Xerostomie/droge mond

1
188 Tijdschrift voor praktijkondersteuning december 2013 | nr 6 EUVELS Xerostomie/droge mond Paola Gerritsen De normale speekselproductie kan per persoon erg wisselend zijn. Gemiddeld produceert iemand 1 tot 1,5 liter speeksel per dag. Klachten ontstaan wanneer de speekselproductie daalt tot onder de 100 ml per dag. Wat is er over bekend? Een droge mond is normaal bij hitte, inspanning of stress. Een abnormaal droge mond kan verschillende oorzaken hebben. Meestal is een medicament de boos- doener: vooral geneesmiddelen met een anticholinerge werking geven nogal eens een verminderde speekselse- cretie en daardoor klachten van een droge mond. Er zijn veel van dergelijke geneesmiddelen, onder meer parasympaticolytica, anti-histaminica, anti-hypertensi- va, anti-emetica, anti-parkinsonmiddelen, anti-depres- siva en anti-psychotica. Daarnaast geeft een aantal aan- doeningen als lastig symptoom een droge mond: te denken valt aan diabetes en het syndroom van Sjögren, een speciale vorm van reuma waarbij traan- en speek- selklieren ontstoken raken met als gevolg droge ogen en mond. Uitdroging kan ook een droge mond veroor- zaken, evenals radiotherapie in het hoofd-halsgebied. Een enkele keer ligt de oorzaak in het centrale zenuw- stelsel, bijvoorbeeld bij een hersenaandoening. Minder speekselsecretie is niet een typische ouder- domskwaal. Bij gezonde ouderen blijft de speekselpro- ductie normaal. Wel komen de hierboven beschreven onderliggende oorzaken bij ouderen meer voor. Welke klachten en risico’s geeft xerostomie? Een droge mond is hinderlijk. Het geeft problemen met eten: er is vaak sprake van smaakverlies en het wegslik- ken van voedsel gaat moeizaam. Ook praten kan lastig zijn, alsof de mond de letters niet kan vormen. Een vieze smaak in de mond en een onaangename mondgeur kan mensen onzeker maken. Een kunstgebit zit vaak minder prettig. Doordat de beschermende werking van het speeksel (deels) wegvalt, is er meer kans op infecties in de mond: gingivitis, stomatitis en schimmelinfecties. Demineralisatie van het gebit geeft meer cariës. Wat kan ik voor de patiënt doen? Als een patiënt aangeeft last te hebben van een droge mond, is het belangrijk om zorgvuldig te zoeken naar een onderliggende oorzaak. Kijk naar medicijngebruik, bekende en onbekende aandoeningen of recen- te lokale bestraling. Inspecteer de mond op ontstekingen of irritaties, of vraag de huisarts dit te doen. Waar mogelijk wordt natuurlijk de onderliggende oorzaak behandeld, bijvoorbeeld door het aanpassen van de medicatie. Ook dit zal meestal aan de huisarts voorbe- houden zijn. Heel belangrijk is het geven van voorlichting over goede mond- hygiëne om infecties en cariës zoveel mogelijk te voorkomen: drie maal daags poet- sen, tussen de tanden reinigen met stokers of ragertjes, regelmatig de mond spoelen met fysiogisch zout, en de lippen verzorgen met bijvoorbeeld vaseline. Om de klachten te verlichten kun je adviseren om regelmatig een slokje water te nemen om de mond vochtig te houden. Slokjes water kunnen ook helpen bij het slikken. Verder kunnen alcohol en te droog voedsel beter vermeden worden. Kauwgom stimuleert de speekselproductie en reinigt de tanden. Ook het eten van zure producten geeft extra speekselaanmaak. Som- mige mensen hebben baat bij het gebruik van kunstma- tig speeksel. Dit werkt helaas hooguit twee uur en lang niet bij iedereen. Bij langdurige klachten kan pilocarpine worden voor- geschreven: het stimuleert de speekselproductie. Een lage dosering is belangrijk in verband met vervelende bijwerkingen zoals overmatig zweten, tranende ogen, vaak moeten plassen en hoofdpijn. Overleg met de huisarts is noodzakelijk als er medica- tie moet worden aangepast of als er twijfel is over de oorzaak van de klachten. Verwijzing naar de tweede lijn heeft alleen zin om de eventueel onderliggende aandoening op te sporen of te behandelen, niet zozeer vanwege de klacht zelf. Literatuur 1 Eekhof JAH, Knuistingh Neven A, Verheij ThJM. Kleine kwalen in de huisartspraktijk. Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg, 2013. 2 Oltheten JMT. Farmacotherapeutische richtlijn Droge mond/xero- stomie. www.nhg.org. Foto: Shutterstock/Nadezhda1906

Transcript of Xerostomie/droge mond

Page 1: Xerostomie/droge mond

188 Tijdschrif t vo or prakti jkondersteuning decemb er 2013 | nr 6

E u v E l s

Xerostomie/droge mondPaola Gerritsen

De normale speekselproductie kan per persoon erg wisselend zijn. Gemiddeld produceert iemand 1 tot 1,5 liter speeksel per dag. Klachten ontstaan wanneer de speekselproductie daalt tot onder de 100 ml per dag.

