Zeeland & Zigeuners (Couleur Locale)
-
Upload
consultancy-social-inclusion -
Category
Presentations & Public Speaking
-
view
59 -
download
1
Transcript of Zeeland & Zigeuners (Couleur Locale)
Bijdrage aan de informatie avond in Middelburg: Speech Peter Jorna, Consultancy Social Inclusion – Roma & Sinti Issues – 20 april 2015 1
Roma en Sinti, door de eeuwen heen in Zeeland en actuele ontwikkelingen in Europa
Allereerst een woord van waardering voor de organisatoren van dit project, waarvan deze avond
deel uitmaakt: kunst, muziek, educatie op scholen, geschiedenis en actualiteit, openbaar debat … het
zit er allemaal in. Het zijn ook activiteiten die over een langere periode doorlopen, dus niet zomaar
iets eenmaligs of een one off event. Ik ben gevraagd om wat te vertellen over het heden, na de
bijzondere presentatie van Herman van Rens over zijn onderzoek. Vóór ik dat ga doen wil ik u
meenemen naar de schatkamer van de historie, namelijk die van de regionale geschiedenis , inclusief
wat illustraties en anekdotes, om de couleur locale in mijn presentatie te betrekken. Als opmerkingen
vooraf: ik wil in de Nieuwe Kerk de schijn van een aanklacht vermijden en de vervolging van Roma en
Sinti was in deze provincie over het algemeen minder scherp als in andere delen van het land.
Geschiedenis: ‘Egyptenaren’ in Zeeland (1430 – 1930)
Zeeland heeft net als ieder andere provincie eeuwenlang ervaring met ons onderwerp van vandaag,
al werden Roma en Sinti toen nog niet met deze moderne politiek-correcte namen benoemd maar
stonden zij te boek als ‘Egyptenaren’, naar de vermeende herkomst van deze vreemdelingen. In
1430, tien jaar na hun eerste entree in de Lage Landen op de jaarmarkten van Deventer en Arnhem,
verschenen zij eveneens in Middelburg – een bloeiende en toen nog overwegend katholieke,
kloosterrijke havenplaats.
Middelburg, 15
e eeuw Migraties van Roma en Sinti, 15
e eeuw
Stadsrekeningen maken melding van hun verblijf, onder de kostenpost voor bier, brood en onderdak
Deze exotische lieden beschikten over geloofsbrieven van de toenmalige wereldheersers en werden
als pelgrims beschouwd. Een eeuw later echter zou de schatkist in geval van deze ‘buitenlui’
hoogstens worden aangesproken in de vorm van een premie op hun vertrek en meestal gebruikt
voor het organiseren van ‘heydenjachten’ of openbare terechtstellingen. Op speciale verordeningen
(‘Placcaeten’) stonden vagebonden aangemerkt als ‘de heydens’ – niet-christelijk of afkomstig van de
heide. Geselingen en brandmerken viel hen ten deel wanneer zij zich hier te lande ophielden, zoals
bijvoorbeeld in 1730 het geval was met een groep van 22 Egyptenaeren in het Vlaamse Graafschap.
Het jaarverslag van Watervliet vermeldt onder de lastenpost van het Schepenhuis de uitgaven voor
de scherprechter, juridische assistenten en timmerlieden voor het schavot. Van dit gezelschap –enkel
in overtreding door hun aanwezigheid want ze verrichtten hantwercke ‘om aenden cost te
Bijdrage aan de informatie avond in Middelburg: Speech Peter Jorna, Consultancy Social Inclusion – Roma & Sinti Issues – 20 april 2015 2
gheraecken’ - droegen sommigen uitheemse namen (Joseph Mondelli), van anderen (kinderen?)
werd alleen de voornaam genoteerd (Lena, Belle, Laban), maar ook hele gewone (Pieter Hendricx en
zijn vrouw Marie Janssens , Jan Baptist de Coninck en zijn vrouw Marie Anne Hendricx, Marie
Pieterssen). Ze kwamen allen van buiten: Frankfort, Antwerpen, Ieperen, Groningen, Rotterdam,
Den Bosch.
