WWiisskkuunnddee BBweb.ete.cw/wp-content/uploads/2020/08/13_Wiskunde-B-pta...2020/08/13 · Parate...
Transcript of WWiisskkuunnddee BBweb.ete.cw/wp-content/uploads/2020/08/13_Wiskunde-B-pta...2020/08/13 · Parate...
Ministerie van OWCS, Sector Onderwijs & Wetenschap
WWiisskkuunnddee BB landsexamen havo
Programma van toetsing en afsluiting 2021
wiskunde B havo
Ministerie van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur & Sport - augustus 2020 2 / 17
Inhoudsopgave
Opzet van het examen .................................................................................... 3
Het examenprogramma…………………………………………….............................................3
Beschrijving van de examenstof ....................................................................... 3
Het centraal examen ....................................................................................... 4
Het commissie-examen ................................................................................... 4
De beoordeling van het commissie-examen ....................................................... 5
Het eindcijfer ................................................................................................. 5
Bijlage 1 De eindtermen .................................................................................. 6
Bijlage 2 Hulpmiddelen .................................................................................. 14
Bijlage 3 Tips ............................................................................................... 17
wiskunde B havo
Ministerie van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur & Sport - augustus 2020 3 / 17
Wiskunde B havo
Opzet van het examen
Het examen bestaat uit een centraal examen en een commissie-examen.
Het centraal examen is gelijk aan het centraal examen van de scholen.
Het commissie-examen bestaat uit twee schriftelijke toetsen.
Het examenprogramma
Wiskunde B centraal
examen
commissie-
examen
Domein A
Vaardigheden
A1 Algemene vaardigheden X X
A2 Profielspecifieke vaardigheden X X
A3 Wiskundige vaardigheden X X
Domein B
Functies,
grafieken en
vergelijkingen
B1 Standaardfuncties X X
B2 Vergelijkingen en ongelijkheden X X
B3 Evenredigheidsverbanden X X
B4 Periodieke functies X X
Domein C
Meetkundige
berekeningen
C1 Afstanden en hoeken in concrete situaties X X
C2 Algebraïsche methoden X X
Domein D
Toegepaste
analyse
D1 Veranderingen X X
D2 Afgeleide functies X X
D3 Bepaling afgeleide functies X X
D4 Toepassing afgeleide functies X X
Beschrijving van de examenstof
In bijlage 1 van deze vakinformatie staat een beschrijving van de eindtermen.
Bij het bestuderen van de examenstof is het raadzaam om gebruik te maken van een
lesmethode of examenkatern.
Wat is nieuw?
In het domein Toegepaste analyse vervalt de afgeleide van goniometrische functies en
komen gebroken lineaire functies en evenredigheidsverbanden erbij. Het domein
Ruimtemeetkunde vervalt helemaal. Hiervoor in de plaats komt meetkunde in het platte
vlak: Berekenen van afstanden en hoeken in concrete situaties en Analytisch-
algebraïsche methoden (voor lijnen en cirkels).
wiskunde B havo
Ministerie van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur & Sport - augustus 2020 4 / 17
Het centraal examen (CE)
Het centraal examen bestaat uit één zitting van 210 minuten (zie examenrooster).
De examenstof staat in de tabel hierboven, voorlaatste kolom van de tabel.
Het examenrooster schriftelijke examens staat op de CD. De examenoproep voor de
schriftelijke examens verstuurt het ETE uiterlijk twee weken (10 werkdagen) voor
aanvang van het examen. Daarin staan datum, tijd en locatie vermeld.
Hulpmiddelen
Naast het basispakket hulpmiddelen is een grafische rekenmachine noodzakelijk (zie
bijlage 2).
Oefenen
Examenbundels of oude examens zijn geschikt om ervaring op te doen. Oude centrale
examens zijn te vinden op onder andere examenblad.nl (stel linksboven een bepaald
jaar in en vind onder het havo en wiskunde B de examendocumenten van dat jaar).
Let op: deze oefenexamens hebben betrekking op het oude examenprogramma. Wel
kan gekeken worden naar de pilotexamens. Deze zijn grotendeels volgens het nieuwe
programma. Recente pilotexamens zijn te vinden op www.cito.nl.
