de UvT met
Boston College (VS) en Universidad de Deusto, Bilbao (Spanje).
Het masterprogramma van FSW in European Urban Culture, een samenwerkingsverband van de UvT met
universiteiten in Brussel, Manchester en Tallinn is voorgedragen als joint degree programma bij de NVAO.
Vanaf 2010 zijn immers joint degree programma’s wettelijk mogelijk in Nederland. In 2009 heeft FSW de
overeenkomst getekend voor een nieuw Dual Degree programma op het terrein van ‘Leadership, Organisa-
tional Psychology and Organisation Studies’. De samenwerkingspartner is BI Norwegian School of Manage-
ment in Oslo, Noorwegen. Studenten kunnen per september 2010 in dit tweejarige programma instromen.
De Faculteit Rechtswetenschappen participeert al enkele jaren met de Katholieke Universiteit Leuven in het
eenjarige advanced masterprogramma European Tax College. De faculteit participeert daarnaast in de Euro-
pean Master in Transnational Trade Law & Finance waarvoor in 2009 voor het eerst studenten aan de UvT
studeerden. Partnerinstellingen zijn universiteiten in Bilbao, Frankfurt en Straatsburg.
Internationale studentenwerving Een projectgroep Internationale Marketingcommunicatie onder leiding van prof. dr. H. Benink heeft in 2009
het College van Bestuur geadviseerd krachtig te investeren in de werving van internationale studenten. Op
basis hiervan is door faculteiten geïnvesteerd in de uitbreiding en optimalisering van de internationale mar-
keting en werving van studenten in het buitenland. Verder zijn in 2009 al vernieuwingen doorgevoerd in de
website voor potentiële internationale studenten en is een project gestart voor een volledige herziening van
de (Engelstalige) website in 2011.
In 2009 is verder het internationale marketingbeleid aangescherpt met een aantal acties: meer inzet van
middelen op een beperkt aantal focuslanden zoals onder andere Duitsland, Bulgarije, Roemenië, Brazilië,
Chili en China. Voorts is voorgesteld meer te investeren in webmarketing en om het onderdeel ‘International
Marketing’ van het International Office over te hevelen naar de afdeling Communicatie en Marketing. Naar
verwachting gaat het nieuwe beleid in het vroege voorjaar van 2010 van start.
Internationale studentenmobiliteit en instroomInternationale studentenmobiliteit is een van de belangrijkste instrumenten om studenten voor te bereiden
op een uitstekende carrière na afronding van de opleiding. In 2009 is verbetering van de mobiliteit van stu-
denten opnieuw als een van de speerpunten van beleid neergezet. Uit onderzoek is gebleken dat het aantal
studenten dat een deel van de opleiding in het buitenland bij een partnerinstelling volgt sterk achterblijft
bij de verwachtingen. Op basis van dit onderzoek onder zittende studenten blijkt dat de knelpunten liggen
op het terrein van tijdige en juiste informatievoorziening, de hoogte van de kosten van een verblijf in het
buitenland, inpassing van de in het buitenland gevolgde vakken in het studieprogramma en aansluiting bij
de behoefte van de student. Als streefgetal is neergezet dat vanaf 2013 30% van de studenten een ervaring
in het buitenland heeft opgedaan waarvoor het studiepunten verkrijgt. Om deze toename van studenten
te kunnen onderbrengen zijn faculteiten in 2009 gestart met het verder uitbouwen en vernieuwen van de
samenwerkingspartners. Samen met het International Office is gestart meer activiteiten op te zetten om stu-
denten eerder en beter te informeren over de mogelijkheden voor studie in het buitenland. Daarnaast heeft
de UvT de tegemoetkoming voor studenten die gaan studeren aan de instelling buiten Europa verhoogd van
600 naar 1000 euro vanaf september 2010.
De UvT ontvangt jaarlijks nog steeds een toenemend aantal inkomende studenten. Deze groep zorgt niet
alleen voor de uitbouw van een internationale campus maar is ook een manier om uitwisselingsstudenten
te interesseren om in te stromen in een masteropleiding aan de UvT. Zowel van de inkomende studenten als
van de uitgaande studenten verblijven de meesten een semester bij de gastinstelling. Een beperkt deel van
de studenten verblijft een volledig academisch jaar in het buitenland.
De mogelijkheid om studiefinanciering mee te nemen naar het buitenland stelt ook meer bachelorstudenten
in de gelegenheid een deel van hun studie in het buitenland te volgen. De UvT staat positief tegenover deze
ontwikkeling. Uitgaande studenten zijn - net als buitenlandse studenten die terugkeren naar de Alma Mater
- goede ambassadeurs voor onze universiteit. Daarom worden UvT-studenten gestimuleerd en ondersteund
om een masteropleiding te volgen aan een gerenommeerde buitenlandse instelling. Studenten worden in
hun zoektocht ondersteund via workshops en bijgestaan om beurzen te verwerven via het Huygens Scholar-
ship Programme of het VSB-fonds. Een toenemend aantal studenten van de UvT verwerft een beurs via deze
beurzenfondsen.
Internationale beurzenIn 2008/2009 zijn vijftig beurzen uitgereikt uit het Tilburg University Scholarship Programme (TUSP),
bestaande uit een korting op het collegegeld tot instellingstarief en een bijdrage ten behoeve van het levens-
onderhoud van € 5.000 per jaar. De beurzen zijn toegekend aan excellente studenten uit verschillende lan-
den die instroomden in één van de master-programma’s van de UvT. Daarnaast hebben de faculteiten in
-
-
-
-
-
72 73
2008/2009 meerdere facultaire beurzen verstrekt aan getalenteerde studenten. Steeds meer inkomende
studenten ontvangen een beurs van externe beursverstrekkers zoals Huygens Scholarship programme,
Fundacion Beca en Colfuturo (Zuid-Amerika) en Stuned (Indonesië). Alle studenten die een beurs ontvan-
gen worden in september aan het begin van het collegejaar officieel door de rector magnificus tijdens een
lunchbijeenkomst welkom geheten.
International CampusHet project Towards an International Campus is in 2009 succesvol afgerond, een vervolgproject is in voor-
bereiding. Doel van het project is dat internationale studenten en medewerkers zich welkom en thuis voelen
op de UvT.
Het project is gestart in 2006 en sindsdien heeft ruim 50% van de medewerkers een English Language
Assessment afgelegd en op basis daarvan heeft een deel een cursus Engels gevolgd. Voor studenten is in
2009 ook een English Language Assessment ontwikkeld, deze kan door studenten afgenomen worden als
voorbereiding op instroom in een Engeltalige masteropleiding. Van de mogelijkheid om Nederlands te leren
hebben meer internationale studenten dan verwacht gebruik gemaakt. Het aantal studenten dat een cursus
Nederlands volgt reikt boven de honderd per jaar.
Enkele honderden studenten hebben jaarlijks een workshop Effectief communiceren in een interculturele
setting gevolgd. De workshop is voor uitgaande uitwisselingsstudenten inmiddels verplicht. De workshop
is verder aangeboden aan studenten van de bacheloropleiding Liberal Arts en aan groepen medewerkers die
voor het werk regelmatig in een interculturele setting functioneren. Het gaat niet alleen om docenten maar
ook om sportdocenten, surveillanten, personeelsmedewerkers en internationaliseringsmedewerkers.
Vanaf 2010 worden nieuwe initiatieven op het terrein van versterking van de international campus ingezet.
International Student BarometerSinds 2007 wordt onder de internationale studentenpopulatie twee keer per jaar een uitgebreid tevreden-
heidsonderzoek afgenomen. Dit instrument zorgt enerzijds voor meting van de kwaliteit van de universiteit
op onderwijs, leeromgeving en voorzieningen. Op basis van de uitkomst worden door faculteiten en dien-
sten maatregelingen ter verbetering ondernomen.
In 2009 bleek dat studenten vooral tevreden zijn over de ICT-voorzieningen, toegang tot internet, expertise
van docenten, studeerplekken, visumondersteuning en ontvangst en welkom bij aankomst. Op basis van de
uitkomsten werkt de UvT vooral aan verbetering van de kwaliteit en kosten van huisvesting voor internatio-
nale studenten, de mogelijkheden voor internationale studenten om in het kader van de studie werkervaring
op te doen, om stage te lopen en om bij te verdienen.
Tilburg University Summer School 2009
Meer dan honderd studenten uit vijftien verschillende landen hebben van 17 juli tot 14 augustus de Tilburg
University Summer School gevolgd. De academische zomercursussen die zijn aangeboden zijn: Dutch for
Exchange students, English for Academic Purposes, Nederlands voor Duitstaligen en Methoden en Technie-
ken van Onderzoek.
Naast de zomercursussen was voorzien in een sociaal programma om de studenten elkaar, de universi-
teit en de stad Tilburg en omstreken beter te leren kennen. Onder leiding van vrijwillige student-mentoren
namen de studenten deel aan de Tilburg City Quiz, die plaatsvond op de eerste zaterdag van de Tilburgse
Kermis en dus direct voor een feestelijk stadsonthaal zorgde. Met de speciale Summer School Sports Card
kon onbeperkt gesport worden in het sportcentrum van de universiteit en op de woensdagavonden werden
de Muzenconcerten bezocht in de tuin van de universiteit. Iedere vrijdagavond stond een Movie Night met
Nederlands- en Engelstalige films op het programma. Excursies op de woensdagmiddagen gingen naar
Brouwerij Koningshoeven, Museum de Pont, de Loonse en Drunense duinen en Den Bosch. Op zaterdagen
werden een citytrip naar Amsterdam, een roeiclinic met Vidar en een bezoekje naar de Efteling georgani-
seerd. Op 14 augustus werd de Tilburg University Summer School feestelijk afgesloten met een Farewell
Barbecue.
De cursussen zijn door studenten goed geëvalueerd. De groep bestond uit zittende (internationale) studen-
ten en voor een groot deel uit studenten die speciaal voor deze cursussen naar Tilburg zijn gekomen. Vanaf
zomer 2010 wordt het aanbod uitgebreid met vakken van alle faculteiten.
Internationale uitwisseling van studenten
Uitgaande studenten2006-2007 2007-2008 2008-2009 2009-2010
FEB 179 155 127 128
FRW 25 34 45 60
FSW 65 45 46 39
FGW 6 8 13 13
FKT - - 1 2
Stage (Erasmus) - - 1 2
Totaal 275 242 233 244
Inkomende studenten2006-2007 2007-2008 2008-2009 2009-2010
FEB 165 170 154 175
FRW 56 75 51 65
FSW 43 65 60 72
FGW 10 6 6 6
FKT - - - 2
Universiteits-breed 37 39 63 62
Totaal 311 355 334 382
74 75
Soorten beurzen
Uitgaande studenten Programma 2006/2007 2007/2008 2008/2009 2009/2010
Erasmus 136 118 121 130
Bilateraal facultair 72 62 53 66
Universiteitsbreed 46 44 49 36
ISEP 9 9 7 6
Erasmus-stage * 3 8 1 2
Venice IntUniversity 7 1 2 4
Totaal 275 242 233 244* tot 2008/2009 inclusief overige buitenlandverblijven; deze zijn vanaf 2008/2009 onder bilateraal facultair
opgenomen.
Inkomende studentenProgramma 2006/2007 2007/2008 2008/2009 2009/2010
Erasmus 184 213 207 246
Bilateraal facultair 71 96 62 72
Universiteitsbreed 34 34 52 48
ISEP 3 5 11 14
Free mover 11 7 2 2
Diversen 8 - -
Totaal 311 355 334 382
Algemeen
Stand van zaken per 31 december 2009: aantal medewerkers in personen en fte onderverdeeld naar geslacht.
