koude en klimaat (techniek)
Jaargang 1 - Nummer 1april 2011
‘Geen verschil tussen warmte en koude’Trainer Kees Oostrum van automonteur tot koudetechnicus
In dit nummer o.a.:
Behoefte aan meer opleidingen in onze sector
Aventus wil vooruit met koudetechniek
De aantrekkingskracht van magnetisch koelen
Voor u ligt het nieuwe relatiemagazine COLD+, een magazine
dat u informeert en inspireert op het gebied van opleidingen in
koude- en klimaattechniek. Het is natuurlijk geen toeval dat dit
blad een uitgave is van PTC+ in Ede. We zijn niet alleen al jaren-
lang toonaangevend op het gebied van praktijktrainingen, we
beschikken ook over de modernste faciliteiten en trainers, die
allemaal hun sporen hebben verdiend in de dagelijkse beroeps-
praktijk.
Maar dat vinden we niet genoeg. Wij van PTC+ barsten van de
ambitie. In de komende jaren gaan we in Ede hét landelijk toon-
aangevende expertisecentrum op poten zetten voor koudetech-
niek en klimaatbeheersing. Het wordt een centrum waar plaats
is voor praktijktraining, kennisuitwisseling en onderzoek. Een
centrum dat vraagbaak is, en tegelijkertijd het knooppunt in een
netwerk van vakinhoudelijke specialisten: fysiek, op papier of
digitaal. Een centrum dat het scharnier zal zijn tussen studen-
ten, bedrijven, trainers en hoogleraren.
Dat doet PTC+ natuurlijk niet in zijn eentje. Als specialist in prak-
tijktrainingen werken we op het snijvlak van onderwijs en be-
drijfsleven. Samenwerken zit ons in het bloed. Daarom beseffen
wij maar al te goed dat we voor de vorming van een echt lande-
lijk expertisecentrum de inbreng en de steun nodig hebben van
partners met wie we al lang samenwerken, zoals de brancheor-
ganisatie NVKL en de vereniging ORKA, het platform voor kou-
detechniek. Dat ook het onderwijs graag bij ons initiatief aan-
haakt, vinden we natuurlijk geweldig. ROC Aventus in Apeldoorn
gaat zich de komende jaren intensiever richten op opleidingen
in de koudetechniek en schakelt daarvoor ‘Ede’ in. In de komen-
de tijd zullen we de inbreng van meer partijen verwelkomen om
te werken aan onze gezamenlijke droom.
Dit magazine COLD+ verhaalt over de route naar het expertise-
centrum en over ontwikkelingen in ons vak. Herkenbaar, toegan-
kelijk, kleurrijk. Ik wens u veel leesplezier!
Jenny van den Bovenkamp
Directeur PTC+
Colofon
Redactie: Jos SteehouderFotografie: Henk RuitenbeekVormgeving: Tim AarninkDruk: Drukkerij van Midden
Jaargang 1 - Nummer 1
Inhoud
3 ‘Monteurs altijd enthousiast na training bij PTC+’ Klimaatspecialist BLR-Bimon wil zoveel mogelijk
allrounders
4 Behoefte aan meer opleidingen in de koudetechniek
Brancheorganisatie en opleidingsplatform slaan handen ineen
6 ‘Geen verschil tussen warmte en koude’ Trainer Kees Oostrum van automonteur tot
koudetechnicus
8 Roel Bruggeman: ‘Recessie gebruiken voor training’
10 Aventus wil vooruit met koudetechniek Groeikansen door deelname aan expertisecentrum in
Ede
12 De aantrekkingskracht van magnetisch koelen Delftse professor maakt laboratoriumtechniek
toepasbaar voor consument
14 Frans Hoeben, ‘Je bent nooit uitgeleerd’
april 2011
COLD+ Magazine
De krachten bundelen
PTC+
Zandlaan 27, 6717 LN EdePostbus 32, 6710 BA Ede
Tel: 0318 - 697111Fax: 0318 - 634472E-mail: [email protected]: www.ptcplus.com
COLD+ is een uitgave van PTC+ praktijkleren
COLD+ Magazine2
“Ze moeten eigenlijk álles kunnen”, zegt Marlous Birkhof van de Mont-
foortse klimaatspecialist BLR-Bimon. Ze is binnen dit familiebedrijf
met zo’n 70 medewerkers belast met personeelszaken, waaronder
ook de opleidingen en trainingen vallen. De behoefte aan training is
groot, weet ze. “Onze mensen moeten van alle markten thuis zijn, zo-
wel als het gaat om installatie als om onderhoud. We willen onze klan-
ten een totale klimaatoplossing bieden en perfect werk afleveren. Dat
komt niet uit de lucht vallen, daar is veel kennis en kunde voor nodig”.
BLR-Bimon is gespecialiseerd in verwarmen, koelen en ventileren.
Maar wat heet specialiseren als je zo’n enorm breed vakgebied omvat?
“Dat is een beetje het probleem in ons vak, eigenlijk van de gehele
koudetechniek”, heeft Marlous ontdekt in de vier jaar dat ze nu bij
BLR-Bimon werkt. “Je moet in ons vak van alle markten thuis zijn en
daarbij ook nog eens een prima representatieve vertegenwoordiger
van het bedrijf zijn bij de klant”.
Nu nog zijn veel van de medewerkers bij het Montfoortse bedrijf echt
gespecialiseerd in één van de takken van sport die bij de klimaat-
techniek komen kijken. Koeltechniek bijvoorbeeld, of meet- en regel-
techniek, of verwarmingstechniek. “Het is natuurlijk veel handiger
als medewerkers integraal naar een storing kunnen kijken en alles in
huis hebben om de klant zo snel mogelijk te bedienen. Daarom willen
we de basis van onze medewerkers verbreden en verdiepen. Dat doen
we door middel van een structureel plan op het gebied van training
en scholing. Dus zeker niet alleen omdat er steeds meer wettelijke
verplichtingen ontstaan ten aanzien van de omgang met koudemid-
delen.”
RetailBLR-Bimon spitst haar activiteiten toe op projecten in de retail, de
gezondheidszorg, scholen, kantoren, kinderdagverblijven en bijvoor-
beeld gezondheidscentra, waarin apotheken, fysiotherapiepraktijken
en huisartsen zijn gevestigd. Het door zijn uitdossing met gekleurde
ballen opvallende busje van BLR-Bimon is een regelmatige verschij-
ning in de exclusieve P.C. Hooftstraat. Om maar even aan te geven: de
monteurs van BLR-Bimon kun je overal tegenkomen.
