Download - Belgisch Leger in 1914

Transcript

1

Inhoud:Inhoud:........................................................................................................................................1 Belgisch leger 1914.....................................................................................................................3 Algemeen................................................................................................................................3 Reorganisatie...........................................................................................................................4 Het veldleger...........................................................................................................................4 1ste Divisie..............................................................................................................................5 2de Divisie..............................................................................................................................5 3de Divisie..............................................................................................................................6 4de Divisie..............................................................................................................................8 5de Divisie............................................................................................................................10 6de Divisie............................................................................................................................10 Cavalerie Divisie...................................................................................................................13 De Strijd om Luik van 5 augustus tot 16 augustus 1914 .........................................................15 De Duitse oplossing voor het "probleem" Luik ...................................................................15 De Belgische Forten .............................................................................................................15 De Duitse inval en de eerste aanvallen op Luik ...................................................................17 De eerste stormaanval op de Vesting Luik ..........................................................................19 De doorbraak ........................................................................................................................19 De inname van de stad Luik .................................................................................................21 De houwitsers moeten komen ..............................................................................................23 Het transport van de houwitsers naar Luik ..........................................................................23 Structuur van de Luikse Forten.................................................................................................27 Algemene beschrijving ........................................................................................................28 Bewapening:..........................................................................................................................38 Fort van Barchon.......................................................................................................................40 Fort van Chaudfontaine.............................................................................................................44 Fort van Flron..........................................................................................................................47 Fort van Flmalle......................................................................................................................51 Fort van Hollogne ...................................................................................................................................................53 Fort van Loncin.........................................................................................................................57 Belgische terugtocht naar de Reduit Antwerpen......................................................................61

2

3

Belgisch leger 1914Opperbevelhebber: Chef staf : Onderstafchef : ZM Koning Albert I Luitenant generaal Ridder Selliers de Moranville Luitenant kolonel de Ryckel

AlgemeenIn de zomer van 1914 was het Belgisch leger in volle reorganisatie. Gestart in 1913 zou deze reorganisatie enkele jaren duren (einde gepland voor 1918). Het gebrek aan materiaal was enorm: men bezat slechts 102 machinegeweren, zware veldartillerie was onbestaande en zelfs gewone uitrusting zoals keukengerei en rugzakken waren in sommige eenheden niet beschikbaar. Er was een schaarste aan officieren, compagnies met het normale aantal manschappen waren uitzonderlijk. Training en fysieke conditie waren slecht, een 10 15 km mars leverde meestal een hele hoop achterblijvers op. Het moraal was echter hoog, gevoed door woedegevoelens ten overstaan van de Duitse agressor. De mobilisatie kon rekenen op 15 klassen, n van de algemene dienstplicht van 1913, 4 uit de persoonlijke dienstplicht van de jaren 1902 1912 en 10 van het oude systeem der loting. Het leger bestond uit het veldleger en de forten van Antwerpen, Luik en Namen. De 117.000 man van het veldleger waren verdeeld in 6 infanteriedivisies, n cavaleriedivisie en verschillende ondersteunende eenheden. Infanterie divisie: 3 of 4 Gemengde brigades n cavalerie regiment n artillerie regiment n bataljon genisten n verbindingssectie n transporteenheid Cavalerie divisie: 2 cavaleriebrigades n bataljon rijwielen n groep artillerie (paarden) n compagnie genisten n verbindingssectie n transporteenheid

-

-

De gemengde brigade bestond in vredestijd slechts uit n infanterieregiment. Tijdens de mobilisatie ontving elk regiment de 8 jongste klassen en werd dan opgesplitst om zo een tweede regiment te vormen. Deze twee infanterieregimenten vormden dan de basis van de gemengde brigade. Deze splitsing verzwakte echter deze regimenten, zij hadden zo al een tekort aan kaders en uitrusting. De zeven oudste klassen van dit regiment vormden een Vestingregiment. Dit was de infanterie die aan de forten was toegevoegd. De gevechtswaarde van deze eenheden was onder standaard. De gemiddelde leeftijd was over de 30 jaar, uitrusting slecht en sommige compagnies hadden slechts een NCO als bevelhebber. Zo vormde het 11de linieregiment na de mobilisatie: het 11de linieregiment, het 31ste linieregiment en het 11de Vestingregiment. Goed uitgewerkte operationele plannen waren niet voorhanden. Er waren enkele algemene ideen, waarvan sommige in de voorgaande jaren waren bestudeerd, maar de chefstaf en zijn onderstafchef kwamen niet overeen. Generaal de Moranville (chef staf) had het vertrouwen van de Eerste minister en de minister van oorlog. Luitenantkolonel de Rijckel bezat het vertrouwen van de militaire adviseur van de Koning. Orders en tegenorders werden gegeven wat leidde tot verwarring en vergissingen. Deze situatie verbeterde enkel wanneer Koning Albert I deze twee opponenten in september 1914 ontsloeg.

4 De houding van Stafofficieren tegenover gewone soldaten was een ander probleem. De Generale staf was een gesloten kring die ver weg leefde van de alledaagse problemen van lagere officieren en gewone soldaten. Sommige hogere officieren voelden geen medeleven voor de soldaat in de loopgracht.

ReorganisatieVoor 1913 bestond het leger uit 4 divisies, wat overeenkwam met het jaarlijks aantal dienstplichtige van 13.300 man. De militiewet van 1913 bracht dit aantal tot 33.000. Zo diende het leger dus gereorganiseerd. De diensttijd, 15 maanden bij de infanterie, 21 maanden bij de artillerie en 2 jaar bij de cavalerie, maakte het mogelijk om de samenstelling van het leger te beperken tot de 6 jongste klassen van de militie.

Het totaal van het veldleger kwam alzo op 180.000 man wat het noodzakelijk maakte het te organiseren in legerkorpsen. Het doel was een veldleger van 6 legerkorpsen van 3 of 4 divisies, dat maakte een totaal van 20 infanterie divisies. Vermits het leger 20 infanterieregimenten had vormde elk regiment de basis voor een divisie. Het was noodzakelijk om 6 klassen van 33.000 man te hebben om de 180.000 man bij elkaar te krijgen, een getal dat men zou bereiken in 1919. Er werden ook plannen gemaakt om geleidelijk het aantal officieren op te drijven en het leger te voorzien van de noodzakelijke uitrusting. De splitsing van de regimenten was voorzien na 1915 maar de regering besliste dit uit te voeren tijdens de mobilisatie. Om het nodige aantal mannen te verkrijgen moest zij echter de 8 jongste klassen (i.p.v. van de 6) oproepen. Mede door het gebrek aan uitrusting en kaders kwam het Belgisch leger verzwakt uit de mobilisatie

Het veldlegerIn vredestijd bestond het veldleger uit 6 infanteriedivisies en n cavaleriedivisie;

SITUATIE AUGUSTUS 1914 ZOALS HIERONDER Eenheid 1ste Divisie 2de Divisie 3de Divisie 4de Divisie 5de Divisie 6de Divisie Cavalerie Divisie Bevelhebber Luitenant-generaal Baix Luitenant-generaal Dossin Luitenant-generaal Leman Luitenant-generaal Michel Luitenant-generaal Ruwet Luitenant-generaal Lantonnois van Rode Luitenant-generaal De Witte Hoofdkwartier Gent Antwerpen Luik Namen Bergen Brussel Brussel

5

1ste DivisieBevelhebber : Luitenantgeneraal Baix Eenheid 2de Gemengde Brigade 3de Gemengde Brigade 4de Gemengde Brigade 3de Regiment Lansiers 1ste Regiment Artillerie 1ste Genie bataljon Transportkorps 1ste Sectie veldtelegrafie Bevelhebber HQ Gent Oostende Brugge Brugge Gent Antwerpen Gent

Colonel A.E.M. Hagemans

2de Gemengde BrigadeBevelhebber : Eenheid 2de Linieregiment 22ste Linieregiment 2de Compagnie Machinegeweren Groep Artillerie Peloton Gendarmerie Bevelhebber Commandant Paul Reding HQ Gent (reserve) Gent Gent

3de Gemengde BrigadeBevelhebber : Eenheid 3de Linieregiment 23ste Linieregiment 3de Compagnie Machinegeweren Groep Artillerie Peloton Gendarmerie Bevelhebber HQ Oostende (reserve) Oostende Brasschaat

4de Gemengde BrigadeBevelhebber : Eenheid 4de Linieregiment 24ste Linieregiment 4de Compagnie Machinegeweren Groep Artillerie Peloton Gendarmerie Bevelhebber Kolonel AEM Triest Luitenantkolonel Gauthier Kapitein Rooryck HQ Brugge (reserve) Brugge Brugge

2de DivisieBevelhebber: Luitenantgeneraal Dossin

6 Eenheid 5 Gemengde Brigade 6de Gemengde Brigade 7de Gemengde Brigade 4de Rgt. Jagers te paard 2de Regiment Artillerie 2de Genie bataljon Transportkorps 2de Sectie Veldtelegrafiede

Bevelhebber

Generaal Drubbel Kolonel A.E.M. Thorn

HQ Antwerpen Antwerpen Antwerpen Leuven Lier Antwerpen Mechelen

5de Gemengde BrigadeBevelhebber : Eenheid 5de Linieregiment 25ste Linieregiment 5de Compagnie Machinegeweren Groep Artillerie Peloton Gendarmerie Bevelhebber HQ Antwerpen (reserve) Antwerpen Antwerpen

6de Gemengde BrigadeBevelhebber : Eenheid 6de Linieregiment 26ste Linieregiment 6de Compagnie Machinegeweren Groep Artillerie Peloton Gendarmerie Bevelhebber : HQ Antwerpen (reserve) Antwerpen Antwerpen

7de Gemengde BrigadeBevelhebber : Eenheid 7de Linieregiment 27ste Linieregiment 7de Compagnie Machinegeweren Groep Artillerie Peloton Gendarmerie Bevelhebber HQ Antwerpen (reserve) Antwerpen Antwerpen

3de DivisieDe bevelhebber van de 3de Divisie was ook Commandant van de PFL, wel was er voorzien dat de 3de divisie zou worden ontrokken aan zijn bevel, indien deze ergens anders in het land zou worden ingezet.

7 Bevelhebber : Luitenantgeneraal Leman Chefstaf : luitenantkolonel Stassin F.J. Eenheid Bevelhebber de 9 Gemengde Brigade Generaal-majoor Gilles 11de Gemengde Brigade Generaal-majoor Bertrand 12de Gemengde Brigade Generaal-majoor Vermeulen 14de Gemengde Brigade Generaal-majoor Andringa de 2 Regiment Lansiers Kolonel Cumont 3de Regiment Artillerie Kolonel Berger 3de Genie Bataljon Kapitein Cdt. Vereecke Transportkorps Majoor Arnold 3de sectie veldtelegrafie

HQ Brussel Hasselt Luik Luik Luik Luik Luik Luik Luik

9de Gemengde BrigadeBevelhebber : Generaal-majoor Gilles Eenheid 9de Linieregiment 29ste Linieregiment 9de Compagnie Machinegeweren Groep Artillerie Peloton Gendarmerie Bevelhebber Kolonel Meiser Lt.-Kolonel Artan de St-Martin Kapitein Cdt. A.E.M. Huyghe Majoor Van Lancker HQ Brussel (reserve) Brussel Tienen

11de Gemengde BrigadeBevelhebber : Generaal-majoor Bertrand Eenheid 11de Linieregiment 31ste Linieregiment 11de Compagnie Machinegeweren Groep Artillerie Peloton Gendarmerie Bevelhebber Kolonel Dusart Lt.-Kolonel A.E.M. Leestmans Kapitein Cdt. Castaigne Majoor Lecocq HQ Hasselt (reserve) Hasselt Beverlo

12de Gemengde BrigadeBevelhebber : Generaal-majoor Vermeulen Eenheid 12de Linieregiment 32ste Linieregiment 12de Compagnie Machinegeweren Groep Artillerie Peloton Gendarmerie Bevelhebber Lt.-Kolonel A.E.M. Jacques Lt.-Kolonel Duvivier Kapitein Cdt. Quolin Majoor A.E.M. Hellebaut HQ Luik (reserve) Luik Luik

