ZUIDHOLLANDtijdschriftholland.nl/wp-content/uploads/1963-09-03.pdf · Thans zijn drie nieuwe...

24
ZUIDHOLLAND Tweemaandelijks orgaan van de Historische Vereniging voor Zuid-Holland onder de zinspreuk „Vigilate Deo Confidentes" Negende Jaargang Nr 3. juli 1963.

Transcript of ZUIDHOLLANDtijdschriftholland.nl/wp-content/uploads/1963-09-03.pdf · Thans zijn drie nieuwe...

ZUIDHOLLAND

Tweemaandelijks orgaan van de

Historische Vereniging voor Zuid-Holland

onder de zinspreuk

„Vigilate Deo Confidentes"

Negende Jaargang N r 3. juli 1963.

I N H O U D B I z .

D e N e d . - H e r v . K e r k te Molenaarsgraa f n i euw en toch oud,

door G . J . Rebe l . . . . . . . . . 45 D e K e r k v a n Molenaarsgraaf, door C . A . W . Korevaar . 51 V e r s l a g v a n de voorjaarsvergadering op zaterdag 6 apr i l 1963

te V l a a r d i n g e n . i • • • ' ' ^ 19 j un i 1572 een belangrijke da tum i n de geschiedenis v a n

Oudewater , door A . W . den Boer . • • 59

Boekennieuws ^ 2

B E S T U U R

J . B a r o n v a n Knobelsdorff , voorzitter

G . J . V e r b u r g , vice-voorzitter M r . H . P . N i e u w e n h u i s e n , secretaris M r . J . C . M . S n e l , penningmeester M e j . M r . A . J . V e r s p r i l l e M . v a n Hoogstraten C . Pos tma

R E D A C T I E

M r . B . van t H o f f G . J - V e r b u r g j J . L . van der G o u w

R E D A C T I E A D R E S

M e p p e l w e g 978a, tel . 67 07 33

S E C R E T A R I S

M r . H . P . N i e u w e n h u i s e n , V a l k e n b o s l a a n 12, D e n H a a g

P E N N I N G M E E S T E R

M r . J . C M . S n e l , Oos te inde 180. V o o r b u r g G i r o n u m m e r His tor i sche V e r e n i g i n g 33 9121

D e kosten van het lidmaatschap der Verenig ing bedragen ƒ 6 . - per jaar.

S>e ^ed. 3lerv. 3Lerk te cÏÏlolenaarógraak

nieuw en toch oud

door G . J . Rebe l

A l s de stenen van onze kerk konden spreken, zouden ze heel wat kunnen vertellen. M a a r n u wi j deze taak mogen overnemen, zu l len wij om begrijpelijke reden met wat minder tevreden moeten zi jn.

In de verlijbrief van Jan de Molenaar , d.d. St. Bartholomeusdag van het jaar 1343 wordt voor het eerst melding gemaakt van de kerk v a n Molenaarsgraaf. Waarsch i jn l i j k is deze kerk niet dezelfde van nu . D e thans fraai gerestaureerde kerk bestaat uit een breed é é n b e u k i g schip uit de eerste helft van de 16de eeuw, en een smaller, driezijdig gesloten, iets ouder koor, van omstreeks 1500. M a a r het is niet onmogelijk, dat bij de restauratie nog enkele sporen van de oudere kerk zijn gevonden. D e gevonden loodvoegen en dakl i jn met vlecht ing wijzen op het be­staan van een voormalig schip of koor. U i t de twee schouderstukken, die van de triomfboog zijn overgebleven, is af te leiden, dat hel vroe­gere schip smaller is geweest. B i j de opgravingen i n de kerk zijn op deze breedte enkele restanten gevonden van oude fundamenten. D i t zou er op kunnen wijzen, dat de kerk van i 5 4 5 even breed is geweest als het thans bestaande koor. B i j de herstelwerkzaamheden is gebleken, dat het koor onder de cordonlijst ouder is dan de opbouw met de negen ramen. D e loodvoegen onder de cordonlijst geven aan, dat het vroegere, waarschijnlijk lagere koor, zeven kleinere ramen heeft gehad, die later zijn dichtgemetseld. Deze ramen zijn aan de buitenkant tot aan de geboorte van de bogen nog zichtbaar. Twee loodvoegen doen vermoe­den, dat het oude koor kleiner is geweest en los van het schip heeft gestaan. O f is het koor vroeger kapel geweest? In 1244 werd immers door de Proost en hel Kap i t t e l v a n „ S t . M a r i a " te Utrecht vergunning gegeven tot het bouwen van een kapel . O f wij i n het oudere deel van hel koor te maken hebben met de i n 1244 genoemde kapel, valt niet met zekerheid te zeggen. D e p l in tband van het koor is van kloostermoppen en dat zegt althans w e l iets.

U i t een rentebrief van 30 november 1340 en een andere van 13

4 5

januari 1541 blijkt, dat z icb i n het koor tenminste twee altaren be­vonden. In de eerste brief wordt een mis ingesteld ,,ter eere Goeds en laefnis der zielen in die heyligbe kerck b innen Molenaarsgraaf te lezen iedere D i n s d a g op t hoege altaer, en dit van jaer tot jaer ewelick duerende." In de tweede brief een mis: „ter weeck te lesen op den W o e n s d a c b , op dal Heyl igbe Gheest-outaer i n die kerck van M o l enaersgrael .

