Woonplan Hasselt 2030 - Zonhoven)woonbeleidmiddenlimburg.nuc-lin-web-07.brainlane.com/content... ·...

63
Uitbreidingstraat 390 2600 Antwerpen-Berchem www.omgeving.be Wiekenstraat 28 2160 Wommelgem www.studiobeleid.be Woonplan Hasselt 2030 Voorgelegd aan het CBS van 2 april 2015 Gemeenteraadscommissie 4 mei 2015

Transcript of Woonplan Hasselt 2030 - Zonhoven)woonbeleidmiddenlimburg.nuc-lin-web-07.brainlane.com/content... ·...

Uitbreidingstraat 390 2600 Antwerpen-Berchem www.omgeving.be

Wiekenstraat 28 2160 Wommelgem www.studiobeleid.be

Woonplan Hasselt 2030 Voorgelegd aan het CBS van 2 april 2015

Gemeenteraadscommissie 4 mei 2015

Woonplan Hasselt 2030 – CBS 02 04 2015 2

Inhoud

INHOUD ........................................................................................................................................................... 2

LIJST VAN TABELLEN ......................................................................................................................................... 3

LIJST VAN FIGUREN .......................................................................................................................................... 3

LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN ............................................................................................................... 4

BIBLIOGRAFIE ................................................................................................................................................... 5

0 INLEIDING ................................................................................................................................................ 6

1 HASSELT VANDAAG.................................................................................................................................. 7

1.1 HASSELT HOOFDSTAD VAN LIMBURG .............................................................................................................. 7

1.2 EEN BEVOLKING DIE GROEIT EN VERANDERT ................................................................................................... 10

1.3 WOONPATRIMONIUM EN WOONMARKT ........................................................................................................ 16

1.4 BESCHRIJVING BEWONERS NAAR WOONSTRUCTUUR ........................................................................................ 18

1.5 OVER HET SOCIAAL LEVEN BINNEN WIJKEN ..................................................................................................... 20

1.6 OVER WOONNODEN VAN BEVOLKINGSGROEPEN.............................................................................................. 21

1.7 BETAALBAARHEID VAN WONEN .................................................................................................................... 27

1.8 SAMENWONEN VAN MENSEN ...................................................................................................................... 29

1.9 DUURZAAMHEID ....................................................................................................................................... 30

2 HASSELT 2030: WAAR WILLEN WE NAARTOE? ....................................................................................... 32

2.1 DE STAD ALS REGISSEUR VAN HET LOKAAL WOONBELEID ................................................................................... 32

2.2 INTEGRAAL EN GEBIEDSGERICHT WOONBELEID ................................................................................................ 33

2.3 KWALITEIT VAN DE BESTAANDE WONINGEN .................................................................................................... 34

2.4 HASSELT WOONSTAD VOOR EENIEDER ........................................................................................................... 34

2.5 HET RECHT OP BEHOORLIJKE BETAALBARE HUISVESTING .................................................................................... 36

2.6 SAMENWONEN VAN MENSEN EN GROEPEN .................................................................................................... 37

2.7 DUURZAAM BOUWEN EN WONEN ................................................................................................................ 37

3 DOELSTELLINGEN EN ACTIES .................................................................................................................. 38

Woonplan Hasselt 2030 – CBS 02 04 2015 3

Lijst van tabellen

Tabel 1 Leeftijdsverdeling en grafische voorstelling bevolkingspiramide. 2014. Hasselt (Dienst Sociale

planning Provincie Limburg) .................................................................................................................. 10

Tabel 2 Migratie naar leeftijd. 1998-2002, 2003-2007, 2008-2012. Hasselt (Dienst Sociale planning Provincie

Limburg) ................................................................................................................................................ 11

Tabel 3 Projecties aantal inwoners en huishoudens. 2000-30. Hasselt (SVR, 2015) ....................................... 14

Tabel 4 Projecties van het aantal inwoners naar leeftijd. 2000-30. Hasselt (SVR, 2015) ................................. 14

Tabel 5 Projecties van de huishoudens naar aantal personen in het huishouden (Ac). 2000-30. Hasselt (SVR,

2015)...................................................................................................................................................... 15

Tabel 6 Projecties van de huishoudens naar aantal personen in het huishouden (%). 2000-30. Hasselt (SVR,

2015)...................................................................................................................................................... 15

Tabel 7 Woongelegenheden, huishoudens, HH/woongelegenheden. 2005, 2010, 2013. Hasselt (Dienst Sociale

planning Provincie Limburg) .................................................................................................................. 16

Tabel 8 Woongelegenheden naar woningtype (a.c.). 1995, 2005, 2013. Hasselt (Dienst Sociale planning

Provincie Limburg) ................................................................................................................................. 16

Tabel 9 Woongelegenheden naar woningtype (%). 1995, 2005, 2013. Hasselt (Dienst Sociale planning

Provincie Limburg) ................................................................................................................................. 16

Tabel 10 Bewoners en huishoudens volgens nederzettingstructuur GRS. 2013. Hasselt (gebaseerd op cijfers

Dienst Sociale planning Provincie Limburg) ............................................................................................ 18

Tabel 11 Personen per huishouden en inwoners per km² volgens nederzettingstructuur GRS. 2013. Hasselt

(gebaseerd op cijfers Dienst Sociale planning Provincie Limburg) .......................................................... 18

Tabel 12 Gegevens mbt bewoners volgens nederzettingstructuur GRS. 2013. Hasselt (gebaseerd op cijfers

Dienst Sociale planning Provincie Limburg) ............................................................................................ 19

Tabel 13 Gegevens mbt huishoudens volgens nederzettingstructuur GRS. 2013. Hasselt (gebaseerd op cijfers

Dienst Sociale planning Provincie Limburg) ............................................................................................ 19

Tabel 14 Aandeel huishoudens met een woonquote van meer dan 30%. 2011. Hasselt, centrumsteden,

Vlaanderen (Bral, Jacques, Schelfaut, Stuyck, & Vanderhasselt, 2012) ................................................... 27

Tabel 15 Sociale huurwoningen. 2007-12. Hasselt, centrumsteden, Vlaanderen ............................................ 28

Tabel 16 Bindend Sociaal objectief Hasselt..................................................................................................... 28

Tabel 17 Bindend sociaal objectief. Stand van zaken. 2014 (Stad Hasselt) ...................................................... 28

Lijst van figuren

Figuur 1 Hasselt. Bestaande nederzettingstructuur (Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan. Kaart 14) .......... 7

Figuur 2 Afbakening wijken, aandachtsgebieden en groeizones (AGIV 2013, Stad Hasselt 2014) ..................... 9

Figuur 3 Evolutie inwoners en huishoudens. 1997-2014. Hasselt. .................................................................. 10

Figuur 4 Migratiesaldo naar leeftijd. 1998-2002, 2003-2007, 2008-2012. Hasselt (cijfers Dienst Sociale

planning Provincie Limburg) .................................................................................................................. 12

Figuur 5 Evolutie van de leeftijdsverdeling. 1990-2030. Hasselt (SVR, 2015) .................................................. 15

Figuur 6 Woonladder 2014. Hasselt (Dienst Wonen) ...................................................................................... 24

Figuur 7 Totale CO2-emissie stad Hasselt ten opzichte van een gemiddelde Limburgse gemeente (Hasselt

Klimaatactieplan 2012-20) ..................................................................................................................... 30

Figuur 8 Verdeling van de CO2 reductie op Hasselts grondgebied (Hasselt Klimaatactieplan 2012-20) .......... 31

Woonplan Hasselt 2030 – CBS 02 04 2015 4

Lijst van gebruikte afkortingen

AGB Autonoom GemeenteBedrijf

BBC Beleids- en BeheersCyclus

BSO Bindend Sociaal Objectief

CAW Centrum voor Algemeen Welzijnswerk

CBS College van Burgemeester en Schepenen

CGG Centrum Geestelijke Gezondheidszorg

CLT Community Land Trust

DGPB Decreet Grond- en PandenBeleid

DRO Decreet houdende de organisatie van de Ruimtelijke Ordening

DUWOBO DUurzaam WOnen en Bouwen

EPB EnergiePrestatieregelgeving voor bouwers

EPC Energieprestatiecertificaat

GECORO GEmeentelijke COmmissie voor Ruimtelijke Ordening

GGZ Geestelijke GezondheidsZorg

GRS Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan

HH Huishouden

ICT Informatie- en Communicatietechnologie

IVLW Interlokale Vereniging voor Lokaal Woonbeleid

JRB JeugdRechtBank

KI Kadastraal Inkomen

LSB Lokaal Sociaal Beleid

LTWR Lokaal ToeWijzingsReglement

LWO Lokaal WoonOverleg

MIRA-S MIlieuRApport Scenario’s

OCMW Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn

PHH Particulier Huishouden

PTL Persoon ten laste

RO Ruimtelijke Ordening

RSP Ruimtelijk StructuurPlan

RUP Ruimtelijk UitvoeringsPlan

RVT Rust- en verzorgingstehuis

RWO Ruimtelijke ordening, Woonbeleid en Onroerend erfgoed

SHM Sociale HuisvestingsMaatschappij

SMART Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden

STOP Eerst Stappers dan Trappers, dan Openbaar vervoer dan Privé autovervoer

SVK Sociaal VerhuurKantoor

SVR Studiedienst Vlaamse Regering

SWOT Strenghts, Weaknesses, Opportunities, Threats

VAPH Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap

VCRO Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening

VMSW Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen

VRIND Vlaamse Regionale INDicatoren

VWC Vlaamse Wooncode

WUG WoonUitbreidingsGebied

WZC WoonZorgCentrum

Woonplan Hasselt 2030 – CBS 02 04 2015 5

Bibliografie AGS, SVR. (2014). Lokale inburgerings- en integratiemonitor 2013. Opgehaald van Lokale statistieken. Bral, L., Jacques, A., Schelfaut, H., Stuyck, K., & Vanderhasselt, A. (2012). Stadsmonitor 2011. Brussel:

Agentschap voor Binnenlands Bestuur. Datawarehouse Onderwijs. (2014). Opgehaald van Onderwijs Vlaanderen. De Bruyn, J., & Van Acker, M. (2012). Zaaien op beton en 106 andere recepten voor de stad. 10 jaar

Stedenfonds in Vlaanderen. Brussel: Agentschap Binnenlands bestuur. De Decker, P., Ryckewaert, M., Vandekerckhove, B., Pisman, A., Vastmans, F., & Le Roy, M. (2010).

Ruimte voor wonen. Trends en uitdagingen. Antwerpen-Apeldoorn: Garant. Dienst Sociale planning Provincie Limburg. (2015). Cijfers en informatie voor sociale planning.

Opgeroepen op januari 2015, van Provincie Limburg: http://www.limburg.be/socialeplanning Heylen, K., & Winters, S. (2008). Betaalbaarheid van het wonen voor starters op de woningmarkt.

Heverlee: Steunpunt Ruimte & Wonen. IGS Woonbeleid Midden-Limburg. (2014). Activiteiten Jaarverslag September 2012-2013. Hasselt: IGS

Woonbeleid Midden-Limburg. Karsten, L., Reijendorp, A., & van der Zwaard, J. (2006). Smaak voor de stad: een studie naar de

stedelijke woonvoorkeur van gezinnen. Den Haag: Ministerie van VROM. Loopmans, M., Leclercq, E., & Newton, C. (2011). Plannen voor mensen. Handboek sociaal-ruimtelijke

planning. Antwerpen-Apeldoorn: Garant. Luyten, D. (2013). Lokaal woonbeleid. Een plan van actie. Brugge: Vanden Broele. Luyten, D., Emmery, K., & Jennes, G. (2011). Van gewoon samen tot samenwonen: het overheidsbeleid

een hinderpaal? HIG-studie zegt: overheidsbeleid bevordert samenwonen niet. Welzijnsmagazine

Sociaal . Makay, I., & Lampaert, L. (2012). Wonen zonder zorg(en). Brussel: Kenniscentrum Woonzorg Brussel vzw. Myncke, R., & Vandekerckhove, B. (2007). Myncke R., B. Vandekerckhove. Toekomstige ruimtebehoefte

voor ouderen in Vlaanderen. Brussel: Departement RWO, Woonbeleid. Ruimte Vlaanderen. (2014). Toelichtingsnota. Gewestelijk RUP. Afbakening regionaalstedelijk gebied

Hasselt-Genk. Brussel: Ruimte Vlaanderen. Ryckewaert, M. (2012). Betaalbaar en kwalitatief wonen in de stad. In J. De Bruyn, & M. Van Acker

(Red.), Zaaien op beton. En 106 andere recepten voor de stad. Brussel: Agentschap binnenlands bestuur.

