EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014 · Skelet Het skelet is een onderdeel...

37
EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014 2014 1

Transcript of EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014 · Skelet Het skelet is een onderdeel...

Page 1: EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014 · Skelet Het skelet is een onderdeel van het (voort)bewegingsapparaat. Samen met de gewrichtsbanden vormt het skelet het

EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014

2014 1

Page 2: EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014 · Skelet Het skelet is een onderdeel van het (voort)bewegingsapparaat. Samen met de gewrichtsbanden vormt het skelet het

EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014

2014 2

Inleiding: ....................................................................................... 3

Zoogdieren ..................................................................................... 4

Skelet ................................................................................................................................................................ 4

Huid .................................................................................................................................................................... 5

Vacht .................................................................................................................................................................. 5

Ademhaling ....................................................................................................................................................... 6

Bloedsomloop ................................................................................................................................................... 6

Vogels........................................................................................... 8

Skelet ................................................................................................................................................................ 8

Huid en veren .................................................................................................................................................. 9

Ademhaling ...................................................................................................................................................... 10

Ziekteleer ..................................................................................... 11

Hond .................................................................................................................................................................. 11

Kat...................................................................................................................................................................... 13

Konijn ................................................................................................................................................................ 14

Zoönosen....................................................................................... 15

Zoönosen....................................................................................... 15

Desinfectie...................................................................................................................................................... 16

Euthanasie. .................................................................................... 17

EHBO .......................................................................................... 18

Belangrijke punten bij het bieden van de eerste hulp ...................................... 18

Toelichting EHBO en hulpverlening punten .................................................. 20

Paniek .......................................................................................... 21

Kalmte ......................................................................................... 21

Gevaar voor hulpverlener ..................................................................... 21

Gevaar voor ontsnapping ...................................................................... 21

Vaststellen of een dier bewusteloos is ...................................................... 22

Vaststellen of een dier overleden is ......................................................... 22

Vaststellen of reanimatie (hartmassage en beademen) zinvol is ........................... 22

Reanimeren .................................................................................... 23

Ademstilstand - beademen ................................................................... 23

Hartmassage .................................................................................. 24

Benaderen huisdieren en wilde dieren ....................................................... 25

Bloedingen ..................................................................................... 26

Shock .......................................................................................... 28

Botbreuken .................................................................................... 30

Vervoeren van de gewonde dieren ........................................................... 30

Vergiftiging .................................................................................... 31

Verbranding ................................................................................... 32

Zonnesteek (bevangen door warmte)......................................................... 33

Bevriezing (onderkoeling) ..................................................................... 33

Maagtorsie .................................................................................... 34

Oogluxatie ..................................................................................... 35

Epilepsie (aanvallen, stuipen) ................................................................. 36

Nawoord ....................................................................................... 37

Page 3: EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014 · Skelet Het skelet is een onderdeel van het (voort)bewegingsapparaat. Samen met de gewrichtsbanden vormt het skelet het

EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014

2014 3

Inleiding: Deze basiscursus Dieren-EHBO is ontwikkeld voor vrijwilligers van de DAN, die in de

praktijk te maken krijgen met dieren in nood. Daarnaast is deze cursus ook zeer aan

te bevelen voor centralisten, om situaties juist in te kunnen schatten.

Deze cursus is gekoppeld aan een (of meerdere) praktijklessen, waarin deze

basiskennis nader wordt toegelicht. Deze praktijklessen worden gegeven door een

dierenarts.

De cursus betreft de elementaire EHBO, die publiek, dierenartsen en collega's van

een hulpverlener van de Dierenambulance mogen verwachten. Het gaat in veel gevallen

om technieken die ter plaatse toegepast moeten worden en het leven van een dier

kunnen redden. Zorg daarom dat je hiermee uit de voeten kunt.

Page 4: EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014 · Skelet Het skelet is een onderdeel van het (voort)bewegingsapparaat. Samen met de gewrichtsbanden vormt het skelet het

EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014

2014 4

Zoogdieren

Skelet

Het skelet is een onderdeel van het (voort)bewegingsapparaat.

Samen met de gewrichtsbanden vormt het skelet het z.g. passieve deel van het

bewegingsapparaat. Het beweegt d.m.v. het actieve bewegingsapparaat: de spieren.

Functies van het skelet zijn:

het geven van vorm en stevigheid

het beschermen van organen ( b.v. hart, hersenen)

aanhechtingsplaats voor spieren

vorming van bloedcellen in het beenmerg

Page 5: EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014 · Skelet Het skelet is een onderdeel van het (voort)bewegingsapparaat. Samen met de gewrichtsbanden vormt het skelet het

EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014

2014 5

Huid

De huid is een dunne, taaie, buigzame bekleding van het lichaam. Daar waar de

lichaamsopeningen (b.v. mond, anus, neus, penis) zich bevinden, zet de huid zich voort

als slijmvlies.

Opbouw van de huid

De huid bestaat uit een opperhuid

en een onderhuid.

De opperhuid bestaat uit:

hoornlaag, kiemlaag en lederhuid.

De huid gaat vochtverlies tegen,

biedt bescherming tegen invloeden

uit de omgeving en de zintuigen in

de huid stellen het dier in staat

hitte, kou, pijn, aanraking en druk

waar te nemen.

Vacht

Alle zoogdieren hebben een vacht, die hen beschermt tegen temperatuursinvloeden.

Aan een haar onderscheid je de haarwortel, die in de huid zit en de haarschacht, die

boven de huid uitsteekt.

De haarwortel zit in het haarzakje. In het haarzakje zit een instulping waarin zich de

haarkiem bevindt, die weer een nieuwe haar vormt. Als je een haar doorsnijdt, zie je

dat hij rond of ovaal kan zijn. Als een haar ovaal is, krult deze sterk; als een haar

rond is, is de stijl.

Er zijn 3 soorten haren bij zoogdieren:

bovenhaar : lange en harde haren

onderhaar : kort, wollig en dicht ingeplant haar

tasthaar : te vinden aan weerskanten van de neus, mond en

boven de ogen

Het haar groeit niet constant, maar in cycli (= periodes ). Zo heb je de groeiperiode,

de rustperiode en de overgangsperiode. Een sterkere verharing dan normaal kan

optreden tijdens ziekte of als gevolg van slechte conditie van de hond of kat. Ook

stress (bijv. behandeling bij een dierenarts) kan overmatige haaruitval veroorzaken.

De normale verharing van de hond of kat vindt niet

alleen meer plaats in het voor - en najaar. Oorzaak

Page 6: EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014 · Skelet Het skelet is een onderdeel van het (voort)bewegingsapparaat. Samen met de gewrichtsbanden vormt het skelet het

EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014

2014 6

hiervan is het veranderde leefmilieu, zoals temperatuur, luchtvochtigheid (centrale

verwarming in huizen).

Ademhaling

De longen ontvangen lucht die d.m.v. uitzetting van de borstkas in de longen wordt

gezogen. In de longen vindt de uitwisseling plaats van

zuurstof en koolzuur tussen het bloed en de buitenlucht.

Een hond ademt ongeveer 10 tot 20 keer per minuut in en

uit. Een kat ademt meestal iets sneller.

Bloedsomloop

Hier een schematische schets van de grote en kleine bloedsomloop.

Kleine bloedsomloop

Zuurstofarm bloed van holle ader in rechter boezem naar rechter kamer en

door longslagader naar longen, waar het van zuurstof wordt voorzien en van

koolzuur ontdaan. Vervolgens stroomt zuurstofrijk bloed via de longader naar

de linkerboezem.

Grote bloedsomloop

Zuurstofrijk bloed komt via de linker boezem door de kleppen in de linker

kamer en via de aorta in de grote circulatie met zijtakken naar diverse

organen, kop en ledematen. Uiteindelijk komt het als zuurstofarm bloed dan

weer via de holle ader bij de rechter boezem van het hart.

