Zorgplan - Het Willem de Zwijger College · 2017. 10. 2. · Zorgplan Willem de Zwijger College...

22
Zorgplan Willem de Zwijger College 2017 - 2018 Pagina 1 Zorgplan Willem de Zwijger College 2017 2018 Het Schoolondersteuningsprofiel van het Willem de Zwijger College is als bijlage aan dit Zorgplan toegevoegd. Versie 20 maart 2017

Transcript of Zorgplan - Het Willem de Zwijger College · 2017. 10. 2. · Zorgplan Willem de Zwijger College...

Page 1: Zorgplan - Het Willem de Zwijger College · 2017. 10. 2. · Zorgplan Willem de Zwijger College 2017 - 2018 Pagina 4 5. Uitgangspunten van zorg: 1. Leerlingzorg is gedeelde zorg op

Zorgplan Willem de Zwijger College 2017 - 2018 Pagina 1

Zorgplan

Willem de Zwijger College

2017 – 2018

Het Schoolondersteuningsprofiel van het Willem de Zwijger College is als bijlage aan dit Zorgplan toegevoegd.

Versie 20 maart 2017

Page 2: Zorgplan - Het Willem de Zwijger College · 2017. 10. 2. · Zorgplan Willem de Zwijger College 2017 - 2018 Pagina 4 5. Uitgangspunten van zorg: 1. Leerlingzorg is gedeelde zorg op

Zorgplan Willem de Zwijger College 2017 - 2018 Pagina 2

Inhoud

1. Voorwoord 2. Inleiding 3. Schoolvisie 4. Visie op zorg 5. Uitgangspunten van zorg 6. Zorglijnen 7. Zorgteam 8. Het Leerling Volg Systeem 9. Organigram

Bijlage 1: Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling Bijlage 1a: Inhoud en stappen van de meldcode Bijlage 1b: Lijst van bevoegdheden personeel Willem de Zwijger College Bijlage 2: Schoolondersteuningsprofiel

Page 3: Zorgplan - Het Willem de Zwijger College · 2017. 10. 2. · Zorgplan Willem de Zwijger College 2017 - 2018 Pagina 4 5. Uitgangspunten van zorg: 1. Leerlingzorg is gedeelde zorg op

Zorgplan Willem de Zwijger College 2017 - 2018 Pagina 3

1. Voorwoord Het Willem de Zwijger College is een brede openbare scholengemeenschap met vestigingen in Papendrecht en Hardinxveld-Giesendam met een kleine 1500 leerlingen. Op de hoofdvestiging in Papendrecht bestaat het onderwijsaanbod uit:

Vmbo-bbl/kbl (techniek)

Mavo

Havo

Atheneum

Gymnasium Op de vestiging Hardinxveld-Giessendam kunnen de leerlingen instromen in:

Vmbo/mavo

Havo

Atheneum De mavoleerlingen kunnen op deze vestiging hun opleiding met een diploma afsluiten, terwijl na het 3e leerjaar havo- en atheneumleerlingen doorstromen naar de hoofdvestiging in Papendrecht.

2. Inleiding Op het Willem de Zwijger College heeft elke leerling een dossier. Dit dossier begint met het aanmeldingsformulier en de ontvangen schriftelijke informatie van de basisschool. Het eind wordt, als alles naar wens verloopt, gevormd door een kopie van de lijst met examencijfers. Alle leerling informatie wordt in een digitaal dossier opgeslagen: het LVS.

3. Schoolvisie Op het Willem de Zwijger College wordt gewerkt vanuit de volgende visie:

Wij hebben zorg voor leerlingen en personeel.

Wij streven naar een zo veilig mogelijk leerklimaat.

Wij proberen het maximale uit de leerling te halen, dat wil zeggen een passend onderwijstraject met voldoende ontplooiingsmogelijkheden voor de leerling .

Wij doen recht aan verschillen en interesses van de leerling.

Wij geven de leerling voldoende bagage mee om te kunnen doorstromen naar een vervolgopleiding of de arbeidsmarkt.

Wij stimuleren naast kennis ook culturele en sportieve ontwikkeling van de leerling.

4. Visie op zorg: Aansluitend hierop wordt in dit zorgplan uitgegaan van onze visie op zorg.

De leerling moet geloof hebben of krijgen in eigen kunnen.

De leerling moet weten dat hij zelfstandig keuzes kan maken; het gevoel hebben dat hij zelf eigenaar is van zijn functioneren.

De mentor is het eerste aanspreekpunt, de spil voor de zorg van leerlingen en de klas.

De zorg staat in dienst van de ondersteuning van leerlingen in het onderwijs -en ontwikkelingsproces; de leerling staat centraal.

Alle medewerkers van de school hebben een duidelijke signaalfunctie vanuit hun eigen taakstelling.

Zorg moet bijdragen aan de ontwikkeling van de leerling, van geleid via begeleid naar zelfstandigheid van leerlingen.

Leerlingen zijn onderdeel van een gemeenschap waarin zorg voor elkaar belangrijk is.

Page 4: Zorgplan - Het Willem de Zwijger College · 2017. 10. 2. · Zorgplan Willem de Zwijger College 2017 - 2018 Pagina 4 5. Uitgangspunten van zorg: 1. Leerlingzorg is gedeelde zorg op

Zorgplan Willem de Zwijger College 2017 - 2018 Pagina 4

5. Uitgangspunten van zorg: 1. Leerlingzorg is gedeelde zorg op school - en op samenwerkingsverband

niveau. 2. Zorg wordt onderscheiden in reguliere of basiszorg 1e lijn, extra zorg 2e lijn of

specifieke zorg 3e lijn. 3. De zorg voor leerlingen richt zich op drie te onderscheiden zorgvelden,

a. leren gericht (gericht op leerresultaat) b. leren leven ( gericht op sociaal emotionele ontwikkeling) c. leren kiezen ( gericht op toekomstperspectief).

4. Zorg staat ten dienste van de ondersteuning van leerlingen in hun onderwijs - en hun ontwikkelingsproces. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de school primair een onderwijsinstelling is.

5. Zorg voor leerlingen heeft meer een preventief karakter dan een curatief accent, waarbij de docenten en mentoren een duidelijke signaalfunctie hebben.

6. Zorg moet bijdragen aan de ontwikkeling van de leerling: van geleid, naar begeleid naar zelfstandigheid.

7. Zorg wordt gezien vanuit een geïntegreerd zorgperspectief, d.w.z. dat alle medewerkers in de school: docenten, mentoren, onderwijs ondersteunend personeel en management nadrukkelijk betrokken en verantwoordelijk zijn vanuit de taakstelling voor de zorg van leerlingen.

8. De mentor is het eerste aanspreekpunt (spil) voor de zorg van leerlingen en de klas.

9. Onderwijs op maat, in de vorm van gedifferentieerd onderwijs, dient bij te dragen aan de zorg voor leerlingen. Hier hebben docenten een bijzondere taakstelling.

10. De organisatie maakt verschil tussen 1e, 2e en 3e lijn functionarissen c.q. instanties die allemaal hun eigen taakstelling hebben.

11. Onze school kent een intern zorgteam, o.l.v. de zorgcoördinator, die de zorg in brede zin initieert en coördineert. Er kan ook gebruik gemaakt worden van 3e lijn functionarissen. Het externe zorgteam komt bijeen in het OST (ondersteuningsteam. Hierin zijn de volgende organisaties vertegenwoordigd: Jeugdteam, SMW, leerplicht, schoolarts en politie.