Oók bij PTC+ in Ede. Het Montfoortse bedrijf en PTC+ kennen elkaar al
jarenlang, weet Marlous. Monteurs van de klimaatspecialist kwamen
tijdens hun opleidingen zowel bij de ROC’s als bij PTC+ over de vloer
voor het praktijkdeel van hun opleidingen. Ook de veelgevolgde STEK-
opleidingen werden bij PTC+ in Ede gegeven. “Nu gaan er geregeld
mensen van ons voor hun training F-gassen naar Ede toe. Altijd is het
opvallend dat ze zeer enthousiast terugkomen na zo’n training”, ver-
telt ze. “Eigenlijk kunnen we ons niet heugen dat iemand niet enthou-
siast terugkwam”.
Marlous vertelt dat de monteurs van BLR op allerlei niveaus worden
getraind. “We hebben te maken met ervaren monteurs die hun ken-
nis moeten onderhouden en actualiseren, met zij-instromers die op
niveau moeten komen en met instroom van jonge onervaren monteurs
die nog veel moeten leren.”
“Bijzonder is dat de trainingen compact gegeven worden en bovendien
met een sterke focus op de dagelijkse beroepspraktijk. Daar herkennen
onze mensen zich in. Ze worden tijdens de trainingen aangesproken op
hun professionaliteit. De problemen en oplossingen uit de cursus zijn
zó herleidbaar tot wat ze dagelijks in hun werk meemaken, dat ze met-
een het gevoel hebben dat de opleiding nut heeft. Dat heeft natuurlijk
te maken met de trainers van PTC+, die zelf in het bedrijfsleven hebben
gewerkt, maar ook met de up-to-date faciliteiten. Zo’n training sluit
gewoon naadloos aan op het dagelijkse werk. Dat is heel motiverend,
merken wij in onze bedrijf. Daarnaast zie je het vertrouwen in eigen
kunnen bevestigd en ontstaat er meer plezier in het werk”.
ExpertiseScholing is nooit goedkoop, geeft Marlous aan. “Juist daarom ver-
wacht je nadat een monteur van een training terugkeert, dat hij meer
expertise kan toevoegen aan het bedrijf. Hoewel het soms moeilijk
lijkt om dat keihard aan te tonen, merken we het toch wel degelijk.
Monteurs zijn na een training beter gemotiveerd, hebben meer plezier
in hun werk en kunnen daardoor de uitdagingen die ze in hun werk
onderweg tegenkomen beter aan.”
Daarbij heeft training nóg een belangrijk bedrijfseconomisch effect,
legt Marlous uit. “Monteurs die bij PTC+ trainen, leren op een uniforme
wijze te werken. Het is handig als je de klimaatinstallaties in, pakweg
vijftig winkels, allemaal uniform aanlegt. Dat levert grote efficiency-
winst op bij service en storingen. Zo betalen trainingen zichzelf weer
terug .”
‘Monteurs altijd enthousiast na training bij PTC+’
Klimaatspecialist BLR-Bimon wil zoveel mogelijk allrounders
Marlous Birkhof: “Onze monteurs zijn na een training beter gemotiveerd.”
3Nr. 1 - april 2011
Behoefte aan meer opleidingenin de koudetechniekIn de sector koude- en klimaattechniek dreigt in de komende jaren een schreeuwend tekort aan goed opgeleide
vakmensen. Dit tekort loopt jaarlijks op als gevolg van toenemende vergrijzing en een achterblijvende instroom van
nieuwe vaklui.
Brancheorganisatie en opleidingsplatform slaan handen ineen
Vincent Slappendel (links) en Joery Verbrugge willen de strijd aanbinden met de verwachte krimp van het aantal vaklieden in de sector koudetechniek.
4 COLD+ Magazine
Om deze ontwikkeling te keren, slaan opleidingsinstituut PTC+, ORKA,
het platform voor de koudetechniek en de brancheorganisatie NVKL
de handen ineen met het opleidingsbedrijf GOo. Bovendien werken de
partners nauw samen om op de locatie Ede van PTC+ op korte termijn te
komen tot hét expertisecentrum op het gebied van koude- en klimaat-
techniek in Nederland. Nu al staat bij PTC+ de trainingsfaciliteit voor
natuurlijke koudemiddelen. Het nieuwe expertisecentrum zal een fy-
sieke én virtuele ontmoetingsplaats worden van theoretische en prak-
tische kennis op het gebied van koudetechniek in ons land.
Het is alle hens aan dek, vinden Vincent Slappendel en zijn collega
Joery Verbrugge. Slappendel is voorzitter van de Nederlandse Ver-
eniging van ondernemingen op het gebied van de Koudetechniek en
Luchtbehandeling, Verbrugge voorzitter van de vereniging ORKA, het
opleidingenplatform van de sector. Samen met PTC+, waarmee al lan-
ger nauw wordt samengewerkt, willen ze de strijd aanbinden met de
verwachte krimp van het aantal vaklieden in de nabije toekomst.
CijfersDe cijfers liegen er niet om: in de komende jaren stromen jaarlijks zo’n
600 werknemers de sector uit, terwijl de aanwas niet groter is dan
maximaal 200. “Aan de uitstroom kunnen we weinig doen, dat heeft te
maken met de vergrijzing. Maar aan de instroom kan wel degelijk iets
gebeuren. We moeten jongeren enthousiast maken om in onze sector
aan de slag te gaan”, zegt Slappendel. Verbrugge: “We zijn bovendien
niet tevreden over de rol van het beroepsonderwijs. Daar worden on-
voldoende mensen voor onze sector opgeleid.”
Koudetechniek en luchtbehandeling zijn aantrekkelijke vakgebieden,
waarvoor we mensen nodig hebben met veel theoretische en prakti-
sche expertise. Koudetechniek heeft in de afgelopen jaren een enorme
ontwikkeling doorgemaakt. In elke winkel is tegenwoordig wel een air-
co, datacentra boordevol computers kunnen onmogelijk functioneren
zonder goede koeling en de agrarische sector zou zonder ons hopeloos
verloren zijn. Het gaat er nu om onze sector breed onder de aandacht
te brengen en geïnteresseerden op een uitstekende manier op te lei-
den zodat ze in onze sector aan de slag kunnen.”
VerrassingDat ORKA en NVKL de handen nu zo opzichtig ineen slaan, mag voor
velen in de sector een beetje als een verrassing komen, erkennen Slap-
pendel en Verbrugge. Verbrugge: “Algemeen is bekend dat onze beide
organisaties in de afgelopen jaren, laten we zeggen, niet zo heel mak-
kelijk gemeenschappelijke acties konden ontwikkelen. Er was links en
rechts irritatie. De NVKL had wellicht van ORKA verwachtingen, die
we niet waar maakten. Andersom werden die verwachtingen bij ORKA
soms gezien als een vorm van bemoeizucht.”