Petite Histoire: Ophef en vertier bij Petit Paris, ‘zigeuners’ aan de grens bij Ijzendijke (1900-1930)
Ik hoef u niet te vertellen dat Ijzendijke een reputatie kent, daterend uit de Belle Époque (1870-
1914): de jaarmarkt van Zeeuws-Vlaamse werkpaarden, de kermissen, een muziekkoepel in het
centrum en een kazerne aan de weg naar de grens bij Watervliet. Allerlei volk: boeren, burgers en
‘buitenlui’. Regelmatig trok ook een ‘zigeunerbende’ – want zo werden zij hier toen voor het eerst
genoemd - de grens over, met hun negotie en levende have. Eveneens – en opnieuw – ter hoogte
van Watervliet, aan de grens bij Ijzendijke in de Nederlandse provincie Zeeuws-Vlaanderen.
Watervliet, grensovergang “Veldzigt”, +/- 1900: Zigeuners aan de grens
Het huis op de achtergrond is herberg Chez Marie (en douanepost voor de accijnzen), destijds
uitgebaat door Jos Van den Broucke (de kleine man in het midden). De spoorstaven zijn van de
tramlijn Gent-Eeklo-Watervliet-IJzendijke, van de Belgische en Nederlandse trammaatschappij.
De postkaart werd in 1902 verstuurd uit Eecloo door ene Mathilde, meid in dienst bij notaris Bekaert
te Watervliet. Dergelijke foto’s verschenen indertijd op “ansichtkaart”, sommige originelen zijn nog
in omloop en doen tegenwoordig op Marktplaats 50 Euro. Deze kaart werd aan het Heemkundig
tijdschrift “Ons Meetjesland” (Eeklo, 1972) beschikbaar gesteld door de adjudant-chef van de
Rijkswacht, Brigadecommandant te Watervliet. Een ander exemplaar is in bezit van de familie
Bijdrage aan de informatie avond in Middelburg: Speech Peter Jorna, Consultancy Social Inclusion – Roma & Sinti Issues – 20 april 2015 3
Groosman te Ijzendijke, en is, even uitvoerig als de Heemkundigen dat deden, besproken door de
historicus Leo Lucassen in 1990 (pagina 60) voor zijn boek “En men noemde hen zigeuners … de
geschiedenis van Kalderasch, Ursari, Lowara en Sinti in Nederland (1750-1944)”.
Beide analyses geven aan dat het hier om een mise en scène gaat, wat begin 20e eeuw gebruikelijk
was bij de popularisering en commercialisering van de fotografie. Rechts de twee trambeamten en
de Nederlandse Marechaussee (met vier personen op volle sterkte aanwezig, dubbele rij knopen) en
de Belgische Gendarmerie links (vijf personen). Twee zigeunervrouwen in het midden kijken naar de
“portrettentrekker” (fotograaf): de ene zelfverzekerd pal op de grens, de andere ontspannen met
kind op de arm en de overige vijf kinderen blootsvoets. De zigeunermannen “in gevecht” met de
Belgische bereden Gendarmerie, met stok en riek. Wagen en tent staan op Belgisch grondgebied.
De naam, herkomst en het type werk van de familie is ook bekend. Joseph Andreas is de
familiehoofdman van deze Noorse Ketellappers en het minder speelse karakter ervan komt tot uiting
in het feit dat hun uitzetting als één van de twintig ‘Affaires’ opgenomen is in de annalen van deze
specifieke Nederlandse geschiedschrijving door de historicus Leo Lucassen over deze periode.
Burgemeesters waren niet altijd de kwaadste in hun oordeel die wisselde naar plaats en situatie.
Zo vond de burgemeester van Sluis dat ze over voldoende ‘reistocht’ beschikten om hun doel te
bereiken (Duitsland). De burgemeesters van Ijzendijke en Oostburg waren het daar echter niet mee
eens, liet hun oppakken en onder escorte terug naar België uitgeleiden, waar ze evenwel geweigerd
werden door de gendarme. Op de grensplaats van de ansichtkaart hebben de beide gezinnen een
maand lang vastgestaan, in een patstelling. De zigeuners weigerden de kortste route naar Duitsland
en Noorwegen te nemen (via Vlissingen overzee naar Hamburg), wilden over land om ook de kost te
kunnen verdienen en protesteerden – zelfs in een brief – tegen de permanente politie begeleiding.
Dat deed hun negotie bepaald geen goed.