6. Zorglijnen

De leerling kan zorgen krijgen vanuit de 1e, 2e of 3e lijnszorg. De 1e lijnfunctionaris is de mentor. Elke klas heeft een eigen mentor. Hij is in eerste instantie verantwoordelijk voor de gang van zaken binnen zijn groep. Hij ziet zijn groep als vakdocent, maar ook tijdens de mentoruren. Hij heeft als taak:

Het aanleren van studievaardigheden.

Het bevorderen van de groei van het groepsproces.

Het onderhouden van contacten met ouders/verzorgers.

Het monitoren van de leerprestaties van de leerling.

Het zorgen voor een goede/warme overdracht naar een volgende mentor.

Het bewaken van het nakomen van gemaakte afspraken.

Het aanmelden van leerlingen via aanmeldformulier in Magister, na toestemming van ouders/verzorgers.

Zorgt voor toestemming van ouders/verzorgers bij melding.

Page 5: Zorgplan - Het Willem de Zwijger College · 2017. 10. 2. · Zorgplan Willem de Zwijger College 2017 - 2018 Pagina 4 5. Uitgangspunten van zorg: 1. Leerlingzorg is gedeelde zorg op

Zorgplan Willem de Zwijger College 2017 - 2018 Pagina 5

Daar de mentor de spil is, komen de signalen van de medewerkers van de school in eerste instantie bij hem terecht. In deze fase kunnen problemen vaak nog relatief simpel worden opgelost. Bij zwaardere problemen neemt de mentor contact op met:

De zorgcoördinator

De afdelingsmanager. De afdelingsmanager is nauw betrokken bij de 1e lijnszorg. Hij is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs en de leerlingenzorg. Er is regelmatig overleg tussen de mentoren en de afdelingsmanager. De 2e lijnszorg: zorgcoördinator RT-coördinator remediaal begeleider counselor studieloopbaanbegeleider faalangsttrainer begeleider Rots en Water examenvreestrainer. Deze zorg wordt geleverd door specialisten binnen de school. Zij kunnen mentoren en vakdocenten helpen bij specifieke problemen.

De zorgcoördinator coördineert de extra zorg die de leerling nodig heeft. Een verzoek om extra hulp komt in eerste instantie via de mentor bij hem terecht.

De mentor en de afdelingsmanager vullen de daarvoor bedoelde formulieren in.

Testprofielen, toestemming ouders en dergelijke worden bijgevoegd. De zorgcoördinator ondersteunt de mentor bij het maken van

handelingsplannen of OPP Hij wordt in kennis gesteld van de evaluatie van de geleverde zorg. Hij bepaalt welke hulpverlener binnen de school wordt aangesproken

met betrekking tot een bepaald probleem. De RT-coördinator zorgt in overleg met de remediaal begeleider dat een leerling die

faciliteiten krijgt, die bij zijn/haar beperking passen. De remediaal begeleider geeft zorg aan die leerling die specifieke problemen heeft

op het gebied van taal en/of rekenen. Deze hulp kan rechtstreeks aan de leerling worden gegeven of bestaat uit tips aan de mentor of de vakdocent van de desbetreffende leerling.

De counselor begeleidt de leerling met sociaal-emotionele problemen. Dit zijn problemen, waarvan de mentor vindt dat deze zijn kennis en kunde te boven gaan. De counselor is een vertrouwenspersoon, die een luisterend oor heeft en waar vertrouwelijkheid is gewaarborgd. Anonimiteit van de leerling is verzekerd. Wanneer na een aantal gesprekken (3) blijkt dat de leerling meer zorg behoeft, wordt een extern deskundige via de zorgcoördinator ingeschakeld na toestemming van de leerling.

De studieloopbaanbegeleider is de specialist waar het gaat om begeleiding in studie -en beroepskeuze. Hij stuurt de mentor aan op het gebied van keuzebegeleiding en loopbaanoriëntatie in de meest ruime zin.

De faalangsttrainer zorgt voor een faalangstreductietraining om de leerling bewust te maken en te leren omgaan met zijn probleem. Hoewel faalangst niet kan worden weggenomen, kan het kunnen hanteren van bepaalde handvatten zeker helpen.

De anti-pestcoördinator zorgt ervoor dat er een werkbaar en gedegen pestprotocol is en dat dit nageleefd wordt. Daarnaast zorgt hij voor kennisoverdracht m.b.t. anti-pestprogramma’s en is hij vraagbaak voor medewerkers en ouders/leerlingen.

Page 6: Zorgplan - Het Willem de Zwijger College · 2017. 10. 2. · Zorgplan Willem de Zwijger College 2017 - 2018 Pagina 4 5. Uitgangspunten van zorg: 1. Leerlingzorg is gedeelde zorg op

Zorgplan Willem de Zwijger College 2017 - 2018 Pagina 6

De begeleider van Rots en Water geeft in een tiental bijeenkomsten van twee lesuren leerlingen training in:

Het herkennen en erkennen van grenzen Het aangeven van eigen grenzen Luisteren Zich beheersen.

De 3e lijnszorg: Schoolarts Schoolmaatschappelijk werk Medisch specialisten Psychologisch adviesbureau Brugfunctionaris Orthopedagoog Jeugdzorg Expertise binnen AT@VO

Leerplichtambtenaar Externe adviseurs Vertrouwenspersoon.

De school meldt een leerling in het Sociaal Team aan, van waaruit de 3e lijnszorg wordt gecoördineerd. Bovengenoemde specialisten participeren allemaal in dit team.

7. Zorgteam: Zijn de problemen van een leerling complex of uitgebreider dan de mentor kan hanteren, wordt er een zorgteam samengesteld. Dit zorgteam bestaat uit: Zorgcoördinator/ Aandachtsfunctionaris1 Afdelingsmanager/vestigingsmanager

Dienst Gezondheid & Jeugd Extern deskundige op uitnodiging, afhankelijk van de benodigde expertise.

Het Centrum voor Jeugd en Gezin zorgt voor distributie van gegevens naar desbetreffende instantie.

Het zorgteam heeft als taak de problemen van de leerling te analyseren en te bespreken met de leerling. Er kan worden besloten verder onderzoek te doen. De participanten in het zorgteam stemmen de hulp op elkaar af en schakelen via het Centrum voor Jeugd en Gezin, indien nodig, verdere zorg of een jeugdinstelling in. De mentor schrijft, met ondersteuning van de zorgcoördinator, een OPP, volgens het format van ons samenwerkingsverband, Noordelijke Drechtsteden. Hierin staat onder andere beschreven welk zorgaanbod de leerling op zijn niveau, dat van de klas en de school mag verwachten. Resultaten van de gegeven adviezen en de uitwerking ervan worden geëvalueerd. Uiteindelijk zal dit resulteren in een advies aan het management met betrekking tot het te volgen beleid. De verwijzing van een leerling naar het zorgteam gaat volgens een bepaalde procedure:

De docent signaleert een probleem bij de leerling.

Docent bespreekt dit met de mentor.

De mentor (indien hij het probleem niet zelf kan oplossen) bespreekt dit met de zorgcoördinator.

Indien de leerling niet anoniem wordt besproken in het zorgteam en er zijn externe vertegenwoordigers bij, dan regelt de zorgcoördinator vooraf toestemming van de ouders.