Page 7: EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014 · Skelet Het skelet is een onderdeel van het (voort)bewegingsapparaat. Samen met de gewrichtsbanden vormt het skelet het

EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014

2014 7

Pols

Met het voelen van de pols wordt bedoeld het bepalen van de hartslag door

middel van het betasten van een slagader. Bij honden en katten is dat het

makkelijkst te voelen bij een dijbeenslagader.

De normale polsfrequenties zijn:

De hond 60 tot 120 per minuut, o.a. afhankelijk van de

grootte van de hond; een grote hond heeft een lagere

pols dan een kleine hond.

De kat 110 tot 140 per minuut, maar bij onderzoek vaak

hoger ten gevolge van stress.

Page 8: EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014 · Skelet Het skelet is een onderdeel van het (voort)bewegingsapparaat. Samen met de gewrichtsbanden vormt het skelet het

EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014

2014 8

Vogels Het skelet van vogels wijkt sterk af van dat van zoogdieren,

hetgeen natuurlijk te maken heeft met het vliegvermogen

van vogels.

Zeker omdat de DAN erg veel met vogels te maken heeft is

het erg belangrijk om te weten hoe het skelet van de vogel

eruit ziet.

Skelet

1. halswervels

2. vorkbeen

3. ravebeksuitsteeksel

4. ribben

5. knieschijf

6. borstbeen met kam

7. teenkootjes

8. schedel

9. middenhandsbeentjes

10. vingerkootjes

11. ellepijp

12. spaakbeen

13. opperarmbeen

14. schouderblad

15. pygostijl

16. staartwervels

17. zitbeen

18. schaambeen

19. dijbeen

20. scheenbeen

21. middenvoet

Belangrijke verschillen tussen een skelet van vogels en dat van zoogdieren:

het skelet van vogels wordt veel sneller gevormd dan van zoogdieren

de botten van vogels zijn luchthoudend, op enkele uitzonderingen na, zoals

enkele botten die gevuld zijn met beenmerg (b.v kippen)

Page 9: EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014 · Skelet Het skelet is een onderdeel van het (voort)bewegingsapparaat. Samen met de gewrichtsbanden vormt het skelet het

EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014

2014 9

Huid en veren

De huid van vogels is zeer dun en teer en is grotendeels bedekt met veren die bij de

meeste soorten gerangschikt zijn in bepaalde veervelden, waartussen kale plekken

liggen. De ligging van deze veervelden is voor elk soort karakteristiek.

Je kunt 3 soorten veren onderscheiden:

1. Donsveren, dit zijn losse buigzame veertjes, die de directe lichaamsbedekking

vormen. Zij houden lucht vast ( isolatie, warmte en kou ). Het eerste kleed van

jonge vogeltjes bestaat uit deze veertjes.

2. Dekveren (of contourveren), deze vertonen de gewone bouw van een veer en

bepalen de kleur.

3. Slagpennen, deze zijn aanzienlijk langer en steviger en vormen de vleugels en

staart van een vogel. Bij jonge vogels worden ze als laatste gevormd.

Als je een slagpen onder een microscoop bekijkt, zie je dat de 'vlaggen' aan

weerszijden van de spoel opgebouwd zijn uit honderden 'miniveertjes'. Deze

'baarden' worden onderling verbonden door een systeem van haakjes. Als de vlag van

een veer gescheurd is kan de vogel dit makkelijk herstellen door de veer even door

zijn snavel te trekken

De huid van vogels bevat, net als die van honden en katten, geen zweetklieren. Zij

verliezen vocht via de ademhaling.

Vogels vetten hun veren in met een soort vet, dat door de snavel uit de boven de stuit

gelegen stuitklier wordt gedrukt.

Het totale pakket aan veren houdt een luchtlaag rond de vogel intact, die de vogel

beschermt tegen afkoeling. De vetlaag aan de buitenkant maakt het verenpak extra

water (en vuil) afstotend.

Slagpen

1. Veernavel

2. Spoel

3. Huidrandje

4.Bovennavel

5.Dons

6.Binnenvaan of

vlag

7.Schacht

8. Buitenvaan of

vlag

Donsveertjes

houden het vogellijf

op temperatuur. Ze

hebben geen

schacht en de

baarden zijn niet

uitgerust met

haakjes maar

vlechten zich

onderling ineen

Baarden en haakjes

De haakjes grijpen de

baarden vast. Zo ontstaat

er en vlag die stevig maar

toch buigzaam is. Een

opengebroken vlag zal door

een verenpoetsende vogel

moeiteloos kunnen worden

hersteld

Page 10: EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014 · Skelet Het skelet is een onderdeel van het (voort)bewegingsapparaat. Samen met de gewrichtsbanden vormt het skelet het

EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014

2014 10

Ademhaling

Vliegen is inspannend en kost veel energie; een zeer snel kloppend hart voorziet in de

enorme energiebehoefte van de vliegspieren. Speciale luchtzakken in het lichaam, die

in verbinding staan met de longen, zorgen voor een maximale opname van zuurstof

door het bloed. Deze luchtzakken fungeren bovendien als blaasbalgen, om de lucht in

en uit te doen bewegen. De long van een vogel is namelijk in tegenstelling tot die van

een zoogdier niet elastisch, zodat een vogellong niet kan ventileren (luchtverversen).

Iedere vogel heeft vijf paar luchtzakken die in verbinding staan met de longtakken.

Vertakkingen van deze luchtzakken komen uit in de mergholte van de botten.

1. wervelkolom

2. long

3. luchtzak in achterlijf

4. luchtpijp

5. borstbeen

6. borstluchtzak

De ingeademde lucht komt bij vogels via de luchtpijp in de grote longtakken en

vervolgens in de luchtzakken. De luchtzakken verwijden zich bij de inademing zodat

lucht aangezogen wordt. Daarna word de lucht via de meer naar voren gelegen

luchtzakken weer uitgeademd.

Page 11: EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014 · Skelet Het skelet is een onderdeel van het (voort)bewegingsapparaat. Samen met de gewrichtsbanden vormt het skelet het

EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014

2014 11

Ziekteleer We behandelen in dit hoofdstuk alleen de belangrijkste honden-, katten- en

konijnenziekten, om deze te kunnen herkennen m.b.t. besmettingsgevaar.

Besmetting van alle hierna genoemde ziektes kunnen voorkomen worden door de

dieren jaarlijks te laten vaccineren (inenten).

Omdat veel huisdiereigenaren dat doen komen deze ziekten dan ook betrekkelijk

weinig voor.

Hond

Hondenziekte (ziekte van Carré)

Een virusziekte die honden van alle leeftijden kan

aantasten en waaraan ze snel kunnen sterven.

Verschijnselen kunnen zijn:

Koorts, niet eten, braken, diarree, pussige

neus- en ooguitvloeiing, zenuwtrekken en

krampen.

Verspreiding

Via speeksel, urine, lucht en ontlasting.

Leverontsteking (Hepatitis)

Een virusziekte die sommige honden licht ziek maakt, maar voor andere dodelijk kan

zijn.

Verschijnselen kunnen zijn:

Plotseling ziek worden (en sterven), sloom, koorts,

niet eten en drinken, (bloed)braken, diarree, neus-en

ooguitvloeiing.

Verspreiding:

Via alle uitscheidings producten.

Hondsdolheid (Rabiës)

Een virusziekte die levensgevaarlijk is voor alle warmbloedige

dieren (ook de mens). Het virus komt met speeksel via een

wondje in het lichaam en verspreidt zich langs zenuwbanen naar

de hersenen, waarna het dier uiteindelijk sterft (zoönose).

Verschijnselen kunnen zijn:

Gedragsverandering, zwerfneigingen, bijterig worden,

kwijlen, verlammingen.