2007 2008 2009
man vrouw totaal man vrouw totaal man vrouw totaal
Personen 980 926 1906 1086 1004 2090 1141 1093 2234
Fte’s 778,0 658,5 1436,5 856,2 722,9 1579,1 897,0 794,7 1691,7
De gemiddelde omvang van een dienstverband van een universiteitsmedewerker is 0,76. Dat betekent dat
de gemiddelde medewerker ongeveer 29 uur per week werkt. Vrouwen werken gemiddeld 27,6 uur. Mannen
werken gemiddeld iets meer (29,9 uur).
Ontwikkeling personeelsformatie in fte
De universiteit is in het afgelopen jaar in omvang gegroeid (+ 7,1%). FEB (+15%) en FSW (+14,4%) zijn in het
afgelopen jaar van alle faculteiten het hardst gegroeid.
Personeel
500,0
450,0
400,0
350,0
300,0
250,0
200,0
150,0
100,0
50,0
0,02003 2004 2005 2006 2007 2008 2009
Diensten
FEB
FRW
FSW
FCC
FWW
FKT
IBG
FGW
76 77
Aantal medewerkers per faculteit en de diensten
FEB is de faculteit die de meeste medewerkers in dienst heeft. Bij FEB werken 36% vrouwen. FSW is de facul-
teit waar naar verhouding de meeste vrouwen werkzaam zijn, namelijk 60%. Binnen de UvT is de verdeling
man/vrouw nagenoeg gelijk: 51% mannen en 49% vrouwen.
Ontwikkeling personeelsbestand in fte en personele lastenIn onderstaande tabel wordt het overzicht van het personeelsbudget en het aanwezige personeelsbestand in
fte weergegeven.
2006 2007 2008 2009
Personeelsbestand UvT(in fte’s) 1.362 1437 1579 1692
Wetenschappelijk personeel 794 (58%) 842 (59%) 931 (59%) 992 (59%)
Ondersteunend beheerspersoneel 568 (42%) 595 (41%) 648 (41%) 700 (41%)
Totaal personele lasten (in m�) 103 103 115 128
Onderverdeling naar functies en geslachtDe volgende tabellen geven een beeld van de aantallen WP en OBP medewerkers in fte per faculteit en dienst
onderverdeeld naar mannen en vrouwen. Tevens wordt in de volgende tabellen het wetenschappelijk perso-
neel nader uitgesplitst naar functiecategorieën.
WP, OBP en totaal in fte naar geslachtWP OBP Totaal % WP
M V totaal M V totaal M V totaal
FEB 246,5 80,1 326,6 27,2 89,8 117,0 273,7 169,9 443,6 74%
FRW 123,1 111,7 234,8 13,9 51,6 65,5 137,0 163,3 300,3 78%
FSW 115,9 147,8 263,7 20,4 41,6 62,0 136,3 189,4 325,7 81%
FGW 85,7 36,3 122,0 14,4 32,7 47,1 100,1 69,0 169,1 72%
FKT 28,4 5,3 33,7 3,0 3,2 6,2 31,4 8,5 39,9 84%
Diensten 5,1 5,9 11,0 213,4 188,7 402,1 218,5 194,6 413,1 3%
TOTAAL 604,7 387,1 991,8 292,3 407,6 699,9 897,0 794,7 1691,7 59%
In de laatste kolom is het percentage wetenschappelijk personeel opgenomen ten opzichte van het totaal
aantal medewerkers (in fte). Van de faculteiten heeft FKT het hoogste percentage wetenschappers. Zij
betrekken veel diensten van FGW, zo is met de totstandkoming van de FKT besloten. Daarom heeft FGW ook
procentueel iets minder wetenschappers: omdat zij ook de ondersteuning verrichten voor FKT. Bij FGW en
FKT samen is het aandeel wetenschappers 74%. Van de drie grote faculteiten heeft FSW het hoogste percen-
tage wetenschappers (81%) in dienst.
Wetenschappelijke functies hoogleraar, UHD en UD, in fte naar geslachtIn de onderstaande grafi ek wordt weergegeven hoe de ontwikkeling is van de functies hoogleraar, UHD en
UD in fte’s weergegeven. Ook is gekeken naar de onderverdeling man/vrouw in fte’s. Opvallend is vooral
de stijging van het aantal (mannelijke) hoogleraren in de afgelopen periode, van 110 fte in 2005 (het laagste
punt) naar 164 fte in 2009. De organisatie-opbouw bij mannen is een omgekeerde piramide, waarbij echter
wel sprake is van een sterkere toename van het aantal UD’s. Bij de vrouwen is dit juist omgekeerd: weinig
hoogleraren, iets meer UHD’s en nog meer UD’s. Bij de vrouwen is sprake van een licht stijgend aantal,
waarbij ook het aantal UD’s sterker toeneemt.
600
500
400
300
200
100
0
FEB
FRW
FSW
FGW
FKT
Dienste
n
vrouw
man
180
160
140
120
100
80
60
40
20
02003 2004 2005 2006 2007 2008 2009
Hoogleraar m
Hoogleraar v
UHD m
UHD v
UD m
UD v
78 79
Promovendus en overig wetenschappelijk personeel in fte naar geslachtIn de volgende grafi ek worden de ontwikkelingen in de functies promovendus en overig wp geschetst. Ove-
rig wetenschappelijk personeel zijn onder andere docenten en onderzoekers. Te zien is dat vooral het aantal
promovendi in het afgelopen jaar behoorlijk gestegen is. Niet alle faculteiten hebben echter te maken met
een verhoogde instroom van promovendi.
Tijdelijk personeelDe ontwikkeling van tijdelijk personeel in dienst van de universiteit, in verhouding tot het totale personeels-
bestand (onderverdeeld naar mannen en vrouwen) wordt weergegeven in de volgende tabellen. Vooral de
faculteiten hebben met hun promovendi en student-assistenten veel tijdelijk personeel in dienst.
Ontwikkeling tijdelijk personeel in % van het personeelsbestand naar geslacht (per 31 december 2009)
2007 2008 2009
man vrouw totaal man vrouw totaal man vrouw totaal
FEB 46,8 52,1 48,7 48,1 50,6 49,0 50,7 55,4 52,5
FRW 44,8 57,7 51,7 46,6 61,1 54,4 48,3 57,5 53,3
FSW 38,2 68,7 54,8 44,7 73,4 60,4 46,1 74,2 62,5
FGW 30,9 38,4 34,1 35,4 41,3 37,9 37,4 43,3 39,8
FKT 9,4 46,0 17,0 7,8 48,0 15,4 14,6 54,1 23,1
Diensten 14,9 15,0 15,0 16,8 17,7 17,2 17,6 17,2 17,4
TOTAAL 33,7 45,0 38,9 36,6 48,3 41,9 38,8 49,9 44,0
Het totaal aantal medewerkers in tijdelijke dienst is ten opzichte van de vorige jaren iets toegenomen. Door
een grotere omvang van door tweede en derde geldstroom gefi nancierd onderzoek is de behoefte aan tij-
delijke onderzoekers groter. Binnen het OBP krijgen nieuwe personeelsleden het eerste jaar een tijdelijk
dienstverband aangeboden. Bij goed functioneren wordt dit dienstverband omgezet in een dienstverband
voor onbepaalde tijd. Daarnaast wordt er binnen de diensten een aantal projecten uitgevoerd, die met name
worden uitgevoerd door personeelsleden met een tijdelijk dienstverband.
Ontwikkeling WP in tijdelijke dienst (m.u.v. promovendi en student-assistenten) in fte (per 31 december 2009)Als promovendi en student-assistenten buiten beschouwing worden gelaten, twee groepen die per defi nitie
een tijdelijk contract hebben, dan had op 31 december 2009 20,4 procent van het wetenschappelijk perso-
neel een tijdelijk contract. De functies van UD (tenure track), docent en onderzoeker zijn de grootste groe-
pen. Het aantal hoogleraren en UHD’s met een taak voor bepaalde tijd is beperkt.
2007 2008 2009
man vrouw totaal Man vrouw totaal Man vrouw totaal
FEB 48,3 23,0 71,3 48,1 24,4 72,5 59,3 29,2 88,5
FRW 28,3 31,2 59,5 33,8 42,3 76,1 38,9 31,3 70,2
FSW 17,9 32,5 50,3 27,4 38,2 65,2 31,9 50,4 82,3
FGW 8,8 3,5 12,3 7,5 4,5 12,0 11,2 5,2 16,4
FKT 1,2 1,9 3,1 1,5 1,0 2,5 3,5 0,6 4,1
Diensten 0,8 1,6 2,4 0,7 0,7 1,4 0,7 0,7 1,4
TOTAAL 105,2 93,6 198,8 118,9 111,1 229,9 145,3 117,4 262,8
Ontwikkeling promovendi in fte (per 31 december)Het aantal promovendi is ook het afgelopen jaar gestegen. De Faculteit Economie en Bedrijfswetenschap-
pen is een van de grote stijgers; zij streven er naar de jaarlijkse instroom van promovendi te verdubbelen
van 20 naar 40 per jaar. Bij de Faculteit Sociale Wetenschappen is ook een grote instroom te zien. Als reden
wordt genoemd dat er vooral veel 2e en 3e geldstroompromovendi binnen komen. De promovendi die op
basis van eerste geldstroom worden binnengehaald is al een aantal jaren hetzelfde.
2007 2008 2009
man vrouw totaal man vrouw totaal Man vrouw totaal
FEB 48,6 25,8 74,4 62,3 31,4 93,7 70,6 36,8 107,4
FRW 16,9 33,2 50,1 19,4 32,1 51,5 19,9 35,5 55,4
FSW 21,8 43,5 65,3 24,0 56,7 80,7 22,4 66,1 88,5
FGW 12,7 16,6 29,3 18,9 18,4 37,3 20,5 16,2 36,7
FKT 1,8 1,8 3,6 0,8 2,4 3,2 0,8 1,5 2,3
Diensten 0 0,3 0,3 0,0 0,3 0,3 0,0 0,3 0,3
TOTAAL 101,8 121,2 223,0 125,4 141,3 266,7 134,2 156,4 290,6
180
160
140
120
100
80
60
40
20
02003 2004 2005 2006 2007 2008 2009
promovendus m
promovendus v
Overig wp m
Overig wp v
80 81
Ontwikkeling student-assistenten in fte (per 31 december)Student-assistenten verrichten werkzaamheden ter ondersteuning van het wetenschappelijk onderwijs en
onderzoek.
In deze tabel staan dus niet de werkstudenten weergegeven. Dit zijn studenten die ondersteunende werk-
zaamheden verrichten ten aanzien van het bestuur en beheer van de universiteit, bijvoorbeeld ten behoeve
van voorlichting, of studenten die boeken terugplaatsen in de bibliotheek of werken op een IT helpdesk.
In deze tabel staan alleen de student-assistenten die een arbeidsovereenkomst hebben met de universiteit.
Omdat FEB de student-assistenten aanstelt via KCS, zijn hiervan geen cijfers opgenomen in deze tabel. Het
totaal aantal student-assistenten is ten opzichte van vorig jaar licht gestegen.
2007 2008 2009
man vrouw totaal man vrouw totaal Man vrouw totaal
FEB - - - - - - - 0,2 0,2
FRW 5,5 11,8 17,3 7,4 10,3 17,7 5,3 11,9 17,2
FSW 2,7 10,4 13,0 3,5 10,4 13,9 5,0 12,0 17,0
FGW 1,3 1,2 2,5 0,9 2,7 3,6 0,7 1,8 2,5
FKT 0,1 0,3 0,4 0,2 0,2 0,4 0,3 0,5 0,8
Diensten 0,0 0,3 0,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
TOTAAL 9,6 23,9 33,5 12,0 23,6 35,5 11,3 26,4 37,7
Ontwikkeling leeftijdopbouw In de ontwikkeling van de leeftijdsopbouw door de jaren heen is te zien dat de verdeling over de leeftijdsklas-
sen redelijk gelijk blijft.