Voorbeeldopgaven voor het nieuwe programma wiskunde B staan op:
examenblad.nl in de Syllabus hoofdstuk 3 (stel 2021 als jaar in, kies havo, wiskunde B)
hetcvte.nl (kies wiskunde havo/vwo, voorbeeldexamenopgaven havo)
www.havovwo.nl. (hier staan ook uitwerkingen bij).
Tips voor dit examen
Er worden geen vragen gesteld over die onderdelen die zich naar hun aard niet lenen
voor centrale examinering, waaronder vaardigheden die uitdrukkelijk een computer als
werkstation vereisen. Zie bijlage 3 voor verdere tips.
Het commissie-examen (CIE)
Het commissie-examen bestaat uit twee schriftelijke toetsen van 150 minuten en vindt
plaats in de maanden januari en maart van het desbetreffende examenjaar.
Het examen heeft betrekking op de examenstof. Wat moet u leren?
1e toetsmoment 2e toetsmoment
WI B Getal & Ruimte B 1+2 Getal & Ruimte B 1+2+3
weging 40% 60%
Naast de leerboeken, hebt u ook werkboeken, antwoordenboek en een grafische
rekenmachine nodig.
Voor het eerste toetsmoment is geen herkansing mogelijk, wel voor het
tweede toetsmoment.
De kandidaat dient te beschikken over schrijf- en tekenmateriaal en een grafische
rekenmachine. Zie bijlage 2 voor het basispakket hulpmiddelen.
wiskunde B havo
Ministerie van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur & Sport - augustus 2020 5 / 17
De beoordeling van het commissie-examen
Voor het commissie-examen worden twee deelcijfers gegeven:
deelcijfer a: voor het eerste examen
deelcijfer b: voor het tweede examen
Het cijfer voor het commissie-examen wordt als volgt berekend:
cijfer CIE = (4a + 6b) / 10 (afgerond op 1 decimaal)
Het eindcijfer
Het eindcijfer wordt als volgt berekend:
eindcijfer = (het cijfer CE + het cijfer CIE) / 2 (afgerond op een geheel getal)
wiskunde B havo
Ministerie van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur & Sport - augustus 2020 6 / 17
Bijlage 1 De eindtermen
Domein A Vaardigheden
A1 Algemene vaardigheden
De kandidaat heeft kennis van de rol van wiskunde in de maatschappij, kan hierover
gericht informatie verzamelen en de resultaten communiceren met anderen.
De kandidaat kan
doelgericht informatie zoeken, beoordelen, selecteren en verwerken;
adequaat schriftelijk rapporteren over onderwerpen uit de wiskunde.
A2 Profielspecifieke vaardigheden
De kandidaat kan profielspecifieke probleemsituaties in wiskundige termen analyseren,
oplossen en het resultaat naar de betrokken context terugvertalen.
De kandidaat kan
een probleemsituatie in een wiskundige, natuurwetenschappelijke of
maatschappelijke context analyseren, gebruik makend van relevante begrippen
en theorie vertalen in een vakspecifiek onderzoek, dat onderzoek uitvoeren, en
uit de onderzoeksresultaten conclusies trekken;
een realistisch probleem in een context analyseren, inperken tot een
hanteerbaar probleem, vertalen naar een wiskundig model, modeluitkomsten
genereren en interpreteren en het model toetsen en beoordelen;
met gegevens van wiskundige en natuurwetenschappelijke aard consistente
redeneringen opzetten.
A3 Wiskundige vaardigheden
De kandidaat beheerst de bij het examenprogramma passende wiskundige
vaardigheden, waaronder modelleren en algebraïseren, ordenen en structureren,
analytisch denken en probleemoplossen, formules manipuleren, abstraheren, en logisch
redeneren en bewijzen – en kan daarbij ICT functioneel gebruiken.
