Download - Gebruikershandleiding Nokia X3-00download-fds.webapps.microsoft.com/.../Nokia_X3-00_UG_nl.pdfGebruikershandleiding Nokia X3-00 Uitgave 3.0 Inhoudsopgave Veiligheid 4 Aan de slag 6

Transcript
  • Gebruikershandleiding Nokia X3-00

    Uitgave 3.0

  • Inhoudsopgave

    Veiligheid 4

    Aan de slag 6Toetsen en onderdelen 6De SIM-kaart en batterij plaatsen 8De geheugenkaart plaatsen enverwijderen 9De batterij opladen 11GSM-antenne 12Accessoires 13

    De telefoon inschakelen 14Over dit apparaat 14Netwerkdiensten 15Toegangscodes 16Het apparaat in- en uitschakelen 17Stand-by modus 17Door de menu's navigeren 20De toetsen vergrendelen 21Functioneert zonder SIM-kaart 22Het profiel Vlucht 22

    Ondersteuning en updates 23Ondersteuning 23My Nokia 23Content downloaden 24Software-updates via de pc 24Software-updates over-the-air 24Fabrieksinstellingen terugzetten 26

    Persoonlijke instellingen 26Basisinstellingen 26De telefoon aanpassen aan uwvoorkeuren 28Verbindingen 32Diensten van netwerkproviders 37

    Telefoonfuncties 40Bellen 40Tekst en berichten 44E-mail en chatten 50

    Beeld en video 55Foto's nemen 55Videoclips opnemen 56Instellingen voor camera en video 56Galerij 57Afbeeldingen afdrukken 59Geheugenkaart 59

    Entertainment 60Luisteren naar muziek 60Web 68Spelletjes en toepassingen 71

    Kaarten 72Kaarten downloaden 72Kaarten en GPS 73Extra diensten 74

    Gegevens beheren 75Contacten beheren 75

    2 Inhoudsopgave

  • Visitekaartjes 77Datum en tijd 78Alarmklok 78Agenda 79To-do list 79Notities 79Rekenmachine 80Timerfunctie 80Stopwatch 80

    Groene tips 81Energie besparen 81Recyclen 82Meer informatie 82

    Product- enveiligheidsinformatie 82

    Index 93

    Inhoudsopgave 3

  • Veiligheid

    Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijkof onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie.

    SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG ISSchakel het apparaat niet in als het gebruik van mobiele telefoonsverboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.

    VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANGHoudt u aan de lokale wetgeving. Houd tijdens het rijden uw handen vrijom uw voertuig te besturen. De verkeersveiligheid dient uw eersteprioriteit te hebben terwijl u rijdt.

    STORINGAlle draadloze apparaten kunnen gevoelig zijn voor storing. Dit kan dewerking van het apparaat negatief beïnvloeden.

    SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN GEBIEDEN WAARBINNEN EEN GEBRUIKSVERBODGELDT

    Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Schakel hetapparaat uit in vliegtuigen en in de nabijheid van medische apparatuur,brandstof, chemicaliën of gebieden waar explosieven worden gebruikt.

    DESKUNDIG ONDERHOUDDit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd ofgerepareerd.

    4 Veiligheid

  • TOEBEHOREN EN BATTERIJENGebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geenincompatibele producten aan.

    WATERBESTENDIGHEIDHet apparaat is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.

    Veiligheid 5

  • Aan de slag

    Leer de telefoon kennen, plaats de batterij, simkaart en geheugenkaart, en neemkennis van belangrijke informatie over uw telefoon.

    Toetsen en onderdelen

    1 Luistergedeelte2 Muziektoets: terugspoelen3 Muziektoets: afspelen/pauze4 Muziektoets: vooruitspoelen5 Linker- en rechterselectietoets6 Beltoets7 Microfoon8 Scherm9 Navi™-toets (bladertoets)

    6 Aan de slag

  • 10 Aan/uit- en beëindigingstoets11 Toetsenblok12 Luidspreker

    13 Luidspreker14 Nokia AV-aansluiting (3,5 mm)15 Aansluiting voor oplader16 Micro USB-kabelaansluiting17 Volumetoetsen18 Opnametoets19 Cameralens20 Geheugenkaartsleuf21 Oogje van polsband

    Aan de slag 7

  • De SIM-kaart en batterij plaatsenOpmerking: Schakel het apparaat uit en zorg ervoor dat het apparaat niet met eenlader of een ander apparaat is verbonden als u de covers wilt verwijderen. Raak deelektronische onderdelen niet aan terwijl u de covers verwisselt. Bevestig altijd decovers voordat u het apparaat opbergt of gebruikt.

    De SIM-kaart en de contactpunten van de kaart kunnen gemakkelijk beschadigdraken door krassen of verbuiging. Wees daarom voorzichtig wanneer u een SIM-kaart vastpakt, plaatst of verwijdert.

    1 Open de achtercover en verwijder deze. Verwijder de batterij.

    2 Open de SIM-kaarthouder. Plaats de SIM-kaart in de houder met de schuine hoeknaar beneden gericht en het contactoppervlak naar de contacten van hetapparaat gericht. Sluit de SIM-kaarthouder

    8 Aan de slag

  • 3 Plaats de batterij terug (let op de positie van de contactpunten). Plaats deachtercover weer op het apparaat.

    De geheugenkaart plaatsen en verwijderen

    Gebruik alleen compatibele micro-SD-kaarten die door Nokia is goedgekeurd voorgebruik met dit apparaat. Nokia maakt gebruik van goedgekeurde industriëlenormen voor geheugenkaarten, maar sommige merken zijn mogelijk niet geheelcompatibel met dit apparaat. Incompatibele kaarten kunnen de kaart en hetapparaat beschadigen en gegevens op de kaart aantasten.

    Aan de slag 9

  • Uw apparaat ondersteunt microSD-kaarten met een capaciteit van maximaal 8 GB.Een enkel bestand mag niet groter zijn dan 2 GB.

    De geheugenkaart plaatsen

    1 Open het klepje van de geheugenkaartsleuf.2 Plaats de kaart in de geheugenkaartsleuf met het contactoppervlak naar

    beneden gericht en duw de kaart naar binnen tot deze vastklikt.3 Sluit het klepje van de geheugenkaartsleuf.

    De geheugenkaart verwijderenBelangrijk: Verwijder de geheugenkaart niet op het moment dat er een bewerkingwordt uitgevoerd waarbij de kaart wordt gebruikt. Hierdoor kunnen de kaart enhet apparaat beschadigd worden en kunnen gegevens op de kaart wordenaangetast.

    U kunt de geheugenkaart verwijderen of vervangen zonder het apparaat uit teschakelen.

    1 Controleer of de geheugenkaart momenteel niet door een toepassing wordtgebruikt.

    10 Aan de slag

  • 2 Open het klepje van de geheugenkaartsleuf.3 Druk de kaart iets naar binnen om deze te ontgrendelen en verwijder de kaart.

    De batterij opladenDe batterij is deels opgeladen in de fabriek. Als het apparaat aangeeft dat de batterijleeg raakt, doet u het volgende:

    1 Sluit de lader aan op een stopcontact.

    2 Sluit de lader aan op het apparaat.3 Wanneer het apparaat aangeeft dat de batterij volledig is opgeladen, koppelt

    u de lader los van het apparaat en haalt u vervolgens de stekker uit hetstopcontact.

    U kunt de batterij ook opladen met een USB-kabel met stroom van een computer.

    1 Sluit het ene uiteinde van een USB-kabel aan op een USB-poort van eencomputer en sluit het andere uiteinde aan op uw apparaat.

    2 Wanneer de batterij volledig is opgeladen, koppelt u de USB-kabel los.

    U hoeft de batterij niet een specifieke tijd op te laden en u kunt het apparaat tijdenshet opladen gebruiken. Als de batterij volledig ontladen is, kan het enkele minuten

    Aan de slag 11

  • duren voordat de batterijindicator op het scherm wordt weergegeven en u weermet het apparaat kunt bellen.

    Wanneer u het apparaat oplaadt terwijl u naar de radio luistert, kan dit deontvangstkwaliteit negatief beïnvloeden.

    GSM-antenne

    Het apparaat kan interne en externe antennes hebben. Vermijd onnodig contactmet het gebied rond de antenne als de antenne aan het zenden of ontvangen is.Contact met antennes kan de kwaliteit van de communicatie nadelig beïnvloedenen kan tijdens gebruik leiden tot een hoger stroomverbruik en tot een korterelevensduur van de batterij.

    In de afbeelding is het GSM-antennegebied grijs gemarkeerd.

    12 Aan de slag

  • AccessoiresEen USB-kabel aansluiten

    Verwijder het kapje van de USB-connector en sluit de USB-kabel aan op het apparaat.

    Hoofdtelefoon

    Waarschuwing:Wanneer u de hoofdtelefoon gebruikt, kan uw vermogen om geluiden van buitenafte horen negatief worden beïnvloed. Gebruik de hoofdtelefoon niet wanneer dit uwveiligheid in gevaar kan brengen.

    Als u externe apparaten of hoofdtelefoons op de netstroomconnector van Nokiaaansluit die niet door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat, moetu extra letten op het geluidsniveau.

    Sluit geen producten aan die een uitgangssignaal afgeven, aangezien het apparaatdan beschadigd kan raken. Sluit geen energiebron aan op de netstroomconnectorvan Nokia.

    Aan de slag 13

  • Polsband

    Haal de band door de opening zoals wordt getoond in de afbeelding en maak dezevast.

    De telefoon inschakelen

    De telefoon inschakelen en de basisfuncties gebruiken.

    Over dit apparaatHet draadloze apparaat dat in deze handleiding wordt beschreven, is goedgekeurdvoor gebruik in het GSM-netwerken van 850, 900, 1800 en 1900 MHz. Neem contactop met uw serviceprovider voor meer informatie over netwerken.

    Uw apparaat beschikt mogelijk over vooraf geïnstalleerde bladwijzers enkoppelingen naar websites van derden. Deze zijn niet verbonden met Nokia enNokia onderschrijft deze niet en aanvaardt er geen aansprakelijkheid voor. Als udergelijke sites bezoekt, moet u voorzorgsmaatregelen treffen op het gebied vanbeveiliging of inhoud.

    14 De telefoon inschakelen

  • Waarschuwing:Als u andere functies van dit apparaat wilt gebruiken dan de alarmklok, moet hetapparaat zijn ingeschakeld. Schakel het apparaat niet in wanneer het gebruik vandraadloze apparatuur storingen of gevaar kan veroorzaken.

    Houd u bij het gebruik van dit apparaat aan alle regelgeving en respecteer lokalegebruiken, privacy en legitieme rechten van anderen, waaronder auteursrechten.Auteursrechtbescherming kan verhinderen dat bepaalde afbeeldingen, muziek enandere inhoud worden gekopieerd, gewijzigd of overgedragen.

    Maak een back-up of houd een schriftelijke neerslag bij van alle belangrijkegegevens die in uw apparaat zijn opgeslagen.

    Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, dient u eerst dehandleiding van het desbetreffende apparaat te raadplegen voor uitgebreideveiligheidsinstructies. Sluit geen incompatibele producten aan.

    De afbeeldingen in deze documentatie kunnen verschillen van de afbeeldingen ophet scherm van het apparaat.

    Voor andere belangrijke informatie over uw apparaat wordt u verwezen naar degebruikershandleiding.

    NetwerkdienstenOm het apparaat te kunnen gebruiken, moet u beschikken over een abonnementbij een aanbieder van draadloze verbindingsdiensten. Enkele functies zijn niet opalle netwerken beschikbaar. Er zijn ook functies waarvoor u specifieke regelingenmet uw serviceprovider moet treffen voordat u ze kunt gebruiken. Wanneer unetwerkdiensten gebruikt, worden er gegevens overgedragen. Informeer bij uwserviceprovider naar de kosten voor communicatie op uw eigen telefoonnetwerken wanneer u in het dekkingsgebied van andere netwerken verkeert. Uwserviceprovider kan u vertellen welke kosten in rekening worden gebracht.