Ontwikkeling leeftijdopbouw in procenten
Leeftijdsopbouw WP/OBP onderverdeeld naar geslacht in procenten
Het aandeel jonge vrouwen in de wetenschap blijft onverminderd hoog. Ruim 70% van de vrouwelijke
wetenschappers is jonger dan 40 jaar. Bij de ondersteunende functies is te zien dat iets meer dan 45% van
de mannen ouder is dan vijftig jaar. Bij de twee andere categorieën (WP mannen en OBP vrouwen) is een wat
gelijkmatiger spreiding over de verschillende leeftijdsklassen te zien.
Voltijd en deeltijd personeel
Voltijd en deeltijd personeel naar geslacht in personenVoltijd en deeltijd personeel naar geslacht in personen
Ruim een derde deel van de mannelijke medewerkers heeft een deeltijdaanstelling, en werkt dus minder dan
gemiddeld 38 werkuren per week. Bij de vrouwen heeft ongeveer twee derde deel van de medewerkers een
deeltijdaanstelling.
100%
90%
80%
70%
60%
50%
40%
30%
20%
10%
0%
2004 2005 2006 2007 2008 2009
60+>
50-59
40-49
30-39
<30
100%
80%
60%
40%
20%
0%
man
60+>
50-59
40-49
30-39
<30
vrouw
WP
man vrouw
OBP
800
700
600
500
400
300
200
100
0
voltijd
deeltijd
man vrouw
82 83
Salarisschalen
Salarisopbouw per functiecategorie en geslacht in personen (per 31 december)WP OBP totaal
man vrouw totaal man vrouw totaal man vrouw totaal
schaal 1 t/m 5 1 0 1 83 55 138 84 55 139
schaal 6 t/m 9 188 270 458 148 348 496 336 618 954
schaal 10 t/m 12 238 202 440 140 152 292 378 354 732
schaal 13 en 14 109 32 141 15 9 24 124 41 165
schaal 15 en 16 112 17 129 8 1 9 120 18 138
schaal 17 en hoger 97 7 104 2 0 2 99 7 106
TOTAAL 745 528 1273 396 565 961 1141 1093 2234
Ontwikkeling ziekteverzuim < 1 jaar (in percentages) 2005 2006 2007 2008 2009
Ziekteverzuimpercentage 3,5 3,2 2,9 2,5 2,5
Meldingsfrequentie 1,07 0,97 0,98 0,92 0,93
Gemiddelde verzuimduur (in dagen) 16 15 14 11 11
Het verzuimcijfer voor de gehele UvT is tussen 2005 en 2009 gedaald van 3,5% naar 2,5%. Verzuim heeft
constant de aandacht van het management, niet alleen door gerichte verzuimbegeleidingcursussen voor
leidinggevenden, maar ook door regelmatig overleg tussen leidinggevende, personeelsfunctionaris en
bedrijfsarts.
Instroom en uitstroomVoor de berekening van de in- en uitstroomcijfers worden vanaf 2008 gegevens uit de stuurkaart Personeel
gebruikt. De instroomcijfers van dit jaar worden tevens als percentage uitgedrukt ten aanzien van de totale
groep op 31 december 2009
Instroom in personen naar faculteiten en diensten2006 2007 2008 2009
FEB 62 110 118 (25%) 132 (25%)
FRW 137 151 185 (43%) 159 (37%)
FSW 115 148 153 (39%) 171 (38%)
FGW 118 60 73 (33%) 69 (30%)
FKT 71 11 6 (11%) 14 (25%)
Diensten 86 115 121 (23%) 131 (23%)
TOTAAL 564 593 660 (32%) 676 (30%)
Uitstroom in personen naar faculteiten en diensten2006 2007 2008 2009
FEB 73 61 81 (17%) 70 (13%)
FRW 114 138 149 (34%) 146 (34%)
FSW 86 109 115 (30%) 108 (24%)
FGW 108 76 57 (26%) 71 (31%)
FKT 4 16 7 (13%) 12 (21%)
Diensten 109 90 100 (19%) 93 (16%)
TOTAAL 491 483 506 (24%) 500 (22%)
KCS en uitzendbureausDoor de universiteit wordt gebruik gemaakt van KCS en van uitzendbureaus voor de inhuur van personeel.
De precieze omvang daarvan in fte’s is moeilijk te bepalen, omdat deze niet in het personele informatiesys-
teem worden bijgehouden. Wel is de omvang in geld uit te drukken, en te relateren aan de totale personele
lasten. In de volgende tabel worden deze cijfers gepresenteerd over de afgelopen vijf jaar.
Inhuur van derden in K€, en als % van de totale personele lasten
KCS Uitzendbureaus
2005 1.244 (1,3%) 1.249 (1,3%)
2006 1.230 (1,2%) 1.080 (1,0%)
2007 2.012 (1,9%) 992 (1,0%)
2008 1.972 (1,7%) 1.513 (1,3%)
2009 2.574 (2,0%) 1.642 (1,3%)
Inhuur via KCS in fte en personen (tussen haakjes) per faculteit en diensten onderverdeeld naar func-tiecategorie
WP (excl AIO’s)
OBP Student assistenten
AIO’s TOTAAL
FEB 1,6 (8) 7,1 (63) 15,1 (205) 0 (0) 23,8 (276)
FRW 0,6 (2) 3,8 (34) 2,1 (9) 0 (0) 6,5 (45)
FSW 0,6 (6) 2,7 (27) 0,2 (8) 0 (0) 3,5 (41)
FGW 1,1 (7) 1,4 (7) 0,2 (2) 0 (0) 2,7 (16)
FKT 0,7 (2) 0,4 (3) 0(0) 0 (0) 1,1 (5)
Diensten 0,2 (2) 21,6 (21) 0(0) 0 (0) 21,8 (64)
TOTAAL 4,8 (27) 37,0 (196) 17,6 (224) 0 (0) 59,4 (447)
Van de student-assistenten hebben er 205 een aanstelling bij FEB. De grootte en lengte van de aanstelling
varieert: van 0,05 fte tot fulltime, en van twee weken tot meer dan een jaar. Onder het OBP zijn in 2009 102
surveillanten opgenomen die samen 12,9 fte vertegenwoordigen.
84 85
Kengetallen 1)
Jaren 2006 2007 2008 2009
Studenten
eerstejaars (WO/I) 4) 2825 2771 3083 3522
ingeschrevenen initiële opleidingen 11399 11326 11900 12678
ingeschrevenen postdoctorale opleidingen 2)
295 275 270 236
ingeschrevenen TiasNimbas Business School
2186 2352 2112 2408
Onderwijs
doctoraal diploma’s 4) 1.693 250 145 7
postdoctoraal diploma’s 68 58 72 57
bachelor diploma’s 4) 1.195 1.733 1.474 1.373
master diploma’s 4) 674 1.713 1.704 1.868
Onderzoek
promoties 92 83 85 85
wetenschappelijke publicaties 1.719 1.798 1.940 1.851
Exploitatie
rijksbijdragen (in m€) 83 92 117 108
college- en examengelden (in m€) 17 17 17 19
overige baten (in m€) 50 61 68 70
exploitatie resultaat (in m€) 9,5 19,3 21,1 3,8
Vermogen
eigen vermogen (in m€) 98 117 138 142
vreemd vermogen (in m€) 96 108 114 121
Liquiditeit
liquide middelen (in m€) 63 86 111 104
netto werkkapitaal (in m€) 29 44 66 64
current ratio 1,5 1,7 1,9 1,8
current ratio alle universiteiten 0,9 0,9 0,9 pm
solvabiliteit 0,5 0,5 0,6 0,5
solvabiliteit alle universiteiten 0,6 0,6 0,6 pm
Personeel
personeelsbestand UvT 3) 1.362 1.438 1.579 1.746
personeelsbestand verbonden partijen 138 151 167 168
- wetenschappelijk personeel 794 843 931 993
- ondersteunend beheerspersoneel 706 746 815 921
totale personeelslasten (in m€) 103 119 130 1431) De cijfers inclusief de gegevens van de deelnemingen en verbonden partijen. 2) Exclusief TiasNimbas Business School.3) Fte’s op basis van Wopi-cijfers (peildatum 31/12).4) De definitie van wetenschappelijke publikatie is aangepast waardoor voor 2005 t/m 2007 de aantallen
zijn gewijzigd.
Algemene toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
InleidingDeze geconsolideerde jaarrekening betreft de financiële verslaglegging 2009 van de Universiteit van Tilburg.
Daarin zijn opgenomen de deelnemingen TiasNimbas Business School en UvT Holding (waaronder KCS
B.V.), en de gelieerde instituten Stichting IVA, Vermogensstichting IVA, Stichting IVO en Universiteitsfonds
Tilburg.
Hierna volgt een korte analyse op hoofdlijnen, waarin zowel exploitatie als financiële kengetallen aan bod
komen.
Financiële exploitatie 2009Het uiteindelijke exploitatieresultaat 2009 ligt boven de begroting maar is wel aanzienlijk lager dan in de
jaarrekening 2008. Bij de vergelijking van de baten en de lasten tussen begroting en jaarrekening moet
rekening worden gehouden met de verwerking van de post inkomensoverdrachten voor een bedrag van
ruim m€ 6. Dit is in de jaarrekening (conform de nieuwe Richtlijn RJ660) in mindering gebracht op de post
rijksbijdragen OCW. Deze post is in de begroting (conform oude richtlijn) verantwoord onder de lasten,
waardoor de lasten in 2009 nagenoeg uit zouden komen op het niveau op de begroting.
Met een exploitatieresultaat van m€ 3,8 op een exploitatielast van m€ 190 is de verhouding tussen de baten
en de lasten in 2009 redelijk in evenwicht gebracht.
Jaarrekening
86 87
De geconsolideerde exploitatie ziet er verkort als volgt uit:
Geconsolideerde exploitatierekening
2009 Begroting 2009
Baten
Rijksbijdragen OCW 101.530.822 103.791.000
Collegegelden 18.887.015 16.800.000
Baten werk i.o.v. derden 55.728.720 53.629.000
Overige baten 13.999.019 15.491.000
Totaal baten 190.145.576 189.711.000
Lasten
Personele lasten 143.161.172 139.855.000
Afschrijvingen 7.695.879 8.636.632
Huisvestingslasten 9.454.856 10.364.170
Overige lasten 30.047.980 36.467.198
Totaal lasten 190.359.887 195.323.000
Saldo baten en lasten -214.311 -5.612.000
Saldo financiële baten en lasten 4.162.083 2.014.000
Belastingresultaat uit gewone bedrijfsvoering 97.339 -
Aandeel derden -50.567 -
Exploitatieresultaat 3.799.866 -3.598.000
Baten en lasten
Rekening houdend met de saldering in de jaarrekening van de inkomensoverdrachten van ruim m€ 6 met
de rijksbijdragen OCW is de rijksbijdrage iets hoger dan begroot. Het verschil wordt met name veroorzaakt
door nominale loon- en prijsbijstellingen.
De baten in opdracht van derden zijn zowel in vergelijking met de begroting, alsook ten opzichte van 2008
iets gestegen. De toename wordt vooral veroorzaakt door contractonderwijs. TiasNimbas Business School
BV, Stichting IVA en UvT Holding BV hebben in 2009 winst gemaakt. De omzet van TiasNimbas Business
School BV en Stichting IVA is gestegen.
De personele lasten zijn iets hoger uitgevallen dan begroot als gevolg van de toepassing van de CAO afspra-
ken in 2009. De post afschrijvingen is iets lager uitgevallen als gevolg van vertraging van enkele huisves-
tingsprojecten. De huisvestingslasten zijn nagenoeg op het niveau van de begroting uitgekomen. Hetzelfde
geldt voor de overige lasten als rekening wordt gehouden met de saldering van de inkomensoverdrachten.
Het saldo financiële baten en lasten is hoger uitgevallen dan begroot. In de paragraaf Treasurybeleid is een
toelichting op de onderscheiden posten opgenomen.