Slappendel: “Laten we zeggen dat de sfeer niet echt coöperatief was.
Ja, we zaten elkaar eigenlijk in de weg. Maar als gevolg van de ontwik-
kelingen in de markt en in de sector zijn we toch op elkaar aangewe-
zen. En als de juiste personen met elkaar aan tafel komen, blijkt ineens
dat veronderstelde drempels nauwelijks iets voorstellen. We zijn blij
met onze mogelijkheden tot samenwerking in het opleidingsbedrijf
GOo. We zijn ervan overtuigd dat we onze branche daarmee een grote
dienst gaan bewijzen.”
In totaal zijn zo’n 625 bedrijven als lid aangesloten bij NVKL en ORKA.
De onvrede over de aanwas van nieuwe vaklui is breed voelbaar. De
bouwnijverheid, de autobranche, de metaalbranche en bijvoorbeeld
ook de fietsenbranche hebben het prima voor elkaar: hun koepelor-
ganisaties hebben opleidingen in het hele land georganiseerd, al of
niet in samenwerking met Mbo-opleidingen. Maar de koudetechniek
is achtergebleven. Terwijl andere technische sectoren zich krachtig
profileerden, bleef het opleidingsveld voor koudetechniek versnipperd
en bleven de carrière- en opleidingsmogelijkheden voor de potenti-
ele doelgroep grotendeels onzichtbaar. Er zijn ook geen voltijdsoplei-
dingen voor koudetechniek: de instroom bij koudetechniek bestaat
meestal uit mensen die eerst een ander technisch vak hebben uitge-
oefend. Terwijl koudetechnici toch hoog in de pikorde staan, het vak
heeft een high-tech en ‘coole’ uitstraling.
Grip“We willen gewoon meer grip op onderwijs, om onze leden in de toe-
komst van gekwalificeerd personeel te kunnen voorzien”, zegt Ver-
brugge. “Daarvoor moeten we om te beginnen veel beter zichtbaar
worden voor onze doelgroep. We vissen in dezelfde vijver als andere
technische sectoren, zoals de metaal-, de elektro- of installatietech-
niek. GOo ,het centrum voor koude en klimaat, zal jonge aankomende
vakmensen in dienst nemen en opleiden, voor het praktijkdeel van de
opleiding worden ze gedetacheerd bij aangesloten bedrijven.”
Door de komende bundeling van expertise in Ede, wordt het mogelijk
om te vernieuwen en uit te wisselen op een breed front, waar de sec-
tor zijn voordeel mee kan gaan doen. Slappendel: “Uiteindelijk willen
we dat onze leden het gevoel krijgen dat ‘Ede’ er voor hén is. Neem
bijvoorbeeld het idee van een winterschool. Voor koudetechniek is de
zomer het hoogseizoen, dat is logisch. Dus opleidingen moet je con-
centreren van november tot en met maart, dat is ook logisch. Als we
met GOo zo’n winterschool starten, krijgen we het beroepsonderwijs
vast ook in beweging.”
5Nr. 1 - april 2011
Dus hoor je hem enthousiast vertellen dat er eigenlijk helemaal geen
verschil is tussen koude en warmte. Leg dat thuis maar eens uit! En dat
temperatuurwisseling gewoon tussen je oren moet zitten. Over pro-
paan, butaan, Cfk’s, Hfk’s en de gevaren voor de ozonlaag. En dat je als
monteur bij een vleesverwerkend bedrijf nu eenmaal niet kan weglo-
pen als de klus niet gefikst is. Want dan ontdooien de diepvrieskippen.
In vogelvlucht praat Kees (56) maar door over de theorie van het koe-
len, het alsmaar boeiende spel van temperatuurwisseling, waarbij je
geen koude naar binnen brengt, maar warmte onttrekt aan een ruimte,
zelfs al heersen daar al lang diepvriestemperaturen. Zo lang je het ab-
solute nulpunt niet hebt bereikt, kun je warmte blijven onttrekken.
Volgt u het nog?
Kees spreekt bovendien met zorg over het milieu, dat het toch niet
de bedoeling kan zijn dat de ozonlaag naar de knoppen gaat omdat
koeltechnici slordig met chemische stoffen omspringen. En hoor hem
praten over arbeidsethos. Gewoon, omdat je je klant niet in de kou
kunt laten zitten. Spreekwoordelijk gezien, natuurlijk.
‘Geen verschil tussen warmte en koude’Kees Oostrum, trainer koudetechniek bij PTC+, zit al gauw op zijn praatstoel, als het gaat over zijn vak. Dat komt omdat hij
hóudt van zijn vak, dat kan niet anders.
Trainer Kees Oostrum van automonteur tot koudetechnicus
Trainer Kees Oostrum: “Temperatuurwisseling moet gewoon tussen je oren zitten.”
6 COLD+ Magazine
Tja, iemand die zó over zijn vak spreekt, al die facetten in een paar
minuten voorbij kan laten komen, dat móet wel een trainer van PTC+
zijn. Dat is-ie ook, maar nog niet zo lang. Om precies te zijn nog maar
een paar maanden. PTC+ heeft hem als trainerstalent zó uit de beroeps-
praktijk geplukt en hem in staat gesteld om zijn aangeboren enthousi-
asme te vertalen in het trainerschap.
“Vanouds was ik een druk jongetje”, vertelt Kees. “Een adhd’tje zou-
den ze me tegenwoordig noemen”. Hoe je het nadeel van adhd tot een
voordeel kunt maken laat het omvangrijke curriculum vitae van Kees
Oostrum zien. Bij het lezen van zijn wapenfeiten dringt het tot je door
dat hij sinds 1971 geen seconde stil kan hebben gezeten. Van tech-
nisch specialist bij de Landmacht ontwikkelde hij zich tot monteur per-
sonenauto’s, nieuwbouwmonteur, chef monteur, vertegenwoordiger,
accountmanager en projectleider koeltechniek en klimaattechniek.
Een indrukwekkend staaltje van ontwikkeling, iets dat hij zijn cursis-
ten ook wil voorhouden: je bent nooit uitgeleerd. Een trainer die het
goede voorbeeld heeft gegeven en daarom respect afdwingt.
WeelderigheidIn de jaren tachtig kwam hij terecht bij British Leyland, dat destijds
ook roemruchte merken voerde als Jaguar en Rover. Luxe wagens,
waarvan de weelderigheid onder meer viel af te lezen uit de aanwezig-
heid van airco. Zo maakte Kees kennis met koeltechniek, om uiteinde-
lijk zich verder te ontwikkelen in het ontwerpen van koeltechnische
installaties, het ontwerpen en adviseren over toe te passen isolaties,
het ontwerpen en verkopen van regelsystemen voor koel- en vriesin-
stallatie. Ja, wat niet?