14de Gemengde BrigadeBevelhebber : Generaal-majoor Andringa Eenheid 14de Linieregiment 34ste Linieregiment 14de Compagnie Machinegeweren Groep Artillerie Peloton Gendarmerie Bevelhebber Kolonel A.E.M. Streitz Lt.-Kolonel A.E.M. Lambert Kapitein Cdt Darche Majoor De Hontheim HQ Luik (reserve) Luik Luik

8

2de Regiment LansiersBevelhebber : Kolonel Cumont

Eenheid 1ste Groep 2de Groep Compagnie rijwielen

Bevelhebber Majoor Daloze Majoor Cauvin Kapitein Cdt. Demolin

3de Regiment ArtillerieBevelhebber : Kolonel Berger

Eenheid 1ste Groep 2de Groep

Bevelhebber Kapitein Cdt. A.E.M. Wry

Lansiers (1911)

3de Genie bataljonBevelhebber : Kapitein Cdt. Vereecke Eenheid Compagnie bruggenbouwers Compagnie genie Bevelhebber Kapitein Cdt.Desutter Kapitein Cdt.Schoofs

4de DivisieDe bevelhebber van de 4de Divisie was ook Commandant van de PFN, wel was er voorzien dat de 4de divisie zou worden ontrokken aan zijn bevel, indien deze ergens anders in het land zou worden ingezet.Bevelhebber : Luitenant-generaal Michel Eenheid 8ste Gemengde Brigade 10de Gemengde Brigade Bevelhebber HQ Laken Namen

9 13de Gemengde Brigade 15de Gemengde Brigade 1ste Regiment Lansiers 4de Regiment Artillerie 4de Bataljon Genie Transportkorps 4de Sectie veldtelegrafie Generaal-majoor Massart Namen Charleroi Namen Tienen Namen Namen

8ste Gemengde BrigadeBevelhebber : Eenheid 8ste Linieregiment 28ste Linieregiment 8ste Compagnie Machinegeween Groep Artillerie Peloton Gendarmerie Bevelhebber HQ Antwerpen (reserve) Antwerpen Laken

10de Gemengde BrigadeBevelhebber : Eenheid 10de Linieregiment 30ste Linieregiment 10de Compagnie Machinegeweren Groep Artillerie Peloton Gendarmerie Bevelhebber : Kolonel Verbist HQ Aarlen (reserve) Namen Tienen

13de Gemengde BrigadeBevelhebber : Eenheid 13de Linieregiment 33ste Linieregiment 13de Compagnie Machinegeweren Groep Artillerie Peloton Gendarmerie Bevelhebber HQ Namen (reserve) Namen Namen

15de Gemengde BrigadeBevelhebber : Generaal-majoor Massart Eenheid 1ste Jagers te voet 4de Jagers te voet 15de Compagnie Machinegeweren Groep Artillerie Peloton Gendarmerie Bevelhebber Kolonel Jacquet Majoor Melot Kapitein Cdt. Fleuracker Majoor Defeld HQ Charleroi (reserve) Charleroi Charleroi

10

5de DivisieBevelhebber : Luitenant-generaal Ruwet Eenheid 1ste Gemengde Brigade 16de Gemengde Brigade 17de Gemengde Brigade 2de Regiment Jagers te paard 5de Regiment Artillerie 5de Bataljon Genie Transportkorps 5de Sectie Veldtelegrafie Bevelhebber HQ Gent Bergen Doornik Bergen Leuven Antwerpen Dendermonde

1ste Gemengde BrigadeBevelhebber : Eenheid 1ste Linieregiment 21ste Linieregiment 1ste Compagnie Machinegeweren Groep Artillerie Peloton Gendarmerie Bevelhebber HQ Ath (reserve) Ath Oudenaarde

16de Gemengde BrigadeBevelhebber : Eenheid 2de Regiment Jagers te voet 5de Regiment Jagers te voet 16de Compagnie Machinegeweren Groep Artillerie Peloton Gendarmerie Bevelhebber : HQ Bergen (reserve) Bergen Bergen

17de Gemengd BrigadeBevelhebber : Eenheid 3de Regiment Jagers te voet 6de Regiment Jagers te voet 17de Compagnie Machinegeweren Groep Artillerie Peloton Gendarmerie Bevelhebber HQ Doornik (reserve) Doornik Doornik

6de Divisie

11 Bevelhebber : Luitenant-generaal Lantonnois van Rode Eenheid Bevelhebber de 18 Gemengde Brigade 19de Gemengde Brigade 20ste Gemengde Brigade 1ste Regiment Jagers te paard 6de Regiment Artillerie Kolonel Arnould de 6 Bataljon Genie Transportkorps 6de Sectie veldtelegrafie HQ Brussel Brussel Brussel Doornik Brussel Antwerpen

18de Gemengde BrigadeBevelhebber : Generaal-majoor Maes Eenheid 1ste Regiment Grenadiers 2de Regiment Grenadiers 18de Compagnie Machinegeweren Groep Artillerie Peloton Gendarmerie Bevelhebber Lt.-Kolonel A.E.M. Lefebure Commandant: Majoor A.E.M. Lotz Majoor A.E.M. Dujardin HQ Brussel (reserve) Brussel Brussel

19de Gemengde BrigadeBevelhebber : Eenheid 1ste Regiment Karabiniers 3de Regiment Karabiniers 19de Compagnie Machinegeweren Groep Artillerie Peloton Gendarmerie Bevelhebber : HQ Brussel (reserve) Brussel Brussel

Belgische Karabiniers met machinegeweer

20ste Gemengde BrigadeBevelhebber : Eenheid 2de Regiment Karabiniers 4de Regiment Karabiniers 20ste Compagnie Machinegeweren Groep Artillerie Bevelhebber HQ Brussel (reserve) Brussel Brussel

12 Peloton Gendarmerie

13

Cavalerie DivisieBevelhebber : Luitenant-generaal De Witte Eenheid Bevelhebber 1ste Cavalerie Brigade Generaal de Monge 2de Cavalerie Brigade Bataljon Karabiniers per fiets Groep Artillerie te paard Compagnie genie-brug. per fiets Transportkorps HQ Brussel Gent Vilvoorde Tervuren Antwerpen

1ste Cavalerie BrigadeBevelhebber : Eenheid 1ste Regiment Gidsen 2de Regiment Gidsen Bevelhebber Kolonel Fourcault HQ Brussel Brussel

2de Cavalerie BrigadeBevelhebber : Eenheid 4de Regiment Lansiers 5de Regiment Lansiers Bevelhebber HQ Gent Mechelen

14

Deze opstelling was zo gekozen dat men zowel het land kon verdedigen en toch een neutrale positie kon innemen, een neutraliteit die Belgi was opgelegd door het verdrag van 1839. De 1ste, 3de, 4de en 5de divisie hadden de rol van voorhoede in richting van een mogelijke aanval. De 1ste divisie of Vlaamse divisie in de richting van Groot-Brittanni. De 3de divisie of Luikse divisie in de richting van Duitsland. De 4de en 5de divisie in de richting van Frankrijk, de 4de tegen een aanval op Namen en de 5de tegen een aanval via Maubeuge Lille. Elk van deze divisies had als taak de aanval op te houden zodat de andere vijf konden worden gemobiliseerd.

15

De Strijd om Luik van 5 augustus tot 16 augustus 1914De slag om Luik staat bekend als de eerste veldslag van Wereldoorlog I. Luik ligt op ongeveer 25 30 kilometer van de Duitse grens en was derhalve de eerste hindernis die de Duitsers op hun weg tegenkwamen. De stad wordt doorkruist door de Maas en bewaakt de toegang tot het laagland van Belgi waar de Duitsers door moesten om daarna snel via Namen Frankrijk binnen te kunnen trekken.

De Duitse oplossing voor het "probleem" LuikVoor de Duitsers lag bij Luik de enige mogelijkheid om via meerdere bruggen de Maas over te steken. Het was dus zaak deze vijf bruggen intact te veroveren. De spoorlijnen van Luik verbonden Duitsland met Noord- Frankrijk. Dit geeft al aan waarom ook de spoorlijnen van essentieel belang waren voor de Duitsers. De Duitsers hadden 3 mogelijkheden om het "probleem" Luik op te lossen nml.:

een vrije doortocht verleend door de Belgische regering een snelle aanval voordat de Belgen gereed waren zware artillerie inzetten om de forten compleet tot gort te schieten.

Voor de eerste mogelijkheid dienden de Duitse gezant in Brussel op twee augustus 1914 een nota in waarin zij mededeelden dat de Duitsers over informatie beschikten dat het Franse leger van plan was om langs de route Givet- Namen op te rukken en dan Duitsland aan te vallen. Duitsland gaf in de nota aan dat zij dit betreurden maar dat zij de aanval van de Fransen wel voor wilden zijn en vroegen zo om een vrije doortocht door Belgi. Op de vroege ochtend van de derde augustus werd het verzoek door het Belgische kabinet afgewezen. Belgi zou zijn grondgebied verdedigen tegen ieder vreemd leger dat zonder toestemming haar grondgebied zou betreden. Een Duits diplomaat reageerde op deze verklaring als volgt; "O, die arme stommelingen. Waarom gaan ze niet uit de weg voor de stoomwals. We willen ze niets doen, maar als ze ons in de weg staan, zullen ze in de grond worden gestampt".

De Belgische FortenOp veertien juni 1887 besloot de Belgische regering een fortenring te laten bouwen. De twaalf forten rond Luik werden ontworpen door luitenant generaal Henri Alexis Brialmont (1821-1903) een bekend militair ingenieur uit die tijd. Zes forten aan iedere kant van de Maas waarvan het laatste in 1891 gereed kwam. Omdat Brialmont het hem toegestane budget echter had overschreden, werd hij gedwongen met pensioen te gaan en verdween hij van het toneel..

Brialmont

Henri Brialmont

16 De stad Luik had ten tijde van de Eerste Wereldoorlog ook nog twee oudere forten; de citadel en La Chartreuse, die beide dateerden van begin 1800. Deze forten werden in de verdediging opgenomen, zij waren echter van geringe militaire betekenis.

Kaart van Luikse forten en omgeving

Er waren vier soorten forten die ongeveer n meter boven de grond uitstaken, drie tot zeven kilometer uit elkaar en tussen de zes en tien kilometer van de stad verwijderd lagen. De ring had in totaal een omtrek van ongeveer 52 kilometer. De kernen van de forten bestonden uit opslagruimten, keuken, bakkerij, wasserette, communicatieruimte en latrines. De forten waren uitgerust met in totaal 400 intrekbare kanonnen die elke weg in de omgeving konden bestrijken. Ieder fort beschikte over een zoeklicht dat eveneens intrekbaar was. De meeste forten waren uitgerust met intrekbaar geschut van 5,7 mm oplopend naar hogere kalibers van 120mm, 150mm en de grootste 210mm. De 5,7 mm kanonnen waren voor gevechten dichtbij; de hogere kalibers voor doelen verderaf, zoals de wegen in de wijde omgeving. Het schijnt overigens dat er een jaar eerder bij Krupp nog zeer zware artillerie is besteld. De levering van deze artillerie werd echter verschillende malen door Krupp uitgesteld. Generaal Grard Leman De Belgische bezetting van augustus 1914 ,onder generaal Grard Leman, bestond uit 3.000 man voor de forten. Voor de verdediging van de ruimten tussen de forten werden 23.000 man van de 3e Belgische divisie en de 15e gemengde brigade ingezet. De vesting van Luik stond in die tijd bekend als de sterkste van Europa, maar

17 was echter nooit aangepast aan de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van de artillerie.

