Zonder digibord ben je hopeloos ouderwets, lijkt het

1

description

NRC 19/11/09

Transcript of Zonder digibord ben je hopeloos ouderwets, lijkt het

  • NRC HandelsbladDonderdag 19 november 200914 Economie

    Het digitaleschoolbord israzend populair.Klassikaalonderwijs isdaarmee terug.Een groeimarkt.

    O n d e r w ij s

    Zonder digibord ben je hopeloos ouderwets, lijkt het

    Door Harm Hoksbergen

    Schoolkrijtjes gebruikt MyrkeMetaal niet meer. Reken-sommen worden in haar klasmet een digitale pen op een digi-taal schoolbord geschreven. Me-taal, lerares aan de jenaplanschoolWittevrouwen in Utrecht, kan meteen digitaal schoolbord interactieflesgeven. Tijdens de biologieleseen plaatje laten zien van een ze-bra of met Google Earth ergenseen plek op aarde opzoeken kan al-lemaal in een handomdraai. Eendigitaal schoolbord maakt de lesvoor de leerlingen stukken aan-t r e k k e l ij k e r , vindt Metaal.

    Het gaat razendsnel. Twee jaargeleden beschikte 10 procent vande basisscholen in Nederland overeen digibord, dit jaar al 67 pro-cent. Nog twee jaar verder, en allescholen hebben het, voorspeltKennisnet, de ICT-ondersteu-ningsorganisatie in het onderwijs.In het voortgezet onderwijs be-schikt nu al 93 procent van allescholen over minstens n digi-bord.

    Wat zijn de voordelen? De les-stof wordt beter overgebracht bijleerlingen die auditief of visueelzijn ingesteld, zegt Wichert Eike-lenboom, directeur van het scho-lensamenwerkingsverband BKBin Leusden. Leraren vinden dateen digibord de les verrijkt en henwerk uit handen neemt. Vroegermoest zij voor een dictee of reken-les alles op het bord schrijven. Nukan ik een kant-en-klaarprogram-ma downloaden, of zelf iets makenen dat een jaar later weer gebrui-ken, zegt lerares Metaal.

    Het voordeel van het digibord ishet gebruiksgemak. Afhankelijkvan het soort bord kan het schermeenvoudig bediend worden meteen speciale pen of met de hand.Eikelenboom adviseert de dertienbasisscholen van het scholensa-menwerkingsverband in hetUtrechtse Leusden over de aan-schaf van een digitaal schoolbord.Is het duur? Ja. Een krijtbord kostrond de duizend euro en gaattwintig jaar mee, een digitaal bordgaat vijftien jaar mee en kost drieof vier keer zoveel, zegt hij. Daar-naast zijn er extra onderhoudskos-ten. Doordat de zogehetenbeamerlampen voor het digibordintensief worden gebruikt gaat diegemiddeld twee jaar mee. En eennieuwe lamp kost al snel tweehon-derd euro. Toch hangen op bijnaalle basisscholen in Leusden digi-borden voor de klas.

    Wie zijn de leveranciers? Degrootste leveranciers komen uit

    het buitenland en bedienen viaNederlandse agentschappen deonderwijsmarkt. Het CanadeseSMART Board en het Engelse AC-TIVboard zijn de grootste spelers.Maar ook Nederlandse bedrijvenpikken met hun merken eengraantje mee zoals het HD-bordvan Heutink ICT en het Focus-board van het Smit Visual Sup-p l i e s.

    Hoewel de onderzoeks- en ont-wikkelingskosten hoog zijn, is heteen lucratieve markt. Niet alleende verkoop van digiborden (groei-markt) maar ook de verkoop vanaccessoires en onderhoudscon-tracten (vervangingsmarkt) zor-gen voor stevige inkomsten. Jolan-da Staals, marketing manager vanSmit Visual Supplies, beaamt dat.Haar bedrijf uit Geldrop is gespe-

    cialiseerd in de productie en leve-ring van een breed scala aan pre-sentatiesystemen. Door de recessieis de vraag naar presentatiesyste-men vanuit het bedrijfsleven afge-nomen, maar deze vraaguitvalwordt gecompenseerd met devraag naar digiborden vanuit hetonderwijs. We leveren nu ookbeamers en software, dat warennooit kernactiviteiten van ons be-d r ij f , zegt Staals Omdat digitaleschoolborden onderhoudsgevoeli-ger zijn dan de klassieke presenta-tiemiddelen kreeg de montage- enserviceploeg van haar bedrijf aller-lei nieuwe werkzaamheden tedoen. Inmiddels fabriceert en ver-koopt het bedrijf wekelijks tiental-len digitale schoolborden van heteigen merk Focusboard.