1 Zie bijlage

Page 7: Zorgplan - Het Willem de Zwijger College · 2017. 10. 2. · Zorgplan Willem de Zwijger College 2017 - 2018 Pagina 4 5. Uitgangspunten van zorg: 1. Leerlingzorg is gedeelde zorg op

Zorgplan Willem de Zwijger College 2017 - 2018 Pagina 7

CD

Afdelingsmanagers

Mentoren

Docenten

RT coördinator

Anti-pestcoördinator Zorgcoördinator

OST

Sociaal Team

AT&VO

Brugfunctionaris

Externe Adviseurs

medisch specialisten

Psych. adviesbureau

Orthopedagoog

Vertrouwenspersoon

Remedial Begeleider

Counselor

Studieloopbaan-begeleider

Faalangsttrainer

Rots en Water

Examenvreestrainer

BPO

Na bespreking in het zorgteam vindt een gesprek plaats met ouders en de leerling over de in het handelingsplan vastgelegde aanpak.

Indien nodig informatie naar het docententeam.

Afspraak voor evaluatiemoment per leerling.

Dit gaat via een aanmeldformulier in Magister.

8. Het Leerling Volg Systeem

Mentoren, docenten, zorgcoördinator, afdelingsmanagers vullen alle relevante informatie over de leerling in het digitale systeem in. De rechten van een docent in het LVS:

Hij kan de mentor via de memoknop een bericht sturen over een bepaalde leerling.

De kaart met foto en personalia inzien.

Het veld algemeen gebruiken om eventuele incidenten met de leerling kort te noteren. In dit veld staat ook vermeld of de leerling zorg krijgt.

Elke docent heeft in het systeem toegang tot de eigen leerlingen. De rechten van de mentor in het LVS:

Hij kan net als de docent memo’s ontvangen en versturen.

Hij heeft inzage in absentiegegevens.

Hij heeft inzage in de testgegevens.

Hij vult relevante informatie in.

Hij vult het handelingsplan in.

Hij ziet het totaalplaatje van absentie, te laat komen en de rapportcijfers. De mentor vermeldt hier ook de gemaakte afspraken en de te ondernemen acties.

De mentor heeft in het systeem toegang tot zijn mentorklas. Het is de bedoeling dat alle relevante gegevens in het digitale dossier worden gezet.

9. Organigram

Page 8: Zorgplan - Het Willem de Zwijger College · 2017. 10. 2. · Zorgplan Willem de Zwijger College 2017 - 2018 Pagina 4 5. Uitgangspunten van zorg: 1. Leerlingzorg is gedeelde zorg op

Zorgplan Willem de Zwijger College 2017 - 2018 Pagina 8

Bijlage 1: Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling

Het bevoegd gezag van het Willem de Zwijger College Overwegende Dat het Willem de Zwijger College verantwoordelijk is voor een goede kwaliteit van de dienstverlening aan zijn cliënten en dat deze verantwoordelijkheid zeker ook aan de orde is in geval van dienstverlening aan cliënten die (vermoedelijk) te maken hebben met huiselijk geweld of kindermishandeling; Dat van de beroepskrachten die werkzaam zijn bij het Willem de Zwijger College op basis van deze verantwoordelijkheid wordt verwacht dat zij in alle contacten met cliënten attent zijn op signalen die kunnen duiden op huiselijk geweld of kindermishandeling en dat zij effectief reageren op deze signalen. Dat het Willem de Zwijger College een meldcode wenst vast te stellen zodat de beroepskrachten die binnen het Willem de zwijger College werkzaam zijn weten welke stappen van hen verwacht worden bij signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling. Dat het Willem de Zwijger College in deze code ook vastlegt op welke wijze zij de beroepskrachten bij deze stappen ondersteunt. Dat onder huiselijk geweld wordt verstaan (dreigen met) geweld, op enigerlei locatie, door iemand uit huiselijke kring, waarbij onder geweld wordt verstaan; fysieke, seksuele of psychische aantasting van de persoonlijke integriteit van het slachtoffer, daaronder ook begrepen ouderenmishandeling en eergerelateerd geweld. Tot de huiselijke kring van slachtoffers behoren; (ex)partners, gezinsleden, familieleden en huisgenoten. Dat onder kindermishandeling wordt verstaan; iedere vorm van een voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, seksuele of psychische aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of van onvrijheid staat, actief op passief opdringen, waardoor ernstige schade wordt berokkend, of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel, daaronder ook begrepen eergerelateerd geweld en vrouwelijke genitale verminking. Dat onder beroepskracht in deze code wordt verstaan; de beroepskracht die voor het Willem de Zwijger College werkzaam is en die in dit verband aan cliënten van de organisatie zorg, begeleiding, onderwijs, of een andere wijze van ondersteuning biedt. Dat onder cliënt in deze code wordt verstaan; iedere persoon aan wie de beroepskracht zijn professionele diensten verleent.

Page 9: Zorgplan - Het Willem de Zwijger College · 2017. 10. 2. · Zorgplan Willem de Zwijger College 2017 - 2018 Pagina 4 5. Uitgangspunten van zorg: 1. Leerlingzorg is gedeelde zorg op

Zorgplan Willem de Zwijger College 2017 - 2018 Pagina 9

In aanmerking nemende De Wet bescherming persoonsgegevens; De Wet op de jeugdzorg; De Wet maatschappelijke ondersteuning; Het reglement privacy zoals het geldt op het Willem de Zwijger College. Stelt de volgende Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling vast.

Bijlage 1a: inhoud en stappen van de meldcode (http://vo.handelingsprotocol.nl/signaleren3) Bijlage 1b. Lijst met bevoegdheden personeel Willem de Zwijger

Bijlage 1a - inhoud en stappen van de meldcode In de meldcode worden vijf stappen beschreven:

1. In kaart brengen van de signalen 2. Collegiale consultatie 3. Gesprek met de leerling en of ouders 4. Wegen van de aard en ernst 5. Beslissen en volgen

1. In kaart brengen van de signalen Wat u moet doen:

Als zorgcoördinator of aandachtsfunctionaris kindermishandeling bent u het eerste aanspreekpunt binnen de school voor alle medewerkers die zich zorgen maken om een kind of die een vermoeden hebben van kindermishandeling of huiselijk geweld. Van u wordt gevraagd om medewerkers hierover te woord te staan en hen te ondersteunen bij het in kaart brengen van- en communiceren over de signalen / vermoedens van kindermishandeling.

Naast dat u aanspreekpunt bent voor medewerkers, kan het uiteraard ook zo zijn dat u tijdens uw eigen contacten met kinderen (of ouders) signalen van vermoedens van kindermishandeling, seksueel misbruik, verwaarlozing of huiselijk geweld opmerkt. Maak gebruik van de signalenlijst en leg uw observaties vast op papier. Omschrijf zo feitelijk mogelijk welke signalen u zijn opgevallen, en om welke specifieke situaties het gaat waar u zorgen over hebt. Als er sprake is van letsel, vermeld dan de plaats en het soort letsel.

Als zorgcoördinator coördineert u het interne zorgteam. Nadat u signalen of vermoedens van kindermishandeling of huiselijk geweld hebt opgemerkt, roept u het interne zorgteam bij elkaar. Met het interne zorgteam maakt u een actieplan.

Zorg ervoor dat - bij signalen van kindermishandeling - NIET gewacht wordt tot een later ingeplande vergadering, maar dat het interne zorgteam (desnoods in afgeslankte vorm) zo snel mogelijk bij elkaar komt.