De burgemeester van Ijzendijke beschrijft (in de verleden tijd) de situatie waarin de familie verkeert,
‘gehuisvest in een tentje dat bestond uit 3 palen waarover een zeil gespannen was’. De nacht bracht
men door ‘in een open wagen, ook met een zeil erover gespannen’. De ‘regendagen, het lijden, de
wens om weg te willen’, droegen bij aan zijn kwalificatie dat de situatie ‘treurig’ was. Uiteindelijk
kreeg de familie Andreas toestemming over land – door België – naar hun reisbestemming te gaan.
De situatie is karakteristiek – dergelijke foto’s zijn ook op het Drielandenpunt bij Vaals genomen.
Zigeuners zorgden ervoor pal op de grens zitting te nemen. Plaatselijke autoriteiten dienden zich te
vergewissen bij hun meerderen elders en ver weg (Oostende, Gent; Den Bosch, Den Haag): wat te
doen in deze situatie – als de circulaires tenminste niet duidelijk genoeg waren. Er waren
Vreemdelingencirculaires, maar ook zigeunercirculaires (1887, 1900, 1904, 1912).
Het ‘spel op de set’ ten spijt zijn zigeuners regelmatig onder escorte uit het landje verdreven. Tussen
1860, wanneer de slavernij voor Zigeuners in oost en midden- Europa (Roemenië) is afgeschaft en in
Nederland de Vreemdelingenwet ontstaat, en 1928, wanneer de mondiale crisis uitbreekt en ook
Nederland uiteindelijk niet aan een oorlog ontkomt, in deze periode vinden er tal van ‘uitleidingen’
plaats in Zeeuwse gemeenten aan deze en gene zijde van de Schelde.
Een kleine greep uit het totaal, als illustratie van de diversiteit aan activiteiten: Hulst, vanwege
‘rondventen’ (1860), uit Sas van Gent berenleiders (1880), een acrobaat (1896) en stoelenmatters
(1900), uit Zuiddorpe een ‘orgeldraaister’(1906) en een ‘bloemenmaakster’(1910), uit Axel een
‘leurster’ (1910) en een ‘venter’(1913), uit Ijzendijke weer berenleiders (1881), een acrobaat (1894)
Bijdrage aan de informatie avond in Middelburg: Speech Peter Jorna, Consultancy Social Inclusion – Roma & Sinti Issues – 20 april 2015 4
en ketellappers (1900), uit Sluis ook berenleiders (1882), en een ‘kunstenmaker’ (1890) en een
koopman (1900), uit Breskens berenleiders (1882) en een acrobaat (1894), in Aardenburg iemand
vanwege een ‘poging tot een wisseltruc’ maar ook een ‘kunstenmaker’ en een ‘paraplumaker’ (1883),
en een ‘kermisreiziger’ uit Middelburg (1904). Ook verleende een aantal burgemeesters reis- en
verblijfsdocumenten aan paardenkopers (Lovari), namelijk in Aardenburg (1912), Biervliet (1925), en
in 1928 te ’s-Heerenhoek en Axel.
Bij Dji (Eede) staan er voor het laatst berenleiders aan de grens, in mei 1923. Ze waren afkomstig uit
Servië en Italië, en beschikten over visa van de consul in Brugge. Het gezelschap bestaat uit 2
mannen, 2 vrouwen, 6 kinderen, 2 paarden, 3 beren en 2 apen. Ze worden geweigerd door de
Marechaussee ‘vanwege gebrek aan middelen van bestaan’, al krijgen ze een maand later elders (in
Limburg) wel weer een inreisvergunning. In 1928 is dan een circulaire van de AGVD van kracht, en
start een campagne met waarschuwingsbrieven aan burgemeesters in Noord-Brabant, Zeeland en
Zuid-Holland, met name naar aanleiding van de ‘Affaire Petalo’ (paardenhandelaren, eveneens uit
Noorwegen).
Het betrof al met al een diversiteit aan groepen Roma en Sinti, met een keur aan activiteiten die over
het algemeen goed van pas kwamen in de agrarische samenleving die Nederland toen nog was.
Zowel Ursari (Bosnische berenleiders), als Kalderash (uit Hongarije en Italië), Lovari (op de
paardenmarkten van Ijzendijke, Oostburg, Middelburg en Goes) en Sinti (afkomstig uit Elzas-
Lotharingen) of gewoon autochtone ‘reizigers om den brode’ die de hondenkar voor een woonwagen
hadden verruild.