De kandidaat
beheerst de rekenregels;
beheerst de specifieke algebraïsche vaardigheden;
heeft inzicht in wiskundige notaties en formules en kan daarmee kwalitatief
redeneren;
kan wiskundige informatie ordenen en in probleemsituaties de wiskundige
structuur onderkennen;
kan bij een gegeven probleemsituatie een model opstellen in wiskundige termen;
kan op basis van een gegeven probleemsituatie een schatting maken van de
uitkomst zonder deze uitkomst exact te berekenen;
kan een oplossingsstrategie kiezen, deze correct toepassen en de gevonden
oplossing controleren binnen de context;
kan vakspecifieke taal interpreteren en gebruiken;
kan de correctheid van wiskundige redeneringen verifiëren;
kan eenvoudige wiskundige redeneringen correct onder woorden brengen;
kan bij het raadplegen van wiskundige informatie, bij het verkennen van
wiskundige situaties, bij het geven van wiskundige redeneringen en bij het
uitvoeren van wiskundige berekeningen gebruik maken van geschikte ICT-
middelen;
kan antwoorden afronden op een voorgeschreven nauwkeurigheid dan wel op
een nauwkeurigheid die past bij de probleemsituatie.
wiskunde B havo
Ministerie van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur & Sport - augustus 2020 7 / 17
Domein B Functies, grafieken en vergelijkingen
B1 Standaardfuncties
De kandidaat kan standaardfuncties (machtsfuncties, exponentiële en logaritmische
functies en goniometrische functies) hanteren, interpreteren binnen een context, de
grafieken beschrijven en in een functievoorschrift vastleggen en werken met
eenvoudige transformaties.
Parate kennis
De kandidaat kent
de grafiek en karakteristieke eigenschappen van de lineaire of
eerstegraadsfunctie ( )f x ax b , evenals de naam rechte lijn voor de grafiek
ervan;
de grafiek en karakteristieke eigenschappen van de kwadratische of
tweedegraadsfunctie 2( )f x ax bx c of ( ) ( – )( – )f x a x p x q of
2( ) ( )f x a x r s
evenals de naam parabool voor de grafiek ervan;
de grafiek en karakteristieke eigenschappen van de machtsfunctie ( ) pf x x , p is
een rationaal getal, in het bijzonder van de wortelfunctie; ( )f x x
de grafiek en karakteristieke eigenschappen van de exponentiële functie
( ) xf x a en de logaritmische functie ( ) log( )af x x , evenals de begrippen grondtal
en exponent en de rekenregels voor machten en logaritmen;
de grafiek en karakteristieke eigenschappen van de goniometrische functies
( ) sin( )f x x en ( ) cos( )f x x , evenals de begrippen radiaal, periode, amplitude en
evenwichtsstand;
de grafiek en karakteristieke eigenschappen van de gebroken lineaire functie
( )ax b
f xcx d
, evenals de naam hyperbool voor de grafiek ervan;
de karakteristieke eigenschappen van functies: domein, bereik, nulpunt,
extreem, minimum, maximum, stijgen, dalen, toenemend of afnemend stijgen
of dalen;
de karakteristieke eigenschappen van grafieken: snijpunt met de x-as, snijpunt
met de y-as, top, symmetrie en asymptotisch gedrag inclusief horizontale en
verticale asymptoot;
de transformaties vermenigvuldiging ten opzichte van x- of y-as en translatie.
wiskunde B havo
Ministerie van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur & Sport - augustus 2020 8 / 17
Parate vaardigheden
De kandidaat kan
van de standaardfuncties de grafiek tekenen en daarbij gebruik maken van de
karakteristieke eigenschappen van de functie en haar grafiek;
de verschillende schrijfwijzen van tweedegraads functies gebruiken;
bij een grafiek of een tabel van een standaardfunctie, een lineaire functie of een
kwadratische functie het functievoorschrift opstellen;
karakteristieke eigenschappen van een standaardfunctie en haar grafiek
gebruiken bij het oplossen van problemen;
een exponentiële functie beschrijven met behulp van de termen beginwaarde en
groeifactor;
bij exponentiële en logaritmische functies x schrijven als functie van y;
bij machtsfuncties x schrijven als functie van y;
op een grafiek een translatie en/of vermenigvuldiging ten opzichte van x- of y-
as uitvoeren;
het functievoorschrift opstellen dat hoort bij een nieuwe grafiek die is ontstaan
na transformatie van een gegeven grafiek;
het functievoorschrift opstellen van de somfunctie of de verschilfunctie van twee
functies.