Zie voor interne zorgteam: stap 2 collegiale consultatie. Leg alle gegevens over de signalen en over de stappen die zijn gezet nauwkeurig

vast in het leerling-dossier.

Page 10: Zorgplan - Het Willem de Zwijger College · 2017. 10. 2. · Zorgplan Willem de Zwijger College 2017 - 2018 Pagina 4 5. Uitgangspunten van zorg: 1. Leerlingzorg is gedeelde zorg op

Zorgplan Willem de Zwijger College 2017 - 2018 Pagina 10

Nadat het actieplan in gang is gezet, zorgt u ervoor dat er tijdig terugkoppeling plaatsvindt richting degene die als eerste de signalen heeft opgemerkt. Ook spreekt u met de betreffende leerkracht of andere medewerker af op welke wijze hij/zij een rol speelt in het vervolg na de signalering.

U kunt ten alle tijde contact opnemen met Veilig Thuis voor (telefonisch) advies of consult. De medewerkers van Veilig Thuis kunnen u mogelijk helpen bij het in kaart brengen of interpreteren van de signalen. Ook kunnen zij u adviseren over de te zetten stappen. Een adviesgesprek bij Veilig Thuis kan zonder de naam van het betreffende kind te noemen. U hoeft daar geen toestemming voor te hebben van kind, ouders of andere betrokkenen.

LET OP: Als een kind in acuut gevaar is, dan meld u direct bij Veilig Thuis!

Aandachtspunten bij stap 1 Signaleren :

Vaak gaan vermoedens van kindermishandeling gepaard met een 'niet-pluis' gevoel. Erken dit gevoel en benoem dit ook richting leerkrachten en andere medewerkers binnen de school die signalen kunnen hebben van kindermishandeling of huiselijk geweld. Onderbouw het 'niet-pluis' gevoel met feitelijk waargenomen gedrag van het kind of andere concrete observaties.

Houd daarbij rekening met het feit dat signalen niet altijd op kindermishandeling hoeven te wijzen. Een kind kan blauwe plekken hebben als gevolg van een ziekte of een kind kan gedrag vertonen dat het gevolg is van iets anders dan kindermishandeling. Voorzichtigheid is geboden en met name collegiale consultatie kan verhelderend werken.

Zorg vanaf het begin voor goede dossiervorming. Zie onder kopje 'dossiervorming'.

2. Collegiale consultatie Wat u moet doen:

Als zorgcoördinator of aandachtsfunctionaris kindermishandeling bent u het eerste aanspreekpunt binnen de school voor alle medewerkers die zich zorgen maken om een kind of die een vermoeden hebben van kindermishandeling of huiselijk geweld. U zorgt ervoor dat er een veilige sfeer is waarbinnen collega's u kunnen consulteren bij vermoedens van kindermishandeling of huiselijk geweld.

U neemt een signaal serieus, redeneert het niet weg, en u bent zich bewust van eigen emoties. Emoties als angst, boosheid of ongeloof worden op een professionele manier besproken en geanalyseerd in een gesprek met een medewerker / collega die bij u aanklopt.

De vraag die centraal staat in uw overleg met collega(’s) is: “is er hier sprake van een ernstig opvoedingsprobleem of kindermishandeling of is er mogelijk een ander probleem of misschien wel helemaal geen probleem?”. Het gesprek dwingt u en uw collega's om de eigen gedachten te ordenen, om de argumenten te toetsen aan een andere mening. Bij twijfels over signalen of over te zetten stappen aarzelt u niet om Veilig Thuis te bellen voor collegiaal advies.

Als zorgcoördinator coördineert u het interne zorgteam. Nadat u signalen of vermoedens van kindermishandeling of huiselijk geweld hebt opgemerkt, roept u het interne zorgteam bij elkaar. Het interne zorgteam bestaat bij de meeste VO-scholen uit: de zorgcoördinator(en), de teamleider(s), één of meerdere mentoren, de schoolmaatschappelijk werker, de schoolpsycholoog en eventueel nog andere betrokken medewerkers.

Zorg ervoor dat - bij signalen van kindermishandeling - NIET gewacht wordt tot een later ingeplande vergadering, maar dat het interne zorgteam (desnoods in afgeslankte vorm) zo snel mogelijk bij elkaar komt.

Page 11: Zorgplan - Het Willem de Zwijger College · 2017. 10. 2. · Zorgplan Willem de Zwijger College 2017 - 2018 Pagina 4 5. Uitgangspunten van zorg: 1. Leerlingzorg is gedeelde zorg op

Zorgplan Willem de Zwijger College 2017 - 2018 Pagina 11

Maak samen met het interne zorgteam een actieplan. Wat zijn de signalen? Welke informatie hebben we nodig om te kunnen beoordelen wat er aan de hand is? Hebben we nader advies nodig, bijvoorbeeld van de Jeugdarts of Veilig Thuis? Hoe en wie gaat het gesprek aan met kind en/of ouders? U kunt hierbij gebruik maken van het overlegformulier.

Betrek in het interne overleg ook de mentoren van eventuele broertjes en zusjes en degene die voorheen de mentor was van het kind. Een belangrijk signaal is een plotselinge verandering van gedrag van het kind.

Leg gezamenlijk een stappenplan vast met een heldere taakverdeling.

Breng de directie op de hoogte (of betrek hen in) de signalen en het stappenplan.

Zorg ervoor dat datgene wat er tijdens het interne overleg afgesproken is nauwkeurig wordt vastgelegd in het leerlingendossier. Leg vast welke signalen/zorgen zijn opgemerkt en besproken, evenals (de uitkomsten van) de gesprekken die over de signalen gevoerd zijn, de stappen die gezet zijn en de besluiten die genomen zijn. Ook de gegevens die de signalen weerspreken worden vastgelegd.

Als zorgcoördinator bent u er verantwoordelijk voor dat de afspraken uit het stappenplan worden nagekomen en dat er daadwerkelijk actie ondernomen wordt.

U kunt ten alle tijde Veilig Thuis bellen om advies of consult te vragen. Daarbij hoeven namen van kind en of ouders niet genoemd te worden.

LET OP: Als een kind in acuut gevaar is, dan meldt u direct bij Veilig Thuis! Aandachtspunten bij stap 2 Collegiale Consultatie: In dit protocol is de zorgcoördinator of aandachtsfunctionaris kindermishandeling de centrale persoon wat betreft vermoedens van kindermishandeling of huiselijk geweld. Hij / zij is verantwoordelijk voor het uitzoeken van vermoedens van kindermishandeling, het in gang (laten) zetten van hulp en waar nodig bescherming.

3. Gesprek met de leerling en of ouders Wat u moet doen:

Na overleg tussen de medewerker die zorgen heeft geuit / signalen heeft opgemerkt en de zorgcoördinator, of na overleg met collega's in het interne zorgteam, kan besloten worden dat er eerst een gesprek plaatsvindt met het betreffende kind en/of de ouders van het kind.

In sommige situaties is het wenselijk dat de mentor of (vak)leerkracht dit gesprek met het kind aangaat. Soms zal het de voorkeur hebben dat zo’n gesprek door de zorgcoördinator, de schoolmaatschappelijk werker of de jeugdarts/verpleegkundige wordt gevoerd. Of u voert het gesprek samen met één van de genoemde medewerkers.

Ook kan het zo zijn dat u besluit om (samen met de mentor/leerkracht) direct met de ouders in gesprek te gaan over de signalen/zorgen die u - samen met uw collega's - in het zorgteam hebt besproken. Het kan ook wenselijk zijn om dit oudergesprek samen met de schoolmaatschappelijk werker of de jeugdarts te voeren.