In één van de oude ramen is nog een piscine, die vóór de verbouwing van omstreeks 1500 zicb onder het raam bevond. H e t schip, dat i n de eerste helft van de 16de eeuw waarschijnlijk is verbreed, werd i n die tijd geheel als kerkruimte gebruikt. Tenminste, daarop zou kunnen wi j ­zen de muurschi ldering van de T i e n geboden op de westgevel. Helaas is deze met engelenfiguren omgeven muurschi ldering verloren gegaan. Omstreeks het jaar 1590 heeft het schip enkele belangrijke veranderin­gen ondergaan. O p een afstand van vier meter vanaf de westgevel werd de kerkruimte afgezet door een wagenschot, dat bewaard is ge­bleven en gerestaureerd. He t oude klokhuis van de kerk werd af­gebroken en i n de plaats daarvan werd in de afgescheiden ruimte het tegenwoordige torentje opgebouwd. Deze toren staat op balken van de kerkmolen, die i n 1588 is gesloopt. B i j de laatste restauratie is de toren bijna een meter omhoog gebracht. D e gietijzeren ramen uit de 19de eeuw zijn n u weer vervangen door gemetselde en voorzien van glas i n lood met bronzen brugstaven. D e hol geprofileerde vensterbanken en overige raamversieringen zijn vernieuwd overeenkomstig de gevonden fragmenten i n het noordwestelijke raam. He t kerkhof, dat i n de loop der jaren steeds hoger is geworden, is n u weer van het kerkgebouw ge­scheiden. Daardoor is het p l int van de kerk n u ook aan de zuidzijde zichtbaar geworden en kon een dicht gemetselde deur weer worden hersteld voor gebruik. In het koor is de oude eikenhouten gewelfbeschie-f ing van de verf ontdaan en bewaard gebleven.

B i j de eerste aanblik biedt het interieur van de kerk een merkwaardige indruk. M e n zou menen, dat de vloer van z u i d naar noord sterk afhelt. M a a r de waterpas toont dan wel aan, dat dit slechts gezichtsbedrog is. W a t is het geval? V a n a f de daklijst tot de begane grond is de kerk ru im dertig centimeter scheef gezakt naar het zuiden. W a n n e e r en waardoor deze verzakking is ontstaan, is niet precies bekend. Waarsch i jn l i jk heeft men i n 1787 een verder verzakken kunnen voorkomen. D e kosten van de reparaties aan dak en fundamenten waren aanzienlijk. D e ambachts-

4 7

Keer van Molenaarsgraaf, M r . W i l l e m G r a a f van Hoogendorp, schrijft hierover aan de schout, d.d. 4 maart 1787: , ,Maer teffens moet ik dan vraegen, waerom niet beter gelet en opgepast, dat de boerekerkmeesteren zoo goddeloos haren pligt niet verzuimden, met de kerk zoodanig te Iaeten vervallen, dat men voor de fondamenten en het dak te repareeren en digt te maeken (daer het behoud van een gebouw i n gelegen legt) we l drie duizend gulden zal benodigt hebben? of al wat men er anders aen za l doen, is meer geld weg gesmeten, vermits zulks goed en i n eens moet gedaen worden l O f meenen die lieden, dat het m é n a g e is, alles te Iaeten vervallen, en niets te repareeren, om maer bij het slot der Rekeningen te kunnen zeggen: „zoveel penningen heb ik in mijn tijd over gehadI" eene fraeije administratie voorwaer! en de tegenwoordigen staet der kerk leert n u de ingezetenen, wat prijs zij op dezelve moeten stellen! W a t n u tog met de zaek gedaen? de kerk ten ondersten boven te Iaeten val len, en er niets aen te doen? is dit raedzaem? ik ben er tot i n mijn ziel mede verlegen! en U E d . Iaet er mij voor opdraijen, denkende mogelijk: het za l mijn tijd we l dueren! D a n k z i j het krachtig optreden van V a n Hoogendorp is de kerk gelukkig niet „ t en ondersten boven gevallen .

Omstreeks 1871 en 191a heeft het interieur ingrijpende veranderingen ondergaan, die echter geen verbeteringen waren. M a a r onder le id ing van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg heeft de onlangs gereed gekomen restauratie der kerk weer gezuiverd van alle ontsieringen. D e preekstoel van omstreeks 1640, is grondig gerestaureerd. V a l s e onder­delen aan de onderkant van de ku ip en van het klankbord zijn ver­n ieuwd. D e wi t geschilderde marmerlaag is verwijderd, zodat het oude eikenhout van deze hangende preekstoel vol ledig tot zi jn recht komt. S tond de witte preekstoel vóór de restauratie tegen het eiken wagen­schot, n u is zijn plaats tegen de witte oostelijke muur i n het koor. Waarsch i jn l i j k uit dezelfde tijd als de kansel is de kerkeraadsbank, die n u na een algehele gedaantewisseling geplaatst werd tegen de noor­delijke muur i n het koor. O n t d a a n van de vurenhouten betimmering, heeft deze vroegere regeringsbank weer een waardige gedaante. O p ­val lend zijn de kleine pilasters i n de rugleuning.

H e t pneumatische orgel van 1913, dat voorheen i n het koor onder de triomfboog stond, staat n u i n lichtere kleur tegen het wagenschot. D e oudste van de 22 grafstenen is die van de ambachtsheer F lor i s Egbertsz., gestorven i n 1326. D e klok tegen het wagenschot is uit 1803, van de

4 8

schout Huiber tus Ku ipé r i . B o v e n de klok bevindt z i ch het (oude) wapen van Molenaarsgraaf, l inks dat van K u i p é r i en rechts het wapen van zijn vrouw, A n n a Ca tha r ina de Rooi j . Helaas is i n 1856 de enige antieke koperen l ichtkroon voor de prijs van ƒ 87,42 i n onbekende handen over­gegaan. Thans zijn drie nieuwe koperen kronen aangeschaft.

Te rwi j l i n het schip goed zittende eiken banken zijn geplaatst, is het koor voorzien van oud-hollandse stoelen. D e stoelen en banken staan op een houten vloer, waar in de elementen van de elektrische verwar­mingsinstallatie zijn aangebracht. In het portaal onder de toren, onder het orgel en in de paden aan de noordzijde en i n het midden v a n het schip ligt n u een blauw-grijze zerkenvloer. In het pad aan de zuidzijde van het schip en i n de beide paden van het koor hebben de grafstenen bun plaats gevonden.