Ryckewaert, M., De Decker, P., Winters, S., Vandekerckhove, B., Vastmans, F., Elsinga, M., et al. (2012). Een woonmodel in transitie. Een toekomstverkenning van het Vlaamse wonen. Antwerpen-Apeldoorn: Garant.

Stad Hasselt. (2014). Jaarverslag 2013. Hasselt: Stadsbestuur. Steunpunt WSE. (2014). Cijfers. Opgehaald van Steunpunt WSE. Studio Beleid. (2011). Stad Hasselt. Doelgroepenplan bij het gemeentelijk toewijzingsreglement voor

sociale huurwoningen. Wommelgem: Studio Beleid. SVR. (2015). SVR-projecties van de bevolking en de huishoudens voor Vlaamse steden en gemeenten,

2015-2030. Opgeroepen op januari 2015, van Studiedienst van de Vlaamse regering: http://www4dar.vlaanderen.be/sites/svr/Pages/2015-01-29-projecties.aspx

Toerisme Vlaanderen. (2014). Cijfers en statistieken. Opgehaald van Toerisme Vlaanderen. Van Kerckhoven, E., van Doorn, L., & van Genugten, W. (2008). Maatschappelijke dienstverlening. In M.

De Bie, & H. van Ewijk, Sociaal werk in Vlaanderen en Nederland (pp. 99-130). Mechelen: Kluwer. Vancoppenolle, D. (2014). Het kind in Vlaanderen 2013. Brussel: KInd&Gezin. Vastmans, F., & Buyst, E. (2011). Vastgoedprijzen en woningaanbod in de centrumsteden. Leuven:

Onderzoeksgroep Stedenbouw en Architectuur. Vlaamse Overheid. (2014). Lokale statistieken. Opgehaald van Lokale statistieken. Vlaamse Overheid. (2014). VRIND 2014. Vlaamse regionale indicatoren. Brussel: Studiedienst van de

Vlaamse Regering. VVJ. (2012). Kindvriendelijke steden 2012. Rapport proefproject Hasselt. Antwerpen: VVJ. Winters, S. (2011). Synthese. Hoe betaalbaar is wonen in Vlaanderen? In S. Winters (Red.), Is wonen in

Vlaanderen betaalbaar? (pp. 175-192). Antwerpen-Apeldoorn: Garant.

Woonplan Hasselt 2030 – CBS 02 04 2015 6

0 INLEIDING

Hasselt is een stad in volle ontwikkeling. Om richting te geven aan de ontwikkelingen op de woonmarkt is het essentieel om een woonvisie uit te werken. Dat gebeurt in het voorliggend Woonplan Hasselt 2030. In dit woonplan behandelen we de beleidskeuzes op vlak van wonen voor de komende jaren en dit met een perspectief tot 2030. Het geeft de strategische keuzes aan en drukt de veranderingen uit die we op het vlak van wonen willen teweegbrengen binnen de voorziene planperiode. Het plan onderzoekt de keuzes en vertaalt deze naar concrete doelstellingen en acties. Het is geba-seerd op een grondige analyse van de huidige woonsituatie. De doelstellingen en acties maken van het woonplan een sturend werkdocument voor het stadsbestuur, zodat we de inspanningen kunnen coördineren en de financiële middelen en het personeel efficiënter kunnen inzetten. Het woonbeleid is nauw verweven met tal van andere beleidsdomeinen. Er zijn dan ook belangrijke raakvlakken met andere domeinen en beleidsplannen. In het Woonplan Hasselt 2030 hebben we een woonvisie uitgewerkt die aansluit bij de algemene be-leidsvisie. Met onze stedelijk woonvisie willen we Hasselt als woonstad versterken en de Hasselaren een compleet woon- en leefmilieu aanbieden. De samenwerking met, participatie van en communicatie met actoren en bevolking vormen een vast onderdeel van het woonbeleid. Deze samenspraak vormt de basis voor een breed draagvlak. Er was een bevraging van de verschillende adviesraden en van de stedelijke diensten. De opmaak van het woonplan werd opgevolgd door een interne en een externe begeleidingsgroep. Beide begeleidings-groepen werden actief betrokken bij de opmaak van het woonplan. Verder werden er zes focusgroe-pen georganiseerd met als thema’s: Gezinnen, kinderen, jongeren, Ouderen, Starters en herstarters, De private woonmarkt, De sociale woonmarkt en Duurzaamheid. Bij de uitwerking van de acties werd uit-gebreid overleg gepleegd met de betrokken diensten. Het Woonplan Hasselt 2030 bevat drie hoofdstukken: Het eerste hoofdstuk Hasselt vandaag is een samenvatting van de omgevingsanalyse waarop het woonplan is gebaseerd. Het tweede hoofdstuk heeft als titel Hasselt 2030: waar willen we naartoe. Dit hoofdstuk bevat de visie van waar we het wonen in Hasselt uiteindelijk naartoe willen. Deze Woonvisie is niet vrijblijvend. Ze is gebaseerd op inzichten, woonwensen en woonnoden en op de troeven van Hasselt. Ze houdt rekening met gemaakte keuzen. Naast de woonvisie is er een strategie nodig om de vooropgestelde (lange termijn) doelstellingen effi-ciënt en effectief te realiseren. Dat gebeurt door de woonvisie om te zetten in doelstellingen en acties. Die zijn weergegeven in het derde hoofdstuk. Om de implementatie van het Woonplan Hasselt 2030 met haar doelstellingen en acties te ondersteu-nen zal er elk jaar een jaaractieplan worden opgesteld. Een jaaractieplan lijst de acties op voor het betreffende jaar. Bij de opmaak van een jaaractieplan worden de reeds bereikte resultaten geëvalu-eerd en het woonplan indien nodig bijgestuurd. Hilde Claes Burgemeester Brigitte Smets Schepen van Wonen

Woonplan Hasselt 2030 – CBS 02 04 2015 7

1 HASSELT VANDAAG

1.1 Hasselt, hoofdstad van Limburg Hasselt is gelegen aan het Albertkanaal en de Demer, tussen de Kempen en Haspengouw. De belang-rijkste verkeersader is de autosnelweg E313 Luik-Hasselt-Antwerpen. De stad is omsloten door twee ring-wegen. De Grote Ring of Singel welke het verkeer uit de bebouwde kom van de stad moet houden en de Kleine Ring, de Groene Boulevard, welke het verkeer uit het centrum van de stad moet houden. Het centrum is nagenoeg autovrij. Er zijn belangrijke verkeersassen richting Tongeren, Sint-Truiden, Genk, Diest, Maastricht en Eindhoven. Hasselt is een kruispunt van spoorwegen. Vlak bij het centrum ligt een intercitystation met rechtstreekse verbindingen naar onder andere Luik en Brussel. Hier vertrekken alle bussen. Met het Spartacusplan wordt een snelle tramlijn aangelegd tussen Hasselt en Maastricht.

Figuur 1 Hasselt. Bestaande nederzettingstructuur (GRS - Kaart 14)

De historische stadskern en de woonwijken gelegen in directe omgeving van de Singel, vormen de dichtst bebouwde gebieden op het grondgebied van de stad. De Singel vormt een fysische begren-zing voor een aantal stedelijke woonwijken, net zoals de Groene Boulevard die is voor de historische stadskern. Vooral naar het noorden toe is er een uitbreiding van de stedelijke woonwijken langs de we-gen naar Genk en Eindhoven (Godsheide, Banneux, Berkenveld, Kuringen-Heide, Kuringen-Overdemer).

Woonplan Hasselt 2030 – CBS 02 04 2015 8

Spalbeek, Kermt, Tuilt en Kuringen zijn Demerdorpen die zich tussen de Demer en de weg naar Diest als een langgerekt, quasi aaneengesloten nederzettingspatroon ontwikkeld hebben. Door het aan elkaar groeien van de dorpen in het westen van Hasselt ontstond hier een residentieel bebouwingspatroon. Stokrooie is meer planmatig ontwikkeld en ruimtelijk onafhankelijk van deze ontwikkeling verder uitge-groeid. Stevoort, Sint-Lambrechts-Herk en Wimmertingen zijn nederzettingen gelegen in of aan de vallei van de Herk en Mombeek en sluiten meer aan bij de lintvormige nederzettingstypologie van Vochtig Haspengouw. Volgens de Stadsmonitor is Hasselt een aantrekkelijke en betaalbare woonstad met relatief hoge te-vredenheidpercentages van de inwoners over hun stad, buurt en woning. Als centrumstad beschikt Hasselt immers over veel centrumfuncties, voorzieningen en troeven waar, naast de inwoners, ook be-zoekers gebruik van maken. Zo komen er ook heel wat toeristen naar Hasselt en is Hasselt een aantrek-kelijke winkelstad. Hasselt is met bijna 50.000 jobs een belangrijke pool van tewerkstelling, vooral dan in de tertiaire (dien-sten) en quartaire sector (overheid en niet commerciële dienstverlening). Bijna driekwart van die jobs worden opgevuld door mensen van buiten Hasselt. Hasselt is een echte onderwijsstad met onderwijsinstellingen op alle niveaus. In het basisonderwijs komt 21% (1.649) van de leerlingen van buiten Hasselt. In het secundair onderwijs is dat bijna tweederde van de leerlingen (64% of 6.486 jongeren) en voor het hoger onderwijs komt 92% of 9.507 studenten van elders. Hasselt telt drie hogescholen. Verder is er de Universiteit Hasselt, met een campus in Diepenbeek en sinds 2007 ook een campus in Hasselt zelf. De Universiteit van Hasselt werkt samen met de Universitei-ten van Leuven, Maastricht en Eindhoven. Sinds het begin van de 21e eeuw kende Hasselt veel stadsvernieuwingsprojecten zoals:

- de Groene Boulevard - het Kolonel Dusartplein - de TT-wijk (Tweetorenwijk) - De Grenslandhallen met de uitbreiding van de Ethias Arena en Plopsa Indoor Hasselt. - een nieuwe gevangenis

In Hasselt-noord staan verschillende stadsprojecten op stapel zoals:

- de stationsomgeving - het Spartacustraject tussen het Kolonel Dusartplein en station - de Blauwe Boulevard - de onderwijscampus Elfde Linie - de inrichting van het Demerpark - …

In 2014 werd het regionaal stedelijk gebied Hasselt-Genk definitief afgebakend. Bij die afbakening zijn verschillende woonuitbreidingsgebieden als nieuw woongebied aangeduid. Rekening houdend met deze afbakening en de diverse, reeds geplande projecten verwachten we in een zestal gebieden met een groot groeipotentieel een verhoogde bouwactiviteit:

- Kiewit - Kuringer Heide - Runkst - Centrum Oost - Centrum Noordwest - Godsheide.

Woonplan Hasselt 2030 – CBS 02 04 2015 9

Figuur 2 Afbakening wijken, aandachtsgebieden en groeizones (AGIV 2013, Stad Hasselt 2014)

Woonplan Hasselt 2030 – CBS 02 04 2015 10

1.2 Een bevolking die groeit en verandert De voorbije jaren is de bevolking van Hasselt behoorlijk aangegroeid. Op 1 januari 2014 telt Hasselt 75.991 inwoners.

Figuur 3 Evolutie inwoners en huishoudens. 1997-2014. Hasselt.

Zoals in vele Vlaamse gemeenten en steden heeft de Hasseltse bevolkingspiramide eerder de vorm gekregen van een bevolkingspaddenstoel. De babyboomers, ondertussen vijftigers, evenals hun kinde-ren, dertigers zijn fors vertegenwoordigd. Er zijn meer oude vrouwen dan oude mannen. Als gevolg van meer geboorten de voorbije jaren is er opnieuw een toename in de jongste leeftijdsklassen.