U zorgt ervoor dat u als zorgcoördinator een goede terugkoppeling geeft aan de mentor of (vak)leerkracht (en eventueel andere betrokkenen) nadat u met het kind of de ouders hebt gesproken.

U zorgt ervoor dat een verslag van het gesprek en de afspraken die zijn gemaakt (met kind / ouders) goed vastgelegd worden in het leerlingdossier.

Van belang is dat u van tevoren (samen met uw collega's) voor uzelf vastlegt wat het doel is van het gesprek met het kind of de ouder(s). Stel gezamenlijk vast op basis van welke (concrete) zorgen en signalen u het gesprek voert en welke insteek u kiest.

Page 12: Zorgplan - Het Willem de Zwijger College · 2017. 10. 2. · Zorgplan Willem de Zwijger College 2017 - 2018 Pagina 4 5. Uitgangspunten van zorg: 1. Leerlingzorg is gedeelde zorg op

Zorgplan Willem de Zwijger College 2017 - 2018 Pagina 12

4. Wegen van de aard en ernst

Wat u moet doen: Na de eerste drie stappen beschikt u al over redelijk veel informatie: de beschrijving van de

signalen die zijn vastgelegd, de uitkomsten van het gesprek met de ouders en/of het kind en het advies van deskundigen.

Op basis van al deze informatie dient u nu een weging (inschatting) te maken, waarbij de volgende vragen leidend zijn:

1. In hoeverre is de veiligheid van het kind in het geding? 2. Hoe schat u de risico's in op kindermishandeling / huiselijk geweld? 3. Wat is uw inschatting van de aard en ernst van de problematiek? 4. Is het nodig om een melding te doen bij Veilig Thuis? 5. Is het nodig om andere vormen van hulpverlening in gang te zetten? 6. In hoeverre zijn de ouders en het kind gemotiveerd om hulp te accepteren? Eventuele ervaringen met broertjes of zusjes dienen ook in de weging te

worden meegenomen. Bij bovenstaande weging kan ook het (externe) Zorg Advies Team (of Zorgbreedte Overleg)

worden ingeschakeld. Bij twijfel kunt u ten alle tijde contact opnemen met Veilig Thuis om advies of consult te

vragen. Daarbij hoeft u de naam van het kind (gezin) niet te noemen. Aandachtspunten bij stap 4 Wegen:

Beschikt uw organisatie of beroepsgroep over een risicotaxatie - instrument, dan wordt dit instrument bij de weging meegenomen. Risicotaxatie- instrumenten zijn bijvoorbeeld: DMO, Lirik , Care.

Het Balansmodel laat zien wat de belastende en wat de beschermende factoren zijn. Bij de weging van de ernst van de situatie kan dit als hulpmiddel worden gebruikt.

5. Beslissen en volgen Wat u moet doen: Op basis van de weging komt u tot een besluit: hulp organiseren of melden.

Hulp organiseren en de effecten volgen Als de ouder erkent dat er een probleem is en graag hulp wil ontvangen, zal de

zorgcoördinator of schoolmaatschappelijk werker de ouders en het kind goed moeten doorverwijzen. Dat kan in overleg met de wijkwelzijnsorganisatie (maatschappelijk werk), de Jeugdgezondheidszorg (schoolarts) of door rechtstreeks contact op te nemen met Bureau Jeugdzorg of een andere relevante instantie.

Kondig aan in uw gesprek met de organisatie voor maatschappelijk werk, met Bureau Jeugdzorg of een andere hulpverlenende instantie dat u de ouders en het kind gaat doorverwijzen. Check na één of twee weken bij de hulpverlenende organisatie of de ouders ook daadwerkelijk hulp hebben gezocht.

Leg de afspraken omtrent doorverwijzing naar de hulpverlenende organisatie vast in het leerlingendossier.

Nadat u ervoor gezorgd heeft dat de ouders en het kind zijn doorverwezen naar een hulpverlenende instantie, blijft u het kind volgen.

Wanneer u zorgen blijft houden of wanneer er zich opnieuw signalen van kindermishandeling / huiselijk geweld voordoen, dan komt u opnieuw in actie. Kijk welke afspraken eerder zijn gemaakt en check of deze zijn nagekomen en wat de resultaten daarvan zijn geweest. Indien de zorgen / signalen blijven: bespreek dit in het interne zorgteam en overweeg een melding bij veilig Thuis.

Page 13: Zorgplan - Het Willem de Zwijger College · 2017. 10. 2. · Zorgplan Willem de Zwijger College 2017 - 2018 Pagina 4 5. Uitgangspunten van zorg: 1. Leerlingzorg is gedeelde zorg op

Zorgplan Willem de Zwijger College 2017 - 2018 Pagina 13

Melden en de effecten volgen Wanneer de (reeds bestaande) hulp niet voldoende blijkt te zijn, of wanneer er alsnog

een vermoeden van kindermishandeling of huiselijk geweld blijft bestaan, dan bespreekt u dit met de ouders en/of het kind. U geeft aan dat uw zorgen blijven bestaan en u kondigt aan dat u een melding gaat doen.

U doet een melding bij Veilig Thuis. Bij Veilig Thuis kan dit telefonisch of schriftelijk met een meldingsformulier.

Wanneer ouders hulp weigeren en er is een vermoeden van kindermishandeling of huiselijk geweld dan doet u een melding bij Veilig Thuis.

Leg de gegevens over uw melding bij Veilig Thuis vast in het leerlingendossier. Als het goed is neemt Veilig Thuis na enige tijd contact met u op om u te laten weten

welke actie er door veilig Thuis is genomen en welke afspraken er zijn gemaakt. Indien u geen terugkoppeling krijgt van Veilig Thuis kunt u ook zelf contact met hen opnemen.

Nadat u gemeld heeft, blijft u het kind volgen. Wanneer u zorgen blijft houden of wanneer er zich opnieuw signalen van

kindermishandeling / huiselijk geweld voordoen, dan komt u opnieuw in actie. Neem z.s.m. contact op met Veilig Thuis en bespreek met hen dat u (nog altijd / opnieuw) signalen opmerkt. Dit kan tot een tweede melding leiden, waarbij veilig Thuis opnieuw de verantwoordelijkheid heeft om de zaak te onderzoeken. Bij verhuizing van gezin / kind naar een andere woonplaats en school:

Bij verhuizing van een leerling (over wie bij de school zorgen/vermoedens bestaan van kindermishandeling) wordt contact opgenomen met de nieuwe school van het kind. Met de zorgcoördinator van de nieuwe school worden de zorgen besproken. Het stappenplan van het protocol wordt binnen de nieuwe school opnieuw in werking gezet.

Page 14: Zorgplan - Het Willem de Zwijger College · 2017. 10. 2. · Zorgplan Willem de Zwijger College 2017 - 2018 Pagina 4 5. Uitgangspunten van zorg: 1. Leerlingzorg is gedeelde zorg op

Zorgplan Willem de Zwijger College 2017 - 2018 Pagina 14

Bijlage 1b - Lijst met bevoegdheden personeel Willem de Zwijger

1. Onderwijs Ondersteunend Personeel

Dat betekent dat u een signaleringsverantwoordelijkheid heeft. Signalering van kindermishandeling als grondhouding: dit hoort bij uw beroep! De stappen van het handelingsprotocol gaan in vanaf het moment dat er signalen zijn. Signaleren wordt gezien als een belangrijk onderdeel van de beroepshouding van alle beroepskrachten die binnen de school werkzaam zijn. Zo bezien is signalering geen stap in het stappenplan, maar een grondhouding die in ieder contact met kinderen / leerlingen wordt verondersteld. De stappen in het handelingsprotocol wijzen u de weg als u meent dat er signalen zijn van huiselijk geweld of van kindermishandeling. De signalering wordt gemeld bij de Afdelingsmanagers.

