Geert Driessen (2004) MS De taalsituatie van Caribische en Mediterrane immigranten
Woordenschat en ICT - Amazon Web Services · 2017. 1. 27. · Passieve woordenschat (R. Appel,...
Transcript of Woordenschat en ICT - Amazon Web Services · 2017. 1. 27. · Passieve woordenschat (R. Appel,...
Woordenschat en ICT
Agenda
• Opening
• Voorstellen
• ……
Stelling 1
Expliciet onderwijzen van woorden is
niet nodig
De noodzaak van het onderwijzen van
woorden
Stelling 2
De betekenis van een woord kun je vaak
opmaken uit de tekst
‘Als we de kwansels van de
groepels willen zoffelen
hebben we een kwanselzoffel
of een blurk nodig’
Stelling 3
Het is simpel: een woord betekent wat het
betekent
Stelling 4
• Alle woorden zijn even belangrijk – ik weet niet welke woorden ik moet aanleren –
WAK: ondersteuning binnen het
woordenschatonderwijs
• Terugkerende thema’s
• Leerkracht maakt woordclusters
• Woord met meerdere betekenissen
– Groep 3: ‘de bui’ (natuur)
– Groep 5: ‘de bui’ (gedrag/gevoelens)
• Woord nogmaals aangeboden
– Belangrijke functie binnen het thema
sd522002
9
Stelling 5
• Leerlingen weten zelf wanneer ze een
woord niet kennen
Passieve woordenschat (R. Appel, e.a.)
Eentalige Nederlandse
kinderen
Tweetalig Mediterrane
kinderen
4-jarigen 3200 1000
5-jarigen 3800 1800
6-jarigen 4400 2500
7-jarigen 5000 3100
8-jarigen 5600 3600
9-jarigen 8300 4000
10-jarigen 11000 5500
11-jarigen 14000 7800
12-jarigen 17000 9800
Jouw school…
• Op welke manier vergroot jij de woordenschat
van je leerlingen?
Goed woordenschatonderwijs
intentioneelintensief
systematischeherhaling
geen losse woorden
diepeverwerving
actieveverwerving
betekenisverwervingdoor gebruik van grafische modellen
rijke leeromgeving
socialeinteractieve
context
Verhallen
Woorden leren:
• Labelen
• Categoriseren en betekenisuitbreiding
• Netwerkopbouw en het mentale lexicon
Labelen
de hondde neus
De Viertakt
De didactische basisregel is dat het leren van
woorden nooit in één keer zal gebeuren.
Er moeten een aantal fasen worden doorlopen
voordat we kunnen zeggen: ‘de leerling kent het
woord’.
1. Voorbewerken
• Betrokkenheid van leerlingen bewerkstelligen
– Kort
– Pakkend
– Gefocust
• Context van de woorden
– Aansluiten bij voorkennis
2. Semantiseren
• Aanbieden van het te leren woord en toelichten
betekenis door ‘de drie uitjes’ en het gouden uitje:
https://www.thinglink.com/scene/582306700938182657
• Verwerking met de leerlingen
(grafische modellen)
Uitbeelden
Uitleggen
Uitbreiden
Uitproberen
Grafische modellen-een beeld zegt meer dan 1000 woorden-
De woordenstarter
De verzamelplaats
De woordenparaplu
De woordentrap
De overlapper
http://www.harmhofstede.nl/digibord/spelenmetwoorden/
http://drichard.org/mindmaps/#
3. Consolideren
• Inoefening van woord en betekenis
• Niet alleen begrijpen, maar ook onthouden
• Veel en gevarieerd herhalen (woorden en
betekenissen zijn zichtbaar!)
• Klassikaal en individueelhttps://quizlet.com/58883146/thema-8-taal-actief-6-woordenschat-82-flash-cards/
4. Controleren
• Leerkracht gaat na of het woord en de
behandelde betekenissen verworven zijn
– Passief of actief
– Oppervlakkig of diep
– Mondeling of schriftelijk
https://kahoot.it/#/
sd522002
23
4 niveaus van woordkennis
Woord Kent het woord goed,
kan het woord
verklaren en gebruiken
(Her)kent het
woord in een
bepaalde context
Heeft het woord
gezien of
gehoord
Kent het woord
niet
Oppervlakkig Diep