    De bakens werden op tijd ver-

    zet. Drie jaar geleden besloot SmitVisual Supplies om te schakelenvan de productie en verkoop vankrijtborden naar een eigen digi-bord. Een fabriek in Hongarije, ge-specialiseerd in de productie vande emaillen stalen krijtborden,werd afgestoten. Scholen wildengeen nieuw krijtbord, maar vroe-gen om een digitale variant, zegtStaals. Hoe veel is genvesteerd inhet Focusboard wil het bedrijf nietzeggen, maar binnen anderhalfjaar heeft de investering zichruimschoots terugverdiend, zegtS t a a l s.

    Basisschool Wittevrouwen inUtrecht heeft twee jaar geledendrie digitale schoolborden bij wij-ze van proef aangeschaft. Het werdeen succes. Volgend jaar moetenalle vijftien lokalen in de school

    van een digibord zijn voorzien raison van drie- tot vierduizendeuro per stuk. De technische mo-gelijkheden zijn enorm, zegt di-recteur Jaap Nelissen van de basis-s ch o o l .

    Er kleeft n probleem aan hetdigibord. Krijt en schoolbord ken-nen geen storing. Zodra bij hetdigibord zich een technisch pro-bleem voordoet, kan ik niets meerdoen, zegt lerares Metaal. DocentBen Hamerling aan de lerarenop-leiding van de Marnix Academiein Utrecht heeft de oplossing. Gooiniet de oude schoenen weg. Haalbij bij de aanschaf van een digi-bord dus het oude krijtbord nietweg. Een krijtbord is ook handigom bijvoorbeeld de weekplanningop te schrijven, dat is ook leesbaarals het digibord uit staat, zegt

    Hamerling .Toch is er ook dan ng een pro-

    bleem: tegenlicht. Krijtbordenzijn goed leesbaar bij veel licht enhangen doorgaans op een lichtrij-ke plek. Digiborden worden vaakop diezelfde plek geplaatst, maarzijn met tegenlicht slecht leesbaar.Daar wordt niet altijd goed overnagedacht, zegt Hamerling. Alsschrijfdocent waarschuwt hij voorde nadelen van een digibord in hethandschriftonderwijs. Met eenkrijtje schrijf je vanuit je schouderen daardoor groter, op een digi-bord schrijf je vanuit de vingers endaardoor kleiner. Dat heeft een na-delig uitwerking op de leesbaar-heid voor achterin de klas. Voorgoede handschriftlessen blijft eenkrijtbord onmisbaar, zegt hij.

    En gaan dankzij het digibord de

    prestaties van de leerling eropvooruit? Grootschalige onderzoe-ken naar het digibord in het Vere-nigd Koninkrijk concluderen vanwel. Maar het verschilt wel per ty-pe leerling. Leerlingen die goed inrekenen zijn bijvoorbeeld, lerensneller met een digibord, maarleerlingen die niet goed in rekenenzijn profiteren minder. Bij schei-kunde blijkt het tegenovergestel-de het geval.

    Scholen schaffen vaak een digi-bord aan zonder te weten wat ze erprecies mee willen, zegt FransSchouwenburg van Kennisnet.Het is ook een hype om een digi-bord te hebben. Zonder digibordben je hopeloos ouderwets, lijkthet wel. Kennisnet adviseert scho-len daarom eerst goed na te den-ken of een digibord wel in het on-

    derwijs past. Met een digibordstaat een leerkracht weer klassi-kaal les te geven, bij scholen dieleerlingen zelfstandig in groepjeslaten werken past een digiborddus vaak niet, zegt hij.

    Volgens Schouwenburg wordendigiborden ook niet altijd profes-sioneel toegepast. De kostbaredigiborden worden soms alleengebruikt als projectiescherm voorfilmpjes en plaatjes. Dan heb jewel een heel duur projectie-s ch e r m , zegt hij. Het schort bij le-raren vaak aan kennis en tijd omuit te vinden hoe een digibord pro-fessioneel van dienst kan zijn. Bijde levering van een nieuw digi-bord krijgen leerkrachten eenknoppencursus, zodat ze wetenhoe het systeem bediend moetworden. Maar hoe de borden di-dactisch moeten worden ingezet,is vaak onbekend, zegt Schou-wenburg .

    Lerares Metaal bevestigt dat on-der leraren niet altijd duidelijk ishoe het digibord moet worden in-gezet. Ik ken lang niet alle moge-lijkheden, soms weten de leerlin-gen beter wat er allemaal mogelijki s.

    Pabo-opleidingen proberenaankomende leraren te trainen inhet gebruik van digiborden, maardit is een lastige opgave. Wantdoor de grote verscheidenheid aansystemen en software kunnenpabo-studenten niet worden ge-traind in elk type digibord. Pas inhun beroepspraktijk kunnen zijervaring opdoen met het type datgebruikt wordt.

