Zomer 2008 #63 Wethoudersestafette Pontsteiger, een jaar later … · 2014. 6. 2. · Den Haag....

24
Zomer 2008 #63 Wethoudersestafette Pontsteiger, een jaar later Bouwkunde in Delft

Transcript of Zomer 2008 #63 Wethoudersestafette Pontsteiger, een jaar later … · 2014. 6. 2. · Den Haag....

Page 1: Zomer 2008 #63 Wethoudersestafette Pontsteiger, een jaar later … · 2014. 6. 2. · Den Haag. Sinds 1999 werkt hij als freelance fotojournalist voor verschillende bladen, kranten

Zomer 2008 #63WethoudersestafettePontsteiger, een jaar laterBouwkunde in Delft

Page 2: Zomer 2008 #63 Wethoudersestafette Pontsteiger, een jaar later … · 2014. 6. 2. · Den Haag. Sinds 1999 werkt hij als freelance fotojournalist voor verschillende bladen, kranten

2 Architectuur Lokaal #63

Redactioneel

COLOFON

ARCHITECTUUR LOKAAL verschijnt 4x per jaarTussen de Bogen 181013 JB Amsterdam020 530 40 [email protected]

REDACTIEHoofdredactie: Cilly JansenEindredactie: Indira van ’t KloosterRedactie & productie: Margot de Jager

REDACTIERAADJan AbrahamseHenk van den BroekHans van BrummenAgnes EversSimon Franke

VORMGEVINGJoseph plateau, Amsterdam

DRUKDie Keure, Brugge

OPLAGE6000

ISSN1385-0482

ABONNEMENTEen abonnement op dit tijdschrift is kosteloos verkrijgbaar op aanvraag. Nog beschikbare nummers uit eerdere jaargangen zijn tegen verzendkosten te bestellen bij ArchitectuurLokaal.

FOTO OMSLAGJohannes Abeling Parkour, 2007

Architectuur Lokaalis het landelijke kenniscentrum voor cultureel opdracht-geverschap en architectuurbeleid. Vanuit een onafhankelijkepositie leggen wij verbindingen tussen partijen die bij de bouwbetrokken zijn. Voor opdrachtgevers als gemeenten, woning-corporaties en projectontwikkelaars verzorgen wij excursies,discussies en andere programma’s op maat. Terugkerendethema’s zijn de culturele betekenis van het opdrachtgeverschapen het belang van de samenwerking tussen opdrachtgever enontwerper. Architectuur Lokaal beheert het Steunpunt Ontwerp-wedstrijden, dat uitschrijvers van prijsvragen behulpzaam is bijde selectie van ontwerpers en projectontwikkelaars.

Dank aan onze donateursIn het vorige nummer van Architectuur Lokaal vroegen we u omeen vrijwillige bijdrage. Graag willen we hartelijk danken vooral uw gulle gaven. Mocht u uw bijdrage nog willen overmaken,dan kan dit natuurlijk nog altijd op gironummer is 5510706 t.n.v.Architectuur Lokaal in Amsterdam.

RectificatieIn het vorige nummer zijn de bijschriften bij het artikelArchitectonische kwaliteit bij bruggenbouw verwisseld. Bij debovenste foto gaat het om de A50: huidige situatie WaalbrugEwijk. De locatie van de onderste foto is de IJssel tussenHattem en Zwolle. De correcte naam van de ontwikkelaar isBouwcombinatie Welling/Zübling/Donges v.o.f.

Lucas 5:37

Ik hoor mensen een plan wel eens afdoen als “oude wijn in nieuwezakken”. Op bijbelles leerden ze iets anders. Toen ging het over nieuwe wijn in oude zakken. Dat is geen goede combinatie, wantoude zakken zijn niet soepel genoeg voor bruisende nieuwe wijn.Het leer scheurt en je bent alles kwijt, inclusief de wijn. Het zou goed kunnen dat deze levenswijsheid het overheersende gevoel is bij weerstand tegen hergebruik van kerkgebouwen. Gebruik engebouw zouden zo onlosmakelijk verbonden zijn, dat een nieuwefunctie desastreus is. In feite is dit niet alleen een religieuze kwestie.Een vergelijkbaar dilemma doet zich voor bij andere gebouwen.Als een stedeling in een boerderij gaat wonen, kun je ook het idee

krijgen dat stad en land beiden de verliezer zijn. Maar dat ligt dan vooral aan de manierwaarop nieuw en oud bij elkaar worden gebracht. In Maastricht zag ik mooie voorbeel-den van het hergebruik van kerken. Vaak is het gebouw krachtig genoeg om allerlei vor-men van gebruik aan te kunnen. Een particuliere ondernemer transformeerde met lef eninzicht het Kruisherenklooster tot designhotel. Met een bar in het koor, hotelkamers inde kloosteromgang en een verhoogde ontbijtruimte op het niveau van de oostelijke ker-kramen, zodat het door glas-in-lood gefilterde licht de croissantjes idyllisch kleurt.Gewaagd, maar stijlvol. Het helpt wel dat deze kerk al sinds de Franse tijd geen religieu-ze functie meer heeft gehad. Het gebouw heeft dienst gedaan als stal, als opslagplaats enals landbouwkundig instituut. Met de huidige hotelfunctie is juist iets hersteld van deglorie uit de religieuze tijd. Dat gevoel krijg je ook bij een bezoek aan de Maastrichtsevestiging van boekhandel Selexyz in de oude Dominicaner kerk. Als het alternatief slo-pen is, is de keus eigenlijk niet zo moeilijk. Gebouwen kunnen veel meer hebben dan jezou denken.

Cilly Jansen, directeur Architectuur Lokaal

foto: Maarten van Schaik

Page 3: Zomer 2008 #63 Wethoudersestafette Pontsteiger, een jaar later … · 2014. 6. 2. · Den Haag. Sinds 1999 werkt hij als freelance fotojournalist voor verschillende bladen, kranten

Opgaven Pontsteiger, een jaar laterEen kritische fase voor behoud van kwaliteit is de stap van (prijswinnend)ontwerp naar uitwerking. Is het transparante ontwerp van Arons enGelauff in goede handen bij de ontwikkelaars?Indira van ’t Klooster

3Architectuur Lokaal #63

Inhoudsopgave

Lokaal MondiaalVincent Kompier

Regie‘Kwaliteit roept soms tegenstand op’Burgemeester Albertine van Vliet-Kuiper voelt zich niet altijdgeroepen om bezwaren van bewoners te laten prevaleren bovenkwaliteit. ‘Een architect moet gewoon zijn werk kunnen doen.’Indira van ’t Klooster

Tussen verzakelijking en idealisme (2)De herontwikkeling van zorgterreinen is steeds vaker in handenvan de zorginstellingen zelf. Zo behouden zij optimale controleover kwaliteit en de belangen van de gehandicapte bewoners. Dirk Bergvelt

OpgavenBehoud van landschap vereist keuzesWeidevogels en behoud van het boerenbedrijf gaan onmogelijk samen. Landschap Noord-Holland zet de zaken op scherp. Dorine van Hoogstraten

Chinatown in BrabantRegio Zuidwest Nederland ging op werkbezoek naar China met als doel economische samenwerking te bewerkstelligen. De wethouder van Oosterhout doet verslag.Yves de Boer

Stijlvol recreëren in Ville Buiten Het begrip ‘vakantiehuisjes’ gaat zelden gepaard aan architectuur.Op Schiermonnikoog staan nu bijzondere recreatiewoningendankzij lokaal ondernemerschap en een doortastende ontwikkelaar.Jaap-Evert Abrahamse

PraktijkEen ongebruikelijke verhuizing De gemeente Emmen zoekt voorbeelden van dierentuinen die worden verplaatst. De gemeente Epe is er momenteel drukmee bezig. Henk Posthuma

Bouwwoede tussen Randstad enRurhgebied In Arnhem lopen diverse grote bouwprojecten tegelijkertijd.Niet alles loopt even soepel, maar het Centrum voor Architectuuren Stedenbouw Arnhem (CASA) zit er bovenop.Ton Schulte

Buren (2)Christophe Van Gerrewey

Regie Van Adriaansen naar HazeuIn de rubriek Wethoudersestafette bespreekt een wethouder een actuelekwestie in de gemeente en nodigt vervolgens een collega-wethouder uit omdaarop te reageren. Deze keer: herbestemming van kerken.Steven Adriaansen

Praktijk TU Delft Bouwkunde Het gebouw aan de Berlageweg smeult nog na, maar de innovaties in het onderwijsprogramma gaan gewoon door. Eén van die vernieuwingenis de oprichting van de afdeling ®MIT onder leiding van prof. Jo Coenen.Marc A. Visser

20

04

05

08

12

14

16

22

23

24

10

18

Foto omslagParkour, 2007. ‘Als fotojournalist maak ik niet dagelijks typischearchitectuurfoto’s. Afgelopen jaar heb ik echter een fotoreportagegemaakt die er toch zijdelings mee te maken heeft. Ik volgde een groep jongeren die zich op een nogal aparte manier metarchitectuur bezighoudt. Voor hen is de esthetische kant ervanniet zo belangrijk, maar puur de functionele kant. Hun sport heetParkour. Bij Parkour verplaats je jezelf al rennend en springendzo snel mogelijk door je omgeving, alsof je wordt achtervolgddoor een belager. Voor een Parkour tracer is elke muur en elkdak of raam een obstakel en tegelijkertijd een uitdaging.Geslaagde architectuur is voor deze jongens waarschijnlijk ietsanders dan voor de gemiddelde lezer van dit blad... ’

Johannes Abeling (1977) is opgeleid aan de Koninklijke AcademieDen Haag. Sinds 1999 werkt hij als freelance fotojournalist voorverschillende bladen, kranten en organisaties. In 2004 won hijDe Zilveren Camera in de categorie Buitenlands nieuws, Series.In 2006 won hij de tweede prijs van De Zilveren Camera in decategorie Politiek nieuws, [email protected], www.abeling.nl

Voor de cover van Architectuur Lokaal stelt telkens een andere(architectuur)fotograaf zijn mooiste archieffoto ter beschikking

Page 4: Zomer 2008 #63 Wethoudersestafette Pontsteiger, een jaar later … · 2014. 6. 2. · Den Haag. Sinds 1999 werkt hij als freelance fotojournalist voor verschillende bladen, kranten

4 Architectuur Lokaal #63

Lokaal Mondiaal

Dat veel gebouwen in Berlijn ideologisch of historischbeladen zijn, is bekend, maar dat dit ook geldt vooronbebouwde plekken is een nieuwe ontwikkeling.En dat de gemeente Berlijn daar zelf aan meewerkt,is geen slimme zet. In Berlijn zijn meer dan 1000onbebouwde plekken te vinden die tijdens deTweede Wereldoorlog zijn ontstaan door bombarde-menten van de geallieerden. De stad lijkt hierdoorop een grote gatenkaas. Berlijners hebben zich pragmatisch en creatief over deze gaten ontfermd endeze in gebruik genomen als (tijdelijke) speeltuin,biergarten of buurtparkje. Door de toenemendepopulariteit van de stad neemt de druk om de gatente vullen sterk toe. Dat daarbij zorgvuldig opdracht-geverschap noodzakelijk is, heeft de gemeenteBerlijn inmiddels ondervonden.

Rond het project Spree-Dreieck is namelijk groottumult ontstaan. Het stadsbestuur heeft per ongelukeen stuk grond bij het beroemde station Friedrich-strasse, naast de plek van de voormalige controlepostuit de DDR-tijd, het Tränenpalast, verkocht aan eenontwikkelaar. De stad verzuimde echter na te gaan

of zij eigenlijk wel volledig eigenaar was van degrond. Van de 2100 vierkante meter bouwgrondbleek 200 vierkante meter juridisch geen eigendomvan de stad. Als compensatie voor deze fout kreegde ontwikkelaar, die nu 200 vierkante meter mindergrond had om zijn plan op te realiseren, van degemeente een schadevergoeding van 8,7 miljoen euro.

Plus een ruime aanpassing van de bouwvergunningzodat hij meer en hoger kon gaan bouwen. Maardat schoot de buurman, een investeerder van eentegenover het bouwterrein liggend hotel in het verkeerde keelgat en hij eiste een bouwstop omdathij voor zijn uitzicht vreesde. Ook hem bood destad een schadevergoeding aan, nu van vier miljoeneuro, plus de bizarre opdracht om als ‘buurman’ervoor te zorgen dat er niet nog meer buren hunbeklag zouden gaan doen. Mocht wederom eenbouwstop worden afgekondigd, dan ligt alweer eennieuwe claim klaar – van de ontwikkelaar die inhet geval van een bouwstop tussen de 50 en 100miljoen zal eisen aan de stad wegens derving vaninkomsten.