Productieve vaardigheden
De kandidaat kan
bij exponentiële groeiprocessen de verdubbelingstijd en de halveringstijd
bepalen;
twee functies samenstellen door middel van een ketting en het
functievoorschrift opstellen van de samengestelde functie;
van een samengestelde functie de karakteristieke eigenschappen bepalen;
bij een in een probleemsituatie beschreven verband een passend
functievoorschrift opstellen;
x uitdrukken in y bij een samengestelde functie als bedoeld in B1.12.
B2 Vergelijkingen en ongelijkheden
De kandidaat kan vergelijkingen, ongelijkheden en stelsels van twee lineaire
vergelijkingen oplossen, in voorkomende gevallen grafisch oplossen of de oplossingen
numeriek benaderen en de oplossingen interpreteren in de context.
Parate kennis
De kandidaat kent
het begrip stelsel van vergelijkingen;
de abc-formule.
Parate vaardigheden
De kandidaat kan
een vergelijking oplossen die te herleiden is tot een lineaire vergelijking;
een vergelijking oplossen die te herleiden is tot een kwadratische vergelijking;
een vergelijking oplossen die te herleiden is tot het type nx c ;
een vergelijking oplossen die te herleiden is tot het type xa c of log( )a x c ;
een vergelijking oplossen van het type ( ) ( )f x g x waarbij f en g functies zijn
zoals genoemd in subdomein B1;
een stelsel van twee lineaire vergelijkingen met twee onbekenden oplossen;
een ongelijkheid oplossen van het type ( ) ( ), ( ) ( )f x g x f x g x of
( ) ( ), ( ) ( )f x g x f x g x waarbij f en g standaardfuncties zijn.
wiskunde B havo
Ministerie van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur & Sport - augustus 2020 9 / 17
Productieve vaardigheden
De kandidaat kan
een vergelijking dan wel een ongelijkheid opstellen aan de hand van een
gegeven probleemsituatie, de vergelijking of ongelijkheid oplossen en de
oplossingen van deze vergelijking of ongelijkheid interpreteren;
een vergelijking met een parameter oplossen en de oplossing schrijven als
functie van de parameter;
een ongelijkheid oplossen van de vorm ( ) , ( )f x c f x c of ( ) , ( )f x c f x c , waarbij
f een samengestelde functie is zoals bedoeld in B1.12.
B3 Evenredigheidsverbanden
De kandidaat kan verbanden tussen de twee grootheden a en b van de vorm da c b
herkennen, toepassen en bijbehorende grafieken tekenen, vanuit de beschrijving van
een dergelijk verband een formule opstellen, de evenredigheidsconstante bepalen en
kan rekenen met en redeneren over verbanden van deze vorm en het effect van
schaalvergroting.
Parate kennis
De kandidaat kent
de begrippen recht evenredig, omgekeerd evenredig, evenredig met een macht,
evenredigheidsconstante;
het verschil tussen een lineair verband en een recht evenredig verband;
formules van de vorm y cx en c
yx
als respectievelijk een recht evenredig en
een omgekeerd evenredig verband.
Parate vaardigheden
De kandidaat kan
in een gegeven probleemsituatie bepalen of er sprake is van een recht evenredig
of een omgekeerd evenredig verband;
met de algemene vorm van het machtsverbandny c x rekenen;
in een machtsverband ny c x tussen twee grootheden x en y de exponent n en
de evenredigheidsconstante c bepalen.
