X Gebondentoledoversie
-
Upload
adeline-bataillie -
Category
Documents
-
view
1.143 -
download
1
Transcript of X Gebondentoledoversie
Causaliteit
• Constitutionele• Verworven oorzaken:– Pre-, peri-, postnataal
• Geen éénduidige oorzaak:– multifactorieel
Causaliteit
• Constitutionele oorzaken– Chromosomale afwijkingen: • Numeriek• Structureel
– Technisch:• Karyogram• Fish• Micro-arrays
• Gen afwijkingen– Mendeliaanse: Monogenetisch
• Recessief• Dominant• X-gebonden
– Niet-Mendeliaanse overerving• Polygenetisch – multifactoriële erfelijkheid• Onstabiele trinucleotide sequenties• Mitochondriële erfelijkheid• Imprinting• Epigenetica
Normaal mannelijk, 46,XY
Normaal vrouwelijk karyotype 46,XX
2 chromatiden
1 chromatide : dubbelstrengige
DNA molecule
* *
*
X Y X X
X-GEBONDEN OVERERVING
X-gebonden recessief overervingspatroon
Hemofilie (bloederziekte)
• Gebrekkig stollingsvermogen van het bloed • Te wijten aan tekort in stollingsfactoren– Stollingsfactor VIII → HEMA • 1/5000 à 1/10000• Bijna uitsluitend bij jongens• Meisjes kunnen symptoomloos draagster zijn
– Stollingsfactor IX → HEMB (1/50000)
• Fenotype: bloedstollingsstoornissen– Zelfs gewone blauwe plek is gevaarlijk– Inwendige bloedingen niet altijd zichtbaar– Vroeger dodelijke ziekte (weinigen werden
volwassen)– Nu: de ontbrekende bloedstollingsfactor wordt
per infuus toegediend• Ernst van de aandoening loopt parallel met de
hoeveelheid normale factor VIII• 50% factor VIII: symptoomloze draagsters• 25% factor VIII: geen symptomen• 5% factorVIII: lichte symptomen• <1% bij ¾ van de patiënten: ernstige aandoening
Fragiel-X syndroom
Trinucleotide repeats: CGG
• Bevinden zich in een functioneel gen• Lengte wordt boven een aantal onstabiel• Boven een bepaalde lengte : functiewijziging
van het gen: genetische aandoening• Normaal: 6 tot 52
premutatie: 52 tot 200mutatie: meer dan 200
Fragiel X syndroom
• X-gebonden=geslachtsgebonden
• Mentale retardatie• Gedragsprofiel
Dragerschap
• 1 op 250 vrouwen• 1 op 800 mannen
Hoe herken je ze?
Klinische kenmerken:
• Lang gezicht met fors voorhoofd
• Grote oren• Forse kin• Macro-orchidie• Gewrichtslaxiteit • Zwaarlijvigheid
Bijkomende medisch problemen
• Platvoeten• Scoliose• Epilepsie• Scheelzien• Gewrichtsproblemen
Besluit
• Fenotypisch niet – specifieke man met matig en ernstige verstandelijke retardatie die niet verklaard werd: onderzoek aangewezen
Hoe herken je de meisjes?
Besluit
• Normale vrouwen met broers met mr
• Deelkenmerken
• Fenotypisch niet-specifieke vrouw met licht tot matig mentale retardatie: onderzoek aangewezen
Luik : Gedragsfenotype bij fragiele X syndroom
Ontwikkeling en Gedrag
• Mentale retardatie• Bijzondere taal- en spraakontwikkeling• Overbeweeglijk gedrag met
aandachtsproblemen• Pervasieve ontwikkelingskenmerken
Cognitieve ontwikkeling
Jongens: verstandelijke handicap: (matig tot ernstig)
Meisjes: 2/3 verstandelijke handicap/leerstoornissen
Aandachts- en concentratieproblemen
Taal en spraak
• Jongens: probl. met taalbegrijpen. Spraak: snel tempo, uitbarstingen, luide stem, soms echolalie
• Meisjes: probl. met pragmatiek, auditief geheugen zwak
Mentale en psychomotorische ontwikkeling
• Kinderen:– Meerderheid heeft een matige psychomotorische
achterstand– Oriëntatie naar het Buitengewoon Onderwijs– Veel moeite met het schools leren – Graduele plateauvorming
• Volwassenen– Merendeel is ernstig mentaal geretardeerd
Taal en spraakontwikkeling• Kinderen:– Taalachterstand is in overeenstemming met intellectuele
mogelijkheden– Typische kenmerken: explosieve spraak, hoge en
wisselende spreeksnelheid, echolalie, perseveratie en verward.
• Volwassenen:Achteruitgang(?) van de verbale communicatie. Woordvindingsproblemen, broddelen, luid praten of schreeuwen,ongepast lachen en onaangepast taalgebruik, in zichzelf praten.
Gedragskenmerken bij volwassenen
• Aandachtsmoeilijkheden met hyperactiviteit/ passiviteit
• Autistiform gedrag• Emotionele moeilijkheden : angsten en
overgevoeligheid• Aangenaam karakter en opvallend positief
temperament
• Opgewekt, goed humeur• Goede zelfredzaamheid in uitvoerende taken
Mogelijke gedragsdiagnosen: mix??