Inwendig heeft het koor we l de grootste gedaantewisseling onder­gaan. V a n de negen ramen waren er zes geheel of grotendeels dicht­gemetseld. Begrijpelijk, want het kon de schande niet langer aanzien, dat zijn stijlvolle ruimte i n de laatste eeuwen heeft moeten dienen als bergplaats voor de brandspuit, voor brandstof en rijwielen. Oog lu ikend heeft het koor toegestaan, dat omstreeks 1912 onder zijn dak een ge­deelte werd benut voor het orgel en de consistoriekamer, die tevens dienst deed als catechisatie- en verenigingslokaal. G e e n wonder dus, dat het zonlicht n u weer vrolijk door negen ramen naar b innen dringt, want het koor is nu weer kerkruimte.

M a a r n u moest er niet alleen voor het orgel, maar ook voor de consistoriekamer een betere plaats worden gezocht. D i e werd gevonden i n de ruimte achter het wagenschot onder de toren, waar z i ch nog het arrestantenhok bevond. Beneden is de overige ruimte onder de toren benut voor toegangsportaal en trappenlokaal. In het trapportaal k w a m een toilet, een kleine aanrecht, een kast voor de installaties van elektri­citeit, verwarming, geluidsversterker en het lu iden van de klok. Onde r de trap is een bergkast gemaakt. B o v e n is de overloop, die toegang geeft tot de orgelgalerij en het catechisatielokaal, i n gebruik als garde­robe. H e t catechisatielokaal is met de stijl van het kerkgebouw in over­eenstemming.

V a n het oude Avondmaalservies is helaas niets meer bewaard ge­bleven dan twee eenvoudige zilveren bekers, waarschijnlijk van om­streeks 1 6 5 0 . D e bekers zijn voorzien van de ini t ia len T . A . H . en L A . V . L . He t is niet onmogelijk, dat er een verband bestaat tussen

4 9

T . A . H . en Tobijas Antbonisse H e l m i g h , genoemd in het testament v a n A d r i a a n H e i m i g , d.d. 11 jun i 1 6 7 1 . V a n L A . V . L . is ons niets bekend. Bi j deze bekers, die beide de „ N a p o l e o n k r a s hebben, is een vol ledig zilveren servies gemaakt.

D e lu idklok vertelt ons i n het L a t i j n : C laes N o o r d e n en Jan de Grave hebben mij vervaardigd te Ams te rdam i n het jaar 1 7 1 0 .

Tenslotte laten we niet onvermeld, dat de fraai gerestaureerde dorps­kerk door de strakke en zuivere li jnen van de triomfboog en door de hoogtewerking van ramen en spanten bij de aandachtige bezoeker de indruk weet achter te laten van goede smaak en ranke verhevenheid. Zonder enige pretentie kan men zelfs zeggen: het geheel is een har­monisch juweeltje van Iaat-gothische architectuur en reformatorische soberheid.

D e kerckmeesters A d r i a a n H e i m i g en Jakbus Vermeule hebben bij de geboorte van de lu idklok zijn bronzen klank z invo l vertolkt. M o g e z i j n oproep door veel generaties worden gehoord en opgevolgd:

„ E e n basuyn ben ick Gebraght hier boven T e roepen t volk bijeen O m G o d t de Heer te loven.

50 jaar <~öere.niqinc) S-lojwyck

Deze zomer is het vijftig jaar geleden, dat de Veren ig ing Hofwijck, die zoveel voor het behoud van het Huygens H u i s „Hofwi jck" heeft gedaan, werd opgericht.

Ter herdenking van dit feit wordt van 7 jun i a.s. tot en met 31 augustus d.a.v. in H u i z e „Hofwijck , W e s t e i n d e 2, te Voorburg , een Huygens-Hofwijck-tentoonstel l ing gehou­den, onder de naam „ C o n s t a n t i i n en Chr i s t i aan Huygens op Hofwi jck" . D e expositie is op werkdagen geopend van 10 tot 17 uur en op zon- en feestdagen van 13 tot 17 uur.

*3)e 3Cerk van ^ÏTlolenaarógraa}

door C . A . W . Korevaar

D e geslaagde restauratie van de Hervormde kerk i n Molenaarsgraaf is de aanle id ing tot hel in een artikel samenvoegen van enkele ge­gevens over deze kerk en gemeente.

D e stichtingsoorkonde van de kerk, gedateerd op 10 februari 1244, is bekend en lu id t i n vertal ing:

„ H e t hoofd en het gehele kapittel van de kerk van de heilige M a r i a te Utrecht brengen aan al len wier taak het is zorg te dragen voor de tegenwoordige dingen een eeuwige heilgroet i n den Heer.

La ten de mensen van deze tijd vernemen en hel nageslacht weten, dat wij na eenparig besluit van ons kapittel wegens dringende en du i ­delijke behoefte de vrijheid verleend hebben aan de parochianen te 's Grave l and om een nieuwe kapel te bouwen, begrafenis te houden en alles wat men tot de geestelijke dingen rekent naar recht waar te nemen, met behoud van het recht van de bisschop, van de aartsdiaken en van ons; bovendien zul len ze een eigen priester hebben om de geestelijke zaken te behartigen, en ieder die daar priester za l zijn om te celebreren zal door ons kapittel worden aangesteld.