Na 1928 wordt het ‘rustig’, al is het een stilte voor de storm. De idee vat post dat zigeuners ‘geboren
criminelen’ zijn. Nederland zet een ‘Zigeunercentrale’ op naar analogie van de al bestaande
‘Chinezen Centrale’ en in aansluiting op het internationale initiatief hiertoe van de Internationale
Kriminalpolizeiliche Kommission in Wenen (1936). Om bureaucratische redenen (omslachtig, duur) en
vanwege andere prioriteiten (het Joodse vluchtelingenprobleem) was de centrale in Nederland een
kort leven beschoren (1937-1939). De cartotheek met namen van zigeunerfamilies (van Sinti en
Lovara herkomst) is pas in 1983 - onder druk van de Tweede Kamer - vernietigd.
In Zeeland waren woonwagens kort voor, tijdens en na de oorlog niet meer vertoond. Inundaties, de
Atlantic Wall kuststrook, en de watersnoodramp in 1953 maakte het reizen onmogelijk dan wel
onaantrekkelijk. Van razzia’s onder deze bevolkingsgroep is niets bekend tijdens de bezetting door
Nazi-Duitsland, zoals in 18 andere Nederlandse gemeenten wel het geval was - met name de
beruchte en enig bekende ‘zigeunerrazzia’ op 16 mei 1944, waarover Herman van Rens in zijn
inleiding al vertelde.
Moderne tijd in Nederland en Europa (1970 – heden): herdenkingen en erkenning
Langs na de oorlog zouden diverse families Zeeland hooguit incidenteel aandoen, al vestigden
sommigen zich er ook wel permanent. De familie Petalo - ‘hoefijzer’ in het Romanes – waren even in
Goes met hun woonwagens. Een aantal Sinti families woont er, sommigen in huizen – zoals in
Middelburg, de familie Weis, vandaag aanwezig en familie van de in de expositie Berookte Beelden
geportretteerde Adolf Kokalo ‘Tata Mirando’ Weiss, pianist van het Koninklijk Zigeunerorkest. Maar
Bijdrage aan de informatie avond in Middelburg: Speech Peter Jorna, Consultancy Social Inclusion – Roma & Sinti Issues – 20 april 2015 5
ook op woonwagenkampjes wonen Sinti, zoals in Sas van Gent, met in hun midden de befaamde
gitarist Fappy Lafertin. Van meer recente datum zijn de Roma families die van de Balkan
wegvluchtten en opgevangen werden via het asielbeleid, ook in Middelburg.
Ik stap tot slot van mijn presentatie nog even kort over de grens, naar ontwikkelingen elders op ons
continent. Eerst aan de hand van enige symboliek en vervolgens via beleid en politiek.
Symbolen
De beeldend kunstenaar Ron Glasbeek heeft zich bij de expositie van zijn Grissailes laten inspireren
door de Nederlandse titel van het boek van de zigeuner Menyhért Lakatos (1975). De oorspronkelijke
Hongaarse titel, ”Füstös képek”, kent vele toepasselijke vertalingen: Berookte Beelden, Bittere Rook,
Mistige Beelden, the Colour of Smoke, Smoky Pictures. Er is een passage waarin Lakatos (1926-2007)
- zelf gymnasiast geworden omdat zijn moeder dat wilde en later schrijver en activist - aan zijn titel
refereert.
“Onze mensen hadden vuur in hun bloed meegekregen”, opent Lakatos zijn verhaal over het leven
van zijn familie tussen beide wereldoorlogen. “Vuur dat wind noch winter, hoe nors ook, vermocht te
doven”. En “als de wind verkeerd stond, beet de rook ons in de ogen”.
Verderop in zijn boek, tegen het eind, beschrijft Lakatos de reactie van de bewoners van het
zigeunerdorp, toen ‘de autoriteit’ - de plaatselijke notaris - de fatale zin uitsprak: “U zult allen tewerk
gesteld worden”. Lakatos, één van hen, verwoordde de reactie van de zigeuners als volgt:
“Onze berookte, roetzwarte hersenen stroomden plotseling vol kleurige, heldere, stralende beelden,
de felbegeerde beelden van het leven zelf. Werken, eten, vrij zijn? De hoogste Schepper alleen was in
staat om zulke muziek te componeren”.