    Schrijfdocent Hamerling bena-drukt het belang van professioneelgebruik. Zo is muziekles met digi-tale instrumenten op het digitaleschoolbord volgens hem pure ar-moede. Dat kan dan beter, doorleerlingen echte instrumenten telaten bespelen.

    Leerlingen van groep 5 voor het digitale schoolbord op basisschool Wittevrouwen in Utrecht. Foto Evelyne Jacq

    Waar op letten?Kennisnet adviseert scholenom bij de aanschaf van een di-gitaal schoolbord op vier as-pecten te letten. Het begintmet een duidelijke visie. Pasteen digibord in het onderwijsdat ik wil geven?, zegt Kennis-net, de ICT-ondersteuningsor-ganisatie in het onderwijs.Dan moeten scholen volgensKennisnet kijken hoe een digi-bord professioneel kan wor-den toegepast. De hardwa-re-infrastructuur en software-mogelijkheden van een digi-bord moeten volgens Kennis-net ook betrokken worden bijde keuze voor een digibord.En om ICT in het onderwijs ef-fectief te gebruiken is het be-langrijk dat leraren goed ge-traind zijn, beschikken overgoed digitaal lesmateriaal ende didactische mogelijkhedenkennen van een digibord. Dankan een digibord een verrij-king zijn voor het onderwijs. Isdit niet het geval dan is demeerwaarde van een digibordveel minder dan gedacht ofzelfs nihil.

    Kijk niet neer op de trekschuitRuud Filarski en Gijs Mom:Van transport naar mobiliteit.De transportrevolutie, 1800-1900en Van transport naar mobiliteit.De mobiliteitsexplosie,1895-20 05Uitgever: De Walburg Pers, resp.496 en 480 pag., 99 euro per set

    Door Cor van de HeijdenNicolaas Beets zette in zijn CameraObscura (1839) zijn tijdgenotenneer als een stel angsthazen, alscouponknippende renteniers opsloffen. Van vooruitgang wildenze niets weten. Een van de mik-punten van zijn spot was de trek-schuit. Voor Beets was de trek-schuit de geschikte bewaarplaatsvan alle verouderde begrippen, dekweekschool van allerlei gebre-ken. Er zijn menschen die door teveel in een trekschuit te varen, laf-hartig, kruiperig, gierig, koppigen kwelgeesten zijn geworden.Maar, aldus Beets: er was hoop. OSpoorwegen! Heerlijke spoorwe-gen, komt! Daalt als een tralienetneer op onze provincin. O vernie-tiger van alle grote afstanden van

    ons koninkrijk. (...) Pas als de Ne-derlandsche natie langs uwe glad-de banen dagelijks door elkanderzal geschoten worden als een par-tij weversspoelen, eerst dan zal erwelvaart en bloei en leven en voor-spoed in ons dierbaar vaderlandheersen.

    Was Nederland in het middenvan de negentiende eeuw een in-

    B o e ke n

    In een succesvol team isde sfeer goed

    In 1996 won het N ederlandse volleybalt eamop de spelen van At lant a Olym pisch goud. Ineen bloedst ollende 5 n ale versloeg N ederlandIt al i. Was het G ouden t eam een vrienden-clu b? Allerm in st . D e sfeer in de ploeg, d ie aljren m et elk aar opt rok en t rainde, was vaakom t e sn ijden . D e m an agers en organ isat ie-adviseu rs van Tw yn st ra Gudde kom en al jarenover de vloer bij de m eest u it een lopende t eam svan t opm an agers en t opam bten aren . O ok on ze

    ervarin g leert dat een goede sfeer geen garant ieis voor goede resu lt at en . In een om gevin gwaar t er w il le van de l ieve vrede elk con 6 ictwordt geschu wd en elke d iscu ssie sm oor t ,wordt n iet opt im aal gepresteerd. Wilt u pro5 t e-ren van in zichten die in de prak t ijk product iefblijken te zijn? Kijk op w w w.t w yn st ragu dde.n l of bel vooreen in spirerend gesprek m et Brit t a G ielen ,033 467 74 14.

    f er geen garant ie

    gedut land? Historici hebben langop het door Beets geschetste beeldvoortgeborduurd. De voorbije de-cennia zijn er echter veel detail-studies verschenen waarin vraag-tekens bij dit beeld werden gezet.Voor de transportsector is er nueen grondige studie verschenenwaarin de auteurs van die ver-meende jansaliegeest weinig heellaten.