De Duitse inval en de eerste aanvallen op LuikMaandag en dinsdag 3 en 4 augustus 1914

In de middag van maandag drie augustus gaf generaal Von Moltke opdracht voor de aanval. Voor oplossing twee werd uiteraard als eerst gekozen. De troepen zouden vlak langs het zuidelijke deel van de Nederlandse grens trekken in de richting van Luik. Vis moest bezet worden en ook de aldaar aanwezige Maasovergangen. Als dit was gebeurd zou tot slot een verrassende nachtelijke stormaanval de stad en de forten doen vallen. De Duitsers stelden speciaal voor de aanval op Luik een Generaal Otto von Emmich "Maasleger" samen bestaande uit zes brigades onder generaal Otto von Emmich. Dit leger bestond uit 25.000 infanteristen, 8.000 cavaleristen en 124 stukken geschut. Het Maasleger had de taak de weg door Luik zo snel mogelijk te openen om zo het eerste leger, dat de grootste afstand moest overbruggen om Frankrijk aan te vallen, snel te laten passeren. Bij de organisatie en de aanval was generaal Ludendorff betrokken die later in de oorlog nog veel van zich zou laten horen. In april 1914 was hij bevorderd tot generaal met als opdracht stafchef van het tweede leger. Zijn taak in het Maasleger was de verbinding tussen het opperbevel en het leger te verzorgen. Vroeg in de ochtend op dinsdag vier augustus overschreden ongeveer 150 gepantserde auto's de Belgische grens.. In iedere auto zaten ongeveer tien Duitse soldaten. Achter de gepantserde auto's reden de zogenaamde Uhlanen (cavalerie eenheden) van Von Marwitz. Ze droegen lange, met stalen punten voorziene lansen en waren omhangen met een arsenaal van sabels, pistolen en geweren. De voornaamste taak van deze troepen was het uitvoeren van verkenningen. Deze stoet reed zonder weerstand te ontmoeten door tot Warsage. Toen zij in de buurt van Berneau aankwamen werd op hen geschoten. De Belgen lieten op 4 augustus om 04.00 uur hun bruggen bij Argenteau en Vis springen.

18

Door de Belgen opgeblazen brug bij Vis

De Duitse hoofdmacht voor de aanval op Luik, betrad tijdens de ochtend van 4 augustus om even na 08.00 uur bij Gemmenich in de buurt van Moresnet Belgisch grondgebied. De soldaten zongen liederen als "In der Heimat, in der Heimat, da gibt's ein Wiedersehn", "Heil dir im Siegerkranz" en "Die wacht am Rhein". Ook "Deutschland ber Alles" werd uiteraard veel gezongen. Via Moelingen trokken de Duitsers op naar Vis waar de eerste gevechten plaatsvonden. Om 10.15 uur arriveerde de eerste Duitse patrouille in Verviers. Om 15.00 uur waren er daar al ongeveer 14.000 Duitse soldaten gearriveerd. Dorpen als Berneau, Vis, Argenteau, Warsage en Moelingen werden geheel of gedeeltelijk vernietigd. Deze dorpen waren als eerste bereikt door de Duitse cavalerie. Indien de gemeente grensde aan Luxemburg of Nederland werd de Belgische driekleur vervangen door een Duitse vlag. Als eerste van deze plaatsen werd Warsage veroverd. In Warsage stond de bejaarde 72-jarige burgemeester Flchet, die de zwart geel rode sjerp droeg, op de Duitsers te wachtten. Bij aankomst werd de burgemeester een proclamatie in het Frans aangeboden waarin stond dat de Duitsers tot hun spijt Belgi waren binnengetrokken omdat de Fransen via Belgi Duitsland wilden aanvallen. Ze waarschuwden de burgerbevolking dat de vernietiging van bruggen, tunnels en spoorwegen als een vijandelijke daad zou worden beschouwd die met de dood bestraft zou worden. Ze voegde direct al de daad bij het woord want later op de dag werden er zes mensen gefusilleerd en werd het dorp in brand gestoken omdat uit de huizen zou zijn geschoten op de oprukkende Duitse troepen.

Kijkje in een verwoeste straat in Vis

Op enkele plaatsen werd daadwerkelijk ook uit de huizen op de Duitsers geschoten nadat een dorp was ingenomen. Maar vaak reageerden de Duitsers op geruchten. Uiteindelijk zijn er tijdens de gevechten rond Luik vele burgers gefusilleerd of naar Duitsland afgevoerd. Vele inwoners van Belgi, sommige gewond, vluchtten in de richting van Nederland. Ook ongeveer 7.000 Duitse en Oostenrijkse inwoners van Luik, die door de Belgische regering verbannen werden, moesten vluchtten. Zij werden door de Duitsers opgevangen en naar Duitsland overgebracht.

19 Tijdens het terugtrekken in de richting van Luik, trachtten de Belgische troepen zoveel mogelijk bruggen en wegen onklaar te maken. De Duitsers probeerden bij Vis vier keer, met de gedwongen hulp van burgers en boeren, een pontonbrug aan te leggen, deze werd vier keer aan flarden geschoten door de kanonnen van fort Pontisse en fort Barchon. De Belgische afweer werd ondersteund door het 2e bataljon van het 12e Linie-regiment, onder bevel van luitenant Claude, die vanuit de heuvels aan de overkant van de Maas hevig vuurden. Tegen de avond lukte het de Duitsers ten noorden van Vis de Maas over te steken. De velden lagen bezaaid met doden en gewonden.. Enkele soldaten die naar de Nederlandse grens waren gevlucht, werden in Nederland ontwapend. Duitse soldaten werden ondergebracht in de buurt van Alkmaar en Belgische vluchtelingen in het Gaasterland. De Duitse bedoeling was, om via een stormaanval, tussen de forten te penetreren voordat de Belgische troepen daar loopgraven en prikkeldraad aan konden leggen.

De eerste stormaanval op de Vesting LuikWoensdag 5 augustus 1914

Duitse infanteristen in een kamp bij Vis

Twee vertegenwoordigers van het Duitse leger trokken naar Luik om de overgave te eisen. Deze eis werd door de Belgen direct van de hand gewezen waarna de Duitsers de staat van beleg afkondigden. Dit beleg begon met een aanval op de vier meest oostelijke forten van Luik. Deze aanval werd afgeslagen. Het veldgeschut dat voor deze aanval werd gebruikt, was te licht om door te dringen in de Belgische forten. De kanonnen van de Belgische forten hadden met veel succes geholpen de Duitse aanval af te slaan. Onder de Duitsers werd dan ook tijdens de eerste aanvallen een bloedbad aangericht. Op sommige punten lagen de lijken een halve meter hoog opgestapeld. De Duitsers die toch door deze muur van vuur heen kwamen, werden daarna door de Belgen krijgsgevangen gemaakt. Op een zestal plaatsen probeerden Duitse troepen pontonbruggen te leggen. Ook werden vlotten gemaakt waarnaast de paarden mee zwommen naar de overkant. Alle pogingen werden ondersteund door mitrailleur- en artillerievuur. Bij Vis probeerden de Duitsers van vroeg in de ochtend tot laat in de middag over de Maas te komen. Dit lukte hen niet. Zij trokken zich terug om 's avonds laat terug te komen. Die dag mislukten al hun pogingen om over de Maas te komen. De vroegere Duitse militaire attach in Brussel werd naar generaal Leman gestuurd om hem over te halen de fortenring over te geven. Mocht de fortenring niet worden overgegeven dan zou Luik worden verwoest door zeppelins. Leman weigerde zich over te geven. Na het gesprek werd de zeppelin "Kln" opdracht gegeven naar Luik te vliegen om daar enkele bombardementen uit te voeren. In de avond werd begonnen met de beschieting van fort Flron, later op de avond werden ook de forten Chaudfontaine, Embourg en Boncelles onder vuur genomen.

De doorbraak

20Donderdag 6 augustus 1914

Omstreeks 03.00 uur in de ochtend deed de Duitse infanterie een stormaanval op de ruimten tussen het fort Boncelles en de Ourthe. In gesloten gelederen rukte, gedurende vijf uur, golf na golf op. Zij werden echter door het hevige kanonvuur vernietigd. Overlevenden vielen ten prooi aan de moordende Belgische mitrailleurs. Ook het centrum aan de oostelijke zijde bij fort Flron werd aangevallen. De Duitse veertiende brigade, nu onder leiding van een officier van de Generale Staf, de later zo bekend geworden Ludendorff, viel de ruimte tussen fort Evegne en fort Flron aan. Ludendorff nam de leiding op zich nadat de commandant van de brigade door machinegeweervuur was gedood. De Duitsers wisten een doorbraak te forceren, onder andere omdat de kanonnen van fort Flron niet op de Duitsers vuurden. Een afdeling ruiterij van de Duitsers wist tot vlakbij de stad door te dringen maar werden door aankomende Belgische reserves teruggedrongen. In de nacht van vijf op zes augustus lukte het de Duitsers om tussen Lixhe en Navagne, ca. 250 meter van de Nederlandse grens, een pontonbrug te leggen. In de vroege ochtend staken de eerste Duitse troepen deze brug over. Toen een grote troepenmacht via de pontonbrug tussen Lixhe en Navagne op de westelijke Maasoever was gearriveerd, trokken de Belgen zich terug op Boirs. De Duitse troepen op de westelijke Maasoever begonnen direct aan de aanval. De brug is tot negen augustus door de Belgen beschoten. Nadat de schoorstenen, die als herkenningspunt voor de artillerie dienden, door de Duitsers waren neergehaald werd het orinteren moeilijk en moest uiteindelijk de beschieting gestaakt worden. De eigenlijke stormaanval op fort Flron werd om 08.00 uur gestaakt. In de loop van de ochtend gaf generaal Leman het Belgische derde leger opdracht zich terug te trekken uit Luik in de richting van Namen en Brussel. Om 14:00 uur lukte het de veertiende brigade na zware straatgevechten en met behulp van veldgeschut in Queue-du-Bois de hoogte van La Chartreuse te bereiken. Een Belgisch soldaat schreef: "n mijner kameraden, die het felst in het vuur had gezeten, had bij Queue de Bois kennis gemaakt met de vreeselijke mitrailleuse. Van de honderd twintig man van zijn compagnie waren er maar zeven en twintig teruggekomen; velen had hij er zelf zien vallen. Hij had zich gered door niet als de anderen hals-overkop te vluchtten maar door zich terzij tegen een haag te werpen en zoo voorzichtig achteruit te kruipen; om door die haag te komen had hij zijn ransel in den steek moeten laten..."

21 Als sein voor de andere brigades dat de veertiende brigade een doorbraak had weten te forceren, schoot het veldgeschut van de veertiende brigade een aantal keren op de citadel. Ook schoten de Duitsers nu op Luik zelf waarbij onder de ca 240.000 inwoners van Luik slachtoffers vielen. De veertiende brigade bevond zich in een gesoleerde positie; geen van de andere brigades wist een doorbraak te forceren.

Pont des Arches; op de achtergrond is een Duitse schipbrug te zien

Na de strijd van vijf en zes augustus zag het landschap er desolaat uit. Overal uitgebrande boerderijen en huizen doorzeefd met kogels. De velden, waar voedsel werd verbouwd, waren vertrapt door ruiters. De enige vorm van leven in dit landschap was het vee dat tussen de ruines door scharrelde. Langs de wegen lagen hier en daar lijken van gesneuvelde soldaten of van burgers, die of standrechtelijk waren gefusilleerd, of tijdens de vlucht in het schootsveld terecht waren gekomen. Na de doorbraak van de veertiende brigade probeerde het Belgische leger alle bruggen over de Maas bij Luik op te blazen. Van de bekende Pont des Arches vlogen twee bogen de lucht in, terwijl de poging de spoorwegbrug op te blazen mislukte. Ook de brug "Manghin" vloog de lucht in. Drie van de vijf bruggen werden zo vernietigd. Bij het station van Luik braken rellen uit onder de vluchtelingen die allen tegelijk in de treinen richting Brussel en Tongeren wilden ontkomen. De Belgen hadden hevig weerstand geboden maar konden, mede omdat zij pas op twee augustus waren begonnen met het aanleggen van versperringen, moeilijk stand houden. De Duitsers hadden twee keer zoveel machinegeweren als de Belgen. Het Belgische leger was slecht voorbereid op de oorlog; aan alles was een tekort. De Duitsers vormden nu een eenheid die de taak had generaal Leman uit te schakelen. Deze eenheid bestond uit 30 man en zes officieren die allen waren gekleed in een tenue dat veel overeenkomst vertoonde met dat van het Engelse leger. De operatie mislukte doordat de Belgen de list doorzagen, alle Duitse soldaten werden gedood. Generaal Leman wist naar fort Loncin te ontkomen.