Tabel 1 Leeftijdsverdeling en grafische voorstelling bevolkingspiramide. 2014. Hasselt (Dienst Sociale

planning Provincie Limburg)

Leeftijd Mannen Vrouwen Totaal

0-4 1.948 1.864 3.812

5-9 1.742 1.742 3.484

10-14 1.630 1.638 3.268

15-19 1.749 1.811 3.560

20-24 2.284 2.196 4.480

25-29 2.520 2.503 5.023

30-34 2.836 2.676 5.512

35-39 2.550 2.478 5.028

40-44 2.534 2.361 4.895

45-49 2.629 2.569 5.198

50-54 2.879 2.913 5.792

55-59 2.731 2.890 5.621

60-64 2.554 2.605 5.159

65-69 2.088 2.176 4.264

70-74 1.443 1.755 3.198

75-79 1.380 1.766 3.146

80-84 962 1.482 2.444

85-89 487 956 1.443

90-94 143 411 554

95 + 18 92 110

Totaal 37.107 38.884 75.991

In vergelijking met de andere centrumsteden ligt de gemiddelde leeftijd, 42,4 jaar in 2011, in Hasselt hoog en is het relatief aantal gezinnen met kinderen beperkt.

Woonplan Hasselt 2030 – CBS 02 04 2015 11

MIGRATIE

De aangroei van Hasselt heeft vooral te maken met het positieve migratiesaldo. Wat daarbij zeker op-valt, is de sterke toename van de binnenlandse inwijking. De inwijking stijgt sneller dan de uitwijking waardoor het intern migratiesaldo (de instroom vanuit andere gemeenten) groter wordt. De toename van na 2007 is opvallend. Daarnaast is er de buitenlandse migratie, de migratie van en naar het buitenland. Hier zijn minder ver-huisbewegingen, maar Hasselt kent ook een positief extern migratiesaldo. Er is een algemene tendens dat mensen meer verhuizen in de loop van hun leven. In Hasselt is er een sterke toename van de verhuisbewegingen. In 2012 kwamen er in Hasselt 5,8 % nieuwe inwoners bij, maar vertrokken er ook 4,6%. Bij deze bewegingen waren in totaal 7.700 huishoudens betrokken. In deze cijfers zijn de interne verhuizingen binnen Hasselt niet inbegrepen. Hier is er sprake van nog eens vierdui-zend interne adreswijzigingen. Voor elke leeftijdscategorie is er sprake van immigratie en emigratie. Het verloop van beide verdelingen naar leeftijd is vrij gelijklopend. De meeste bewegingen (in en uit) zitten bij de late twintigers (25-29 jaar). Vervolgens de jonge twintigers en dan de dertigers. Kijken we naar de uitstroom dan zien we dat de grootste uitstroom zit bij de late twintigers (25-29 jaar) en vervolgens bij de jonge dertigers (30-34 jaar). Voor elke leeftijdsgroep neemt de immigratie toe, maar voor elke leeftijdsgroep neemt ook de emigra-tie toe. De verbetering van het saldo heeft te maken met het feit dat de immigratie meer toeneemt dan de emigratie. De laatste jaren is voor alle leeftijdscategorieën het migratiesaldo in absolute cijfers verbeterd. Voor de periode 2008-12 wint Hasselt inwoners in elke leeftijdscategorie. Alleen voor de leef-tijd 0-4 jaar blijft het migratiesaldo negatief. Hasselt blijft dus gezinnen met jonge kinderen verliezen.

Tabel 2 Migratie naar leeftijd. 1998-2002, 2003-2007, 2008-2012. Hasselt (Dienst Sociale planning Provin-

cie Limburg)

Immigratie Emigratie Migratiesaldo

1998-

2002

2003-

2007

2008-

2012

1998-

2002

2003-

2007

2008-

2012

1998-

2002

2003-

2007

2008-

2012

0-4 683 846 1.050 951 903 1.119 -268 -57 -69

5-9 483 592 742 519 538 608 -36 54 134

10-14 411 477 658 354 399 441 57 78 217

15-19 680 769 1.059 464 503 603 216 266 456

20-24 2.451 2.656 3.001 1.887 1.952 2.176 564 704 825

25-29 3.023 3.605 4.207 3.024 3.354 3.608 -1 251 599

30-34 1.862 2.177 2.769 2.078 2.195 2.593 -216 -18 176

35-39 1.172 1.429 1.692 1.185 1.362 1.570 -13 67 122

40-44 840 1.076 1.363 826 1.032 1.088 14 44 275

45-49 635 825 1.113 550 741 915 85 84 198

50-54 470 598 872 395 559 743 75 39 129

55-59 298 426 626 259 371 462 39 55 164

60-64 216 306 456 206 217 282 10 89 174

65-69 202 229 303 145 155 199 57 74 104

70-74 125 183 187 97 120 128 28 63 59

75-79 100 140 156 95 88 126 5 52 30

80-84 85 113 140 74 94 114 11 19 26

85-89 81 66 122 66 62 94 15 4 28

90-94 30 25 33 25 31 16 5 -6 17

Woonplan Hasselt 2030 – CBS 02 04 2015 12

Het resultaat voor wat betreft het migratiesaldo stellen we hieronder grafisch voor.

Figuur 4 Migratiesaldo naar leeftijd. 1998-2002, 2003-2007, 2008-2012. Hasselt (cijfers Dienst Sociale

planning Provincie Limburg)

Eigenlijk vormt de instroom dus geen probleem. Men kan het beleid dus richten op de uitstroom en trachten de Hasselaren die men heeft te behouden. En dat geldt dan zeker voor de Hasselaren met kleine kinderen. Wat betreft de interne (binnenlandse) migratie wordt er vooral gemigreerd tussen Hasselt en andere Limburgse gemeenten. De migratiestroom verloopt daarbij in twee richtingen: met de betreffende ge-meenten is er zowel sprake van immigratie als van emigratie. De voorbije tien jaar wint Hasselt per saldo inwoners van Houthalen-Helchteren en Genk. Verder volgen Beringen, Lanaken, Maasmechelen, Bilzen, Heusden-Zolder, Lommel, Meeuwen-Gruitrode, Dilsen-Stokkem, Peer en Maaseik. In die periode verliest Hasselt per saldo inwoners aan vooral Alken, Zonhoven, Nieuwerkerken, Antwerpen, Wellen, … Bekijken we de buitenlandse migratie, dan zien we zowel de immigratie, emigratie als het migratiesaldo toenemen. De meeste migratie heeft momenteel betrekking op Europese landen. Het merendeel van de migratiebewegingen heeft plaats in de fusiegemeente Hasselt. Hier zien we ook het grootste saldo, hoewel dit in 2013 behoorlijk vermindert. In andere deelgemeenten zien we een wat wisselend verloop, soms is het jaarlijks migratiesaldo er ook negatief. Relatief gezien neemt vooral bij de vreemdelingen het aantal bewegingen toe.

HUISHOUDVERDUNNING

Globaal gezien verloopt de aangroei van het aantal huishoudens sneller dan de aangroei van het aan-tal inwoners. In 1997 waren er per huishouden gemiddeld 2,44 personen. In 2013 was dat gedaald tot gemiddeld 2,21 personen per huishouden. Deze huishoudverdunning heeft niet zozeer te maken met het verdwijnen van grotere gezinnen, maar vooral met de sterke toename van het aantal kleine huis-houdens. Meer bepaald neemt het aantal huishoudens met twee personen, en zeker het aantal alleen-staanden mede als gevolg van de vergrijzing, zeer sterk toe. In de toekomst zal de huishoudverdunning verder aanhouden. Volgens de meest recente SVR-projecties zullen de huishoudens in Hasselt in 2030 gemiddeld samengesteld zijn uit 2,14 personen.

-400

-200

0

200

400

600

800

1000

Aan

tal

Leeftijd

Migratiesaldo naar leeftijd. Hasselt 1998-2012 (vijfjarig)

98-02

03-07

08-12

Woonplan Hasselt 2030 – CBS 02 04 2015 13

Er zijn ook wijzigingen in de structuur van die huishoudens. Het ongehuwd samenwonen wordt steeds populairder. Het aantal mensen dat het samenwonen laat registreren neemt toe. Hasselt kende ook een stijging van de scheidingen. Na een scheiding gaan velen na een periode als alleenstaande een relatie aan met een nieuwe partner, die al dan niet kinderen heeft. Zo krijgt men meer en meer nieuw samengestelde gezinnen. In vergelijking met de omliggende gemeenten wonen er in Hasselt ook rela-tief weinig paren met kinderen. Kijken we naar het gezinstype dan zien we een toename van het aantal alleenstaanden en het aantal koppels zonder kinderen. Ook het aantal eenouder-huishoudens stijgt. Koppels met kinderen is eigenlijk de enige gezinsvorm die in aantal ter plaatse trappelt. Het aantal kleine huishoudens (met één of twee personen) bedraagt momenteel 70% van alle huishoudens. In vergelijking met de omliggende gemeen-ten ligt het aantal alleenstaanden in Hasselt wel erg hoog. Hasselt telt 36% alleenstaanden tegenover 25 % in Diepenbeek, 27% in Genk en 23% in Zonhoven.

VERGRIJZING EN VERGROENING

De vergrijzing van de Hasseltse bevolking is een duidelijk gegeven. In nog geen twintig jaar (1997-2013) is het aantal 60-plussers toegenomen van 14.175 tot 19.763, dat is van 21,0% tot 26,1% van de bevolking. Het aantal 80-plussers is in deze periode meer dan verdubbeld. De vergrijzing schrijdt voort. Binnen de vergrijzing is er sprake van een interne vergrijzing, waarmee men duidt op het fenomeen dat binnen de groep van ouderen het aandeel hoogbejaarden (80-plussers) toeneemt. Na de babyboom van de jaren zestig liep het aantal geboorten achteruit. Er was eerst een ontgroe-ning: vermindering van het aantal kinderen (in absolute en relatieve cijfers). Vanaf het midden van de jaren 2000 ziet men het aantal geboorten opnieuw toenemen. Daardoor was er opnieuw een toename van het aantal jonge kinderen. Zo kreeg men samen met de vergrijzing een (tijdelijke?) nieuwe ver-groening van de bevolking. Dit geeft eerst een grotere behoefte aan kinderopvang, vervolgens meer leerlingen voor de basisscholen en andere voorzieningen voor kinderen en daarna een toenemende vraag naar secundaire scholen en jongerenvoorzieningen.

VERKLEURING

In 2014 waren er in Hasselt 4.616 niet-Belgen of 6,1% van het totaal aantal inwoners. Dat is lager dan het gemiddeld cijfer van het Vlaams Gewest (7,3%) en het gemiddeld cijfer van de Centrumsteden (8,1%). Toch blijft de verkleuring van de Hasseltse bevolking een belangrijk hedendaags gegeven. Een deel van de bevolkingsgroei van de stad heeft te maken met de inwijking vanuit het buitenland. Die is de voorbije jaren duidelijk toegenomen. Kijken we naar de officiële nationaliteitscijfers dan vinden we de niet-Belgen terug in praktisch alle leeftijdsgroepen, zij het meest zichtbaar bij de twintigers en dertigers en heel wat minder boven de 55 jaar. De officiële bevolkingscijfers geven geen volledig beeld van de verkleuring van de Hasseltse bevolking. Zo zijn minstens 16,6% van niet-Belgische herkomst. In 2013 was bij één op vijf (21,1%) van de geboren kinderen de taal moeder-kind een andere taal dan het Nederlands. Vele migranten blijven in de ste-den wonen waardoor hun aantal daar blijft groeien. Daarbij doet er zich ruimtelijke concentratie (se-gregatie)voor. Ook in Hasselt zien we dat in bepaalde buurten duidelijk meer migranten wonen dan in andere buurten: bijvoorbeeld zeer duidelijk meer in Ter Hilst, meer in de historische stadskern en de woonwijken langs de Singel en duidelijk minder in de dorpen en de planmatige wijken in het groen. Er zijn geen data beschikbaar over bewoning door illegalen in Hasselt.

WOONNODEN

De hedendaagse samenleving telt meer en veel kleine huishoudens. Globaal ziet men een toenemen-de en bijkomende nood aan kleine wooneenheden. Als het om woningen voor ouderen gaat is het daarbij belangrijk dat deze woningen voldoende aangepast zijn. Inzake wonen is er duidelijk een toenemende dynamiek. Jongeren kopen snel een huis en verkopen het na een aantal jaren, ouderen verhuizen naar een appartement eens de kinderen het huis uit zijn en op de woonmarkt zijn er meer herstarters. Er is een toenemende nood aan tijdelijke woonoplossingen en oplossingen voor nieuwe gezinssituaties (samengestelde gezinnen).