Op zich is dat een kleinigheidje voor een stad metmeer dan een miljard euro schuld, maar Berlijntoont met de gang van zaken rondom dit projectaan dat zorgvuldig publiek opdrachtgeverschapaltijd noodzakelijk is, ook als een investeerderstaat te popelen om midden in de stad op dezesuperplek een kantoortoren te bouwen. Een plekwaar de beroemde architect Mies van der Roheooit in 1919 al een futuristische toren had gepland.En zo dreigt een voormalig gat toch nog alsbodemloze put te eindigen…

Vincent Kompier is zelfstandig planoloog/urbanoloog te Berlijn

Gaten vullen

Mies von der Rohe-Ontwerp, Friedrichstraae, 1919 Spree-Dreieck. Foto’s: Vincent Kompier

Page 5: Zomer 2008 #63 Wethoudersestafette Pontsteiger, een jaar later … · 2014. 6. 2. · Den Haag. Sinds 1999 werkt hij als freelance fotojournalist voor verschillende bladen, kranten

5Architectuur Lokaal #63

Regie

Opdrachtgever in NL > Tekst: Indira van ’t Klooster > Beeld: Maarten van Schaik

Voor Albertine van Vliet is kwaliteit één van de leidende principes, net zo vanzelfsprekend toen zedijkgraaf was op de Veluwe, als nu in de functie vanburgemeester van Amersfoort ‘wat toch meer proces-managen is’. Echte kwaliteit zit in de details en is nietaltijd makkelijk herkennen, en dus is burgerparticipatieniet altijd en overal de beste manier om dat te bereiken.‘Af en toe heb je geen draagvlak nodig.’

‘Ik ben de dochter van twee bouwers. Mijn ouders studeerden allebei in Delften brachten mij al vroeg besef van ruimtelijke kwaliteit bij. Als we gingenkamperen, bouwden we volgens de stedenbouwkundige adagia ‘lucht, zon enwater’ ons eigen dorp. De vragen die mij sindsdien fascineren, zijn: Wat blijfter nadat er gebouwd is? Welke ruimte creëert een gebouw?’ Dat is nu, alsburgemeester van de middelgrote stad Amersfoort, niet anders dan toen ze

dijkgraaf was op de Veluwe in een landschap van beken en sprengen. Bij hetgesprek is behalve Albertine van Vliet-Kuiper, ook landschapsarchitectWillem Oxener aanwezig. Met zijn 32-jarige staat van dienst bij de gemeenteis hij zo’n beetje de verpersoonlijking van haar betoog. Kwaliteit vereistbetrokkenheid, lange lijnen, deskundigheid en vooral ontwerpers.

Van Vliet: ‘Kwaliteit bestaat in het groot en in het klein. We zijn vorig jaarverkozen tot de groenste stad van Europa. We hebben mooie wijken zoalsKattenbroek en Vathorst. Maar de talloze kleine vierkante stenen tussen hetplaveisel op het pas opgeleverde Jorisplein zijn ook kwaliteit. Ze vallen nietmeteen op, maar ze voegen wel degelijk iets toe. Kwaliteit vereist toewijdingvan de maker en gevoeligheid van de beschouwer. ‘Eigenlijk zijn er voor eenpublieke opdrachtgever twee soorten kwaliteit van belang. Kwaliteit binnenhet gemeentelijk apparaat, door goede ambtenaren en heldere besluitvorming,en een visie op kwaliteit van het klimaat in de stad, waarbinnen architectenen opdrachtgevers kunnen excelleren.’ Ook in Amersfoort is het moeilijk omde projectontwikkelaars de baas te blijven. De politieke context is veranderd.Het is voor raadsleden lastig om hun achterban te bedienen. Er is veelonmacht, kwaadheid en achterdocht. En kwaliteit laat zich niet altijd makkelijk uitleggen. ‘Je moet tijd steken in het leren herkennen en benoemenvan kwaliteit. Keer op keer ontdekken waarom je iets moois vindt. Kijkennaar ruimtelijke kwaliteit kun je leren. In de kunst kan het ook. Kwaliteit isniet vanzelfsprekend mooi. Kwaliteit roept soms tegenstand op.’

‘Kwaliteit roept soms tegenstand op.’

Page 6: Zomer 2008 #63 Wethoudersestafette Pontsteiger, een jaar later … · 2014. 6. 2. · Den Haag. Sinds 1999 werkt hij als freelance fotojournalist voor verschillende bladen, kranten

Regie

6 Architectuur Lokaal #63

Page 7: Zomer 2008 #63 Wethoudersestafette Pontsteiger, een jaar later … · 2014. 6. 2. · Den Haag. Sinds 1999 werkt hij als freelance fotojournalist voor verschillende bladen, kranten

7Architectuur Lokaal #63

Regie

Binnen de Amersfoortse bestuurstraditie is altijd aandacht geweest voor kwa-liteit, vertelt ze, maar in het algemeen is besturen niet meer zo aantrekkelijk.Er is sprake een zekere verruwing, en vluchtigheid. ‘Vroeger kon je bestuurdersafrekenen op de gebouwde resultaten, nu zijn ze al voor de oplevering vertrokken, de betrokken ambtenaren trouwens ook.’ De kunst is om binnenhet gegeven van besturen op afstand het klimaat voor kwaliteit gunstig tehouden. Een bestuurder kan zich niet teveel met de inhoud bemoeien, hij moetvertrouwen hebben in ambtenaren, ontwerpers, marktpartijen, welstands-organisaties, kwaliteitsteams en al die andere partijen die een rol spelen inhet bouwproces. Maar hij moet alert blijven op wat er gebeurt. ‘Als de aandacht verslapt, gaat het mis. Amersfoort heeft een paar grote littekens, erzijn gebieden waar door de decennia heen de verrommeling heeft kunnentoeslaan. De afgelopen jaren hebben we bijvoorbeeld in Vathorst tussen 2004en 2005 echt een steekje laten vallen. Ik fietste door de wijk en vroeg me af:Wat is dit? Wat is er gebeurd? Wanneer is die versimpeling ontstaan? Wieheeft daar toestemming voor gegeven? Zo was een binnenterrein met eengezamenlijke tuin bijvoorbeeld veranderd in gekavelde tuinjes, en was eenbeoogde ondergrondse parkeergarage veranderd in een bovengrondse. Toenhebben we direct het kwaliteitsteam op het stadhuis ontboden en gevraagdwat er aan de hand was. Sindsdien is de greep op kwaliteit weer verstevigd.’

In 2004/2005 was een duidelijke verschraling zichtbaar. Beslissingen werdenteveel gebaseerd op financiële afwegingen. ‘Vathorst is een prachtige wijk metheel goede scholen en voorzieningen voor openbaar vervoer. Dat is een gevolgvan integraal denken, en dat is goed realiseerbaar in een pps-constructie.’Maar het gevaar van pps-constructies is dat de gemeente teveel meegaat metbezuinigingsvoorstellen. ‘Daarom zijn we op zoek naar een nieuwe generatievan pps-afspraken, waarbij we als overheid meer grip kunnen houden.’ In denieuwe pps-constructie met CSG hebben we de controlemomenten, ook dievan de gemeenteraad, scherper benoemd. Tegelijkertijd zoekt Van Vliet naareen nieuw instrument om kwaliteit te bewaken. ‘De rijksbouwmeester gaatover landelijke zaken, maar een dergelijke mate van kennis en onafhankelijk-heid is ook op lokaal noodzakelijk. Een beeldkwaliteitplan is niet meer hetultieme middel om op kwaliteit te sturen. Het is vaak niet doorleefd, nietverinnerlijkt. Het beeldkwaliteitplan maakt geen onderdeel meer uit van hetontwerpproces. Je zou het onder je kussen moeten hebben liggen, de taal vol-ledig spreken, in ieder geval niet uitbesteden aan een adviesbureau. Ook eenkwaliteitsteam werkt niet altijd optimaal.’ En de praktijk van besluitvormingen proces maakt het allemaal nog ingewikkelder. ‘Voor het stadhuisgebiedwas Ruijssenaars de ontwerper. Zijn plannen rijpen na in zijn hoofd. Hij presenteert iets, dat wordt enthousiast ontvangen, en vervolgens – wekenlater – bedenkt hij iets dat nog net iets beter is. Een dergelijke werkwijze pastniet meer binnen de bestuurlijke praktijk. Eigenlijk zouden we terug moetennaar basisenveloppen, een aantal globale afspraken over kwaliteit maken endaar dan tot het eind aan vasthouden. Maar ook dat is lastig in een tijd waarinbestuurders maar kort blijven.’

Amersfoort is breed geëquipeerd, er zijn ontwerpers in gemeentedienst, er iseen Architectuurcafé, er is architectuurcentrum De Zonnehof, er is welstands-beleid, er is aandacht voor kunst in de openbare ruimte. Er zijn vele manieren,instituten en momenten om debatten over ruimtelijke kwaliteit te voeren.‘Wij hebben al die kennis binnen de gemeente, maar je kunt nog zoveel kennishebben, het beeldkwaliteitplan of Masterplan kan nog zo goed zijn, maar wietevreden is met een 6, krijgt een 6. Het is de taak van de gemeente om te zorgendat die 6 geen doorgang vindt.’ Dat veel gemeenten de kennis die daarvoor

nodig is niet meer in huis hebben is bekend, maar erger vindt Van Vliet datook de toewijding en het gevoel voor opdrachtgeverschap verdwijnt. ‘Datgemeenten hun regierol uitbesteden, de kennis van het opdracht geven bewustniet in huis halen, is heel zorgelijk. Elke opdrachtgever, publiek of privaat, moetin staat zijn om te beschrijven wat het eindproduct moet zijn. Zijn visie hoeftniet hemelbestormend te zijn, hij hoeft het niet zelf te doen, maar hij moet instaat zijn de mensen die daarin opgeleid zijn om zich heen te verzamelen.

Dat projectontwikkelaars alle disciplines willen beheersen en het ontwerpnaar zich toetrekken is begrijpelijk, dat gemeenten dat met hen eens zijn, ishet echte probleem. Als een ontwerper een prachtig ontwerp maakt voor eenbrug, en een ontwikkelaar vindt het te duur, en dus realiseert hij een slapaftreksel - hoe kunnen wij dan zorgen dat dit niet gebeurt?’

Het brede debat levert veel nuttige informatie van de bewoners op. Ookwijkwethouders zorgen voor een betere binding met de burger, maar omkwaliteit te bewaken is soms juist meer afstand tot de burgers noodzakelijk.Bestuurders mogen zich van Van Vliet niet verschuilen achter de burger. Zemoeten zelf durven denken, en zelf durven doen. ‘Dat vereist gevoeligheid enlef. Aan de andere kant: durven is niet moeilijk als je goed hebt nagedacht engoede argumenten hebt. Het debat wordt heviger door controversie.’Weerstand is belangrijk. En niet alles hoeft door iedereen mooi te wordengevonden. De aansprekende gebouwen waren er nooit gekomen bij bredeburgerparticipatie. ‘We participeren terecht heel veel, maar heel af en toe heb je geen draagvlak nodig. Bijvoorbeeld bij het ziekenhuisterrein, hetgrootste project waar we nu aan werken. Daarvan is de gemeente zelf geenopdrachtgever, maar de gemeente heeft de grond van Domeinen met rand-voorwaarden voor de kwaliteit doorverkocht aan het ziekenhuis. Als je zorgvuldig bent in de keuze van de stedenbouwkundige en in de keuze vande architect, dan moet je hen als stad vertrouwen kunnen geven. Gewoonhun werk laten doen. Dan kunnen bestuurders zich beter bezighouden metmanieren om slechte ontwerpen te weren.’

Zoals dat is geprobeerd bij de route van het Centraal Station naar de binnenstad? ‘Dat is een ander litteken in de stad. Wat een armoede! Je staptuit de trein en dan? Waar is de stad? We zijn niet in staat geweest, met alonze mogelijkheden, om tot een goed stedenbouwkundig ontwerp te komen.In 2000 hebben we nog een poging tot herstel gedaan, maar echt goed komt hetniet meer. Wij maken ons daar nog steeds druk over, maar de ontwikkelaarszijn allang weg.’

InformatieGemeente AmersfoortPostbus 40003800 EA Amersfoort www.amersfoort.nl

‘Ik fietste door de wijk en vroeg me af: Wat is er gebeurd? Wanneer is die versimpeling ontstaan? Wie heeft daar toestemming voor gegeven?’

‘Durven is niet moeilijk als je goed hebt nagedacht en goede argumenten hebt.’