Verspreiding:

Via speeksel (o.a. via bijtwonden).

Page 12: EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014 · Skelet Het skelet is een onderdeel van het (voort)bewegingsapparaat. Samen met de gewrichtsbanden vormt het skelet het

EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014

2014 12

Ziekte van Weil (Leptospirose)

Een ziekte die door micro-organismen (bacterieel) wordt

veroorzaakt. De grootste kans op besmetting bestaat in het

voor- en najaar. Bij jongere dieren kan de ziekte dodelijk

verlopen. Ook de mens kan door honden of ratten worden

besmet (zoönosen).

Verschijnselen kunnen zijn:

Koorts, sufheid, spierpijn, braken, dorst, gele slijmvliezen.

Verspreiding:

Via de urine van ratten en honden en in (zwem)water.

Kennelhoest

Een ziekte die veroorzaakt wordt door verschillende

micro-organismen. Besmetting vindt vooral plaats waar

veel honden bij elkaar zijn.

Verschijnselen kunnen zijn:

Harde rauwe hoest, meestal zijn de honden niet

erg ziek.

Verspreiding:

Via de uitademinglucht.

Via direct neus en bekcontact.

Parvo

Een virusziekte die met heftig braken en diarree gepaard gaat en

bij veel pups dodelijk verloopt.

Verschijnselen kunnen zijn:

Niet eten en drinken, koorts, stinkende (bloederige) diarree,

braken, uitdrogen.

Verspreiding:

Via de ontlasting.

Corona

Lijkt op parvo-infectie maar verloopt minder heftig

Verschijnselen kunnen zijn:

Koorts, lusteloosheid, geel-oranje diarree, geen eetlust,

uitdrogen.

Verspreiding:

Via de ontlasting.

Page 13: EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014 · Skelet Het skelet is een onderdeel van het (voort)bewegingsapparaat. Samen met de gewrichtsbanden vormt het skelet het

EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014

2014 13

Kat

Kattenziekte

Een besmettelijke virusziekte die dodelijk

kan zijn voor katten van alle leeftijden.

Verschijnselen kunnen zijn:

Koorts, sloomheid, braken, diarree,

bleke slijmvliezen.

Verspreiding:

Via de ontlasting, vlooien of de mens (kleding)

Direct contact.

In de baarmoeder.

Niesziekte

Een virusziekte die heftige verkoudheid

veroorzaakt.

Verschijnselen kunnen zijn:

Koorts, niezen, hoesten, kwijlen en

ooguitvloeiing.

Verspreiding:

Via de uitademinglucht.

Indirect via kleding.

Hondsdolheid (Rabiës): zie bij hondenziekten.

F.I.P (Feline Infectieuze Peritonitis)

Dodelijke virusziekte (corona-virus).

Moeilijk te herkennen, slechts een zeer

klein percentage van de besmette katten

wordt ziek. Vaccinatie is niet mogelijk.

Verschijnselen kunnen zijn:

Sloom, matige eetlust, soms dikke

buik, soms sterke vermagering.

Verspreiding:

Waarschijnlijk via; ontlasting,

speeksel en urine.

Page 14: EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014 · Skelet Het skelet is een onderdeel van het (voort)bewegingsapparaat. Samen met de gewrichtsbanden vormt het skelet het

EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014

2014 14

Konijn

Myxomatose:

Een virusziekte die vrijwel altijd

dodelijk verloopt.

Verschijnselen kunnen zijn:

Bobbels onder de huid, pussige

oog-en neusuitvloeiing (ogen

zitten vaak dicht), uitgemergeld.

Verspreiding:

Via een vector (drager) zoals een

bloedzuigende parasieten luis,

teek, mug vlieg vlo of mijt.

VHS: Viraal Haemorrhagish syndroom

Verschijnselen kunnen zijn:

Het konijn gaat plotseling dood door

inwendige bloedingen.

Verspreiding:

Heeft geen vector (drager) nodig. Kan heel

gemakkelijk via contact met kleding etc.

Men kan konijnen inenten tegen bovengenoemde ziektes.

Page 15: EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014 · Skelet Het skelet is een onderdeel van het (voort)bewegingsapparaat. Samen met de gewrichtsbanden vormt het skelet het

EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014

2014 15

Zoönosen Zoönosen zijn infectieziekten die van het dier op de mens (en omgekeerd) kunnen

overgaan, met al dan niet dezelfde symptomen.

Omdat je hier altijd attent op moet zijn, zullen we een aantal belangrijke manieren

aangeven, waarop ziektes kunnen worden overgebracht.

Ziektes kunnen overgebracht worden door:

Ectoparasieten (in of op de huid )

Schurftmijten

ringworm (schimmel) vlo, luis en teek

Endoparasieten (in het dier)

Spoelworm

Lintworm

Toxoplasma

Bacteriën

Leptospira ( Ziekte van Weil )

Salmonella (Paratyfus)

Tetanus

Botulisme

Kattenkrabziekte

Virussen

Rabiës ( hondsdolheid )

Page 16: EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014 · Skelet Het skelet is een onderdeel van het (voort)bewegingsapparaat. Samen met de gewrichtsbanden vormt het skelet het

EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014

2014 16

Preventie

In de omgang met allerlei (zieke) dieren loop je een risico op besmetting van een van

dier op mens overdraagbare ziekte. Als je de hiernavolgende voorzorgsmaatregelen in

acht neemt, is de kans op besmetting echter zeer klein.

Aanbevelingen om besmetting te voorkomen:

Na het aanraken van elk willekeurig dier je handen

wassen of reinigen met de desinfecterende vloeistof,

die zich in de ambulances bevindt.

In ieder geval nooit na contact met dieren met

ongewassen handen iets in je mond stoppen (eten of

roken). Een aantal ziekteverwekkers kan langs deze weg

je lichaam binnendringen.

Bij zieke dieren en bij mogelijk contact met ontlasting

(overreden dieren) altijd rubber handschoenen

(éénmalig gebruik) dragen.

Bij vleermuizen en vossen altijd rubber handschoenen dragen (ook bij dode

dieren).

Bij gevaar voor botulisme bovengenoemde voorzorgsmaatregelen treffen bij

contact met de slachtoffers, kadavers en met mogelijk besmet water.

Dieren niet in je gezicht laten likken (besmetting gaat vaak via de mond).

Etensbakken gescheiden van andere vaat afwassen.

Contact met vieze kattenbakken of katten vermijden, wanneer je zwanger bent

(i.v.m. toxoplasmose).

Als je zwanger bent ook in de tuin (aarde) met handschoenen aan werken.

Desinfectie

Afgezien van de mogelijke besmetting van dier op mens, is ook besmetting van het

ene dier op het andere mogelijk via besmette kooitjes, het interieur van de

ambulances, vangmateriaal enz.

Daarom wordt de vloer, en indien gebruikt, de kooitjes, het vangmateriaal en de

brancard van de ambulance na elke rit gereinigd met Savlon of eucalyptus oplossing

(licht desinfecterend), neosabyniel desinfecteert sterker ook tegen schimmel.

Als er een dier met een besmettelijke ziekte vervoerd wordt, zoals Parvo, vogelpest,

mond en klauw zeer, schimmelziekte, niesziekte of andere besmettelijke katten- of

hondenziekte, (ook bij een vermoeden daarvan) moet het hele interieur, dus ook de

vloer, materiaal, en je kleding ontsmet worden met Macrodes (bevindt zich in de

ambulance). Dit kan (verdund) met de spuitfles door het hele interieur, materiaal en

op kleding verneveld worden.

Het 100% uitsluiten van besmetting is niet mogelijk, maar je kunt het wel tot een

minimum beperken.