Woonplan Hasselt 2030 – CBS 02 04 2015 14

Voor velen is “het huis voor het leven” passé. Men evolueert naar een woning per fase in de levenscy-clus. Maar die levenscyclus en zeker de gezinscyclus is niet meer zo eenduidig. Er wordt veel meer ver-huisd en dat betekent ook meer transacties (kopen, verkopen) en meer huren en verhuren. Veel bestaande woningen zijn voorzien op het oude model van het grote, klassieke gezin. Die zijn (te) ruim voor de huidige gezinnen met minder kinderen, alleenstaanden en ouderen zonder kinderen in huis. Volgens sommigen is een groot deel van de woningen momenteel te groot en dus eigenlijk on-derbezet. Er is een toenemende vraag naar goedkoop huren als gevolg van de externe migratie, de toenemen-de flexibiliteit van de gezinnen, de vermaatschappelijking van de zorg enz. Maar het blijft moeilijk goedkoop te huren op de privé-markt. Er is een grote vraag naar goedkopere (bescheiden?) woningen en een grote vraag naar sociale (huur)woningen. Niet EU-burgers moeten vaker dan Belgen rondkomen met een inkomen onder de armoededrempel. Ze leven vaker in een ernstig materieel gedepriveerd huishouden. Bovendien zijn de huizen waarin zij wonen doorgaans van mindere kwaliteit. Er is sprake van diverse vormen discriminatie op de private (huur)markt.

PROGNOSES

Volgens de laatste projecties van de studiedienst van de Vlaamse Regering blijft het aantal Hasselaren de volgende jaren toenemen en zullen er in 2030 ongeveer 82.000 Hasselaren zijn. Ook het aantal huis-houdens blijft verder stijgen. Het evolueert volgens SVR van 34.440 in 2014 naar 38.234 in 2030. Gezien de vele bouwprojecten die op til staan is het best mogelijk dat de verdere toename van de bevolking groter zal zijn dan deze raming.

Tabel 3 Projecties aantal inwoners en huishoudens. 2000-30. Hasselt (SVR, 2015)

2000 2005 2010 2015 2020 2025 2030

Inwoners 68.058 69.538 73.067 76.444 78.435 80.344 81.859

Huishoudens 28.474 30.281 32.779 34.757 36.060 37.228 38.234

Kijken we naar de projecties van de leeftijdsverdeling, dan merken we dat de vergrijzing van de bevol-king de volgende jaren doorzet. Wat betreft de jonge leeftijdscategorieën is er een licht schommelend verloop.

Tabel 4 Projecties van het aantal inwoners naar leeftijd. 2000-30. Hasselt (SVR, 2015)

Leeftijd 2000 2005 2010 2015 2020 2025 2030

0-4 3.190 2.999 3.555 3.772 3.607 3.707 3.667

5-9 3.414 3.157 3.096 3.608 3.780 3.613 3.702

10-14 3.579 3.519 3.298 3.246 3.703 3.868 3.697

15-19 4.052 3.714 3.739 3.561 3.478 3.915 4.066

20-24 4.592 4.494 4.327 4.425 4.125 4.016 4.390

25-29 4.709 5.087 5.203 5.056 4.950 4.680 4.559

30-34 4.830 4.619 5.206 5.366 5.151 5.018 4.741

35-39 5.495 4.846 4.716 5.273 5.371 5.142 4.991

40-44 5.642 5.495 4.982 4.819 5.300 5.402 5.179

45-49 5.250 5.660 5.624 5.084 4.914 5.389 5.492

50-54 4.617 5.226 5.738 5.678 5.104 4.953 5.417

55-59 3.541 4.545 5.265 5.741 5.658 5.117 4.976

60-64 3.800 3.470 4.557 5.260 5.689 5.634 5.129

65-69 3.652 3.656 3.390 4.481 5.155 5.589 5.545

70-74 3.099 3.365 3.492 3.205 4.248 4.913 5.339

75-79 2.420 2.711 3.015 3.183 2.919 3.892 4.514

80-84 1.078 1.889 2.218 2.468 2.616 2.464 3.299

85-89 764 682 1.233 1.489 1.670 1.817 1.750

90-94 263 339 308 612 763 889 995

95- 71 65 105 118 235 326 411

Woonplan Hasselt 2030 – CBS 02 04 2015 15

Figuur 5 Evolutie van de leeftijdsverdeling. 1990-2030. Hasselt (SVR, 2015)

De SVR maakt ook projecties van het aantal huishoudens naar aantal leden per huishouden. Hier stellen we vast dat er vooral een toename is bij de huishoudens van 1 en van 2 personen. De grotere huishou-dens stabiliseren in aantal. De toename van de kleinere huishoudens wordt terecht gekoppeld aan de vergrijzing van de bevolking. Maar dat betekent niet dat alle kleine huishoudens, huishoudens zijn van ouderen. Momenteel zijn 63% van de alleenwonenden in Hasselt jonger dan 65 jaar. In 2020 is dat 58% en in 2030 55%. Dat betekent dat ook in de toekomst ruim de helft van de Hasseltse alleenwonenden geen senioren zijn. Bij het bepalen van woonbehoeften mag men er zeker niet van uitgaan dat alle alleenwonenden alleen willen en zullen blijven wonen.

Tabel 5 Projecties van de huishoudens naar aantal personen in het huishouden (Ac). 2000-30. Hasselt

(SVR, 2015)

2000 2005 2010 2015 2020 2025 2030

1 persoon 8.711 9.930 11.436 12.460 13.152 13.755 14.348

2 personen 9.082 10.173 11.166 11.970 12.631 13.183 13.611

3 personen 4.737 4.590 4.693 4.753 4.712 4.693 4.677

4 personen 4.146 3.906 3.794 3.864 3.843 3.854 3.847

5 en meer personen 1.798 1.682 1.690 1.710 1.722 1.744 1.751

Totaal 28.474 30.281 32.779 34.757 36.060 37.228 38.234

Tabel 6 Projecties van de huishoudens naar aantal personen in het huishouden (%). 2000-30. Hasselt

(SVR, 2015)

2000 2005 2010 2015 2020 2025 2030

1 persoon 31% 33% 35% 36% 36% 37% 38%

2 personen 32% 34% 34% 34% 35% 35% 36%

3 personen 17% 15% 14% 14% 13% 13% 12%

4 personen 15% 13% 12% 11% 11% 10% 10%

5 en meer personen 6% 6% 5% 5% 5% 5% 5%

Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%

Woonplan Hasselt 2030 – CBS 02 04 2015 16

1.3 Woonpatrimonium en woonmarkt In 2013 zijn er in Hasselt 11% meer woningen dan huishoudens. Naast de leegstand heeft dit te maken met het feit dat men op twee plaatsen woont of op een andere plek dan officieel is meegedeeld.

Tabel 7 Woongelegenheden, huishoudens, HH/woongelegenheden. 2005, 2010, 2013. Hasselt (Dienst

Sociale planning Provincie Limburg)

Woongelegenheden Huishoudens HH/woongelegenheden

2005 33.389 30.255 110%

2010 35.927 32.654 110%

2013 37.829 34.164 111%

EVOLUTIES OP DE WOONMARKT

Het woonpatrimonium in Hasselt is eerder van recente datum (gemiddeld bouwjaar 1965). Het com-fortniveau is meestal behoorlijk tot goed. Qua woningtype is er Hasselt in vergelijking met de andere centrumsteden nog opvallend veel open bebouwingen (24,7%). Er zijn relatief weinig sociale woningen. Globaal merkt men een toenemende vraag naar goedkope huisvesting evenals een toenemende vraag naar goedkoop huren. In Hasselt wordt steeds intensiever gebruik gemaakt van de ruimte. Er wordt daarbij heel wat gebouwd en verbouwd. Er is ook een duidelijk vraag naar (nieuwe) instapklare woningen bij begoede tweever-dieners, medioren en senioren. Andere groepen jongeren en ouderen hebben een lager startbudget dan strikt noodzakelijk. Bij sommige jongeren springen de ouders bij. Zoals elders in Vlaanderen ziet men ook in Hasselt dat particuliere gezinnen meer en meer of een bestaande woning van een andere parti-culier kopen die ze dan eventueel renoveren, of een woning in een project kopen. De laatste jaren gingen er meestal meer vergunningen naar renovaties dan naar nieuwbouw. Algemeen is er in Hasselt een evolutie van eengezinswoning naar meergezinswoningen (appartementering). Momenteel is meer dan een derde (35,9%) van de Hasseltse woongelegenheden een appartement. In 2013 is 71% van de vergunde woongelegenheden een appartement. Toch worden er ook nog heel wat eengezinswonin-gen in een open bebouwing gerealiseerd.

Tabel 8 Woongelegenheden naar woningtype (a.c.). 1995, 2005, 2013. Hasselt (Dienst Sociale planning

Provincie Limburg)

Eengezinswoningen Appartementen handelshuizen andere

1995 19.705 8.174 1.120 421

2005 21.442 10.465 1.060 422

2013 22.884 13.562 971 412

Tabel 9 Woongelegenheden naar woningtype (%). 1995, 2005, 2013. Hasselt (Dienst Sociale planning

Provincie Limburg)

Eengezinswoningen Appartementen handelshuizen andere

1995 67,0% 27,8% 3,8% 1,4%

2005 64,2% 31,3% 3,2% 1,3%

2013 60,5% 35,9% 2,6% 1,1%

Er is een afnemend belang van grote percelen. Bij de vergunningen neemt de oppervlakte in m² per woning of appartement doorheen de jaren af. Met bepaalde oudere woningen zijn er problemen. Woningen uit de jaren 1960 en 1970 beantwoorden dikwijls niet meer aan de huidige woonwensen. Er is een grote renovatiekost, het zijn grote kavels en er is een hoge prijsverwachting bij de verkopers. Ook met de oudere appartementen verwacht men meer problemen. De voorbije jaren zijn in Hasselt de projectontwikkelaars bijzonder dominant aanwezig op de woon-markt. Particuliere of publieke projectontwikkelaars zijn meer in staat om nieuw gebieden, binnenge-bieden of reconversiegebieden te ontwikkelen. Bij zulke ontwikkelingen is er veelal sprake van meerge-zinswoningen.

Woonplan Hasselt 2030 – CBS 02 04 2015 17

HUURMARKT

Er zijn weinig gegevens over de huurders in Hasselt. In 2001 waren er in Hasselt 31,6% huurders, 19,4% huurder bij particulieren en 4,3% bij een sociale huisvestingsmaatschappij. In vergelijking met het Vlaams gemiddelde ligt het totaal aantal huurders hoog en het aantal sociale huurders laag. Dit betekent dat Hasselt een belangrijke private huurmarkt heeft.

PRIJZEN

Kijken we naar de prijzen dan zien we zoals elders een forse stijging van de (gemiddelde prijs van de) woningprijzen. Hoewel in vergelijking met andere centrumsteden de prijzen in Hasselt nog matig zijn, zijn ze duur voor Limburg. De woningmarkt is wel heterogeen. De prijzen in de lagere woningprijsklassen stegen bijvoorbeeld sterker dan in de hogere.

KWALITEIT VAN DE WONING

Een goede woningkwaliteit is essentieel voor het verwezenlijken van het grondwettelijk recht op een behoorlijke huisvesting:

• In 2011 gaf 18,5% van de respondenten uit Hasselt aan te leven in een woning met een gebrek aan elementair comfort, één of meerdere structurele problemen of een gebrek aan ruimte. Dat cijfer ligt onder het gemiddelde van de 13 centrumsteden dat 21,7% bedraagt.

• Eveneens in 2011 beschikt 97,1 % van de woningen in Hasselt elementair comfort, 94,6% mid-delmatig comfort en 80,2% groot comfort. Dat is opmerkelijk beter dan het gemiddelde van de 13 centrumsteden met respectievelijk 96,4%, 84,7% en 72,3%

• 2,0% van de woningen kent in 2011 een overbezetting. Dit is het laagste cijfer van alle centrum-steden. Het gemiddelde van de 13 centrumsteden is 4,6%. (Bral, Jacques, Schelfaut, Stuyck, & Vanderhasselt, 2012)

Hasselt beschikt momenteel nog niet over een volledige leegstandinventaris.