De inname van de stad LuikVrijdag 7 augustus 1914

In een der oude kronieken lazen we de volgende waarneming: "Te middernacht vertoont zich aan den oostelijken hemel een klein licht, dat nader en nader komt. Plotseling straalt een verblindend licht naar beneden. Beneden in dien lichtschijn verschijnt alles, alsof het helder dag is. Dan plotseling een geweldig rumoer. Beneden is alles weer duister. En aan den hemel gaat rustig het kleine licht verder. Maar plotseling slaan daar beneden hoog de vlammen op. Daar schiet weer een lichtstraal naar beneden. En nu is het duidelijk te zien, Zeppelingondel

22 dat het geheimzinnige licht een luchtschip is. Zie, aan een lang touw hangt een metalen korf en in dien korf staat een man. Met beide handen werpt hij iets naar beneden. Op de verlichte plaats. En dadelijk daarop verdwijnt de lichtschijn. Een oorverdoovend geweld, de aarde beeft en langzaam stijgt een dikke rookzuil naar boven. Twaalfmaal herhaalt zich dat. Dan verdwijnt het geheimzinnige vaartuig in de duisternis van den nacht en wordt het rustig in Luik". Bij deze zeppelinaanval lieten negen mensen het leven. Na de aanval begon de beschieting van Luik die vooraf zou gaan aan de stormaanval van de veertiende brigade. Ludendorff had besloten, na tevergeefs te hebben gewacht op berichten van andere brigades, alleen met de veertiende brigade Luik binnen te trekken. La Chartreuse werd eerst ingenomen waarna men via de twee nog in tact zijnde bruggen het centrum van Luik binnentrok. Ludendorff schijnt in de veronderstelling te hebben geleefd dat de citadel reeds bezet was door andere Duitse eenheden. Hij besloot er heen te rijden met zijn adjudant en klopte op de deur. Tot zijn grote verbazing werd de poort door een Belgische onderofficier geopend waarna de bezetting zich zonder slag of stoot overgaf. Later op de dag vond in de citadel een ontmoeting plaats tussen de burgemeester van Luik, de heer Kleyer, en de chef van de staf van het tiende legerkorps, graaf Lamsdorff. De burgers van Luik zouden gespaard worden indien Duitse officieren lunchen in Luik zij zich niet tegen de Duitsers verzetten. Om hier zeker van te zijn namen de Duitsers enkele burgers in gijzeling waaronder de burgemeester en de bisschop van Luik. De gijzelaars zouden na twee dagen hun vrijheid terugkrijgen. Generaal Emmich heeft de burgemeester later medegedeeld dat hij direct de forten van Luik moest laten capituleren anders zou de stad worden platgebrand. De burgemeester is hier niet op ingegaan. Bij het vallen van de avond waren nog drie Duitse brigades door de fortenring gebroken die zich bij de veertiende brigade voegden. Een van deze brigades was de aanval begonnen op de rechter maasoever om zo via Herstal Luik binnen te trekken. Na de inname van de stad probeerden de Duitsers rust en orde te bewerkstelligen. Verschillende proclamaties werden aangeplakt waarin gewaarschuwd werd tegen acties van francs-tireurs en waarin gedreigd werd dat vijandelijke handelingen met de doodstraf zouden worden bestraft. De Luikse Cockerilfabrieken werden in beslag genomen nadat de directeur van het bedrijf had geweigerd zijn fabriek ter beschikking te stellen voor de productie van Duitse granaten. Zij stelden een nieuwe directeur aan. Aan zijn oproep om weer aan het werk te gaan werd geen gehoor gegeven. De Duitsers hadden alle toegangen tot Luik versperd, deze werden 24 uur per dag bewaakt. Op alle belangrijke punten en wegen werd gecontroleerd. De Belgische Garde Civiel werd door de Duitsers in stand gehouden. Maar zij waren nu ongewapend en droegen een witte armband met de Duitse rijksadelaar op.

23

De houwitsers moeten komenToen Ludendorff rapport uitbracht bleek dat nog geen enkel fort van Luik was gevallen. De Duitsers konden niet verder als de forten niet waren veroverd. Verschillende aanvallen op de forten werden uitgevoerd maar niets leek te helpen. Het gebruikte geschut wierp geen vruchten af tegen het beton De Oostenrijkse 305 mm Skoda van de forten. Door dit alles raakte de Duitsers in tijdnood. Zij hadden nog een week om de forten te veroveren, uiterlijk dan zou de sterke rechtervleugel van het Schlieffenplan zijn opmars moeten beginnen. Ludendorffs advies was de forten te vernietigen met het zwaarste Duitse geschut. Na op acht augustus toch fort Barchon te hebben veroverd werd een pauze van enkele dagen ingelast om het zware geschut naar Luik over te brengen. Voor de derde mogelijkheid voor de verovering van Luik werd nu opdracht gegeven. Hiervoor hadden de Duitsers de Oostenrijkse Skoda 305 mm en de Dikke Bertha 420mm houwitsers van Krupp klaar staan. Dit zeer zware geschut werd hier voor de eerste keer ingezet en was bij de geallieerden toen nog onbekend. Generaal Leman schijnt er wel van op de hoogte zijn geweest dat zijn forten niet bestand zouden zijn tegen deze zware Duitse kanonnen. Hij hoopte echter Place de l'Universit dat de Duitsers dit geschut naar Frankrijk zouden dirigeren.Zaterdag 8 augustus 1914

Het transport van de houwitsers naar Luik9, 10 en 11 augustus 1914

Op negen augustus dreigde dezelfde situatie te ontstaan als in de eerder door de Duitsers verwoeste dorpen van Belgi. Het gerucht ontstond dat er geschoten zou zijn vanuit een huis op de Place de l'niversit op een marcherende colonne Duitsers. Daarbij zouden zes soldaten en een luitenant gewond zijn geraakt.. Het huis van waaruit was geschoten, zou zijn bezet door Russische studenten en omgebouwd tot een soort fort. Het duurde niet lang of het verzet was gebroken en het huis ingenomen. De Duitsers staken het daarna , samen met zes andere huizen, in brand. Na goede artilleristen en geschikte vervoermiddelen te hebben gevonden werd de laatste hand gelegd aan het transport van de twee "Dicke Bertha" houwitsers. De houwitsers verlieten op maandag tien augustus de fabrieken van Krupp in Essen. In de nacht van tien op elf augustus passeerden de gevaarten de grens met Belgi. Maar twintig kilometer na de Belgische grens werd bij Herbesthal een spoorwegtunnel

24 opgeblazen waardoor de kanonnen niet verder per spoor vervoerd konden worden. Men kon de rails en tunnel onmogelijk herstellen zodat de houwitsers nu per paard en motorvoertuig diende te worden vervoerd. Deze laatste achttien kilometer waren voor de mensen die voor het vervoer verantwoordelijk waren, een ware hel. Door het gewicht van het kanon begaven motoren het, en van het paardentuig bleef eveneens weinig over. Het kostte de grootste inspanning om de zware kolossen op de plaats van hun bestemming te krijgen.

De BeschietingWoensdag 12, donderdag 13, vrijdag 14 en zaterdag 15 augustus 1914

De 420 mm Dikke Bertha van KruppEen van de houwitsers was nu binnen schootsafstand van de forten in elkaar gezet. De artilleriewaarnemers in hun ballons en op kerktorens gaven langzaam hun cordinaten voor de beschieting van de forten door. Eerst werd al het geschut op fort Pontisse gericht. De 200 bedieningsmanschappen, die waren Duitse 420mm Houwitzer 'Dikke Bertha' uitgerust met speciale kledij en gewatteerde beschermstukken voor ogen, neus, oren en mond, zochten nu dekking op veilige afstand alvorens om half zeven het commando: Feuer!! klonk en het eerste projectiel door een elektronische ontsteking werd afgevuurd. De granaat bereikte een hoogte van ongeveer 1000 meter waarna het in een minuut zijn doel bereikte. Na de enorme knal ontstond er een rookwolk van enkele honderden meters hoog. Iedere keer als het kanon vuurde en doel raakte richtte het een bloedbad aan dat niet te beschrijven viel. Nadat fort Pontisse 45 keer was geraakt, werd het op donderdag dertien augustus 1914, na een stormaanval uiteindelijk ingenomen. Na de beschieting van fort Pontisse stonden nu ook de Oostenrijkse houwitsers klaar om te vuren. Het laatste fort dat die dag zou vallen was fort Chaudfontaine. Het fort werd in elkaar geschoten waarna een deel van de bezetting zich overgaf. De andere helft vluchtte in de richting van Namen. Het laatste fort op de rechteroever, fort Boncelles, gaf zich over op vijftien augustus. Doordat de forten ten noorden van de stad nu waren uitgeschakeld kon de opmars van het eerste leger onder Von Kluck beginnen. Binnen in de forten werden de Belgen bijna hysterisch van angst bij het horen van het huilende geluid waarmede de grote projectielen op hun fort kwamen, om nog maar te zwijgen als het projectiel doel raakte. De kanonnen misten eerst meestal hun doelwit, maar na wat corrigeren kwam hun vuur steeds dichter in de buurt. Dit ging uiteraard door totdat het doel was geraakt. Vis brandde opnieuw nadat de Duitsers hadden gehoord dat er wederom vanuit de huizen op hun troepen zou zijn geschoten. Het dorp kwam nu onder vuur van de Duitse artillerie waarbij het met de grond gelijk werd gemaakt. De inwoners werden uit hun huizen gedreven waarna zij de nacht doorbrachten op straat. De volgende dag vluchtten zij van Vis over de Belgisch-

Verwoestingen in Vis

25 Nederlandse grens naar Eijsden. Dit waren alleen de vrouwen omdat de mannen door de Duitsers waren meegenomen.

De Beschieting en de Overgave van de Laatste FortenZondag 16 augustus 1914

Een van de twee Dikke Berthas werd door 36 paarden door Luik gesleept om het dichterbij fort Loncin te krijgen. Op zestien augustus 1914 waren elf van de twaalf forten gevallen. Alleen fort Loncin hield nog stand. Tussen de beschietingen van fort Loncin door werden verschillende onderhandelaars gestuurd om de capitulatie te eisen. Dit gebeurde niet. Op zondag zestien augustus 1914 trof een schot de munitiekamer van het fort waardoor het van binnenuit ontplofte en 150 man werd bedolven. Wonder boven wonder overleefden enkele Belgen en gevangen genomen Duitsers het drama waarna zij zich, meestal gewond, moesten overgeven. Bij de overlevenden bevond zich ook de bewusteloze generaal Leman. Toen hij bijkwam verklaarde hij tegenover generaal von Emmich; "Ik heb me niet overgegeven, ik was bewusteloos toen men mij gevangen nam". Later zou Leman, onderweg naar Maagdenburg (Duitsland), aan zijn koning schrijven;

Sire, Na eervolle gevechten geleverd op 4, 5 en 6 Augustus oordeelde ik, dat de forten van Luik geen andere rol meer spelen konden, dan die van sperforten. Ik handhaafde echter het militair gouvernement, ten einde de verdediging zooveel mogelijk te ordenen en een moreelen invloed op het garnizoen uit te oefenen. Uwe Majesteit, weet, dat ik 6 augustus 's middags in het fort Loncin was. Met smart zal Uwe Majesteit vernemen, dat het fort gisteren om 5 uur 20 minuten Fort Loncin na de ontploffing in de lucht gevlogen is, en dat het grootste gedeelte van het garnizoen onder de puinhopen werd bedolven. Dat ik bij deze catastrophe niet het leven verloren heb, is hier aan toe te schrijven, dat mijn escorte mij uit het fort bracht, toen ik half verstikt was door het gas, dat zich na de ontploffing van het kruit ontwikkelde. Men bracht mij naar een loopgraaf, waar ik neerviel. Een Duitsche kapitein gaf mij te drinken en vervolgens werd ik krijgsgevangen gemaakt en naar Luik gebracht. Ik weet dat deze brief niet geheel is, zooals hij zijn moet, maar ik ben door de

26 ontploffing van het fort Loncin physiek gebroken. Voor de eer van onze wapenen heb ik de vesting noch de forten willen overgeven. Wil mij vergeven, Sire! In Duitschland, waarheen ik mij begeef, zal mijn gedachte steeds bij Belgi en den Koning zijn. Ik zou gaarne mijn leven hebben willen geven, om hen beter te dienen, maar te sneuvelen is mij niet vergund geweest. Generaal Leman. Op zeventien augustus 1914 konden het Duitse tweede en derde leger in navolging van het eerste hun opmars voortzetten. De gehele Duitse rechtervleugel voor de aanval van het Schlieffenplan was nu weer in beweging. Dit betekende dat de vesting Luik de Duitsers twee dagen had opgehouden.