Page 17: EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014 · Skelet Het skelet is een onderdeel van het (voort)bewegingsapparaat. Samen met de gewrichtsbanden vormt het skelet het

EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014

2014 17

Euthanasie. Als medewerker van de dierenambulance wordt je nogal eens geconfronteerd met

euthanasie. Een oud dier met ongeneeslijke kwalen, maar helaas ook vaak jongere

dieren met een niet meer te genezen ziekte of verwonding, kunnen vaak beter uit hun

lijden worden verlost.

Euthanasie zal uitsluitend op advies van de dierenarts of een daartoe bevoegd

persoon en met instemming van de eigenaar kunnen worden toegepast (het is dan ook

belangrijk dat een eigenaar altijd aanwezig is om die toestemming te kunnen geven).

Een DAN medewerker zal daarbij niet alleen de dierenarts kunnen assisteren, maar

ook een niet onbelangrijke taak kunnen uitvoeren bij de opvang van de mensen die

daarbij betrokken zijn. Voor de meeste eigenaren van deze dieren is euthanasie een

moeilijke beslissing die ze aarzelend zullen nemen. Sta dan ook niet te gauw met een

oordeel klaar als een dier volgens jou al veel eerder had moeten inslapen. Wanneer je

ongeveer 10 jaar met het dier hebt opgetrokken, is het niet makkelijk om (zo)

afscheid te moeten nemen.

Als DAN medewerker kun je daarin begeleiden. Een vriendelijk woord misschien, of

soms gewoon zwijgen. Zowel voor de dierenarts als voor de DAN medewerker is dit

wellicht de schaduwzijde van dit beroep, maar wel heel belangrijk.

De DAN medewerker zal in de praktijk leren aanvoelen waar zijn taak hier ligt.

Dieren en mensen, het keert steeds weer terug in dit vak.

Page 18: EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014 · Skelet Het skelet is een onderdeel van het (voort)bewegingsapparaat. Samen met de gewrichtsbanden vormt het skelet het

EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014

2014 18

EHBO Eerste hulp is de allereerste verzorging van een dier dat lijdt

aan de gevolgen van een ongeval of een plotseling ontstane ziekte.

Het belangrijkste doel van eerste hulp is:

het leven te redden

het lijden te verlichten

kans op herstel te bevorderen

toestand te stabiliseren tijdens vervoernaar dierenarts

indien nodig dierenarts ter plaatse laten komen

Belangrijke punten bij het bieden van de eerste hulp

Inschatting van de situatie

Beoordeel allereerst of je de situatie aan kan; zoniet, aarzel dan niet om

extra hulp in te schakelen.

Pas op gevaar voor jezelf (verkeer), de omgeving en het slachtoffer.

Nader het dier langzaam en praat er tegen met kalme stem. Vermijd

plotselinge bewegingen en harde geluiden.

Houd het dier in de gaten en laat je niet afleiden.

Beschouw alle gewonde dieren in principe als gevaarlijk, dus blijf attent.

Probeer te voorkomen dat het dier kan ontsnappen (het eerste wat een dier

zal doen zodra hij er (weer) toe in staat is).

Page 19: EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014 · Skelet Het skelet is een onderdeel van het (voort)bewegingsapparaat. Samen met de gewrichtsbanden vormt het skelet het

EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014

2014 19

Verleen eerste hulp

Stel vast of het dier bij bewustzijn is (voorzichtig, een schijnbaar passief

gewond dier kan plotseling onverwacht snel uitvallen, bijten of krabben).

Stel vast of het dier overleden is of pas, indien zinvol, hartmassage en/of

kunstmatige ademhaling toe (reanimeren).

Laat huisdieren voorzichtig aan je aanwezigheid wennen.

Probeer alle in het wild levende dieren zo snel mogelijk af te dekken (in het

donker is de situatie voor hen minder bedreigend).

Gebruik, indien nodig en mogelijk een muilkorf, snuitbandje, of fixeer o.a.

bij reeën de poten.

Maak, indien nodig, luchtwegen vrij en leg het dier in een houding waarin het

zo goed mogelijk kan ademen.

Stelp een ernstige bloeding zo snel mogelijk (bijv. drukverband).

Het is in de meeste gevallen niet verstandig voorwerpen die een verwonding

veroorzaakt hebben, te verwijderen.

Geef het dier zuurstof en zorg voor warmte indien het dier in shock

verkeerd.

Voorzichtig met breuken. Bedek open fracturen (geen noodspalk).

Verplaats het dier niet onnodig. Gebruik de brancard of een kattenkooi om

het dier voorzichtig in de ambulance te krijgen.

Rijd voorzichtig tijdens het vervoer (snelheid is niet van belang, dus

stapvoets over verkeersdrempels en langzaam door bochten).

Page 20: EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014 · Skelet Het skelet is een onderdeel van het (voort)bewegingsapparaat. Samen met de gewrichtsbanden vormt het skelet het

EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014

2014 20

Toelichting EHBO en hulpverlening punten Als je als vrijwilliger van de DAN naar een dier in nood gaat, wordt er door

collega's en diegenen die de DAN ingeschakeld hebben, een zekere

deskundigheid verwacht. Zorg er dus voor dat je minimaal deze basis - EHBO

onder de knie hebt.

Je bent verantwoordelijk voor de verrichte hulpverlening; erken je eigen

grenzen en roep de hulp in van anderen (ervaren collega's, dierenarts,

brandweer, politie, omstanders), als je een situatie niet aankunt. Riskeer niet

je eigen leven of dat van anderen om een dier te redden en haal geen

onverantwoordelijke stunts uit.

Neem altijd voldoende tijd om de situatie goed in te schatten.

Voorkom gevaar voor jezelf, omstanders en het slachtoffer:

Probeer het overige verkeer tijdig te waarschuwen voor onverwachte

manoeuvres, zodra je het slachtoffer ziet.

Zet op tijd de alarmverlichting aan (en eventueel de zwaailichten), voordat je

vóór het slachtoffer stopt.

Plaats de auto zodanig, dat je het dier veilig kunt behandelen en het overige

verkeer zo min mogelijk hindert.

Draag bij hulpverlening op de weg altijd reflecterende jasjes.

Blijf op het verkeer letten en waarschuw indien nodig omstanders (soms in

paniek).

Probeer te voorkomen dat het slachtoffer de weg op vlucht, o.a. door het aan

de verkeerszijde te naderen.

Overige situaties bij hulpverlening:

Ga geen brandende gebouwen in om dieren te redden, dat is veel te gevaarlijk.

De brandweer is meestal snel ter plaatse, wacht totdat deze te hulp komt.

Klim niet zonder meer in bomen om dieren te redden. Het is voor ongeoefende

klimmers erg gevaarlijk en is meestal niet succesvol.

Begeef je niet zonder hulpmiddelen (bijv. ladder, lang touw, rubberboot) op

onbetrouwbaar ijs.

Wees bij hulpverlening op de snelweg uiterst

voorzichtig. Als er dieren op de snelweg

geholpen moeten worden, roept de centralist

altijd de hulp van RWS in, zij kunnen eventueel

het verkeer tijdelijk stilleggen. Alleen onder

begeleiding van RWS mogen wij dieren langs de

snelwegen helpen.

Page 21: EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014 · Skelet Het skelet is een onderdeel van het (voort)bewegingsapparaat. Samen met de gewrichtsbanden vormt het skelet het

EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014

2014 21

Paniek Een aangereden (huis)dier is volledig in paniek. Benader zo'n

dier zeer voorzichtig en voorkom een vluchtreactie. Een in

paniek wegvluchtend dier kun je niet helpen, bovendien

kunnen de verwondingen verergeren.