Woonplan Hasselt 2030 – CBS 02 04 2015 18

1.4 Beschrijving bewoners naar woonstructuur

PER GEBIED (GSP)

Hasselt is geen homogeen gebied waar de kenmerken van bewoners, de woningen en de woonom-geving gelijkmatig over het grondgebied zijn verdeeld.

Tabel 10 Bewoners en huishoudens volgens nederzettingstructuur GRS. 2013. Hasselt (gebaseerd op

cijfers Dienst Sociale planning Provincie Limburg)

2013 Inwoners Huishoudens Oppervlakte

Ac % Ac % Ha %

Historische stadskern 2.592 3,4% 1.582 4,6% 46 0,4%

Woonwijken rond de Singel 27.425 36,3% 14.019 41,0% 841 8,2%

Planmatig ontwikkelde woonwijken rond Singel 4.938 6,5% 2.171 6,4% 225 2,2%

Planmatig ontwikkelde woonwijken groen kader 8.639 11,4% 3.359 9,8% 1.063 10,4%

Dorpen 9.959 13,2% 4.007 11,7% 1.032 10,1%

Kernen Diestersteenweg – Kuringersteenweg 9.678 12,8% 4.154 12,2% 556 5,4%

Geïsoleerde woonwijken 1.909 2,5% 788 2,3% 215 2,1%

Woonlinten, verspreide bewoning, anderen 10.388 13,8% 4.084 12,0% 6.287 61,2%

Hasselt 75.528 100,0% 34.164 100,0% 10.267 100,0%

In 2013 woont meer dan de helft van de gezinnen (52%) in het gebied bestaande uit de historische stadskern, de woonwijken rond de Singel en de planmatig aangelegde wijken rond de Singel. Dat ge-bied bedraagt qua oppervlakte ongeveer een tiende van Hasselt. In de planmatig ontwikkelde woon-wijken in groen kader (9,8%), de dorpen (11,7%), en de kernen Diestersteenweg–Kuringersteenweg (12,2%) wonen telkens een 10% van de huishoudens van Hasselt.

Tabel 11 Personen per huishouden en inwoners per km² volgens nederzettingstructuur GRS. 2013. Has-

selt (gebaseerd op cijfers Dienst Sociale planning Provincie Limburg)

2013 Personen per

huishouden

Inwoners

per km²

Historische stadskern 1,6 5.635

Woonwijken rond de Singel 2,0 3.261

Planmatig ontwikkelde woonwijken rond Singel 2,3 2.195

Planmatig ontwikkelde woonwijken in groen kader 2,6 813

Dorpen 2,5 965

Kernen Diestersteenweg – Kuringersteenweg 2,3 1.741

Geïsoleerde woonwijken 2,4 888

Woonlinten, verspreide bewoning, anderen 2,5 165

Hasselt 2,2 736

Tussen de gebieden treden grote verschillen op. In de historische stadskern en de meeste woonwijken rond de Singel ligt het aantal inwoners per km² hoog. Er zijn veel kleine gezinnen en een erg grote con-centratie van alleenstaanden. In het historisch stadscentrum wonen veel ouderen en erg weinig kinde-ren. Verder zijn de personen van niet-Belgische herkomst duidelijk ongelijkmatig verdeeld over Hasselt. Schaars in de groene wijken en dorpen, ruim vertegenwoordigd in de kernwijken en sterk vertegen-woordigd in Ter Hilst. De sociale woonwijk Ter Hilst heeft duidelijk een eigen samenstelling: met veel kin-deren, veel eenoudergezinnen, veel bewoners van niet-Belgische herkomst. Deze cijfers betreffen nog vrij grote gebieden, gaat men kijken op het niveau van de afzonderlijke wij-ken of kleinere buurten dan komen de verschillen nog sterker tot uitdrukking. De migratie- en verhuis-bewegingen kunnen segregatie of gentrificatie als gevolg hebben. Dat kan binnen bepaalde wijken het risico op leefbaarheidsproblemen verhogen.

Woonplan Hasselt 2030 – CBS 02 04 2015 19

Tabel 12 Gegevens mbt bewoners volgens nederzettingstructuur GRS. 2013. Hasselt (gebaseerd op cij-

fers Dienst Sociale planning Provincie Limburg)

Histo

risch

e

stad

ske

rn

Wo

on

wijk

en

lan

gs S

ing

el

Pla

nm

atig

e w

ij-

ke

n la

ng

s Sin

ge

l

Pla

nm

atig

e w

ij-

ke

n in

he

t gro

en

Do

rpe

n

Ke

rne

n D

ietse

r

en

Ku

ring

en

-

stee

nw

eg

Wijk

He

ne

go

uw

Wijk

Ter H

ilst

Leeftijdsgroepen

0-19 jaar 10% 16% 20% 21% 20% 20% 19% 29%

20-64 jaar 56% 63% 59% 61% 62% 62% 52% 59%

65 plussers 33% 21% 21% 18% 17% 19% 28% 12%

80 plussers 16% 7% 5% 5% 5% 5% 4% 2%

TOTAAL INWONERS 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%

Personen per huishoudtype

Alleenwonend 36% 24% 15% 9% 10% 13% 10% 15%

Koppel zonder kind(eren) 28% 26% 23% 24% 24% 27% 32% 13%

Koppel met kind(eren) 10% 18% 22% 29% 28% 26% 26% 23%

Alleenstaande ouder 4% 4% 5% 3% 4% 3% 2% 7%

Kind bij koppel 7% 16% 20% 26% 25% 23% 23% 25%

Kind bij alleenstaande ouder 6% 6% 9% 5% 5% 5% 3% 13%

Lid collectief huishouden 2% 1% 1% 2% 2% 0% 0% 0%

Overige personen 6% 4% 4% 3% 3% 4% 3% 4%

TOTAAL INWONERS 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%

Kinderen

Thuiswonende kinderen 14% 22% 29% 31% 30% 27% 26% 38%

Nationaliteit bij geboorte

Belg 83% 83% 84% 94% 93% 89% 94% 53%

Niet-Belg 17% 17% 16% 6% 7% 11% 6% 47%

TOTAAL INWONERS 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%

Tabel 13 Gegevens mbt huishoudens volgens nederzettingstructuur GRS. 2013. Hasselt (gebaseerd op

cijfers Dienst Sociale planning Provincie Limburg) H

istorisc

he

stad

ske

rn

Wo

on

wijk

en

lan

gs S

ing

el

Pla

nm

atig

e

wij-

ke

n la

ng

s Sin

ge

l

Pla

nm

atig

e w

ij-

ke

n in

he

t gro

en

Do

rpe

n

Ke

rne

n

Die

tser

en

K

urin

ge

n-

stee

nw

eg

Wijk

He

ne

go

uw

Wijk

Ter H

ilst

Type van huishouden

Alleenwonend 59% 46% 34% 22% 24% 29% 25% 36%

Koppel zonder kind(eren) 23% 26% 26% 31% 30% 32% 38% 16%

Koppel met kind(eren) 8% 18% 25% 37% 35% 30% 31% 29%

Eenoudergezin 7% 8% 12% 8% 9% 8% 6% 18%

Ander type 3% 2% 2% 1% 2% 2% 0% 2%

Totaal huishoudens 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%

Aantal leden per huishouden

1 pers 59% 46% 34% 23% 25% 29% 24% 36%

2 pers 28% 32% 33% 36% 36% 36% 42% 26%

3 pers 8% 11% 16% 18% 18% 16% 14% 13%

4 pers 4% 8% 10% 16% 15% 13% 13% 12%

5pers 1% 2% 4% 5% 5% 4% 4% 8%

>5pers 0% 1% 1% 1% 1% 1% 1% 2%

Totaal huishouden 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%

Woonplan Hasselt 2030 – CBS 02 04 2015 20

1.5 Over het sociaal leven binnen wijken Binnen een stad is er steeds een dreiging voor sociale scheiding en toenemende tegenstelling tussen rijkere en armere wijken. Beleidsmakers kunnen een sociale mix nastreven. Maar een menging van wo-ningtypes, zonder menging van prijsklassen en eigendomstypes heeft weinig effect op de sociaaleco-nomische mix in een wijk. In die zin was de verplichting opgelegd door het Decreet Grond en Panden-beleid om ook sociale woningen te voorzien in grote nieuwe woonprojecten een goede zaak. Het Grondwettelijk Hof heeft evenwel een aantal bepalingen die betrekking hadden op de sociale last bij grote woonprojecten vernietigd. Sociale netwerken zijn een belangrijk aspect van sociale cohesie. Ze zijn het geheel van relaties tussen vrienden, kennissen, familie, collega’s die er in een samenleving bestaan. Men kan een onderscheid maken tussen het ontstaan en het onderhouden van een sociale relatie. Nieuwe sociale relaties komen niet overal even gemakkelijk tot stand. Wil men sociale cohesie stimuleren dan is het belangrijk om een voldoende evenwichtig aanbod van ontmoetingsplaatsen in een wijk te voorzien.

LEEFBAARHEID

Leefbaarheid is een algemene term om de woonkwaliteit in een bepaalde wijk te omschrijven. Als men over leefbaarheid praat, gaat het meestal over leefbaarheidsproblemen. In bepaald gebieden van Hasselt is er sprake van (dreigende) leefbaarheidsproblemen. We gaan hier in op: bepaalde invalswe-gen, Runkst en Ter Hilst. De stedelijke diensten hebben een onderzoek gedaan rond de bepaalde invalswegen waarbij men gegevens heeft verzameld van bewoners en woningen. Het algemeen beeld dat men krijgt is een beeld van segregatie en dreigende verloedering. Er wonen vele migranten, de kwaliteit van nogal wat woningen is bedenkelijk en het aantal deurbellen suggereert heel wat problemen achter de voordeur. Runkst is de grootste Hasseltse wijk. Omwille van diverse nieuwbouwprojecten valt te verwachten dat het bevolkingscijfer van Runkst de volgende jaren nog sterk zal toenemen. Diverse appartementsblok-ken zijn sterk verouderd. Een terugkerend bewonersprofiel zijn oudere eigenaar-bewoners gecombi-neerd met allochtone huurders-bewoners. De woningkwaliteitdossiers situeren zich hoofdzakelijk in wo-ningen van voor 1950. Bepaalde straten in Runkst hebben meer probleempanden dan gemiddeld. De bewoners van slechte huurwoningen zijn op enkele uitzonderingen na steeds maatschappelijk zeer zwak met een combinatie van vervangingsinkomen, OCMW-Cliënt, schuldbemiddeling, allochtoon, eenoudergezin. Verschillende partners in Runkst melden leefbaarheidproblemen. De Dienst Wonen en wijkmanagement hebben al voorstellen uitgewerkt voor de wijk. Er zijn duidelijke leefbaarheidsproblemen in Ter Hilst. Het gaat hier om een geïsoleerde sociale woonwijk met een laag socio-economisch profiel en een sterk gesegregeerde bevolkingssamenstelling. Er zijn momenteel al verschillende diensten en organisaties actief in de wijk. Het ontbreekt evenwel nog aan een uitgebreide leefbaarheidstudie en/of leefbaarheidsplan voor deze wijk. Vanuit wijkmanagement is er ondertussen al wel een traject opgestart in de wijk.

Woonplan Hasselt 2030 – CBS 02 04 2015 21

1.6 Over woonnoden van bevolkingsgroepen

GEZINNEN

In november 2014 kreeg Hasselt het label ‘Kindvriendelijke Steden en Gemeenten’ maar er blijven nog pijnpunten inzake het kindvriendelijk wonen in Hasselt. Het behoud of aantrekken van gezinnen met kinderen blijft voor Hasselt een belangrijke uitdaging. Veel jongvolwassenen trekken naar Hasselt om te studeren, te werken of om er zelfstandig te gaan wonen. Hierdoor komen er meer jongvolwassenen (20-29 jaar) in Hasselt wonen dan dat er vertrekken. Maar met de komst van kinderen komt ook de vraag: vertrekken of blijven? Vele Vlaamse gezinnen met jonge kinderen blijven uit de (binnen)stad wegtrekken. Veel migrantengezinnen blijven wel in de stad wonen. De zwakkere migrantengroepen zijn vooral aangewezen op de onderzijde van de wo-ningmarkt, die veelal bestaat uit ondermaatse, meestal private huurwoningen. Er is te weinig opvolging over de (kwaliteit van de) woonomgeving van kinderen en jongeren. Een ander pijnpunt omtrent wonen voor gezinnen in Hasselt, is de sociale woningmarkt. Wat betreft voorzieningen zijn bijkomende grote voorzieningen voor voorschoolse kinderopvang (op-vang van baby’s en peuters) momenteel niet meer gewenst. Indien er sprake is van nieuwe woonont-wikkelingen is het opportuun dat die vergezeld worden van kleinschalige opvanginitiatieven. Wat be-treft buitenschoolse kinderopvang (kinderen van 3 tot 12 jaar) is er een groot capaciteitsprobleem. Hier moeten oplossingen worden gezocht in combinatie met andere diensten en voorzieningen. Lokaal in bepaalde wijken en voor specifiek onderwijsaanbod (methodescholen) zijn er ook capaci-teitsproblemen in het kleuter- en basisonderwijs. Voor de jeugd zijn er steeds minder natuurlijke en informele ontmoetingsplekken. In de stad krijgt elke vierkante meter een bestemming en in de strijd om de openbare ruimte leggen de belangen van jon-geren het dikwijls af tegen andere belangen. In de (nieuwe) woonwijken valt er voor jongeren soms weinig te beleven en dat lijkt ook de bedoeling want veel nieuwe wijken promoot men als een oase van rust en ruimte. Jongeren op straat worden snel geassocieerd met overlast.