Bronnen;1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Internet; 14- 18, de eerste wereldoorlog, deel 9, inval in Belgi; The Arms of Krupp, William Manchester; Vrij Nederland, 11 augustus 1984; de Wereldoorlog, dr. A. Zijp; De Oorlog, H.P. Geerke en G.A. Brands; Van het slagveld der natin, Frank Gericke.

27

Structuur van de Luikse FortenDe Brialmont Forten bestonden uit standaard onderdelen. Deze onderdelen waren: de keel1 (escarp) zijde, centraal massief of redoubt2, centrale galerij - die de redoubt verbond met de countrescarp3 kazematten. Elk onderdeel was alfabetisch en numeriek benoemd en de combinatie van al deze componenten vormde een fort dat in harmonie was met zijn omgeving.

Onderdelen van de Luikse forten

Vier types van forten werden gebouwd rond Luik:

Grote driehoek Kleine driehoek Grote vierhoek Kleine vierhoek

1 2

Achterzijde van de versterking Zelfstandig verdedigingswerk dat tevens dienst doet als wijkplaats v/h garnizoen 3 Grachtboord aan veldzijde

28 In totaal werden er 12 forten gebouwd. De gemiddelde afstand tussen de forten bedroeg 1900 meter. De grootste interval was 7000 meter. De perimeter van de fortenring was 52 kilometer en de gemiddelde afstand tot het stadscentrum was 6,5 kilometer. Op elke Maasoever bevonden zich 6 forten. Op de rechteroever van noord naar zuid waren dit:

Fort Fort Fort Fort Fort Fort

Barchon Evegne Flron Chaudfontaine Embourg Boncelles

Op de linkeroever van noord naar zuid de forten:

Fort Fort Fort Fort Fort Fort

Pontisse Liers Lantin Loncin Hollogne Flmalle

Algemene beschrijvingZoals hierboven reeds vernoemd was elk fort drie- of vierhoekig. Bekeken van op de grond bezat het fort een laag profiel. Dichterbij komend zag men een vrij terrein dat opwaarts liep. Dit was de glacis1 van het fort. Boven het hoogste punt van de glacis stak tot 1 meter beton uit. Boven op deze betonnen massa bevonden zich schildpadachtige koepels. Van op een afstand was er weinig van het fort te zien, vanuit de lucht was het plaatje geheel anders.

Elk fort had een redoubt (centraal massief) omgeven door een droge gracht. Een countrescarp wal omsloot deze 8 meter brede gracht. Driehoekige forten hadden 3 saillant hoeken (I,II en III) en vierhoekige forten 4. Elke gracht werd benoemd naar de saillant hoeken dat het verbond (gracht I-II, II-III, enz). Aan de achterkant van het fort (de basis van de driehoek), de andere zijde van de helling dan deze blootgesteld aan de aanval, lag de ingang van het fort. Dit inganggebouw leidde naar de countrescarp kazerne, welke bestond uit flankerende wachtkamers ter bescherming van het inganggebouw, opslagruimten, keuken, bakkerij, wasserij, communicatie en latrines. Deze kazerne liep over de gehele lengte van de countrescarp van het fort en gaf toegang tot de droge gracht.1

aarden helling die de veldzijde dekt

29

Aan de tegenovergestelde zijde ook niet blootgesteld aan vijandelijk vuur lag de keelkazerne. Deze keelfront was voorzien van 2 kazematten (in de grotere forten) welke de gracht dekten met het vuur van een 5.7cm snelvuurkanon. Een derde 5.7cm kanon, eveneens in een kazemat hield de ingang onder vuur. Deze keelfront bevatte eveneens een tweede inganggebouw dat leidde tot het binnenste van het fort. Aan beide zijden van dit ingangsgebouw waren kwartieren voor de manschappen en munitieopslagplaatsen. Elke kamer had een venster die uitgaf in de gracht, elke venster was voorzien van stalen baren. De achterste zijden van de forten waren slechts licht beschermd met 1.5 meter beton. Achter de keelfront en beschermd door 2.5 meter beton lag het centraal massief (redoubt). Een trap leidde van de keelfront naar het redoubt. Dit was het hart van de vesting en bevatte de hoofdwapens, watercisternen, poeder- en granaatmagazijnen, kaartkamers en verwarming- en elektriciteitscentrale. Aan de voet van het massief waren twee trappen die dienst deden als uitgang voor de infanterie naar de top van het redoubt. Op het centraal massief waren infanterie parapets1 alsook locaties voor mobiele 5.7cm kanonnen (welke waren opgeborgen in beveiligde opslagplaatsen) en machinegeweren welke uitzagen op hellingen van de droge gracht I-II en II-III (III-IV in vierhoekige forten). Het centraal massief bestond geheel uit gewapend beton. De gepantserde koepels waren vastgezet in dit beton. De grote kaliber kanonnen (120mm, 150mm en 210mm) dienden voor op afstand. De 57mm koepels verzorgde bescherming tegen infanterieaanvallen. Op de punt van de driehoek of in de twee bovenste hoeken van de vierhoek was er een kazemat uitgerust met kanonnen die flankerend vuur konden geven over de lengte van de gracht. Deze kazemat of grachtkoffer was gebouwd in de 5 meter hoge countrescarp wal. Het was twee verdiepingen hoog en verbonden met het centraal massief door een onderaardse gang.

1

aarden wal ter bescherming

30

InganggebouwEen militaire weg leidde naar de ingang. Een patrouilleweg omringde het gehele fort. De ingangspoort werd bereikt via een toegangsramp. De buitenste toegang was beschermd door een flankerend wachtlokaal met schietgaten voor vuurwapens. Pantserplaten konden deze schietgaten afsluiten. Deze flankeringkazemat had 4 schietgaten op twee verdiepingen welke waren verbonden met een trap. Deze twee verdiepingen waren nodig in geval de onderste schietgaten geblokkeerd geraakten door puin.

Ingang Fort Hollogne

Flankerende kazemat (Corps de Garde) Fort Embourg Net binnen het ingangsgebou w was er een rolbrug welke manueel konden worden weggerold onder het wachtlokaal. De Rolbrug (Pont Roulant) - Fort Hollogne rolbrug bedekte een put van 3,7 meter lang en 4 meter diep. De rolbrug zelf was 2,8 meter breed en 5,7 meter lang en liep op wielen langs een stalen spoor. Het bedieningsmechanisme kon enkel worden bereikt door een valdeur in het wachtlokaal

31

Het ingangsgebouw was 3 meter breed en 11 meter lang. De toegangsweg was verder beschermd door een ijzeren poort en een 5.7cm snelvuurkanon in de keel kazemat aan de overkant van de gracht.

The Countrescarp1 Kazerne

Keelkazemat

Countrescarp Kazerne

Keel Kazerne

Keel gracht - Fort Loncin

KeelgrachtDit gebied bevat in verschillende vormen en maten:

Telegraaf- en telefoonkantoor Verblijven Cdt. artillerie Wachtverblijven Genie kantoor Wasserij Keuken Bakkerij Opslagplaatsen Cellen Latrines

Opslagruimtes in fort Loncin bevatte genoeg provisie voor 500 man gedurende 2 maanden. Water was er voldoende, opgepompt uit bronnen. In de muur van de countrescarp hadden de vertrekken ramen. Deze ramen konden worden geblindeerd door stalen balken gedurende een beschieting. Er waren geen ramen naar de buitenzijde van het fort behalve in de flankerende kazematten aan beide zijde van het ingangsgebouw.

1

escarp : binnenglooiing van een gracht, countrescarp: binnenzijde van de fortgracht gelegen langs buitenzijde

32

De gracht en de saillantDe grachten waren 8 meter breed en 5 6 meter diep aan countrescarp zijde en tot 11 meter diep met de top van het centraal massief.

De enige manier om in de gracht te geraken was via het ingangsgebouw of in het geval van een aanvaller de buiten helling te beklimmen en af te dalen via de countrescarp muur. Dit werd bemoeilijkt door de 5.7cm kanonnen in de hoeken van de centrale redoute en door de infanterie op de top van het Saillant sloop I to II - Fort Loncin centraal massief verscholen achter de parapets1 bewapend met mobile 5.7cm kanonnen en machinegeweren.

Indien de aanvallers er toch zouden in slagen de gracht te bereiken kwamen zij onder het vuur van de 5.7cm kanonnen in de countrescarp- en keelkazematten. In de driehoekige forten bevonden de kazematten zich in saillant II en twee in de keelfront. Een kazemat in de rechterzijde van de keelfront keek en vuurde op saillant I. Zijn tweeling langs de linkerzijde keek en vuurde op saillant III. Op saillant II en III bevonden zich 4.7 meter brede gewelfde structuren gevuld met losse aarde. Het doel van deze structuren was het absorberen van de salvos afgevuurd door de 5.7cm kanonnen zodat deze de countrescarp muur niet zouden beschadigen Fort Barchon

1

parapet : borstwering

33

Op de tegen overliggende zijde van de countrescarp muur was een aarde helling die opwaarts leidde naar het redoute. Doornige struiken en prikkeldraad versperringen bedekte deze helling.

Granaatopvangend gewelf - Fort Embourg

Keelfront kazerneDe keelfront kazerne bevatte volgende onderdelen: Ingangsgebouw gelijkaardig aan de hoofdingang, dwz. Rolbrug, flankerende wachtlokalen en ijzeren poort. Kwartieren voor het vestinggarnizoen. Elke kamer was voorzien voor 8 tot 12 man. Verwarming gebeurde door een kolenkachel. Officierskwartieren Flankerende kazematten. Ingang voor redoute 5.7 cm koepels met magazijnen Opslagplaatsen voor granaten en poeder.

Keel front - Fort Flmalle

34

In de bovenstaande foto van fort Flmalle ziet men dat de schietopeningen van de flankerende kazematten zijn vernield. Deuren en ramen in de keelfront zijn dichtgemetseld. De volgende foto is de gracht van fort Hollogne. Aan de linkerzijde is de keel kazerne ramen en deuren zijn hier nog intact.

Vergelijkende foto - Golf kust - USA

Gracht naar Saillant IV - Hollogne

Het TerrepleinHet terreplein was het gedeelte van het fort tussen de grachten. De enige toegang tot het terreplein was door middel van een trap vanuit het centraal massief. Het terreplein was voorzien van parapets aarden wallen - die dekking gaven aan de infanterie. Er waren tevens emplacementen voorzien voor mobiele 5.7cm

Terreplein fort Loncin

35 kanonnen en machinegeweren

36

The Countrescarp KazemattenDe countrescarp kazematten bestonden uit twee verdiepingen voor 5.7cm kanonnen en snelvuurgeweren. De bedoeling van deze tweede verdieping was dat wanneer de gelijkvloers schietopeningen zouden geblokkeerd geraken door puin de wapens naar de hoger gelegen etage konden worden geplaatst. De kazemat bevatte ook opslagplaats voor munitie en logement voor de manschappen.

Countrescarp kazemat fort Loncin

In de driehoekige forten was deze kazemat toegankelijk via een tunnel vanuit het centraal massief. Indien deze tunnel geblokkeerd zou geraken was de kazemat voorzien van een geheime deur. Deze deur was bedekt met een dun laagje beton en er bevond zich gereedschap nabij om deze laag beton te verwijderen. Kazematten in vierhoekige forten waren verbonden met de countrescarp kazerne via tunnels.