A l s het later echter gebeuren zou dat er een grotere kerk gebouwd wordt, dan zal de reeds genoemde kapel als een dochter aan haar behoren. O p d a t n u deze maatregelen geldig en onwrikbaar blijven, hebben wij deze schriftelijke verordening laten bezegelen met het zegel van het hoofd van onze kerk x )

H e t is merkwaardig dat men de kapel en later de kerk niet een 200 meter verder naar het westen heeft gebouwd; daar kruist een rug van klei en zand de Graafstroom en zou het zware bouwwerk een betere ondergrond gehad hebben. O o k de kerkgebouwen i n de om­geving staan niet op de geologisch het meest voor de hand liggende plaats. Ondu ide l i jk is ook waardoor Molenaarsgraaf z i ch alleen ten

!) Deze oorkonde is in liet Latijn onder no. 42 afgedrukt in Mr. L. Pil. C. van den Bergh-Oorkondenboek van Holland en Zeeland. Aan de kant van de oorkonde is met een löde-eeuwse hand geschreven, dat hier bedoeld wordt een bijzonder mooie kerk niet ver van Schoonhoven, dicht bij het klooster Ter Donk. Daar in de rekeningen van het Bisdom Utrecht, Graveland vermeld wordt bij andere plaatsen in de Alblasserwaard is het bijna zeker dat hier Molenaers-Graveland wordt bedoeld.

51

zuiden van de Graafstroom uitstrekt en niet zoals O u d - A I b l a s , Bles-kensgraaf en de vroegere gemeente Hofwegen aan beide zijden van bet water.

Waarsch i jn l i jk zijn de nederzettingen i n het midden van de A l b l a s -serwaard pas ontstaan toen het grafelijk gezag z i ch hier metterdaad deed gelden. D e zeer regelmatige verkaveling, uitgaande van de Graaf­stroom doet een gezag vermoeden, dat ordenend optrad en daarvan is voor 1200 we in ig sprake. D e Graafstroom is wat naam en loop aan­tonen een gegraven water, dat het veenwater de A l b l a s , waarvan de oorsprong i n Hofwegen lag, naar het oosten verlengde om daar de af­watering te verbeteren. In 1264 is vermoedelijk het oostelijk deel v a n de Graafstroom tot stand gekomen. In 1277 wordt de naam W i l l e m de Molenaar genoemd als heer van Molenaarsambacht , dat als Molenaars-Grave lan t overgaat i n Molenaarsgraaf. 2 ) O v e r de kerk zijn mij uit de 14e en 15e eeuw geen gegevens bekend. D e huidige kerk za l ongeveer 1430 gebouwd zijn.

Belangrijk zijn de in l icht ingen over Molenaarsgraaf uit de I N F O R ­M A T I E van 1314 waar in geklaagd wordt over de armoede van het 46 woningen tellende dorp, waar de Geldersen veel schade aangericht hebben. Ongeveer een derde gedeelte van het l and behoort aan de stad Dordrecht waaraan bovendien accijnsen betaald moeten worden. D e bevolking bestaat vooral van veeteelt en het verbouwen van ben-nep. 3 ) In 1322 was Meester H u g o pastoor, die i n 1326 H u g o Kor t wordt genoemd en wel dezelfde is als H u g o Corsoen, die i n de kerk begraven ligt.

O o k over de reformatie zijn onze gegevens schamel, maar we kunnen aannemen, dat de kerkhervorming i n Molenaarsgraaf weerklank vond. D e pastoor van het aangrenzende dorp Brandwi jk had i n september 1566 al openlijk, onder instemming van zijn parochianen, verklaard dat „hij gheen Misse meer en wi lde doen, maer dat hij alleenlijck wi lde Preecken opte Calvi jnsche maniere ende i n Wae r l i j cke Cleederen". D i t heeft zeker ook de aandacht i n Molenaarsgraaf getrokken en heeft weerklank gevonden, want bij vonnis van de Bloedraad op 8 oktober 1568 werden 4 personen uit Molenaarsgraaf tot verbanning veroordeeld.

2) Zie hierover Dr. T. Vink, De Lekstreek (1926) b k 322 en Jhr. L. F. Teixeira de Mattos, Waterkeringen. Waterschappen en Polders van Zuid-Holland, deel IV-II Afd. II Onderafdeling III b k 39 en 40. 3) Vreemd is, dat wel bij andere dorpen „vissen en vogelen" als bestaansmiddel genoemd worden en bij Molenaarsgraaf met zijn vele oude eendenkooien niet.

5 3

O p 20 maart 1572 werd A d r i a a n k e n Jansdocbter uit Molenaarsgraaf i n Dordrecht terechtgesteld; de laatste brief die ze aan haar familie schreef is opgenomen i n de Doopsgezinde „Mar t e l aa r s sp i ege l '.

D e jaren na 1572 werden Schoonhoven, N ieuwpoor t en Gor inchem telkens bedreigd en geblokkeerd door de Spanjaarden, die z ich i n 1574 bij E lshout (Kinderdijk) genesteld hadden en tot 1576 bleef de A l b l a s -serwaard frontgebied. W a s a l bij de Al le rhe i l igenvloed van 1570 de W a a r d overstroomd, in de volgende jaren bezweek de Diefdi jk elke winter en men trachtte ook het water i n de zomer niet af te voeren, want men heeft de waterwolf nodig om de Spanjaarden te bestrijden. „ O p deze soo droevige ende swaere watersnood is gevoïgt een seer swaare pestilentie en sterfte, waar door de meeste van de menschen stierven, en moesten de rest haar plaatsen verlaten, en u i t landig wesen . O v e r deze verschrikkelijke aanvangsjaren van de Tachtigjarige oorlog in de Alb lasse rwaard zwijgen bijna alle bronnen, ook omdat het oorlogstoneel minder opzienbarend was dan elders i n de Neder landen. He t kerkgebouw heeft echter de stormen getrotseerd en i n 1381 zou Mat th ias Mocka r t er predikant geworden zijn. Over zijn opvolger A r n o l d u s Steur, die van 1384 tot 1392 hier i n het ambt stond is het een en ander bekend uit zijn vorige standplaats: Londen . H i i was namelijk voor A I v a naar Enge l and gevlucht en was daar een berucht predikant geweest „ b e m i n d e de canne en de schoone vrouwen . H i j was een persoon van „ o n c u y s c h e n aarde, manieren ende conversatie en hoewel begaafd redenaar ging zijn weg na de terugkeer naar het vaderland niet over rozen, toch diende hij verschillende gemeenten. Molenaarsgraaf-Brandwijk was zijn laatste standplaats en laten we uit het ontbreken van elk kwaad bericht maar aannemen dat de onder­tussen wettig gehuwde predikant zijn dorst vooral gelest heeft met water van de Graafstroom.