Ontwikkeling financiële kengetallen
Het exploitatieresultaat als percentage van het eigen vermogen per ultimo voorgaand jaar komt voor 2009
uit op 2,7%. Dit is aanzienlijk lager dan in 2008 toen dit percentage op 17,9 uitkwam. Het positieve exploita-
tieresultaat is toegevoegd aan het eigen vermogen.
In de volgende tabel zijn enkele financiële kengetallen opgenomen:
Financiële kengetallen 2006 2007 2008 2009
liquide middelen (in m€) 63 86 111 104
netto werkkapitaal (in m€) 29 44 66 64
current ratio 1,5 1,7 1,9 1,8
current ratio alle universiteiten 0,9 0,9 0,9 pm
solvabiliteit 0,5 0,5 0,6 0,5
solvabiliteit alle universiteiten 0,6 0,6 0,6 pm
Door de afname van de liquide middelen is de current ratio iets gedaald (1,8). Daarmee is de UvT zeer
liquide. De solvabiliteit is in 2009 teruggekomen op het niveau van voor 2008 (0,5). Een universiteit met een
solvabiliteit tussen 0,5 en 0,6 wordt door OCW financieel gezond beschouwd.
Voor 2010 verwacht de UvT een financieel verlies van ruim m€ 7. Daarbij is uitgegaan van een lagere rijksbij-
drage en hogere baten werk in opdracht van derden in combinatie met hogere lasten. Deze ontwikkeling als-
mede de plannen voor enkele grote huisvestingsprojecten (nieuwbouw en renovatie) zullen in de toekomst
een neerwaarts effect hebben op de financiële kengetallen.
TreasurybeleidGrondslag voor het beleid zijn de (meer) jaren begroting en het Taken Middelen Plan van de Universiteit. Dit,
naast historische informatie, vormt de basis voor de liquiditeits- en kasstroomprognoses voor de komende
vier jaar. Daarnaast wordt volledig aangesloten bij de Regeling Beleggen en Belenen door instellingen voor
onderwijs en onderzoek.
Op grond van deze uitgangspunten worden de volgende beleggingen gerealiseerd.
Een beleggingsportefeuille die ultimo 2009 (nog) bestaat uit aandelenfondsen en obligaties. De aande-
lenfondsen die in het verleden werden aangeschaft, zijn in januari 2010 verkocht. Bij de obligaties wordt
gekozen voor aanschaffingen die voldoen aan de rendementsdoelstelling en aan de Regeling Beleggen en
Belenen.
Het overgrote deel van de te beleggen tijdelijk overtollige liquiditeiten wordt op deposito geplaatst voor de
duur van 3 maanden tot maximaal 2 jaar.
Door de kredietcrisis is, bijvoorbeeld het een-maands euribor in 2009 teruggelopen van 1,76% (januari)
naar 0,46% (december). Parallel hieraan heeft de depositorente zich ontwikkeld, Dit betekende dat nieuw te
plaatsen deposito’s in 2009 tegen aanzienlijk lagere tarieven konden worden geplaatst. Door het plaatsen
van lange deposito’s in 2008 kon echter optimaal geprofiteerd worden van een toen geldende hoge deposi-
88 89
torente die ook nog doorwerkt in de resultaten van 2009 en voor een deel ook nog in de resultaten van 2010.
Om de neergang van de depositorente deels op te vangen is de obligatieportefeuille uitgebreid met aanko-
pen die voor de korte- tot middellange termijn een effectief rendement genereren dat ruimschoots boven de
huidige- en op korte termijn te verwachten depositorente zit.
In verband met jaarrekening- en waarderingsvoorschriften moeten de koersen per ultimo voor de balans
tegen de werkelijke waarde worden gewaardeerd. Dit betekent een introductie van een herwaarderingsre-
serve effecten. Dit heeft weer tot gevolg dat de effecten voor de exploitatierekening in verband met (onge-
realiseerde) koersresultaten en dus beleggingsopbrengsten op andere momenten in de tijd zullen worden
gerealiseerd.
Voor 2009 heeft zich voor de aandelenfondsen een aanzienlijk koersherstel voorgedaan en is verwerkt in de
exploitatierekening. Gezien de verkoop van deze fondsen in januari 2010 zijn deze niet meer in de herwaar-
deringsreserve opgenomen. Deze herwaarderingsreserve zal in het vervolg alleen bestaan uit koersfluctua-
ties van obligaties.
Het herstel na de kredietcrisis gaat traag. De verwachting is dan ook voor 2010 en 2011 een lagere beleg-
gingsopbrengst dan in 2009.
Helderheidsaspecten
Deelname eigen personeel aan opleidingen:
In totaal hebben in 2009 164 medewerkers ingeschreven gestaan voor het volgen van onderwijs aan de
eigen instelling. Betrokkenen hebben zelf hun collegegeldverplichting voldaan.
Aanwenden Rijksbijdrage voor private activiteiten:
De UvT heeft in 2009 geen Rijksbijdrage aangewend voor de uitvoering van private activiteiten.
Uitbesteding (delen van) Croho-geregistreerde opleidingen:
De UvT besteedde in 2009 geen (delen van) geregistreerde opleidingen uit aan private organisaties en
andere instellingen.
Maatwerktrajecten voor bedrijven of organisaties:
De UvT organiseerde in 2009 één maatwerktraject voor KPMG Meijburg & Co, Baker & McKenzie, Loyens &
Loeff, Ministerie van Financiën / Belastingdienst, PriceWaterhouseCoopers en Ernst & Young ten behoeve
van 45 studenten.
Waarderingsgrondslagen voor activa en passiva
AlgemeenDe geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9
Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, die uitgegeven is door de
Raad voor de Jaarverslaggeving. Deze bepalingen zijn van toepassing op grond van de Regeling Jaarverslag-
geving Onderwijs. De jaarrekening is opgesteld in euro’s.
Activa en passiva (met uitzondering van het groepsvermogen) worden in het algemeen gewaardeerd tegen
de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is
vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de staat van baten en lasten en het
kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting.
Grondslagen voor de consolidatieVerbonden partijen waarbij sprake is van een meerderheidsbelang dan wel van beslissende zeggenschap,
zijn geconsolideerd in de geconsolideerde jaarrekening. Indien sprake is van een meerderheidsbelang van
minder dan 100% dan is separaat een aandeel derden opgenomen.
In de consolidatie zijn de volgende partijen betrokken:
Universiteit van Tilburg (UvT)
UvT Holding B.V.
o KUB Career Services B.V.
TiasNimbas Business School B.V.
o TIAS Business School Eindhoven B.V.
o Nimbas Business School
Stichting Instituut voor sociaal-wetenschappelijk onderzoek (IVA)
o Stichting Stimuleringsinstituut voor sociaal-wetenschappelijk onderzoek
Stichting Instituut voor ontwikkelingsvraagstukken (IVO)
Universiteitsfonds Tilburg
Vanaf 2009 maakt het Universiteitsfonds Tilburg onderdeel uit van de consolidatiekring.
KasstroomoverzichtHet kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode.
Immateriële vaste activaGoodwill
De goodwill is gewaardeerd tegen historische kostprijs verminderd met afschrijvingen. De goodwill wordt
lineair afgeschreven over een periode van 10 jaar en 20 jaar.
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
90 91
Materiële vaste activaGebouwen en terreinen
De terreinen zijn gewaardeerd tegen de aanschafwaarde en worden niet afgeschreven. De gebouwen inclu-
sief vaste installaties, alsmede de inrichting van terreinen zijn gewaardeerd tegen de aanschafwaarde ver-
minderd met afschrijvingen. De afschrijvingen zijn lineair en gebaseerd op de aanschafwaarde en verwachte
bedrijfseconomische levensduur. De bouwrente als gevolg van investeringen wordt geactiveerd, voorzover
sprake is van financiering met vreemd vermogen.
Apparatuur en inventarisgoederen
Apparatuur en inventaris zijn geactiveerd voor zover de aanschafwaarde per activum groter is dan € 11.500.
Geactiveerde apparatuur en inventaris zijn gewaardeerd tegen de aanschafwaarde verminderd met afschrij-
vingen. De afschrijvingen zijn lineair en gebaseerd op de aanschafwaarde en verwachte bedrijfseconomi-
sche levensduur.
Technische vervangingen
Technische vervangingen worden niet geactiveerd, maar in de exploitatie verantwoord.
Financiële vaste activaDeelnemingen
Deelnemingen zijn gewaardeerd tegen de netto vermogenswaarde.
Effecten
Effecten worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Vervolgens worden de onder finan-
ciële vaste activa opgenomen effecten gewaardeerd tegen reële waarde. Waardevermeerderingen van deze
effecten worden rechtstreeks verwerkt in de herwaarderingsreserve. Op het moment dat de desbetreffende
effecten niet langer in de balans worden verwerkt, wordt de cumulatieve waardevermeerdering in het eigen
vermogen verwerkt in de winst- en verliesrekening. Indien van een individueel effect de reële waarde onder
de (geamortiseerde) kostprijs komt, wordt de waardevermindering verwerkt ten laste van de winst-en-ver-
liesrekening. Voor rentedragende financiële activa vindt verwerking van de rentebaten plaats tegen de effec-
tieve-rentemethode.
VoorradenDe voorraden zijn gewaardeerd tegen historische kostprijs.
Onderhanden projecten in opdracht van derden worden gewaardeerd tegen de gerealiseerde project-
opbrengsten (bestaande uit de gerealiseerde projectkosten. Zie hiervoor de grondslag in paragraaf 3.2).
Indien van toepassing, worden de verwerkte verliezen en reeds gedeclareerde termijnen hierop in mindering
gebracht. Onderhanden projecten waarvan de gefactureerde termijnen hoger zijn dan de gerealiseerde pro-
jectopbrengsten worden gepresenteerd onder de kortlopende schulden.
VorderingenDe vorderingen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Indien nodig wordt een voorziening voor onin-
baarheid getroffen.
Eigen vermogenHet eigen vermogen bestaat uit algemene reserves en bestemmingsreserves en/of -fondsen. Hierin is
tevens een segmentatie opgenomen naar publieke en private middelen.
De bestemmingsreserves zijn reserves met een beperktere bestedingsmogelijkheid, welke door het bestuur
is aangebracht,
Algemene reserve gebouwen
Deze reserve is ontstaan uit het saldo eigen vermogen in materiële vaste activa in het kader van de Integrale
Verantwoordelijkheid Huisvesting (IVH)-operatie per 1 januari 1995. De reserve muteert als gevolg van des-
investeringen.
Algemene reserves
Dit zijn de vrij besteedbare middelen op balansdatum van de exploitatiesaldi tot en met het verslagjaar.
Bestemde reserves
Dit zijn de reeds bestemde middelen op balansdatum van de exploitatiesaldi tot en met het verslagjaar.
Herwaarderingsreserve
Indien herwaarderingen in de herwaarderingsreserve zijn verwerkt, worden de gerealiseerde herwaarderin-
gen ten gunste van de winst-en-verliesrekening gebracht.
VoorzieningenWachtgelden
De wachtgeldvoorziening is gebaseerd op de per balansdatum afgegeven beschikkingen in het kader van
wachtgeld en (bovenwettelijke) WW-uitkeringen. De voorziening is bepaald op 75% van de berekende maxi-
male verplichtingen. Uitzondering hierop vormen de beschikkingen van vóór 1991, die voor 100% zijn voor-
zien. Betaalde uitkeringen worden aan de voorziening onttrokken.
Jubilea
Deze voorziening is gevormd in verband met de verplichtingen die samenhangen met toekomstige 25-jarige
en 40-jarige jubileumuitkering van het personeel.
Spaarverlof
De voorziening spaarverlof is gevormd in verband met verplichtingen die samenhangen met het meerjarig
sparen van verlofdagen.