    De telefoon inschakelen 15

  • Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om bepaalde functies uit teschakelen of niet te activeren in uw apparaat. In dat geval worden deze functiesniet in het menu van uw apparaat weergegeven. Mogelijk is uw apparaat voorzienvan aangepaste onderdelen, zoals menunamen, menuvolgorde en pictogrammen.

    ToegangscodesAls u wilt instellen hoe de toegangscodes en beveiligingsinstellingen in de telefoonworden gebruikt, selecteert u Menu > Instellingen > Beveiliging >Toegangscodes.

    • Met de beveiligingscode wordt de telefoon beveiligd tegen ongeoorloofdgebruik. De vooraf ingestelde code is 12345. U kunt deze code wijzigen en detelefoon zo instellen dat de code wordt opgevraagd. Voor sommigebewerkingen is de beveiligingscode nodig ongeacht de instellingen,bijvoorbeeld als u de fabrieksinstellingen wilt terugzetten. Houd de codegeheim en bewaar deze op een veilige plaats (niet bij de telefoon). Als u de codebent vergeten en de telefoon is vergrendeld, is extra service nodig waarvoorkosten in rekening kunnen worden gebracht. Neem voor meer informatiecontact op met een Nokia Care-centrum of de leverancier van de telefoon.

    • Met de PIN- of UPIN-code die bij de SIM- of USIM-kaart wordt geleverd, wordtde kaart beveiligd tegen ongeoorloofd gebruik.

    • De PIN2-code (UPIN2), die bij sommige SIM-kaarten (USIM) wordt geleverd, isvereist voor het gebruik van bepaalde diensten.

    • PUK (UPUK)- en PUK2 (UPUK2)-codes worden bij de SIM (USIM)-kaart geleverd.Als u drie keer achter elkaar de verkeerde PIN-code hebt ingevoerd, wordt u omde PUK-code gevraagd. Neem contact op met uw serviceprovider als de codesniet beschikbaar zijn.

    • Het blokkeerwachtwoord is vereist als u Oproepen blokkeren gebruikt omoproepen van en naar de telefoon te beperken (netwerkdienst).

    • Als u de instellingen voor de beveiligingsmodule van de webbrowser wiltweergeven of wijzigen, selecteert u Menu > Instellingen > Beveiliging >Inst. beveil.module.

    16 De telefoon inschakelen

  • Het apparaat in- en uitschakelen

    Aan- en uitschakelenHoud de aan/uit-toets ingedrukt.

    De PIN-code invoerenVoer de PIN-code (weergegeven als ****) in als hierom wordt gevraagd.

    Datum en tijd instellenVoer de datum, de lokale tijd, de tijdzone en de zomertijd van uw locatie in alshierom wordt gevraagd.

    Als u het apparaat voor het eerst inschakelt, wordt mogelijk gevraagd of u deconfiguratie-instellingen van uw serviceprovider wilt opvragen (netwerkdienst).Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.

    Stand-by modusWanneer de telefoon gereed is voor gebruik en geen tekens zijn ingevoerd, bevindtde telefoon zich in de stand-by modus.

    De telefoon inschakelen 17

  • Weergave

    1 Signaalsterkte van het mobiele netwerk 2 Oplaadstatus van batterij3 Indicatoren4 Klok5 Naam van het netwerk of het operatorlogo6 Datum (alleen als het startscherm is uitgeschakeld)7 Weergave8 Functie van de linkerselectietoets9 Functie van de Navi-toets (bladertoets)10 Functie van de rechterselectietoets

    U kunt de functie van de linker- en rechterselectietoets wijzigen. Zie ' Linker- enrechterselectietoetsen ', p. 30.

    StartschermIn het startscherm wordt een lijst weergegeven met geselecteerde functies engegevens die u rechtstreeks kunt gebruiken.

    18 De telefoon inschakelen

  • Selecteer Menu > Instellingen > Weergave > Startscherm.

    Het startscherm activerenSelecteer Startscherm.

    Het startscherm organiseren en aanpassenSelecteer Weergave aanpassen.

    Een toets selecteren om het startscherm te activerenSelecteer Startschermtoets.

    In het startscherm navigerenNavigeer in de lijst met de bladertoets omhoog of omlaag en selecteer Select.,Bekijk of Bewerk. De pijlen geven aan dat er meer gegevens beschikbaar zijn.

    Met navigeren stoppenSelecteer Afsluiten.

    SnelkoppelingenAls uw apparaat in de standby- of startschermmodus staat, kunt u de volgendesnelkoppelingen gebruiken.

    Lijst van gemiste, ontvangen en gebelde nummers weergevenDruk op de beltoets. Als u wilt bellen, bladert u naar een nummer of naam en druktu op de beltoets.

    De webbrowser startenHoud 0 ingedrukt.

    De voicemailbox bellenHoud 1 ingedrukt.

    De telefoon inschakelen 19

  • Anders toetsen gebruiken als snelkoppelingZie 'Snelkeuzetoetsen', p. 41.

    Indicatoren

    U hebt ongelezen berichten.U hebt berichten die nog niet zijn verzonden, zijn geannuleerd ofwaarvan de verzending is mislukt.De toetsen zijn geblokkeerd.Het apparaat gaat niet over wanneer oproepen of tekstberichtenworden ontvangen.De wekker is ingesteld.

    / Het apparaat is geregistreerd op het GPRS- of EGPRS-netwerk./ Er is een GPRS- of EGPRS-verbinding open./ De GPRS- of EGPRS-verbinding is opgeschort (in de wachtstand).

    Bluetooth-connectiviteit is geactiveerd.Er is een GPS-signaal beschikbaar (externe GPS-antenne vereist) .Er is geen GPS-signaal beschikbaar (externe GPS-antenne vereist) .Als u twee telefoonlijnen hebt, is de tweede lijn in gebruik.Alle inkomende oproepen worden doorgeschakeld naar een andernummer.Gesprekken zijn beperkt tot een besloten gebruikersgroep.Er is een tijdelijk profiel ingeschakeld.Er is een headset aangesloten op het apparaat.Het apparaat is met een USB-gegevenskabel aangesloten op een anderapparaat.

    Door de menu's navigerenDe telefoon biedt een uitgebreide reeks functies die in menu's zijn ondergebracht.

    1 Selecteer Menu om het menu te openen.2 Blader door het menu en selecteer een optie (bijvoorbeeld Instellingen).

    20 De telefoon inschakelen

  • 3 Als het geselecteerde menu submenu's bevat, selecteert u er een (bijvoorbeeld,Oproepen).

    4 Selecteer de gewenste instelling.5 Selecteer Terug om terug te keren naar het vorige menuniveau.

    Als u het menu wilt afsluiten, selecteert u Afsluiten.

    Als u de menuweergave wilt wijzigen, selecteert u Opties > Hoofdmenuwrgave.Schuif naar rechts om uit de beschikbare opties te kiezen.

    Als u het menu anders wilt indelen, selecteert u Opties > Indelen. Ga naar hetmenu-onderdeel dat u wilt verplaatsen en selecteer Verplaats. Ga naar de plaatswaarnaar u het menu-onderdeel wilt verplaatsen en selecteer OK. Selecteer OK >Ja om de wijziging op te slaan.

    De toetsen vergrendelenDe toetsen vergrendelen om te voorkomen dat deze per ongeluk worden ingedrukt.

    De toetsen vergrendelenSelecteer Menu en druk binnen 3,5 seconde op *.

    De toetsen ontgrendelenSelecteer Vrijgeven en druk binnen 1,5 seconde op *. Voer desgevraagd debeveiligingscode in.

    Een oproep beantwoorden wanneer de toetsen zijn vergrendeldDruk op de beltoets. Wanneer u een oproep beëindigt of weigert, worden de toetsenautomatisch weer vergrendeld.

    Verdere functies zijn Aut. toets.blokk. en Toetsenblokkering. Zie'Telefooninstellingen', p. 26.

    Wanneer het apparaat is vergrendeld, kunt u mogelijk nog wel hetgeprogrammeerde alarmnummer kiezen.

    De telefoon inschakelen 21

  • Functioneert zonder SIM-kaart Sommige functies van uw telefoon kunnen worden gebruikt zonder dat u een SIM-kaart hebt geplaatst. Voorbeelden hiervan zijn games en de functies van Organiser.Sommige functies in de menu's zijn grijs weergegeven en kunt u niet gebruiken.

    Het profiel VluchtGebruik het profiel Vlucht in omgevingen waarin radiogolven storing kunnenveroorzaken om alle functies die radiofrequenties gebruiken uit te schakelen. Uhebt dan nog steeds toegang tot offline spelletjes, de agenda en telefoonnummers.Als het profiel Vlucht actief is, wordt weergegeven.

    Het profiel Vlucht activerenSelecteer Menu > Instellingen > Profielen > Vlucht > Activeer of Aanpassen.

    Het profiel Vlucht uitschakelenSelecteer een willekeurig ander profiel.

    Waarschuwing:In het profiel Vlucht kunt u geen oproepen doen of ontvangen, ook geenalarmoproepen. Ook overige functies waarvoor netwerkdekking is vereist, kunnenniet worden gebruikt. Als u wilt bellen, moet u eerst de telefoonfunctie activerendoor een ander profiel te kiezen. Als het apparaat is vergrendeld, moet u debeveiligingscode invoeren.

    Als u een alarmnummer wilt kiezen terwijl het apparaat vergrendeld is en in hetprofiel Vlucht staat, kunt u ook het geprogrammeerde alarmnummer in het veldvoor de beveiligingscode invoeren en de toets 'Bellen' selecteren. Op het apparaatwordt een bevestiging weergegeven dat het profiel Vlucht wordt afgesloten en eenalarmnummer wordt gekozen.

    22 De telefoon inschakelen

  • Ondersteuning en updates

    Nokia helpt u op allerlei manieren om het beste uit uw apparaat te halen.

    Het modelnummer van uw apparaat kunt u vinden op de achtercover.

    OndersteuningAls u meer wilt weten over hoe u uw product kunt gebruiken of u weet niet zekerhoe uw apparaat behoort te werken, raadpleegt u de gebruikershandleiding of deondersteuningspagina's op www.nokia.com/support, de lokale Nokia-website of,voor mobiele apparaten, www.nokia.mobi/support.

    Als u hiermee het probleem niet kunt oplossen, gaat u als volgt te werk:

    • Start het apparaat opnieuw op: schakel het apparaat uit en verwijder debatterij. Plaats de batterij na een ongeveer een minuut weer in het apparaaten schakel het apparaat in.

    • Herstel de oorspronkelijke fabrieksinstellingen zoals in degebruikershandleiding wordt uitgelegd.

    • Werk de software van uw apparaat regelmatig bij voor optimale prestaties enmogelijke nieuwe functies, zoals uitgelegd in de gebruikershandleiding.

    Als het probleem nog steeds niet is opgelost, neemt u contact op met Nokia om hetapparaat te laten repareren. Kijk op www.nokia.com/repair. Maak eerst een back-up van de gegevens in uw apparaat voordat u het voor reparatie verstuurt.

    My NokiaOntvang gratis tips, trucs en ondersteuning voor uw Nokia-telefoon. Daarnaastkrijgt u toegang tot gratis proefversies, interactieve demonstraties, eenpersoonlijke webpagina en nieuws over de nieuwste Nokia-producten en -diensten.

    Meld u vandaag nog aan bij My Nokia om alles uit uw Nokia-telefoon te halen!Raadpleeg www.nokia.com/mynokia voor meer informatie en voor debeschikbaarheid in uw regio.

    Ondersteuning en updates 23

    http://www.nokia.com/supporthttp://www.nokia.mobi/supporthttp://www.nokia.com/repairhttp://www.nokia.com/mynokia

  • Content downloadenU kunt mogelijk nieuwe content (bijvoorbeeld thema's) naar de telefoondownloaden (netwerkdienst).

    Belangrijk: Maak alleen gebruik van diensten die u vertrouwt en die adequatebeveiliging en bescherming bieden tegen schadelijke software.

    Informeer bij de serviceprovider naar de beschikbaarheid en prijs van deverschillende diensten.