Eveneens is mij niets bekend over de ambtsperiode van Cornel is Hanecop, die na 1625 een bekend predikant was i n Amsterdam. D a a r was hij zeer populair want zoals V o n d e l het dichtte: A l l e Kraeijers lagen achter. E l k die scheen i n 't kraeiien schor vergeleken bij Hanecop.

In de 18e eeuw horen we van conventikelen, vergaderingen van gelijkgezinden met het doel om over godsdienst en vooral over gods­dienstige ervaringen te spreken. In 1712 werden deze bijeenkomsten door de kerkeraad toegejuicht mits men rechtzinnige boeken gebruikte

55

en niet onder kerktijd vergaderde. D e invloed van deze conventikelen op de bevolking was bijzonder groot omdat bet z icb geheel confor­meren aan deze vergaderingen bepalend werd geacht voor het al of niet C h r i sten zijn.

O v e r het leven van de predikanten zijn we ook slecht ingelicht. D s . Steur had i n 1584 een traktement van ƒ 270,—. In 1656 was het predikantstraktement ƒ 5 0 0 , — i n 1737 ƒ 6 3 0 , — en in 1837 ƒ 8 0 0 , — , waarvan ƒ 753,— uit „ s t a n d s k a s en ƒ 43,— uit de gemeente". In het laatst van de 18e eeuw waren er moeilijkheden over de vervallen staat van de pastorie en de kerk. D e ambachtsheer W i l l e m van Hogendorp nam geen genoegen met het besluit van de kerkmeesteren om grondige reparatie a l maar uit te stellen en gaf dat i n felle bewoordingen te kennen. Eigenaard ig was i n 1803, dat het gemeentebestuur z i ch bezig h ie ld met het gedrag van de zuster van de plaatselijke predikant, die de ruiten van de pastorie had ingeslagen. M e t een vermanend woord berustte men hierin.

D e invloed van de bovengenoemde conventikelen k w a m vooral uit i n het z i ch vastleggen op de levensstijl van omstreeks 1700 en een weigering om nieuwe zaken op h u n hoedanigheden te toetsen, maar ze met een vroom woord af te wijzen, hoewel dit vrome woord dikwijls vanui t de Bi jbe l te weerleggen is. A l s maatstaf van het geloof werd de Bi jbe l verdrongen door de i n de 18e eeuwse vroomheid gewortelde onwrikbare overtuiging. E e n voorbeeld hiervan is dat toen W i l l e m van Hogendorp aan de kerk een orgel aanbood dit werd afgeslagen; „ d a a r het geluid van een dood instrument den Heere niet kon behagen be­dankten ze hem voor zijn royaal aanbod .

E r moge in 1795 op het kerkhof vóór de kerk om de vrijheidsboom gedanst zijn, dat de door de patriotten uit L e i d e n verdreven predikant z ich i n Molenaarsgraaf kon vestigen toont dat hier de Oranjeliefde niet ten onder gegaan was en het nieuwe werd afgewezen. In 1807 werd een kerkdienst verstoord want „ o n d e r het zingen van de Evangel ische gezangen (werd) i n onderscheidene banken gehoord een gestommel gelijk aan het geschop met houten klompen". H e t gevolg was dat „ d e predikant zelve zoo ontsteld zijnde de geheele Catechismus vergeten i s " (voor te lezen).

H e t is mij niet mogelijk veel over de kerkgeschiedenis van Molenaars-

4) Molenaarsgraaf bleef een kleine gemeente met in 1752: 72 buizen en in 1798: 306 inwoners (in 1926: 609, 1961: 632).

5 6

graaf uit de vorige eeuw mede te delen. D e Afsche id ing vond we in ig aanhangers en de Doleant ie vond grote weerklank, ondanks het feit dat de gemeente nooit vr i jz innig is geweest.

M o g e dit artikel een aanle id ing voor ge ïn te resseerden i n de geschie­denis van Molenaarsgraaf zi jn tot aanvul l ing en correctie! H e t mooie kerkgebouw is een ui tnodiging tot een verder reconstrueren van het verleden van deze gemeente. V o o r a l echter spreek ik de hoop uit, dat dit monument uit het verleden, niet alleen als stomme getuige van vele eeuwen dorpsleven, maar als plaats van levend getuigenis nog velen van wieg tot graf ten zegen za l zi jn.

^^erólag van de voor} aar óver g ader ing op zaterdag 6 april 1963 te <r0laardingen

R u i m tachtig leden hadden te kennen gegeven de voorjaarsvergade­r ing te V l a a r d i n g e n te zu l len bijwonen. Tegen twee uur verzamelde dit gezelschap z i ch i n het Stadhuis, waar de chef van de afdeling Kabine t , de heer mr. P . C . Franken, z i ch beijverde iedereen van een kopje koffie te doen voorzien en voorlopig te doen kennismaken met het bijzonder fraaie raadhuis. D a a r n a verzamelde men z ich i n de Historische zaal voor het houden van de eigenlijke vergadering. V o o r het officiële begin verwelkomde de loco-burgemeester van Vlaa rd ingen , de heer H . K . van M i n n e n , het bestuur en de leden van de vergadering op zeer hartelijke wijze en schetst daarna i n korte trekken enkele belangrijke gebeurtenis­sen uit Vlaard ingen ' s geschiedenis; tevens geeft hij een overzicht van de restauratie en de ui tbreiding van het Stadhuis . N a een woord van dank aan het adres van het gemeentebestuur richt de voorzitter van onze vereniging een bijzonder woord van welkom tot de vertegen­woordiger van het college van gedeputeerde staten, de heer M . J . K a -merman, die i n gezelschap van zijn echtgenote deze middag aanwezig is. Vervolgens memoreert de voorzitter het verscheiden op 27 maart van