92 93
WIA/WGA Eigen Risico
De UvT is sinds 1 juli 2004 eigenrisicodrager voor de WIA/WGA. De voorziening is gebaseerd op de ver-
plichtingen in verband met toegekende WIA/WGA-uitkeringen na (gedeeltelijk) ontslag wegens arbeidson-
geschiktheid.
Grondslagen voor de bepaling van het explodatiesaldo
AlgemeenDe baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden
slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn verwezenlijkt. Verliezen en risico’s die hun oorsprong
vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen, indien zij voor het vaststellen van de
jaarrekening bekend zijn geworden.
BatenRijks- en overige bijdragen
Dit betreft de rijksbijdrage die volgens de modelmatige verdeling door de minister is toegewezen, alsmede
de toegekende doelsubsidies.
College- en examengelden
Dit betreft de ontvangen college- en examengelden voor zover deze aan het verslagjaar kunnen worden toe-
gerekend.
Opbrengst werk voor derden
Dit betreft opbrengsten uit contractonderwijs en contractonderzoek met betrekking tot afgesloten projecten
en opbrengsten van lopende projecten tot een bedrag van de gemaakte projectkosten. Eventuele positieve
resultaten worden gerealiseerd bij afsluiting van het project.
Indien het waarschijnlijk is dat de totale projectkosten de totale project opbrengsten overschrijden, dan wor-
den de verwachte verliezen onmiddellijk in de exploitatie verwerkt.
Overige opbrengsten
Dit betreft de opbrengsten uit alle andere activiteiten voor zover deze aan het verslagjaar kunnen worden
toegerekend.
Rentebaten
De rentebaten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop ze betrekking hebben.
LastenPersonele lasten
Hier zijn de lasten opgenomen in verband met de beloning voor verrichte arbeid, inclusief sociale lasten en
pensioenpremies, alsmede overige personeelskosten voor zover deze betrekking hebben op het verslagjaar.
De Universiteit van Tilburg heeft een pensioenregeling bij Stichting Bedrijfspensioenfonds ABP die wordt
gekwalificeerd als een toegezegd-pensioenregeling. Onder een toegezegd-pensioenregeling wordt verstaan
een regeling waarbij aan de werknemers een pensioen wordt toegezegd, waar de hoogte afhankelijk is van
leeftijd, salaris en dienstjaren.
94 95
De Universiteit van Tilburg heeft de toegezegd-pensioenregeling bij het bedrijfspensioenfonds, op basis
van RJ 271.310, verwerkt als zou sprake zijn van een toegezegde bijdrageregeling. De verschuldigde premie
over het lopende boekjaar wordt als last verantwoord in de winst- en-verliesrekening. Voor zover de verschul-
digde premie nog niet is voldaan, wordt deze als verplichting op de balans opgenomen.
Tezamen met andere rechtspersonen past Universiteit van Tilburg dezelfde bedrijfstakpensioenregeling toe.
Universiteit van Tilburg heeft in geval van een tekort bij het bedrijfstakpensioenfonds geen verplichting tot
het doen van aanvullende bijdragen, anders dan hogere toekomstige premies.
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa
Immateriële vaste activa en materiële vaste activa worden met ingang van het jaar van ingebruikneming
afgeschreven over de verwachte toekomstige gebruiksduur van het actief. Over terreinen wordt niet afge-
schreven.
Indien een schattingswijziging plaatsvindt van de economische levensduur, dan worden de toekomstige
afschrijvingen aangepast.
Overige lasten
Dit zijn alle overige lasten voor zover deze betrekking hebben op het verslagjaar.
Rentebaten en rentelasten
Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet
van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de
verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen.
Geconsolideerde balans per 31-12-2009 (na resultaatbestemming)
Activa 31-12-2009 31-12-2008
Vaste activa
Immateriële vaste activa 5.974.977 6.352.344
Materiële vaste activa 110.696.466 104.975.930
Financiële vaste activa 16.748.964 9.622.288
Totaal vaste activa 133.420.407 120.950.562
Vlottende activa
Voorraden 180.742 152.515
Vorderingen 25.340.914 19.523.513
Liquide middelen 104.424.574 111.062.832
Totaal vlottende activa 129.946.230 130.738.860
Totaal activa 263.366.637 251.689.422
Passiva 31-12-2009 31-12-2008
Groepsvermogen
Eigen vermogen 142.461.404 138.266.066
Aandeel derden 791.651 741.084
143.253.055 139.007.150
Voorzieningen 6.636.371 6.146.198
Langlopende schulden 31.124.919 32.494.085
Kortlopende schulden 82.352.292 74.041.989
120.113.582 112.682.272
Totaal passiva 263.366.637 251.689.422
96 97
B3 Geconsolideerde exploitatierekening 20092009 Begroting
20092008 Begroting
2010
BatenRijksbijdragen OCW 101.530.822 103.791.000 109.838.384 104.592.000
Collegegelden 18.887.015 16.800.000 17.476.971 20.000.000
Baten werk i.o.v. derden
55.728.720 53.629.000 54.606.500 59.738.000
Overige baten 13.999.019 15.491.000 13.453.608 16.329.000
Totaal baten 190.145.576 189.711.000 195.375.463 200.659.000
Lasten
Personele lasten 143.161.172 139.855.000 129.858.254 150.743.000
Afschrijvingen 7.695.879 8.636.632 9.355.477 12.123.000
Huisvestingslasten 9.454.856 10.364.170 7.697.083 8.773.000
Overige lasten 30.047.980 36.467.198 29.132.565 37.101.000
Totaal lasten 190.359.887 195.323.000 176.043.379 208.740.000
Saldo baten en lasten -214.311 -5.612.000 19.332.084 -8.081.000
Financiële baten en lasten
4.162.083 2.014.000 1.902.482 689.000
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering vóór belastingen
3.947.772
-3.598.000
21.234.566
-7.392.000
Belasting resultaat uit gewone bedrijfsvoering
97.339
-
78.494
-
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering na belastingen
3.850.433 -3.598.000 21.156.072 -7.392.000
Aandeel derden -50.567 - -10.826 -
Exploitatieresultaat 3.799.866 -3.598.000 21.145.246 -7.392.000
Geconsolideerd kasstroomoverzicht 20092009 2008
Kasstroom uit operationele activiteiten
Saldo baten en lasten -214.311 19.332.084
Belastingen -97.339 -78.494
Aanpassingen voor:
Afschrijvingen 7.695.879 9.355.477
Mutaties voorzieningen 490.173 -207.299
8.186.052 9.148.178
Veranderingen in vlottende middelen:
Voorraden -28.227 32.487
Vorderingen -5.817.401 -1.186.917
Schulden 8.310.303 7.508.460
2.464.675 6.354.030
Kasstroom uit bedrijfsoperaties 10.339.077 34.755.798
Ontvangen interest 5.565.042 3.357.815
Betaalde interest -1.402.959 -1.455.333
Buitengewoon resultaat - -
4.162.083 1.902.482
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 14.501.160 36.658.280
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Investeringen in materiële vaste activa -13.039.048 -7.202.741
Desinvesteringen in materiële vaste activa - 121.940
Investeringen in deelnemingen - -
Mutaties leningen 7.000 6.000
Overige investeringen in financiële vaste activa -7.133.676 -2.792.367
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten -20.165.724 -9.867.168
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
Nieuw opgenomen leningen - -
Aflossing langlopende schulden -1.369.167 -1.369.166
Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten -1.369.167 -1.369.166
Kasstroom uit overige balansmutaties 395.472 -
Mutatie liquide middelen
-6.638.259
25.421.946
98 99
Toelichting op de onderscheiden posten van de balansActiva
Immateriële vaste activa
Omschrijving Aanschaf prijs t/m
2008
Afschrij- vingen
t/m 2008
Boek-waarde
31-12-2008
Inves-teringen
2009
Desinves-teringen
2009
Afschrij-vingen
2009
Aanschaf prijs t/m
2009
Afschrij-vingen
t/m 2009
Boek-waarde
31-12-2009
Goodwill 7.322.421 970.077 6.352.344 - - 377.367 7.322.42 1.347.444 5.974.977
Totaal 7.322.421 970.077 6.352.344 - - 377.367 7.322.421 1.347.444 5.974.977
Materiële vaste activa
Aanschaf prijs t/m
Afschrij-vingen t/m
Boekwaarde Inves-teringen
Desinves-teringen-
Afschrij-vingen
Aanschaf prijs t/m
Afschrij-vingen t/m
Boekwaarde
Omschrijving 2008 2008 31-12-2008 2009 2009 2009 2009 2009 31-12-2009
Gebouwen en terreinen
Gebouwen 145.426.134 61.758.919 83.667.215 802.412 - 3.868.486 146.228.546 65.627.405 80.601.141
Terreinen (incl. inrich-ting)
10.557.858 1.425.093 9.132.765 - - 108.192 10.557.858 1.533.285 9.024.573
Terrein TFT 882.408 - 882.408 - - - 882.408 - 882.408
Gebouwen in uitvoering
1.485.582 - 1.485.582 7.191.536 - - 8.677.118 - 8.677.118
158.351.982 63.184.012 95.167.970 7.993.948 - 3.976.678 166.345.930 67.160.690 99.185.240
Inventaris en apparatuur
Inventaris en apparatuur
28.217.832 18.409.872 9.807.960 5.045.100 - 3.341.834 33.262.932 21.751.706 11.511.226
Afboekingen1 -873.109 -873.109 - - - -873.109 -873.109 -
27.344.723 17.536.763 9.807.960 5.045.100 - 3.341.834 32.389.823 20.878.597 11.511.226
Totaal materiële vaste activa
185.696.705 80.720.775 104.975.930 13.039.048 - 7.318.512 198.735.753 88.039.287 110.696.466
1 zijnde desinvesteringen in 2008 op reeds volledig afgeschreven activa
In 2008 is het Prisma building versneld afgeschreven. Deze vervroegde afschrijving bedraagt € 2.193.799 .
De afschrijvingen worden vanaf het jaar van ingebruikname van het actief berekend over de aanschafwaarde
en zijn gebaseerd op de volgende percentages:
goodwill 5% - 10%
terreinen 0%
inrichting van terreinen 3,3%
gebouwen 3,3%
apparatuur en inventaris 10% - 25 %
Toelichting op de onderscheiden posten van de geconsolideerde balansFinanciële vaste activa
Overige leningen u/g
Naam Plaats Boekwaarde Verstrekkingen Aflossingen Boekwaarde
31-12-2008 2009 2009 31-12-2009
d’Artagnan Tilburg 34.000 - 7.000 27.000
Subtotaal leningen 34.000 - 7.000 27.000
De renteloze lening aan d’Artagnan heeft een oorspronkelijke looptijd van 5 jaar.
De resterende looptijd is 3 jaar.
Effecten
Boekwaarde Investeringen Desinvestering Boekwaarde
Omschrijving 31-12-2008 in 2009 in 2009 31-12-2009
Obligaties 8.797.050 13.389.932 6.508.800 15.678.182
Aandelen 791.238 252.544 - 1.043.782
Totaal effecten 9.588.288 13.642.476 6.508.800 16.721.964
De actuele waarde van de effecten per 31-12-2009 is € 16.721.964.
Totaal financiële vaste activa 9.622.288 16.748.964
100 101
Vlottende activa
31-12-2009 31-12-2008
Voorraden
Gebruiksgoederen 180.742 152.515
Totaal voorraden 180.742 152.515
Vorderingen
Debiteuren 14.314.201 10.895.604
Overige vorderingen:
Kaskortingen OCW 292.000 165.000
Overige 707.277 600.177
Totaal overige vorderingen 999.277 765.177
Overlopende activa:
Vooruitbetaalde kosten 2.409.646 2.446.452
Nog te factureren kosten contractonderzoek 4.868.963 3.141.296
Verstrekte voorschotten 288.258 188.609
Overige 2.653.439 2.086.375
Totaal overlopende activa 10.220.306 7.862.732
Af: Voorzieningen wegens oninbaarheid -192.870 -
Totaal vorderingen 25.340.914 19.523.513
Het verloop van de voorziening wegens oninbaarheid is als volgt:
31-12-2009 31-12-2008
Stand per 1 januari - -
Ontrekking - -
Dotatie -192.870 -
Stand per 31 december 2009 -192.870 -
Liquide middelen
Banken 16.035.547 14.332.014
Kasmiddelen 15.982 31.365
Deposito’s 88.373.045 96.699.453
Totaal liquide middelen 104.424.574 111.062.832
Deposito’s zijn voor € 77.296.645 niet direct opeisbaar.