    Software-updates via de pcNokia Software Updater is een pc-toepassing waarmee u de software van uwapparaat kunt bijwerken. Als u dat wilt doen, hebt u een compatibele pc nodig, eenbreedbandverbinding met internet en een compatibele USB-gegevenskabel om uwapparaat op de pc aan te sluiten.

    Voor meer informatie, release notes voor de laatste softwareversies en voor hetdownloaden van de toepassing Nokia Software Updater, gaat u naarwww.nokia.com/softwareupdate of uw plaatselijke Nokia-website.

    Als u de apparaatsoftware wilt bijwerken, gaat u als volgt te werk:

    1 Download en installeer de toepassing Nokia Software Updater op uw pc.2 Verbind het apparaat met de pc via een compatibele USB-gegevenskabel en

    selecteer PC Suite.3 Open de toepassing Nokia Software Updater. De toepassing Nokia Software

    Updater helpt u bij het maken van een back-up van uw bestanden, hetbijwerken van de software en het terugzetten van uw bestanden.

    Software-updates over-the-airUw serviceprovider verzendt software-updates mogelijk rechtstreeks naar uwtelefoon (netwerkdienst). Afhankelijk van uw telefoon is deze optie misschien nietbeschikbaar.

    24 Ondersteuning en updates

    http://www.nokia.com/softwareupdate

  • Bij het downloaden van software-updates worden mogelijk grote hoeveelhedengegevens overgedragen (netwerkdienst).

    Zorg ervoor dat de batterij van het apparaat voldoende capaciteit heeft of dat delader is aangesloten voordat u begint met bijwerken.

    Waarschuwing:Tijdens het installeren van een software-update kunt u het apparaat niet gebruiken,zelfs niet om een alarmnummer te bellen, totdat de installatie is voltooid en hetapparaat opnieuw is ingeschakeld. Zorg ervoor dat u een backup maakt van degegevens voordat u de installatie van een update aanvaardt.

    Instellingen voor software-updatesAfhankelijk van uw telefoon is deze optie misschien niet beschikbaar.

    Selecteer Menu > Instellingen > Telefoon > Telefoonupdates > Automat. SW-update als u automatische software-updates wel of niet wilt toestaan.

    Een software-update aanvragen1 Selecteer Menu > Instellingen > Telefoon > Telefoonupdates om

    beschikbare software-updates bij uw serviceprovider op te vragen.2 Selecteer Details hdge softw. om de huidige softwareversie weer te geven en

    te controleren of een update nodig is.3 Selecteer Tel.softw. downldn om een software-update te downloaden en te

    installeren. Volg de instructies op het scherm.4 Als de installatie na het downloaden was geannuleerd, selecteert u Sw.update

    installern om de installatie te starten.

    De software-update kan enkele minuten in beslag nemen. Als er problemen zijn metde installatie, neemt u contact op met uw serviceprovider.

    Ondersteuning en updates 25

  • Fabrieksinstellingen terugzettenAls u de telefoon wilt terugzetten naar de fabrieksinstellingen, selecteert uMenu > Instellingen > Fabr.inst. terugz. en een van de volgende opties:Alleen inst. herstellen — om alle voorkeursinstellingen te herstellen zonderpersoonlijke gegevens te wissen.Alles herstellen — om alle voorkeursinstellingen herstellen én alle persoonlijkegegevens te wissen, zoals contacten, berichten, mediabestanden enactiveringssleutels.

    Persoonlijke instellingen

    U kunt het apparaat instellen, de instellingen aanpassen en op verschillendemanieren verbinding maken.

    BasisinstellingenTelefooninstellingenSelecteer Menu > Instellingen en Telefoon.

    Selecteer een van de volgende opties:Taalinstellingen — Als u de taal wilt instellen voor uw apparaat, selecteert u Taaldisplay en een taal. Als u de taal van het apparaat wilt instellen aan de hand vande informatie op de SIM-kaart, selecteert u Taal display > Automatisch.Geheugenstatus — Het geheugenverbruik weergeven.Aut. toets.blokk. — De toetsen worden automatisch na een vooraf ingesteldevertragingstijd vergrendeld wanneer het apparaat in de standby- ofstartschermmodus is en geen functie is gebruikt.Toetsenblokkering — Het apparaat zo instellen dat om de beveiligingscode wordtgevraagd om de toetsen te ontgrendelen.Spraakherkenning — Spraakopdrachten instellen of despraakherkenningstraining starten.

    26 Persoonlijke instellingen

  • Offlineverzoek — Het apparaat zo instellen dat wordt gevraagd om het profielVlucht wanneer u het apparaat inschakelt. In het profiel Vlucht zijn alleradioverbindingen uitgeschakeld.Telefoonupdates — Software-updates van uw serviceprovider toestaan(netwerkdienst). De beschikbare opties kunnen variëren. Operatorselectie — Handmatig selecteren welk netwerk u gebruikt.Automat. Help-tekst — Het apparaat zo instellen dat Help-tekst wordtweergegeven. .Starttoon — Een toon afspelen wanneer u het apparaat inschakelt. .SIM-acties bevest. — Extra netwerkdiensten openen vanaf uw SIM-kaart. Dezeoptie is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van uw SIM-kaart.

    BeveiligingsinstellingenSelecteer Menu > Instellingen en Beveiliging.

    Wanneer beveiligingsfuncties zijn ingeschakeld waarmee oproepen wordenbeperkt (zoals het blokkeren van oproepen, gesloten gebruikersgroepen en vastenummers), kunt u mogelijk nog wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen.De functies voor het blokkeren en doorschakelen van oproepen kunnen niettegelijkertijd actief zijn.

    Selecteer een van de volgende opties:

    PIN-codeaanvraag of UPIN-codeaanvraag — Het apparaat zo instellen dat elkekeer bij het inschakelen om de PIN- of UPIN-code wordt gevraagd. Bij sommige SIM-kaarten is het niet mogelijk het opvragen van de code uit te schakelen.Oproepen blokkeren — Inkomende en uitgaande oproepen beperken(netwerkdienst). Hiervoor hebt u het blokkeerwachtwoord nodig.Vaste nummers — Uitgaande oproepen beperken tot geselecteerdetelefoonnummers, als dit door uw SIM-kaart wordt ondersteund. Als de functieVaste nummers is geactiveerd, zijn GPRS-verbindingen niet mogelijk, behalve bijhet verzenden van tekstberichten via een GPRS-verbinding. In een dergelijk geval

    Persoonlijke instellingen 27

  • moeten het telefoonnummer van de ontvanger en het nummer van deberichtencentrale in de lijst Vaste nummers zijn opgenomen.Bep. grp gebruikers — Een groep mensen definiëren die u kunt bellen of doorwie u kunt worden gebeld (netwerkdienst).Beveiligingsniveau — Als u wilt instellen dat om de beveiligingscode wordtgevraagd wanneer een nieuwe SIM-kaart in het apparaat wordt geplaatst,selecteert u Telefoon.Toegangscodes — De beveiligingscode, PIN-code, UPIN-code, PIN2-code of hetblokkeerwachtwoord wijzigen.PIN2-codeaanvraag — Het apparaat zo instellen dat om de PIN2-code wordtgevraagd wanneer u een bepaalde functie gebruikt die wordt beveiligd met dePIN2-code. Bij sommige SIM-kaarten is het niet mogelijk het opvragen van de codeuit te schakelen. Deze optie is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van uw SIM-kaart. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.Code gebruiken — Het type pincode dat wordt gebruikt weergeven en selecteren.Autoris.certificaten of Gebr.certificaten — De lijst met autorisatie- ofgebruikerscertificaten weergeven die beschikbaar zijn op uw apparaat.Inst. beveil.module — De Geg. beveil.module weergeven, Verzoek PIN moduleactiveren of de module-PIN en ondertekenings-PIN wijzigen.

    De telefoon aanpassen aan uw voorkeurenGeef uw telefoon een persoonlijk tintje met beltonen, achtergronden en thema's.Maak snelkoppelingen naar de meest gebruikte functies en breid de functionaliteitvan uw telefoon uit.

    ProfielenDe telefoon heeft verschillende instellingsgroepen die ook wel profielen wordengenoemd. U kunt in deze profielen de ringtones voor verschillende gebeurtenissenen omgevingen aanpassen.

    Selecteer Menu > Instellingen > Profielen, het gewenste profiel, en maak eenkeuze uit de volgende opties:

    28 Persoonlijke instellingen

  • Activeer — om het geselecteerde profiel te activerenAanpassen — om de profielinstellingen te wijzigenTijdelijk — om in te stellen dat een profiel gedurende een bepaalde tijd wordtgeactiveerd. Wanneer de ingestelde tijd voor het profiel verstrijkt, wordt het vorigeprofiel (waarvoor geen tijd was ingesteld) geactiveerd.

    Thema'sEen thema bevat elementen voor het aanpassen van de telefoon.

    Selecteer Menu > Instellingen > Thema's en maak een keuze uit de volgendeopties:Thema selecteren — Open de map Thema's en selecteer een thema.Themadownloads — Open een lijst met koppelingen om meer thema's tedownloaden.

    TonenU kunt de tooninstellingen van het geselecteerde profiel wijzigen.

    Selecteer Menu > Instellingen > Tonen. U vindt dezelfde instellingen ook in hetmenu Profielen.

    LichtenAls u lichteffecten wilt activeren en deactiveren die zijn gekoppeld aan verschillendetelefoonfuncties, selecteert u Menu > Instellingen > Verlichting.

    WeergaveSelecteer Menu > Instellingen > Weergave en maak een keuze uit de volgendeopties:Achtergrond — om een achtergrondafbeelding voor het startscherm toe tevoegen.

    Persoonlijke instellingen 29

  • Startscherm — om de startschermmodus te activeren, te organiseren en aan tepassen.Letterkl. startscherm — om de letterkleur voor de startschermmodus teselecteren.Nav.toetspictogr. — om de symbolen van de navigatietoetsen op het startschermte tonenMeldingsdetails — details weergeven van meldingen over gemiste oproepen enberichtenAnimatie (schuiven) — om een animatie weer te geven als u de telefoon open ofdicht schuiftScreensaver — om een screensaver te maken en in te stellen.Lettergrootte — om de lettergrootte in te stellen voor het weergeven vanberichten, contacten en webpagina's.Operatorlogo — om het operatorlogo weer te geven.Celinformatie — de identiteit van de cel weergeven, indien deze beschikbaar isop het netwerk

    SnelkoppelingenPersoonlijke snelkoppelingen geven snel toegang tot veelgebruiktetelefoonfuncties.

    Linker- en rechterselectietoetsen Als u de functie wilt wijzigen die is toegewezen aan de linker- ofrechterselectietoets, selecteert u Menu > Instellingen > Snelkoppelingen >Linkerselectietoets of Rechter selectietoets en de gewenste functie.

    Als in het startscherm de linkerselectietoets Favoriet is, kunt u een functie activerendoor Favoriet > Opties en een van de volgende opties te selecteren:Selectieopties — om een functie toe te voegen of te verwijderenOrganiseren — om de functies opnieuw te rangschikken

    30 Persoonlijke instellingen

  • Andere snelkoppelingenSelecteer Menu > Instellingen > Snelkoppelingen en maak een keuze uit devolgende opties:

    Navigatietoets — om andere functies aan de navigatietoets (bladertoets) toe tekennen vanuit een vooraf gedefinieerde lijst.Startschermtoets — de beweging van de navigatietoets selecteren voor hetactiveren van de startschermmodus

    Snelkeuzetoetsen toewijzenMaak snelkoppelingen door telefoonnummers toe te wijzen aan de cijfertoetsen2-9.

    1 Selecteer Menu > Contacten > Snelkeuze en blader naar een cijfertoets.2 Selecteer Wijs toe of, als er nog geen nummer aan de toets is toegewezen,

    Opties > Wijzigen.3 Voer een nummer in of zoek naar een contact.

    SpraakopdrachtenU kunt spraakopdrachten gebruiken om te bellen, toepassingen te starten enprofielen te activeren. Spraakopdrachten zijn taalgevoelig.