Dat heeft niet zo mogen zijn. Samen met Hongaarse Joden zouden de Zigeuners per trein naar
Auschwitz-Birkenau gedeporteerd worden, waar het toenmalige Zigeunerlager in de nacht van 2 op 3
augustus 1944 voor hen plaats moest maken. Vuur is van de vier elementen wel het belangrijkste
voor Roma en Sinti, in positieve zin (‘leven’) en in negatieve zin (‘gevaar’). Dat zie je terug in het
oudste Zigeunermonument in Nederland, getiteld “Hel en Vuur”, en op een voormalige appèlplaats.
Bijdrage aan de informatie avond in Middelburg: Speech Peter Jorna, Consultancy Social Inclusion – Roma & Sinti Issues – 20 april 2015 6
Man, vrouw en twee kinderen, op de vlucht Vlam naast davidster (Westerbork, 1992)
voor het vuur (Museumplein, 1978)
Het transnationale zelfbewustzijn en streven naar erkenning kreeg een impuls met het eerste
Wereldcongres in London (1971), toen Roma en Sinti activisten uit vele landen de ban uitspraken
over het neerbuigende woord ‘zigeuner’ (afgeleid van het Duitse ziehende Gauner, rondtrekkende
vagebond, zoals Zoni Weisz vorige maand hier al vertelde bij de Opening van de expositie), om daar
positieve beelden tegenover te stellen, zoals de hymne “Djelem Djelem” en de vlag.
Blauw als de lucht vertegenwoordigt de hemel. Groen staat voor de aarde, organisch en in de groei. Het rood van het wiel van beweging voor de gevallen.
Europa
Herinneringen aan deze tijd roepen de aan invloed winnende rechts-radicale beweging en politieke
partijen op, zoals Jobbik (‘voor een beter Hongarije’; een land met naar schatting 750.000 Roma, 7%),
met opvattingen als ‘Zigeuners zijn crimineel geboren, de geboorte van zigeuners is een criminele
daad’, en de organisatie van paramilitaire knokploegen in dorpen en zigeunerwijken. In buurland
Slowakije (9%), maar ook in Bulgarije (10%) doen zich gelijksoortige bewegingen en uitbarstingen
voor, dikwijls olie op het vuur onder de door werkloosheid en armoede geteisterde
meerderheidsbevolking. Met Roemenië (8.5%) zijn de percentages van de Roma populatie in deze
landen het hoogst in Europa. Maar ook Italië (150.000) en Frankrijk (400.000) - om maar een paar
oude EU lidstaten te noemen – vielen de laatste jaren op in de media door racistisch geweld in slums
aan de rand van grote steden als Rome, Napels, Parijs, Lille en Marseille, maar ook door een
overheidsbeleid van vingerafdrukken en uitzettingen.
Van de geschatte 10 miljoen Roma in Europa is meer dan 90% al lang sedentair en leeft ongeveer de
helft inmiddels binnen de huidige EU, met grote variaties in aantallen en levensomstandigheden. In
midden- en (zuid)oost Europa is de levensverwachting, opleidingsgraad en het perspectief op werk
volgens de VN vergelijkbaar met het niveau in de Derde Wereld of Afrika Sub-Sahara (UNdp, 2003).
De Wereldbank schat dat bijvoorbeeld de Bulgaarse schatkist 526 miljoen Euro misloopt in termen
van arbeidsproductiviteit en nog eens 370 miljoen Euro aan belastingen (De Laat 2010). Door
uitsluiting en segregatie in het onderwijs en huisvesting – al dan niet fysiek met muren.
De huidige ontwikkelingen in Europa laten gelukkig ook positieve ontwikkelingen zien, zoals de
verdere groei van een actieve, geschoolde ‘elite’ met inbreng op de hoogste Europese niveaus van
besluitvorming, zoals bij de Raad van Europa, de Europese Unie en de Organisatie voor Veiligheid en
Samenwerking in Europa. Het onderwerp staat hoog op de agenda en zal dat zeker tot de evaluatie
van het bereiken van de Lissabon Doelen in 2020.
Bijdrage aan de informatie avond in Middelburg: Speech Peter Jorna, Consultancy Social Inclusion – Roma & Sinti Issues – 20 april 2015 7
Nederland
Ook ons land - met 35.000 Roma, Sinti en woonwagenbewoners - wordt langs de lat gelegd
(‘gemonitord’ door de EU en de Raad van Europa) op gebied van onderwijs, werk, huisvesting, zorg
en overstijgende indicatoren als anti-discriminatie aanpak en gelijkheid tussen man en vrouw.