€ 21.000.000 van de deposito’s heeft een looptijd langer dan 12 maanden
Totaal vlottende activa 129.946.230 130.738.860
Passiva
Groepsvermogen
Saldo Bestemming Overige Saldo
Omschrijving 31-12-2008 resultaat 2009
Mutaties 31-12-2009
Algemene reserve publiek
Algemene reserve 95.406.366 -822.389 -4.802.826 89.781.151
Algemene reserve privaat
Algemene reserve 5.710.861 1.044.964 4.311.550 11.067.375
Bestemmingsreserve publiek
Reserve huisvestingsbeleid 10.969.176 3.033.479 491.276 14.493.931
Bestemde reserves 24.617.556 - - 24.617.556
Bestemmingsreserve privaat
Eigen vermogen geconsolideerde
verbonden partijen 1.562.107 543.812 - 2.105.919
Herwaarderingsreserve effecten
- - 395.472 395.472
Totaal eigen vermogen 138.266.066 3.799.866 395.472 142.461.404
102 103
Aandeel derden
Saldo Bestemming Overige Saldo
Omschrijving 31-12-2008 resultaat 2009
Mutaties 31-12-2009
Aandeel derden 741.084 50.567 - 791.651
Totaal 741.084 50.567 - 791.651
Voorzieningen
Saldo Dotaties Onttrek-kingen
Vrijval Saldo
Omschrijving 31-12-2008 2009 2009 2009 31-12-2009
Wachtgelden 837.705 585.991 658.222 79.129 686.345
Spaarverlof 3.178.749 258.435 0 56.293 3.380.891
WIA/WGA eigen risico 956.571 87.684 148.316 - 895.939
Jubilea 1.173.173 - - 149.977 1.023.196
Voorziening belastingen - 650.000 - - 650.000
Totaal voorzieningen 6.146.198 1.582.110 806.538 285.399 6.636.371
Bestedingen van het saldo per 31-12-2009
< 1 jaar > 1 jaar Totaal
Wachtgelden 359.930 326.415 686.345
Spaarverlof 338.089 3.042.802 3.380.891
WIA/WGA eigen risico 139.766 756.173 895.939
Jubilea 192.866 980.307 1.173.173
Voorziening belastingen 650.000 - 650.000
Totaal voorzieningen 1.680.651 5.105.697 6.786.348
Langlopende schulden
Saldo Verstrekking Aflossingen Saldo Aflossings- verplichting
Balans
Naam Plaats 31-12-2008 2009 2009 31-12-2009 2.010 31-12-2009
BNG 32 jaar (renteperc. 4,4%) Den Haag 25.051.942 - 945.356 24.106.586 945.357 23.161.229
BNG 30 jaar (renteperc. 4,0%) Den Haag 6.812.500 - 250.000 6.562.500 250.000 6.312.500
BNG 17 jaar (renteperc. 3,5%) Den Haag 1.998.809 - 173.811 1.824.999 173.809 1.651.190
Totaal langlopende schulden 33.863.251 - 1.369.167 32.494.085 1.369.166 31.124.919
Van deze langlopende schulden heeft € 25.648.255 een looptijd langer dan 5 jaar.
Kortlopende schulden
31-12-2009 31-12-2008
Vooruitontvangen termijnen OHW 12.855.944 10.827.173
Crediteuren 9.991.421 8.741.365
Loonheffing 5.042.815 4.022.913
Omzetbelasting 791.394 932.132
Premies sociale verzekeringen 906.546 741.541
Schulden terzake pensioenen 1.643.062 1.455.432
Overige kortlopende schulden
Aflossingsverplichting langlopende schulden 1.369.166 1.369.166
Penvoerderfondsen 1.867.969 1.830.607
Rijksbijdrage Theologieopleidingen UvT1 352.752 352.752
Flankerend Sociaal Beleid Theologieopleidingen UvT2 551.095 644.095
Winstaanspraken derden 678.720 472.829
Overige 583.218 626.660
Totaal overige kortlopende schulden 5.402.920 5.296.109
Overlopende passiva
Vooruitontvangen collegegelden 9.702.060 9.107.522
Vooruitontvangen collegegeld contractonderwijs 16.146.033 15.206.785
Vakantiegeld 3.792.860 3.534.130
Vakantiedagen 3.049.728 2.907.937
Overige 13.027.509 11.268.950
Totaal overlopende passiva 45.718.190 42.025.324
Totaal kortlopende schulden 82.352.292 74.041.989
1 De kortlopende schuld Rijksbijdrage Theologieopleidingen UvT (€ 352.752) was voorheen sinds 1991 opge-
nomen als rijkssubsidie KIWTO’s bij de geïncorporeerde Stichting TFT.
2 De kortlopende schuld Flankerend Sociaal Beleid theologieopleidingen UvT (€ 551.095) is afkomstig van
de geïncorporeerde Stichting TFT en zal nu de reorganisatie van de katholieke theologieopleidingen van de
STFT en de FKTU is afgerond conform de doelstelling worden aangewend voor de daaruit voortvloeiende
reorganisatiekosten.
104 105
Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen
Leaseverplichtingen
De Universiteit van Tilburg heeft een operationeel autoleasecontract gesloten met een maximale looptijd
van 5 jaar. De jaarkosten bedragen € 259.798, waarvan € 191.351 bij TiasNimbas Business School B.V..
Kredietfaciliteit
IVA heeft een kredietfaciliteit bij ABN AMRO van maximaal € 250.000. De rente fluctueert met de markt-
rente. Als zekerheid is pand recht verschaft op de effectenportefeuille van Stichting Stimuleringsinstituut.
Ultimo boekjaar wordt geen gebruik gemaakt van de kredietfaciliteit.
Investeringsverplichting
De Universiteit van Tilburg heeft een niet uit de balans blijkende verplichting voor investeringen met een
verplichting in 2010 van E1.710.030.
Ondershoudscontracten
De Universiteit van Tilburg heeft een niet uit de balans blijkende verplichting voor onderhoudscontracten
met een jaarlijkse verplichting van € 2.860.568.
ICT
Met betrekking tot de ICT is een onderhoudscontract afgesloten met een jaarlijkse verplichting van
€ 328.500.
Huurcontracten
De TiasNimbas Business School B.V. heeft een niet uit de balans blijkende verplichting voor huurcontracten
met een jaarlijkse verplichting van € 323.074.
Toelichting op de onderscheiden posten van de geconsolideerde exploitatierekening
Baten 2009 2008
Rijksbijdragen OCW
Normatieve Rijksbijdrage UvT (WO) 107.906.000 116.576.000
Inkomensoverdrachten -6.375.178 -6.737.616
Totaal rijksbijdragen 101.530.822 109.838.384
Collegegelden
College- en examengelden 18.887.015 17.476.971
Totaal collegegelden 18.887.015 17.476.971
Baten werk i.o.v. derden
Contractonderwijs 25.874.779 24.254.237
Contractonderzoek
Internationale organisaties 5.708.977 6.393.951
Nationale overheden 5.709.369 5.057.024
NWO 11.643.879 13.099.429
KNAW 43.572 19.869
Overige non-profit organisaties 2.015.860 2.260.972
Bedrijfsleven 1.807.801 735.101
Totaal 26.929.458 27.566.345
Overige 2.924.483 2.785.918
Totaal baten werk i.o.v. derden 55.728.720 54.606.500
Overige baten
Verhuur onroerende zaken 437.509 617.010
Detachering personeel 1.261.582 2.588.956
Totaal overige 12.299.928 10.247.642
Totaal overige baten 13.999.019 13.453.608
106 107
Lasten 2009 2008
Personele lasten
Brutolonen en salarissen 96.731.236 87.172.436
Sociale lasten 9.017.363 6.956.026
Pensioenpremies 13.214.136 11.608.683
Overige personele lasten
Uitzendkrachten 17.277.483 19.523.879
Dotatie personele voorzieningen 1.296.327 1.016.590
Overige 6.179.851 4.259.573
Totaal overige personele lasten 24.753.661 24.800.042
Uitkeringen (-/-) -555.224 -678.933
Totaal personele lasten 143.161.172 129.858.254
Afschrijvingen
Immateriële vaste activa 377.367 377.368
Materiële vaste activa 7.318.512 8.978.109
Totaal afschrijvingen 7.695.879 9.355.477
Huisvestingslasten
Huur 1.087.144 1.052.111
Verzekeringen 209.751 190.273
Onderhoud 1.159.296 927.712
Energie en water 2.257.642 2.367.908
Schoonmaakkosten 1.602.392 1.528.625
Heffingen 467.563 445.197
Overige 2.671.068 1.185.257
Totale huisvestingslasten 9.454.856 7.697.083
Overige lasten
Accountantskosten 123.822 142.061
Administratie- en beheerlasten 518.915 208.853
Inventaris en apparatuur 1.631.326 1.494.175
Overige 27.773.917 27.287.476
Totaal overige lasten 30.047.980 29.132.565
Accountantskosten 2009 2008
Honorarium onderzoek jaarekening
75.000 71.400
Honorarium andere controle werkzaamheden
48.822 70.661
Honorarium fiscale advisering
- -
Totaal 123.822 142.061
Financiële baten en lasten 2009 2008
Rentebaten 4.219.215 4.803.738
Waardeveranderingen financiële activa 811.436 -1.852.413
Overige opbrengsten financiële activa 534.391 406.490
Rentelasten -1.402.959 -1.455.333
Saldo Financiële baten en lasten 4.162.083 1.902.482
108 109
Overzicht verbonden partijen
Meerderheidsdeelneming (BV of NV)
Naam Juridische vorm
Statutaire zetel
Code activiteiten
Vermogen per 31-12-2009
Exploitatie saldo in 2009
Omzet in 2009
Verklaring art. 2:403 BW
TiasNimbas Business School BV Tilburg 1 3.958.257 252.836 23.605.240 N
UvT Holding BV Tilburg 4 340.819 111.304 2.873.918 N
Totaal 4.299.076 364.140 26.479.158
Beslissende zeggenschap (stichting of vereniging)
Naam Juridische vorm
Statutaire zetel
Code activi-teiten
Vermogen per 31-12-2009
Exploitatie saldo in 2009
Omzet in 2009
Verklaring art. 2:403 BW
IVA stichting Tilburg 2 2.074.481 539.471 5.377.761 N
IVO stichting Tilburg 4 20.587 -6.510 458.191 N
Universiteitsfonds Tilburg stichting Tilburg 4 10.851 10.851 10.851 N
Totaal 2.105.919 543.812 5.846.803
Overige verbonden partijen ( minderheidsdeelneming en geen beslissende zeggenschap)
Naam Juridische vorm
Statutaire zetel
Code activi-teiten
Stimuleringsfonds voor sociaal wetenschappelijk onderzoek stichting Tilburg 4
Stichting Steun Sportcentrum KUB stichting Tilburg 4
Stichting Letteren stichting Tilburg 4
Stichting Bijzondere Leerstoelen stichting Amsterdam 4
Overzicht bezoldigingen CvB / RvT
2009 2008
College van Bestuur
Mr. H.M.C.M. van Oorschot 217.016 204.125
Prof. Dr. F.A. van der Duyn Schouten - 201.894
Prof. Dr. Ph. Eijlander 212.468 29.887
429.484 435.906
Raad van Toezicht
Prof. Dr. R.F.M. Lubbers 11.000 11.000
Mevr. Dr. A. Esmeijer 5.500 4.583
Drs. H. Borstlap 7.150 7.150
Mevr. Drs. R.I. Doerga RA 1.375 -
Ir. B.W.M. Koeckhoven 5.500 5.500
Drs. M.A.M. Leers 6.188 5.500
Mevr. Mr. M.E.C. Pernot 6.188 8.250
Ing. J.P.C.M. van Zijl 5.500 5.500
48.401 47.483
Totaal 477.885 483.389
Enkelvoudige balans per 31-12-2009 (na resultaatbestemming)