Kalmte Je bent als medewerker van de DAN te hulp

geroepen om een dier te helpen; laat je niet afleiden

door mensen die denken het beter te weten. Ook

voor de eigenaar kan een gewond huisdier totaal

anders reageren dan hij zou verwachten. Als je hem

hiervoor duidelijk waarschuwt, kun je hem wel

inschakelen om het dier te kalmeren, of hem (als het

dier jou niet vertrouwt) een muilkorf om laten doen.

Blijf het dier in de gaten houden, het kan plotseling

bij zijn positieven komen en wegvluchten.

Gevaar voor hulpverlener Honden, katten, vossen, eekhoorns, e.d. kunnen bijten (dassen ook en

heel hard); katten en meerkoeten kunnen krabben; reeën, zwanen,

paarden kunnen je een flinke trap verkopen; reigers, futen en

roerdompen kunnen met hun snavel uithalen naar je ogen.

Veel waardering voor je hulp hoef je niet te verwachten.

Als je er echter op verdacht bent, valt het allemaal wel een

beetje mee. Gebruik dikke handschoenen, de vangstok, de

kattentang, een veiligheidsbril, muilkorven (of snuitband),

dekens en netten indien nodig.

Gevaar voor ontsnapping Laat een gewond dier niet ontsnappen, tenzij je daartoe

gedwongen wordt. Elke latere poging om het weer te vangen zal

minder kans op succes hebben, het dier is extra op zijn hoede.

Zet als je bijvoorbeeld een gewonde kat oppakt de kattenkooi

van te voren klaar, zodat je hem maar even hoeft vast te

houden.

Page 22: EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014 · Skelet Het skelet is een onderdeel van het (voort)bewegingsapparaat. Samen met de gewrichtsbanden vormt het skelet het

EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014

2014 22

Vaststellen of een dier bewusteloos is Stel vast of het dier buiten bewustzijn is. Pas op, een

blijkbaar passief dier kan bij aanraking plotseling zeer

'actief' worden.

Als een dier niet bij bewustzijn is, moet je vaststellen of het

dier overleden is en of eventueel beademing of hartmassage

nog zinvol is.

Vaststellen of een dier overleden is Als de ogen van het dier open zijn, niet meer

reageren op aanraking, 'gebroken' (niet meer egaal

glanzend) zijn, er geen zichtbare ademhaling meer

is (kijk vanuit een laag gezichtspunt over het dier

heen) en geen voelbare hartslag (voel met wijs- of

middelvinger de hartslag aan de binnenbovenkant

van de achterpoot of aan de borstwand vlak achter

de elleboog), is het dier overleden.

Urine en soms ook ontlasting worden spontaan

geloosd, de temperatuur daalt en de spieren worden slap en zacht. Na 1 à 2 uur

treedt de rigor mortis in, waarbij de spieren stijf worden.

Vaststellen of reanimatie (hartmassage en beademen)

zinvol is Bij verkeersongelukken zijn de inwendige verwondingen vaak zodanig, dat beademen

of reanimeren zinloos is.

Is een dier gestikt door een vreemd voorwerp in de keelholte of luchtwegen, door

gebrek aan zuurstof (o.a. brand), gewurgd (bijvoorbeeld met de halsband blijven

hangen), geëlektrocuteerd, vergiftigd of verdronken, dan kan beademen zinvol zijn,

als je er op tijd bij bent (binnen ongeveer 15 minuten, afhankelijk van de

temperatuur). Wanneer de ademhaling is gestopt, klopt het hart nog enkele minuten

door.

Een hartstilstand kan ook veroorzaakt worden door een ongeval met elektriciteit,

spontaan optreden of door een hartinfarct. Na een paar seconden stopt dan ook de

ademhaling.

Page 23: EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014 · Skelet Het skelet is een onderdeel van het (voort)bewegingsapparaat. Samen met de gewrichtsbanden vormt het skelet het

EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014

2014 23

Reanimeren Doel:

herstellen ademhaling en hartpompwerking

voorkomen van hersenbeschadiging door zuurstofgebrek

Ademstilstand - beademen Leg het dier op de

rechterzijde (op een

stevige ondergrond) en

strek kop en hals recht

naar voren (in een lijn

met de wervelkolom).

Trek de tong uit de bek,

en kijk of er niets in de

keel zit. Plaats nu twee

handen op de zijkant van

de borstkas (nabij de laatste rib) en druk de borstwand 30 tot 50 maal per minuut

stevig in. Laat na elke drukbeweging snel los, de

borstkas zal (door de elasticiteit van de borstwand)

weer uitzetten en de longen vullen zich met lucht.

Als het dier na ongeveer 10 minuten niet zelfstandig

weer gaat ademen, wordt het vrij hopeloos.

Bij kleine dieren zoals katten gaat het vrijwel op

dezelfde manier; leg beide handen dan plat op de

ribben onder het linker schouderblad.

Een alternatief is mond op neus beademing;

Maak de ademweg vrij, strek de kop/nek, trek de

tong naar buiten en verwijder slijm, bloed en vreemde

voorwerpen.

Houd dan de bek van het dier goed gesloten. Blaas

5 tot 10 maal per minuut, waarbij de verhouding

inademen/uitademen 1: 2 is. Let op de

borstkasbewegingen. Deze laatste methode is

noodzakelijk als er tegelijkertijd hartmassage

wordt toegediend. Je kunt het ook toepassen bij

diepe wonden in de borstholte.

Page 24: EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014 · Skelet Het skelet is een onderdeel van het (voort)bewegingsapparaat. Samen met de gewrichtsbanden vormt het skelet het

EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014

2014 24

Hartmassage

Hartstilstand gecombineerd met ademstilstand

Soms kan bij een hartstilstand de werking van het hart hersteld worden door twee

maal kort met je vuist een korte klap te geven op de borstkast (vlak achter het

schouderblad).

Bij hartmassage is het de bedoeling dat je de pompwerking van het hart van buitenaf

tot stand brengt om zodoende de bloedcirculatie te herstellen. Samen met het

beademen (mond op neus) kunnen zodoende de organen (vooral de hersenen) weer

enigszins van zuurstof worden voorzien. Zuurstoftekort is vooral voor de hersenen al

snel fataal.

Hartmassage moet altijd gecombineerd worden met mond op neus beademen; het is

dus teamwork.

Er zijn twee methoden, namelijk:

1 de 'hart pomp' bij kleine dieren (o.a. kat en kleine

hondenrassen)

Druk de borstkas samen tussen duim en

vingers ter hoogte van het hart, 60 tot

100 maal per minuut.

2 de 'borstkaspomp' bij grotere dieren.

Samendrukken op de maximale omvang van de borstkast, bij

voorkeur aan twee kanten tegelijk. Bij een brede borstkas (grote

honden) kun je het dier beter op de rug

leggen, en op het borstbeen drukken

(vergelijkbaar met reanimeren van

mensen).

Ook hier 60/100 maal per minuut.

In beide gevallen moet tegelijkertijd beademd worden.

Page 25: EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014 · Skelet Het skelet is een onderdeel van het (voort)bewegingsapparaat. Samen met de gewrichtsbanden vormt het skelet het

EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014

2014 25

Benaderen huisdieren en wilde dieren

Huisdieren zijn mensen gewend. Bij hen kun je

proberen ze op hun gemak te stellen. Laat een

gewonde hond voorzichtig aan je hand (maak een

vuist) snuffelen, en benader een gewonde kat met een

door een dikke handschoen beschermde hand. Het

beste is het dier van de zijkant te benaderen, niet van

voren. Rustig praten, zijn naam noemen (als eigenaar er bij is) rustig en

voorspelbaar bewegen en langzaam het dier benaderen. Blijf voorzichtig, een

hond kan bijvoorbeeld weer schrikken van de brancard (groot onbekend ding

wat op hem afkomt).

In het wild levende dieren raken alleen nog maar meer in

paniek door je aanwezigheid. Door ze zo snel mogelijk af te

dekken, maak je die bedreiging onzichtbaar, waardoor ze

meestal rustiger worden.