    Selecteer Menu > Instellingen en Telefoon.

    De taal instellenSelecteer Taalinstellingen > Taal display en de taal.

    Spraakherkenning trainen met uw stemSelecteer Spraakherkenning > Spraakherk.training.

    Persoonlijke instellingen 31

  • Een spraakopdracht activeren voor een functieSelecteer Spraakherkenning > Spraakopdrachten, een voorziening en defunctie. geeft aan dat de spraakopdracht is geactiveerd. Als niet wordtweergegeven, selecteert u Toevgn.

    Een geactiveerde spraakopdracht afspelenSelecteer Afspelen.

    Een spraakopdracht hernoemen of uitschakelenBlader naar een functie en selecteer Opties > Bewerken of Verwijderen.

    Alle spraakopdrachten activeren of uitschakelenSelecteer Opties > Alles toevoegen of Alles verwijderen.

    VerbindingenDe telefoon heeft diverse voorzieningen om verbinding te maken met andereapparaten en gegevens uit te wisselen.

    Draadloze Bluetooth-technologieMet behulp van Bluetooth-technologie kunt u het apparaat met radiogolvenverbinden met een compatibel Bluetooth-apparaat binnen een afstand van 10meter (32 feet).

    Dit apparaat voldoet aan Bluetooth-specificatie 2.1 + EDR met ondersteuning voorde volgende profielen: SIM-toegang, toegang tot telefoonboek, object push,bestandsoverdracht, hoofdtelefoon, handenvrij, algemene toegang, seriële poort,algemene object change, geavanceerde audiodistributie, afstandsbediening vooraudio/video, servicedetectie, personal area networking en algemene audio/video-distributie. Gebruik uitsluitend de door Nokia goedgekeurde toebehoren voor ditmodel als u verzekerd wilt zijn van compatibiliteit met andere Bluetooth-apparatuur. Informeer bij de fabrikanten van andere apparatuur naar decompatibiliteit met dit apparaat.

    32 Persoonlijke instellingen

  • Als functies gebruikmaken van Bluetooth-technologie, vergt dit extrabatterijcapaciteit en neemt de levensduur van de batterij af.

    Als het draadloze apparaat in de externe SIM-modus staat, kunt u alleen gesprekkenvoeren of ontvangen via compatibele en aangesloten toebehoren, zoals een carkit.

    U kunt in deze modus geen nummers kiezen met uw draadloze apparaat, behalvede alarmnummers die in het apparaat zijn geprogrammeerd.

    Als u wilt bellen, moet u eerst de externe SIM-modus verlaten. Als het apparaat isvergrendeld, moet u eerst de beveiligingscode invoeren om deze te ontgrendelen.

    Een Bluetooth-verbinding openen1 Selecteer Menu > Instellingen > Connectiviteit > Bluetooth.2 Selecteer Naam telefoon en geef een naam op voor uw apparaat.3 Als u Bluetooth-connectiviteit wilt activeren, selecteert u Bluetooth > Aan.

    geeft aan dat de Bluetooth-verbinding is geactiveerd.4 Als u het apparaat met een audioaccessoire wilt verbinden, selecteert u Verb.

    met audioacc. en het accessoire waarmee u verbinding wilt maken.5 Als u het apparaat wilt koppelen met een Bluetooth-apparaat dat zich binnen

    het bereik bevindt, selecteert u Gekopp. apparaten > Nw app. toevgn.6 Ga naar een gevonden apparaat en selecteer Toevgn.7 Voer een wachtwoord van maximaal 16 tekens in op het apparaat en sta de

    verbinding toe op het andere Bluetooth-apparaat.

    Als u het apparaat tegen schadelijke software wilt beschermen, kunt u het apparaathet beste in de modus 'verborgen' bedienen. Sta geen verbindingen met Bluetooth-apparaten toe van bronnen die u niet vertrouwt. Het is ook mogelijk de Bluetooth-functie uit te schakelen. Dit heeft geen invloed op andere functies van het apparaat.

    Uw pc met internet verbindenU kunt gebruik maken van Bluetooth-technologie om uw compatibele pc metinternet te verbinden. Uw apparaat moet een verbinding met internet kunnen

    Persoonlijke instellingen 33

  • maken (netwerkdienst) en uw pc moet Bluetooth-technologie ondersteunen. Nadatu verbinding hebt gemaakt met de dienst van het netwerktoegangspunt (NAP) voorhet apparaat en u het apparaat met de computer hebt gekoppeld, wordt er op detelefoon automatisch een packet-gegevensverbinding met internet gemaakt.

    Packet-gegevensGeneral Packet Radio Service (GPRS) is een netwerkdienst die mobiele telefoons instaat stelt gegevens te verzenden en te ontvangen over een IP-netwerk (InternetProtocol).

    Als u wilt instellen hoe u deze dienst wilt gebruiken, selecteert u Menu >Instellingen > Connectiviteit > Packet-gegevens > Packet-gegev.verb. enmaakt u een keuze uit de volgende opties:Wanneer nodig — Er wordt een packet-gegevensverbinding tot stand gebrachtwanneer een toepassing die nodig heeft. De verbinding wordt gesloten wanneerde toepassing wordt gesloten.Altijd online — Er wordt automatisch een verbinding met een netwerk voorpacket-gegevens tot stand gebracht wanneer u de telefoon aanzet.

    U kunt uw apparaat als modem gebruiken door via Bluetooth verbinding te makenmet een compatibele PC. Raadpleeg de documentatie bij Nokia Ovi Suite voor meerinformatie.

    USB-gegevenskabelMet de USB-kabel kunt u gegevens uitwisselen tussen de telefoon en eencompatibele pc of met een printer die PictBridge ondersteunt.

    U activeert de gegevensoverdracht naar de pc of printer door de kabel aan te sluitenen de modus te selecteren:PC Suite — als u de USB-gegevenskabel voor Nokia Ovi Suite of Nokia PC Suite wiltgebruiken

    34 Persoonlijke instellingen

  • Afdrukken/media — als u de telefoon gebruikt met een PictBridge-printer of eencompatibele pc;Gegevensopslag — als u verbinding maakt met een pc zonder Nokia-software enu de telefoon gebruikt voor gegevensopslag.

    Als u de USB-modus wilt wijzigen, selecteert u Menu > Instellingen >Connectiviteit > USB-gegevenskabel en de gewenste USB-modus.

    Synchronisatie en reservekopieënSelecteer Menu > Instellingen > Sync. en back-up en maak een keuze uit devolgende opties:Synchronisatie — Een back-up maken van uw persoonlijke gegevens op een Nokia-server. Voordat u een back-up kunt maken, moet u een My Nokia-account instellen.Selecteer Verbinden en u wordt door de procedure geleid.Telefoonoverdr. — Geselecteerde gegevens synchroniseren of kopiëren tussenuw apparaat en een ander apparaat via Bluetooth-technologie.Back-up maken — Een back-up maken van geselecteerde gegevens.Back-up terugz. — Een opgeslagen back-upbestand selecteren en terugzettennaar het apparaat Selecteer Opties > Gegevens voor informatie over hetgeselecteerde back-upbestand.Geg.overdracht — Geselecteerde gegevens synchroniseren of kopiëren tussen uwapparaat en een ander apparaat, een pc of een netwerkserver (netwerkdienst).

    Een USB-apparaat aansluitenAls u een USB-opslagmedium (bijvoorbeeld een geheugenstick) op uw apparaataansluit, kunt u in het bestandssysteem bladeren en bestanden kopiëren.

    1 Sluit een compatibele adapterkabel aan op de USB-poort van uw apparaat.2 Sluit het andere uiteinde van de adapterkabel aan op het USB-opslagmedium.3 Kies Menu > Galerij en selecteer het USB-apparaat dat u wilt verkennen.

    Persoonlijke instellingen 35

  • Opmerking: Niet alle USB-opslagmedia worden ondersteund. Dit is afhankelijk vanhet stroomverbruik.

    Nokia Ovi Suite op uw pc installerenU kunt inhoud op uw apparaat beheren en het gesynchroniseerd houden met uwcomputer. U kunt ook uw apparaat bijwerken met de nieuwste software en kaartendownloaden.

    1 Gebruik compatibele USB-gegevenskabel om het apparaat op uw computer aante sluiten.Uw geheugenkaart wordt als een verwisselbare schijf op uw pc weergegeven.

    2 Selecteer Gegevensopslag op uw apparaat.3 Selecteer Nokia Ovi Suite installeren op uw computer.

    36 Persoonlijke instellingen

  • Open het installatiebestand handmatig als het installatiescherm nietautomatisch opent. Selecteer Map openen en bestanden weergeven endubbelklik op Install_Nokia_Ovi_Suite.exe.

    4 Volg de instructies.

    Voor meer informatie over Nokia Ovi Suite gaat u naar www.ovi.com.

    Diensten van netwerkprovidersUw netwerkprovider levert aanvullende diensten die misschien interessant zijnvoor u. Voor sommige diensten kunnen kosten in rekening worden gebracht.

    OperatormenuGebruik dit menu om toegang te krijgen tot een portaal met diensten die wordenaangeboden door uw netwerkoperator. Neem voor meer informatie contact op metuw netwerkoperator. De operator kan dit menu bijwerken met een dienstbericht.

    SIM-dienstenBij sommige SIM-kaarten worden aanvullende diensten geleverd. Het betreffendemenu is alleen toegankelijk als dit door uw SIM-kaart wordt ondersteund. De naamen inhoud van dit menu zijn afhankelijk van de beschikbare diensten.

    Voor deze diensten worden er mogelijk berichten verzonden of oproepen gedaandie bij u in rekening worden gebracht.

    Persoonlijke instellingen 37

    http://www.ovi.com

  • PositielogboekHet netwerk kan u een positieverzoek toezenden (netwerkdienst). Informeer bij uwserviceprovider naar mogelijke abonnementen en naar de verstrekking vanpositiegegevens.

    U kunt het positieverzoek accepteren of weigeren door Accepteer of Weiger teselecteren. Als u het verzoek misloopt, wordt het verzoek automatisch geaccepteerdof geweigerd op basis van de afspraken die u met uw netwerkoperator ofserviceprovider hebt gemaakt.

    Als u informatie wilt weergeven over de 10 meest recente privacymeldingen enpositieverzoeken, selecteert u Menu > Logboek > Positiebepaling >Positielogboek.

    Infoberichten, SIM-berichten en service-opdrachtenInformatieberichtenU kunt berichten over verschillende onderwerpen van uw serviceproviderontvangen (netwerkdienst). Neem voor meer informatie contact op met uwserviceprovider.

    Selecteer Menu > Berichten > Infoberichten en een beschikbare optie.

    DienstopdrachtenMet dienstopdrachten kunt u serviceaanvragen (USSD-opdrachten) voor schrijvenen verzenden naar uw serviceprovider sturen. Dit kunnen bijvoorbeeldactiveringsopdrachten voor netwerkdiensten zijn.

    Als u serviceaanvragen wilt schrijven en verzenden, selecteert u Menu >Berichten > Dienstopdrachtn. Neem contact op met uw serviceprovider voormeer informatie.

    38 Persoonlijke instellingen

  • SIM-berichtenSIM-berichten zijn tekstberichten die op uw SIM-kaart worden opgeslagen. U kuntdeze berichten kopiëren of verplaatsen van de SIM naar het geheugen van detelefoon, maar niet andersom.

    Als u SIM-berichten wilt lezen, selecteert u Menu > Berichten > Opties > SIM-berichten.

    Configuratie-instellingenU kunt uw apparaat configureren met instellingen die voor bepaalde dienstenvereist zijn. U kunt deze instellingen als configuratiebericht ontvangen van uwserviceprovider.

    Selecteer Menu > Instellingen.