STUDENTEN

Hasselt is een hogeschool- en universiteitsstad. Slechts een gedeelte van de studenten woont of zit op kot in Hasselt. Hasselt voert momenteel een beleid om de studenten te laten verblijven op gereglemen-teerde studentenkamers (1.352), liefst samengebracht in grotere complexen in de buurt van de onder-wijsplaatsen. Men heeft geen zicht op eengezinswoningen die bewoond worden door groepen studen-ten.

STARTERS EN HERSTARTERS

Er is veel te doen om jongeren en jonge gezinnen (starters) die moeilijk een eigen woning vinden. Al-gemeen ziet men een tendens om langer thuis te blijven wonen (hotel mama), tijdelijk terug thuis te komen wonen, te gaan samenhuizen. Wat anders dan men misschien verwacht, behoren de starters gemiddeld gezien meer dan niet-starters tot de hogere inkomensgroepen. Dat houdt verband met de afwezigheid van gepensioneerden –met een gemiddeld lager inkomen- onder de starters. Verder blijkt dat voor een deel van de huurders de huurfase vermoedelijk een tussenstap is naar eigenaarschap. Logischerwijze ligt binnen de groep star-ters het aandeel eigenaars zonder aflossinglast vrij laag. Het aandeel sociale huurders onder de starters is erg laag. Een element dat bij de aankoop van een woning door starters ook nog speelt, is de eventu-ele financiële steun van ouders of grootouders. De starters kiezen –noodgedwongen– sneller voor een kleinere of minder comfortabele woning. Ook kiest men sneller voor een koopwoning i.p.v. van een bouwproject. Op deze manier blijft de effectieve betaalbaarheid dezelfde. Een gevolg van deze trend is dat minder huishoudens hun eerste eigen-domswoning als hun ‘definitieve’ woning beschouwen. Op basis hiervan verwacht men een nog verder toenemende mobiliteit op de woningmarkt en een verder stijging van transacties op de secundaire markt. De meest kwetsbare jongeren komen op de huurmarkt terecht en ondervinden daar mogelijk ook vele problemen.

Woonplan Hasselt 2030 – CBS 02 04 2015 22

Naast de starters komt er ook meer aandacht voor de herstarters. Met een scheiding splitst een huis-houden zich op in twee nieuwe huishoudens. Minstens één van partners moet dan op zoek naar een nieuwe woonst. Voor wie verhuist betekent het dikwijls een daling van de grootte van de woning en een vermindering van de kwaliteit ervan. Het gaat daarbij dikwijls om tijdelijke woonsituaties. Mogelijks is er na enkele jaren sprake van een nieuwe relatie waardoor de woonsituatie eventueel opnieuw wijzigt. Vele nieuw gevormde koppels gaan binnen enkele maanden samenwonen en een aantal van de nieuw samengestelde gezinnen kenmerken zich door aanwezigheid van een wisselend aantal kinde-ren. Ook dit moet in de woning worden opgelost.

OUDEREN

Er zijn diverse woonvormen voor ouderen die variëren van individueel wonen, wonen in groep, woon-gemeenschap en woonzorgcentrum. Van de Hasseltse 60-plussers (2007) is 81% eigenaar van zijn wo-ning, 10,6% huurt op de private markt, 3,3% huurt op de sociale markt en 5,1% woont op een andere wijze. De groep van senioren is intern gedifferentieerd qua inkomen, woonproblematieken en fysieke ongemakken inherent aan de leeftijd. Senioren willen zo lang mogelijk zelfredzaam blijven en zelfstandig blijven wonen. Het merendeel van de ouderen is tevreden over de huidige woning en de woonomgeving, ook al is de woning niet altijd aangepast aan veranderende behoeften. Heel wat ouderen wonen in een woning die eigenlijk niet meer is aangepast aan hun veranderende woonbehoefte. De woning is dikwijls te groot. Velen zullen met kleine of grotere ingrepen hun woonsituatie aanpassen aan de veranderende woonbehoefte en woonwensen. Daarnaast gaat het vaak ook over oudere woningen hoge energie- en andere kosten. Voor ouderen met een beperkte financiële draagkracht is het niet vanzelfsprekend om die woning aan te passen of een andere aangepaste en betaalbare woning te vinden. De verkoop van de eigen (oudere) woning brengt ook niet altijd genoeg op om een (recent) aangepast appartement te kopen. Een toegankelijke sociale huurwoning kan dan een oplossing bieden. In Hasselt is in het toewijzingsreglement een doel-groep ouderen voorzien. Een aantal sociale woningen wordt bij voorrang aan deze doelgroep toege-wezen. Globaal gezien ziet men toch een toenemende tendens om te verhuizen als de kinderen het huis heb-ben verlaten (lege nest). Veel actieve/gezonde ouderen willen wel verhuizen naar een aangepaste woonvorm maar dan bij voorkeur in de eigen woonomgeving en/of naar de kernen dicht bij de voor-zieningen. Bij de woonvormen voor ouderen is het ook belangrijk om aandacht te hebben voor huidige of even-tueel toekomstige zorg. Ouderen met een zorgbehoefte moeten, om thuis te blijven wonen, beroep kunnen doen op informele of formele hulp. Mensen met ernstige beperkingen moeten veelal residenti-eel worden opgevangen. Men ziet tegenwoordig veel aandacht voor kleinschalige en genormaliseer-de vormen van residentieel wonen. In Hasselt zijn er verschillende Woonzorgcentra met in totaal 964 plaatsen. Het capaciteitsprobleem in de RVT’s situeert zich vooral in het stadscentrum. Verder zijn er in Hasselt 348 assistentiewoningen en twee lokale dienstencentra.

SOCIALE DOELGROEPEN

De ondersteuning van mensen met een beperking zal de komende jaren moeten worden bijgestuurd. Men verwacht dat een aantal mensen uit de huidige residentiële voorzieningen evenals de nieuwe cliënten in plaats van een residentiële opvang meer op zoek zullen gaan naar een eigen woongele-genheid. Ook binnen de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) is een omvorming gaande. Ook hier zal men de residentiële opnamen zoveel mogelijk trachten te voorkomen of zo kort mogelijk houden. Ook in de Psychiatrisch Verzorgingstehuizen (PVT) verblijven momenteel nog bewoners die in staat zijn om meer zelfstandig te wonen. Jongeren die omwille van een instellingsverleden of problemen op jeugdige leeftijd een dringende woonnood hebben, zijn bijzonder kwetsbaar. Op de reguliere huurwoningmarkt betalen ze vaak een te hoge huurprijs in verhouding tot hun inkomsten.

Woonplan Hasselt 2030 – CBS 02 04 2015 23

Sinds 2012-2013 is het aantal thuislozen in Hasselt plots toegenomen. Februari 2013 noteert men binnen het hulpverleningscircuit de volgende cijfers: 106 thuislozen, 56 daklozen, 15 tot 20 personen met pro-blematisch storend gedrag. Momenteel bestaat er een gedifferentieerd aanbod van opvang van thuis-lozen zowel bij OCMW als bij het welzijnswerk. Het blijkt niet altijd eenvoudig vraag en aanbod goed af te stemmen, er is ook het probleem van doorstroming (waar naartoe?). Men zoekt nieuwe antwoorden op actuele vragen binnen welzijn en zorg die betrekking hebben op wonen. Vanuit welzijn kijkt men daarbij richting sociale huisvesting. Een algemeen uitgangspunt is dat de welzijn- en zorgsector voor de (woon)begeleiding en de sociale verhuurder voor de huisvesting zorgt. In Hasselt werkte men het traject ‘proefwonen’ uit. In Hasselt is er een woonwagenterrein met 26 standplaatsen. Er is een trend dat woonwagens steeds groter worden. Op het woonwagenterrein van Hasselt zijn enkel Belgische voyageurs gehuisvest. Hun manier van leven maakt dat woonwagenbewoners moeilijk aansluiting vinden bij de samenleving. Op verschillende levensvlakken (onderwijs, werk, sociaal, financieel) ziet men problemen die men ook bij andere minderheidsgroepen aantreft.

WOONLADDER

In Hasselt wordt door de diensten van de stad en van het OCMW in samenwerking met de lokale der-den regelmatig de woonladder Hasselt opgemaakt. Deze woonladder geeft een overzicht van diverse woonvormen opgedeeld naar leeftijdscategorie en woonvorm. Hier volgt de woonladder Hasselt 2014.

Woonplan Hasselt 2030 – CBS 02 04 2015 24

Figuur 6 Woonladder 2014. Hasselt (Dienst Wonen)

Leeftijdscategorie →→→→ Woonvorm ↓↓↓↓

Kinderen 0-16 jaar

Jongeren 16-25 jaar

Volwassenen 18-55 jaar

Ouderen + 65 jaar

Eigendoms- Woningen (68%)

Eigendomswoningen (27.000)

Huurstudio’s Appartementen (18%)

• De Oever

• De Tunnel (CAW)

Huurwoningen (7.000) Serviceflats

• Parkresidentie (15)

• Demeryck (20)

• Gouden Regen (30)

• Katarinadal (27)

• Vinkenbosch (19)

• Villa Temporis (40)

• Clarenhof (19)

• Runkst (19)

• Banneux (20)

• Privé-initiatieven

Sociale Huisvesting(5%)

• Hasseltse Huisvestingsmaatschappij

• Cordium

• Vlaams Woningfonds

- Doelgroepwoningen

- Woontraining

- Handicap

- assistentiewoningen

• Cordium

• Hasseltse Huisves-

tingsmaatschappij

• Doelgroep ouderen

Sociaal verhuurkantoor (SVK)

SVK Midden-Limburg

Kamers zonder begeleiding Studentenkamers Logementkamers

Begeleid-beschut en be-schermd alleen-samen wo-nen

Bijzondere jeugdbijstand

• De oever

• BZW

• Thuisbegeleiding

Welzijnswerk • De tunnel (CAW)

• Open Thuis

• De Oever

Personen met een handicap

• Beschermd wonen

- Het Roer (Ter Engelen) (21)

NRT

• Thuisbegeleiding

- KIDS

� Residentieel (25)

� Semiresidentieel (40)

- Intesa

Woonzorgcentra

• Stadspark (140)

+ kortverblijf (4) • Banneux (120)

+ kortverblijf (4) • Katarinadal (45)

• St.-Elisabeth (105)

• Salvator (177)

• Vinkenbosch (59)

Woonplan Hasselt 2030 – CBS 02 04 2015 25

Leeftijdscategorie →→→→

Woonvorm ↓↓↓↓ Kinderen

0-16 jaar

Jongeren

16-25 jaar

Volwassenen

18-55 jaar

Ouderen

+ 65 jaar

- De Kering

- De Dijk

- Huis 17 (14-21j

meisjes)

- YAR (16-17j)

- De wiekslag

• Begeleid wonen

- Open Thuis (100) RT en NRT

• Beschermd + begeleid wonen

- Tevona

- Pleegzorg

- ADO – Icarus (20)(12 woningen 3

slk)

- Zonnedauw (mentaal) (12)

- St.-Ferdinand (mentaal)

Welzijnswerk

• De Tunnel (CAW)

• Begeleid wonen (CAW) (3)

