Download - Het skelet

Transcript
Page 1: Het skelet

Het skelet

1

Volwassen mens = 206 beenderen!

Page 3: Het skelet

A) Axiaal skelet

delen die in lengteas van lichaam liggen:

1. wervelkolom

2. schedel

3. borstkas

3

Page 4: Het skelet

1. Wervelkolom

• Opbouw

33 wervels ----> bewegen t.o.v. elkaar

stevige huls rond ruggenmerg

= bescherming

Samenstellende wervels: 5 groepen

- 7 halswervels

- 12 borstwervels

- 5 lendenwervels

- 5 heiligbeenwervels

- staartbeen (= 4 vergroeide onderste wervels)

4

Page 5: Het skelet

Opdracht

• Duidt op de figuur de 5 groepen wervels aan in een verschillende kleur

5

Page 6: Het skelet

Functie

• Vorm wervelkolom = belangrijk bepaalt houding lichaam

• Wervelkolom ondersteunt schedel en romp + goed evenwicht

aanhechting meerdere spieren

6

Page 8: Het skelet

• Functie

hersenpan: bescherming hersenen + aantal zintuigen

aangezichtsbeenderen: spieren gelaatsuitdrukking

+ bescherming toegang

spijsvertering

8

Page 9: Het skelet

• 3. Borstkas

• Opbouw

12 paar ribben

3 groepen:

- bovenste 7 paar: ‘echte’ ribben

---> verbonden met borstbeen

- 8ste, 9de en 10de paar: ‘valse’ ribben

---> onderling verbonden

dan pas aan borstbeen

- 11de en 12de paar: ‘zwevende’ ribben

---> niet verbonden met borstbeen

9

Page 10: Het skelet

Functie

• Borstbeen + ribben = borstkas

omsluiten hart en longen = bescherming

verder naar onder ook milt, stuk lever en stuk nieren

doorbeweging borstkas: ademhalen

10

Page 12: Het skelet

B) Aanhangend skelet

= Delen die aan het axiaal skelet hangen:

1) Schoudergordel

2) Bovenste ledematen (armen)

3) Bekkengordel

4) Onderste ledematen (benen)

12

Page 15: Het skelet

2) Bovenste ledematen (armen)

• Opbouw

30 beenderen

vastgehecht aan schoudergewricht

Vanaf schouder: - opperarmbeen (= bovenarm)

- spaakbeen + ellepijp (= onderarm)

15

Page 16: Het skelet

2) Bovenste ledematen (armen)

• Opbouw

30 beenderen

vastgehecht aan schoudergewricht

Vanaf schouder: - opperarmbeen (= bovenarm)

- spaakbeen + ellepijp (= onderarm)

- pols (= handwortelbeentjes) = verbinding onderarm – hand

- middenhandsbeentjes (= handpalm)

- vingerkootjes (= onderdelen vingers)

16

Page 17: Het skelet

Functie

• Voorwerpen vastnemen

• Voortbewegen (bij baby’s die kruipen)

17

Page 18: Het skelet

3) Bekkengordel

• Opbouw

verbindt romp met onderste ledematen

Heiligbeen + 2 heupbeenderen

• Functie

organen ondersteunen

+ beschermen deel dikke darm, urineblaas en voorplantingsorganen

18

A = bekken manB = bekken vrouw

Page 19: Het skelet

4) Onderste ledematen (benen)

Opbouw

Vergelijkbaar met bovenste ledematen (armen)

Vanaf bekkengordel:

- opperarmbeen (= bovenbeen)

+ knieschijf

- spaakbeen + ellepijp (= onderbeen)

19

Page 20: Het skelet

4) Onderste ledematen (benen)

Opbouw

Vergelijkbaar met bovenste ledematen (armen)

Vanaf bekkengordel:

- dijbeen (= bovenbeen)

- scheenbeen + kuitbeen (= onderbeen)

- hiel (= voetwortelbeentjes) = verbinding onderbeen – voet

- middenvoetsbeentjes (= voetzool)

- teenkootjes (= onderdelen tenen)

20

Page 21: Het skelet

Functie

Dijbeen + scheenbeen = dragende functie

Kuitbeen = stabilisatie enkel

21

Page 22: Het skelet

• Functies aanhangend skelet

1) Bewegen

2) Ondersteuning van de romp

22

Page 23: Het skelet

Opdracht

• Benoem per 2 de beenderen die aangeduid zijn op de figuur.

23

Page 24: Het skelet

Soorten beenderen

• Beenderen van het skelet uiteenlopende vormen

4 types:

1) Lange beenderen

= holle buisvormige schacht met beenmerg

+ 2 verdikte uiteinden

Vb: opperarmbeen + dijbeen

2) Korte beenderen

= zelfde bouw lange beenderen, verhouding kleiner

Vb: knieschijf, voet- en handwortelbeentjes

24

Page 25: Het skelet

3) Platte beenderen

= dunne, afgeplatte beenderen

Vb: schouderbladen, sleutelbeenderen,

borstbeen, ribben, heupbeenderen

4) Onregelmatige beenderen

= ingewikkelde vorm

Vb: wervels,

aantal beenderen aangezicht

25