instellingen

123zorg & financiering > 6-2006

maagklachten kan veroorzaken en de arts nietde benodigde maagbeschermer heeft voorge-schreven. Een ander voorbeeld is een zorgverle-ner die een patiënt met een verhoogd risico opbijwerkingen onvoldoende controleert tijdenshet medicijngebruik. Patiënten met een ver-hoogd risico op bijwerkingen zijn vooral oude-ren. Om het aantal ziekenhuisopnames door bij-werkingen van geneesmiddelen terug te dringendenken de onderzoekers aan één landelijk pa-tiëntendossier voor een betere communicatietussen huisartsen, apothekers en ziekenhuizen.

Het CVZ concludeert op basis van het onderzoekdat ziekenhuisopname als gevolg van bijwerkin-gen van geneesmiddelen een reëel probleem is.Het roept daarom de betrokkenen, zoals artsen(ziekenhuis)apothekers, patiëntenverenigingenen VWS, op om dit probleem gezamenlijk op tepakken. Dit leidt dan tot zowel een betere en vei-liger zorg voor patiënten als een kostenbespa-ring.Bron: ZN Journaal, 2006, nr. 24<

894 zorg volwassenen met hartafwijking onvoldoende

In Europa is de zorg voor volwassenen met eencongenitale hartafwijking ondermaats. Er zijnte weinig gespecialiseerde centra die volwassenpatiënten met een aangeboren afwijking kun-nen begeleiden. En van deze centra voldoetslechts een op de vijf aan de richtlijnen vooroptimale zorg. Dat blijkt uit onderzoek vanonder meer Barbara Mulder, cardioloog in hetAMC, binnen de Euro Heart Survey on AdultCongenital Heart Disease.

Het onderzoek is online gepubliceerd in hetEuropean Heart Journal. ‘De Europese gemeen-schap heeft veel geïnvesteerd in het verhogenvan de levensverwachting van kinderen met eencongenitale hartafwijking, maar lijkt minder inhen geïnteresseerd wanneer ze volwassen zijn’,aldus hoofdonderzoeker Philip Moons van deKatholieke Universiteit Leuven. Binnen hetonderzoek is de zorg voor volwassenen met eencongenitale hartafwijking van 71 centra geanaly-seerd; 48 waren gespecialiseerde centra, 23 niet.De centra gaven hun informatie op vrijwilligebasis. Door deze werkwijze heeft de onder-zoeksgroep geen compleet beeld van de situatiein verschillende Europese landen en kan dusniet de zorg van individuele landen vergelijken.Minder dan een op de vijf gespecialiseerde cen-

tra voldeed aan alle richtlijnen voor optimalezorg voor volwassenen met een congenitalehartziekte. Van de niet-gespecialiseerde centrawerkte slecht zestig procent officieel samen meteen gespecialiseerd centrum. Het criterium waarde centra de meeste moeite mee hadden, washet aantal operaties dat minimaal door chirur-gen gedaan moet worden om voldoende experti-se op te bouwen en te houden. Volgens de richt-lijnen is vijftig het minimumaantal operaties en125 operaties het streven. Het mediane aantaloperaties in gespecialiseerde centra was 42. Datwil zeggen dat meer dan de helft van deze centrajaarlijks te weinig patiënten behandelt en ook teweinig gespecialiseerde verpleegkundigen inhuis heeft. Volgens onderzoekers geven slechts weinig uni-versiteiten onderwijs op het gebied van volwas-senen met een congenitale hartafwijking. Endoordat patiënten niet optimaal verwezen wor-den naar gespecialiseerde centra, kunnen dezete weinig expertise opbouwen. De onderzoeks-groep roept overheden en zorgleveranciers opom voldoende geld en personeel in te zetten omtegemoet te komen aan optimale zorg voor eengroeiende populatie.Bron: www.mednet.nl, 26 juni 2006<

ZenF-0606 cyaan.qxd 26-7-2006 10:11 Pagina 123