• Bemoeizorg (CAW) (9)

• Zacheus

Geestelijke gezondheidszorg

• Basis (groepswonen) (40)

• Bewust (kamertraining) (20)

• Overstap (studiowonen) (12)

• Runkst (115)

• Clarenhof (58)

+ kortverblijf (3)

Welzijnswerk

• CAW (aanleunwoning)

(3)

Preventieve thuiszorg

• Mutualiteiten

• Wit-gele kruis

• Isis

• PWA Bejaardenhulp

• Zorgende Handen

• Seniorenbezoekers-

team (OCMW)

• Assistentiewoningen

Cordium

• Aanleunwoningen

CAW

Trainingshuizen (doorgangs-huizen)

Personen met een handicap

• Elkon (Intesa)

(18-50 jaar) De Meidoorn (27)

• KIDS internaat (150)

(semi-residentieel)

Residentiële hulpverlening

• De Tunnel (studio’s)

Personen met een handicap

• Elkon (20)

• KIDS internaat (semi-residentiëel)

• Tevona (kortverblijf)

Welzijnswerk

• DGW (OCMW) (5)

• De Tunnel (studio’s)(opvang en woon-

training)

• De Wiekslag

• De Oever

• Wonen-Welzijn (11)

Woonplan Hasselt 2030 – CBS 02 04 2015 26

Leeftijdscategorie →→→→

Woonvorm ↓↓↓↓ Kinderen

0-16 jaar

Jongeren

16-25 jaar

Volwassenen

18-55 jaar

Ouderen

+ 65 jaar

• Gaarveldstraat 3 (13)

(crisis)opvang met begelei-ding en toezicht Opvangcentra voor speci-fieke doelgroepen, leeftijd en problematiek

Kind en Gezin

• Hummeltjes

• Wiekslag

• Elkeen (3-

18j)

Welzijnswerk

• CAW (vanaf 15j)

• De Tunnel

Bijzondere jeugdzorg

• De Oever

• De Wissel

• Elkeen (3-18j)

• De Kering

• Wiekslag

Specifieke doelgroepen

• LOI

• OCMW

Welzijnswerk

• CAW Vluchthuis

• Thuislozenwerking Hasselt (44)

• De Tunnel

Centrum voor Kortverblijf

• Zonnestraal (+65) (3)

Noodopvang zonder bege-leiding

Welzijnswerk • CAW (noodopvang)(4)

• Winteropvang

Buiten slapen (leegstaande woningen, portieken, bus-hokjes…)

Welzijnswerk

• Straathoekwerk

Woonplan Hasselt 2030 – CBS 02 04 2015 27

1.7 Betaalbaarheid van wonen De laatste jaren is er veel aandacht voor de betaalbaarheid van wonen. Algemeen gezien evolueert de betaalbaarheid negatief. De negatieve evolutie zit dan vooral bij de private huurders en in het bij-zonder bij de laagste inkomens, de gepensioneerden en de eenoudergezinnen. Men stelt een polarisa-tie vast. Gezinnen die het zich kunnen veroorloven stappen over naar de eigendomsmarkt. De minder kapitaalkrachtigen blijven achter op de huurmarkt. Een deel daarvan in kwalitatief betere sociale huis-vesting, de anderen op de private huurmarkt, waar ze met een gemiddeld zwakke woningkwaliteit te maken krijgen. Voor Hasselt vinden we de volgende cijfers (Bral, Jacques, Schelfaut, Stuyck, & Vanderhasselt, 2012):

• 14,7% van de Hasselaren heeft een hoge woonquote (>30%), bij ongeveer 3 op 10 van de huurders en 1 op 4 van de afbetalende eigenaars.

• In vergelijking met de centrumsteden heeft een groter aandeel niet-Belgen een hoge woon-quote.

• 3,6% van de eigenaars en 18,8% van de huurders heeft het afgelopen jaar problemen gehad om de woonkosten te betalen. Het aandeel huurders dat problemen heeft is groter dan ge-middeld.

• 78,8% van de huurders betaalt maandelijks meer dan €625 (13 steden: 57,4%) • 36,7% van de eigenaars betaalt maandelijks meer dan €875 euro (13 steden: 36,6%)

Tabel 14 Aandeel huishoudens met een woonquote van meer dan 30%. 2011. Hasselt, centrumsteden,

Vlaanderen (Bral, Jacques, Schelfaut, Stuyck, & Vanderhasselt, 2012)

Woonquote Hasselt Centrumsteden Vlaanderen (SCV)

Gemiddeld 14,7% 18,2% 11,7%

Huursector 33,3% 33,0% 29,9%

Eigenaars 11,2% 13,0% 8,5%

Eigenaars die afbetalen 25,2% 26,4% 24,0%

Niet-Belg 42,7% 32,4% /

Belg 13,8% 17,3% /

SOCIALE HUURWONINGEN

De sociale woningen zijn een belangrijk antwoord om financieel zwakke groepen woonzekerheid te bieden. Sociale woningen worden doorgaans gerealiseerd door de sociale huisvestingsmaatschappijen (SHM). Ze bieden sociale huur- en/of koopwoningen en/of bouwgronden aan in hun werkgebied. Ook gemeenten en OCMW kunnen, alhoewel dit niet één van hun kernopdrachten is, sociale woningen realiseren. Doorgaans doen ze dat via de SHM waarin ze participeren. Daarnaast bieden de sociale verhuurkantoren (SVK’s) sociale huurwoningen aan. Ze bouwen echter niet zelf, maar huren woningen en appartementen van een eigenaarverhuurder. De SHM en SVK die voor wat betreft sociale huurwoningen, actief zijn in Hasselt zijn:

• De Hasseltse Huisvestingsmaatschappij c.v., Gouverneur Roppesingel 53, 3500 Hasselt met huurwoningen in de Kernstad, de Banneuxwijk, Stevoort, Runkst en Ter Hilst

• Cordium c.v., Gouverneur Roppesingel 133, 3500 Hasselt met woningen te Kermt, Kuringen en St-Lambrechts-Herk

• Vlaams Woningfonds, Koningin Astridlaan 75, 3500 Hasselt, met grotere gezinswoningen gele-gen over heel het grondgebied.

• Sociaal Verhuurkantoor Midden Limburg, Kerkplein 60, 3520 Zonhoven. Momenteel zijn er in het werkgebied Diepenbeek, Hasselt en Zonhoven een 150-tal woningen en appartementen in be-heer.

In Hasselt zijn er met minder dan 5 % van de woningen relatief weinig sociale huurwoningen. Tijdens de voorbije legislatuur startte de stad een inhaalbeweging.

Woonplan Hasselt 2030 – CBS 02 04 2015 28

Tabel 15 Sociale huurwoningen. 2007-12. Hasselt, centrumsteden, Vlaanderen

Hasselt

A.c. % %

Centrumsteden %

Vlaanderen

2007 1.401 4,5

2008 1.448 4,6 8,6 5,5

2009 1.454 4,5 8,6 5,5

2010 1.468 4,5 8,4 5,4

2011 1.564 4,7 8,7 5,5

2012 1.647 4,9

BINDEND SOCIAAL OBJECTIEF

Het decreet grond- en pandenbeleid voorziet in een bindend sociaal objectief per gemeente. Dit ob-jectief legt een aantal te realiseren sociale woningen op per gemeente voor de periode 2009-2020. Voor sommige gemeente geldt een bijkomende inspanning tegen 2025. Het sociaal objectief bestaat uit sociale huurwoningen, sociale koopwoningen en sociale kavels. De drie categorieën samen vormen het sociaal objectief. In het regeerakkoord 2014-2019 is afgesproken dat de termijn voor de sociale huurwoningen, na de verlenging tot 2023, opnieuw verlengd wordt tot 2025.

Tabel 16 Bindend Sociaal objectief Hasselt

Huishoudens op 01/01/2008 31.711

Sociale huuraanbod volgens nulmeting 1.398

Aandeel sociaal huuraanbod volgens de nulmeting 4,41%

Bijkomend sociaal huuraanbod tegen 2025 542

Bijkomende inhaalbeweging tegen 2025 -

Totaal te realiseren aantal sociale huurwoningen 542

Tegen 2020 te realiseren sociale koopwoningen 329

Tegen 2020 te realiseren sociale kavels 41

Met de huidige stand van de nieuwe projecten wordt ook het objectief voor de sociale koopwoningen niet gehaald. Het objectief van de 542 sociale huurwoningen zal wel worden gehaald. De gemeente-raad van Hasselt is op 22 juni 2010 met 1.121 sociale huurwoningen gegaan voor een meer ambitieus programma. Deze laatste ambitie vraagt nog bijkomende inspanningen om te worden gerealiseerd.

Tabel 17 Bindend sociaal objectief. Stand van zaken. 2014 (Stad Hasselt)

BSO Gerealiseerd en gepland

Nulmeting BSO A B C D Tot

Sociale huur 1.393 542 249 178 81 430 938

Sociale koop 122 329 72 101 17 59 249

Sociale kavels 0 24 31 31

A = onderzoeksfase, bespreking woonoverleg

B = ontwerp en vergunningsfase, Deelattest 1

C = Aanbestedings- en uitvoeringsfase

D = opgeleverd sedert nulmeting 2008

De stad moet een inventaris maken van de gezamenlijke oppervlakte van onbebouwde bouwgronden en kavels in eigendom van Vlaamse besturen. Het opnemen van de onbebouwde gronden van Vlaamse semipublieke rechtspersonen is daarbij facultatief. Volgens DGPB geldt er een activeringsplicht voor bouwgronden van Vlaamse besturen (en in een latere fase ook van Vlaamse semipublieke rechts-personen) in de gemeente. Hiervan moet minstens 25% worden aangewend voor de verwezenlijking van een sociaal woonaanbod. In de periode 2009-2020 is aan de 25%-norm voldaan als in de gemeen-te het BSO tijdig wordt verwezenlijkt. Het DGPB legde aan ontwikkelaars (publiek of privaat) van grotere woonprojecten verplichtingen op tot het realiseren van een betaalbaar woonaanbod. Als gevolg van een uitspraak van het grondwette-lijk hof is deze verplichting opgeheven. Dat leidt momenteel tot onduidelijkheid hoe met de private ontwikkelaars moet worden omgegaan.

Woonplan Hasselt 2030 – CBS 02 04 2015 29

Wat betreft de toewijzing van sociale huurwoningen heeft Hasselt een lokaal toewijzingsreglement dat momenteel wordt geactualiseerd. Met premies kan men tussenkomen in woonkosten. Zo ondersteunt Vlaanderen met de tegemoetko-ming in de huurprijs (vroeger de huursubsidie genoemd) mensen met een laag inkomen die verhuizen van een slechte, onaangepaste woning naar een goede, aangepaste woning. Hasselt kende 67 te-gemoetkomingen in 2013. Verder is er de huurpremie voor kandidaat-huurders van een sociale woning. Hiervan waren er in Hasselt 108 in 2013. Er zijn ook diverse Vlaamse steunmaatregelen inzake eigendomsverwerving en renovatie. Verder zijn er enkele vormen van steun die betrekking hebben op de huurwaarborg of andere woon-kosten en die het OCMW kan toekennen.