Productieve vaardigheden
De kandidaat kan
in een gegeven probleemsituatie een vergelijking opstellen waarbij gebruik wordt
gemaakt van het machtsverband tussen twee grootheden, de vergelijking
oplossen en de oplossingen interpreteren.
wiskunde B havo
Ministerie van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur & Sport - augustus 2020 10 / 17
B4 Periodieke functies
De kandidaat kan periodieke verschijnselen beschrijven door middel van sinus- of
cosinusfuncties, de bijbehorende sinusoïden tekenen en de karakteristieke
eigenschappen ervan benoemen en alle oplossingen van een goniometrische
vergelijking op een gegeven interval bepalen.
Parate kennis
De kandidaat kent
de exacte waarden van sin( )x en cos( )x waarbij x een veelvoud van 16π of 1
4π is.
Parate vaardigheden
De kandidaat kan
graden omrekenen in radialen en omgekeerd;
de grafiek tekenen van functies van de vorm ( ) sin( ( ))f x d a b x c en
( ) cos( ( ))f x d a b x c ;
vergelijkingen van het type f x c oplossen in een gegeven interval met f een
functie als in B4.2. genoemd en daarbij gebruik maken van periodiciteit en
symmetrie;
van een sinusoïde het bijbehorende functievoorschrift opstellen.
Productieve vaardigheden
De kandidaat kan
in een gegeven probleemsituatie voor een periodiek verschijnsel een
functievoorschrift zoals bedoeld in B4.2 opstellen, daarmee berekeningen
uitvoeren en de resultaten interpreteren.
Domein C Meetkundige berekeningen
Opmerking 1:
Dit domein betreft de meetkunde in het platte vlak. De ruimte kan wel als context
optreden waarin de vlakke meetkunde zich voordoet.
Opmerking 2:
Als in dit domein coördinaten worden gebruikt, dan betreft dat altijd een cartesisch
assenstelsel.
C1 Afstanden en hoeken in concrete situaties
De kandidaat kan afstanden en hoeken berekenen met behulp van goniometrische
verhoudingen, de stelling van Pythagoras en de sinus- en cosinusregel.
Parate kennis
De kandidaat kent
het begrip afstand als de lengte van het kortste verbindingslijnstuk tussen twee
meetkundige figuren.
wiskunde B havo
Ministerie van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur & Sport - augustus 2020 11 / 17
Parate vaardigheden
De kandidaat kan
sinus, cosinus en tangens gebruiken voor het berekenen van de grootte van
hoeken en de lengte van zijden in een rechthoekige driehoek;
de stelling van Pythagoras gebruiken om de afstand tussen twee punten te
berekenen;
de sinus- en cosinusregel gebruiken voor het berekenen van de lengte van
lijnstukken en de grootte van hoeken in een driehoek;
met gelijkvormigheid de lengte van lijnstukken berekenen.
Productieve vaardigheden
De kandidaat kan
voor het oplossen van een meetkundig probleem een combinatie gebruiken van
C1.1 tot en met C1.4.
C2 Algebraïsche methoden
De kandidaat kan analytisch-algebraïsche berekeningen uitvoeren aan de hand van
contexten en figuren.
Parate kennis
De kandidaat kent
de vergelijking van een lijn in de vorm y ax b en in de vorm ax by c ;
de eigenschap dat het product van de richtingscoëfficiënten van twee loodrecht
op elkaar staande lijnen gelijk is aan –1 en omgekeerd;
van een cirkel een vergelijking in de vorm 2 2 2( ) ( )x a y b r en in de vorm
2 2 0x y ax by c ;
de stelling dat een raaklijn aan een cirkel loodrecht staat op de straal naar het
raakpunt.
Parate vaardigheden
De kandidaat kan
de vergelijking van een lijn en een cirkel opstellen;
de hoek tussen twee lijnen berekenen;
de vergelijking van de loodlijn door een gegeven punt op een lijn opstellen;
uit een vergelijking van een cirkel de straal en de coördinaten van het
middelpunt afleiden;
de vergelijking van de raaklijn aan een cirkel opstellen in een gegeven raakpunt;
de coördinaten van het snijpunt van twee lijnen berekenen;
de oplosbaarheid van een stelsel van twee lineaire vergelijkingen in verband
brengen met de onderlinge ligging van de bijbehorende lijnen;
in een coördinatenstelsel de lengte van een lijnstuk berekenen.