“Typerend voor mijn loopbaan is wel dat ik iemand ben die gewend is
om van alles zelf uit te zoeken. En of je nu zelf het wiel uitvindt, of op
het goede moment advies inwint bij anderen in het vakgebied, maakt
niet zoveel uit. Het gaat om de houding, die je bij veel mensen in de
koudetechniek aantreft. Er is immers geen kant- en klare opleiding in
ons vak, meestal zijn monteurs afkomstig uit de installatietechniek
of de elektrotechniek en worden ze gevangen door het fenomeen dat
het spel van de warmte en koudewisseling is. Je moet overal iets van
weten: van elektrotechniek, van installatietechniek en soms van re-
geltechniek. Mensen in de koudetechniek zijn van alle markten thuis,
zijn geïnteresseerd, zijn cóól.”
In opkomstKoude- en koeltechniek zijn overal in opkomst, schetst Kees. Of het
nu gaat om het koelen van levensmiddelen, planten, bloemen, groen-
ten of de uitvaartsector. Overal kom je koeltechniek tegen, en overal
moet die betrouwbaar functioneren. En altijd is de koeltechnicus van
groot belang voor het primaire productieproces van de klant. Zonder
koeling bederft alles. “Dat vraagt om een bijzondere doelgerichte en
klantgerichte benadering. Behalve dat ik als trainer de noodzakelijke
kennis en vaardigheden wil overdragen, wil ik ook duidelijk maken dat
je dit vak niet kunt uitoefenen als je niet op een heel bijzondere manier
de juiste beroepshouding kunt aannemen. Dat betekent dus dat je ’s-
avonds soms niet thuis bent met het eten omdat je klus nog niet af is.”
Kees houdt van slimme leerlingen en moeilijke vragen. “Als ze op hun
tenen lopen om het mij moeilijk te maken, dan is dat een teken dat ze
interesse hebben, hun vak leuk vinden en dat ze op de goede plek zit-
ten bij PTC+”, zegt Kees.
De trainingen gaan voor een belangrijk deel over veilig werken met
op zichzelf niet ongevaarlijke stoffen voor mens en milieu. “Angst is
altijd een slechte raadgever”, vindt Kees. ‘Als je goed bent getraind is
het werken met deze stoffen in ieder geval niet gevaarlijk, want dan
weet je precies wat je moet doen en moet laten. Een training bij PTC+ is
daarom goed voor het zelfvertrouwen en de zelfstandigheid van mon-
teurs.”
7Nr. 1 - april 2011
De gouden tijden zijn voorbij. Na de crisis blijkt nu dat de markt wel-
iswaar weer aantrekt, maar dat de vraag naar airconditioning en kli-
maattechniek wel is veranderd. De marges zijn wat kleiner geworden,
de vraag naar goedkopere merken neemt toe. Het bedrijf van Brug-
geman is gespecialiseerd in airconditioning en klimaatbeheersing en
werkt met acht medewerkers. Het bedrijf is vooral actief in de kanto-
renmarkt, maar bedient ook andere bedrijfsruimten, zoals computer-
centra, hotels, zorgcentra, winkels en complete shopping malls.
“De winter is hèt moment om je bedrijf op een hoger niveau te bren-
gen”, zegt Roel. “Juist nu moeten we dus investeren in cursussen”,
zegt Roel. “Een ideaal moment om de kennis op te poetsen bij zowel
mijzelf als mijn mensen.”
Opfrissen“Daarom volgen we bij PTC+ nu samen de training op het gebied van
F-gassen, waarbij we heel veel kennis opfrissen en we onszelf de maat
nemen tijdens het examen. Zo kunnen we aantonen dat we voldoende
toegerust zijn voor ons werk. Dat is goed voor onszelf omdat we we-
ten dat we veilig en efficiënt kunnen werken, maar natuurlijk ook voor
onze klanten die er op deze manier beter van op aan kunnen dat ze
waar voor hun geld krijgen.”
De keuze voor PTC+ schrijft hij vooral toe aan ‘toeval’. “Eén van mijn
collega’s heeft de cursus uitgezocht. De cursus was prijstechnisch
goed en we vinden het een voordeel dat de cursus- en de examenlo-
catie dezelfde zijn. Vanuit Den Haag rijden we er over de A12 in een
rechte lijn naar toe, de bereikbaarheid is dus ook prima.”
Op het moment van het interview voor COLD+ hebben Roel en zijn men-
sen de cursus afgerond, maar wacht het examen nog. “Hoe dat afloopt
moeten we dus nog even afwachten, maar over de cursus zijn we heel
tevreden. Wat echt opviel is hoe goed de training aansluit op onze ei-
gen dagelijkse praktijk. En koeltechniek gaat veel verder dan alleen
een training in F-gassen. Die bredere kennis is heel nuttig, denk ik.”
Roel en zijn mensen zullen straks in het nieuwe seizoen beter in staat
zijn om zelfstandig te beoordelen of installaties wel of niet optimaal
functioneren en zo nee, wat daaraan gedaan kan en moet worden.
“Zelfstandig storingen oplossen is toch wat je wilt. En wat onze klan-
ten willen, die zijn niet gebaat bij eindeloos heen en weer rijden, maar
willen hun probleem zo snel mogelijk opgelost zien.”
Roel Bruggeman: ‘Recessie gebruiken voor
Juist nu is het tijd om de kennis binnen je bedrijf stevig op
te poetsen, vindt Roel Bruggeman, eigenaar van Aircotech
Klimaattechniek uit Den Haag. Met kennis en kunde kan
een bedrijf zich onderscheiden bij de klant en bovendien
zijn eigen doelmatigheid vergroten, vindt hij.
Roel Bruggeman: “Met meer kennis en vaardigheden kom je sterker uit de crisis.”
8 COLD+ Magazine
r training’
SamenhangWat helpt is dat dat trainers van PTC+ zelf uit de beroepspraktijk
komen, zegt Roel. “Dat is echt een groot voordeel. “Die mannen
kennen het klappen van de zweep en snappen waar wij tijdens
ons werk mee te maken hebben. Heel goed is ook de nauwe sa-
menhang tussen theorie en praktijk. Wat je leert kun je meteen
in de praktijk brengen en wat je in de praktijk ziet gebeuren
wordt op papier of door middel van een presentatie begrijpelijk
gemaakt.”
“Het is natuurlijk even afwachten of we slagen voor het examen,
maar ik kan wel zeggen dat we tijdens de cursusdagen heel veel
hebben geleerd. Zo komen we sterker uit de crisis.”