Voorkom verwondingen door bijten

Bij gewonde honden moet je eigenlijk altijd een muilkorf of

snuitband gebruiken. Ook als het dier vrij rustig lijkt, kan het bijvoorbeeld bij

het tillen door plotselinge pijn toch ineens gaan bijten.

Om dezelfde reden is het verstandig bij katten en andere

zoogdieren altijd leren handschoenen te gebruiken.

Bij reeën moeten de poten gefixeerd worden met soepel touw,

een panty of de daarvoor bestemde bandjes uit de ambulance.

Zorg voor onbelemmerde ademhaling

Als het dier moeite heeft met ademhalen en zeker als het niet

bij bewustzijn is, moet je zorgen voor een onbelemmerde

ademhaling. Te strakke halsbanden afdoen en verwijder bloed,

vloeistof of ander materiaal uit neus en keelholte.

Bij verdrinking de hond of kat 15 tot 30 seconden met de kop omlaag houden.

Page 26: EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014 · Skelet Het skelet is een onderdeel van het (voort)bewegingsapparaat. Samen met de gewrichtsbanden vormt het skelet het

EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014

2014 26

Bloedingen Ernstige bloedingen (zeker slagaderlijke bloedingen)

zijn levensbedreigend en moeten meteen behandeld

worden. Veel bloedverlies kan shock en binnen enkele

minuten de dood tot gevolg hebben.

Belangrijk:

bloeding stelpen

wond beschermen tegen infectie

Er is een aantal mogelijkheden om een bloeding te stoppen:

Druk uitoefenen op de wond

Je kunt een bloeding stoppen door rechtstreeks

druk uit te oefenen op de wond. Leg een steriel

gaasje, een snelverband (beide te vinden in de EHBO

koffer) of een schone doek (gewone theedoek, 90

graden wassen en strijken) op de wond en oefen met

de handpalm constant een flinke druk uit op de hele

wond. Het gaasje absorbeert het bloed, zorgt dat er

stolling optreedt en beschermt de wond tegen

infecties. In de meeste gevallen zal de bloeding zo

stoppen.

Bij diepe en/of grote wonden kun je beter een nat (fysiologische

zoutoplossing -o.a. contactlensvloeistof) snelverband of gaasje

gebruiken. Dit om uitdrogen van de organen te voorkomen.

Bij diepe wonden waarbij de longen zijn aangeprikt moet je een wond

bovendien luchtdicht afsluiten (natte doek of schone onderlegger -

plastic- uit de ambulance).

Verwijder geen voorwerpen uit wonden

Het is meestal niet verstandig voorwerpen die een verwonding hebben veroorzaakt te

verwijderen, vooral als ze diep in het lichaam gedrongen zijn. Verwijdering kan

ernstige bloedingen veroorzaken, er kunnen gedeelten achterblijven (bijv.

houtsplinters).

Zorg er wel voor dat zo'n voorwerp niet dieper in de wond gedrukt kan worden door

het dier in bedwang te houden.

Page 27: EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014 · Skelet Het skelet is een onderdeel van het (voort)bewegingsapparaat. Samen met de gewrichtsbanden vormt het skelet het

EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014

2014 27

Druk uitoefenen op 'drukpunten'

Je kunt de bloedtoevoer van de slagader, die het gewonde gebied van bloed voorziet,

belemmeren door op een van de drie drukpunten te drukken.

Bij deze 3 drukpunten (zie afb.) kun je de slagader tegen het onderliggende bot

drukken.

De drukpunten vind je:

aan de binnenzijde van het

bovenste

deel van de voorpoot

aan de binnenzijde van het

bovenste

deel van de achterpoot

aan de onderkant van de

staartbasis

Door daar druk uit te oefenen stop je een bloeding in het eronder gelegen gedeelte

van de betreffende ledematen.

Laat het drukpunt pas los als de bloeding gestelpt is.

Een tourniquet aanleggen

Een tourniquet is een reep stof (2,5 cm breed), gaas of koord, die je strak om

ledemaat bindt om de bloedvaten dicht te drukken.

Dit is een tamelijk gevaarlijke techniek, die je alleen moet gebruiken om een leven te

redden.

Nooit langer dan 15 minuten aaneen laten

zitten, om afsterven van weefsel te

voorkomen. Na 15 minuten een paar seconden

laten doorstromen, daarna opnieuw

aanleggen.

Je kan ook een speciale stuwband gebruiken

(in EHBO koffer), die je voor de

doorbloeding even wat losser kunt maken.

Page 28: EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014 · Skelet Het skelet is een onderdeel van het (voort)bewegingsapparaat. Samen met de gewrichtsbanden vormt het skelet het

EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014

2014 28

Shock Een dier kan in shock raken onder meer door een ernstige verwonding, ernstig

bloedverlies, veelvuldig overgeven, vergiftiging, verbranding, uitdroging en een

elektrische schok. Shock is een toestand van onvoldoende circulerend bloedvolume.

Net als bij een hartstilstand, waarbij het bloed niet meer rond gepompt wordt, dreigt

er zuurstoftekort in de vitale organen, omdat er onvoldoende bloed voorhanden is om

deze zuurstof te transporteren.

Omdat dit een levensbedreigende situatie is reageert het lichaam hierop door:

de hartslag te versnellen

de kleine bloedvaten te vernauwen, waardoor het bloed naar de grotere

bloedvaten wordt geperst, die de belangrijkste organen van bloed voorzien

de ademhaling te versnellen om de zuurstofopname in het bloed te verbeteren

Deze reacties van het lichaam verklaren de verschijnselen, waaraan je een shock kunt

herkennen.

Verschijnselen van shock

Het dier is zwak, half bij kennis of bewusteloos

door slechte bloedvoorziening (zuurstofgebrek) in

de hersenen.

Slijmvliezen van mond en oogleden zijn bleek.

Wanneer je op het tandvlees drukt duurt het door

de geringe doorbloeding veel langer dan normaal,

voordat de kleur terugkeert -2 à 3 sec. i.p.v

minder dan 1 sec - (Capillair Refill Time - CRT).

Snelle en oppervlakkige ademhaling.

Een snelle hartslag.

Huid en poten (voetzolen) voelen koud aan.

Behandeling van shock

Belangrijk is het dier zo snel mogelijk naar een dierenarts te vervoeren; bij

een ernstige shock is dit van levensbelang. Het zo snel mogelijk toedienen van

een grote hoeveelheid vocht in de bloedsomloop is de meest waardevolle

therapie (infuus).

Houd de lichaamstemperatuur op peil. Voorkom afkoeling, maar gebruik geen

warmtebron. Leg het dier op een deken en dek hem toe, of wikkel het in een

deken. Leg het dier op een warme plaats (niet bij een warmtebron), bij

voorkeur binnenshuis of in een verwarmde auto (zorg ervoor dat de ambulance

binnen warm is, als je op weg bent naar een ongeval).

Behandel het dier voorzichtig, vermijd onnodige schokken.

Tijdens het vervoeren naar een dierenarts is het zinnig het dier van extra

zuurstof te voorzien met behulp van het zuurstofapparaat in de ambulance.

Page 29: EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014 · Skelet Het skelet is een onderdeel van het (voort)bewegingsapparaat. Samen met de gewrichtsbanden vormt het skelet het

EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014

2014 29

Zuurstof toedienen

Leg de zwarte kap half over de neus van

het slachtoffer (neus niet helemaal

afsluiten)

Draai de hoofdkraan open en stel de

'flowmeter' in;

0,5 liter/minuut voor een

dier van het formaat kat

1,0 liter/minuut voor een

dier van het formaat hond

1,5 liter/minuut voor een

dier van het formaat grote

hond

Het dier ademt dus zelf, maar krijgt door de toevoeging van zuivere zuurstof een

verrijkt mengsel binnen, hetgeen een dreigend zuurstoftekort voor de vitale organen

kan voorkomen.