• Psychiatrische problematiek: zeldzaam psychose en geregeld agressiviteit
Autisme: als symptoom binnen een syndroom
Sommige van deze mannen vertonen gedragingen die behoren tot het spectrum van de pervasieve ontwikkelingsstoornissen– Sterke of dwangmatige gebondenheid aan orde/
routine/vaste patronen– Sociale angsten
• vermijdings/toenaderingsgedrag• oogcontact
– Stereotiepe lichaamsbewegingen– Repetitief gebruik van voorwerpen– Opvallend repertorium van bezigheden en interessen– Onvoorspelbare woedeuitbarstingen
Sensorische integratiestoornis
• Regulering , verwerking en organisatie van sensorische prikkels
• tactiele overgevoeligheid• selectieve aandacht• vermijden van oogcontact• gehechtheid aan bepaalde objecten• plotse paniekreacties• weigeren mee te gaan of mee te werken• zich terug trekken
• Gebrek aan inhibitie van de reacties t.a.v sensorische prikkels
• handbijten • fladderen• repetitief taalpatroon
Veel handelingen en onaangepast gedrag van fra x mannen zijn pogingen om de input van omgevingsprikkels te reduceren uit angst om er door overweldigd te worden.
• Verlangen uitdrukken naar consistente stimuli die eenvoudig te verwerken zijn
• aandringen om bepaalde objecten bij zich te houden• verlangen naar het handhaven van dezelfde toestand• behoefte aan onveranderlijkheid
Om een optimale stimulatie van het centrale zenuwstelsel te behouden leidt deze reductie echter tot een grotere gerichtheid op innerlijke processen en induceert ze zelfstimulerende en stereotiepe bewegingen.
Angststoornis• Bang voor ervaring van de eigen gevoelens, gedesorganiseerd geraken of
overweldigd worden• pogingen om het psychologisch ongemak te beheersen, soort
defensiemechanismen• toenaderings/afwendingsconflict• stereotiepe lichaamsbewegingen • herhalend en perseveratief taalgedrag• paniekreacties• Wegloopgedrag
• hulp- en vervangende activiteit zoeken om zich te kunnen aanpassen aan de bedreigende situatie en om uiting te geven aan de emotionele spanning en angst, tijdoge onderkenning en afleiding
Begeleiding en aanpak• Gedragsaanpak:
– Structuur, structuur, structuur ! !– Afwisseling– Relaxatie– Sensorische integratie
• Sociale vaardigheden:– Indirecte omgangsstijl– Omgaan met angst
• Leersituaties– Aansluiten bij interesse en motivatie– Concrete en functionele activiteiten– Visuele presentatie van materiaal– Simultaan leren– Kanalisatie van de taal– Totaalaanpak
Familiale anamnese
Is er iets in de familie?
Slaat het een generatie over?
Trinucleotide repeats
• Bevinden zich in een functioneel gen• Lengte wordt boven een aantal onstabiel• Boven een bepaalde lengte : functiewijziging
van het gen: genetische aandoening• Normaal: 6 tot 50
premutatie: 50 tot 200mutatie: meer dan 200
CategoryCGG
repeatsMethylation of
FMR1Female Male
Stable 6 to ~45 Unmethylated Not affected Not affected
Gray zone ~45 to ~55 Unmethylated Not affected Not affected
Premutation ~55 to ~200 UnmethylatedUsually not
affectedUsually not
affected
Full mutation
>200Completely methylated
~50% affected
All affected
FXTAS
FXTAS
• Fragile X Tremor Ataxie Syndroom
• Intentie tremor: beven wordt heftiger naarmate het doel dichterbij komt.
• Ataxie: coördinatie van de bewegingen.
FXTAS
• Vanaf 50 jaar• Variable expressie• 1 op 3 van de premutaties• Inclusies in de kern van de zenuwcellen• mRNA-stapeling
Risks to Offspring for Fragle X Syndrome Based on Maternal Premutation Size
Number of Maternal
Premutation CGG Repeats
Approximate % Risk that a Son Will be Affected
with Fragile X Syndrome
Approximate % Risk that a Daughter Will be Affected with Fragile X Syndrome 1
56-59 7% 3.5%
60-69 10% 5%
70-79 29% 15%
80-89 36% 18%
90-99 47% 24%
>100 50% 25%
POF: premature ovarian failure
• Premutatie• Vervroegde menopauze: <40jr
– nl: 1op 100– Premutatie: 25 op100
Musculaire dystrofie (DMD en BMD)
• Door aantasting van de dwarsgestreepte spiercellen treedt een geleidelijk voortschrijdende verlamming op.
• DMD = spierdystrofie van duchenne– Meest ernstige vorm, incidentie 1/3500 jongens– Onderste ledematen eerst
• Kind kan nog moeilijk zelfstandig overeind kruipen (fig. 7.2)• Verdikt kuiten: spierweefsel → bindweefsel en vetweefsel
– Daarna bovenste ledematen en alle andere skeletspieren– Rolstoel voor twaalf jaar– Ook aantasting van hart en ademhalingsspieren– Soms ook lager IQ– Levensverwachting 20 à 25 jaar– Jongens planten zich niet voort– Mutaties worden doorgegeven door symptoomloze draagsters– 1/3 de novo mutaties
• BMD = spierdystrofie van Becker– Mildere vorm en iets zeldzamer 1/18000 jongens– Aangetaste jongens kunnen zich voortplanten
• Oorzaak DMD en BMD: mutaties in het dystrofine gen– Dystrofine gen: spierspecifiekgen (ook wat in zenuwcellen
tot expressie)– Mutaties bij DMD zijn frameshift mutaties te wijten aan
niet in frame deletie• Dystrofine eiwit is totaal niet functioneel
– Mutaties bij BMD zijn te wijten aan in frame deleties (zonder frameshift of leesraamverschuiving)• Dystrofine eiwit is nog gedeeltelijk functioneel
Samenvatting
• 1 op 2 jongens zijn aangetast• 1 op 2 meisjes zijn draagster• Jongens zijn aan elkaar verwant via vrouwen• Nooit van vader op zoon