    Selecteer Configuratie en een van de volgende opties:

    Std.configuratie-inst. — De serviceproviders weergeven die zijn opgeslagen ophet apparaat en een standaard serviceprovider instellen.Std. actv. in alle toep. — De standaard configuratie-instellingen activeren vooralle ondersteunde toepassingen.Voorkeurstoeg.punt — De opgeslagen toegangspunten weergeven.Inst. apparaatbeheer — Toestaan of voorkomen dat het apparaat software-updates ontvangt. Deze optie is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van uwapparaat.Pers. config.instell. — Handmatig nieuwe persoonlijke accounts toevoegen voordiverse diensten en deze activeren of verwijderen. Als u een nieuw persoonlijkaccount wilt toevoegen, selecteert u Toevgn of Opties > Voeg nieuwe toe.Selecteer het type dienst en voer de vereiste parameters in. Als u een persoonlijkaccount wilt activeren, bladert u naar het account en selecteert u Opties >Activeer.

    Persoonlijke instellingen 39

  • Telefoonfuncties

    Bellen, tekst invoeren, berichten verzenden en e-mailen met het apparaat.

    BellenBellen

    Handmatig een nummer kiezenVoer het netnummer en abonneenummer in en druk op de beltoets.Voor internationale oproepen drukt u tweemaal op * voor het teken + (duidt deinternationale toegangscode aan). Vervolgens kiest u het landnummer, hetnetnummer (eventueel zonder voorloopnul) en het abonneenummer.

    Nummer opnieuw kiezenAls u de lijst met gebruikte nummers in de standby-modus wilt openen, drukt u opde beltoets. Vervolgens selecteert u een nummer of naam en drukt u op de beltoets.

    Een contact bellenSelecteer Menu > Contacten en Namen. Selecteer een contact en druk op debeltoets.

    Spraakoproepen beantwoordenAls u oproepen wilt beantwoorden door het toestel open te schuiven, selecteert uMenu > Instellingen > Oproepen > Oproepen via schuif.

    Een oproep beantwoordenDruk op de beltoets of open de schuif.

    Oproepen beëindigenDruk op de beëindigingstoets of sluit de schuif.

    40 Telefoonfuncties

  • De beltoon onderdrukkenSelecteer Stil.

    Een oproep weigerenDruk op de beëindigingstoets.

    Het volume wijzigen tijdens een oproepGebruik de volumetoetsen.

    SnelkeuzetoetsenWijs een telefoonnummer toe aan een van de cijfertoetsen 2-9. Zie'Snelkeuzetoetsen toewijzen', p. 31.

    Gebruik snelkeuzetoetsen om op een van de volgende manieren te bellen:

    • Druk op een cijfertoets en vervolgens op de beltoets.• Als Menu > Instellingen > Oproepen > Snelkeuze > Aan geselecteerd is,

    houdt u een cijfertoets ingedrukt.

    Spraakgestuurde nummerkeuzeStart een oproep door een naam uit te spreken die in Contacten is opgeslagen.

    Aangezien spraakopdrachten taalgevoelig zijn, moet u Menu > Instellingen >Telefoon > Taalinstellingen > Taal display selecteren en uw taal instellenvoordat u spraakopdrachten gebruikt.

    Opmerking: Het gebruik van spraaklabels kan moeilijkheden opleveren in eendrukke omgeving of tijdens een noodgeval. Voorkom dus onder alleomstandigheden dat u uitsluitend van spraaklabels afhankelijk bent.

    1 Houd in de startschermmodus de rechterselectietoets ingedrukt. Er klinkt eenkorte toon en Spreek na de toon wordt weergegeven.

    Telefoonfuncties 41

  • 2 Spreek de naam uit van het contact dat u wilt bellen. Als de spraakherkenningwerkt, wordt een lijst met mogelijke overeenkomsten weergegeven. Detelefoon speelt de spraakopdracht af van de eerste overeenkomst in de lijst. Alsdat niet de juiste opdracht is, bladert u naar een andere vermelding.

    Opties tijdens een gesprekVeel opties die u tijdens gesprekken kunt gebruiken, zijn netwerkdiensten. Neemcontact op met uw serviceprovider voor informatie over beschikbaarheid vannetwerkdiensten.

    Selecteer tijdens een gesprek Opties en kies een van de beschikbare opties.

    Netwerkopties zijn Standby, Nieuwe oproep, Toev. aan conferentie, Allesafsluiten en de volgende:

    DTMF verzenden — om toonreeksen te verzendenWisselen — om over te schakelen tussen het actieve gesprek en het gesprek in dewachtstandDoorverbinden — om een gesprek in de wachtstand door te verbinden met hetactieve gesprek en zelf de verbinding te verbrekenConferentie — om een conferentiegesprek te voerenPrivé-oproep — om een privé-gesprek te voeren tijdens een conferentiegesprek

    VoicemailVoicemail is een netwerkdienst waarvoor u zich mogelijk moet aanmelden. Neemvoor meer informatie contact op met uw serviceprovider.

    Uw voicemailbox bellenHoud 1 ingedrukt.

    42 Telefoonfuncties

  • Het nummer van de voicemailbox wijzigenSelecteer Menu > Berichten > Voicemails > Nr. voicemailbox.

    Oproeplogboek Als u de informatie over uw oproepen, berichten, gegevens en synchronisatie wiltweergeven, selecteert u Menu > Logboek en het gewenste item.

    Opmerking: De uiteindelijke rekening van de serviceprovider voor oproepen endiensten kan variëren, afhankelijk van de netwerkfuncties, afrondingen,belastingen, enzovoort.

    OproepinstellingenSelecteer Menu > Instellingen en Oproepen en kies een van de volgende opties:Doorschakelen — Inkomende oproepen doorschakelen (netwerkdienst). Het ismogelijk dat u geen oproepen kunt doorschakelen als bepaalde blokkeringsfunctieszijn ingeschakeld. Opn. met will. toets — Een inkomende oproep doorschakelen door kort op eenwillekeurige toets (behalve de aan/uit-toets, linker- en rechterselectietoets ofbeëindigingstoets) te drukken.Aut. opn. kiezen — Het nummer automatisch opnieuw kiezen als een oproepmislukt. Het nummer wordt maximaal 10 keer opnieuw gekozen.Stemhelderheid — De verstaanbaarheid verbeteren in een omgeving met veellawaai.Snelkeuze — Namen en telefoonnummers kiezen die zijn toegewezen aan decijfertoetsen (2-9) door de desbetreffende cijfertoets ingedrukt te houden.Wachtfunctieopties — U door het netwerk laten waarschuwen bij inkomendegesprekken tijdens een actief gesprek (netwerkdienst).Gespreksduur wrgvn — De duur van de actieve oproep weergeven.Samenv. na oproep — Na elke oproep de duur van de verbinding kort weergeven.

    Telefoonfuncties 43

  • Identificatie verz. — Uw telefoonnummer bekend maken aan degene die u opbelt(netwerkdienst). Als u de instelling wilt gebruiken die u bent overeengekomen metuw serviceprovider, selecteert u Netwerkinstelling.Lijn uitg. oproepen — De telefoonlijn voor het opbellen selecteren, indien uw SIM-kaart meerdere telefoonlijnen ondersteunt (netwerkdienst).Oproepen via schuif — Een oproep beantwoorden of beëindigen door de schuifte openen of te sluiten

    Tekst en berichtenTekst invoeren, berichten opstellen en notities maken.

    Tekst invoerenTekstmodiVoor het invoeren van tekst (bijvoorbeeld in SMS-berichten) kunt u gewonetekstinvoer of tekstvoorspelling gebruiken.

    Houd tijdens het schrijven Opties even ingedrukt om over te schakelen van gewonetekstinvoer (aangeduid met ) naar tekstvoorspelling (aangeduid met ) enomgekeerd. Tekstvoorspelling is niet voor alle talen beschikbaar.

    Hoofdletters en kleine letters worden aangegeven door , en .

    Als u van hoofdletters wilt overschakelen op kleine letters of omgekeerd, drukt uop #. Als u van letters wilt overschakelen op nummers (aangeduid met ) houdtu # ingedrukt en selecteert u Nummermodus. Als u van nummers wiltoverschakelen naar letters, houdt u # ingedrukt.

    Als u een andere schrijftaal wilt instellen, selecteert u Opties > Schrijftaal.

    Gewone tekstinvoerDruk een of meer keren op een cijfertoets (2-9) totdat het gewenste tekenverschijnt. Welke tekens beschikbaar zijn, hangt af van de geselecteerde schrijftaal.

    44 Telefoonfuncties

  • Als de volgende letter zich op dezelfde toets bevindt als de huidige, wacht u tot decursor weer verschijnt en voert u de letter in.

    Druk herhaaldelijk op 1 om toegang te krijgen tot de meest gangbareinterpunctietekens en speciale karakters. Als u een lijst met speciale tekens wiltopenen, drukt u op *. Druk voor een spatie op 0.

    Tekstinvoer met woordenboekTekstinvoer met woordenboek is gebaseerd op een ingebouwd woordenboek waaru zelf woorden aan toe kunt voegen.

    1 U begint een woord in te voeren met behulp van de cijfertoetsen 2 tot en met9. Druk voor een letter slechts éénmaal op de betreffende toets.

    2 Om een woord te bevestigen, drukt u op de bladertoets naar rechts of typt ueen spatie.

    • Als het woord niet correct is, drukt u herhaaldelijk op * en selecteert u hetwoord uit de lijst.

    • Als er een vraagteken (?) achter het woord staat, komt het woord dat u wiltinvoeren niet in het woordenboek voor. Als u het woord aan hetwoordenboek wilt toevoegen, selecteert u Spellen. Voer het woord in metbehulp van de normale tekstinvoer en selecteer Opslaan.

    • Als u een samengesteld woord wilt invoeren, voert u om te beginnen heteerste gedeelte van het woord in. Bevestig de invoer door op de bladertoetsnaar rechts te drukken. Typ vervolgens het laatste gedeelte van het woorden bevestig het woord.

    3 U begint met het invoeren van het volgende woord.

    SMS- en multimediaberichtenU kunt berichten schrijven en er een afbeelding of een ander item aan koppelen.Als u aan een SMS-bericht een bestand koppelt, wordt het automatisch omgezet ineen multimediabericht.

    Telefoonfuncties 45

  • TekstberichtenHet apparaat ondersteunt tekstberichten die langer zijn dan de limiet voor éénbericht. Langere berichten worden verzonden als twee of meer berichten. Uwserviceprovider kan hiervoor de desbetreffende kosten in rekening brengen. Tekensmet accenten, andere symbolen en sommige taalopties nemen meer ruimte inbeslag, waardoor het aantal tekens dat in één bericht kan worden verzonden, wordtbeperkt.

    Het totale aantal resterende tekens en het aantal berichten dat nodig is voorverzending worden weergegeven.

    U kunt pas berichten versturen als het juiste berichtencentralenummer in uwapparaat is opgeslagen. Normaal gesproken wordt dit nummer standaard door uwsimkaart ingesteld. U kunt het nummer handmatig instellen door Menu >Berichten > Bericht-instllngn > Tekstberichten > Berichtencentrales >Centrale toevoegen te selecteren en een naam en het nummer van deserviceprovider in te voeren.

    MultimediaberichtenEen multimediabericht kan tekst, afbeeldingen en geluid of videoclips bevatten.

    Alleen apparaten met compatibele functies kunnen multimediaberichtenontvangen en weergeven. De weergave van een bericht kan verschillen afhankelijkvan het ontvangende apparaat.

    Het draadloze netwerk kan de omvang van MMS-berichten beperken. Als de omvangvan de ingevoegde afbeelding de limiet overschrijdt, kan de afbeelding door hetapparaat worden verkleind zodat deze via MMS kan worden verzonden.

    Belangrijk: Wees voorzichtig met het openen van berichten. Berichten kunnenschadelijke software bevatten of anderszins schadelijk zijn voor het apparaat of depc.

    46 Telefoonfuncties

  • Neem contact op met uw serviceprovider voor de beschikbaarheid van MMS(multimedia messaging service) en om u hierop te abonneren.

    Een SMS of multimediabericht maken1 Selecteer Menu > Berichten > Bericht maken > Bericht.2 Als u ontvangers wilt toevoegen, bladert u naar het veld Aan: en voert u het

    nummer of het e-mailadres van de ontvanger in, of u selecteert Toevgn omontvangers uit de beschikbare opties te selecteren. Selecteer Opties omontvangers en onderwerpen toe te voegen en om de verzendopties in te stellen.