Productieve vaardigheden
De kandidaat kan
de coördinaten van de snijpunten van een lijn en een cirkel berekenen;
de afstand tussen punten, lijnen en cirkels berekenen;
onderzoeken hoeveel gemeenschappelijke punten een lijn en een cirkel hebben.
wiskunde B havo
Ministerie van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur & Sport - augustus 2020 12 / 17
Domein D Toegepaste analyse
D1 Veranderingen
De kandidaat kan het veranderingsgedrag van een functie, gegeven door grafiek, tabel
of formule, beschrijven door middel van toenamediagrammen en differentiequotiënten
en kan differentiequotiënten berekenen en interpreteren, ook vanuit een
profielspecifieke probleemsituatie.
Parate kennis
De kandidaat kent
het begrip interval en de intervalnotaties;
de Δ-notatie voor een differentie.
Parate vaardigheden
De kandidaat kan
vanuit een gegeven toenamediagram het verloop van een grafiek schetsen;
een toenamediagram bij een gegeven grafiek, tabel of formule tekenen;
differentiequotiënten berekenen indien de functie is gegeven door een grafiek,
tabel of formule;
differentiequotiënten interpreteren als maat voor de gemiddelde verandering in
de waarde van een functie op een interval.
Productieve vaardigheden
De kandidaat kan
het veranderingsgedrag van variabelen beschrijven met behulp van
toenamediagrammen en differentiequotiënten.
D2 Afgeleide functies
De kandidaat kan de afgeleide functie begripsmatig interpreteren en kan lokale
veranderingen van functiewaarden benaderen zowel met een differentiaalquotiënt als
met een numeriek-grafische methode.
Parate kennis
De kandidaat kent
notaties voor de afgeleide van een functie.
Parate vaardigheden
De kandidaat kan
een lokale afgeleide benaderen door differentiequotiënten met afnemende
intervalgrootte;
een lokale afgeleide interpreteren als de helling of steilheid van een grafiek in
een punt.
Productieve vaardigheden
De kandidaat kan
de grafiek van de afgeleide schetsen indien de grafiek van de functie is gegeven;
de grafiek van de functie schetsen indien de grafiek van de afgeleide is gegeven;
conclusies trekken over lokale veranderingen van functiewaarden op basis van de
afgeleide of met behulp van een numeriek-grafische methode.
wiskunde B havo
Ministerie van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur & Sport - augustus 2020 13 / 17
D3 Bepaling afgeleide functies
De kandidaat kan de afgeleide functie van machtsfuncties met rationale exponenten
bepalen en kan voor het bepalen van de afgeleide functie gebruik maken van de som-,
verschil- en kettingregel.
Parate kennis
De kandidaat kent
het begrip differentiëren voor het bepalen van de afgeleide.
Parate vaardigheden
De kandidaat kan
de afgeleide bepalen van machtsfuncties met rationale exponenten;
de somregel en verschilregel gebruiken bij het bepalen van de afgeleide;
de kettingregel gebruiken bij het bepalen van de afgeleide van een
samengestelde functie, waarvan de eerste functie lineair is en de tweede functie
een machtsfunctie met rationale exponent;
het verband gebruiken tussen de afgeleide van een functie ( )f x en de afgeleide
van ( )c f x d of de afgeleide van ( )f c x d .
Productieve vaardigheden
De kandidaat kan
een combinatie van somregel, verschilregel en kettingregel gebruiken bij het
bepalen van de afgeleide.
D4 Toepassing afgeleide functies
De kandidaat kan analytisch-algebraïsche berekeningen uitvoeren gericht op
profielspecifieke contexten.
Parate vaardigheden
De kandidaat kan
de afgeleide gebruiken bij het opstellen van de vergelijking van de raaklijn in een
punt van de grafiek van een functie;
de afgeleide gebruiken bij het verifiëren en bij het bepalen van extremen van
een functie;
de afgeleide gebruiken bij het bepalen van een raaklijn met een gegeven helling.