RUBRIEK
De föhn als gereedschapHet gebeurde dat de vriescel zomaar en zonder een duidelijk aanwijsbare reden uitviel. Niet één keer, maar vaker. Steeds moest er een monteur komen om het op te lossen. Als hij was geweest, bleek het probleem altijd weer gefikst, maar nooit de-finitief. En er was geen vast patroon in de storing te ontdekken. De tussentijden waren onregelmatig. Vervelend, want op deze manier kreeg je het gevoel dat het functioneren van de vriesin-stallatie onbetrouwbaar werd.Op de vraag wat de monteur dan deed tijdens zijn bezoek, kwam een helder antwoord: hij ontdooide hem en daarna functio-neerde de vriescel weer uitstekend. En zo was het ook. Want hij haalde keurig zijn temperatuur van min twintig graden Celcius.
Maar wat had de monteur nu precies ontdooid?Hij vertelde dat aan de zijkant van de verdamper en met name het ventiel in het ijs zat. Toen hij dat had schoongemaakt met een föhn, kon de installatie weer normaal functioneren.
Nu werd het duidelijk omdat het hier om een Thermostatisch Expansie Orgaan (ventiel) met MOP-punt ging. Dit type ventiel heeft een beperkte vulling in de voeler (bulb). Dat houdt in dat de temperatuur van het ventielelement altijd warmer moet zijn dan de voeler (bulb). Omdat het element echter bevroren was, ging alle vloeistof in het element zitten waardoor het ventiel niet meer werkte.
Kun je dat even uitleggen?Een van de eigenschappen van de vloeistof is dat die zich ver-plaatst naar het koudste punt. In dit geval was dat het element dat geheel in het ijs zat met een temperatuur van wel min twin-tig graden Celcius.
Om tot de oplossing van dit probleem te komen, is het belangrijk te weten dat het ijs niets anders is dan vocht dat uit de lucht neerslaat op een koud oppervlak. Na het neerslaan van het vocht vormt zich onmiddellijk ijs met dezelfde temperatuur als de on-dergrond, de verdamper.
Dus moet je zorgen dat het vocht er niet meer bij kan?Precies. De oplossing is in dit geval een goede isolatie van het ventielelement door middel van twee op elkaar gelijmde schij-ven isolatiemateriaal. Dan kan geen vocht meer op het element neerslaan en wordt ijsvorming onmogelijk. Klaar is Kees.
Als je dit in de praktijk meemaakt, schrijf dan in het logboek wel de gegevens op van het ventiel. Het gaat dan om zaken als het fabricaat, het type, de doorlaat, het bereik, koudemiddelsoort en het MOP punt. Je collega zal er blij mee zijn als hij het later ooit nodig heeft, zonder dat hij dan de isolatie hoeft te verwij-deren.
Heb je zelf een probleem dat je behandeld wilt zien in deze ru-biek? Wij zorgen voor de oplossing!Stuur een e-mail naar: techniek @ptcplus.com, ter attentie van PRAKTIJKPROBLEEM COLD+
Tot ziens bij een training die bijdraagt aan je persoonlijke ont-wikkeling binnen het vakgebied.
Het Koelteam van PTC+
Praktijkprobleem
9Nr. 1 - april 2011
ROC Aventus ziet volop kansen en gaat daarbij nooit solistisch te werk.
Samenwerken met partners in het bedrijfsleven is voorwaarde voor
succesvol beroepsonderwijs, is de overtuiging van Hilda Pepping.
Succes is hard nodig, de komende jaren zal het bedrijfsleven zitten te
springen om vakbekwame instromers. De aanwas van de nieuwe tech-
neuten zal krap de vervangingsvraag kunnen beantwoorden. “Daarom
gaat bij ons vrijwel niemand zonder diploma de deur uit. Gaat het on-
verhoopt toch mis, dan zetten we alle zeilen bij om zo’n leerling te
behouden binnen de brede sector Techniek.”
AfsprakenDaarom hebben PTC+ en ROC Aventus deze winter afspraken gemaakt
over nauwe samenwerking op het gebied van opleidingen in de koude-
techniek. De voordelen zijn wederzijds. PTC+ wil hèt expertisecentrum
worden op het gebied van koude- en klimaattechniek, en wil daar-
voor de krachten van zoveel mogelijk partners bundelen. Daar hoort
het onderwijs bij. Voor Aventus geldt hetzelfde argument. Daar waar
expertise, faciliteiten en beroepspraktijk elkaar ontmoeten, mag het
onderwijs niet ontbreken.
“PTC+ wil hét centrum worden. Wij dé opleiding. PTC+ kent de lande-
lijke tendensen vanuit zijn achterban. We hebben te maken met een
vervangingsmarkt, waarin kwantiteit en kwaliteit is gewenst. Net als
continuïteit. De winst is de samenwerking in een innovatief praktijk-
centrum met de nieuwste kennis en de nieuwste snufjes. Als Aventus
kunnen we zulke investeringen voor een relatief kleine groep niet op-
brengen. In samenwerking met anderen lukt het wel. Juist vanwege
de hogere kwantiteit waarvan we verwachten dat die een aanzuigende
werking heeft. En dat allemaal op een mooie locatie met een geweldi-
ge prettige en professionele sfeer”, aldus de sectordirecteur Techniek.
VaatjeOm te kunnen groeien gaat Aventus dus uit een ander vaatje tappen,
zowel geografisch als wat faciliteiten betreft. “Voor groei moeten we
ook buiten ons traditionele verzorgingsgebied leerlingen werven.
Geografisch ligt Ede uitstekend. Bovendien brengt PTC+ niet alleen zijn
faciliteiten in, maar ook zijn relaties in het bedrijfsleven. Dat is al-
lemaal nodig voor een kwalitatief
hoogwaardige opleiding”, vindt
Hilda Pepping. Aventus verhuist
dus zijn opleiding koudetechniek
naar Ede. “Wel houden we onze ei-
gen faciliteiten op het gebied van
koudetechniek in Apeldoorn in-
tact voor de opleidingen waarvan
koudetechniek een onderdeel is,
zoals elektrotechniek en installa-
tietechniek”.
In de visie van ROC Aventus is
een vruchtbare samenwerking
met het bedrijfsleven de sleutel
tot succesvol beroepsonderwijs.
“PTC+ is wat dat betreft wel een
buitenbeentje, omdat het een
trainingsbedrijf is. Gebruikelijker
is dat wij samenwerken met bran-
che- en werkgeversorganisaties die dan praktijkfaciliteiten opzetten
ten behoeve van het onderwijs. En voor henzelf dan natuurlijk een
mooie kweekvijver van talent zijn. PTC+ is anders, want van zichzelf
een praktijkcentrum, maar zit wel héél dicht tegen de branche aan,
zeker gezien de ambities die het heeft met de groei tot nationaal ex-
pertisecentrum.”