2. Docent – Mentor – Counselor – Rebound – Decaan - Intern begeleider.

Dat betekent dat u een signalerings- en bespreekverantwoordelijkheid hebt. Signalering van kindermishandeling als grondhouding: De stappen van het handelingsprotocol gaan in op het proces vanaf het moment dat

er signalen zijn. Signaleren wordt gezien als een belangrijk onderdeel van de beroepshouding van alle beroepskrachten die binnen het voortgezet onderwijs werkzaam zijn. Zo bezien is signalering geen stap in het stappenplan, maar een grondhouding die in ieder contact met kinderen en jongeren wordt verondersteld. De stappen in het handelingsprotocol wijzen u de weg als u meent dat er signalen zijn van huiselijk geweld of van kindermishandeling.

Het communiceren over/bij vermoedens van kindermishandeling: Bij uw beroepsprofiel hoort - naast signalering - ook de verantwoordelijkheid om

vermoedens van kindermishandeling of huiselijk geweld met ouders en kinderen bespreekbaar te maken. Dit houdt in dat u uw vermoedens en signalen bespreekt met het interne (zorg)team binnen de school, dat u overlegt met (één of meer) deskundige collega's en/of dat u collegiaal advies vraagt bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling. Na overleg met uw collega's/team kan besloten worden dat u zelf (of iemand anders of samen) het gesprek aangaat met het kind en zijn/haar ouders, waarbij u uw zorgen bespreekbaar maakt.

Bestuur - Centrale Directie – Afdelingsmanager - School Maatschappelijk Werk – Schoolarts - Aandacht Functionaris - Zorgcoördinator

Dat betekent dat u een signalerings-, bespreek- en handelings-verantwoordelijkheid hebt.

Signalering van kindermishandeling als grondhouding: De stappen van het handelingsprotocol gaan in op het proces vanaf het moment dat

er signalen zijn. Signaleren wordt gezien als een belangrijk onderdeel van de beroepshouding van alle beroepskrachten die binnen het voortgezet onderwijs werkzaam zijn. Zo bezien is signalering geen stap in het stappenplan, maar een grondhouding die in ieder contact met kinderen en jongeren wordt verondersteld. De stappen in het handelingsprotocol wijzen u de weg als u meent dat er signalen zijn van huiselijk geweld of van kindermishandeling.

Het communiceren en handelen bij vermoedens van kindermishandeling:

Page 15: Zorgplan - Het Willem de Zwijger College · 2017. 10. 2. · Zorgplan Willem de Zwijger College 2017 - 2018 Pagina 4 5. Uitgangspunten van zorg: 1. Leerlingzorg is gedeelde zorg op

Zorgplan Willem de Zwijger College 2017 - 2018 Pagina 15

Bij uw beroepsprofiel hoort - naast signalering - ook de verantwoordelijkheid om vermoedens van kindermishandeling of huiselijk geweld met ouders en kinderen bespreekbaar te maken. Daarnaast wordt van u verwacht dat u hulpverlening in gang zet (of laat zetten) en waar nodig bescherming. Ook maakt u met beroepskrachten binnen en buiten de school afspraken over de onderlinge taakverdeling. Als zorgcoördinator of aandachtsfunctionaris kindermishandeling bent u verantwoordelijk voor de coördinatie van het interne teamoverleg. Als lid van de directie of het bestuur bent u verantwoordelijk voor het beleid, de (interne) organisatie en het creëren van de benodigde randvoorwaarden.

Page 16: Zorgplan - Het Willem de Zwijger College · 2017. 10. 2. · Zorgplan Willem de Zwijger College 2017 - 2018 Pagina 4 5. Uitgangspunten van zorg: 1. Leerlingzorg is gedeelde zorg op

Zorgplan Willem de Zwijger College 2017 - 2018 Pagina 16

Bijlage 2:

Schoolondersteuningsprofiel van het Willem de Zwijger College

Het verzorgen van een dekkend aanbod van onderwijsondersteuning in de regio voor alle

leerlingen is de kern van Passend Onderwijs. Hierbij is het streven dat leerlingen - al dan niet

met extra ondersteuning - een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doormaken. De

mogelijkheden, de onderwijsbehoeften en het ontwikkelperspectief van de leerling staan

hierbij centraal. Handelingsgericht kijken, denken en werken vormt hiervan de basis: Wat

heeft de leerling nodig? Hoe kan dat worden georganiseerd? Wie zijn daarvoor nodig?

De wet Passend Onderwijs onderscheidt twee verplichte documenten: het

ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband en het ondersteuningsprofiel van de

scholen. In het ondersteuningsplan stelt het samenwerkingsverband een niveau van

basisondersteuning vast, zodat ouders weten wat zij ten minste van iedere school in de regio

mogen verwachten. In het schoolondersteuningsprofiel staat een beschrijving van de

voorzieningen die daarnaast op elke school zijn getroffen voor leerlingen die extra

ondersteuning behoeven.

Het schoolondersteuningsprofiel geeft informatie over:

- Adres- en contactgegevens.

- De visie op het pedagogisch didactisch klimaat.

- Samenwerking met ouders en informatie naar de ouders bij zorgtoewijzing.

- Zorg voor een veilig schoolklimaat, zowel voor leerlingen als voor medewerkers.

- (Ortho)pedagogische en/of orthodidactische programma’s en methodieken, die

gericht zijn op sociale veiligheid en cognitieve ontwikkeling en ondersteuning.

- Preventieve ondersteuning en curatieve zorg die de school (samen met

ketenpartners) kan bieden.

- Differentiatie.

- Wijze van overdracht.

- Registratie in een leerlingvolgsysteem.

- Fysieke toegankelijkheid van schoolgebouwen, aangepaste werk- en

instructieruimtes.

- Een protocol voor verpleegkundige en medische handelingen.

- De arrangementen. Er zijn drie arrangementen. Arrangement GOAL! wordt

bovenschools aangeboden. De arrangementen ‘op maat’ en ambulante begeleiding

worden in de school uitgevoerd.

Een aantal paragrafen wordt afgesloten met de vermelding van activiteiten die nog in

ontwikkeling zijn.

Page 17: Zorgplan - Het Willem de Zwijger College · 2017. 10. 2. · Zorgplan Willem de Zwijger College 2017 - 2018 Pagina 4 5. Uitgangspunten van zorg: 1. Leerlingzorg is gedeelde zorg op

Zorgplan Willem de Zwijger College 2017 - 2018 Pagina 17

1. Adres- en contactgegevens

Naam school: Willem de Zwijger College

Adres: Hoofdvestiging: Van der Palmstraat 2

3351 HA Papendrecht

078 – 641 79 70

Nevenvestiging:

Bellefleur 4,

3371 NA Hardinxveld-Giessendam

0184 – 613 711.