Productieve vaardigheden
De kandidaat kan
in een gegeven probleemsituatie de afgeleide gebruiken voor het bepalen van
een optimale situatie;
een optimaliseringsprobleem vertalen in een formule en dit probleem vervolgens
met behulp van de afgeleide of numeriek-grafisch oplossen.
wiskunde B havo
Ministerie van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur & Sport - augustus 2020 14 / 17
Bijlage 2 Hulpmiddelen
Noodzakelijk: Toegestane grafische rekenmachine
Bij de vakken zonder grafische rekenmachine mag een eenvoudige rekenmachine gebruikt
worden waarop basisbewerkingen kunnen worden uitgevoerd. In de volgende paragrafen
wordt dit nader toegelicht.
Wat zijn basisbewerkingen?
In onderstaande tabel wordt aangegeven over welke basisbewerkingen een rekenmachine
in ieder geval moet beschikken voor de verschillende vakken.
havo/vwo na, sk havo/vwo ec havo/vwo overig
Grondbewerkingen + - x: X X X
𝑥2 en √ X X
1/𝑥 of 𝑥-1 en 𝑥y X X
sin/cos/tan en hun inversen X
𝜋 X 10log (en 10x) en ln (en 𝑒x) X
Rekenmachines die over al deze basisbewerkingen beschikken: Casio fx-82MS, HP10S+,
TI30XB(S)
Wat zijn geen basisbewerkingen?
Opties in dezen die niet gezien worden als basisbewerkingen (niet uitputtend):
Het oplossen van (stelsels van) vergelijkingen
Het numeriek integreren en differentiëren van functies
Rekenen met verhoudingen
Berekeningen maken met micro, kilo, …
Gebruiken van wetenschappelijke constanten
Werken in een spreadsheet
Programmeren
Ingebouwde formules
Belangrijk uitgangspunt is dat hulpmiddelen die vaardigheden overbodig maken
waarover de leerling volgens de syllabus moet beschikken niet zijn toegestaan. Machines
die daarom in ieder geval niet zijn toegestaan: Casio fx-991EX en TI-30XPro.
Verder geldt het volgende:
Een rekenmachine mag tijdens het examen niet op het lichtnet worden aangesloten
of met andere apparatuur worden verbonden.
Het is een kandidaat niet toegestaan tijdens het examen gebruik te maken van de
rekenmachine van een andere kandidaat.
Een rekenmachine mag geen geluid maken.
Een rekenmachine mag niet beschikken over de mogelijkheid grafieken weer te
geven.
Een rekenmachine mag niet beschikken over zend- en/of ontvangstmogelijkheden.
Een rekenmachine mag niet alfanumeriek (met letters op het scherm) zijn; bedoeld
is dat er geen teksten kunnen worden ingevoerd of uitgelezen, zoals bijvoorbeeld
met de mobiele telefoon wel kan. De letters ‘sin’ als afkorting van sinus worden in
dit verband dus niet als alfanumeriek beschouwd.
Een meerregelige machine is niet verboden als hij aan de overige criteria voldoet.
wiskunde B havo
Ministerie van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur & Sport - augustus 2020 15 / 17
Grafische rekenmachine
Alleen wanneer (op basis van de syllabus van een vak) de grafische rekenmachine
noodzakelijk blijkt, wordt de grafische rekenmachine toegestaan. De enige vakken waar
de grafische rekenmachine dientengevolge nog is toegestaan, zijn wiskunde A, B en C.
Types toegestane grafische rekenmachines
Het is mogelijk dat op een later moment nieuwe types worden toegestaan.
Rekenmachines die in latere regelingen worden opgenomen, mogen in eerdere jaren ook
gebruikt worden.
De machines die in 2020 in elk geval zijn toegestaan:
Casio:
fx-9860GII(SD) (mits voorzien van examenstand): OS2.07 en hoger;
fx-CG20 (mits voorzien van examenstand): OS2.01 en hoger;
fx-CG50.
Hewlett Packard:
HP Prime (mits voorzien van de meest recente Nederlandse examenstand).