Hilda Pepping: “Door ons bij dit nationaal expertisecentrum aan te
sluiten rekenen we uiteraard op een groei van het aantal aanmeldin-
gen bij onze opleidingen. Geografisch bestrijken we een groter gebied,
kwalitatief en innovatief hebben we samen met PTC+ veel meer te bie-
den. Niet in het minst door de perfecte faciliteiten en de trainers met
grote praktijkexpertise.”
Voordelen“Aansluiting bij PTC+ en zijn partners heeft voordelen voor ons, omdat
we nu kunnen beschikken over faciliteiten en expertise die buiten be-
Aventus wil vooruit met koudetechniek
ROC Aventus in Apeldoorn wil dé opleider worden op het gebied van koudetechniek. “En
PTC+ wordt daarbij onze zeer gewaardeerde partner”, zegt Hilda Pepping, sectordirecteur
Techniek van ROC Aventus . “Het wordt één van onze speerpunten. We scoren nu al
landelijk heel goed met onze laboratorium opleidingen, een reeks van bouwopleidingen
en voor de opleiding Koudetechniek. Maar dankzij de samenwerking met PTC+ en een
collega-ROC willen we de allerbeste worden van het land.”
Groeikansen door deelname aan expertisecentrum in Ede
Hilda Pepping, sectordirecteur Techniek van
10 COLD+ Magazine
reik zou blijven als we solo zouden blijven opereren.”
Volgens Hilda Pepping is de samenwerking het noodzakelijke
antwoord op de te verwachten krapte op de arbeidsmarkt in de
komende jaren, waarover ook elders in dit eerste nummer van
COLD+ wordt geschreven. “De instroom neemt af, de uitstroom
snel toe als gevolg van de vergrijzing. Daarom kwam de econo-
mische crisis op zo’n rotmoment. Leerlingen koudetechniek bij
Aventus volgen een BBL-traject: ze hebben een baan en gaan
één dag in de week naar hun opleiding. Door de crisis zijn ar-
beidsplaatsen komen te vervallen. Zo zijn we in een vervelende
vicieuze cirkel terechtgekomen van: crisis, minder banen, min-
der leerlingen, minder onderwijs.”
“Dat maakt het voor onderwijsinstellingen soms problematisch
om bepaalde onderwijsfaciliteiten of in een enkel geval zelfs
volledige opleidingen in de lucht te houden. Die cirkel moeten
we met z’n allen zien te doorbreken.” De vorming van een exper-
tisecentrum kan daartoe bijdragen, is haar vaste overtuiging.
COLUMN
Beproeft conceptAls accountmanager van PTC+ kom ik over de vloer bij zowel be-drijven als onderwijsinstellingen. Waar ik ook kom, altijd krijg ik weer de complimenten over de faciliteiten en de trainingsruim-ten die PTC+ voor trainingen beschikbaar heeft. Zeker sinds vorig voorjaar het nieuwe techniekgebouw werd geopend, komen vele bedrijven en het onderwijs graag naar Ede.
Gelukkig maar, want hoewel de kwaliteit van PTC+ voor velen misschien vanzelfsprekend lijkt, ook bij ons gaat niets vanzelf. Zo actualiseren we onze machines en de apparatuur in onze trai-ningsruimten jaar na jaar om onze cursisten te kunnen voorbe-reiden op de nieuwste ontwikkelingen waar ze in hun beroeps-praktijk tegenaan lopen.
Maar er komt meer bij kijken: we hebben in Ede geïnvesteerd in de modernste faciliteiten op het gebied van natuurlijke koude-middelen. Trainingen in de toepassing van duurzamere stoffen in de koudetechniek zullen de komende jaren steeds nadruk-kelijker in de belangstelling komen te staan. Natuurlijke koude-middelen – het woord zegt het al – zijn van nature in onze atmo-sfeer aanwezig. Daarom schaden ze het milieu niet, al zijn ze in geconcentreerde hoeveelheden wel gevaarlijk voor de mensen. Dat vereist dus specifieke kennis.
En dan hebben we nog niet alles gehad. PTC+ beschikt over ei-gen trainers die door de wol zijn geverfd in de beroepspraktijk. Vakinhoudelijk zijn ze niet of slechts moeilijk te verslaan. Maar behalve ‘vakidioten’, zijn onze trainers ook specialisten in het geven van trainingen, helemaal thuis in competentiegericht werken en het coachen van hun cursisten, van wie ze begrijpen dat het stuk voor stuk geen boekenwurmen, maar echte doeners zijn. PTC+ investeert in faciliteiten én in mensen, ook in die zin zijn we gewoon een echt bedrijf.
PTC+ begrijpt dus als geen ander het belang van de combinatie van uitstekende faciliteiten en dito opgeleide mensen, die niet alleen een technisch probleem kunnen oplossen, maar óók nog eens op een didactisch sterke en representatieve manier het be-drijf kunnen vertegenwoordigen. Trainen bij PTC+ is altijd écht, zeggen we. Bij de leerstoel Competentiestudies van de Universi-teit Wageningen wordt onderzoek gedaan naar onze aanpak van praktijktrainen. Met de onderzoeksresultaten zullen we wellicht later de effectiviteit van onze trainingen wetenschappelijk kun-nen onderbouwen. Maar onze vaste klanten, die al jarenlang een beroep doen op de combinatie van onze faciliteiten en exper-tise, vormen eigenlijk al voldoende bewijs.
Leo Voorwinden
Voor de wind
het ROC Aventus: “We willen de allerbeste worden”.
11Nr. 1 - april 2011
Je ziet het wel vaker, het is een Amerikaanse traditie, overgewaaid
naar ons land. Magneetjes op de koelkast. Souvenirs uit alle wind-
streken kleuren die saaie witte koelkastdeur in de keuken en vormen
een warme zomerherinnering in de koude winter. Een kangoeroe uit
Australië, Manneke Pis uit Brussel en een overstekende eland uit de
Verenigde Staten.
Als het aan de Delftse hoogleraar Fundamentele Aspecten van Mate-
rialen en Energie aan de faculteit technische natuurwetenschappen
Ekkes Brück ligt, blijft de aanwezigheid van magneetjes niet langer
beperkt tot de buitenkant, maar krijgt de magneet juist aan de bin-
nenkant van de koelkast een vitale functie. Koelen met een magneet is
efficiënter, stiller, zuiniger en verlost ons van de omgang met natuur-
onvriendelijke of voor de mens gevaarlijke stoffen.