E-mail: [email protected]

Website: wdezwijger.nl

Onderwijstype: vmbo, mavo, havo, atheneum en gymnasium

Aantal leerlingen: ruim 1250 (Papendrecht) en ca. 220 (Hardinxveld)

2. Visie op het pedagogisch-didactisch klimaat

Het Willem de Zwijger College is een openbare school, waar in het onderwijs aandacht wordt

besteed aan de verschillende culturen, waarden en opvattingen. Openheid, toegankelijkheid,

respect voor elkaar en gelijkwaardigheid zijn sleutelbegrippen.

De school stimuleert door opleiding en sociaal-culturele vorming de leerlingen zich

persoonlijk te ontwikkelen, zodat zij:

met voldoende kennis, inzicht en vaardigheden kunnen doorstromen naar

vervolgonderwijs of werk;

zelfstandig, actief en kritisch in de maatschappij leren staan;

met respect voor de medemens leren deelnemen aan het maatschappelijk leven.

Het Willem de Zwijger College bezit een krachtig profiel als “kansenschool”. Het aspect

kansenschool wordt, naast de structuur van de brugklassen, het aanbod van vakken en

buitenschoolse activiteiten, met name op pedagogisch gebied ingevuld: medewerkers en

leerlingen zijn gemotiveerd het beste uit zichzelf te halen en stimuleren elkaar hierbij.

3. Samenwerking met ouders en informatie naar de ouders bij zorgtoewijzing

Basisondersteuning SWV Noordelijke Drechtsteden:

Er is sprake van educatief partnerschap met ouders. Ouders worden vroegtijdig betrokken na

signalering en bij interventies. Ouders hebben ook informatieplicht; zij weten, bijv. uit de

schoolgids, wat van hen verwacht wordt op het gebied van informatieverstrekking naar de

school. Het uitgangspunt hierbij is dat er sprake is van een gelijkwaardige relatie tussen

ouders en school, met waardering voor elkaars deskundigheid.

Daarnaast bieden wij:

- De school betrekt ouders bij het opstellen van een ontwikkelingsperspectief van de

leerlingen die structureel extra ondersteuning nodig hebben.

Page 18: Zorgplan - Het Willem de Zwijger College · 2017. 10. 2. · Zorgplan Willem de Zwijger College 2017 - 2018 Pagina 4 5. Uitgangspunten van zorg: 1. Leerlingzorg is gedeelde zorg op

Zorgplan Willem de Zwijger College 2017 - 2018 Pagina 18

- Een beschrijving in het schoolplan van wat de ouders van de school mogen

verwachten.

- Een beschrijving in het schoolplan van wat de school van ouders verwacht.

- Een actief mentoraat

In ontwikkeling:

- Een meer proactief mentoraat.

4. Zorg voor een veilig schoolklimaat, zowel voor leerlingen als voor medewerkers

Basisondersteuning SWV Noordelijke Drechtsteden:

De school waarborgt actief een sociaal en veilig klimaat. Daartoe zijn ten minste aanwezig:

een verzuimprotocol, pestprotocol, vertrouwenspersoon, convenant veilige en leefbare

school en meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld.

Daarnaast bieden wij:

- Gedragsafspraken voor de leerlingen.

- Gedragsafspraken voor de medewerkers.

- Een integraal (op elkaar afgestemd) verzuim-, veiligheids- en ondersteuningsbeleid.

- Een alcohol- en rookvrije school.

In ontwikkeling:

- Een gezonde (voeding) school.

5. (Ortho)pedagogische en/of orthodidactische programma’s en methodieken, die

gericht zijn op sociale veiligheid en cognitieve ontwikkeling en ondersteuning

Basisondersteuning SWV Noordelijke Drechtsteden:

Er zijn aangepaste methoden en materialen beschikbaar gericht op zowel leren als gedrag.

Zo is er voor leerlingen die dit nodig hebben sociale vaardigheidstraining of

faalangstreductietraining beschikbaar.

Daarnaast bieden wij:

- Afspraken over de lesstructuur en het klassenmanagement.

- De school heeft rollen en verantwoordelijkheden van interne ondersteuners

vastgelegd.

- De medewerkers kunnen ondersteuningsvragen vroegtijdig signaleren.

- Ontwikkelingsperspectieven voor leerlingen met een structurele

ondersteuningsvraag.

- Expertise (kennis en aanpak) m.b.t. AD(H)D / ASS / psychiatrische problematiek.

- Teamaanpak op gedrag in de klassensituatie.

- Elke leerling heeft een eigen eerste aanspreekpunt (mentor).

- Vertrouwenspersonen.

- Keuzebegeleiding.

- Praktische sectororiëntatie voor leerlingen in leerjaar 2.

- Huiswerkbegeleiding.

Page 19: Zorgplan - Het Willem de Zwijger College · 2017. 10. 2. · Zorgplan Willem de Zwijger College 2017 - 2018 Pagina 4 5. Uitgangspunten van zorg: 1. Leerlingzorg is gedeelde zorg op

Zorgplan Willem de Zwijger College 2017 - 2018 Pagina 19

- Studievaardigheden voor leerlingen.

- Mentoruur voor klassikale of individuele gesprekken met aandacht voor sociaal-

emotionele vaardigheden.

- Ondersteuningslessen voor extra hulp vakdocent

- Examenvreestraining.

- Remedial teaching in alle leerjaren.

- Dyslexiebeleidsplan.

- Dyslexiescreening.

- Overleg dyslexie ouders en leerlingen.

- Aandacht voor sociaal-emotionele vaardigheden.

- Met leerlingen werken aan een veilig groepsklimaat.

- Rots en watertraining.

- Kanjertraining.

- Rouwverwerking.

- Mediation.

Overig eigen aanbod:

- Faalangstscreening en faalangsttraining.

- Stimulering van excellente leerlingen.

In ontwikkeling:

- Dyscalculiescreening.

- Dyscalculieprotocol.

6. Preventieve ondersteuning en curatieve zorg die de school (samen met

ketenpartners) kan bieden

Basisondersteuning SWV Noordelijke Drechtsteden:

De school geeft (samen met ketenpartners) inhoud aan preventieve en curatieve

ondersteuning door middel van interventies van schoolmaatschappelijk werk, een integrale

aanpak ziekteverzuim en een adequate communicatie met de leerplichtambtenaar en

uitvoering van het regionaal verzuimprotocol

De zorgcoördinator coördineert bovenstaande en andere activiteiten. De school neemt deel

aan een met de ketenpartners gevormd multidisciplinair overleg (ZAT). Hierin wordt

handelingsgericht samengewerkt met als doel passende, uitdagende en perspectiefrijke

schoolloopbaan voor alle leerlingen van het samenwerkingsverband.

Daarnaast bieden wij:

- Een orthopedagoog.

- Een counselor.

- Schoolmaatschappelijk werk.

- Een intern begeleidingsteam.

- Samenwerking met het centrum voor jeugd en gezin.

- Samenwerking met onderwijsopvangvoorzieningen GOAL!

- Samenwerking met het schoolloopbaanteam.

- Privacyreglement OST

- Protocol OST

Page 20: Zorgplan - Het Willem de Zwijger College · 2017. 10. 2. · Zorgplan Willem de Zwijger College 2017 - 2018 Pagina 4 5. Uitgangspunten van zorg: 1. Leerlingzorg is gedeelde zorg op

Zorgplan Willem de Zwijger College 2017 - 2018 Pagina 20

- De school evalueert jaarlijks met de ketenpartners de inzet en opbrengst van de

ondersteuning en begeleiding en het overleg.

- Gespecialiseerde ondersteuning op het gebied van schoolse vaardigheden/

werkhouding, gedragen sociaal-emotionele ontwikkeling.