Page 30: EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014 · Skelet Het skelet is een onderdeel van het (voort)bewegingsapparaat. Samen met de gewrichtsbanden vormt het skelet het

EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014

2014 30

Botbreuken

Gesloten botbreuk

Vaak heb je bij aanrijdingen te maken met gebroken poten.

Wanneer een bot gebroken is, maar de huid intact, spreek je van een gesloten

fractuur. Zo'n breuk moet je heel voorzichtig behandelen, omdat door elke beweging

van de botuiteinden het weefsel rond de breuk verder beschadigt.

Open botbreuk

In ernstige gevallen steekt het bot door de huid. Zo'n open

fractuur is zeer gevoelig voor besmetting, en de kans op infectie is

dan ook zeer groot.

Raak de naar buiten komende botdelen nooit aan, en probeer

ze zeker niet terug te duwen.

Bedek de botuiteinden eventueel met een steriel gaasje en

verbindt ze losjes.

Vervoeren van de gewonde dieren Na alle hieraan voorafgaande 'spoed EHBO' is de patiënt enigszins gestabiliseerd en

moet dan meestal direct naar een dierenarts voor verdere behandeling.

Het dier rustig en comfortabel vervoeren is belangrijker dan snelheid.

Zodra het dier vervoerd moet worden, moet je voorkomen dat het kan gaan

bijten, krabben of schoppen. Gebruik voor gewonde honden altijd een muilkorf

en vervoer gewonde kleinere dieren (katten) altijd in een kooitje.

Als een hond op de brancard vervoerd moet worden, kun je hem bij zijn nekvel

vlak achter de kop en een huidplooi meer naar achteren op de brancard

trekken. Kleinere honden zijn op deze manier ook te tillen maar let op bij de

chihuahua en pekingees (oogluxatie). Door het dier op die manier te tillen,

wordt de belasting zo gelijkmatig mogelijk over het lichaam verdeeld, en

kunnen eventuele gebroken ledematen onbelemmerd meebungelen.

Leg een dier met fracturen altijd zo dat de breuk boven ligt.

Buig of verdraai het lichaam zo min mogelijk, dat kan vooral bij letsel aan de

wervelkolom en poten nadelig zijn.

Ondersteun een lichaamsdeel dat duidelijk gewond of misvormd is. Leg geen

noodspalk aan, maar probeer door voorzichtig en met beleid behandelen en

vervoeren te voorkomen dat fractuur verergert (een noodspalk doet vaak meer

kwaad dan goed).

Wees zelf rustig en probeer het dier tijdens het vervoer te kalmeren. Zorg er

voor dat hij het warm genoeg heeft en kalm blijft liggen.

Nogmaals; voorzichtig rijden, stapvoets over verkeersdrempels, voorzichtig

door de bocht, voorzichtig optrekken en afremmen.

Page 31: EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014 · Skelet Het skelet is een onderdeel van het (voort)bewegingsapparaat. Samen met de gewrichtsbanden vormt het skelet het

EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014

2014 31

Vergiftiging

Bij vergiftiging kunnen de ziekteverschijnselen

zeer snel optreden; als je met acute

vergiftigingen te maken hebt, kan snel ingrijpen

een leven redden.

Grondregel

1. Verwijder ingeslikt vergif voordat het via de darmen in het bloed kan worden

opgenomen.

2. Als het vergif niet verwijderd kan worden, voorkom dan dat het opgenomen

wordt, probeer het te neutraliseren, te verdunnen of geef een tegengif.

De mogelijkheden bij spoedhulp zijn:

Vervoer het dier zo snel mogelijk naar de dierenarts,

neem indien mogelijk braaksel en/of opgenomen stof (of

eventueel de verpakking) mee.

Alleen wanneer er geen dierenarts bereikbaar is binnen 30 minuten:

Niet laten braken bij een onbekende stof of bij een ingeslikt zuur, base of

olieproduct ( bijv. benzine) als deze stoffen door braken nog een tweede keer

door de slokdarm gaan, kan dit fatale beschadigingen veroorzaken. Of via

verslikken in de longen terecht komen.

Indien wel bekend is om welke stof het gaat, kun je via de centralist snel de

juiste aanpak (neutraliseren, verdunnen) bepalen, of via een dierenarts.

Neem afhankelijk van de conditie van het dier de nodige maatregelen, zoals

behandeling shock, beademen e.d.

Bij koolmonoxidevergiftiging (kersrode lippen en tong, zwak en dizzy) is het

toedienen van zuurstof van levensbelang. Daarna zo snel mogelijk naar de

dierenarts.

Page 32: EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014 · Skelet Het skelet is een onderdeel van het (voort)bewegingsapparaat. Samen met de gewrichtsbanden vormt het skelet het

EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014

2014 32

Verbranding Verbrandingen zijn de meest voorkomende ongelukken binnenshuis, vooral bij katten.

Brandwonden bij dieren kunnen variëren van

1e graad

oppervlakkige wonden, rode zwelling en pijn

2e graad

blaren, grotere zwelling en meer pijn

3e graad

ernstige verbrandingen waarbij alle huidlagen

zijn vernield, onderliggend weefsel bloot komt te

liggen, en het dier geen pijn voelt

Spoedgevallen, waarbij zo snel mogelijk moet worden

ingegrepen zijn vooral de 2e en 3e graad verbrandingen.

Belangrijk is:

voorkom infectie

zo snel mogelijk afkoelen met lauw water (verlicht de pijn)

behandel shock

snel naar de dierenarts

Spoedhulp:

Brandwonden zijn vaak zeer pijnlijk; behandel het dier heel

voorzichtig.

Zorg voor afkoeling, door bijvoorbeeld natte (schone)

doeken op het verbrande gebied te leggen of door de wond

af te koelen door onderdompeling in lauw water of met

stromend lauw water (ca. 10 minuten).

Voorkom infectie door het verbrande gebied af te dekken

met steriele gaasjes.

Behandel de shock: ernstige verbranding gaat meestal

gepaard met shock.

Vervoer het dier zo snel mogelijk naar de dierenarts.

Page 33: EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014 · Skelet Het skelet is een onderdeel van het (voort)bewegingsapparaat. Samen met de gewrichtsbanden vormt het skelet het

EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014

2014 33

Zonnesteek (bevangen door warmte)

Dit is een levensbedreigend spoedgeval

Een dier raakt bevangen door warmte, als de temperatuur en de vochtigheidsgraad in

zijn omgeving zo hoog zijn, dat zijn lichaam de normale temperatuur niet meer kan

handhaven. Hijgen om de lichaamstemperatuur

te verlagen heeft dan geen effect meer, en

uiteindelijk bezwijkt het dier.

Het komt het meest voor bij honden die in de

zomer in een auto worden achtergelaten. Er is

dan zeker niet altijd sprake van achteloosheid;

de afwezigheid kan langer duren dan gepland en

een auto kan pas later in de volle zon komen te

staan.

Verschijnselen:

Hoge lichaamstemperatuur (boven de 41,5 graden), snel hijgen, overvloedig

kwijlen, tong en lippen hebben een zeer rode

kleur, braken, diarree. Uiteindelijk raakt

het dier in coma.

Spoedhulp:

Haal het dier zo snel mogelijk uit de warme

omgeving (voordat je een dier uit een

afgesloten auto haalt altijd eerst contact

opnemen met de politie).

Zo snel mogelijk de lichaamstemperatuur verlagen met behulp van lauw water,

onder de douche of eventueel in een sloot (langzaam in het water laten zakken).