Wat is er over bekend?Een droge mond is normaal bij hitte, inspanning of stress. Een abnormaal droge mond kan verschillende oorzaken hebben. Meestal is een medicament de boos-doener: vooral geneesmiddelen met een anticholinerge werking geven nogal eens een verminderde speekselse-cretie en daardoor klachten van een droge mond. Er zijn veel van dergelijke geneesmiddelen, onder meer parasympaticolytica, anti-histaminica, anti-hypertensi-va, anti-emetica, anti-parkinsonmiddelen, anti-depres-siva en anti-psychotica. Daarnaast geeft een aantal aan-doeningen als lastig symptoom een droge mond: te denken valt aan diabetes en het syndroom van Sjögren, een speciale vorm van reuma waarbij traan- en speek-selklieren ontstoken raken met als gevolg droge ogen en mond. Uitdroging kan ook een droge mond veroor-zaken, evenals radiotherapie in het hoofd-halsgebied. Een enkele keer ligt de oorzaak in het centrale zenuw-stelsel, bijvoorbeeld bij een hersenaandoening.Minder speekselsecretie is niet een typische ouder-domskwaal. Bij gezonde ouderen blijft de speekselpro-ductie normaal. Wel komen de hierboven beschreven onderliggende oorzaken bij ouderen meer voor.

Welke klachten en risico’s geeft xerostomie?Een droge mond is hinderlijk. Het geeft problemen met eten: er is vaak sprake van smaakverlies en het wegslik-ken van voedsel gaat moeizaam. Ook praten kan lastig zijn, alsof de mond de letters niet kan vormen. Een vieze smaak in de mond en een onaangename mondgeur kan mensen onzeker maken. Een kunstgebit zit vaak minder prettig. Doordat de beschermende werking van het speeksel (deels) wegvalt, is er meer kans op infecties in de mond: gingivitis, stomatitis en schimmelinfecties. Demineralisatie van het gebit geeft meer cariës.

Wat kan ik voor de patiënt doen?Als een patiënt aangeeft last te hebben van een droge mond, is het belangrijk om zorgvuldig te zoeken naar

een onderliggende oorzaak. Kijk naar medicijngebruik, bekende en onbekende aandoeningen of recen-te lokale bestraling. Inspecteer de mond op ontstekingen of irritaties, of vraag de huisarts dit te doen. Waar mogelijk wordt natuurlijk de onderliggende oorzaak behandeld, bijvoorbeeld door het aanpassen van de medicatie. Ook dit zal meestal aan de huisarts voorbe-houden zijn.Heel belangrijk is het geven van voorlichting over goede mond-hygiëne om infecties en cariës zoveel mogelijk te voorkomen: drie maal daags poet-sen, tussen de tanden reinigen met stokers of ragertjes, regelmatig de mond spoelen met fysiogisch zout, en de lippen verzorgen met bijvoorbeeld vaseline.Om de klachten te verlichten kun je adviseren om regelmatig een slokje water te nemen om de mond vochtig te houden. Slokjes water kunnen ook helpen bij het slikken. Verder kunnen alcohol en te droog voedsel beter vermeden worden. Kauwgom stimuleert de speekselproductie en reinigt de tanden. Ook het eten van zure producten geeft extra speekselaanmaak. Som-mige mensen hebben baat bij het gebruik van kunstma-tig speeksel. Dit werkt helaas hooguit twee uur en lang niet bij iedereen.Bij langdurige klachten kan pilocarpine worden voor-geschreven: het stimuleert de speekselproductie. Een lage dosering is belangrijk in verband met vervelende bijwerkingen zoals overmatig zweten, tranende ogen, vaak moeten plassen en hoofdpijn.Overleg met de huisarts is noodzakelijk als er medica-tie moet worden aangepast of als er twijfel is over de oorzaak van de klachten. Verwijzing naar de tweede lijn heeft alleen zin om de eventueel onderliggende aandoening op te sporen of te behandelen, niet zozeer vanwege de klacht zelf.

Literatuur 1 Eekhof JAH, Knuistingh Neven A, verheij ThJM. Kleine kwalen in

de huisartspraktijk. Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg, 2013. 2 Oltheten JMT. Farmacotherapeutische richtlijn Droge mond/xero­

stomie. www.nhg.org.

Foto

: Shu

tters

tock

/Nad

ezhd

a190

6