7. Differentiatie

Basisondersteuning SWV Noordelijke Drechtsteden:

Docenten voldoen aan de competenties die onder verantwoordelijkheid van de overheid voor

leraren zijn vastgesteld.

Docenten maken n.a.v. de onderwijsbehoeften van de leerling zo nodig aanpassingen in hun

lessen op het gebied van o.a.:

- Verschillende leerstijlen.

- Meer of minder dan gemiddelde cognitieve mogelijkheden.

- Specifieke psychologische of sociaal-emotionele kenmerken.

- Dyslexie: de school heeft passende materialen en methodieken voor leerlingen met

dyslexie. In het dyslexieprotocol is opgenomen hoe gesignaleerd en gediagnosticeerd

wordt en tevens hoe wordt omgegaan met leerlingen met vastgestelde dyslexie.

Daarnaast bieden wij:

- Deskundigheidsbevordering aan docenten.

- Hulplessen / remedial teaching.

- Faciliteitenkaarten en daar waar mogelijk voorgelezen proefwerken.

- Een methode onafhankelijk toetssysteem waarmee kan worden vastgesteld – in

vergelijking met landelijke gegevens – op welke gebieden een leerling extra

ondersteuning nodig heeft).

8. Wijze van overdracht

Basisondersteuning SWV Noordelijke Drechtsteden:

Bij leerlingen met extra onderwijs- of ondersteuningsbehoefte en bij afstromende leerlingen

vindt altijd een “warme” (=uitgebreide mondelinge) overdracht plaats. Hierbij gaat het om

doorlopende leer- en zorglijnen, waarbij voor een aantal leerlingen sprake is van

ontwikkelingsperspectief.

Het betreft zowel de overstap van primair onderwijs naar voortgezet onderwijs, de overstap

van vo-vo, vo – vso, vso – vo school en de doorstroom naar het mbo, hbo en wo.

Onderwijs- en ondersteuningsbehoeften worden in kaart gebracht en vastgelegd op basis

van schriftelijke informatie bij de aanmelding, aangevuld met mondelinge informatie bij de

warme overdracht en informatie van ouders.

Daarnaast bieden wij:

- Ouders worden tijdig betrokken bij de overdracht van leerlingen.

- Meedraaien voor leerlingen uit groep 8 van het primair onderwijs.

- Overleg tussen po en vo over vorderingen oud-leerlingen.

- Inzicht in de digitale overdracht tussen het Willem de Zwijger College en het MBO.

Page 21: Zorgplan - Het Willem de Zwijger College · 2017. 10. 2. · Zorgplan Willem de Zwijger College 2017 - 2018 Pagina 4 5. Uitgangspunten van zorg: 1. Leerlingzorg is gedeelde zorg op

Zorgplan Willem de Zwijger College 2017 - 2018 Pagina 21

9. Registratie in een leerlingvolgsysteem

Basisondersteuning SWV Noordelijke Drechtsteden:

De school beschikt over een beveiligd digitaal systeem, waarin gegevens over de leerlingen

beschikbaar zijn voor de medewerkers en (deels) voor de ouders. Het is een middel dat

wordt ingezet om het handelingsgericht werken te ondersteunen, met als functies

dossieropbouw en communicatie. In het leerlingvolgsysteem worden de onderwijs- en

ondersteuningsbehoefte, ontwikkeling en vorderingen van de leerling, interventies en

geboden ondersteuning, verzuim en incidenten en samenwerking met ouders vastgelegd.

Docenten en andere professionals zorgen dat zij bekend zijn met de inhoud van het

leerlingvolgsysteem.

De school registreert de resultaten van ingezette acties en beoordeelt de effectiviteit en het

rendement ervan.

Met behulp van het leerlingvolgsysteem worden systematisch de uitstroom- en

afstroomgegevens van de school bijgehouden.

Daarnaast bieden wij:

- (Digitale) inzage in het leerlingvolgsysteem voor ouders/verzorgers.

- Groepsoverzichten die voor alle lesgevende docenten per klas beschikbaar zijn.

10. Fysieke toegankelijkheid van schoolgebouwen, aangepaste werk- en

instructieruimtes

Basisondersteuning SWV Noordelijke Drechtsteden:

Er zijn onderwijsprogramma’s die waar nodig zijn afgestemd op leerlingen met fysieke

beperkingen en langdurig zieke leerlingen, bijv. aangepaste roosters en het thuis aanleveren

van werk.

Daarnaast bieden wij:

- Rolstoeltoegankelijkheid.

- Invalidentoilet.

- Lift.

- Digitale leeromgeving.

11. Een protocol voor verpleegkundige en medische handelingen

Basisondersteuning SWV Noordelijke Drechtsteden:

Er is vastgelegd welke verpleegkundige en medische handelingen mogelijk en onmogelijk

zijn, bijv. medicijnverstrekking, diabetesinjecties. Het gebruik van een laptop is toegestaan

mits er een verklaring van een deskundige overlegd kan worden.

Daarnaast bieden wij:

- Ondersteuning aan leerlingen met een chronische ziekte.

- Ondersteuning aan leerlingen met beperkt zicht.

- Ondersteuning aan leerlingen met beperkt gehoor.

- Ondersteuning aan leerlingen met beperkte motoriek/ fysieke ontwikkeling.

Page 22: Zorgplan - Het Willem de Zwijger College · 2017. 10. 2. · Zorgplan Willem de Zwijger College 2017 - 2018 Pagina 4 5. Uitgangspunten van zorg: 1. Leerlingzorg is gedeelde zorg op

Zorgplan Willem de Zwijger College 2017 - 2018 Pagina 22

12. Arrangementen

Arrangement GOAL!

In onderwijsopvangvoorziening GOAL! worden de leerlingen aan de hand van een

handelingsplan voorbereid op hun terugkeer naar het regulier onderwijs. De reguliere school

van herkomst, of zo nodig een andere school, wordt begeleid bij de voorbereiding op de

(terug)komst van de leerling. Het arrangement is niet bedoeld als ‘voorportaal’ naar het

voortgezet speciaal onderwijs. Voorbeelden in de huidige ondersteuningsstructuur: Rebound,

Herstart en Op de Rails.

Arrangement ‘op maat’.

Dit arrangement geeft de school de mogelijkheid tot het bieden van extra structuur,

begeleiding, ondersteuning, enz., voor leerlingen die de basis- en basisplus ondersteuning te

boven gaat. Dit arrangement kennen we nu in de uitwerking van de rugzak voor leerlingen

met een gediagnosticeerde stoornis. De behoefte aan extra ondersteuning voor deze

specifieke doelgroep zal voor een aantal leerlingen zeker blijven. Daarnaast kan het

arrangement ‘op maat’ worden ingezet met leerlingen met een multi-problematiek. Dit

arrangement kan zowel individueel als gebundeld worden ingezet.

Arrangement Ambulante Begeleiding.

De uren van de BPO ‘er (Begeleider passend Onderwijs) zijn met ingang van het schooljaar

2015 – 2016 gekoppeld aan de indicaties. De activiteiten van de ambulant begeleiders zullen

zich geleidelijk verbreden. Dat betekent dat niet alleen de leerlingen in beeld zijn, maar ook

de docenten ondersteund zullen worden.

Daarnaast spelen de ambulant begeleiders ook een belangrijke rol in het onderhouden van

de contacten met de ouders van de leerlingen met een rugzak of arrangement.

. * * * * * * * * * * *