    3 Blader naar het veld Tekst: en voer de berichttekst in.4 Als u inhoud aan het bericht wilt toevoegen, bladert u naar de toevoegingsbalk

    onder aan het beeldscherm en selecteert u het gewenste inhoudstype.5 Als u het bericht wilt verzenden, selecteert u Verzndn.

    Het berichttype dat boven aan het scherm wordt weergegeven, wordt automatischaangepast aan de inhoud van het bericht.

    Serviceproviders kunnen kosten in rekening brengen die afhangen van hetberichttype. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.

    Conversatie- en Inbox-weergaveIn Conversaties kunt u uw ontvangen berichten bekijken, samen met verwanteberichten en antwoorden die u hebt verzonden. U kunt overschakelen naar denormale Inbox-weergave als u de ontvangen berichten een voor een wiltweergeven.

    Selecteer Menu > Berichten.

    Berichten in een conversatie weergeven1 Selecteer Conversaties.2 Blader naar een conversatie en selecteer Openen.3 Blader naar een bericht en selecteer Opties > Openen.

    Telefoonfuncties 47

  • Overschakelen tussen Conversatie- en Inbox-weergaveSelecteer Opties > Inbox-weergave of Conversat.weergave.

    Een bericht lezen en beantwoordenU krijgt een melding wanneer u een bericht ontvangt op het apparaat.

    Belangrijk: Wees voorzichtig met het openen van berichten. Berichten kunnenschadelijke software bevatten of anderszins schadelijk zijn voor het apparaat of depc.

    Het ontvangen bericht lezenSelecteer Bekijk. Als u meerdere berichten hebt ontvangen, selecteert u het berichtin Inbox of Conversaties.

    Het bericht beantwoordenSelecteer Beantw..

    Berichten verzenden en ordenenSelecteer Verzenden om een bericht te verzenden. Het bericht wordt opgeslagenin de map Outbox en het verzenden wordt gestart.

    Opmerking: Als het pictogram of de tekst Bericht verzonden op het beeldschermvan het apparaat verschijnt, betekent dit niet dat het bericht op de bedoeldebestemming is aangekomen.

    Als er iets misgaat tijdens het verzenden, wordt automatisch een nieuweverzendpoging gedaan. Als het verzenden na een aantal pogingen niet is gelukt,blijft het bericht in de map Outbox staan. Als u het verzenden wilt annuleren,selecteert u in de map Outbox Opties > Verz. annuleren.

    48 Telefoonfuncties

  • Als u de verzonden berichten wilt opslaan in de map Verzonden items, selecteert uMenu > Berichten > Bericht-instllngn > Algem. instellingen > Ver. berichtenopsl..

    Ontvangen berichten worden opgeslagen in de map Inbox. U kunt uw berichtenindelen in de map Opgeslagen items.

    Selecteer Menu > Berichten > Opgesl. items > Opties als u de naam van een mapwilt wijzigen, een map wilt verwijderen of nieuwe map wilt toevoegen.

    FlitsberichtenFlitsberichten zijn berichten die direct na ontvangst worden weergegeven.

    1 Selecteer Menu > Berichten > Bericht maken > Flitsbericht als u eenflashbericht wilt schrijven.

    2 Geef het telefoonnummer van de ontvanger op, voer de berichttekst in(maximaal 70 tekens) en selecteer Verzndn.

    Nokia Xpress-audioberichtenEenvoudig een audiobericht maken en verzenden met behulp van MMS.

    1 Selecteer Menu > Berichten > Bericht maken > Audiobericht. De recorderwordt geopend.

    2 Neem uw bericht op.3 Typ een of meer telefoonnummers in het veld Aan: of selecteer Toevgn om een

    nummer op te halen.4 Selecteer Verzndn om het bericht te verzenden.

    BerichtinstellingenSelecteer Menu > Berichten > Bericht-instllngn en maak een keuze uit devolgende opties:

    Telefoonfuncties 49

  • Algem. instellingen — Kopieën van verzonden berichten bewaren op hetapparaat, oude berichten overschrijven als het berichtgeheugen vol raakt en anderevoorkeuren met betrekking tot berichten instellen.Tekstberichten — Afleveringsmeldingen toestaan, berichtencentrales instellenvoor SMS en SMS-e-mail, het type tekenondersteuning instellen en anderevoorkeuren met betrekking tot tekstberichten instellen.Multimediaberichten — Afleveringsmeldingen toestaan, het uiterlijk vanmultimediaberichten instellen, de ontvangst van multimediaberichten en -advertenties toestaan en andere voorkeuren met betrekking totmultimediaberichten instellen.Dienstberichten — Dienstberichten activeren en voorkeuren met betrekking totdienstberichten instellen.

    E-mail en chattenU kunt uw apparaat instellen voor het verzenden en ontvangen van e-mailberichtenvia uw e-mailaccount of voor chatten in uw chatcommunity.

    Nokia Messaging: chattenMet de chatfunctie kunt u met behulp van uw apparaat chatberichten uitwisselenmet andere onlinegebruikers.

    U kunt gebruikmaken van uw bestaande account bij een chatcommunity die dooruw apparaat wordt ondersteund.

    Als u niet bij een chatdienst bent geregistreerd, kunt u een chataccount instellenbij een ondersteunde chatdienst. Dit kunt u via uw computer of uw apparaat doen.De menu's kunnen verschillen per chatdienst.

    ChatdienstenAanmelden bij een bestaand chataccount1 Selecteer Menu > Berichten > Chatten.2 Selecteer een chatdienst.

    50 Telefoonfuncties

  • 3 Voer uw account-id en wachtwoord in.4 Volg de aanwijzingen op het scherm.

    Een nieuw Nokia-account aanmakenGa naar www.ovi.com als u met uw pc een Nokia-account inclusief e-mail- enchatdiensten wilt aanmaken. Ga als volgt te werk om met uw apparaat een accountaan te maken:

    1 Selecteer Menu > Berichten > E-mailbericht.2 Volg de aanwijzingen op het scherm.

    Chatdiensten gelijktijdig gebruiken1 Als u wilt terugkeren naar de hoofdweergave voor chatten, selecteert u Start

    vanuit een willekeurige chatdienst.2 Selecteer een chatdienst en meld u aan.3 Als u wilt overschakelen tussen chatdiensten, bladert u in de

    contactenlijstweergave naar links of naar rechts.

    Berichten uitwisselenSelecteer Menu > Berichten > Chatten.

    Een chatbericht verzenden1 Selecteer een chatdienst.2 Selecteer een contact in de contactenlijst.

    Elke conversatie heeft een tabblad in de conversatieweergave.3 Voer uw bericht in het tekstvak onder aan het scherm in.4 Selecteer Verzend..

    Berichten ontvangenWanneer een nieuw bericht arriveert in uw huidige conversatie, wordt dat berichtweergegeven aan het einde van de chatgeschiedenis. Wanneer een nieuw bericht

    Telefoonfuncties 51

    http://www.ovi.com

  • arriveert voor een andere conversatie, begint het tabblad van die conversatie teknipperen. Ga als volgt te werk om over te schakelen tussen conversaties:

    1 Blader omhoog naar de conversatietabbladen.2 Blader naar links of naar rechts om een conversatie te openen.

    Wanneer een nieuw bericht arriveert van een andere community, wordt dit bovenof onder in de hoek aangegeven.

    Blader omhoog en selecteer Wisselen of Select..

    Instellingen voor meldingenOok wanneer u de toepassing niet gebruikt, ontvangt u een melding bij nieuweberichten. Ga als volgt te werk om de instellingen voor meldingen aan te passen:

    1 Ga naar de hoofdweergave voor chatten en selecteer Opties >Chatinstellingen.

    2 Selecteer een meldingstype en Opslaan.

    De chattoepassing verlatenWanneer u de chattoepassing afsluit, blijft u aangemeld bij de chatdienst. Uwsessies blijven voor een bepaalde periode actief, afhankelijk van uw abonnement.Wanneer de chattoepassing op de achtergrond wordt uitgevoerd, kunt u anderetoepassingen openen en terugkeren naar de chattoepassing zonder dat u zichopnieuw hoeft aan te melden.

    Het chatvenster sluitenGa naar de hoofdweergave voor chatten en selecteer Afsluiten.

    Afmelden bij chattenSelecteer Opties > Afmelden.Alle conversaties worden gesloten.

    52 Telefoonfuncties

  • Nokia Messaging: e-mailMet uw mobiele apparaat kunt u toegang krijgen tot uw e-mailaccounts vanverschillende providers om e-mailberichten te lezen, schrijven en verzenden.

    U kunt alleen e-mail gebruiken als u een e-mailaccount hebt. Als u nog geen e-mailaccount hebt, maakt u er een in Ovi. De menu's kunnen verschillen per e-mailprovider.

    E-mail instellenU kunt zich aanmelden bij een bestaand e-mailaccount of een nieuw Ovi Mail-account instellen.

    Selecteer Menu > Berichten > E-mailbericht.

    Aanmelden bij uw e-mailaccount1 Selecteer uw e-mailprovider.2 Voer uw account-id en wachtwoord in.3 Selecteer Wachtw. onthouden om te voorkomen dat om uw wachtwoord

    wordt gevraagd wanneer u uw e-mailaccount opent.4 Selecteer Meld aan.

    Als u zich bij nog een e-mailaccount wilt aanmelden, selecteert u Accounttoevoegen.

    Ovi Mail instellenAls u nog geen e-mailaccount hebt, kunt u een Nokia-account aanmaken en dedienst Ovi Mail gebruiken.

    1 Selecteer Registreren bij Ovi Mail.2 Volg de aanwijzingen op het scherm.

    Nadat u uw nieuwe Nokia-account hebt aangemaakt, kunt u zich aanmelden bij dedienst Ovi Mail en beginnen met het verzenden en ontvangen van e-mail. U kunt

    Telefoonfuncties 53

  • het account ook gebruiken om u aan te melden bij andere Ovi-diensten, zoalschatten. Zie www.ovi.com voor meer informatie.

    E-mail lezen, opstellen en verzendenSelecteer Menu > Berichten > E-mailbericht en een e-mailaccount.

    E-mail lezen en beantwoorden1 Selecteer een e-mailbericht en Openen.2 Gebruik de bladertoets om het hele bericht te zien.3 Als u een e-mailbericht wilt beantwoorden of doorsturen, selecteert u Opties.

    Bijlagen weergeven en opslaanE-mailberichten met bijlagen, bijvoorbeeld foto's, zijn gemarkeerd met eenpictogram van een paperclip. Bepaalde bijlagen zijn mogelijk niet compatibel metuw apparaat en kunnen niet op het apparaat worden weergegeven.

    1 Vouw de lijst met bijlagen uit.2 Selecteer een bijlage en Weergeven.3 Als u de bijlage wilt opslaan op uw apparaat, selecteert u Opslaan.

    Een e-mailbericht opstellen en verzenden1 Selecteer Opties > Nieuw.2 Voer het e-mailadres van de geadresseerde in, het onderwerp en uw bericht.3 Als u een bestand bij het e-mailbericht wilt voegen, selecteert u Opties >

    Bestand toevoegen.4 Als u een foto wilt maken om bij het e-mailbericht te voegen, selecteert u

    Opties > Nwe foto bijvoegen.5 Als u het e-mailbericht wilt verzenden, selecteert u Verzenden.

    De e-mailtoepassing afsluitenSelecteer Afmelden.

    54 Telefoonfuncties

    http://www.ovi.com

  • Chatten openen vanuit uw e-mailaccountBij sommige e-mailproviders kunt u uw chataccount rechtstreeks openen vanuit uwe-mailaccount.

    Als u zicht wilt aanmelden bij de chatservice van uw provider terwijl u een e-mailopstelt, selecteert u Opties en uw chatservice.

    Beeld en video

    Foto's nemen

    De camera activerenDruk de opnametoets in of blader naar links of naar rechts in de videomodus.