Koelen met magneten is niet nieuw, maar wordt sinds begin jaren
dertig van de vorige eeuw eigenlijk alleen toegepast voor onderzoeks-
doeleinden als ultra-lage temperaturen benodigd zijn, vertelt Brück.
“Tot nu toe heeft magnetisch koelen eigenlijk geen invloed op ons da-
gelijks leven. Maar de proeven hebben wel aangetoond dat magnetisch
koelen een heel hoog rendement heeft, vergeleken met de gangbare
compressortechnologie die nu overal wordt toegepast.”.
WaterHet grote verschil bij magnetisch koelen ten opzichte van de traditi-
onele technieken is dat geen koudemiddelen meer nodig zijn, en dat
eenvoudig een mengsel van water en glycol langs een beurtelings
warm en koud stuk metaal wordt geleid om in een condensator de
koude dan wel de warmte af te geven. Zo kan een onschadelijke stof
als water worden gebruikt voor warmte/koude transport. De truc is het
metaal beurtelings te magnetiseren en te demagnetiseren, waarmee
het opwarmt en afkoelt. Daarmee is warmtewisseling een feit.”
Tot zover de basale techniek. Brück: “Het nadeel van de techniek was
echter dat je een metaal nodig hebt dat een groot temperatuureffect
geeft bij magnetisering. Daarvoor werd in laboratoria een legering van
zeldzame en schaarse metalen gebruikt. Maar voor consumentendoel-
einden gaat dat natuurlijk niet werken. Voor een duurzame toepassing
was een legering nodig van goedkope en ruim voorradige metalen.”
De aantrekkingskracht van magnetisch ko
Delftse professor maakt laboratoriumtechniek toepasbaar voor consument
Ammoniak, CO2, Hfk’s, Cfk’s, butaan, propaan. Koelen
doen we met stoffen die voor het milieu slecht zijn, of
voor de mens potentieel gevaarlijk. Je moet wat over
hebben voor een koud biertje of het koelen van enorme
hoeveelheden vlees bestemd voor de export. Kan dat niet
anders? Het antwoord komt uit Delft: het kán anders, maar
een revolutie in de koudetechniek is nog ver weg.
Professor Ekkes Brück van de Technische Universiteit Delft: “Nooit meer lekkage van
12 COLD+ Magazine
“Vanuit mijn interesse in energievraagstukken en natuurwetenschap-
pen ben ik op zoek gegaan naar een nieuwe metaallegering met de
goede eigenschappen in het temperatuurbereik voor een gewone
koelkast. Ik zocht een magnetocalorisch materiaal waarmee we een
koelsysteem kunnen maken voor temperaturen tussen -20 graden
Celsius en +20 graden”, aldus Brück. Het materiaal moest bij kleine
veranderingen in magneetveldsterkte al veel koelen en goedkoop en
ruimschoots voorradig zijn. Brück ontdekte een legering van man-
gaan, ijzer, fosfor en arseen en publiceerde daarover in het blad Na-
ture. Momenteel onderzoekt hij hoe hij de koeleigenschappen van de
legering verder kan verbeteren en hoe het metaal op grote schaal is te
produceren.
Het voordeel van de magneettechniek is evident, vindt Brück: je bent
voor eens en altijd af van mogelijke lekkage van schadelijke koudemid-
delen. De nieuwe techniek is ook veel energiezuiniger dan de gangbare
compressortechniek en tot slot maakt de nieuwe techniek geen geluid
en veroorzaakt geen trillingen. Nadelen zijn er ook, of eigenlijk maar
één: de aanschafkosten zijn flink hoger, denkt de professor, temeer
omdat de gangbare compressortechniek zodanig op kosten is geopti-
maliseerd dat die moeilijk is te beconcurreren.
NichemarktenBrück verwacht de eerste magnetische koelkast, die naar verwachting
in 2012 op de markt komt, zal worden gebruikt voor zogeheten ‘ni-
chemarkten’. “Neem bijvoorbeeld een wijnkoelkast. Dure wijnen zijn
gevoelig voor trillingen. Het kostenargument zal minder zwaar wegen
voor een wijnkoelkast waarin vele flessen van honderden of misschien
wel duizenden euro’s liggen. Voor hotelketens kan het aantrekkelijk
zijn om te investeren in dergelijke koelkasten die zuiniger zijn en geen
geluid veroorzaken. Toegevoegde waarde kan er ook zijn voor toepas-
singen waarbij een constante temperatuur heel belangrijk is, zoals bij
gistings- of fermentatieprocessen. Gangbare koeltechniek geeft im-
mers altijd fluctuaties door het aan- en uitschakelen van de compres-
sor. Ook in de medische sector zie ik toepassingsmogelijkheden.”
elen
schadelijke koudemiddelen, dat is het voordeel van magnetisch koelen.”
De schematische weergave van de koelcyclus met de magneet-techniek. Boven links begint de cyclus met niet-gemagnetiseerd materiaal. Het warmt op in het veld van een magneet. Deze warmte wordt afgevoerd naar de buitenlucht waardoor het materiaal weer op de begintemperatuur is. Het materiaal koelt verder af als het magneetveld wordt verwijderd. Nu kan het materiaal warmte opne-men uit de koelkast. Daarna begint de cyclus opnieuw. (Illustratie: Ton Riemersma)
13Nr. 1 - april 2011
Frans heeft de zorg voor een eigen bedrijf, Hoeben Installaties,
met zo’n twintig medewerkers. “Ik run het bedrijf samen met mijn
broer en mijn zus”, zegt hij. De meeste klanten vinden ze in de uti-
liteitsbouw, industrie en gezondheidszorg. “Tijdens ons werk ko-
men we ook veel klimaatinstallaties tegen, waarin koudetechniek
is verwerkt. Voor het werken met die koudetechniek en de F-gassen
hadden we het kennis- en vaardigheidsniveau nog niet zelf in huis.
Om met koudemiddelen om te gaan huurden we een ander bedrijf
in. Maar in de toekomst willen we daarvan minder afhankelijk zijn.
Daarom ben ik begonnen aan de training F-gassen categorie 2 sa-
men met een van de monteurs van ons bedrijf.”
“De ontwikkeling in de koudetechniek is in de afgelopen jaren echt
razendsnel gegaan. Tien jaar geleden was koeling in een bedrijfs-
ruimte bij wijze van spreken nog een luxe. Nu is het standaard. Ook
in duurzame technieken is koudetechniek onmisbaar. We willen na-
tuurlijk niet achter blijven, ook in ons bedrijf willen we ons blijven
ontwikkelen.