Page 8: Zomer 2008 #63 Wethoudersestafette Pontsteiger, een jaar later … · 2014. 6. 2. · Den Haag. Sinds 1999 werkt hij als freelance fotojournalist voor verschillende bladen, kranten

8 Architectuur Lokaal #63

Regie

Tussen verzakelijking en idealisme (2)

Maatschappelijk vastgoed > Tekst: Dirk Bergvelt > Opdrachtgever Sterrenberg: Abrona > Ontwerp: Soeters Van EldonkArchitecten > Opdrachtgever Noordwijkerduin: ’s Heerenloo West Nederland, voorheen Willem van den Bergh >Ontwerp en beeld: Claus en Kaan Architecten, p.8

Zorginstellingen krijgen binnenkort zelf meer te zeggen over hun huis-vesting. Marktpartijen zien graag dat maatschappelijke organisaties ineen vroeg stadium partners zoeken met verstand van bouwen. Maarvoor de publieke zaak is het misschien beter om niet te snel de teugelsover te dragen aan een commerciële opdrachtgever. De rijksoverheidpleit voor vroege inschakeling van marktpartijen, bijvoorbeeld bij scholenbouw. In de zorgsector zien we dat instellingen ervoor kiezenom eerst zelf een visie op de opgave te ontwikkelen. Dat is een manierom meer greep te houden op de kwaliteit.

Maatschappelijk vastgoed is de verzamelnaamvoor de huisvesting van niet-commerciële functieszoals wijkcentra, scholen en zorggebouwen. Deeigenaar van het gebouw is de gemeente of eenorganisatie met een maatschappelijk of cultureeldoel. Al is maatschappelijk vastgoed niet bedoeldom geld mee te verdienen, een zakelijke benaderingis onvermijdelijk, want ook dit type gebouw vertegenwoordigt veel geld. Er wordt dan ook flinkgerekend aan die wijkcentra, scholen en zorgge-bouwen. Wie is daarbij aan zet? Tien jaar geledenwerd nog verwacht, dat zorginstellingen hun huis-vesting zouden overdragen aan woningcorporaties.Dat gold vooral voor instellingen waar mensenlangdurig verblijven en waar eigenlijk behoefte isaan volwaardige woongelegenheid. Denk aan verzorgingshuizen voor ouderen, psychiatrische

Page 9: Zomer 2008 #63 Wethoudersestafette Pontsteiger, een jaar later … · 2014. 6. 2. · Den Haag. Sinds 1999 werkt hij als freelance fotojournalist voor verschillende bladen, kranten

9Architectuur Lokaal #63

Regie

ziekenhuizen en instellingen voor verstandelijkgehandicapten. Veel bejaardenoorden zijn ver-vangen door woon-zorgcomplexen en daarbij issamengewerkt met woningcorporaties. Toch is veelvastgoed in handen gebleven van zorgaanbiedersen ook in andere sectoren zijn zorgaanbieders nogzelf eigenaar. Gebouwen voor psychiatrie engehandicaptenzorg werden honderd jaar geledenvaak neergezet op afgelegen terreinen. Inmiddelszijn dat mooie parkachtige omgevingen en gewildebouwlocaties.

Nu mensen met een handicap vaker wonen inkleinschalige projecten is een deel van de oude terreinen niet meer nodig voor de zorg. Dit biedtzorginstellingen een kans voor maatschappelijkondernemerschap. Zij kunnen hun terrein heront-wikkelen door woningen voor ‘gewone’ mensen tebouwen. Het geld dat daarmee wordt verdiend, kanworden gebruikt om de kwaliteit van woningenvoor gehandicapten te verbeteren. Bovendien rakende oorspronkelijke bewoners van het instellings-terrein dan meer geïntegreerd in de samenleving.De tijd is rijp voor dit soort veranderingen. Als gevolgvan de introductie van marktwerking worden zorginstellingen zelf eigenaar van hun terreinen engebouwen. Dat is een prikkel om te kijken naar denieuwe mogelijkheden, ook in zakelijk opzicht.Daarbij blijven zorgaanbieders wel maatschappelijkeondernemingen. Er wordt van ze verwacht, dat zeniet uit zijn op snel winst op de grondmarkt.Kwaliteitswinst moet een belangrijke overwegingzijn. Temeer omdat een zorginstelling ook in denieuwe situatie niet volledig de vrije hand krijgt.Zonder de gemeente is het niet mogelijk om debestemming van het terrein aan te passen. Daarommoet er een goed verhaal komen om de gemeentete overtuigen van het maatschappelijk nut van denieuwe ontwikkeling. Ook verder is draagvlaknodig voor de veranderingen. Zorginstellingenmoeten aantrekkelijk zijn voor cliënten en hunfamilie, terwijl een prettig werkomgeving eenbelangrijke factor is bij het werven van personeel.

Vaak wordt gedacht dat de marktwerking in dezorg is ingegeven door financiële motieven. Diespelen ongetwijfeld een rol, maar een overwegingis ook dat instellingen een grotere vrijheid krijgenom de kwaliteit te gaan bieden waaraan behoefte is.

De herontwikkeling van instellingsterreinen iseen bijzondere vorm van gebiedsontwikkeling endaarbij ligt samenwerking met een projectontwik-kelaar voor de hand. De woningbouw mag de zorgfunctie echter niet gaan overheersen. Het isdaarom begrijpelijk dat zorgaanbieders eerst zelfstuderen op de mogelijkheden van hun terrein. De externe expertise komt dan van een bureau voorstedenbouw of (landschaps)architectuur. Abrona iseen organisatie voor dienstverlening aan mensenmet een verstandelijke beperking die actief is in deprovincie Utrecht. Een van de grote vestigingen isSterrenberg in Huis ter Heide (gemeente Zeist). Al jaren geleden werd duidelijk, dat het terrein zoumoeten worden aangepast aan de maatschappelijkeveranderingen. Abrona liet door ontwerpbureauKuiperCompagnons een studie doen waaruit bleekdat Sterrenberg de ruimte bood om vernieuwingvan de zorglocatie en woningbouw te combinerenmet behoud van het groene karakter. Aanvankelijkwaren de praktische problemen groot en tal vanjaren verstreken. In die tijd deden zich ook nieuwemogelijkheden voor. De plannen voor Sterrenbergbleken een plaats te kunnen krijgen in een grootprogramma voor landschappelijke ontwikkeling inde regio ‘Hart van Heuvelrug’. Zo kwam de ont-wikkeling in een stroomversnelling en kon Abronade procedure starten voor de selectie van een partnerdie de woningbouw op het terrein zou verzorgen.De uitkomst hiervan is, dat Abrona en project-ontwikkelaar Volker Wessels een overeenkomsttekenden voor de realisatie van 480 nieuwe woningen.400 daarvan zijn bestemd voor de reguliere markt,terwijl 80 kavels worden ontwikkeld voor cliëntenvan Abrona. Volker Wessels won deze Europeseaanbesteding met een plan waarvoor Soeters VanEldonk Architecten het ontwerp verzorgde.KuiperCompagnons blijft Abrona adviseren overde kwaliteit van de planuitwerking.

De herontwikkeling van Sterrenberg is bijzonder,maar het is geen incident. Een vergelijkbaar verhaalspeelt zich bijvoorbeeld af in Noordwijk. Daarwonen sinds 1924 mensen met een verstandelijkebeperking bij zorgcentrum ‘Willem van den Bergh’.Oorspronkelijk ging het om 1400 mensen, maar veelvan hen vertrokken naar kleinschalige projecten.Voor de resterende 450 bewoners is het gebied van

Wanneer zorginstellingen hunterreinen herontwikkelen doorwoningen voor ‘gewone’ mensente bouwen, raken de oorspronkelijke bewoners vanhet instellingsterrein meer geïntegreerd in de samenleving.

ruim 50 hectare te groot. Ook voor dit instellings-terrein sloot de eigenaar, ’s Heerenloo, kortgeledeneen overeenkomst met een projectontwikkelaar. In dit geval gaat het om Heijmans BV. In de nieuwewoonwijk Noordwijkerduin krijgen de oorspron-kelijke bewoners van Willem van den Bergh nieuweburen voor wie Heijmans 500 woningen gaat bouwen. Daarnaast komen er voorzieningen voordagbesteding, een gezondheidscentrum, winkels,een restaurant, kantoren etc. Voordat de project-ontwikkelaar kon worden geselecteerd liet ’s Heerenloo een stedenbouwkundig plan makendoor Claus en Kaan Architecten dat aangaf hoedeze bijzondere wijk gestalte kon krijgen. Dezevoorbeelden van gebiedsontwikkeling laten zienhoe maatschappelijke organisaties zich met behulpvan ontwerpers voorbereiden op hun samenwer-king met marktpartijen. Publieke opdrachtgeversstaan sterker als zij ook zelf een visie formulerenop wat er moet gebeuren. Het gaat om euro’s, maarniet om euro’s alleen.

InformatieOver de herinrichting van andere gestichtsterreinenzie: Mark Hendriks, De Veerkracht van monumen-tale gestichtsterreinen, De Blauwe Kamer, februari2008, p. 20 – 31.www.kuiper.nl; www.noordwijk.nl;www.abrona.nl; www.soetersvaneldonk.nl; www.sheerenloo.nl; www.clausenkaan.nl

Een goed verhaal is nodig om een gemeente te overtuigen van het maatschappelijk nut van een nieuwe ontwikkeling.

Page 10: Zomer 2008 #63 Wethoudersestafette Pontsteiger, een jaar later … · 2014. 6. 2. · Den Haag. Sinds 1999 werkt hij als freelance fotojournalist voor verschillende bladen, kranten

10 Architectuur Lokaal #63

Regie

Van Adriaansen naar HazeuWethoudersestafette > Tekst en beeld: Steven Adriaansen

Identiteit en cultuurhistorie staan volop in de belangstelling, ook in deBrabantse gemeente Roosendaal. De gemeente is vooral na de oorlogsterk tot ontwikkeling gekomen. Alhoewel Roosendaal stedenbouw-kundig een sterke opzet kent, steekt het niet echt met haar architectuurboven het maaiveld uit. Steven Adriaansen, wethouder Grondzaken,Ruimtelijke ordening en Wonen: ‘We vragen ons nu vaak af hoe we dat vroeger ooit mooi konden vinden.’ Nu maakt hij zich sterk voorbehoud van monumenten en herbestemming van kerken.

Ludwigstraat 2 (1929) ontwerp: Jacques Hurks

Page 11: Zomer 2008 #63 Wethoudersestafette Pontsteiger, een jaar later … · 2014. 6. 2. · Den Haag. Sinds 1999 werkt hij als freelance fotojournalist voor verschillende bladen, kranten

11Architectuur Lokaal #63

Regie

De aandacht voor ruimtelijke kwaliteit in de ge-meente Roosendaal groeit. In mijn optiek is dat nietalleen een zaak voor de gemeentelijke organisatie.Het vraagt om een debat met alle betrokkenenover wat past bij de eigenheid en identiteit van degemeente. Het ruimtelijk beleid dat de afgelopenjaren in gang is gezet, is in het bijzonder gericht ophet verbeteren van de kwaliteit van de bestaandestad. Zo heeft de herstructurering van naoorlogsewoonwijken het mogelijk gemaakt grote aantallenwoningen te vervangen. Veel woningen verkeerdenin slechte staat en waren achteraf gezien op een teeenzijdige doelgroep gericht. Die zijn nu vervangendoor gevarieerde en mooie woningen. De wijkenhebben een ware metamorfose ondergaan, met eengoede verhouding tussen bestaande en nieuwebebouwing. De komende jaren vinden nog meertransformaties plaats, met als belangrijkste opgavede ontwikkeling van SpoorHaven, een direct aan debinnenstad grenzend voormalig bedrijventerrein.Dit gebied zal worden ontwikkeld tot een nieuw stukcentrumgebied met ruimte voor wonen, werken,onderwijs en vrije tijd. Vanzelfsprekend met oogvoor een mooie, eigentijdse architectuur.

Roosendaal is geen gemeente die gebouwen zo-maar afbreekt. Integendeel, zo is het monumenten-beleid vorig jaar nog nieuw leven ingeblazen. Eenbrede inventarisatie van maar liefst 900 pandentoonde aan dat nog veel historische gebouwen met een bijzondere architectuur ‘vogelvrij’ zijn endat deze het beschermen meer dan waard zijn. Dit heeft geleid tot het verdubbelen van het aantalgemeentelijke monumenten. Dat is een goedezaak, gezien het feit dat diverse karakteristiekepanden de afgelopen decennia onder de sloophamerterecht zijn gekomen. Het bewustzijn van hetbehoud van karakteristieke panden, die bijdragenaan datgene wat een stad maakt, is groter dan ooittevoren. Er is zelfs een Hurksgenootschap opgerichtdoor eigenaren van woningen van de Roosendaalsearchitect Jacques Hurks. De trotse huizenbezitters

hebben bijvoorbeeld het oeuvre van Hurks in kaartgebracht.