    Ruud Filarski en Gijs Mom heb-ben, in opdracht van Rijkswater-staat en in nauwe samenwerkingmet de Stichting Historie derTechniek, in bijna duizend pagi-nas (groot formaat en opmaak intwee kolommen) de belangrijksteontwikkelingen op het gebied vanverkeer en vervoer samengevat.Ondanks de bijna duizelingwek-kende hoeveelheid gegevens, be-houdt de lezer het overzicht,dankzij de strakke ordening en deheldere analyses. Filarski be-schrijft met vaardige pen het ont-staan van de moderne en uitge-breide netwerken van straatwe-gen, kanalen, spoor- en tramwe-gen en de verbeteringen aan de ri-

    vieren waardoor de binnenvaartzich verder kon ontwikkelen. Hijbesteedt veel aandacht aan de ge-bruikers, de ondernemers en detegenstanders van de nieuwe ver-voermiddelen, het overheidsbe-leid en de economische en ruimte-lijke effecten. Hij toont aan datNicolaas Beets het met zijn tiradetegen de trekschuiten bij het ver-keerde eind had.

    Filarski stelt dat het Nederland-se kustgebied in het begin van denegentiende eeuw over het besteverbindingenstelsel van heel Eu-ropa beschikte en dat er voor hetpersonenvervoer lange tijd geenbeter, goedkoper of comfortabelervervoermiddel bestond dan detrekschuit. Hij laat zien dat metde komst van nieuwe vervoermid-delen vooral op snelheid degrootste winst werd behaald. Eenreiziger die met de trekschuit vanAmsterdam naar Rotterdam wildemoest aan het begin van de negen-tiende eeuw rekenen op een reis-tijd van dertien uur, in 1890 wasdat twee uur.

    Het valt ook op dat de overheid

    altijd een zwak heeft gehad voorde spoorwegen. Met het aanne-men van de Spoorwegwet van1860 ging de Nederlandse Staat despoorwegen financieren. Hijmoest dus ook bepalen welke tra-jecten er werden aangelegd. Toende spoorwegen in de loop van detwintigste eeuw moesten wedijve-ren met het busvervoer en (later)de auto, koos de overheid hetspoor. In het interbellum nam deconcurrentie tussen bus en treingrimmiger vormen aan en klonkde roep om regulering. De over-heid trok daarbij de spoorwegensteevast voor: vergunningen voorbusdiensten die min of meer pa-rallel liepen aan spoorwegverbin-dingen werden bijna zonder uit-zondering toegekend aan de ex-ploitanten van de betreffendespoorlijn. De betrekkelijk latedoorbraak van de auto in Neder-land moet, zo schrijft Mom in hettweede deel van Van transport naarmobiliteit, naast de gelijktijdigedoorbraak van de fiets voor eenbelangrijk deel op het conto vande overheid geschreven worden.

    Eerste drie DSB-boeken verschijnen voor de KerstDoor een onzer redacteurenAmsterdam, 19 nov. De geves-tigde uitgeverijen hebben het na-kijken. Over een maand, vrKerst, ligt Dirk Scheringa, mijn be-wogen leven, in de winkel, de auto-biografie van de DSB-magnaat geschreven door een onbekendaantal ghostwriters.

    Het boek verschijnt bij de speci-aal voor dit project opgerichteuitgeverij De Wijsheid van Koen

    Lenting. Lenting beheert tevensuitgeverij De Zonnestraal, be-kend van het werk van n auteur,Lentings voormalige partner Son-ja Bakker.

    Bij deze West-Friese connectievoelde Scheringa zich kennelijkthuis, want Lenting hoefde hemgeen voorschot te betalen. S ch e -ringa heeft contact met ons opge-nomen omdat hij een boek wildeuitgeven, aldus Lenting. We

    hadden een heel prettig contact.Als de verwachtingen waarge-maakt worden, gaan we eraan ver-dienen, eerder niet.

    Volgens Lenting is het boek bij-na klaar. Hij wil niet kwijt hoegroot het team rondom de nieuw-bakken schrijver is. Het is zjnboek, zijn verhaal. Het verhaalvan de zoon van een kaasmakerdie op een gegeven moment llesheeft, en dan met niets achter-

    blijft. Iedereen wil dat lezen. Debelangstelling is overweldigend.

    Mijn bewogen leven verschijnt ineen eerste oplage van tussen de100.000 en 150.000 exemplaren.De Wijsheid staat fiscaal los vanDe Zonnestraal, waar Lenting enzijn ex-vrouw Bakker samen eige-naar van zijn. Dit is mijn eigenb e d r ij f, aldus Lenting.

    Ondertussen is Lenting niet deenige en zelfs niet de eerste die

    voor Kerst met een DSB-boekkomt. Op zaterdag 21 novemberkunnen 300 houders van eenDSB-pas in de enige boekhandelvan Wognum gratis het bij uitge-verij Carrera verschenen boek Deopkomst en ondergang van DSB afha-len, geschreven door twee Tele-graaf-journalisten. Twee journa-listen van de Volkskrant publicerenvandaag al een boek, Opkomst enondergang van DSB.

    Ingezonden mededeling