    In- of uitzoomenBlader in de afbeeldingsmodus omhoog/omlaag of druk op de volumetoetsen.

    Een foto nemenDruk op de opnametoets.Foto's worden opgeslagen in de Galerij.

    Foto's weergeven na opnameSelecteer Opties > Instellingen > Tijd fotovoorbeeld en de tijd voor hetvoorbeeld.

    Het fotovoorbeeld handmatig beëindigenSelecteer Terug.

    Uw apparaat ondersteunt het maken van foto's met een resolutie van maximaal1536 x 2048 pixels .

    Beeld en video 55

  • Videoclips opnemen

    Videomodus activerenHoud de opnametoets ingedrukt of blader naar links of naar rechts in deafbeeldingsmodus.

    Opname startenDruk op de opnametoets.

    Opname pauzeren of hervattenSelecteer Pauze of Activeer.U kunt ook op de opnametoets drukken.

    Opname stoppenSelecteer Stoppen.

    De videoclips worden opgeslagen in de Galerij.

    Instellingen voor camera en videoSelecteer Menu > Media > Camera.

    Selecteer Opties in de afbeeldings- of videomodus en selecteer een van de volgendeopties:Zelfontspanner — De zelfontspanner gebruikenEffecten — Verschillende effecten toepassen (bijvoorbeeld grijsschaal en valsekleuren) op de opgenomen foto.Witbalans — De camera aanpassen aan de huidige lichtomstandigheden.Liggende indeling of Staande indeling — De oriëntatie van de camera selecteren.Instellingen — Andere instellingen voor camera en video aanpassen en selecterenwaar foto's en videoclips worden opgeslagen.

    56 Beeld en video

  • GalerijFoto's, videoclips, muziekbestanden, thema's, afbeeldingen, tonen, opnamen enontvangen bestanden beheren. Deze bestanden worden opgeslagen in hetapparaatgeheugen of op een geheugenkaart en kunnen in mappen wordengeorganiseerd.

    Foto'sAfbeeldingen bekijken en videoclips afspelen met de toepassing Foto's.

    Selecteer Menu > Galerij > Foto's.

    Selecteer een van de volgende opties:

    Alle foto's — Afbeeldingen weergeven in een raster met miniaturen. U kuntafbeeldingen sorteren op datum, naam of formaat.Tijdslijn — Afbeeldingen weergeven in de volgorde waarin ze zijn opgenomen.Albums — Afbeeldingen sorteren in albums. U kunt albums maken, hernoemen enverwijderen. Als u een album verwijdert, worden de afbeeldingen in het album nietuit het geheugen verwijderd.

    Een afbeelding draaienSelecteer Opties > Modus Liggend of Modus Staand.

    Een diavoorstelling bekijkenVoor een diavoorstelling worden de afbeeldingen gebruikt in de momenteelgeselecteerde map of het geselecteerde album.

    1 Selecteer Alle foto's, Tijdslijn of Albums.2 Selecteer Opties > Diavoorstelling.3 Selecteer Diavoorstelling starten.

    Beeld en video 57

  • Afbeeldingen bewerkenU kunt afbeeldingen bijvoorbeeld draaien, spiegelen of bijsnijden en de helderheid,het contrast en de kleuren aanpassen.

    1 Selecteer een afbeelding in Alle foto's, Tijdslijn of Albums.2 Selecteer Opties > Foto bewerken.3 Selecteer een bewerkingsoptie en gebruik de bladertoets om de instellingen of

    waarden te wijzigen.

    Muziek en video'sUw apparaat bevat een mediaspeler voor het afspelen van muzieknummers envideoclips. Muziek- en videobestanden die zijn opgeslagen in de muziekmap in hetapparaatgeheugen of op de geheugenkaart, worden automatisch gedetecteerd entoegevoegd aan de muziek- of videobibliotheek.

    Selecteer Menu > Galerij en Muziek/video's.

    Selecteer een van de volgende opties:Video's — Alle beschikbare videoclips weergeven.Alle tracks — Alle beschikbare muzieknummers weergeven. U kunt nummersbijvoorbeeld sorteren op artiest, album of genre.

    Mappen en bestanden beherenAls u mappen en bestanden in de Galerij wilt beheren, selecteert u Menu >Galerij.

    Een lijst met mappen weergevenSelecteer Alle inhoud.

    Een lijst met bestanden in een map weergevenSelecteer een map en Openen.

    58 Beeld en video

  • De mappen op de geheugenkaart weergeven wanneer u een bestandverplaatstBlader naar de geheugenkaart en blader naar rechts.

    Afbeeldingen afdrukkenUw apparaat ondersteunt Nokia XpressPrint, zodat u afbeeldingen kunt afdrukkenin de bestandsindeling JPEG.

    1 Sluit uw apparaat aan op een compatibele printer met een USB-gegevenskabelof, als de printer dat ondersteunt, via een Bluetooth-verbinding.

    2 Selecteer een afbeelding in de Galerij en Opties > Afdrukken.

    GeheugenkaartGebruik een geheugenkaart voor het opslaan van uw multimediabestanden, zoalsvideoclips, muzieknummers, geluidsbestanden, afbeeldingen en berichtgegevens.

    Selecteer Menu > Galerij > Alle inhoud > Geheugenkaart.

    Sommige van de mappen in de Galerij die inhoud bevatten die door het apparaatwordt gebruikt (bijvoorbeeld Thema's) kunnen worden opgeslagen op degeheugenkaart.

    Als uw geheugenkaart niet vooraf is geformatteerd, moet u deze formatteren.Wanneer u een geheugenkaart formatteert, worden alle gegevens op de kaartpermanent verwijderd.

    De geheugenkaart formatterenSelecteer Opties > Geheugenkrt.opties > Kaart formatteren > Ja. Voer eennaam in voor de geheugenkaart wanneer het formatteren is voltooid.

    Beeld en video 59

  • De geheugenkaart met een wachtwoord beveiligenSelecteer Opties > Geheugenkrt.opties > Wachtwoord instellen. Hetwachtwoord wordt opgeslagen in het apparaat, zodat u het alleen hoeft in te voerenwanneer u de geheugenkaart wilt gebruiken in een ander apparaat.

    Het wachtwoord van de geheugenkaart verwijderenSelecteer Opties > Geheugenkrt.opties > Wachtwoord verw..

    Het geheugenverbruik controlerenSelecteer Opties > Gegevens. Het geheugenverbruik van verschillende groepengegevens en de hoeveelheid beschikbaar geheugen voor het installeren van nieuwesoftware worden weergegeven.

    Entertainment

    Luisteren naar muziekLuister naar muziek met de muziekspeler of de radio en neem geluiden of spraakop met de spraakrecorder. Download muziek van internet of breng muziek over vanuw pc.

    Waarschuwing:Voortdurende blootstelling aan een hoog geluidsvolume kan uw gehoorbeschadigen. Luister naar muziek op een gematigd geluidsvolume. Houd hetapparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker in gebruik is.

    MediaspelerSelecteer Menu > Media > Mediaspeler om de mediaspeler te openen.

    60 Entertainment

  • MuziekmenuMuziek- en videobestanden openen die zijn opgeslagen in het apparaatgeheugenof op de geheugenkaart, muziek of videoclips downloaden van internet ofcompatibele videostreams van een netwerkserver bekijken (netwerkdienst).

    Selecteer Menu > Media > Mediaspeler.

    Een mediabestand afspelenSelecteer een bestand in de beschikbare mappen en Spelen.

    Bestanden downloaden van internetSelecteer Opties > Downloads en een downloadsite.

    De muziekbibliotheek bijwerken na het toevoegen van bestandenSelecteer Opties > Biblioth. bijwerken.

    Een afspeellijst maken1 Selecteer Afspeellijstn > Afspeellijst maken en voer de naam van de

    afspeellijst in.2 Voeg muziek of videoclips toe vanuit de weergegeven lijsten.3 Als u de afspeellijst wilt opslaan, selecteert u OK.

    Een streamingdienst configurerenU kunt de streaminginstellingen als configuratiebericht ontvangen van deserviceprovider. U kunt de instellingen ook handmatig invoeren.

    1 Selecteer Opties > Downloads > Streaming instellingen > Configuratie.2 Selecteer een serviceprovider, Standaard, of Pers. configuratie voor

    streaming.3 Selecteer Account en een streamingserviceaccount in de actieve configuratie-

    instellingen.

    Entertainment 61

  • Muzieknummers afspelen

    De mediaspeler bedienenDruk op de muziektoetsen of gebruik de bladertoetsen voor de virtuele toetsen ophet scherm.

    Het volume aanpassenGebruik de volumetoetsen.

    Afspelen starten of pauzerenDruk op .

    Naar het volgende nummer gaanDruk op .

    Naar het vorige nummer gaanDruk tweemaal op .

    Het huidige nummer vooruitspoelenHoud ingedrukt.

    Het huidige nummer terugspoelenHoud ingedrukt.

    Overschakelen naar het muziekmenuSelecteer .

    Overschakelen naar de huidige afspeellijstSelecteer .

    De mediaspeler laten doorgaan met afspelen op de achtergrondDruk op de beëindigingstoets.

    62 Entertainment

  • De mediaspeler stoppenHoud de beëindigingstoets ingedrukt.

    Het uiterlijk van de mediaspeler wijzigenUw apparaat bevat verschillende thema's waarmee u het uiterlijk van demediaspeler kunt wijzigen.

    Selecteer Menu > Media > Mediaspeler en Ga naar Mediasp. > Opties >Instellingen > Thema Mediaspeler en het gewenste thema.

    De virtuele toetsen kunnen veranderen, afhankelijk van het thema.

    Muziek overbrengen van een computer

    U kunt muziek overbrengen naar uw apparaat op de volgende manieren:

    • Gebruik Nokia Music voor het overbrengen, rippen, branden en afspelen vannieuwe muziek op uw pc en uw mobiele apparaat. Download de pc-softwarevan www.music.nokia.com/download.

    • Gebruik Nokia Ovi Suite om uw apparaat op de pc aan te sluiten middelsBluetooth-connectiviteit of een compatibele USB-gegevenskabel, en gebruikNokia Music Manager. Als u een USB-gegevenskabel gebruikt, selecteert u PCSuite als verbindingsmodus.

    Entertainment 63

    http://www.music.nokia.com/download

  • • Sluit uw apparaat aan op de pc via een Bluetooth-verbinding of met eencompatibele USB-kabel en kopieer de muziekbestanden naar hetapparaatgeheugen. Als u een USB-kabel wilt gebruiken, selecteert uGegevensopslag als de verbindingsmodus.

    • Gebruik Windows Media Player. Sluit een compatibele USB-kabel aan enselecteer Afdrukken/media als de verbindingsmodus.

    RadioSelecteer Menu > Radio.

    Uw apparaat ondersteunt Nokia XpressRadio, zodat u middels de ingebouwde FM-antenne naar radiozenders kunt luisteren. Voor een betere ontvangst sluit eencompatibele headset aan die u als externe FM-antenne kunt gebruiken. Als u deluidspreker wilt activeren, selecteert u Menu > Radio en Opties >Instellingen > Afspelen via > Luidspreker.

    Het is niet mogelijk om via een Bluetooth-headset naar de radio te luisteren.

    Afstemmen op radiozenders

    De radio bedienenGebruik de bladertoets voor de virtuele toetsen op het scherm.U kunt ook de muziektoetsen , en gebruiken.

    Zoeken naar de volgende beschikbare zenderHoud de bladertoets ingedrukt naar links of naar rechts.U kunt ook de muziektoets of ingedrukt houden.

    De radiofrequentie afstellen in stappen van 0,05 MHzDruk kort op de bladertoets naar links of naar rechts.

    64 Entertainment

  • Een zender opslaan naar een geheugenlocatieSelecteer Opties > Zender opslaan.

    De naam van een radiozender invoerenSelecteer Opties > Zenders > Opties > Naam wijzigen.

    Overschakelen naar een andere opgeslagen zenderDruk de bladertoets omhoog of omlaagU kunt ook op de muziektoets of drukken.Als u een zender rechtstreeks wilt openen vanuit de lijst met opgeslagen stations,drukt u op de cijfertoets die overeenkomt met het cijfer van de zender.