Ook wordt hard gewerkt om vrijkomende religieuzegebouwen een tweede leven te geven door middelvan herbestemming. Diverse kerken in de dorpenen wijken komen leeg te staan. Steeds weer ismaatwerk nodig, creativiteit en samenwerking metalle partijen om zo tot succesvolle oplossingen tekomen. De eerste resultaten mogen er zeer zeker zijn.De St. Janskerk in hartje Roosendaal is inmiddelsvolledig opgeknapt en omgebouwd tot cultuur-centrum. Bij het herbestemmen kunnen we nietaltijd de kerkgebouwen volledig intact laten. Hetinterieur van de St. Janskerk laat zien dat het goedmogelijk is om historische gebouwen te combinerenmet nieuwbouw. Wetende dat een dergelijke dis-cussie in de gemeente Maastricht een tijd geledensuccesvol is gevoerd, zou ik van collega wethouderWim Hazeu graag willen weten hoe de gemeenteMaastricht omgaat met de herbestemming van kerken. Het verleden kent successen zoals deSelexyz boekhandel en het Kruisherenhotel.

Nu is de Lambertuskerk, eigendom van woning-corporatie Servatius, een actuele kwestie. Wat zijn belangrijke factoren bij de herbestemmingvan kerken? Wie zijn de eigenaren? Waar komende budgetten vandaan? Hoe belangrijk is particulierondernemerschap? Kortom, waar moeten we inRoosendaal allemaal aan denken?

InformatieIn deze nieuwe rubriek vertelt telkens een wethouderover een concrete bouwopgave, een discussie overruimtelijke kwaliteit, een prangend voorbeeld vanverrommeling, een regionale aanpak of iets andersdat actueel is in de gemeente. Elk artikel eindigtmet een concrete vraag aan een wethouder van eenandere gemeente die in het volgende nummer vanArchitectuur Lokaal het stokje overneemt.

Gemeente RoosendaalPostbus 50004700 KA Roosendaalwww.roosendaal.nl

Interieur St. Janskerk, ontwerp: J. Franssen (1839)

Page 12: Zomer 2008 #63 Wethoudersestafette Pontsteiger, een jaar later … · 2014. 6. 2. · Den Haag. Sinds 1999 werkt hij als freelance fotojournalist voor verschillende bladen, kranten

God schiep de wereld maar de Hollanders schie-pen Holland, zodat ze de grond goed kondengebruiken. Belangrijke monumentale onderdelenervan zijn niet voor niets staaltjes ingenieurskunstuit verschillende tijden: de Beemster, de WestfrieseOmringdijk, de Stelling van Amsterdam, deHondsbossche Zeewering, de Afsluitdijk, deWieringermeer. De natuurlijke processen die erplaatsvinden zijn vrijwel altijd door mensen bijge-stuurd of in gang gezet. Duinen en dijken moetenactief worden onderhouden, de waterstand moetworden gecontroleerd. Dat soort ingrepen hebbenhet karakteristieke Noord-Hollandse open land-schap tot gevolg gehad. Een landschap dat vooreen belangrijk deel geëxploiteerd wordt door deagrariërs, de natuurbeheerders en door de recrea-tiesector.

Maar wat als menselijk handelen schade gaataanrichten aan het landschapsbeeld? Als tulpente-lers gigantische schuren bouwen? Als schreeuweri-ge recreatieparken verrijzen aan de randen vannatuurgebieden en elk dorp een uitbreidingswijkjewil realiseren? Gebruikers lopen elkaar in de wegen daardoor is de kwaliteit van het landschap inhet geding. Landschap Noord-Holland organiseer-de daarom samen met Architectuur Lokaal op 5juni jl. de Middag voor het Landschap. Ambtenarenvan de provincie, landschapsbeheerders, vertegen-woordigers van landbouw, natuurbescherming enrecreatie, architecten, landschapsarchitecten,mensen van waterschappen en gemeenteraads-leden wisselden van gedachten over de keuzes diein Noord-Holland gemaakt moeten worden om dekwaliteit te bewaken. Tien sprekers gaven hunvisie op het Noord-Hollandse landschap, elk van-uit hun specifieke betrokkenheid.

Landschapsarchitect Rik de Visser van BureauVista bijvoorbeeld nam duidelijk stelling. Hij gingin op één van de concrete voorbeeldlandschappen

12 Architectuur Lokaal #63

Opgaven

Behoud vanlandschapvereist keuzes

Reportage > Tekst: Dorine van Hoogstraten > Beeld: Landschap Noord-Holland

Als we de specifieke kwaliteiten van het Noord-Hollandse landschapwillen behouden, zullen er duidelijke keuzes moeten worden gemaakt.Wat is belangrijker: behoud van weidevogels of behoud van het boerenbe-drijf? De provincie kan daar een belangrijke rol in spelen.

Page 13: Zomer 2008 #63 Wethoudersestafette Pontsteiger, een jaar later … · 2014. 6. 2. · Den Haag. Sinds 1999 werkt hij als freelance fotojournalist voor verschillende bladen, kranten

13Architectuur Lokaal #63

Opgaven

van de middag: Laag Holland. Dat gebied, grofweggelegen tussen Amsterdam, Beverwijk, Alkmaar,Hoorn en het IJsselmeer, heeft de status van Natio-naal Landschap en dat betekent dat de kernkwali-teiten van dat gebied moeten worden beschermd,ook als er ontwikkelingen plaatsvinden. De kern-kwaliteiten zijn benoemd bij de aanwijzing van ditNationale Landschap: de openheid van het land-schap met veel weide- en moerasvogels, het oudegeometrische inrichtingspatroon in de droogmake-rijen, de veenbodems en de strokenverkavelingenin de veenweidegebieden. Het is het oer-Hollandselandschap met een positieve uitstraling op denabije stad: de openheid en rust vormen een aan-trekkelijk contrast met Amsterdamse urbane regio.

Maar volgens De Visser zijn sommige van degenoemde kernkwaliteiten onverenigbaar. Hetagrarisch grondgebruik en het behoud van weide-vogels zijn onmogelijk te combineren met behoudvan het veen. En veen is de basis van dit land-schap. De Visser pleitte daarom voor een robuustekeuze: behoud van het veen in de eerste plaats.Dat betekent dat in Laag Holland zoveel mogelijkgebiedseigen water moet worden vastgehouden omde afbraak van veen een halt toe te roepen. In dekwetsbare veengebieden zal gekozen moeten wor-den voor extensief grasland, moerasnatuur oflevend hoogveen. In de gebieden waar klei op veenvoorkomt, in de droogmakerijen en in de kustzonezal er dan ruimte zijn voor landbouw en agrarisch

natuurbeheer. Die keuze is helder en kan de basisvormen voor diverse ontwikkelingen.

De Visser was niet de enige die pleitte voor helde-re uitgangspunten bij de omgang met het land-schap. Het toelaten van van alles een beetje is nieterg populair. Maar tegelijkertijd leggen heel veelgroepen een claim op de ruimte. Bij het maken vankeuzes is daarom samenwerking belangrijk.Noord-Holland heeft een dynamisch en dichtbe-volkt landschap dat onder sterke invloed staat vande nabije grote stad. Landbouw, recreatie, infra-structuur, water, wonen en natuurbeheer hebbenin Noord-Holland allemaal hun claim op ruimte.Als al die partijen louter opkomen voor hun eigenbelang raakt het landschap versnipperd. En daarkomt de Provincie in beeld. De provincie kan metbehulp van een structuurvisie vastleggen welkekwaliteiten in Noord-Holland echt belangrijk zijn.Miranda Reitsma, provinciaal adviseur ruimtelijkekwaliteit, merkte op dat het bij planvormingbelangrijk is om te denken in termen van gebieden,landschappelijke eenheden en niet meer ingemeentegrenzen. Ook beheer is cruciaal. De pro-vincie kan bij een beperkt aantal zaken een centra-le, sturende rol spelen en de samenwerking tussenverschillende belanghebbende partijen bevorde-ren.

Daarbij sloten ook twee boeken aan die op deMiddag van het Landschap een aantal keren wer-den genoemd. De WZNH - Adviescommissiesvoor Ruimtelijke Kwaliteit publiceerde LandschapNH, over de regie van functieveranderingen enbouwactiviteiten in het landelijk gebied vanNoord-Holland. De vraag wie er moet waken overde kwaliteit van het landelijk gebied en welkebeleidsinstrumenten daarbij van pas kunnenkomen worden in dat boek uitgebreid besprokenvanuit verschillende invalshoeken. Het landschapblijft zich ontwikkelen en dat is niet erg, als die

ontwikkelingen maar goed vormgegeven worden.Zoals landschapsarchitect Steven Slabbersopmerkte: de grootste bedreiging voor een land-schap is onverschilligheid.

Meer specifiek is de publicatie die onder leidingvan de vroegere rijksbouwmeester Tjeerd Dijkstraverscheen over de Purmer. Het ‘bundelingsgebied’,zoals de Purmer wordt genoemd, wordt verkend,onderzocht en geanalyseerd. Net als tijdens deMiddag van het Landschap worden mensen metverschillende visies en belangen bij elkaar gebrachtom iets te zeggen over een deel van het Noord-Hollandse landschap. Cultuurgeschiedenis, demo-grafie, bereikbaarheid, natuur, woningbouw, hetbeeld van het landschap: het komt allemaal aan deorde in het boek Purmer-meer - ontwerpen aan dePurmer als bundelinggebied in het NationaalLandschap Laag Holland.

Keuzes maken op basis van een brede discussiemet alle belanghebbenden en vervolgens handha-ven: dat lijkt de beste optie om kwaliteiten van hetNoord-Hollandse landschap te bewaken. En dankan het nog eeuwen mee als zelfgemaakt land-schap om trots op te zijn.

InformatieDorine van Hoogstraten is freelance journalist.

Landschap NH, over de regie van functiever-anderingen en bouwactiviteiten in het landelijkgebied van Noord-Holland, WZNH Advies-commissies voor ruimtelijke kwaliteit, op te vragenvia: [email protected]

PURMER-MEER, Ontwerpen aan de Purmer alsbundelingsgebied voor de opvang van de toekom-stige woningbehoefte in het Nationaal LandschapLaag Holland, Stichting Purmer-Meer, Edam,2008, 978-90-78469-04-9, € 39,50

Gebruikers lopen elkaar in de wegen daardoor is de kwaliteit van hetlandschap in het geding.

Page 14: Zomer 2008 #63 Wethoudersestafette Pontsteiger, een jaar later … · 2014. 6. 2. · Den Haag. Sinds 1999 werkt hij als freelance fotojournalist voor verschillende bladen, kranten

14 Architectuur Lokaal #63

Opgaven

Kennis > Tekst en beeld: Yves de Boer

Op dit moment is China vooral het toneel van aardbevingen en protestentegen de Olympische Spelen. In de regio Zuidwest Nederland heeftChina echter ook de aandacht als economische partner van formaat. Er zijn plannen voor een groot Chinees bedrijventerrein ergens inBrabant. Yves de Boer, wethouder Economische Zaken in Oosterhout,doet verslag van een handelsmissie naar Yangzhou.

Chinatown in Brabant

Een klein jaar geleden hebben achttien West-Brabantse gemeenten en Tholen besloten alsregio intensief samen te gaan werken binnen deregio Zuidwest Nederland.(1) Op basis van eenstrategische agenda wordt door de verschillendeportefeuillehouders uit de deelnemende gemeentenuitvoering gegeven aan doelstellingen op uiteen-lopende, maar samenhangende beleidsterreinen:economie (waaronder regionale afstemmingbedrijfsterreinbeleid), duurzaamheid, bereikbaar-heid en toerisme, gegoten in een nader te ontwer-pen ‘ruimtelijk casco’.

Samenwerking en ontwikkeling vragen om kennisen begrip voor de andere kant van (gemeente)grens.Dat is één van de redenen voor een delegatie van ruim 70 vertegenwoordigers van overheid,onderwijs en bedrijfsleven om als West-Brabants/Zeeuwse handelsmissie een reis naar China te

ondernemen. Het belangrijkste doel is te onder-zoeken wat het nut van verdere samenwerking inde toekomst zou kunnen zijn tussen overheid,ondernemers en onderwijs in de beide gebieden.Verder willen de deelnemers een basis leggen voorhet behalen van concrete resultaten in de toekomst,zowel op individueel als op projectniveau. De reis maakt duidelijk dat voor de toekomstige handelscontacten de rol van de gezamenlijkeWest-Brabantse lokale overheden onmisbaar is.

