Download - 988 Neuropsychologisch Onderzoek Alleen In Ziekenhuis

Transcript
Page 1: 988 Neuropsychologisch Onderzoek Alleen In Ziekenhuis

jurisprudentie

67zorg & financiering > 7/8-2006

De sector bestuursrecht van de RechtbankUtrecht wees op 30 januari 2006, onder num-mer SBR 05/1967, vonnis in een geschil tusseneiser en diens (ambtelijke) ziektekostenverze-keraar over de weigering om een neuropsycho-logische behandeling van eisers dochter tevergoeden.

De rechtbank vernietigde het besluit met daarinde weigering vergoeding te verlenen voor neuro-psychologische zorg (intakegesprek en bespre-king onderzoeksrapport/begeleidingsadvies)wegens strijd met artikel 7:2 Awb. De medede-ling dat eiser bericht zou ontvangen indien deverzekeraar aanleiding zou zien om hem tehoren, kon volgens de rechtbank niet wordenaangemerkt als de in artikel 7:2 Awb bedoeldemededeling dat de belanghebbende in de gele-

genheid wordt gesteld te worden gehoord. Eiserhad verzocht om aan te geven of er een voor ver-goeding in aanmerking komend alternatiefbestaat, welk verzoek aanleiding had moetenzijn om hem gelegenheid te geven de bezwarentoe te lichten. Verzekeraar had dan uitleg kun-nen verschaffen over de vergoedingsmogelijkhe-den. De rechtbank liet de rechtsgevolgen van hetbesluit in stand. Er bestond geen aanspraak opde behandeling, omdat neuropsychologischonderzoek uitsluitend wordt vergoed als hetplaatsvindt in de vorm van institutionele engespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg,dat wil zeggen als het wordt verricht bij eenneurologische en/of psychiatrische afdeling vaneen ziekenhuis.Bron: RZA 2006, 119<

988 neuropsychologisch onderzoek alleen in ziekenhuis

Het Gerechtshof Amsterdam wees op 9 februari2006, onder nummer 1303/05 SKG, een arrestin het hoger beroep tegen een kortgedingvonnisinzake een geschil tussen een kredietbank en detoezichthouder op het effectenverkeer, naaraanleiding van door de toezichthouder opgeleg-de boetes. Na oplegging van de boetes deelde detoezichthouder mee de boetes te zullen publice-ren. De voorzieningenrechter verbood evenwelnaam, adres en woonplaats van de kredietbankte vermelden bij de openbaarmaking van deboetes, zolang de bestuursrechter nog niet ophet beroep van de bank tegen het boetebesluithad beslist.

In hoger beroep tegen dat vonnis overwoog hethof dat, omdat artikel 48h Wet toezicht effecten-verkeer 1995 (Wte) de werking van de boete-beschikking opschort totdat op het beroep isbeslist, daarmee in beginsel ook de mogelijk-

heid tot volledige publicatie is opgeschort. Deboetebeschikking vermeldt immers het feit terzake waarvan de boete is opgelegd en het over-treden voorschrift, alsmede de gegevens vandegene aan wie de boete is opgelegd. Dit zouwellicht anders zijn indien de wetgever uitdruk-kelijk had bepaald dat publicatie hangendeberoep mogelijk of zelfs verplicht was, hetgeenin de Wte 1995 niet het geval is. Een beroep op nieuwe wetgeving ging volgenshet hof niet op, aangezien eerst door invoeringvan de Wet op het financieel toezicht (Wft) depublicatie van boetes als in geding, in overeen-stemming met de Mededingingswet zal wordengebracht en de toezichthouder een zelfstandigepublicatiebevoegdheid krijgt. Hieruit volgt datde toezichthouder niet bevoegd is naam, adresen woonplaats openbaar te maken totdat debestuursrechter (onherroepelijk) uitspraak heeftgedaan. Indien de boete rechtmatig is opgelegd

989 toezichthouder op het effectenverkeer niet bevoegd boetebeschikking te publiceren hangende beroep

ZenF-0708-06-n.qxd 12-10-2006 9:51 Pagina 67