5 ) D e vermelding van alle bronnen waaruit geput is gaat liet bestek van dit artikel te buiten maar ik wi l wel noemen bet door mij in 1938 geraadpleegde manuscript van B . Middelhoek uit 1871 en nu belaas onvindbaar. Middelhoek was van 1834 tot 1 8 7 9 hoofd van de school in Molenaarsgraaf en vooral zijn mededelingen uit de mond van dorps­genoten hebben waarde. Jammer dat een manuscript zo gemakkelijk verloren gaat en zo zelden gecopieerd is. Ook de met zorg geschreven geschiedenis van Brandwijk en Molenaars­graaf van L . van Giessen, uit het begin van deze eeuw bestaat alleen in manuscript.

5 7

de heer mr. L . A . Kesper, oud-commissaris der K o n i n g i n in de pro­vincie Z u i d - H o l l a n d en vestigt daarbij de aandacht op diens verdienste met betrekking tot de oprichting van V i g i l a t e en de belangstelling die hij steeds betoonde bij haar activiteiten. Het bestuur heeft aan mevrouw M . E . Kesper-Beckering een bericht van rouwbeklag gezonden. D e vergadering gedenkt daarna haar oud-erevoorzitter door staande enige ogenblikken stille in acht te nemen.

D o o r het niet tijdig verschijnen van het Mededel ingenblad no. 2 van 1963 wordt de vaststelling van het verslag van de najaarsvergadering 1962 aangehouden. He t jaarverslag over 1962 en het financieel verslag over dat jaar verwerven de instemming van de vergadering. A a n de penningmeester wordt op voorste! van de kascommissie, die a ü e finan­ciële bescheiden in orde heeft bevonden, decharge verleend.

Vervolgens wordt een wi jz ig ing van het Huishoudel i jk Reglement vastgesteld, welke het mogelijk zal maken aan gewone leden, die l i d zijn van de Nederlandse Jeugdbond ter Bestudering van de Geschiedenis, een reductie op de jaarlijkse contributie te verlenen van 50 % •

Ter inlossing van een i n de najaarsvergadering 1962 gedane toe­zegging brengt de voorzitter verslag uit over het onderzoek, dat het bestuur heeft ingesteld naar de mogelijkheid om de doelstell ing van de vereniging uit te breiden. Deze , van de heer mr. B . van t H o f f afkomstige, suggestie heeft tot ampel besiuursberaad geleid, oamen-spreking met de heren Cremers en Phaf f uit Haa r l em heeft plaats­gevonden; daarna met de Cul ture le R a a d van N o o r d - H o l l a n d . U i t ­bouw van de vereniging i n N o o r d - H o l l a n d blijkt niet te verwezenlijken. O p het geb ied van het verlenen van medewerking bij het publiceren van bijdragen uit N o o r d - H o l l a n d schijnt wel een mogelijkheid tot samenwerking te bestaan. Afgesproken is, dat de historische sectie van de Cul ture le R a a d van N o o r d - H o l l a n d daarover nader contact za l zoeken met de redactiecommissie van V i g i l a t e . M o c h t daar een voor het bestuur aanvaardbare oplossing uit naar voren komen dan zal het de vergadering daarover inl ichten en desnodig haar fiat vragen op een i n de toekomst te volgen handelwijze. D e heer D e n Boer uit Oudewater betreurt dat het niet mogelijk za l zijn om met de gedachte aan het ene gewest H o l l a n d nu i n 1963 één historische vereniging N o o r d - en Z u i d -H o l l a n d tot stand te brengen.

B i j de mededelingen van het bestuur deelt de secretaris mede, da l gedeputeerde staten van Z u i d - H o l l a n d op verzoek van het bestuur aan

58

de Staten van dit gewest i n overweging nebben gegeven te besluiten bet aan de vereniging toegekende subsidie te verbogen v a n / 2.500,— tot ƒ 7.500,—. Deze mededeling ontlokt de vergadering een bijzonder hartelijk applaus. Voor ts deelt de heer V e r b u r g mede, dat i n september voor een beperkt aantal deelnemers een drie- of vierdaagse excursie naar het stamgebied van de Nassau s georganiseerd zal worden. D e kosten van dit evenement zul len rond de ƒ 100,— liggen. D e zomer-excursie za l worden gehouden op zaterdag 15 jun i 1963 en zal tot doel hebben een bezoek aan de Kr impenerwaard en aan Schoonhoven.

N a afhandeling van de agenda houdt de heer C . Postma, l i d van het bestuur en stadsarchivaris van Vlaa rd ingen , een zeer goed gedocu­menteerde lez ing over de geschiedenis van V l a a r d n i g e n en de visserij. D e tekst van deze causerie za l worden gepubliceerd.

N a een gastvrij onthaal door het gemeentebestuur i n de wandel ­gangen van het Stadhuis begeeft het gezelschap z ich naar hel i n 1962 geopende Visser i j M u s e u m ter bezicht iging van de daarin aanwezige instructieve collectie. Deze visuele confrontatie met allerlei aspecten van het visserijbedrijf betekende een zinvolle afronding van de causerie van de heer Postma.

O m ongeveer half zes werd de bijeenkomst besloten en begaf ieder z ich huiswaarts.

N .