Ga er mee door totdat de temperatuur tot onder de 39,5 graden is gezakt

(temperatuur altijd rectaal opnemen, normale lichaamstemperatuur van een

hond en kat is 38-39 graden)

Vervoer het dier zo snel mogelijk naar de dierenarts.

Bevriezing (onderkoeling) Onderkoeling kan zich voordoen als een huisdier (hond) bij abnormaal koud en

winderig weer te lang buiten is. Plaatselijke bevriezing treedt dan vaak op aan de

weinig beschermde delen, zoals bijvoorbeeld de voetkussentjes of de oorranden.

Bij onderkoeling reageert het lichaam door het samentrekken van de kleine

haarvaatjes in de huid (voorkomen extra warmteverlies), dus roze huid wordt wit.

Page 34: EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014 · Skelet Het skelet is een onderdeel van het (voort)bewegingsapparaat. Samen met de gewrichtsbanden vormt het skelet het

EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014

2014 34

Spoedhulp

Breng de temperatuur van een dier dat aan

hevige kou is blootgesteld snel weer op

temperatuur door het dier in een lauw warm

bad (39 - 41 graden) te dompelen.

Verwarm plaatselijke bevriezingen door ze in

vochtige warme doeken in te pakken.

Vooral niet te snel of teveel warmte

toevoeren.

Behandel zonodig de shock of

ademhalingsstoornissen.

Vervoer het dier naar de dierenarts.

Maagtorsie Een maagtorsie is een plotseling optredende

aandoening bij vooral grote hondenrassen, vaak van

middelbare en oudere leeftijd. Maar ook bij kleine

rassen, zoals tekkels kan het voorkomen.

Je kunt een onderscheid maken tussen een

maagovervulling en een maagkanteling.

Maagovervulling: maag is overvuld met (voornamelijk) gas, voedsel en vocht

Maagkanteling: maag is bovendien gedraaid rond zijn as.

In ongeveer 90% van de gevallen is er sprake van een maagkanteling.

In beide gevallen is de hond niet in staat om de maaginhoud te verwijderen.

Oorzaak:

Overvulling van de maag kan veroorzaakt worden door een zenuwstoring

(storing voedselvertering en maaglediging), het 'slikken van lucht' door buikpijn

en misselijkheid (door soort ventielwerking van de maagingang kan de lucht wel

naar binnen, maar niet meer terug) of door wilde bewegingen van de hond met

een volle maag, waardoor deze kantelt en er een afsluiting ontstaat. Omdat het

voedsel in de volle maag gaat gisten, ontstaat er gasvorming en zwelling van de

maag. Ook een combinatie van genoemde factoren is mogelijk.

Door de enorme omvang van de maag raken de organen in de verdrukking, krijgt de

hond moeite met ademhalen en raakt hij in shock.

Page 35: EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014 · Skelet Het skelet is een onderdeel van het (voort)bewegingsapparaat. Samen met de gewrichtsbanden vormt het skelet het

EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014

2014 35

Verschijnselen

de hond is onrustig

speekselt en vertoont braakneigingen, 'zonder dat

er iets komt'(loos braken)

heeft een sterk toegenomen buikomvang (vaak

direct links achter de ribboog)

heeft een pijnlijke en harde buik

wordt vervolgens sloom en ademt moeizaam

Dit is een acuut spoedgeval

Spoedhulp

zuurstof toedienen (shock)

zo snel mogelijk naar de dierenarts

Oogluxatie (oogbol uit de oogkas)

Soms komt het voor dat de hele oogbol uit de

oogkas stulpt. Met name bij honden- en

kattenrassen met korte snuiten komt dit nog al

eens voor (o.a. pekingees).

Zo'n oogluxatie of oogprolaps kan ontstaan door

een ongeval of tijdens een gevecht, maar ook door

opwinding of te strak aan het nekvel pakken.

Dit is een spoedgeval; wanneer behandeling te lang uitblijft, zal het, door optredende

stuwing en de daarop volgende zwelling van de oogbol, moeilijk zijn het oog weer terug

te plaatsen en daarmee te behouden. Bovendien bestaat het gevaar van verwonding en

uitdroging van het oog.

Spoedhulp

het oog niet zelf proberen terug te duwen

houdt het oog vochtig en schoon, en voorkom beschadiging

bescherm het oog met een steriel gaasje of schone doek, gedrenkt in olijfolie

(in EHBO-koffer), contactlensvloeistof of eventueel schoon water (ieder

kwartier opnieuw bevochtigen)

Vervoer het dier snel naar de dierenarts. Pas op dit is extreem pijnlijk.

Page 36: EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014 · Skelet Het skelet is een onderdeel van het (voort)bewegingsapparaat. Samen met de gewrichtsbanden vormt het skelet het

EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014

2014 36

Epilepsie (aanvallen, stuipen)

Een toeval is een plotseling optredend, maar tijdelijk bewustzijnsverlies, gepaard

gaande met hevige onwillekeurige samentrekkingen van de skeletspieren. Meestal

speekselt het dier overvloedig en laat het de urine lopen.

De duur is meestal beperkt (zelden langer dan een minuut), maar kan zelfs uren

duren.

Oorzaak

infectieziekten

tumoren van de hersenen

ernstige verwondingen aan de kop (bijv. na een auto-ongeluk)

diverse andere (onbekende) oorzaken

Eerste hulp

Zorg dat het dier zich door de aanval niet kan verwonden.

Probeer het dier in bedwang te houden (bijv met een deken).

Als dit niet lukt, verwijder dan alles in de omgeving waaraan het dier zich zou

kunnen bezeren.

Omdat ook de kaakspieren zich bij een aanval krachtig samentrekken, zal het

dier bijten op alles wat in zijn bek komt; pas op je vingers en probeer

beschadiging van de tong te voorkomen.

Gebruik geen muilkorf en stop niets tussen zijn tanden.

Beperk prikkels van buitenaf (lawaai, fel licht, onverwachte bewegingen).

Laat alles wat tijdens de aanval wordt waargenomen zoveel mogelijk noteren

(duur, tijdstip en gedrag voor en na de aanval).

Vervoer het dier zo rustig mogelijk naar de dierenarts (bij voorkeur na de

aanval).

Page 37: EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014 · Skelet Het skelet is een onderdeel van het (voort)bewegingsapparaat. Samen met de gewrichtsbanden vormt het skelet het

EHBO cursus Dierenambulance Nijmegen e.o. DAN © april 2014

2014 37

Nawoord

Tekst vormgeving en tekeningen

April 1997 : Vera Bruschinski

2e aangepaste versie juni 1999 : Bert Hesse

3e aangepaste versie januari 2006 : Jacqueline Bouwhuisen

4e aangepaste versie april 2014 : Astrid Wessels, Jacqueline Bouwhuisen

Met dank aan

Collega’s en dierenartsen voor aanvullingen, correcties en meedenken.

Literatuur: Animal Rescue, Valerie Porter, Ashfort Southampton, 1989

Animal First Aid, Rorke Garfield, National Animal Rescue Association, Starprint Northampton, 1981

Cursus dierenartsassistente, L.O.I.

De Dierenarts in huis, Dr. Nigel Noris e.a., Uitgeverij Elmar b.v., Rijswijk, 1977

De medische verzorging van uw kat, S.L. Gerstenveld, Uitgeverij Elmar b.v., Rijswijk, z.j.

Eerste hulp voor huisdieren, Robert W. Kirk, Uitgeverij Het Spectrum Utrecht/Antwerpen, 1980.

Eerste hulp voor hond en kat, Barry Bush, Uitgeverij de Driehoek, Amsterdam, 1981

Eerste hulp bij kleine huisdieren, dictaat Groenhorst college, Barneveld, 1991

Gezondheidsleer & eerste beginselen van ziekteleer, dictaat Groenhorst college, Barneveld, 1991