Na ruim tien uur vliegen stap ik wat stram uit dealuminium huls van ‘onze’ Koninklijke het ruimeluchthavengebouw van Shanghai binnen. Hetbegrip ‘ruim’ is met zijn vele synoniemen een vande rode draden die het gevoel tijdens mijn eerstebezoek aan China kenschetsen. De bustocht naarhet centrum van Shanghai geeft haast geen anderstadsbeeld te zien dan een willekeurige metropool

in een ander continent, maar de verkeersbordenherinneren me aan het feit dat ik in Zuidoost Aziëben aangekomen. Er is veel verkeer dat veelalbestaat uit chauffeurs zonder racelicentie, een hogestedelijke dichtheid, en opvallend veel kaalslaglangs de rivier Chang Jiang. Hier is alvast ruimtegereserveerd voor de wereldtentoonstelling in 2010.Shanghai met zijn ruim 20 miljoen inwoners is

De reis maakt duidelijk dat voorde toekomstige handelscontactende rol van de gezamenlijke West-Brabantse lokale overhedenonmisbaar is.

Page 15: Zomer 2008 #63 Wethoudersestafette Pontsteiger, een jaar later … · 2014. 6. 2. · Den Haag. Sinds 1999 werkt hij als freelance fotojournalist voor verschillende bladen, kranten

15Architectuur Lokaal #63

Opgaven

hét handels- en financiële centrum van China. Deeconomie van deze wereldstad groeit gestaag metzo'n 11% per jaar. De trek van het platteland naardeze stad is indrukwekkend en geeft de overhedenvan de 19 stadsdelen veel hoofdbrekens. Ik realiseerme, kijkend naar het financieel centrum (SWFC),de retro-futuristische hotels, de megamalls: in dezesteden denkt men groot en handelt men snel. Ineen duizelingwekkend tempo verandert dit deelvan China van een rurale samenleving in eendynamische en metropolitaanse wereldmacht.

Na een korte kennismaking met deze wereldstaddie ’s nachts wél slaapt, reist ons gezelschap eendag later per bus naar ons eigenlijke werkgebiedvoor deze week: Yangzhou. Mijn hoop om me eenbeeld te kunnen vormen van het Chinese laaglandtussen de twee metropolen, verdampt net zo snelals het tempo waarmee de bus Shanghai verlaat.De ruime (tol)snelwegen worden omzoomd doorboomkwekerijen en eindeloze reeksen van over-

maatse reclameborden die het zicht op het land-schap nagenoeg geheel ontnemen. Tegen de tijddat de urbane corridor zich verdunt, doemen deeerste stedelijke uitlopers van Yangzhou zich alaan. We hebben dan al ruim 300 kilometer langsdeze panoramaroute achter de rug.

Tijdens deze handelsmissie wordt duidelijk datChina de deuren opent naar de rest van de wereld.Chinezen zijn niet alleen erg actief in het producerenvoor de eigen en de wereldmarkt, maar ze zijn ookinventief in het ontwikkelen van alternatieve energiebronnen. Milieuaspecten maken steedsmeer deel uit van het productieproces, maar ookvan de bebouwde omgeving. Yangzhou met zijn4,5 miljoen inwoners profileert zich als een ruimopgezette en groene gemeente. De stad met eenwelhaast provinciaal uiterlijk, zonder een echtCentral Business District is gelegen ten noordenvan de Chang Jiang (de Blauwe Rivier) en naasthet Chinese Groot Kanaal. De aanwezigheid van

vaarwater betekent dat de werkgelegenheid voorde stad en de wijde omtrek wordt gevonden in raffinaderijen, chemische industrie, autoassemblage,en scheepswerven. De in Nederland verloren kennisvan scheepsbouw kunnen we in Yangzhou weerophalen. Naast de immense omvang van terreinenen industriële complexen, wordt veel (vooraf!)geïnvesteerd in goede en ruime infrastructuur, afgezoomd door fraaie groene en goed onderhou-den borders. De ontvangst is hartelijk bij elk bedrijfin de economic development zone waar we komen.Bij een lawaaierige presentatie in het splinternieuwegebouw van de free trade zone van Yangzhou fluisterteen ondernemer me toe dat we in Nederland numoeten inspelen op de kansen die hier liggen en hijis blij dat hij met en door de bestuurlijke delegatiedieper heeft kunnen kijken in het China van vandaag.Een kans die hij later met beide handen zal aan-grijpen als een Chinese onderneming hem vraagtter plaatse een offerte uit te brengen.

Bij die onderhandelingen blijkt dat de Chinezen eengroot probleem hebben. De enorme productie diegekoppeld is aan de lokale en mondiale vraag kentin de Chinese productieketen een schaarste aangrondstoffen. Of het nu om staal, kolen of siliciumgaat, de koppeling van eindproduct aan de grond-stof blijkt meer en meer een wezenlijk onderdeeluit te maken van de zakelijke transacties. Deze enandere uitwisselingen van kennis en ervaring zalvanaf juli op overtuigende wijze worden ondersteunddoor de oprichting van een Yangzhou-desk voorondernemers in Breda. Een kroon op het werk vaneen zinvolle en leerzame handelsmissie.

(1) Zuidwest-Nederland omvat het centrumgebied van deRijn-Schelde Delta, een waterrijk, open gebied gelegen aan dekust, en tussen de mainports Rotterdam en Antwerpen. HetMinisterie van EZ en de provincies hebben een budget van € 26 miljoen beschikbaar gesteld onder de noemer Pieken in deDelta Zuidwest-Nederland voor plannen van bestuurders,kennisinstellingen en bedrijven die deze strategische liggingmaximaal benutten.

InformatieGemeente OosterhoutPostbus 101504900 GB Oosterhoutwww.oosterhout.nl

Een Chinese onderneming vraagt ter plaatse een offerte uit te brengen.

Page 16: Zomer 2008 #63 Wethoudersestafette Pontsteiger, een jaar later … · 2014. 6. 2. · Den Haag. Sinds 1999 werkt hij als freelance fotojournalist voor verschillende bladen, kranten

Stijlvol recreërenin Ville Buiten

ontwikkelaar Wijnand van Smeden in, die met zijnontwikkelingsmaatschappij Kapenglop dit deel vanhet terrein wist te verwerven. Jurjen van der Meer:‘Ik ben opgegroeid op het eiland – mijn vader had ereen aannemersbedrijf en bouwde van die eilander-huisjes. Ik ben altijd betrokken geweest bij deinrichting van Schiermonnikoog. Ik heb nooitbegrepen waarom ze zo’n groot hotel op die plekwilden. Een enorme kist met een ondergrondsedisco, dat was allemaal mogelijk op die plek. Maarwaarom zou je dat doen terwijl niemand daarop zit te wachten? Ik heb Wijnand van Smedengebeld en gezegd: dat spul is te koop en ik wil daareen ontspannen, mooi en vooral niet ordinair planneerleggen. Ik wist dat Van Smeden van kwaliteithoudt. Ik nam het initiatief en hij trad op als ont-wikkelaar.’

Bleef het probleem van het bestemmingsplan datvoorzag in één groot volume. De ontwikkelaar ver-zocht de gemeente om het hotel de vorm te gevenvan losse appartementen met een facilitair gebouwaan de Badweg voor een boekingskantoor en eenrestaurant. De ontwikkelaar bedacht een hotel-formule met elf aandeelhouders, die elk het bezitzouden krijgen van een huis. Privaatrechtelijk werdvastgelegd hoe de inrichting en het onderhoud vanhet terrein moesten plaatsvinden. De buitenruimtevan de huizen maakt deel uit van de architectuur,zodat de ontwerpers volledig greep hadden en hiel-den over de vormgeving van het landschap. Zo ontstond een veel lossere bebouwing met eenbeperkte footprint. Het duinlandschap loopt tussende huizen door tot aan de weg en blijft open; erkomen geen erfafscheidingen, alleen een beplantingdie aansluit op het omringende landschap.

In de gemeenteraad bestond aanvankelijk twijfel:was het voor de economie niet beter als er toch eengroter hotel zou komen? Toch werd, vooral opgrond van het architectonisch ontwerp, de klein-schalige verkaveling omhelsd. Er werd vrijstellingverleend en een vergunning afgegeven voor elf zelf-standige woningen met daarbij wel de verplichtingom het voorgebouw met restaurant te bouwen.Theo de Vries van de gemeente Schiermonnikoog:‘De gemeente heeft toegestemd omdat het een heelbijzonder project is. Het past ontzettend goed opdie plek en de architectuur is echt hedendaags. Diecombinatie sprak mij vanaf het begin erg aan. Ikdacht zelf altijd: als dit er komt, dan zou dat weleens heel goed kunnen passen op deze plek. Dat ismijn persoonlijke mening, maar die werd kennelijkgedeeld door het bestuur.’

De elf huizen zijn opgeleverd. Het landschap krijgtvorm. De open verkaveling wordt nog versterkt

16 Architectuur Lokaal #63

Opgaven

Leisure > Tekst: Jan Evert Abrahamse > Opdrachtgever: Kapenglob bv > Ontwerp en beeld: De Zwarte Hond

Het eiland Schiermonnikoog is bepaald geen brandpunt van verandering.De meest besproken nieuwbouwprojecten van de afgelopen veertig jaarzijn een bescheiden dorpsuitbreiding in de stijl van de typische ‘eilander’huisjes en een appartementenhotel voor de nieuwe rijken. Onlangswerd Ville Buiten opgeleverd. Deze recreatiewoningen werden meteenuitgeroepen tot BNA-gebouw van het jaar in de regio Noord.

‘Ik heb de projectontwikkelaargebeld en gezegd: dat spul is tekoop en ik wil daar een ontspannen, mooi en vooral nietordinair plan neerleggen.’

Beschut aan de Badweg, in het Nationaal Park Schiermonnikoog, liggen de 11 houten villa’s die samen Ville Buiten vormen.

De meest recente ontwikkeling op het eiland speeltzich af aan de Badweg, de belangrijkste verbindingsastussen het dorp en het Noordzeestrand. Hier liggenin een strakke moderne architectuur elf houtenhuizen tegen de dun bebouwde duinen aan. Aande Badweg lag een groot terrein dat ooit in hetbezit was van het kinderkoloniehuis Sint-Egbert,een katholieke instelling, waar ook een kerkje, eenzusterhuis en een dienstwoning bij hoorden.

Het terrein en de opstallen zijn in de jaren tach-tig verkocht aan een Duitse stichting, die er eenvakantiehuis voor gehandicapte kinderen op heeftgebouwd. De stichting wilde in 1995 van het complex af, maar kon het niet verkopen omdat hetmet subsidie gebouwd was. Deze zou in geval vansloop moeten worden terugbetaald. Ondertussenhadden allerlei hotelontwikkelaars lucht gekregenvan de locatie; in het bestemmingsplan, dat nogdateerde uit 1974, stond een bouwvlek aangegevenwaarop een hotel van zo’n 3500 vierkante meter indrie bouwlagen mogelijk zou zijn. Een dergelijke

forse ingreep in het duinlandschap zou van deBadweg een verstedelijkingsas tussen dorp enstrand maken.

Toen de subsidietermijn eenmaal was verlopenkwam het terrein – met het zeer ruime bouwrecht– alsnog op de markt. Bijna niemand wist dat eenvan de huurders op het terrein, ondernemer YdeJasper Talsma, het eerste recht op koop had.Talsma exploiteert daar het rariteitenkabinet aliaseetcafé De Gribus. Jurjen van der Meer, geborenSchiermonnikoger en oprichter van architecten-bureau De Zwarte Hond, was een van de weinigendie hiervan wel op de hoogte was.

Zorgorganisatie Philadelphia uit Nijkerk deedhet hoogste bod en dacht eigenaar te worden vanhet terrein, totdat Talsma de Duitse eigenaar weesop zijn eerste recht van koop. Hij verwierf het heleterrein. Een deel verkocht hij door aan Philadelphiaen een deel hield hij zelf. Wat overbleef was het terrein waar het bestemmingsplan een groot hoteltoeliet. Architect Van der Meer schakelde project-

Page 17: Zomer 2008 #63 Wethoudersestafette Pontsteiger, een jaar later … · 2014. 6. 2. · Den Haag. Sinds 1999 werkt hij als freelance fotojournalist voor verschillende bladen, kranten

doordat het horecagebouw aan de Badweg er nietstaat. Van der Meer: ‘Om eerlijk te zijn, van onshoeft dat restaurant er niet te komen. Ik heb lievereen open landschap.’ Of het er komt, zal de toe-komst uitwijzen. De markt is er niet naar; een aan-tal restaurants op het eiland leidt een zieltogendbestaan of is verdwenen. De reacties op de ont-wikkeling zijn wisselend. De Vries: ‘Ik hoor waarde-ring: de gebouwen in de directe omgeving zijnvoor het grootste deel van voor de oorlog. Er staanallerlei bouwstijlen door elkaar. Dit voegt daarweer een laag aan toe. Maar je weet hoe dat gaatmet nieuwe dingen: er zijn altijd mensen die roe-pen dat het nergens op lijkt.’