19 juni 1572 een belangrijke datum

in de geóckiedenió van ©udeicater3

door A . W . den Boer

B i j de aanvang van het jaar 1572 ziet de toekomst er voor de Neder­landen donker uit. F i l i p s II meent, dat zijn gezag absoluut is en over alles en al len gaat, zelfs dat de werking der gewetens van zijn onder­danen aan zijn macht is onderworpen. In A I v a heeft hij een dienaar, die het hiermee vol ledig eens is en wanneer deze de vrije hand was gelaten en had kunnen beschikken over de nodige machtsmiddelen, zouden de Neder landen een vazalstaat van Spanje zijn geworden.

D e minacht ing, die F i l i p s koesterde voor s Iands pr ivi legiën en vrij-

30

rieden moesten a l aanstonds leiden tot conflicten. D i e conflicten spitsen z ich toe wanneer hij de 10de, 20ste en 100ste penning w i l invoeren, waarvan een totale ontwricht ing van handel en verkeer wordt gevreesd. He t is vooral de 10de penning die verzet doet ontstaan. D e pogingen van Pr ins W i l l e m om met hu lp van buitenaf redding te brengen be­antwoorden niet aan hun doel. Telkens weer lopen die pogingen op teleurstelling uit.

Intussen stijgt de nood en worden velen, niet het minst door het woeden van de R a a d van beroerten, de Bloedraad geheten, genoodzaakt het vege lijf te redden door u i l te wijken naar het bui tenland, waardoor handel en verkeer nog meer gaan kwijnen. E n zo worden de kiemen gelegd voor een revolutie. D e inneming van den B r i e l door de water­geuzen op de gedenkwaardige dag van 1 apr i l 1572 is het sein voor het uitbreken van de opstand, waardoor de zaken een andere wend ing krijgen dan de Pr ins aanvankelijk had bedoeld. N i e t van buitenaf, maar van binnenuit vangt de strijd aan, die na vele jaren de bevrijding brengt.

N a den B r i e l zijn het i n Z e e l a n d V l i s s i n g e n en Veere , die het Spaanse juk afwerpen. K o r t daarop volgen i n het noorden van H o l l a n d Enkhu izen , Medembl ik , Hoorn , A l k m a a r , E d a m , M o n n i c k e n d a m en Purmerend. D a n slaat de opstand over naar het zuiden, waar Oude ­water de eerste stad is, die eveneens dit voorbeeld volgt.

Waarsch i jn l i jk omdat ook de bevrijding van G o u d a hiermede ten nauwste samenhangt geeft de Goudse historicus J . W . W^alvis van de overgang van Oudewater naar de P r ins een uitvoerige en boeiende beschrijving. *) H i j vertelt, dat op de geuzenvloot enkele geuzen uit Oudewater dienden, die het p lan opvatten hun vaderstad te verlossen. Z i j nemen daarvoor contact op met Jonkheer A d r i a e n van Swieten, een van 's Pr insen meest vertrouwde medestanders, later gouverneur van G o u d a en Le iden . H e t moeten onverschrokken kerels zijn geweest, die dit waagstuk ondernamen. Z i j zijn met h u n negenen en we l Jonk­heer van Swieten, diens knecht D i r c k V o s , S i m o n Pietersz. van V e l d e n , die de bi jnaam pater Simons draagt, omdat hij belast zou zijn geweest met de bewar ing van het Minderbroedersklooster te G o u d a , Gerri t jc van Oudewater , drie mannen de M u n t e r ook uit Oudewater en twee onbekenden. In de vroege morgen van 18 j un i vertrekken zij met een schuit van den B r i e l , varen langs Geervl ie t en Puttershoek naar Z w i j n -

1) J. W . Walvis. Beschrijving der stad Gouda, bevattende een verbaal van de stads-grondleggingen, waterstromen, de vrijheden enz., Gouda 1 7 Ï 3 -

6 0

drecht, van waarui t S imon Pietersz. een boodschap van hun aankomst doet toekomen aan een kennis, D i r k de Leeuw, te Dordrecht . Deze zendt hen een kit wi jn . N a een oponthoud van zes uur te Dordrecht, waarmee die kit wi jn mogelijk wat te maken heeft gehad, laten zij zich met een vlijboot (veerpont?) overzetten naar Papendrecht. H e t is niet onmogelijk dat de heren tijdens de overtocht wat lu idrucht ig zijn ge­weest, want vanaf een op stroom l iggend oorlogschip wordt hen toe­gevoegd, dal in Papendrecht de Pr insenvlag waait , wat als scherts moet zijn bedoeld. In twee te Papendrecht gehuurde wagens rij dl men door de Alb lasse rwaard naar N i euwpoort, waar men i n de nacht aankomt. H i e r ontstaat moeil i jkheid met een nachtwaker, die hen ontdekt en naroept, bli jkbaar met minder vriendschappelijke gevoelens. Z i j varen dan over naar Schoonhoven, doch doen de stad niet aan, maar begeven z ich naar een herberg bij de Kruispoort . O p hun weg om de stad heen moeten zij Schoonhovenaren hebben ontmoet, die zij trachten wijs te maken, dat men van Dordrecht onderweg is om hen ,,te ontzetten". D e opgewekte stemming zit er stellig nog goed i n . D e Schoonhovenaren laten z ich echter niet beetnemen en voegen hen toe „ d a t s een praatje . B i j de herberg zijn twee wagens beschikbaar. Daarmee wordt de tocht voortgezet naar Oudewater . D a a r aangekomen verdelen zij z ich in groepjes, S imon , Gerritje en nog een derde, varen de Ussel over en komen v ia de IJsselpoort in de stad, de heer V a n Swieten en Sivur t M u n t e r passeren een van de andere poorten en begeven z ich naar het huis van laatstgenoemde, de overigen, die een derde poort passeren, gaan naar de herberg de Stadsdoelen. D e waard ervan, die ook de M u n t e r heet, bijgenaamd „ d e oude , en dus met de overigen van die naam, i n familiebetrekking stond, is stellig mee i n het complot be­trokken geweest. D a t moeten nog tal van anderen, want inmiddels ver­zamelt z ich i n de D o e l e n een groep van zeventig man, bewijs dat er al eerder tussen de Oudewaterse geuzen en de bevolking contacten hebben bestaan. A l s het avond is geworden, de poorten gesloten en de sleutels op het stadhuis ter hand gesteld aan burgemeester D i r k Di rksz . , over­komt deze de schrik van zijn leven. Gerrit je stapt brutaalweg het stad­huis en de kamer van de burgemeester binnen. Bekend als hij is met de plaatselijke toestanden weet hij, dat de sleutels opgehangen worden in deze kamer aan een spijker. Z i c h niets van de ontsteltenis van de burgemeester aantrekkend steekt hij de sleutels bij z ich met de ver­k la r ing : „ m e n had daartoe last van de Stadhouder, de Pr ins van