Texas Instruments:
TI-84 Plus T, de basisversie met LED lampje;
TI-84 Plus CE-T vanaf versie OS 5.1.5;
TI-Nspire CX (alleen de versie zonder CAS) vanaf versie OS 4.4.0.532.
Oudere types, ook die eerder wel waren toegestaan, zijn NIET meer toegestaan.
Het verdient aanbeveling de machine altijd te voorzien van het meest recente OS of
firmware.
Voorwaarden gebruik Grafische rekenmachine
Een grafische rekenmachine is op het centraal examen alleen toegestaan als het
geheugen van de grafische rekenmachine is geblokkeerd door een examenstand. Dat
houdt onder meer in dat applicaties, programma's en (tekst)bestanden niet benaderbaar
of bruikbaar zijn en dat een eventuele CAS-functionaliteit niet beschikbaar is. Het moet
direct zichtbaar zijn of een machine in examenstand staat. Dit moet op ieder moment
tijdens het examen te controleren zijn zonder de kandidaat te storen. Hiervoor kunt u
terecht op de websites van de verschillende fabrikanten:
www.casio-educatie.nl, hp-prime.nl, education.ti.com/nederland.
Verder geldt het volgende:
Een grafische rekenmachine mag tijdens het examen niet op het lichtnet worden
aangesloten of met andere apparatuur worden verbonden.
Het is een kandidaat niet toegestaan tijdens het examen gebruik te maken van de
grafische rekenmachine van een andere kandidaat.
Het is niet toegestaan dat de kandidaat tegelijkertijd de beschikking heeft over
twee (grafische) rekenmachines.
In machines met een SD-slot mag tijdens het CE geen SD-kaart zitten.
Zie verder document Toegestane Hulpmiddelen voor de overige voorwaarden bij gebruik
van de grafische rekenmachine.
wiskunde B havo
Ministerie van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur & Sport - augustus 2020 16 / 17
Basispakket
Het standaard basispakket bij alle centrale examens en commissie-examens bevat:
schrijfmateriaal
tekenpotlood
blauw en rood kleurpotlood
liniaal met millimeterverdeling
passer
geodriehoek
vlakgum
Ook is het toegestaan om hulpmiddelen mee te brengen die geen relatie hebben met
de exameneisen maar wel functioneel kunnen zijn, zoals: markeerstift, puntenslijper,
leesliniaal (loep).
Woordenboek
Nederlands-Nederlands (eendelig)
óf
Nederlands-thuistaal van de kandidaat (eendelig)
Een digitaal woordenboek is niet toegestaan.
De hulpmiddelen van het basispakket zijn toegestaan bij alle examens. Zij zijn
niet allen nodig.
Uitgebreide informatie over hulpmiddelen voor de centrale examens staat in de
Regeling toegestane hulpmiddelen op de website van het ETE, www.ete.cw.
wiskunde B havo
Ministerie van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur & Sport - augustus 2020 17 / 17
Bijlage 3 Tips
Centraal examen
geef voldoende toelichting bij de gegeven antwoorden;
vergeet niet de tussenstappen te vermelden;
voor deze vakken is het belangrijk niet alleen een boek te bestuderen, maar
vooral veel te oefenen, bijvoorbeeld met oude examens.
Oude centrale examens zijn te vinden op onder andere examenblad.nl
Schriftelijk commissie-examen
Voorbereiden op het schriftelijk commissie-examen
voor het schriftelijk commissie-examen moet u voor toets 1 Getal & Ruimte B
1+2 leren en toets 2 Getal & Ruimte B 1, 2 en 3.
het is belangrijk, ook voor het schriftelijk commissie-examen, dat er voldoende
geoefend is in het maken van eindexamenopgaven.
zorg voor voldoende oefening in het gebruik van de grafische rekenmachine; het
kost vaak erg veel kostbare tijd in het examen;
bij wiskunde mag u géén gebruik maken van het Binas-boek of een
formulekaart;
geleerde formules moeten worden toegepast;
het is belangrijk verbanden te kunnen leggen tussen onderdelen van de
bestudeerde examenstof.
Bij het bestuderen van de examenstof is het raadzaam om gebruik te maken van
een lesmethode of examenkatern.