    Het volume aanpassenGebruik de volumetoetsen.

    Afspelen pauzeren of hervattenDruk op de bladertoets ( / ).U kunt ook op de muziektoets drukken.

    De radio instellen om af te spelen op de achtergrondDruk kort op de beëindigingstoets.

    De radio afsluitenHoud de beëindigingstoets ingedrukt.

    Selecteer Opties en een van de volgende opties:Alle zenders zoeken — Automatisch zoeken naar de beschikbare zenders op uwlocatie. Voor de beste resultaten gaat u buiten of in de buurt van een raam staanwanneer u zoekt.Kies frequentie — De frequentie van een radiozender invoeren.

    Entertainment 65

  • Zenderoverzicht — Hiermee geeft u een website weer met een lijst vanradiozenders (netwerkdienst).Zenders — Opgeslagen zenders weergeven, hernoemen of verwijderen.

    Instellingen voor radioSelecteer Menu > Radio.

    Selecteer Opties > Instellingen en een van de volgende opties:

    RDS — Informatie weergeven van het radiogegevenssysteem, zoals de naam vande zender.Autom. frequentie — Het apparaat toestaan automatisch over te schakelen naareen frequentie met betere ontvangst (beschikbaar wanneer RDS is geactiveerd).Afspelen via — Luisteren via de headset of de luidspreker.Uitvoer — Overschakelen tussen stereo- en mono-uitvoerRadiothema — Het uiterlijk van de radio selecteren.

    SpraakrecorderNeem spraak, geluid of een actieve oproep op en sla deze op in Galerij.

    Selecteer Menu > Media > Recorder.

    De opnamefunctie kan niet worden gebruikt wanneer er een dataoproep of eenGPRS-verbinding actief is.

    Als u de grafische toetsen , of wilt gebruiken, drukt u de bladertoets naarlinks of rechts.

    Opname startenSelecteer of selecteer tijdens een gesprek Opties > Opnemen. Terwijl eenoproep opgenomen, horen beide partijen een zachte pieptoon.

    66 Entertainment

  • Opname onderbrekenSelecteer .

    Opname stoppenSelecteer . De opname wordt opgeslagen in de map Recordings van de Galerij.

    Selecteer Opties en de juist optie om de laatste opname af te spelen of te verzenden,om de lijst met opnamen te openen of om het geheugen en de map te selecterenwaar de opnamen worden opgeslagen.

    EqualizerHet geluid aanpassen wanneer u de mediaspeler gebruikt.

    Selecteer Menu > Media > Equalizer.

    Een vooraf gedefinieerde equalizerset activerenBlader naar een set en selecteer Activeer.

    Een nieuwe equalizerset maken1 Selecteer een van de laatste twee sets in de lijst en Opties > Bewerken.2 Gebruik de bladertoets om de geluidsregelaars aan te passen.3 Als u de instellingen wilt opslaan en een naam wilt invoeren voor de set,

    selecteert u Opslaan en Opties > Hernoemen.

    StereoverbredingMet stereoverbreding krijgt u een breder stereogeluidseffect wanneer u eenstereoheadset gebruikt.

    Selecteer Menu > Media en Stereo-verbred..

    Entertainment 67

  • Web Met de browser van uw apparaat kunt u allerlei websites bezoeken (netwerkdienst).Hoe pagina's van websites worden weergegeven, hangt onder meer af van deschermgrootte. Soms zijn kleine dingen niet goed zichtbaar.

    Belangrijk: Maak alleen gebruik van diensten die u vertrouwt en die adequatebeveiliging en bescherming bieden tegen schadelijke software.

    Informeer bij de serviceprovider naar de beschikbaarheid, prijs en instructies vandeze diensten.

    U kunt de configuratie-instellingen die vereist zijn voor bladeren ontvangen in eenconfiguratiebericht van uw serviceprovider.

    Als u de dienst wilt instellen, selecteert u Menu > Internet > Webinstellingen >Configuratie-instell., een configuratie en een account.

    Verbinding maken met een dienstSelecteer Menu > Internet > Home om een verbinding met de dienst te maken;u kunt ook in de stand-by modus de 0 ingedrukt houden.

    Als u een bookmark wilt selecteren, selecteert u Menu > Internet > Bookmarks.

    Als u de laatste bezochte URL wilt selecteren, selecteert u Menu > Internet >Laatste webadr..

    Selecteer Menu > Internet > Ga naar adres als u het adres van een dienst wiltinvoeren. Voer het adres in en selecteer OK.

    Nadat u een verbinding met de dienst hebt gemaakt, kunt u langs de pagina'ssurfen. De functies van de telefoontoetsen kunnen anders zijn bij verschillendediensten. Volg de toelichting op het scherm van de telefoon. Neem voor meerinformatie contact op met uw serviceprovider.

    68 Entertainment

  • WebuploadsDe webpagina van uw dienst voor online delen openen om geüploade afbeeldingenen video's te bekijken en om instellingen te wijzigen (netwerkdienst).

    Een dienst voor online delen openen1 Selecteer Menu > Internet > Webuploads en een dienst voor online delen.2 Koppelingen kiezen die door de dienst worden aangeboden.

    Instellingen wijzigen van een dienst voor online delen1 Selecteer Menu > Internet > Webuploads en een dienst voor online delen.2 Selecteer Opties > Instellingen om de instellingenpagina van de dienst te

    openen.

    Weergave-instellingenAls u over het web surft, selecteert u Opties > Instellingen en een van de volgendeopties:Weergave — Selecteer de grootte van het lettertype, of afbeeldingen moetenworden weergegeven en hoe tekst moet worden getoond.Algemeen — Selecteer ook of webadressen als Unicode (UTF-8) moeten wordenverzonden, het coderingstype voor de inhoud en of JavaScript™ ingeschakeld is.

    Welke opties beschikbaar zijn, kan variëren.

    CachegeheugenEen cache is een geheugenlocatie die wordt gebruikt om gegevens tijdelijk op teslaan. Als u toegang hebt gezocht of gehad tot vertrouwelijke informatie waarvooru een wachtwoord moet opgeven, kunt u de cache van het apparaat na gebruikbeter legen. De informatie of de diensten waartoe u toegang hebt gehad, wordennamelijk in de cache opgeslagen.

    Een cookie bevat gegevens die een website in het cache-geheugen van de telefoonopslaat. Cookies worden opgeslagen totdat u het cache-geheugen leegmaakt.

    Entertainment 69

  • Selecteer Opties > Instrumenten > Cache wissen als u het cache-geheugentijdens het surfen wilt leegmaken.

    Selecteer Menu > Internet > Webinstellingen > Beveiliging > Cookies om toete staan of juist te voorkomen dat de telefoon cookies opslaat. U kunt ook tijdenshet surfen Opties > Instellingen > Beveiliging > Cookies selecteren.

    BrowserbeveiligingVoor sommige diensten kunnen beveiligingsfuncties zijn vereist, zoals bankierenof online winkelen. Voor dergelijke verbindingen is een beveiligingscertificaatnodig en mogelijk ook een beveiligingsmodule. Deze kunnen op de SIM-kaartaanwezig zijn. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.

    Als u de instellingen voor de beveiligingsmodule wilt weergeven of wijzigen of alsu een lijst met de autorisaties of gebruikerscertificaten die naar het apparaat zijngedownload wilt weergeven, selecteert u Menu > Instellingen > Beveiliging >Inst. beveil.module, Autoris.certificaten of Gebr.certificaten.

    Belangrijk: Hoewel het gebruik van certificaten de risico's van externeverbindingen en de installatie van software aanzienlijk beperkt, moet u decertificaten wel op de juiste wijze gebruiken om te kunnen profiteren van eenverbeterde beveiliging. De aanwezigheid van een certificaat biedt op zichzelf geenenkele bescherming. De beveiliging wordt pas verbeterd als de certificaten correct,authentiek of vertrouwd zijn. Certificaten hebben een beperkte geldigheid. Alswordt aangegeven dat het certificaat is verlopen of dat het nog niet geldig is, terwijlhet certificaat geldig zou moeten zijn, controleert u dan of de huidige datum en tijdvan het apparaat goed zijn ingesteld.

    Voordat u certificaatinstellingen wijzigt, moet u controleren of de eigenaar van hetcertificaat kan worden vertrouwd en of het certificaat werkelijk van de opgegeveneigenaar afkomstig is.

    70 Entertainment

  • Spelletjes en toepassingenU kunt spelletjes en toepassingen op de telefoon beheren. Mogelijk zijn er al eenaantal geïnstalleerd. Deze bestanden staan in het geheugen van de telefoon of opeen losse geheugenkaart en kunnen in aparte mappen zijn geordend.

    Starten van een toepassingSelecteer Menu > Toepassingen > Spelletjes, Geheugenkaart of Verzameling.Blader naar een spelletje of een toepassing en selecteer Openen.

    Als u geluiden, verlichting en trileffecten voor een spelletje wilt instellen, selecteertu Menu > Toepassingen > Opties > Toep.instellingen.

    De volgende opties kunnen ook beschikbaar zijn:

    Versiecontrole — om te controleren of er een nieuwe versie van de toepassingbeschikbaar is om van het web te downloaden (netwerkdienst)Webpagina — om meer informatie of extra gegevens over de toepassing op eeninternetpagina weer te geven (netwerkdienst), indien beschikbaarToegang toepassing — om netwerktoegang voor de toepassing te beperken

    Een toepassing downloadenDe telefoon ondersteunt J2ME™ Java-toepassingen. Zorg ervoor dat de toepassingcompatibel is met de telefoon voordat u begint met downloaden.

    Belangrijk: Installeer en gebruik alleen toepassingen en andere software vanbetrouwbare bronnen, zoals toepassingen die Symbian Signed zijn of die de JavaVerified™-test hebben doorstaan.

    U kunt op verschillende manieren toepassingen en spelletjes downloaden.

    • Selecteer Menu > Toepassingen > Opties > Downloads >Toepassingsdownloads of Speldownloads; de lijst met beschikbarebookmarks wordt weergegeven.

    Entertainment 71

  • • Met Nokia Ovi Suite kunt u de toepassingen naar uw mobiele telefoondownloaden.

    Informeer bij de serviceprovider naar de beschikbaarheid en prijs van deverschillende diensten.

    Kaarten

    U kunt over kaarten schuiven naar verschillende steden en landen, zoeken naaradressen en interessante locaties, routes tussen locaties plannen, locaties alsplaatsen opslaan en naar compatibele apparaten verzenden.

    Bijna alle digitale cartografie is niet helemaal accuraat en volledig. Vertrouw nooituitsluitend op de cartografie die u voor dit apparaat hebt gedownload.

    Opmerking: Het downloaden van content zoals kaarten, satellietbeelden,spraakbestanden, gidsen of verkeersinformatie gaat meestal gepaard met deoverdracht van grote hoeveelheden gegevens (netwerkdienst).

    Content zoals satellietbeelden, gidsen, informatie over weer en verkeer enverwante diensten worden onafhankelijk van Nokia door derden aangeleverd. Dezecontent kan onjuistheden of omissies bevatten en is mogelijk niet altijdbeschikbaar. Vertrouw nooit uitsluitend en volledig op deze content en diensten.

    Extra informatie over Kaarten vindt u op www.nokia.com/maps.

    Als u toepassing Kaarten wilt gebruiken, selecteert u Menu > Organiser >Kaarten en vervolgens kiest u één van de beschikbare opties.

    Kaarten downloadenUw apparaat kan kaarten bevatten die vooraf zijn geïnstalleerd op degeheugenkaart. U kunt een nieuwe set kaarten downloaden van internet met depc-software Nokia Map Loader.

    72 Kaarten

    http://www.nokia.com/maps

  • Nokia Map Loader downloaden en installeren1 Ga naar www.maps.nokia.com om de Nokia Map Loader te downloaden naar

    uw pc en voor verdere instructies.2 Selecteer Menu > Organiser > Kaarten om een eers