61

Oranje , vervolgens geeft hij ze over aan de heer van Swieten. V a n dat moment af is de stad i n diens handen.

H e t slot van het verhaal van W a l v i s lu id t : „ J o n k h e e r van Swieten, dus meester van de stad, ontbood Schout, Burgemeesteren in de Doelen , opende zijn lastbrief en stilde de ontzette burgemeester D i r k D i r k s z . en genoegde de andere regeerders .

M e n ziet het gaat alles nog al gemakkelijk i n zijn werk. Stri jd behoeft niet gevoerd te worden. D a t zou misschien anders zijn geweest wanneer i n de stad een Spaanse bezetting had gelegen. Deze bezetting be­staande uit een vendel Spaanse soldaten onder de hopman Henr ico de Quesado, was echter een paar maanden vroeger naar elders vertrokken, waar A l v a als hij verneemt dat ook Oudewater i n opstand is gekomen, stellig we l spijt van zal hebben gehad.

enmeuwó

D e buitenplaatsen en bossen langs de binnenduinrand van Noord- en Zuid-Holland, een artikel door D r . H . D o i n g , i n N a t u u r en Landschap, l6e jaargang no. 4 (winter 1962/1963), handelt over de plantengroei van de binnenduinstreek i n historisch verband. W i e er niet gemakkelijk toe komt een afzonderlijke studie ter hand te nemen over het ontstaan van de oude kern van H o l l a n d en de invloed van de mens op het land­schap, v indt hier deze zaken beknopt en helder behandeld.

V a n SchoorI i n N o o r d - H o l l a n d tot Loosduinen i n Z u i d - H o l l a n d herinneren tallozen namen van landgoederen en bossen, waarui t de kastelen en bui tenhuizen helaas meestal zi jn verdwenen, aan onze middeleeuwse geschiedenis of voeren onze gedachten terug naar de glorie tijd van de Hol landsche buitenplaatsencultuur. A a n het door de auteur i n het daglicht gestelde belang van de vaak half natuurlijke, half aangelegde landschappen voor de recreatie en de natuurbescher­ming voegen wij daarom hier met nadruk de historische betekenis toe. He t bovengenoemd nummer van N a t u u r en Landschap kan worden besteld door storting van ƒ 1,— op postrekening 21048 van de St ich t ing voor N a t u u r en Landschapsbescherming te Amste rdam.

v. d. G .

D r . W . F . Lichtenauer, Het bezoek van Napoleon aan Rotterdam, 23-27 oktober t8tt. N u m m e r 18 van „ R o t e r o d a m m u m " . E e n reeks

6 2

boekjes over Rotterdam i n heden en verleden. Ui tgegeven vanwege het His tor i sch Genootschap „ R o t e r o d a m u m , een keur ig verzorgde uit­gave van N i j g h & V a n Di tmar .

D e op z i ch zelf niet bijster belangwekkende gebeurtenis wordt door de schrijver benut om er een naar mijn smaak kostelijk verhaal aan op te hangen over de levensloop van alle gauwdieven, ijveraars, hielen­likkers, soms ook nog bekwame bestuurders, die als autoriteit bij het bezoek aanwezig waren. H e t verloop van het bezoek wordt ons ge­tekend op een manier, die ons telkens even — zij het dan bescheiden — tijdens de lez ing deed lachen. E n dat is geen verdienste van ons, maar van het boekje, een verdienste, die maar aan we in ig historische ver­handelingen kan worden toegekend. Appara tuur (noten, literatuurlijst, index) naar de eis.

In dezelfde reeks verscheen: D r . M . J. Scheffer, Willem Smalt. Kruidig croniqueur. D e hoofdpersoon is een journalist uit de jaren rondom 1000 , die free-lance i n de ruimste z in van het woord meewerkte aan het Rotterdamsch N i e u w s b l a d , voornamelijk als hardhandig mu­ziekrecensent. D e onafhankelijke had meer dan tien jaar een eigen satiriek b l ad met de veelzeggende naam „ A b r a h a m P r i k k i e " . E e n ge­liefde figuur kan zo iemand niet worden, ook i n deze tijd niet. M a a r het hele optreden van Smal t was behalve voor zijn persoon, ook in zekere z i n typerend voor zijn tijd. E e n wein ig gekend aspect van onze maatschappij komt i n het geschrift van D r . Scheffer i n aangename stijl aan het daglicht. D e prijs van de boekjes: ƒ 3,go.

v. d. G .

Het Monsterse Geestfe

In het jaarverslag 1962 van het Genootschap O u d - W e s t l a n d brengt ons medelid J . Emmens verslag uit van de vondsten gedaan bij de afgraving van een terrein, dat al eeuwenlang als duinweide i n gebruik was, maar waarop i n de Midde leeuwen, ja reeds in bet begin van onze jaartelling, werd geboerd.

v. d. G .

63