Activa 31-12-2009 31-12-2008
Vaste activa
Materiële vaste activa
Gebouwen 80.601.141 83.667.215
Terreinen 9.906.981 10.015.173
Gebouwen in uitvoering en vooruitbetalingen 8.677.118 1.485.582
99.185.240 95.167.970
Inventaris en apparatuur 10.845.011 9.024.847
110.030.251 104.192.817
Financiële vaste activa
Deelnemingen 3.507.424 3.193.851
Overige leningen u/g 27.000 34.000
Effecten 15.798.764 8.758.788
19.333.188 11.986.639
Totaal vaste activa 129.363.439 116.179.456
Vlottende activa
Voorraden
Gebruiksgoederen 180.742 152.515
Vorderingen
Debiteuren 8.420.050 5.097.366
Verbonden partijen 298.743 231.209
Kasstortingen OCW 292.000 165.000
Overige vorderingen 259.508 133.510
Nog te factureren kosten contractonderzoek 3.748.117 2.110.052
Overlopende activa 4.233.836 3.827.960
17.252.254 11.565.097
Af: Voorzieningen wegens oninbaarheid -192.870 -
Liquide middelen 89.019.829 99.032.787
Totaal vlottende activa 106.259.955 110.750.399
Totaal activa 235.623.394 226.929.855
110 111
Passiva 31-12-2009 31-12-2008
Eigen vermogen
Algemene reserve publiek 89.781.151 95.406.366
Algemene reserve privaat 7.559.951 2.517.010
Bestemmingsreserves publiek 39.111.487 35.586.732
Bestemmingsreserves privaat 3.507.424 3.193.851
Herwaarderingsreserve 395.472 -
140.355.485 136.703.959
Voorzieningen
Wachtgeld 686.345 837.705
Overige 5.911.825 5.270.676
6.598.170 6.108.381
Langlopende schulden
Overige langlopende schulden 31.124.919 32.494.085
Kortlopende schulden
Vooruitontvangen termijnen contractonderzoek 11.285.603 10.054.738
Crediteuren 9.050.475 7.243.230
Loonheffing 4.360.293 3.351.901
Omzetbelasting 439.266 1.016.256
Premies sociale verzekeringen 906.546 741.541
Schulden terzake pensioenen 1.623.065 1.437.922
Aflosverplichting langlopende schulden 1.369.166 1.369.166
Overige kortlopende schulden 3.358.838 3.238.082
Overlopende passiva 25.151.568 23.170.594
57.544.820 51.623.430
Totaal passiva 235.623.394 226.929.855
Enkelvoudige exploitatierekening 20092009 Begroting
20092008
Baten
Rijksbijdragen OCW 101.395.821 103.791.000 109.785.942
Collegegelden 18.887.015 16.800.000 17.476.971
Baten werk i.o.v. derden 28.102.016 24.342.000 28.767.927
Overige baten 15.712.675 13.894.000 13.769.283
Totaal baten 164.097.527 158.827.000 169.800.123
Lasten
Personele lasten 128.120.217 124.273.000 114.370.925
Afschrijvingen 6.971.186 8.343.008 8.736.732
Huisvestingslasten 8.115.485 9.712.488 7.211.529
Overige instellingslasten 21.720.286 25.994.504 20.313.230
Totaal lasten 164.927.174 168.323.000 150.632.416
Saldo baten en lasten -829.647 -9.496.000 19.167.707
Financiële baten en lasten 3.772.128 4.951.000 1.547.039
Resultaat 2.942.481 -4.545.000 20.714.746
Resultaat Deelnemingen 313.573 683.000 167.229
Exploitatieresultaat 3.256.054 -3.862.000 20.881.975
Toelichting op de enkelvoudige jaarrekeningFinanciële vaste activa
Deelnemingen
Boekwaarde Investeringen Desinvestering Resultaat Boekwaarde
Naam Plaats 01-01-2009 2009 2009 2009 31-12-2009
UvT Holding B.V. Tilburg 229.515 - - 111.304 340.819
TiasNimbas Business School B.V. Tilburg 2.964.336 - - 202.269 3.166.605
Totaal deelnemingen 3.193.851 - - 313.573 3.507.424
112 113
UvT Holding B.V. is een door de UvT opgerichte en door haar gefinancierde vennootschap, met een maat-
schappelijk kapitaal van € 226.890 waarvan € 113.445 geplaatst en € 90.756 gestort is. UvT Holding B.V.
neemt voor 100 % deel in KUB Career Services B.V..
TiasNimbas Business School B.V. is een door de UvT opgerichte en door haar gefinancierde vennootschap
met een maatschappelijk kapitaal van € 12.500.000, waarvan geplaatst en gestort € 2.500.000. TiasNim-
bas Business School B.V. neemt voor 100 % deel in VRZ Tilburg B.V., TIAS Business School Eindhoven B.V.
en Universiteit Nimbas B.V..
UvT heeft een 80% deelneming in TiasNimbas Business School B.V..
Eigen vermogen
Saldo Bestemming Overige Saldo
Omschrijving 31-12-2008 resultaat 2009 Mutaties 31-12-2009
Algemene reserve publiek
Algemene reserve centraal 19.109.701 -1.615.220 -14.000 17.480.481
Algemene reserve gebouwen 24.900.596 - - 24.900.596
Algemene reserves decentraal 51.396.069 792.831 -4.788.826 47.400.074
Algemene reserve privaat
Algemene reserves decentraal 2.517.010 731.391 4.311.550 7.559.951
Bestemmingsreserve publiek
Bestemde reserves 24.617.556 3.033.479 491.276 28.142.311
Bestemde reserve huisvestingsbeleid 10.969.176 - - 10.969.176
Bestemmingsreserve privaat
Reserve deelnemingen 3.193.851 313.573 - 3.507.424
Herwaarderingsreserve effecten - - 395.472 395.472
Totaal 136.703.959 3.256.054 395.472 140.355.485
Aansluiting tussen de enkelvoudige jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening
Vermogen
Omschrijving 31-12-2009 31-12-2008
Eigen vermogen UvT 140.355.485 136.703.959
Eigen vermogen IVA 2.074.481 1.535.010
Eigen vermogen IVO 20.587 27.097
Eigen vermogen Universiteitsfonds Tilburg 10.851 -
Geconsolideerd eigen vermogen 142.461.404 138.266.066
Exploitatiesaldo
Omschrijving 2009 2008
Exploitatiesaldo UvT 3.256.054 20.881.975
Exploitatiesaldo I.V.A. 539.471 337.949
Exploitatiesaldo I.V.O. -6.510 -74.678
Exploitatiesaldo Universiteitsfonds Tilburg 10.851 -
Geconsolideerd exploitatiesaldo 3.799.866 21.145.246
Geoormerkte Doelsubsidies OCWOmschrijving Jaar Kenmerk Bedrag van
toewijzingSaldo 2008
Ontvangen in 2009
Lasten 2009
Investe-ringen 2009
Saldo 2009
Actieplan aanpak belemmeringen voor studenten met een functie-beperking.
2006 280.06.562C 117.000 24.497 - 25.524 - -1027
117.000 24.497 - 25.524 - -1.027
114 115
Wet Openbaarmaking uit Publieke middelenOp grond van artikel 6 van de Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens
(WOPT, Stb. 2006, 95) is de universiteit verplicht jaarlijks het belastbare loon te publiceren van functionaris-
sen van wie dit bedrag uitgaat boven het zgn. normsalaris (gemiddeld belastbare jaarloon van de ministers).
Voor het verslagjaar 2009 is het gemiddelde belastbare jaarloon vastgesteld op € 188.000 (indicatie norm
2009). Voor de universiteit heeft de publicatieplicht betrekking op de navolgende functionarissen:
Nr. Functie Belast-baar loon
2009
‘Pensioen-afdrach-
ten en overige
voorzie-ningen
betaalbaar op termijn
2009’
Totaal 2009
Duur dienst-
verband in
maan-den
2009
Contrac-tuele
uren per week
Belast-baar loon
2008
‘Pensioen-afdrach-
ten en overige
voorzie-ningen
betaalbaar op termijn
2008’
Totaal 2008
Duur dienst-
verband in
maan-den
2008
1. voorzitter CvB
142.106
59.755
201.861
12
38,0
136.630
55.407
192.037
12
2. lid CvB (rector)
160.976
38.988
199.964
12
38,0
155.427
36.684
192.111
12
3. hoogleraar/ decaan
173.083
45.588
218.671
12
38,0
165.967
40.207
206.174
12
4. hoogleraar/ decaan
173.199
42.494
215.693
12
34,2
146.117
37.481
183.598
12
5. hoogleraar/ decaan
151.730
39.645
191.375
12
38,0
132.705
43.160
175.865
12
6. hoogleraar 183.204 96.987 280.191 12 38,0 177.977 102.378 280.335 12
7. hoogleraar 170.782 48.918 219.700 12 38,0 180.852 42.933 223.785 12
8. hoogleraar 162.744 40.768 203.512 12 38,0
9. hoogleraar 144.205 38.464 182.669 12 34,2
10. hoogleraar 157.509 33.946 191.455 12 38,0 102.378
11. hoogleraar 135.357 53.842 189.199 12 38,0
Toelichting:
Ad 1 en 2: Dit betreft de leden van het College van Bestuur met een salaris van resp. 137,5% en 135%
van het maximum van salarisschaal 18 volgens de CAO Nederlandse Universiteiten.
Ad 3, 4 en 5: Dit betreft drie decanen met een bijzondere bestuurstoelage.
Ad 5: Dit betreft een aanstelling van 0,9 fte.
Ad 6 t/m 11: Dit betreft zes hoogleraren die een persoonlijke toelage ontvangen vanwege hun bijzondere
verantwoordelijkheid voor het wetenschappelijk ondezoek.
Resultaatbestemming
Het exploitatieresultaat 2009 bedraagt € 3.799.866 en zal als volgt worden bestemd:
- € 222.575 wordt toegevoegd aan algemene reserves op centraal en decentraal niveau;
- € 3.033.479 wordt toegevoegd aan diverse bestemde reserves;
- het resultaat van de verbonden partijen ad. € 543.812 wordt toegevoegd aan het eigen vermogen van deze
partijen.
Deze resultaatbestemming is in de jaarrekening verwerkt.
116 117
Accountantsverklaring
PricewaterhouseCoopers is de handelsnaam van onder meer de volgende vennootschappen: PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.(KvK 34180285), PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs N.V. (KvK 34180284), PricewaterhouseCoopers Advisory N.V. (KvK34180287) en PricewaterhouseCoopers B.V. (KvK 34180289). Op diensten verleend door deze vennootschappen zijn AlgemeneVoorwaarden van toepassing, waarin onder meer aansprakelijkheidsvoorwaarden zijn opgenomen. Deze Algemene Voorwaarden zijngedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam en ook in te zien op www.pwc.com/nl
PricewaterhouseCoopers
Accountants N.V.Flight Forum 8405657 DV EindhovenPostbus 63655600 HJ EindhovenTelefoon (040) 224 40 00Fax (040) 224 46 05www.pwc.com/nl
Aan: Het College van Bestuur van de Universiteit van Tilburg
Accountantsverklaring
Verklaring betreffende de jaarrekening
Wij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening 2009 van de Universiteit van Tilburg te
Tilburg bestaande uit de geconsolideerde en enkelvoudige balans per 31 december 2009 en de
geconsolideerde en enkelvoudige staat van baten en lasten over 2009 met de toelichting
gecontroleerd.