Countrescarp Kazemat - Fort Hollogne (Nooduitgang rechts)

37

Het Centraal MassiefHet centraal massief was een blok beton die ongeveer 1 meter uitstak boven het terreplein. Dit stond toe dat de koepels onder een lage hoek konden vuren in de richting van de aanval. Het massief was gebouwd om te weerstaan aan granaten tot 21 cm. De afgeronde hoeken maakte dat granaten afketste op het beton en de stalen koepels. De hoofdingang naar het centraal massief was via de keelfront. In het midden van de keelkazerne was er een trap die leidde naar de redoute. Het plafond was 4 meter dik. Het centraal massief bevatte volgende elementen:

centrale galerij verzamelplaats voor de troepen artillerie vuurleiding mess officieren Cisternen gebouwd in de muren van de perimeter Toegang naar de artilleriekoepels Toegang naar het bepantserd en intrekbaar zoeklicht Infanterie-uitgang naar het terreplein Stroom- en warmte generatoren

Centraal Massief - Fort Loncin

De stroomgenerator bestond uit een dynamo voor opwekking van elektrische stroom. Een andere zaal bevatte de boiler en turbine welke de opgewekte warmte verspreidde doorheen het massief. De meeste luchtventilatie gebeurde met de hand met de uitzondering van fort Loncin welke een elektrische ventilator bezat. Het hydraulisch intrekbare zoeklicht draaide over 360 en bezat een 60cm lens. Het verlichte objecten over een afstand van 3 kilometer.

38

Bewapening:210mm Mortier onder koepel

-

-

Koepel gebouwd door Gruson Werken Zwaarste kaliber ten tijde van constructie Kanon emplacement op 2 verdiepingen, 3.6 meter diameter, 5.15 meter hoog, gewicht 100 ton 13 man bemanning, 6 hoogste niveau, 7 op laagste Munitielift en ventilator Vuurde gietijzeren en stalen granaten met schroot en stalen ballen. Draagwijdte 6900 meter Munitievoorraad 500 granaten

150mm Tweelingkanon onder koepel

-

Koepel 4.8 meter diameter met gewicht van 244 ton Koepel gebouwd door Creusot Kanonnen ontworpen Krupps Koepel 24cm dik (20cm gelamineerd ijzer en 2 lagen van 2cm staal) Zesdelig schouderstukken van gietijzer beschermd de flanken Hele mechanisme was 8meter hoog Bemanning van 25 op 3 tages (8-1-6 van top tot bodem) Kleine munitielift Handbediende ventilator, welke de koepel onder druk plaatste en de gassen uitdreef Vuurde gietijzeren en stalen granaten met schrapnel en stalen ballen Draagwijdte van 2.2 tot 8.3 km.

39

-

Munitievoorraad van 500 granaten per koepel

5.7cm snelvuurkanon onder koepel

-

Koepel en kanon gebouwd door Gruson Koepel 2.10 meter diameter en hoogte 4.3 meter Op 2 tages Bemanning van 6, 4 op laagste niveau en 2 op hoogste niveau Gewicht koepel 8 ton, totaal gewicht 34 ton Vuursnelheid tot 20 schoten per minuut met maximum draagwijdte 3.3km. Kartets tot 300 meter Munitievoorraad 2000 granaten

5.7cm snelvuurkanon onder koepel te Loncin

40

Fort van BarchonStructuur van het fort:Groot driehoekig fort:130.000 m3 bewerkte aarde en 52.000 m3 gegoten beton (niet gewapend). Aan het begin van de toegangsweg bevind zich het ingangsgebouw, een kleine plaats van 15 meter op 3 meter, gelegen voor de ijzeren omheining en de contrescarp1. Een tunnel, de toegangspoterne2 genoemd, loopt door muur van de contrescarp en geeft toegang tot de grachten: de enige ingang van het fort in 1914 ! In de tunnel en achter de toegangspoort bevind zich een gracht van 4 meter diepte, die de toegang tot het fort beschermt, deze gracht is voorzien van een rolbrug die kan verdwijnen onder het oorlogswachtlokaal.

Bewapening voor "lange afstand": 2 draaikoepels Grusonwerk voorzien van een Krupps

houwitser van 21 cm (draagwijdte: 6900m). 1 draaikoepel Creusot (of St. Chamond) voorzien van 2 kanonnen van 15cm (draagwijdte: 5700m). 2 draaikoepels Chtillon-Commentry van het atelier de la Meuse te Sclessin, voorzien van 2 Krupps kanonnen van 12cm (draagwijdte: de 5000m 8000m).

Nabij bewapening: 4 intrekbare draaikoepels Grusonwerk, elk voorzien van een 5.7 cm snelvuurkanon (draagwijdte: 3375m). 4 5.7 cm snelvuurkanonnen elke laterale gracht).

op chandeliers affuit, in de hoofdcaponnire3 (2 voor

4 5.7 cm snelvuurkanonnen op chandeliers affuit, in de keelkazematten van de gracht (2 per kazemat). 1 5.7 cm snelvuurkanon op chandeliers affuit, in de kazemat die de toegangsweg beschermt. 2 mobiele 5.7 cm snelvuurkanonnen op chandeliers affuit ter beschikking van de infanterie van het fort. Zij waren opgeborgen in de laatste lokalen van de contrescarpe. 1 zoeklicht onder gepantserde koepel (diende eveneens voor lichtsignalen naar de nabijgelegen forten).

Effectieven in augustus 1914:

1 2

Position fortifie de Lige (PFL): Generaal LEMAN / Generaal JANSSEN (Hoofdkwartier in de straat Commandant Marchand te Luik)

Grachtboord aan veldzijde Onderaardse verbindingsgang, sluippoort van een vesting 3 Nr. 5 op plan

41

Fortenartillerie: Kolonel MARSIN / Kolonel ECKSTEIN

o 1ste Bataljon: Major LAITAT 1ste Batterij (BARCHON) - Commandant HANNEFSTINGELS;bevelhebber van het fort Barchon 2de in bevel en bevelhebber van de infanterie: Luitenant FRANCISSE Batterijbevelhebber: Luitenant VAN ROLLEGHEM Onderluitenant VAN REMOORTERE Adjudant VERDCOURT Adjudant BONNIER 300 Artilleristen 90 Infanteristen 1 burger geneesheer, opgeist in de regio Geen aalmoezenier

Verliezen na de gevechten: 22 gesneuvelden: De adjudant VERDCOURT, 14 soldaten van het 11de linie en 7 soldaten du 14de linie. Plan van het fort: Legenda: 1. Wachtlokaal -toegangspoterne 2. Lokalen onder het centraal massief (vuurleiding kruitmagazijnen magazijnen centrale galerij toegang tot 120mm en 150mm koepels gepantserd zoeklicht, .....) 3. Koepel 210mm. 4 Koepel 75mm. 5 Toegangsgalerij tot hoofdcaponnire onder de gracht door). 6. Keelkazematten Verblijven situeren zich tegenover de contrescarp Ontwerp fort identiek aan dat van Loncin. Geschiedenis van de gevechten in augustus 1914: 5 augustus: 5 augustus om 6 uur s morgens opent de Duitse veldartillerie (licht kaliber) het vuur; het fort vuurt op de voorhoede van de Duitse troepen bestaande uit delen van de 27ste en 34ste brigade.

42 Tegen 10 uur stopt het bombardement en zet de infanterie de aanval in. De aanvallers worden ontvangen op salvos van de 5.7 cm koepels en infanterievuur. Na een gevecht van n uur trekken de Duitsers zich terug en het bombardement herbegint tot aan de nacht. Eerste gevecht: 8 doden en 15 gewonden in het fort.

Nacht van 5 op 6 augustus: Een hels bombardement breekt los en water stroomt binnen via de scheuren veroorzaakt door de beschieting, lokalen komen onder water en bedreigt het stoomlokaal. 6 augustus: De intervaltroepen trekken zich terug. De telefoon werkt niet meer. De doden uit het fort worden overgebracht naar het kerkhof van Barchon en de gewonden worden afgetransporteerd naar Wandre. Een voorpost wordt genstalleerd in de Brasserie van Chefneux op 500 meter ten zuidwesten van het Fort. Tijdens de nacht een mislukte Duitse poging (5.000 man van de 27ste brigade) om tussen de Maas en fort Barchon op te rukken (via de weg Sarolay - Hoigne - La Xhave naar Wandre); zij worden gestopt door een inderhaast opgeworpen versperring van 450 Belgische infanteristen. De gevechten zijn hevig maar de barricade houd stand tot 06:30 uur, de teleurgestelde 27ste Duitse brigade trekt zich al vechtend terug naar Hermalle-sous-Argenteau. De Belgen verliezen 117 man tijdens dit gevecht dat bekend geraakt onder de naam bataille de Rabose.

43 7 augustus: Terugtocht van het Belgisch veldleger op de linker Maasoever; bezetting van de stad Luik door de Duitsers en Generaal Leman vestigt zijn HQ in het fort van Loncin 8 augustus (zaterdag): Hervatting van de beschieting van het fort om 10 uur gedurende een tweetal uren; een onderhandelaar vraagt de overgave van het fort. Na de weigering zich over te geven wordt het bombardement om 15:00 uur hervat. Na enkele uren beschieting raken de koepels geblokkeerd door de explosies; de ontploffingsgassen sijpelen binnen in het fort en de troepen zoeken toevlucht in de vergaderzaal. Het beton brokkelt af van het plafond; de toegangspoort, op de begane grond, springt uit zijn hengsels; de 12cm koepel is buiten gevecht door een directe treffer. De koepel van de keelkazemat I wordt geraakt en de kanonnier Jacquemyn geraakt zwaar gekwetst. De lucht in het fort wordt stilaan verstikkend. Om 15:30 uur verzamelt de oorlogsraad van het fort en wordt er besloten het fort over te geven. Er wordt een wit vlag gehesen op de linkse 12 cm koepel. Tijdens de overgave en gedurende de inspectie van het fort door Duitse officieren, stoot Hauptmann Von Roth tegen een zak vol granaten die hierbij ontploft. 7 Duitse Officieren en de Belgische kwartiermeester Vercourt sneuvelen, enkele Duitse en twee Belgische soldaten raken gewond.

44

Fort van ChaudfontaineOprichting van het fort: 1888 Ligging: Het fort is gelegen op de hoogte van Chaudfontaine op de rechteroever van de Vesder.

Bewapening voor "lange afstand": 1 draaikoepel Grusonwerk voorzien van een Krupps houwitser van 21 cm (draagwijdte: 3250m). 1 draaikoepel Creusot voorzien van 2 kanonnen van 15cm (draagwijdte: 5700m). 2 draaikoepels Chtillon-Commentry van het atelier de la Meuse te Sclessin, voorzien van 2 Krupps kanonnen van 12cm (draagwijdte 4950m).

Nabij bewapening:

45 4 intrekbare draaikoepels Grusonwerk, elk voorzien van een 5.7 cm snelvuurkanon (draagwijdte: 3375m). 4 5.7 cm snelvuurkanonnen op chandelier affuit, in de hoofdcaponnire (2 voor elke laterale gracht). 4 5.7 cm snelvuurkanonnen op chandelier affuit, in de keelkazematten van de gracht (2 per kazemat). 1 5.7 cm snelvuurkanon op chandelier affuit, in de kazemat die de toegangsramp beschermt. 1 zoeklicht onder gepantserde koepel (diende eveneens voor lichtsignalen naar de nabijgelegen forten)

Plan van het fort:

Legenda:1. Wachtlokaal -toegangspoterne 2. Manschapverblijven 3. Koepel 210mm 4. Koepels 57mm 5 Toeganggalerij tot de grachtkazematten, deze loopt onder de gracht door 6. Grachtkazematten Het gepantserd zoeklicht bevind zich exact in het midden van het werk tezamen met de koepel van 150mm (tweeling) en de twee koepels van 120mm (tweeling)

Effectieven in augustus 1914:

Verliezen na de gevechten: 50 doden door de explosie van de 13de augustus 1914 en een onbekend aantal gewonden. Een militaire begraafplaats en een monument is opgericht in de onmiddellijke omgeving van het fort in de straat van de XIII augustus. Geschiedenis van de gevechten in augustus 1914: Het fort werd voor de eerste maal beschoten de 12de augustus tegen 17:20 uur; het bombardement duurde tot een stuk in de nacht om te hernemen de volgende ochtend tegen 05:00 uur. Om 09:00 uur trof een obus het pantser van de 210mm koepel. Dit projectiel veroorzaakte geen beschadiging aan de koepel zelf maar de explosie veroorzaakte een steekvlam die via een verluchtingsgat van de koepel de aldaar opgeslagen munitie trof. Deze ontploffing veroorzaakte, buiten de doden getroffen door de enorme warmte en drukgolf, een dikke verstikkende rook die zich snel in het gehele fort verspreidde.