“Omdat we dus meer zelf willen doen op het gebied van F-gassen,
werd het zaak om in te schrijven voor een cursus. Nu is er bij ons
in de directe omgeving geen gelegenheid voor trainingen en kwa-
men we al snel bij PTC+ uit. Mooi meegenomen dat PTC+ samen met
Installatiewerk Zuidoost een training organiseert voor de regio
Limburg en Brabant. De cursus beslaat in totaal zes dagen plus een
examendag, waarbij PTC+ de opleiding verzorgt en STEK het examen
organiseert.”
Frans en zijn directe collega kunnen na de opleiding in ieder geval
op een verantwoorde wijze overweg met koudemiddelen. Techni-
sche handelingen als het vullen en ledigen van de installatie en het
bijvullen, het verhelpen van storingen, dat kunnen ze na de trai-
ning allemaal zelf. “Maar het is nog niet genoeg, ik wil wel verder”,
zegt Frans. “Na deze training wil ik naar een hoger niveau, zodat we
ook de grotere installaties zelf onder handen kunnen nemen.”
Dat daarbij opnieuw de keus zal vallen op PTC+ is voor Frans geen
vraag. Hij heeft lof voor de wijze waarop zijn trainer de zaken aan-
pakt. “Een man uit de praktijk, met jarenlange ervaring in het vak.
Natuurlijk heb je een stuk theorie nodig, maar met zijn achtergrond
kunnen we al snel praktijkgericht aan de slag. Hij spreekt gewoon
onze taal en voelt haarfijn aan waar wij in de dagelijkse beroeps-
praktijk tegenaan lopen. Hij heeft dat immers zelf jarenlang erva-
ren”.
Frans vindt de trainingen niet goedkoop, maar hun geld in alle op-
zichten wel waard. “We verwerven veel extra kennis en vaardighe-
den en bedrijfsmatig gezien betekent dat een grotere onafhanke-
lijkheid. Nu zijn we bij storingen en in bedrijfstellingen afhankelijk
van anderen. Na afronding van het examen niet meer en kunnen we
onze klanten straks dus betere en snellere service verlenen”.
Voor Frans Hoeben (30) uit het Brabantse Asten, is de
installatietechniek een vak waarin hij zich nooit zal
vervelen, zegt hij. “Het is een prachtig vak, waarin de
ontwikkelingen snel gaan en zich bovendien heel breed
voltrekken. Dat maakt het vak als het ware een beetje
oneindig, je bent gewoon nooit uitgeleerd. De actuele
ontwikkelingen, waarbij de aandacht steeds meer komt te
liggen op energiebesparing en zorg voor het milieu, maakt
het werk extra aantrekkelijk”.
Frans Hoeben, ‘Je bent nooit uitgeleerd’
Frans Hoeben: “Ik wil naar een steeds hoger niveau.”
14 COLD+ Magazine
Nu nog krijgen ROC’s een vergoeding van het ministerie en wordt een
deel van de kosten betaald uit eigen bijdragen en premiekorting van
de werkgever. Maar de trend is: we gaan meer betalen voor onderwijs
en diverse ministeries en werkgevers zijn in een stoelendans verzeild
geraakt over wie het grootste deel van de rekening op zijn bord krijgt.
Het voornemen van het ministerie van OCW is om de opleiding van stu-
denten en leerlingen van boven de dertig jaar niet meer te bekostigen.
Als werkgevers zitten te springen om beroepsbeoefenaren, moeten ze
zich ook financieel verantwoordelijk willen en durven voelen voor de
aanwas, zo redeneert het kabinet. Maar dat lijkt eenvoudiger dan het
is, vinden vertegenwoordigers van zowel mbo-instellingen als werkge-
versorganisaties.
Zij vinden dat de bezuiniging van het kabinet de instroom in de ar-
beidsmarkt ronduit in gevaar brengt en dus schade toebrengt aan de
economie van ons land. Zowel brancheorganisaties als de Mbo-raad
denken dat tienduizenden zogeheten zij-instromers en herintreders in
de toekomst niet de opleiding zullen krijgen die nodig is.
Momenteel volgen ongeveer 60.000 mensen van boven de 30 jaar een
mbo-opleiding, met name in de techniek, waaronder ook koudetech-
niek. Voorzitter Van Zijl van de Mbo-raad op de website van zijn eigen
organisatie: “Het onverminderd doorvoeren van de maatregel heeft
onder meer tot gevolg dat de onderwijsinstellingen opleidingen zullen
moeten schrappen en duizenden docenten zullen moeten ontslaan.
Dat kost wachtgeld, maar wellicht erger nog, het mbo verliest daar-
door veel kennis en ervaring.”
Het effect komt bovenop de klap die het gevolg was van de crisis. Juist
dertigplussers volgen hun opleiding vaak via BBL-trajecten, vier dagen
in de week werken en een dag naar school. Werk en opleiding zijn dus
gekoppeld. Maar juist door de crisis zijn nogal wat banen verloren ge-
gaan. Dat betekent dat er minder werknemers zijn, minder leerlingen,
minder scholing.
Inmiddels is volop tegen de kabinetsplannen geprotesteerd. Begin
maart was nog niet duidelijk hoe de hazen liepen. Op 1 maart berichtte
de woordvoerster van minister Van Bijsterveldt tegen de redactie van
COLD+ dat de ‘minister nog in overleg’ is.
Mbo-instellingen waarschuwen voor dertigplus maatregel
Wat vindt u?Wij hechten waarde aan uw mening
Wie draait op voor de kosten van het volwassenenonderwijs? Dat is de inzet van een discussie over de zogeheten
‘Dertigplus Maatregel’ van minister Van Bijsterveldt van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Het kabinet wil veel minder
geld besteden aan het volwassenenonderwijs. Volwassenenonderwijs moet een ‘feestje’ van werkgevers en het onderwijs
samen worden.
Wat vindt u?Reageer op een van de volgende stellingen:
1. De bezuiniging van het kabinet is in strijd met het principe van ‘een leven lang leren’. Zo ondermijnen we onze gewenste kenniseconomie in de toekomst.
2. Het is goed dat ondernemers gedwongen worden om verantwoordelijkheid te nemen voor kennisontwikkeling. Zo blijf je in de toekomst een aantrekkelijke werkgever.
OPINIE
ReageerReageer door een e-mail te sturen naar [email protected], onder vermelding van: OPINIE COLD+.
De redactie zal een selectie van de reactie in het volgende nummer van COLD+ plaatsen.Vergeet niet uw naam en adresgegevens duidelijk te ver-
melden. Anonieme reacties kunnen niet worden geplaatst, houdt uw reactie kort en bondig, dat vergroot de kans op plaatsing.
15Nr. 1 - april 2011