Zo is op het eiland een uitgesproken, strak vormgegeven ensemble ontstaan dat in nauwe verbinding staat met het landschap en dat in niets

lijkt op een recreatiedorp als Esonstad. Aan demate waarin het tot op detail is doorontworpen engerealiseerd is te zien dat de vormgever van hetplan ook de initiatiefnemer van de ontwikkelingis. Van der Meer: ‘Door deze aanpak konden wijals bureau heel ver gaan in de vormgeving: van hetniveau van het landschap tot in het kleinste detailkonden we precies doen wat we wilden.’

InformatieIn Nederland staan zo'n 225.000 recreatie-woningen. Recreatiewoningen staan vaak inkwetsbare natuurgebieden. Het gemeentelijkebestemmingsplan geeft aan of ergens wel of nietpermanent gewoond mag worden. Het gemiddeldebeeld is dat van een te groot aantal eenvormigevakantiehuisjes die op de mooiste plekjes staan.

Kortom: storende elementen in het landschap,aangeprezen als luxueuze recreatievilla’s metrelaxruimte op een droomlocatie. Kan het ookanders? Zijn er projectontwikkelaars die oog heb-ben voor architectonische kwaliteit en inpassingin de – vaak groene – omgeving? In de komendedrie afleveringen van Architectuur Lokaal besteedtJaap Evert Abrahamse aandacht aan het fenomeenleisure.

Gemeente SchiermonnikoogPostbus 209166 ZP Schiermonnikoogwww.schiermonnikoog.nlDe Zwarte Hond, Groningenwww.dezwartehond.nl

17Architectuur Lokaal #63

Opgaven

De vakantiewoningen hebben een plat dak, een grote veranda en een relatief gesloten noordgevel zodat het tegenoverliggende huis vanafde veranda optimale privacy geniet. De gevels zijn opgebouwd uit Red Cedar planken met grote uitsparingen voor glazen puien en ramen.

Page 18: Zomer 2008 #63 Wethoudersestafette Pontsteiger, een jaar later … · 2014. 6. 2. · Den Haag. Sinds 1999 werkt hij als freelance fotojournalist voor verschillende bladen, kranten

18 Architectuur Lokaal #63

Opgaven

Pontsteiger, een jaar later

Tijdens zijn wethouderschap in Amsterdam heeftDuco Stadig een procedure ontwikkeld om dekwaliteit te kunnen waarborgen van projectenwaarvan de gemeente niet zelf de opdrachtgeveris. Een van de mogelijkheden is de grondprijs vaneen te ontwikkelen gebied vast te zetten en teselecteren op het ontwerp. Een andere optie is datalle partijen gezamenlijk optrekken. Dat laatstehebben stadsdeel Westerpark en de ontwikkelaarsgedaan bij de prijsvraag voor Pontsteiger inAmsterdam. Voordat de meervoudige opdrachtonder drie bureaus werd uitgeschreven, hebben zij overeenstemming bereikt over het programma,de grondprijs en de locatie. De combinatie vancommerciële ontwikkelaars en woningcorporatiesmaakte het mogelijk om de bouw te starten zodra het ontwerp is uitgewerkt. Vanwege de

eigen financiële reserves hoeven corporatiesimmers niet eerst 70% van de woningen vooraf teverkopen om te kunnen voldoen aan de eisen van de bank. Behalve het programma en de partijenis van tevoren ook duidelijk omschreven hoe deprocedure zou verlopen. Een belangrijk onderdeeldaarvan was het betrekken van meningen van de omwonenden. ‘Dat hebben we gedaan door deontwerpen, voordat de jury een oordeel velde, tentoon te stellen en reacties te verzamelen. Dereacties van de bezoekers van de tentoonstellingen de website zijn meegewogen door de beoor-delingscommissie. Op deze manier hebben belang-hebbenden invloed op de procedure zonder dat zij het werk van de deskundigen teniet doen’,aldus Fer Felder, directeur van De Principaal.

In het geval van Pontsteiger waren jury en publiekhet roerend eens, maar wat zou er zijn gebeurd als het oordeel van het publiek lijnrecht tegenoverdat van de jury had gestaan, als er een duidelijkevijandigheid merkbaar was geweest voor eenbepaald plan?Fer Felder: ‘De vraag is of het zover zou komen.In principe is het oordeel van de vakjury leidend.In het beoordelingsrapport kan de jury reagerenop de meningen van de burgers en wellicht eendeel van de onzekerheid of onduidelijkheid weg-nemen. Aan de andere kant: de belangen zijngroot en alle plannen die ter beoordeling wordenvoorgelegd zijn technisch gezien realiseerbaar binnen de doelstellingen van de uitschrijvers. Iksluit niet uit dat bij grote onenigheid de belangenvan de burgers zwaarder zouden wegen, en dat hetadvies van de beoordelingscommissie terzijde zouzijn geschoven. Als we dat niet zouden doen, zouook het stadsdeel in de problemen komen, en datmaakt de kansen op realisatie van een omstredenplan niet groter.’

Maar kan het publiek beoordelen wat in haarbelang is? Mensen kunnen wel iets mooi of lelijkvinden, maar zijn zij in staat om de kwaliteit vaneen ontwerp te beoordelen, de plattegronden, deopenbare ruimte, de bezonning?Fer Felder: ‘Misschien niet, maar een ontwikkelaarkan zich niet permitteren de geluiden van om-wonenden naast zich neer te leggen. We hebbennatuurlijk een opvoedende taak, maar we moetende woningen wel kunnen verkopen. We zouden

De Selectie > Tekst: Indira van ’t Klooster > Ontwerp: Arons & Gelauff Architecten > Opdrachtgever: stadsdeel Westerpark Amsterdam, De Principaal/De Key, Rabo Bouwfonds/Ymere, Delta Forte/Rochdale

Wanneer ontwikkelaars vanaf het begin samen optrekken en duidelijkeafspraken maken, is de kans groter dat een winnend ontwerp daad-werkelijk wordt gebouwd. Dat was althans de gedachte van het stadsdeelWesterpark in Amsterdam en de ontwikkelende partijen bij de plan-vorming voor Pontsteiger op de kop van de Houthavens. ArchitectuurLokaal evalueert de meervoudige ontwerpopdracht met Fer Felder enBouke Kapteijn van De Principaal, één van de uitschrijvers. ‘Het is zinloos om te eisen dat het winnend ontwerp in de krimpfolie gaat.’

Page 19: Zomer 2008 #63 Wethoudersestafette Pontsteiger, een jaar later … · 2014. 6. 2. · Den Haag. Sinds 1999 werkt hij als freelance fotojournalist voor verschillende bladen, kranten

19Architectuur Lokaal #63

Opgaven

bij grote aversie eerst bij onszelf te rade gaan: zienwe iets over het hoofd, wat bevalt de mensen danniet? We bouwen tenslotte niet voor onszelf. Als een beoordelingscommissie de bezwaren vanburgers niet kan wegnemen in haar rapport en wehebben die burgers wel betrokken bij de procedure,dan moeten we hen ook serieus nemen, niet alleende deskundigen. Maar hoe beter we het publiekinformeren, zoals met de tentoonstelling en dewebsite, hoe groter de kans dat ook burgers eenafgewogen oordeel hebben, zij het wellicht opandere gronden.’

Een jaar geleden werd de winnaar bekend gemaakt.Wat is nu de stand van zaken?Bouke Kapteijn: ‘Na de selectie van het ontwerp ishet eerste halve jaar besteed aan interne organisatie.Het duurt even voor een projectorganisatie metzoveel partijen op orde is, want ook in de realisatie-fase blijven alle partijen betrokken. Vervolgenshebben we allerlei onderzoeken gedaan. Inmiddelszijn we bezig met de uitvoering van het ontwerp.Het stadsdeel wilde het ontwerp in de krimpfoliedoen, dat we ons precies aan het ontwerp zoudenhouden, maar in de praktijk kan dat niet. Bij detechnische uitwerking bleek bijvoorbeeld dat deschachten breder moesten worden en de vloerendikker. Het gebouw is nu 2.60 meter hoger.’

In deze fase moet dus blijken of het inderdaadmogelijk is om door regie vooraf de kwaliteit vanhet ontwerp in de uitvoeringsfase vast te houden.Lukt dat?

Bouke Kapteijn: ‘Jazeker, de doorgevoerde wijzi-gingen zijn geen verarming van het ontwerp. Hetinmiddels afgeronde voorlopige ontwerp verschiltnauwelijks van het prijsvraagontwerp. Wat helpt,als extra borging, is dat Sjoerd Soeters als supervisorvan de Houthavens ook in de beoordelings-commissie zat. Hij weet dus heel goed wat essentieelis aan het ontwerp en kan erop toezien dat datbehouden blijft.’

Is, achteraf gezien, de procedure van de prijsvraaggoed geweest of zou je nu dingen anders doen?Fer Felder: ‘Met de kennis van nu zou ik vierarchitecten hebben uitgenodigd. Dan kan er éénafvallen, zonder dat het competitie-element vervalt.Nu viel één ontwerp buiten de gestelde randvoor-waarden met betrekking tot de afmetingen van delocatie. Daardoor bleven slechts twee ontwerpenover. Dat is eigenlijk te weinig. We hebben ooknog nagedacht of de financiële randvoorwaarden

anders geformuleerd zouden moeten worden. Nu voldeed geen van de drie ontwerpen aan definanciële kaders. Maar nee, een architect moetzich niet bij elke lijn gaan zitten afvragen of datbetaalbaar blijft. Dus zullen we het een volgendekeer weer zo doen als nu: keiharde financiëlerandvoorwaarden stellen want dat dwingt voor-onderzoek van de architect af, vervolgens grondigdoorrekenen wat een ontwerp kost, en dan in debeoordelingsfase pas iets ruimhartiger omgaanmet de gestelde kaders. Voor Pontsteiger hebbenwe overigens wel, toen bleek dat alle ontwerpen teduur waren en formeel gezien gediskwalificeerdhadden moeten worden, van de architecten degarantie gevraagd om mee te werken aan bezuini-gingen om alsnog binnen budget te komen.’

InformatieDe uitschrijvende partijen waren het stadsdeelWesterpark, in samenwerking met De Principaalen de Key, Rabo Bouwfonds en Ymere, DeltaForte en Rochdale. Architectuur Lokaal werktemee aan de opstelling van de wedstijdprocedureen aan de beoordeling. Ontwerpen kwamen vanMeyer en Van Schooten Architecten en Arons enGelauff Architecten. Het ontwerp van Archi-Tectonics werd gediskwalificeerd. In de ontwikkelingsfase doet De Principaal hetprojectmanagement, de marketing wordt gedaandoor Ymere en Rabo Bouwfonds en de uitvoeringligt in handen van Rochdale.www.pontsteiger.nl

‘Ik sluit niet uit dat bij grote onenigheid de belangen van deburgers zwaarder zouden wegen en dat het advies van de beoordelingscommissie terzijdezou zijn geschoven.’

Prijswinnend ontwerp, 2007 Voorlopig ontwerp (VO), 2008

Page 20: Zomer 2008 #63 Wethoudersestafette Pontsteiger, een jaar later … · 2014. 6. 2. · Den Haag. Sinds 1999 werkt hij als freelance fotojournalist voor verschillende bladen, kranten

20 Architectuur Lokaal #63

Praktijk

TU Delft: Een nieuw type ingenieur

De faculteit Bouwkunde kent vier afdelingen:Architectuur, Stedenbouw, Bouwtechniek enBouwmanagement. Sinds september 2007 is®MIT (Restauratie, Modificatie, Interventie &Transformatie van de gebouwde omgeving) daarals zelfstandige afdeling aan toegevoegd. ®MIT komt voort uit de vakgroep Restauratie,een onderdeel van de afdeling Architectuur, waaraan de namen van beroemde professoren alsTemminck Groll en Van Voorden waren verbonden.Er ging in 2005 een schok door de wereld van derestauratiearchitecten en het Nederlandse erfgoed-circuit toen Jo Coenen werd benoemd op de leerstoelRestauratie. Coenen staat immers vooral te boekals moderne architect en als stedenbouwkundigsupervisor. Al heeft hij ook het Glaspaleis en hetOranje-Nassau gebouw in Heerlen gerestaureerd.