46 De ventilatie van de forten was in 1914 een zwak punt in hun ontwerp De 50 doden en de verstikkende rook leidde snel tot de overgave van het fort.

Actuele toestand ingang fort

Huidig zicht op fortgracht

47

Fort van FlronConstructie : 1890

Ligging :

Bewapening voor "lange afstand":

1 koepel met 2 15cm kanonnen (draagwijdte 8.500m) 2 koepels met 2 12cm kanonnen (draagwijdte 6.000m) 2 koepels met n 21cm houwitser (draagwijdte 6900)

Nabij bewapening:

4 koepels met n 5.7cm kanon (draagwijdte 3.375m) 9 5.7cm snelvuurkanonnen voor verdediging van de gracht 1 bepantserd zoeklicht in intrekbare koepel

48 Structuur :

Effectieven in augustus 1914: Commandant van het fort en de artillerie: Kapitein Mozin. Artillerie: Twee luitenanten, n onderluitenant en 307 manschappen. Infanterie: En luitenant en 80 manschappen. Genie: En adjudant Medische dienst: En luitenant geneesheer; n burger dokter en twee verpleegkundigen. Verliezen na de gevechten: Tijdens belegering fort: 5 doden. Gestorven in gevangenschap: 12 man. Chronologie van de gevechten: 1 augustus: Eerste dag van de mobilisatie, in staat van paraatheid brengen van de forten en aankomst van de 5de, 6de, 7de en 8ste klasse der wederopgeroepenen. Installatie van de veldobservatieposten: te Micheroux, op de mijnschacht Lonette te Retinne en op de mijnschacht St. Charles, koepel te Magne, op de mijnschacht te Soxhluse en een koepel te Romse. 4 augustus: De Duitse troepen overschrijden de Belgische grens rond 08:00 uur. 21:00 uur Duitse aanvallen op de OB posten te Micheroux en te Magne, de Belgische infanterie en de fortartillerie komt tussen om deze te beschermen. De kanonnen van het fort zwijgen rond 00:20 uur, na de terugtocht van de Duitsers. 5 augustus: 04:30 de eerste Duitse obussen vallen op het fort, de Duitse batterijen worden opgespoord en vernietigd door het vuur van de 150mm koepel. 07:30 uur nieuw zwaar bombardement van het fort door 210mm houwitsers. 08:00 uur opschorting van de gevechten tot 10:00 uur om Duitse onderhandelaars de

49 kans te geven Generaal Leman te Luik te ontmoeten. 10:00 uur hervatting van de beschieting van het fort, drie batterijen worden opgespoord (NO dOlne) en worden buiten gevecht gesteld door de artillerie van het fort. 20:00 uur het fort van Evegne vraagt bijstand van de artillerie van Flron om een felle Duitse aanval af te slaan. Te Flron worden de telefoonverbindingen tussen OB Lonette en het centraal bureau te Luik afgesneden. Verkenners uitgestuurd op het einde van de namiddag keren niet weer, het fort is afgesloten van de rest van de Belgische lijnen. 6 augustus: Om 01:00 zware Duitse aanval tussen de forten Flron en Evegne, de verbroken verbindingen en de duisternis van de nacht maken het onmogelijk de Belgische infanterie bij te staan met de artillerie van het fort. 02:00 uur Het fort stelt de Duitse vooruitgang vast en vuurt met al zijn kanonnen maar de Belgische infanterie die het terrein tussen de twee forten dekt wordt achteruit gedreven. 04:00 uur de dag komt in de lucht, geweervuur tussen de infanterie van het fort en een Duitse troep die zich terugtrekt naar het klooster van Trois-Chnes onder achterlating van vele gekwetsten. Gedurende de gehele dag vuurt de artillerie van het fort op de oprukkende Duitsers tussen Chaudfontaine Flron Evegne. 7 augustus: De Duitse troepen veroveren Magne dat zo een doel wordt van de kanonnen van het fort. Het fort slaat enkele aanvallen van de vijandelijke infanterie op de fortgrachten af. De Belgische driekleur wordt gehesen op de seinmast, zij zal blijven wapperen tot de laatste momenten van het gevecht. Op het einde van de dag dient een Duitse onderhandelaar zich aan via saillant III, hij vertelt dat Luik en verschillende forten reeds in hun handen zijn en dat een omvangrijke belegeringsmacht zich opstelt rond het fort. Daarop vraagt hij de overgave van het fort om zo een beschieting van Luik te vermijden. Een wapenstilstand van 24 uur wordt gesloten zodat Luitenant Marchand zich van de situatie te Luik kan vergewissen. 8 augustus: 07:00 uur 250 man van het fort zijn verzameld in de centrale galerij, de Commandant Monzin kondigt aan dat Flron zich niet zal overgeven en dat de strijd zal verdergaan tot het einde. De 250 man schreeuwen enthousiast: leve Flron leve de Koning lang leve Belgi. 09:00 uur kanongebulder uit de richting van Barchon, de gevechten worden hervat. Tegen de avond valt het fort van Barchon. Duitse slachtoffers van 9 augustus 9 augustus : Nu wordt er geschoten richting Barchon bezet door de Duitsers. 11:30 uur verkenners signaleren de aanwezigheid van Duitsers te Soumagne aan het kruispunt van Herve en Fcher. Het fort vuurt 6 granaten van welke n in het midden van een groep Duitsers valt, 16 doden en 25 gewonden. In de namiddag begeven de brancardiers van het Rode Kruis zich naar Romse om de Belgische doden gevallen tijdens de slag van Soxhluse te begraven. 10 augustus: 05:00 Flron beschiet de Duitse batterijen die regelmatig van plaats veranderen, het Duitse vuur valt echter ook niet stil. In de namiddag, meld een korporaal van het garnizoen van Loncin bedekt met modder, zich aan. Hij meldt dat Generaal Leman zich heeft

50 teruggetrokken in het Fort van Loncin om de cordinatie van de verdediging der Luikse forten op te nemen. 15:00 uur het fort beschiet een troep Duitsers op de weg Saive Barchon. 11 augustus: het fort vuurt op een Duitse troepenverzameling in het dorp Ayeneux en maakt daar veel slachtoffers; het vuur wordt ook geopend op troepenverplaatsingen te Julmont, La Xhave, Magne, Micheroux en Retinne. 15:30 het fort van Evegne valt ook. 16:00 een vertegenwoordiger van het Duits leger vergezeld van de vrederechter Herve (meegebracht als getuige) klopt opnieuw aan om de overgave van het fort te vragen.het antwoord van Commandant is een categoriek NEEN ! 17:00 nieuwe Duitse onderhandelaar (Commandant Huttman) vergezeld door Kapitein Genonceaux (Cdt. Fort Evegne dat die morgen gevallen is), verklaren dat hun zware artillerie (420mm) wordt opgesteld tegen het fort en dat de draagwijdte van deze batterijen groot genoeg is om niet te kunnen worden bereikt door deze van het fort! Het antwoord van de Cdt. Mozin blijft onveranderlijk, geen kwestie van overgave ! 12 augustus: 08:30 er wordt een Duitse batterij waargenomen aan de mijnschacht Thopore (400 meter ten zuiden van het station van Micheroux), de 210mm koepels nemen deze onder vuur. 09:30 sinds het ochtendgloren zijn er reeds 92 granaten op het fort afgeschoten, tegen 10:00 uur is dit aantal reeds gestegen tot 400. 11:00 uur en directe treffer op de linkse 120mm koepel, twee gewonden waarvan n zeer ernstig. De beschieting van het fort gaat de ganse dag en nacht verder. 13 augustus: het onophoudelijk bombardement begint verwoestingen te veroorzaken, linkse 120mm definitief buiten dienst, vernietiging van de keuken en de infirmerie (gelukkig voorafgaand gevacueerd), zware problemen met de latrines. De oppervlakte van het fort wordt onherkenbaar, de contouren van het fort verdwijnen 11:40 uur Een Duitse infanterie aanval mislukt dankzij de acties van de 57mm en 120mm (rechts) koepels. 15:00 Linkse 57mm koepel van saillant II buiten dienst. 16:00 De 4 stukken van 120mm buiten dienst en de 57mm koepel van saillant III is bedolven onder aarde. 17:00 Koepel 150mm vuurt op het station van Flron waar de Duitse troepen schuilen achter de goederenwagons. Aan het eind van de dag is de 150mm koepel ook buiten gevecht, de 210mm houwitser is geblokkeerd tussen 11 en 16 graden. Het Fort van Pontisse capituleert na te zijn vernielt door 420mm obussen, een beetje later een explosie in het fort van Chaudfontaine dat zich daarop ook overgeeft. Het fort van Embourg valt ook na volledig te zijn verwoest door 420mm obussen. 14 augustus: 01:00 nieuwe poging van de Duitsers om het fort in te nemen. De infanterie van het fort komt tussenbeide met behulp van de twee 57mm koepels. 01:30 na deze mislukte poging wordt beschieting van het fort hervat. 04:00 eerste 420mm obussen op het fort!! Het effect is angstwekkend, bij elke treffer treden er scheuren op in het gewelf. De lucht wordt verstikkend, de gekwetsten (waaronder enkele zware) bedekken de grond, de toestand wordt kritiek. Het merendeel van de bewapening is buiten gevecht en de munitie bijna uitgeput, het fort heeft bijna 5000 treffers ontvangen van allerlei kalibers en het beton is op vele plaatsen vernield. Met het oog op deze toestand oordeelt de oorlogsraad dat rol van het fort is beindigd. Een klaroen wordt buitengestuurd met een boodschap voor de Duitsers. Deze oproep wordt gehoord door deze en de beschieting stopt om 10:00 uur 10:15 uur het garnizoen verlaat het fort.

51

Fort van FlmalleConstructie: 1888 Ligging: Het fort is gelegen op de hoogtes rond Flmalle.

Bewapening voor "lange afstand": 2 Draaikoepels Grusonwerk met n 21 cm Krupp houwitser (draagwijdte: 3250m). 1 Draaikoepel Creusot met 2 kanonnen van 15cm (draagwijdte: 5700m). 2 Draaikoepels Chtillon-Commentry van atelier de la Meuse te Sclessin, voorzien van 2 kanonnen van 12 cm Krupp (draagwijdte: 4950m).

Nabij bewapening: 4 intrekbare draaikoepels Grusonwerk, elk voorzien van een 5.7cm snelvuurkanon. 4 5.7cm snelvuurkanonnen op chandelier affuit, in de grachtkazematten (2 voor elke gracht). 4 5.7cm snelvuurkanonnen op chandelier affuit, in de kazematten van de keelkazerne (2 per kazemat). 1 5.7cm snelvuurkanon op chandelier affuit , in de kazemat die het ingangsgebouw verdedigd. 1 zoeklicht onder koepel.

52 Structuur van de vesting:

Verliezen na gevechten augustus 1914: 1 dode Geschiedenis gevechten 1914: Vesting sporadisch beschoten op 14de en 15de augustus. Het slot bombardement begon de 16de augustus om 04:14 en duurde tot 07:10. Toestand van het fort: geringe schade, er was een scheur in de centrale galerij en kaartkamer. De bakkerij was gedeeltelijk vernield. De muur van de rechtse grachtkazemat was beschadigd. Kleine breuken in de contrescarp muur. Bomkraters op het centraal massief. Toestand van de wapens: de 21cm en 15cm koepels konden nog draaien zij het moeilijk. En 12cm koepel zat vast, de ander was onbeschadigd. Kleine schade aan de saillant kanonnen en hun kazematten. Overgave fort 16 augustus 1914 om 07:15uur wegens verstikkingsgevaar

Ingangsgebouw en toegangsramp

53

Fort van HollogneConstructie: 1888.