Ondanks het relatieve ‘comfort’ en de ‘accommodatie’ in vergelijking met andere landen behoren
schooluitval, werkloosheid en stateloosheid (ongeveer 1.000 Roma) ook bij ons tot de hardnekkige
kwesties, terwijl de verhoudingen met autoriteiten en burgerbevolking van oudsher gespannen is.
Discriminatie – bijvoorbeeld op grond van achternaam of adres – komt voor.
Het wantrouwen over en weer komt bijvoorbeeld tot uiting in relatie tot de woonwagenkampjes. Het
wonen in een wagen – een recht dat sinds 1993 in de Huisvestingswet verankerd is – zien de meeste
gemeenten en woningcorporaties het liefst tot het verleden behoren; deze instanties karakteriseren
hun planning hieromtrent dikwijls als een ‘uitsterfbeleid’ (wat het Mensenrechtencollege tot stevige
uitspraken brengt en Europese instellingen de wenkbrauwen doet fronzen). Ik denk dat de Jan
Beckers uit Vlissingen, schrijver van het goede en vroege boek “Me hum Sinthu”, in zijn gesproken
column nog wel wat meer woorden zal spenderen aan het standplaatsenbeleid van woonwagens,
zoals dat sinds jaar en dag in Nederland bestaat.
Er is, tot slot, ook een stap vooruit. Het onderwijs gaat steeds beter. De muziek heeft een plaats. En
een zekere mate van erkenning, bij Herdenkingen bijvoorbeeld: dus als oorlogsslachtoffers. Bijzonder
is nog steeds - ook in vergelijking met andere landen - het kabinetsbesluit in 2000 om Sinti en Roma
rechtsherstel te verlenen vanwege ‘de kille na-oorlogse opvang’. Binnenkort vindt een doorstart
plaats met de mogelijkheid om op de eerder genoemde terreinen projecten in te dienen. Een in te
stellen Commissie bestaande uit Sinti en Roma zelf gaat daarover oordelen en adviseren aan het
ministerie. Inspraak in beleid, en niet alleen in projecten, zou een logische vervolgstap zijn en … hoog
tijd worden. Nederland is het verplicht aan zijn goede naam - weliswaar tanend maar nog altijd
spreekwoordelijk tolerant en gidsland- om ook in de eigen achtertuin sterke
gemeenschapsorganisaties te hebben. Het spreekt voor zich dat hier ook een verantwoordelijkheid
ligt bij de participanten zelf.
Ik dank u voor uw aandacht en graag zal ik ingaan op vragen van uw kant, met name op het thema
Europa en Nederland.
Bronnen:
Onno van Kappen, “Geschiedenis der Zigeuners in Nederland. De ontwikkeling van de rechtspositie der Heidens of
Egyptenaren in de Noordelijke Nederlanden (1420-1750)”, 1965.
Heemkundige Kring, Eeklo/Watervliet (1972 en 1984), digitaal beschikbaar via de link meetjesland,
http://freepages.genealogy.rootsweb.ancestry.com/~noemeetjesland/meetjesland/ons_meetjesland/1972_1/zigeuners_aan_grens.htm
http://freepages.genealogy.rootsweb.ancestry.com/~noemeetjesland/meetjesland/ons_meetjesland/1984_1/schavotten_opde_Stee.htm
Menyhért Lakatos, “Berookte Beelden”, in de vertaling van Erika Dedinszky (1975).
Leo Lucassen, “En men noemde hen zigeuners: over de geschiedenis van Kalderasch, Ursari, Lowara en Sinti in Nederland
tussen 1750-1944” (1990), digitaal beschikbaar via deze site getiteld ‘Vijf eeuwen Migratie’,
Bijdrage aan de informatie avond in Middelburg: Speech Peter Jorna, Consultancy Social Inclusion – Roma & Sinti Issues – 20 april 2015 8
http://www.vijfeeuwenmigratie.nl/sites/default/files/bronnen/leo_lucassen_en_men_noemde_hen_zigeuners.de_geschiedenis_van_kald
arasch_ursari_lowara_en_sinti_in_nederland_1750-1944_part1.pdf