Hartcatheterisa*e gecompliceerd door iCVA
Guus Leijte, senior co-‐assistent C3a/b
Casus • Vrouw, 40 jaar
• Belaste familieanamnese voor H&V ziekten • IPL infarct • CAG à RCX/RCA proximaal occlusie • Geen PCI
• 2 uur later: hemiparese links • Op CT-‐A: occlusie M1 en M2 segment ACM rechts
Mechanisme iCVA • Embolie Qjdens CAG:
1. Luchtembolus (92%, niet klinisch significant) 2. Disloca*e atheroom in traject 3. Thrombus-‐formaQe op catheter 4. Pre-‐existent PFO/trombus in LV/klep etc.
Ad 2. • >50% CAG’s afschrapen “aorQc plaques” (1998) • Risico: leeaijd, HT, DM, eerder CVA
• De beste route? • A. Femoralis à emboli abdominaal/benen • A. Radialis à meer cerebrale micro-‐emboli
• Meta-‐analyse: 150.000 intervenQes
• IncidenQe iCVA na: • CAG: 0.11 – 0.4% • PCI: 0.18 – 0.44%
• IncidenQe hemorragisch CVA: • 0.2 -‐ 0.3% • AnQstolling
Inciden*e
Risicofactoren
Pa*ënt-‐aBankelijk OR Procedure-‐aBankelijk OR
Leeaijd > 80 3.2 IABP 2.2-‐3.5
Diabetes 1.8 Acute segng 2.7
LVEF (maQg) * 2.9 Grote catheter (PCI) -‐
Nierfalen 2.0-‐3.1 Volume contrast -‐
Vrouwelijk geslacht * 3.2 Duur -‐
Perifeer vaatlijden * 2.2-‐3.0
Hypertensie * 1.9-‐2.9
Eerder CVA 2.3
* Risicofactoren aanwezig bij patiënt uit casus
Mortaliteit Pooled rela*ve risk aFer PCI in non-‐STEMI pa*ents
• 18.334 PCI-‐paQënten • 90 paQënten CVA (0.49%) waarvan 32 overleden • 3-‐year mortality: 38% vs. 12.9%
S*l infarct
• IncidenQe 15% (MRI, n=48) • Impact op leven?
• Milde cogniQeve afwijkingen • Depressie
• DemenQe
Kliniek • Normale populaQe à 20-‐30% vertebrobasilaire circulaQe • Na catheterisaQe à >50% vertebrobasilaire circulaQe
• Meest voorkomende symptomen:
• Visusafwijking, spierzwakte, afasie, verminderd bewustzijn • Camouflage door sedaQe • Uitsluiten andere oorzaken DD:
• EpilepQsch insult • Hypoglycemie • Migraine
NIH-‐Stroke Scale 1.a Bewustzijn 0 = Alert
1 = Niet alert, maar wekbaar met een geringe
sQmulus.
2 = Niet alert, moet herhaaldelijk gesQmuleerd
worden.
3 = Coma (niet wekbaar)
__
1.b Vraag naar maand en
leeFijd
0 = Beantwoordt beide correct
1 = Beantwoordt één van beide correct
2 = Beantwoordt niet of beide incorrect
__
1.c Vraag de ogen te sluiten
en vuist te maken
0 = Voert beide opdrachten correct uit
1 = Voert één van beide opdrachten correct uit
2 = Voert geen van beide correct uit
__
2. Blikrich*ng/
Oogbewegingen
0 = Normaal
1 = Kijkt bij voorkeur naar één kant
2 = Dwangstand
__
3. Gezichtsvelden 0 = Lijken intact
1 = Gedeeltelijke gezichtsveld uitval/exQncQe
2 = Complete gezichtsveld uitval.
3 = Blind (corQcale blindheid).
__
4. Aangezichtsverlamming
(vraag wenkbrauwen op
te
trekken, ogen te sluiten
en
tanden te laten zien)
0 = Normaal/symmetrisch.
1 = Lichte asymmetrie, verstreken nosolabiaal-‐
plooi
2 = Gedeeltelijke verlamming.
3 = Complete verlamming.
__
5 Motorische func*e
armen
0 = Kan normaal arm uitstrekken (gedurende 10
sec).
1 = Arm zakt uit (“dria”).
2 = Enige beweging tegen de zwaartekracht.
3 = Geen beweging tegen de zwaartekracht (wel
aanspanning
spieren).
4 = Geen beweging.
5 = Niet testbaar(bv. amputaQe).
L __
R __
6 Motorische func*e benen 0 = Kan normaal been opQllen (30° gedurende 5 sec)
1 = Been zakt uit (“dria”)
2 = Enige beweging tegen de zwaartekracht
3 = Geen beweging tegen de zwaartekracht (wel
aanspanning
spieren)
4 = Geen beweging
5 = Niet te testen (bv. amputaQe)
L __
R __
7. Ataxie 0 = Niet aanwezig.
1 = Aanwezig in één arm of één been .
2 = Aanwezig in twee of meer ledematen.
__
8. Sensibiliteit
(pijnzin links en rechts
vergelijken)
0 = Normaal
1 = Verminderd
2 = Afwezig
__
9. Taal
(laat een plaatje
beschrijven en een
voorwerp
benoemen, zinnen
nazeggen)
0 = Geen afasie
1 = Lichte afasie
2 = ErnsQge afasie
3 = MuQsQsch of globale afasie
__
10. Spraakstoornis/Dysarthrie
(woorden laten oplezen)
0 = Normale arQculaQe.
1 = Onduidelijke spraak.
2 = ErnsQge dysarthrie/anarthrie.
3 = Niet te testen (tube).
__
11. Ex*nc*e en Ina[en*e
(visuele en tac*ele
prikkels tegelijk links en
rechts
aanbieden)
0 = Normaal (niet aanwezig)
1 = InasenQe of exQncQe voor één soort prikkel
2 = ErnsQge hemi-‐inasenQe voor beide prikkels
__
TOTAAL
__
NCH
t-PA of IA trombectomie
Take home message
• Wees bewust van incidenQe & risicofactoren
• CVA tot 36u na procedure
• Snelle herkenning
• Sluit andere oorzaken uit
• Bepaal NIHSS
Top Related