Situatie: Tussen de forten Loncin (3.600meter) en Flmalle (4.250meter)

Bewapening voor "lange afstand":

1 koepel met twee 15cm kanonnen Creusot-Vandekerckhove model 1886 op speciaal affuit (draagwijdte 8.500m) 2 koepels met n 12cm kanon Chtillon Commentry uit Marcinelle et Couillet model 1889 ook in gebruik in Hollogne, Lantin en Embourg (draagwijdte 8.000m) 1 koepel Grusonwerk met een 21cm houwitser model 1889 (draagwijdte 6.900m)

Nabij bewapening:

3 intrekbare koepels voor een 5.7cm snelvuurkanon Grusonwerk (draagwijdte op +10 3.375m, vuursnelheid 20 schoten p/m)

54

7 5.7cm kanonnen op affuit chandelier: n in de keelkazerne ter verdediging van het ingangsgebouw, 2 in de flankkazemat van saillant III (2 tages) en 4 in de coffre de tte (2 tages). Een intrekbare koepel voor gepantserd zoeklicht op het centraal massief

Structuur van de vesting:

Legenda: 1. Coffre de tte, 5.7cm kanonnen 2. koepel voor 21cm houwitser 3. Intrekbare koepel voor 5.7cm 4. koepel voor 12cm kanon 5. Ingangsgebouw met toegangsramp 6. Flankkazemat voor 5.7cm 7. Intrekbare koepels voor 5.7cm kanonnen

Effectieven in augustus 1914: Commandant van het fort en de artillerie : Kapitein Cdt. Cuisinier Artillerie : een onderluitenant en 230 manschappen Infanterie: een onderluitenant en 120 man van het 11de vestingregiment Medische dienst: n geneesheer Verliezen na gevechten augustus 1914: Chronologische geschiedenis gevechten 1914: 1 augustus : werkzaamheden om het fort in staat van paraatheid te brengen : aanbrengen van prikkeldraadversperringen, ontruimen omgeving straal 600 meter (bomen en hagen neerhalen, vernielen aanpalende gebouwen en huizen), installatie van observators in de koepels van Velroux en Bierset. 3 augustus: vals alarm en opperste staat van paraatheid gedurende 24 uur. 4 augustus: Inval Duitse leger in Belgi en geconcentreerde aanval op Luik.

55 6 augustus: Het garnizoen ondersteunt de terugtocht van de 3de divisie op de linie Waremme Hannut. Eerste contact van het fort met vijandelijke elementen, eerste slachtoffers. 7 augustus: De Duitsers bezetten de stad Luik, maar de forten houden nog steeds stand, zodat de meeste troepenverplaatsingen onmogelijk zijn. 8 augustus: Val van het eerste fort uit de ring rond Luik: fort Barchon 14 augustus: het fort beschiet een vijandelijke batterij in het woud van Fooz 15 augustus: Terugtrekkende eenheden trekken de hele dag voorbij het fort, zij verkondigen de val van de forten in de eerste linie Het fort van Loncin wordt zwaar beschoten met 420mm projectielen. Om 17:15 volgt er een zware explosie in het fort van Loncin nadat een 420mm granaat is binnengedrongen in het kruitmagazijn. Tegen 19:00 uur melden 2 Duitse onderhandelaars zich en delen mede dat er zich nog maar 2 forten verzetten, Hollogne en Flmalle. Zij nodigen twee officieren uit om het effect van de 420mm obussen op het fort van Loncin te gaan bekijken. De onderluitenant Neuville en de geneesheer Cuypers gaan op verkenning naar Loncin. Zij keren tegen 22:00 uur terug en vertellen aan de Commandant de desastreuze gevolgen van de beschieting met 420mm obussen. De officieren voorzien de evacuatie en de zelfvernietiging van het fort. alles wordt in gereedheid gebracht. 16 augustus: een uitvalspoging mislukt want het gehele fort is omsingeld. Het plan om het fort op te blazen wordt opgegeven. 06:00 uur begin van Duitse beschieting op Hollogne en Flmalle. 09:00 uur Flmalle geeft zich over na zware vernielingen, alle Duitse batterijen richten zich nu op Hollogne. Tegen 09:30 beseft Cdt. Cuisinier dat de strijd nutteloos is en om het garnizoen te sparen geeft hij het fort over. De Cdt. Cuisinier verklaart later : Mijn beslissing is ingegeven wegens humanitaire gronden. Mijn manschappen hebben hun taak prachtig volbracht en zijn op hun post gebleven sedert 4 augustus. Het zou onmenselijk zijn ons te laten vermorzelen door de vijandelijke artillerie vermits wij geen mogelijkheden meer hadden de vijandelijke bewegingen te hinderen, deze bezat reeds alle wegen richting westen

Ingangspoterne

56

57

Fort van LoncinConstructie : 1888 Situatie: zie plan Hollogne

Structuur: Bewapening voor "lange afstand":

2 draaikoepels Grusonwerk elk met een 21cm houwitser Krupp (draagwijdte: 3.250m) 1 draaikoepel Creusot met 2 15cm kanonnen (draagwijdte: 5.700m) 2 draaikoepels Chtillon-Commentry afkomstig uit de ateliers de la Meuse te Sclessin voorzien van 2 12cm kanonnen Krupp (draagwijdte: 4.950m)

5.7cm snelvuurkanon Nordenfeld op chandelier affuit

Nabij bewapening:

4 intrekbare draaikoepels Grusonwerk met elk een 5.7cm snelvuurkanon 4 5.7cm snelvuurkanonnen op chandelier affuit in de grachtkoffer, 2 voor elke gracht 4 5.7cm snelvuurkanonnen op chandelier affuit in de keelkazematten (2 voor elke kazemat) 1 5.7cm snelvuurkanon op chandelier affuit in de kazemat die de toegangsramp bewaakt 2 mobiele 5.7cm snelvuurkanonnen op chandelier affuit ter beschikking van de infanterie van het fort. Opgeslagen in de laatste lokalen van de contrescarpekazerne. Een intrekbare koepel voor gepantserd zoeklicht op het centraal massief

58

Effectieven in augustus 1914: Commandant van het fort: Cdt. Naessens Bevelhebber artillerie: luitenant Modard en 350 artilleristen (9de batterij) Bevelhebber infanterie: luitenant Remy en 200 infanteristen (14de linieregt.) Verliezen na gevechten augustus 1914: 350 man waarvan de meerderheid nog steeds onder het puin van het fort ligt. Loncin is n van de twee forten dat zich niet heeft overgegeven. Net zoals te Chaudfontaine, enkele dagen er voor, hield de weerstand op na een explosie in het fort. De ontploffing te Loncin was echter dodelijker voor het garnizoen, dat voor een gedeelte werd gedecimeerd.

Structuur van de vesting: Legenda:

1. wachtlokaal ingangspoterne 2. lokalen onder centraal massief:vuurleiding, magazijnen, centrale galerij, toegang tot de 120mm en 150mm koepels, 210mm koepels 57mm koepels toegangsgalerij tot grachtkazemat (onder de gracht door) grachtkoffer

3. 4. 5. 6.

De verblijven bevonden zich in de keelkazerne. De zwarte cirkel stelt de zone voor het kruitmagazijn is ontploft op 15 augustus 1914. Chronologische geschiedenis gevechten 1914: In gevecht en hoofdkwartier geworden van generaal Leman sinds 7 augustus, doorstaat het fort een regen van obussen (15.000). Op de 15 augustus tegen 17:20uur doorboort de 25ste 420mm obus het gewelf van de rechtse kruitkamer die nog zon 12.000kg poeder bevat. De daaropvolgende ontploffing bedelft 350 man die daar nog steeds hun graf hebben. Hieronder het verslag van commandant Naessens over de laatste dag van het fort: 15 augustus 1914

59 Geschreven met het bloed van de soldaten van het fort Loncin, is deze dag n van de mooiste paginas uit de geschiedenis van de Oorlog.

Tegen de avond doorboort een obus de blindering van de flankeringskazemat van het inganggebouw, hierbij worden de kanonniers gedood en ontploft de resterende munitie.

Vanaf 01:30 uur worden we voor de eerste keer in duisternis gehuld gedurende twee uren. De schoorsteen van de elektriciteitscentrale raakt verstopt door puin wat de centrale stillegt. De opruiming van dit puin herstelt het euvel. Niets veranderd het hoge moraal van het garnizoen. Aan het eind van de nacht is het fort reeds zwaar beschadigd. Ik geef het bevel puin te ruimen en enkele reparaties uit te voeren, maar het is onmogelijk om buiten iets te doen wegens de aanhoudende obussenregen. Tijdens de ochtendschemering verhevigd het bombardement nog. Wij blijven terugvuren op de waargenomen vijandelijke batterijen. De projectielen vallen in vlagen, komende uit alle richtingen: Luik, Ans, Alleur, Lantin, Liers, Hognoul, Fooz. Men moet zich onze positie proberen voor te stellen: gesoleerd, verlaten door de wijde omgeving; brandpunt voor de obussen komende uit alle richtingen. Deze komen huilend aangevlogen en veroorzaken een oorverdovende ontploffing met een verstikkende rook. Weldra vult het fort zich met een zware verstikkende rook, soms ziet men zijn eigen hand niet. De manschappen pogen te ademen door hun uniform of zakdoek om de verstikking tegen te gaan. De antigas installatie schijnt niet te werken. Toch wordt er voortdurend verder gewerkt: de koepels geblokkeerd geraakt door de beschieting worden weer vrij gemaakt, overal worden emmers water geplaatstmet het oog op eventuele branden. Rond 10uur geen licht en ventilatie mee,r zo hard wordt het fort getroffen door de opeenvolgende explosies. Drie acetyleen lampen is alles wat er nog overblijft. Ze worden aangestoken in de enige schuilplaats die ons nog rest, de centrale galerij. Elke zware explosie op het centraal massief blaast de lampen echter uit. Maar de mannen steken ze echter elke maal weer aan om in een atmosfeer van zwarte rook en stof hun kaartspel verder te zetten. Rond de middag wordt alles wat kalmer om rond 14:00 terug te hervatten. Rond drie uur lijkt het bombardement nog in hevigheid toe te nemen. Ik ben de mening toe gedaan dat de vijand weldra zijn infanterieaanval zal inzetten. Ik deel mee aan mijn manschappen dat ze zich voor de avond of ten laatste tegen het ochtendgloren kunnen verwachten aan een aanval. Hierop volgt een uitbarsting van vreugdekreten allen maken grappen wetende dat zij gaan sterven, want zij denken te zullen sterven in een verbeten strijd van man tegen man. Ze hebben dit geluk echter niet. Dit is de eeuwige spijt die de overlevende hebben, dat ze niet hebben kunnen vechten voor wat ze waard waren, maar dat de Duitse artillerie het pleit heeft gewonnen. Om 16:00 uur vertelt een officier dat hij in de gracht een niet ontplofte Duitse obus heeft gezien, zij was zo groot als hij zelf en van een enorm kaliber.

60 Rond 17:00uur wordt de beschieting angstaanjagend, enkele ogenblikken later zie ik een enorme steekvlam en verlies het bewustzijn.

Een 42cm granaat doorboort het poedermagazijn en ontploft. Door de enorme drukgolf, die lijkt op een uitbarstende vulkaan, worden de resten van het centraal massief uiteengereten en een groot deel van het garnizoen verdwijnt onder de betonblokken, stikt of verbrand levend. Alle overlevenden zijn ook buiten strijd, niemand werd gespaard. Gedurende een korte tijd houd de beschieting nog aan dan penetreren de overwinnaars voorzichtig de nog smeulende ruines. Dan gebeurt er iets dat voor eeuwig bewaard zal blijven. Een handjevol gewonden opgesloten tussen de brokstukken opent het vuur op de naderende Duitsers. Zij hebben geen menselijk uitzicht meer: hun gezicht helemaal zwart, hun gelaat vertrokken van de haat en het lijden. Uit hun borst klinkt de kreet Vive la Belgique !. Zij doden de eerste vijand die het Duitse vlag op hun ruines plant. De meest hardnekkige heeft een been geplet onder een enorme brok beton, dat dient dan ook te worden afgezet om hem te bevrijden. De Duitsers stom geslagen door zoveel heldenmoed begaan geen geweldda