Verantwoordelijkheid van het bestuur
Het bestuur van de entiteit is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het
vermogen en resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag,
beide in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs (WJZ/2007/50507).
Tevens is het bestuur van de entiteit verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in
de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in
overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen
bepalingen. Deze verantwoordelijkheden omvatten onder meer: het ontwerpen, invoeren en in
stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw
weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat, zodanig dat deze geen afwijkingen van
materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat en voor de naleving van de relevante wet-
en regelgeving, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële
verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn.
Verantwoordelijkheid van de accountant
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze
controle, als bedoeld in artikel 2.9, derde lid van de Wet op het hoger onderwijs en
wetenschappelijk onderzoek. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met
Nederlands recht waaronder het controleprotocol OCW 2009. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht
te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig
te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de
jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
(2)
Universiteit van TilburgAccountantsverklaring – vervolgReferentie: 30111590/EvH/e0169453/zm
Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over
de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren
werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant,
waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico’s van afwijkingen van materieel belang als
gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het
opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat alsmede het
voor de naleving van de betreffende wet en regelgeving relevante interne beheersingssysteem,
teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de
gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over
de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van de entiteit. Tevens omvat een controle
onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor
financiële verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die het bestuur van de entiteit heeft
gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als
basis voor ons oordeel.
Oordeel
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van
het vermogen van de Universiteit van Tilburg per 31 december 2009 en van het resultaat over
2009 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs (WJZ/2007/50507).
Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en
balansmutaties over 2009 voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat
deze bedragen in overeenstemming zijn met de in het onderwijscontroleprotocol OCW 2009
opgenomen relevante wet- en regelgeving, zoals opgenomen in paragraaf 2.2.2. referentiekader.
Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften en/of voorschriften van
regelgevende instanties.
Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder f BW melden wij dat het
jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist
in artikel 2:391 lid 4 BW.
Eindhoven, 27 mei 2010PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.
Origineel getekend door:drs. E.M.A. van Heugten RA
118 119
Uitgaande en Inkomende studenten per bilaterale overeenkomst 2008/2009
Land/instelling Uitgaand Inkomend
Argentinië
Universidad Católica Argentina 2 2
Universidad de Palermo 2
Universidad Torcuato di Tella 3 2
Totaal 7 4
Australië
Griffith University 1
La Trobe University 4 5
Macquarie University Sydney 3 3
Monash University 3 1
University of Technology, Sydney 5 2
Totaal 16 11
België
Katholieke Universiteit Leuven 1 11
Université Libre de Bruxelles 2
University of Antwerp 1
Totaal 2 13
Brazilië
Fundacao Armando Alvares Penteado 1
Pontificia Universidade Católica do Rio de Janeiro 1 1
Getulio Vargas Law School 3
Universidade de Sao Paulo 1
Totaal 1 6
Uitgaand Inkomend
Canada
HEC Montréal 4
McMaster University 1 2
Trent University 1 1
Universite de Laval 3
University of Alberta 2 5
University of Waterloo 3 4
York University - Schulich School of Business 4 2
Totaal 11 21
Chili
PUC Chile 1
Totaal 1 0
China
Chinese University of Hong Kong 10 14
Dongbei University of Finance and Economics 2
Hong Kong University of Science & Technology 3 1
Peking University 3
Shanghai Jiao Tong University 4
Totaal 13 24
Colombia
Universidad de Los Andes 4
Universidad del Rosario 4
Universidad Icesi 1
Totaal 0 9
Denemarken
Aarhus School of Business 1
Copenhagen Business School 3
University of Copenhagen 4
Totaal 8 0
Uitgaand Inkomend
Duitsland
Christian-Albrechts-Universität zu Kiel 1
Cologne School of Business 1 1
Ernst-Moritz-Arndt-Universitat Greifswald 1
Freie Universitat Berlin 1 5
Humboldt Universität zu Berlin 1 1
Bijlagen
120 121
Universität Bielefeld 2
Universität Mannheim 2
Totaal 3 13
Finland
Hanken School of Economics 2
Helsinki School of Economics 4 1
Turku School of Economics and BA 2
University of Helsinki 1 4
Totaal 5 9
Frankrijk
Institut d’Etudes Politiques de Paris 2
EDHEC School of Management 4
Euromed Marseille Ecole de Management 1 1
Groupe ESC Rouen 2 2
HEC School of Management 2
Rouen Business School 2
Université de Montpellier 2 4
Totaal 7 15
Griekenland
Athens University of Economics and Business 2 2
National and Kapodistrian University of Athens 1
Totaal 2 3
Uitgaand Inkomend
Groot-Britannië
Bradford University School of Management 4
Keele University 2
Loughborough University 2
University of Glasgow 3
University of Hull 2
University of Sheffield 2 1
University of Teesside 1
Totaal 13 4
Hongarije
Corvinus University of Budapest 3 6
Eötvös Loránd University (ELTE) 2 4
Univerity of Pécs 2 7
Totaal 7 17
Ierland
University of Dublin, Trinity College 3 1
University of Limerick 2 4
Totaal 5 5
Italië
LUISS Guido Carli 2 5
Universita Cattolica del Sacro Cuore 4 4
Universita Commerciale Luigi Bocconi 6 6
Universita Degli studi di Padova 4
Universita di Roma Tor Vergata 2 6
Venice International University 2
Totaal 16 25
Japan
Oita University 1
Ritsumeikan Asia Pacific University 1
Totaal 1 1
Uitgaand Inkomend
Kazachstan
Kazakhstan Institute of Management 1 6
Totaal 1 6
Litouwen
Vilnius University 2 2
Mykolas Romeris University 1
Totaal 3 2
122 123
Mexico
Instituto Tecnológico Autónomo de México 2 1
ITESM Technológico de Monterrey 1 1
UDLA Universidad de las Américas Puebla 1
totaal 4 2
Nieuw Zeeland
Victoria University of Wellington 2
Totaal 2 0
Noorwegen
Norwegian School of Management 4 6
Totaal 4 6
Oostenrijk
Karl-Franzens-Universitat Graz 2
Wirtschaftsuniversitat Wien 1 1
Totaal 1 3
Peru
Universidad del Pacífico 3 2
Totaal 3 2
Uitgaand Inkomend
Polen
Jagiellonian University 4
Warsaw School of Economics 2
Warsaw School of Social Psychology 2
Totaal 0 8
Portugal
Universidade Catolica Portuguesa 1
Universidade Nova de Lisboa 2
Totaal 0 3
Singapore
Singapore Management University 2 2
National University of Singapore 1 3
Totaal 3 5
Spanje
Universidad Carlos III 7 10
Universidad Complutense de Madrid 4 5
Universidad de Deusto 1 2
Universidad de Salamanca 2 2
Universidad de Zaragoza 2 6
Universidad del Pais Vasco 3
Universidad Pompeu Fabra 3 1
Universidad Pontificia Comillas 6 8
Universidad Publica Navarra 4 3
Universitat Autonoma de Barcelona 1
Universitat de Barcelona 2 2
Totaal 31 43
Taiwan
National ChengChi University 2
Totaal 0 2
Uitgaand Inkomend
Thailand
Chulalongkorn University 2 1
Totaal 2 1
Tsjechië
Masaryk University 6
University of Economics, Prague 1 3
Totaal 1 9
Turkije
Baskent University 3
124 125
Bilkent University 4
Bogazici University 1 5
Koc University 1 12
Middle East Technical University 1 7
Sabanci University 2
Totaal 3 33
Verenigde Staten
Bellarmine University 2
Cornell University 2
North Carolian State University 1 1
San Diego State University 1
University at Albany, SUNY 2 3
University of Arizona 3 1
University of Conneticut 2 2
University of Central Florida 2 2
University of Iowa 1
University of Minnesota 2 1
University of Montana 1
University of South Carolina 1
University of Tennessee 2
University of Texas at El Paso 1
University of Vermont 1
University of Washington 3 3
Totaal 22 18
Uitgaand Inkomend
Zuid-Afrika
North-West University 3
Stellenbosch University 3
Totaal 6 0
Zuid-Korea
Sungkyunkwan University 2
Yonsei University 4
Totaal 0 6
Zweden
Jönköping International Business School 5 2
Lund University 3 1
Umea Universiteit 2
University of Uppsala 2 2
Totaal 10 7
Totaal 214 336
126 127
Lijst van afkortingen
AIO Assistent in opleiding
AVC Audio Visueel Centrum
BaMa Bachelor Master
BU Bureau van de Universiteit
BSA Bindend Studie Advies
CAO Collectieve Arbeidsovereenkomst
C&M Communicatie & Marketing
CentER Center for Economic Research
CIR Center for Innovation Research
CML Loopbaanontwikkeling
CoRPS Center of Research on Psychology in Somatic diseases
CvB College van Bestuur
CvK Centrum voor Kennistransfer
CWL Centrum voor Wetenschap en Levensbeschouwing
DEA Dienst Economische en Administratieve Zaken
DFB Dienst Facilitair Bedrijf
DSZ Dienst Studentenzaken
EBCT European Banking Center Tilburg
ECTS European Credit Transfer System
ENTER European Network for Training in Economic Research
FBI Fonds Beleidsinitiatieven
FEB Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen
FGW Faculteit Geesteswetenschappen
FKT Faculteit Katholieke Theologie
FKTU Faculteit Katholieke Theologie Utecht
FRW Faculteit Rechtswetenschappen
FSW Faculteit Sociale Wetenschappen
fte fulltime-equivalent
HBO Hoger Beroeps Onderwijs
HOOP Hoger Onderwijs en Onderzoek Plan
HRM Human Resource Management
Intervict International Victimology Institute Tilburg
IB Instellingsbeleid
ICT Informatie en Communicatie Technologie
IO International Office
ISI Institute of Scientific Information
IVA Instituut voor sociaal-wetenschappelijk beleidsonderzoek en advies
IVO Instituut voor Ontwikkelingsvraagstukken
KNAW Koninklijke Nederlandse Akademie voor Wetenschappen
LIS Library and IT Services
MBA Master of Business Administration
MKB Midden- en Kleinbedrijf
Netspar Network for Studies on Pensions, Aging and Retirement
NVAO Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie
NWO Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek
OBP Ondersteunend en beheerspersoneel
OCW Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
QANU Quality Assurance Netherlands Universities
ReflecT Research Institute for Flexicurity, Labour Market Dynamics and Social Cohesion
RM Rector Magnificus
RV Restauratieve Voorzieningen
SBL Stichting Bijzondere Leerstoelen
SEP Standard Evaluation Protocol
SIS Studenten Informatie Systeem
SKO Stuurgroep Kwaliteitszorg Onderwijs
SU Secretaris van de Universiteit
TiasNimbas TiasNimbas Business School
Tiber Tilburg Institute for Behavioral Economics Research
Tilec Tilburg Law and Economics Center
TiLPS Center for Logic and Philosophy of Science
TILT Tilburg Institute for Law, Technology and Society
TMP Taken Middelen Plan
UHD Universitair Hoofddocent
UR Universiteitsraad
UvT Universiteit van Tilburg
VSNU Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten
VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs
WHW Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek
WIA Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen
WO Wetenschappelijk Onderwijs
Wopi Wetenschappelijk Onderwijs Personeels Informatie
WP Wetenschappelijk Personeel
Masteropleidingen
12.493 studenten totaalencijfers
1851 wetenschappelijke publicaties
encijfersencijfersen
6491 bachelorstudenten
51 masteropleidingen
±3000 wetenschappelijk publicaties
19 almuniverenigingen
85 Promoties
Understanding Society 20
09/20
10U
niversiteit van Tilburg
Top Related