De belangrijkste aanleiding voor deze spectaculairebenoeming was het stoffige imago van de afstudeer-richting Restauratie waar jaarlijks slechts een

AiO: Architect in Opleiding > Tekst: Marc A. Visser > Beeld: www.flickr.com, p. 20; TU Delft, p.21

Bij de brand op dinsdag 13 mei 2008 is het gebouw van de FaculteitBouwkunde van de TU Delft vrijwel volledig verwoest. Hoewel derookwolken aan de Berlageweg nog maar nauwelijks zijn opgetrokkenen het gehavende gebouw ten prooi gevallen is aan de slopershamer,wordt in Delft al stevig nagedacht en gediscussieerd over de toekomst.Onder de voortvarende leiding van decaan Wytze Patijn en zijn staf isinmiddels een tentenkamp met de naam BK-City gerealiseerd en wordenook de eerste stappen gezet voor de realisatie van nieuwe huisvestingvoor de faculteit. Ongewild raakt het proces van veranderingen, dat alenkele jaren geleden werd ingezet, daarmee in een stroomversnelling.Eén van die vernieuwingen is de oprichting van de afdeling ®MIT vanhet gelijknamige kenniscentrum onder leiding van prof. Jo Coenen.

Page 21: Zomer 2008 #63 Wethoudersestafette Pontsteiger, een jaar later … · 2014. 6. 2. · Den Haag. Sinds 1999 werkt hij als freelance fotojournalist voor verschillende bladen, kranten

21Architectuur Lokaal #63

Praktijk

erfgoed te laten overvloeien in nieuwe bouwsels,dat wil zeggen het bestaande op te nemen in hetnieuwe door intensief gebruik te maken van hetbestaande. In Nederland lijkt de verhouding tussenerfgoedspecialisten en architecten problematisch.Dat er sprake zou zijn van een tegenstelling tussende nieuwbouw- en de restauratiearchitect, waarvantraditioneel de eerste superieur wordt bevondenboven de tweede, bestrijdt Coenen. Ontwerpen metgevoel voor context is geen exclusief terrein vanmonumentenzorg en restauratie, maar behoort totde kern van de architectuur. Hij meent dat de ontwikkeling van de bouwkunst op geen betere plekkan worden gestimuleerd dan binnen het breedopgevatte vakgebied van de restauratie. Door goedte kijken naar monumenten, waaronder hij ooksteden en landschappen rekent, en door deze teanalyseren worden essentiële architectonische feiten zichtbaar die steeds geldigheid bezitten.

Bij andere Europese architectuuropleidingen isde geschiedenis van de bouwkunst intrinsiekonderdeel van het curriculum en daarom wordt deinterventieontwerpopdracht met plezier bejegend.Door het ontwikkelen van deze kennis bij de jongegeneratie kan dit aspect opnieuw een volwaardigonderdeel worden van planprocessen. Zij moetenals lid van een veelal multidisciplinair samengesteldteam, integrale oplossingen verzinnen voor hedendaags gebruik, ergens tussen continuïteit enverandering. Uiteindelijk is voor de nieuwe ingenieurook culturele bagage onontbeerlijk om de juisteafwegingen te kunnen maken.

Naast het leveren van onderwijs, het doen vanonderzoek en de begeleiding van promovendi opdeze gebieden, wordt veel waarde gehecht aannauwe betrekkingen met de beroepspraktijk. Debelangrijkste innovatie in de inhoudelijke en organisatorische opzet van ®MIT bestaat uit hetopen vizier naar de buitenwereld. Binnen ®MIT ishet onderwijs en onderzoek ingebed in een inter-nationaal wetenschappelijk kenniscentrum. Doelvan het kenniscentrum is het bevorderen van multidisciplinair onderzoek, productontwikkelingen kennisuitwisseling op het gebied van modificatie,interventie en transformatie van de gebouwdeomgeving. Het kenniscentrum verzorgt publicaties,tentoonstellingen, congressen en manifestaties.Daarbij ligt de nadruk op ontwerponderzoek en opeen multidisciplinaire benadering. Het onderzoekvan het kenniscentrum wordt mede geschraagddoor externe partijen. Onder de opdrachtgeversbevinden zich diverse gemeenten, provincies,ministeries, ontwikkelaars, eigenaren van erfgoeden het werelderfgoedcentrum van UNESCO.

InformatieAiO: Architect in opleiding is een nieuwe rubriekdie verkent op welke manier onderwijsinstellingenontwerpers voorbereiden op de praktijk, danwel op welke manier zij architecten onderwijzen in deopgaven van de toekomst.

Marc A. Visser is directeur van kenniscentrum®MIT van de faculteit Bouwkunde TU Delft.Daarnaast is hij verbonden aan S@M stedebouw &architectuurmanagement, Amsterdam.

Literatuur: Jo Coenen: De kunst van de versmelting/The art of blending, 2006, uitgeverij VSSDRob van Hees: De restauratie voorbij/BeyondRestauration, 2007, uitgeverij VSSDPaul Meurs: Bouwen aan een weerbarstige stad/Building in the stubborn city, 2008, uitgeverij VSSD

Kenniscentrum ®MITFaculteit Bouwkunde Postbus 5043 2600 GA Delftwww.RMIT.nl

RMIT op excursie naar Barcelona. Foto: Sjon Veen

RMIT op excursie naar Barcelona. bezoek aan Fossar de la Pedreravan architecte Beth Galí. Foto: Maarten Mesman

RMIT op excursie in Barcelona. Presentatie door restauratie-architect Jordi Garcés. Foto: Jwert Bernarkiewicz

handjevol studenten op af kwam. Het universiteits-bestuur vond in Coenen een man met ideeën en meteen agenda. Coenen verbond aan zijn benoemingtwee belangrijke voorwaarden: hij wilde de leer-stoel niet in zijn eentje bezetten en hij vond dat ereen onderzoeksinstituut moest worden opgerichtom een betere uitwisseling tussen de praktijk en dewetenschap tot stand te brengen. Om het nieuwetype ingenieur te kunnen afleveren, waar de praktijkvolgens Coenen behoefte aan heeft, moeten actuelemaatschappelijke vraagstukken al tijdens de op-leiding tot onderwerp van studie worden gemaakt.Omgekeerd kan expertise die op de TU is ontwikkeldter beschikking worden gesteld aan de samenleving.Paul Meurs bezet inmiddels de andere helft van deleerstoel Restauratie. Anno 2008 doorlopen jaarlijkscirca 100 Masterstudenten het onderwijs bij deafdeling ®MIT. In het kenniscentrum werkt eenteam van circa 15 onderzoekers en promovendiaan uiteenlopende onderzoeksopdrachten uit bin-nen- en buitenland.

De toekomstige bouwopgaven zullen volgensCoenen, nu niet meer primair om productie vanhet nieuwe gaat, in toenemende mate bestaan uittransformatieopgaven op alle schaalniveaus. Dezeverandering in het werkterrein van de architect enandere ruimtelijke ontwerpers is onderdeel vaningrijpende wijzigingen van de beroepspraktijk.Politici, ontwikkelaars, bouwmanagers en bouwerszijn zich hiervan terdege bewust, maar de archi-tecten nog veel te weinig. De houding van dezeberoepsgroep noemt hij passief. De noodzaak tothet ontwikkelen van een nieuwe beroepsmatigeattitude vormde de belangrijkste aanleiding voorCoenen om zich in te zetten voor een verbreding

en herdefiniëring van het vak. De TU bleek bij uit-stek de plaats om zijn missie ten uitvoer te brengen:het opleiden van een nieuw type (bouwkundig)ingenieur. Inhoudelijk heeft Coenen een herschik-king gemaakt van het vakgebied, verdeeld in eendrietal werkterreinen: Modificatie, Interventie enTransformatie (MIT). Onder Modificatie vallen deinstandhoudings- en conserveringstechnieken ophet schaalniveau van het materiaal tot aan hetgebouw. Onder Interventie vallen de verschillendetypen attitudes bij ingrepen aan gebouwen en aanensembles (continuïteit, polariteit, dialoog, con-gruentie en versmelting). Transformatie behandelthet schaalniveau van het ensemble tot aan het silhouet, het stads- en dorpsgezicht en het land-schap. Deze drie begrippen vormen tezamen deinhoudelijke verbreding van het vakgebiedRestauratie ®.

Om bijzondere objecten of ensembles te latenoverleven, is naast kennis van geschiedenis, technieken materialen de architectonische ontwerpvaardig-heid onontbeerlijk. Het is een kunst om historisch

De toekomstige bouwopgavenzullen, nu het niet meer primairom productie van het nieuwe gaat, in toenemende mate bestaan uit transformatieopgaven op alleschaalniveaus.

Page 22: Zomer 2008 #63 Wethoudersestafette Pontsteiger, een jaar later … · 2014. 6. 2. · Den Haag. Sinds 1999 werkt hij als freelance fotojournalist voor verschillende bladen, kranten

22 Architectuur Lokaal #63

Praktijk

Re:Actie > Tekst: Henk Postuma > Opdrachtgever:Zodiac Zoos > Beeld: Dierenpark De Wissel

De gemeente Emmen werkt aande verplaatsing van NoorderDierenpark Emmen. Voor dat project zoekt de gemeente voor-beeldprojecten, maar die liggenniet voor het oprapen, zou je denken. Architectuur Lokaal ontdekte dat op nog geen uur rijden van Emmen een anderegemeente voor dezelfde opgaveheeft gestaan. Heeft de gemeenteEpe nuttige tips voor Emmen?

Dierenpark Wissel is een klein regionaal dieren-park in Epe dat ligt ingesloten tussen een verblijfs-recreatief gebied en het Wissels Veen, een kwets-baar natuurgebied. Sinds 1995 groeide dedierentuin van 35.000 naar 150.000 jaarlijksebezoekers, waardoor uitbreiding noodzakelijk is.Uitbreiding is fysiek gezien alleen mogelijk in hetnatuurgebied, maar dat is ruimtelijk gezienonwenselijk en beleidsmatig niet mogelijk.

Bovendien zijn elders in de gemeente geschiktelocaties voorhanden voor vestiging van een regionaal dierenpark. Het voortbestaan van hetdierenpark en de noodzakelijke uitbreiding heeftvoor een recreatieve gemeente als Epe een belang-rijke waarde. Vanwege de strikte bescherming vanhet natuurgebied de Veluwe en de flanken van deVeluwe zijn de recreatieve ontwikkelingsmogelijk-heden in de gemeente beperkt. Gekozen is voor

een terrein dichtbij een afslag van de A50.De verplaatsing van het dierenpark leidt tot een

afweging voor de toekomstige bestemming van deachter te laten locatie. Aangezien een vergelijkbarerecreatieve activiteit niet langer wenselijk is op debetreffende locatie wordt gezocht naar een passendebestemming. Het gebied van het huidige dierenparkis door provincie begrensd voor ontwikkeling vannieuwe natuur voor realisatie van de ecologischehoofdstructuur (EHS), in dit geval de WisselsePoort. De financiële haalbaarheid om de locatie teontwikkelen als natuur is nog onzeker.

De belangen voor de verplaatsing van het dieren-park liggen bij drie overheidspartijen. De prioriteitvan belangen verschilt. De provincie Gelderlandheeft de opdracht voor realisatie van de EHS en deaanpak van prioritair verdroogde gebieden. In ditgebied komt deze opdracht samen. In de omgevingvan het dierenpark moeten enkele honderden hectare natuur worden gerealiseerd. Het zwaarte-punt van deze realisatie ligt in het Wisselse Veen,een belangrijk verdroogd natuurgebied op de flankvan de Veluwe. Het dierenpark ligt op de rand vandit natuurgebied. Het waterschap beschermt dekwaliteit van het oppervlaktewater. Door het dierenpark loopt een sprengenbeek met een eco-logische doelstelling, waarvan het water verderstroomafwaarts wordt gebruikt voor drinkwater-winning. Het dierenpark vormt een mogelijk risicovoor de waterkwaliteit van de beek.

De gemeente heeft de verantwoordelijkheid vooreen goede ruimtelijke kwaliteit. Door de sterkgestegen bezoekersaantallen is de huidige bereik-baarheid onvoldoende en komt de ruimtelijk kwaliteit in het gedrang. Daarnaast betekent hetdierenpark een sterke economische waarde voorde gemeente.

Duidelijk is dat de noodzaak voor verplaatsing van het dierenpark Wissel voortkomt uit anderebelangen dan die bij Noorder Dierenpark Emmen.In het Wisselse hebben drie overheidspartijenbelang bij de verplaatsing, en is de betrokken partij

een particuliere ondernemer (Zodiac Zoos), waaringeen overheid participeert. Voor een verplaatsings-proces is helderheid in de te bereiken doelen enverantwoordelijkheden op zowel de te verlatenlocatie als de nieuwe locatie van groot belang. Dat is in Epe, met zoveel partijen, niet eenvoudigeen een belangrijke reden voor vertraging van hetverplaatsingsproces.

Op dit moment neemt de provincie het voortouwvoor de toekomstige mogelijkheden voor de locatieof een eventuele aankoop. De gemeente is volgendin het ruimtelijk spoor.Voor de nieuwe locatie iseen MER-rapport opgesteld, waarin een aantalontsluitingsvarianten van het nieuwe dierenparkop de provinciale weg zijn onderzocht. De voor-keursvariant, waarin een gebundelde ontsluitingmet een partycentrum, een MacDonald’s en eentransferium is opgenomen, wordt nu onderzochtop haalbaarheid. Daarna zal in 2009 een bestem-mingsplanprocedure worden doorlopen.

Het project is geslaagd wanneer het dierenpark isverplaatst naar de nieuwe locatie, waarbij opzowel de oude locatie als de nieuwe locatie deoverheidsdoelen en de doelen van de initiatiefnemerzijn gerealiseerd. Daarmee is een complex projectwaarbij twee gemeenten (Heerde en Epe), de provincie Gelderland, Waterschap Veluwe,Rijkswaterstaat, de initiatiefnemer Zodiac Zoos en andere ondernemers gezamenlijk hebben bijge-dragen aan de realisatie van een nieuw regionaal dierenpark en de uitbreiding en verbetering van hetnatuurgebied Wissels Veen met succes afgerond.

InformatieHenk Posthuma is werkzaam bij de gemeente Epe.Gemeente Epe Markt 14 8161 CL Epe [email protected] www.epe.nl

Een ongebruikelijke verhuizing

Page 23: Zomer 2008 #63 Wethoudersestafette Pontsteiger, een jaar later … · 2014. 6. 2. · Den Haag. Sinds 1999 werkt hij als freelance fotojournalist voor verschillende bladen, kranten

23Architectuur Lokaal #63

Praktijk

Dit blijkt nog het duidelijkst uit het project ArnhemCentraal. De hypermoderne OV-Terminal van UN Studio moet de verbindende schakel wordentussen de Randstad en het Ruhrgebied en daarmeehoopt Arnhem hét centrum van oost Nederland teworden. Tussen droom en werkelijkheid staanechter veel obstakels en praktische bezwaren. Na jaren is Arnhem CS nog altijd een grote bouw-put en het project is al ver over de voorgenomen opleveringsdatum en het beschikbare budget heen.Bovendien is net bekend geworden dat de enigeaannemer in de race zich heeft teruggetrokken.Begrijpelijk dan ook dat de Arnhemmer niet persezit te wachten op meer bouwactiviteit. Dit werdvorig jaar pijnlijk duidelijk na het mislukteHavenpreferendum dat werd gehouden in hetkader van het prestigieuze project Rijnboog. De haven is een essentieel onderdeel in het ontwerpvan de Spaanse architect Manuel de Sola Morales,die daarmee Arnhem aan de Rijn wil leggen eneen vervallen stuk binnenstad wil revitaliseren.

De Arnhemmers konden kiezen tussen de varian-ten Lang, Kort of Sluis, maar bleven en massethuis. Sindsdien wordt achter de schermen verdergewerkt, onder andere door een Raadswerkgroep

die inmiddels wegens politieke onenigheid uitelkaar is gevallen.

Ondertussen neemt het publieke verzet – aange-wakkerd door de oppositiepartijen – toe.Momenteel is de voorgenomen verhuizing van hetMuseum voor Moderne Kunst naar Rijnboogonderwerp van felle discussie. Hier tegenover ligtStadsblokken-Meinerswijk, een groengebied datbinnenkort ook ontwikkeld gaat worden. Waar deburgerparticipatie bij Rijnboog pas laat is ingezet –en er weinig te kiezen was – is de bevolking hiervanaf het eerste stadium bij betrokken, met alsgevolg dat nu kleutertekeningen in vingerverf alsgelijkwaardig met het plan van de grondeigenaarin het ontwerpproces worden meegenomen.Betrokkenen zijn zeer lovend over het verloopvan het participatieproces, de vraag rijst echter ofdit het juiste resultaat op zal leveren. Het projectStadsblokken-Meinerswijk leent zich bij uitstekom Arnhem-Noord en Zuid stedenbouwkundigmet elkaar te verbinden, maar de bevolking wileen groen recreatiegebied. Een gedeputeerde van de Provincie Gelderland die daarop onlangskritiek leverde moest zijn woorden meteen weerinslikken.

In Situ > Tekst: Ton Schulte > Opdrachtgever: gemeente Arnhem > Ontwerp en beeld: UN Studio

De stad Arnhem is op alle fronten in verandering. In de binnenstad, de woonwijken en het buitengebied wordt driftig gebouwd of verbouwd,zowel op kleine als op grote schaal. Ambitie is daarbij het toverwoord.

Bouwwoede tussen Randstad en Ruhrgebied

CASA publicatie ‘Arnhem am Rhein’ met creatieve ideeën over deontwikkeling van Stadsblokken-Meinerswijk

Het kan ook anders. In de VogelaarwijkenMalburgen en Presikhaaf zijn de corporaties, metVolkhuisvesting Arnhem voorop, druk bezig omsamen met de bewoners de stadsdelen weer totaantrekkelijke woonwijken te maken. De aanpakgaat verder dan louter nieuwbouw en renovatie.Eind mei is in de oude arbeiderswijk Klarendal hetmodekwartier geopend waar op initiatief van corporatie Volkshuisvesting creatieve ondernemerszijn neergestreken. De toekomst zal uitwijzen ofhaute couture en trainingspak vreedzaam kunnensamengaan, maar de intentie is er.

Met een positieve doch ook kritische houdingvolgt het jonge architectuurcentrum CASA de ontwikkelingen in Arnhem en speelt hierop indoor het organiseren van verschillende activiteiten.Zo heeft CASA rondom het preferendum vorigjaar de Eerste Arnhemse Havendag gevierd. In het Rijnbooggebied werd met enkele Arnhemseontwerpers en ondernemers een feestelijke daggeorganiseerd om inwoners duidelijk te makenwaar de haven precies gesitueerd zal worden enhoe deze het straatbeeld zal veranderen. Een jaareerder heeft CASA onder de noemer Arnhem amRhein met vijftig Arnhemse creatieven een excursieondernomen naar Düsseldorf, dat zich in de jarennegentig met succes heeft ontwikkeld aan de Rijn.Op de terugweg per boot is in workshops nagedachthoe Arnhem haar ligging aan de rivier zou kunnenversterken als input voor het planproces Stads-blokken-Meinerswijk. En dit jaar organiseert CASAin het kader van de Dag van de Architectuur eendebatavond in de burgerzaal van het Arnhemsestadhuis over Architectuur en Politiek. En dan blijven de Arnhemmers, van bestuurders, bewoners,ondernemers tot ontwerpers, zeker niet thuis.

InformatieTon Schulte is medewerker van CASA, Centrum voor Architectuur en StedenbouwArnhem. www.casa.nl

Artist impression van de toekomstige ‘OV Terminal’ Arnhem Centraal van UN Studio

De Arnhemmers konden kiezen tussen de varianten Lang, Kort of Sluis, maar bleven en masse thuis.

Page 24: Zomer 2008 #63 Wethoudersestafette Pontsteiger, een jaar later … · 2014. 6. 2. · Den Haag. Sinds 1999 werkt hij als freelance fotojournalist voor verschillende bladen, kranten

Buren(2)Hij was het gewend geraakt om naar buiten te kijken, opeen verstrooide, dromerige manier alert, en zonder dat hetinspanning kostte. Het was net de inspanning die achterwegebleef: gedachten stroomden door hem heen, elk met eeneigen ritme en een eigen agenda, tot er één gedachte wasdie een breder bedding wist te bereiken, en hem helemaalin beslag nam, alsof hij wakker werd zonder voordien echtbewust geslapen te hebben. Als die gedachte sterk, koppigof diep genoeg bleek, dan was het afgelopen met het kijken,en ging hij weer van voor het raam weg, naar binnen, opweg naar een stoel, een tafel, een scherm, een bladzijde,een potlood – misschien.Was het van belang wat hij op die momenten te zien kreeg,buiten, in de wereld achter het glas? Waarschijnlijk. Maarhet leek alsof wat er gebeurde al met zijn geest reageerdeop de plaats van het gebeuren zelf, in een onzichtbare chemische stofwolk, en dat wanneer het hem bereikte, binnen, langs de andere kant van het glas, het al iets andersgeworden was. Hij zag een klein groepje fietsers, bijvoor-beeld, en hij voelde hoe zich dat aandiende, die pure bete-kenis, die informatie, die feitelijke gegevens, als onderdeelvan het journaal van zijn gedeelte van de straat. Slechtswanneer het niet ogenblikkelijk doordrong, maar eerst nog,ter plekke, op het fietspad, opgeladen werd, veranderdeen groeide – dan kon het van ware betekenis zijn – en vannut. Zo ging het leeuwendeel van zijn dagen voorbij, metwerken en met voor het raam staan – maar het waren demomenten daartussen die hij zich wist te herinneren, die alshet residu van een dag achterbleven, ‘s avonds, als hij ingezelschap was en er verwacht werd dat hij verslag uitbrachtvan zijn dag. Van het raam naar de tafel, van de tafel naarhet raam, dacht hij dan, dat kon hij zich levendig herinneren,alsof hij slechts op dat parcours honderd percent hadbestaan.Hij keek ook nu door het raam, hield er weer mee op, gingnaar het toilet, en liep zo, daarna, kort, zijdelings, langs hetveel kleinere venster in de achtergevel van zijn appartement,dat uitgaf op een schuine, verwrongen achtertuin met fietsen,tuinmuurtjes, een bank, vuilnisbakken, een terras, een plat

dak met het kadaver van een vogel, dat nu al een half jaaraan het verdwijnen was. Volstrekt tegen zijn gewoonte in,stond hij stil, voor dat veronachtzaamde raam, ongeschiktals het was voor pauzes, voor voyeurismen, voor beleefden generisch gegluur – misschien wel omdat als er al ietsvoorviel, het uniek was, enig – er zouden op het achterkoertjenooit twee dingen tegelijk te zien zijn.En nu, nu hij door dat andere raam keek, hoogstens uit eenochtendelijke weerzin om weer aan het werk te gaan, zag hij,kort – hoelang moet iets duren om geregistreerd te worden?– een vlek op een van de blinde bakstenen muren, eenlanggerekte vlek in de vorm van een menselijk silhouet, datzich nog net aan de dakrand leek vast te kunnen grijpen;alles was aanwezig, als een vuurflikkering in een oude grot:slanke benen, een smalle romp, een dun hoofd, sprietigebovenarmen. En vlak daarna was alles weer afwezig, zonder spoor, een schaduw – als het dat al was wat hijgezien had – laat zelf geen schaduwen achter.Het was als niets dat hij ooit eerder gezien had, en zeker nietdoor het raam van de straatkant, maar het was weg, en alshij het raam open deed en zijn hoofd naar buiten stak, zag hijniks bijzonders, niks dat bewoog of niks dat er, voor zoverhij wist, niet al eerder was geweest.Hij probeerde verder te werken, maar het ging niet. Hij stondop, liep naar de deur van zijn appartement, nam de drietrappen naar beneden, en opende daarna de kleine achter-deur naar de binnentuin. Hij wrong zich tussen vuilnisbakkendoor, kroop over een klein muurtje, leunde tegen een lantaarn-paal, zette een fiets langs de andere kant van een muur, vroegzich af of zijn buren misschien iets gezien zouden hebben,maar hij had zijn buren zelf nog nooit gezien.Alles tevergeefs dus: de schim, de sprong, de schaduw of hetsilhouet, de bijna vallende man, hangend aan de rand, wasnergens meer te bekennen, als een gedachte waarvan slechtsbekend is dat ze bestaan heeft, maar die nooit meerterugkomt.

Christophe Van Gerrewey

In 2008 reageert Christophe van Gerrewey op de foto op de voorpagina. Van Gerrewey studeerde Architectuur aan de Universiteit van Gent en litera-tuurwetenschap aan de Universiteit van Leuven. Hij publiceerde fictionele en non-fictionele teksten in tijdschriften als De Witte Raaf en OASE, en inboeken als Werkelijkheid zonder Weerga (2004), Moderne Tijden (2007) en Rotterdam (2007). Hij is als onderzoeker en docent verbonden aan deVakgroep Architectuur & Stedenbouw van de Universiteit van Gent, waar hij een doctoraat voorbereidt over het werk van Geert Bekaert.