1.8 Samenwonen van mensen Samenwonen vermindert de risico’s op heel wat vlakken zo hebben samenwonenden een lager ar-moederisico en kunnen meer beroep doen op hun (sociaal) netwerk. Samenwonen is ook goed op vlak van wonen: als mensen samenwonen is er minder behoefte aan (ruimte voor) woningen. Samenwonen en zorg zijn met elkaar verbonden. Samenwonen maakt dat zorg snel beschikbaar is voor de bewoners. Mantelzorg binnen het huishouden komt erg veel voor. De partner is de eerste mantel-zorger. Zorgbehoevende personen die alleen wonen, ontvangen eerder occasionele mantelzorg en moeten meer beroep doen op georganiseerde zorg. Bij het zorgwonen, kangoeroewonen, duplexwo-nen, de woongroepen voor ouderen en de residentiële vormen van wonen zijn de band tussen sa-menwonen en zorg bijzonder duidelijk. Hoewel het samenwonen van mensen heel wat voordelen heeft, stelt men vast dat de regelgevingen inzake bepaalde uitkeringen het samenwonen van mensen eerder blijkt te bemoeilijken dan aan te sporen. Ook in de sociale huisvesting worden koppels met kinderen benadeeld in vergelijking met al-leenstaande met kinderen. Het is belangrijk dat men inziet dat de wijze waarop een regelgeving is uit-gewerkt personen met uitkeringen of in een sociale woning meer of minder kan aanzetten tot fraude (niet aangeven van samenwonen, valse domicilie). Er zijn verschillende oorzaken waarom gemeenschappelijk wonen aan belang wint. De zoektocht naar betaalbaar wonen wordt steeds moeilijker. Er is een onmiskenbare demografische evolutie die een andere gezinssamenstelling met zich mee brengt: meer alleenstaanden met of zonder kinderen, meer senioren, ... meer mensen die een nieuw sociaal netwerk zoeken. Deze evolutie maakt dat er gewijzig-de woonbehoeften ontstaan. Samenhuizen (een overkoepelende term voor verschillende vormen van gemeenschappelijk wonen) kan een antwoord bieden. Omwille van maatschappelijke tendensen zoals nieuw samengestelde gezinnen, gezinsverdunning, vergrijzing en de vereenzaming die daar mee gepaard kan gaan, blijkt dat bestaande klassieke woon-vormen niet altijd meer tegemoet komen aan alle hedendaagse woonbehoeften. Er is nood aan ver-nieuwende en experimentele woonvormen die een antwoord kunnen bieden op deze nieuwe uitda-gingen. Een aanverwante problematiek is deze van de opsplitsing van woningen. Vele (oudere) wonin-gen zijn te groot en onderbezet. Een veel gehoorde vraag is de vraag naar opsplitsing van de woning.

Woonplan Hasselt 2030 – CBS 02 04 2015 30

1.9 Duurzaamheid Er is een toenemende aandacht voor duurzame ontwikkeling.

Duurzame ontwikkeling: definitie van de VN-commissie Brundtland (1987) Sustainable development is development that meets the needs of the present without compromising

the ability of future generations to meet their own needs.

Duurzame ontwikkeling is ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermo-gen van toekomstige generaties om in eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen.

Figuur 7 Totale CO2-emissie stad Hasselt ten opzichte van een gemiddelde Limburgse gemeente (Has-

selt Klimaatactieplan 2012-20)

De provincie Limburg wil CO2-neutraal worden tegen 2020. Op 30 november 2011 maakten alle Lim-burgse gemeenten duidelijk dat zij meer dan 20% CO2 wilden reduceren tegen 2020. Ook Hasselt gaat voor die reductie. De onderstaande figuur geeft een overzicht van de benaderende bijdragen van de verschillende onderdelen:

Woonplan Hasselt 2030 – CBS 02 04 2015 31

Figuur 8 Verdeling van de CO2 reductie op Hasselts grondgebied (Hasselt Klimaatactieplan 2012-20)

Gezien het grote aandeel van woningen (31%) in de totale voetafdruk van het grondgebied, is ener-giebesparing in de bestaande bouw één van de meest effectieve manieren om een substantiële CO2-reductie te bereiken. Met de oprichting van het Hasselts Energie Bedrijf (HEB) wil de Stad Hasselt zelf maximaal op een milieu-vriendelijke manier kunnen voorzien in de energiebehoefte. Ook wil het HEB de bestaande installatie en gebouwen van de stad Hasselt energiezuiniger maken. Er zijn Vlaamse premies voor bestaande woningen (isolatie en energieverbruik). De gemeentelijke pre-mies inzake duurzaam (ver)bouwen zijn afgeschaft. Bepaalde gevolgen van klimaatverandering zijn ondertussen al merkbaar. Zowel op wereldvlak als vanuit Europa is er een groeiend besef ontstaan dat er iets moet gedaan worden. Adaptatiemaatrege-len zijn geen geïsoleerde activiteiten, maar ze vertonen juist een nauwe verwevenheid met mitigatie, armoedebestrijding, ramppreventie en duurzame ontwikkelingsinterventies.

Verdeling CO2 reductie Hasselt

5%9%

31%

12%

43%

gemeentelijke organisatie

tertiaire gebouwen

woningen

mobiliteit

hernieuwbare energie

Woonplan Hasselt 2030 – CBS 02 04 2015 32

2 HASSELT 2030: WAAR WILLEN WE NAARTOE?

Met dit Woonplan Hasselt 2030 formuleren we een coherente, heldere en ambitieuze visie voor de uit-bouw van Hasselt als dé centrumstad van Limburg. We willen duurzame voorwaarden scheppen en bewaken voor een gezonde, kwaliteitsvolle, aangename en veilige centrumstad waar iedereen zich thuis voelt, betaalbaar kan wonen, werken, recreëren, bezoeken, studeren en ondernemen en dat met behoud van de Hasseltse eigenheid. Jaarlijks zullen we het Woonplan Hasselt 2030 met een jaaractieplan verder uitwerken en actualiseren.

2.1 De stad als regisseur van het lokaal woonbeleid Volgens de laatste prognoses van de studiedienst van de Vlaamse Regering zullen er in 2030 ongeveer 82.000 Hasselaren zijn. Ook het aantal huishoudens en de nood aan woningen blijft verder stijgen. Ge-zien de vele bouwprojecten die op til staan is het best mogelijk dat de verdere toename van de bevol-king groter zal zijn dan deze raming. De demografische- en de bouwontwikkelingen zullen we nauwgezet monitoren. Rekening houdend met de afbakening van het regionaal stedelijk gebied Hasselt-Genk en de diverse reeds geplande pro-jecten verwachten we in een zestal aandachtsgebieden een verhoogde bouwactiviteit: Kiewit, Kurin-ger Heide, Runkst, Centrum Oost, Centrum noordwest, Godsheide. Naast het Woonplan 2030 maken we daarom voor de zes genoemde aandachtsgebieden een Leef-kwaliteitsplan op. Hierin doen we uitspraken over de huidige en toekomstige leef- en woonkwaliteit van deze gebieden en ontwikkelen we criteria voor het kwantitatief en kwalitatief beoordelen van nieuwe woonprojecten. We begeleiden de verdere groei van de stad en anticiperen erop door eisen te stellen aan nieuwe projecten. Van grote woonprojecten verwachten we dat ze bijdragen aan de kwaliteits-verbetering van het gebied. We stemmen het stadsbeleid inzake infrastructuur en voorzieningen af op deze groei. Qua infrastructuur gaat daarbij zeker aandacht naar het voetgangers- en fietsweefsel, het autoverkeer en de waterbeheersing. Qua voorzieningen hebben we bijzondere aandacht voor kinder-opvang, basisonderwijs, jeugdvoorzieningen, polyvalente (ontmoeting)ruimten, … Als stad ambiëren we een actieve rol op de woonmarkt. Daartoe zullen we onze eigendommen inzet-ten en in bepaalde wijken actief aankopen. Voor grote projecten willen we investeren in PPS. Verder willen we een slagkrachtig AGB uitbouwen. We versterken initiatieven inzake communicatie, participatie en samenwerking rond wonen. De Hasse-laren moeten goed geïnformeerd zijn en inspraak hebben in het woonbeleid. We verstrekken daartoe wijkgericht informatie over woonontwikkelingen en organiseren wijkgerichte bevragingen. Waar moge-lijk laten we bewoners en gebruikers (ook kinderen en jongeren) participeren bij de inrichting van pu-blieke ruimten en voorzieningen. Onze medewerkers zien we als conversatieambtenaren voor wie dia-loog, participatie en inspraak centraal staan. We optimaliseren het stedelijk overleg rond wonen zoals het Lokaal Woonoverleg en Gecoro. In het Zorgcircuit Wonen continueren we van het overleg met welzijnsactoren. Met private promotoren overleggen we regelmatig. We zullen hen ad hoc betrekken in het Lokaal woonoverleg. Met het Intergemeentelijk Project Lokaal Woonbeleid continueren we overleg en samenwerkingen met andere gemeenten. De samenwerking met expertisecentra, hoger onderwijs, Vlaamse Bouwmeester en architectuurwijzer willen we verder uitbouwen. We nemen onze dienstverlenende rol naar de Hasselaars op door het woonloket verder uit te bouwen en hen te informeren over wonen. Ook kleine eigenaars willen we zo ondersteunen in hun projecten. We versterken onze diensten. Dat doen we door de werking, de samenwerking en de interne commu-nicatie van de diensten die betrekking hebben op wonen en ruimtelijke ordening te optimaliseren. We verwerven de noodzakelijke expertise en waar nodig huren we die in. We willen een goede monitoring inzake wonen. Dat willen we realiseren door het oprichten van een studiecel. Die zal gegevens en cijfers inzake demografie en wonen bijhouden en actualiseren. De leeg-standsinventaris gebruiken we als monitoring-instrument en het gebruik van GIS zullen we verder opti-maliseren.

Woonplan Hasselt 2030 – CBS 02 04 2015 33

2.2 Integraal en gebiedsgericht woonbeleid In ons woonbeleid integreren we uiteenlopende aspecten. Het gaat dan zowel over verschillende doelgroepen met eigen woonnoden, als over de kwaliteit van de woningen, de betaalbaarheid van het wonen, aanpasbaar en levenslang wonen, duurzaam bouwen, de veiligheid en aantrekkelijkheid van de woonomgeving, de bereikbaarheid en het openbaar vervoer, de publieke en commerciële voorzieningen, de goede ruimtelijke ordening, de ondersteunende diensten, welzijnsdiensten en zorg, … We willen in het woonbeleid veel nadruk leggen op de woonomgeving. Als we denser gaan wonen, worden groen, recreatie- en speelmogelijkheden en een kwalitatieve publieke ruimte belangrijker. Omdat ruimte schaars is, zullen we meer aandacht geven aan het collectief delen van voorzieningen en het dichter bij elkaar samenleven. Door het afstemmen van woningen, bewoners en woonomgeving willen we bereiken dat Hasselaren kunnen genieten van maximale leef- en woonkwaliteit. In het ruimtelijke beleid combineren we de woonfunctie met andere functies. We zien het woongebied als een multifunctioneel gebied waar voor-zieningen die betrekking hebben op wonen en/of daarbij kunnen worden gecombineerd thuis horen en noodzakelijk zijn. Omdat een proper, aantrekkelijk en toegankelijk openbaar domein bijdraagt bij tot de uitstraling en de leefkwaliteit van de stad hebben we een bijzondere aandacht voor een kwalitatieve publieke ruimte. We optimaliseren de duurzame harmonie tussen groene, blauwe en grijze netwerken. We besteden veel aandacht aan het groenstructurennetwerk, spelen en recreatie en voorzieningen. Veilige fietsinfra-structuur voor fietsers en voetgangers blijft voor ons een prioriteit. We zorgen voor directe en veilige voetgangers- en fietsweefsels binnen en tussen bestaande en nieuwe wijken. Het sluipverkeer in de wijken pakken we aan. Met voetgangers- en fietsweefsels willen we de doorstroming en bereikbaar-heid op een veilige manier maximaliseren. Tussen en rond de woonwijken zetten we sterk in op het aansluiten op openbaar vervoer. Onze woon-wijken sluiten we optimaal aan op het Spatacusproject. In de buurt van het station realiseren we een woonprogramma. We voorzien -ook voor fietsers- een optimaal parkeeraanbod. We denken aan tijde-lijke buurtfietsenstallingen in leegstaande gebouwen. We willen de woonfunctie opnieuw koppelen aan andere functies zoals werken, studeren, winkelen, ontspannen en voorzieningen. De huidige scheiding van deze functies leidt immers tot heel wat bewe-gingen en mobiliteitsproblemen. Ruimtelijke verdichting zien we steeds in relatie tot mobiliteit. Het woonbeleid stemmen we af op het mobiliteitsbeleid en de planning van infrastructuur en voorzienin-gen. We vertalen ons woonbeleid wijkgericht. Zo gaan we na voor welke wijken welke verdichtingen moge-lijk zijn. Onze voorkeur gaat naar inbreiding en binnenstedelijke projecten. We ontwikkelen een aange-past woonbeleid voor dorp, lint en verspreide woningen. We hebben weet van (dreigende) leefbaar-heidsproblemen in woongebieden onder druk zoals bepaalde invalswegen, Runkst en Ter Hilst. Op basis van actieplannen willen we de leefbaarheid van deze en eventueel andere gebieden verbeteren en vrijwaren.

Woonplan Hasselt 2030 – CBS 02 04 2015 34

2.3 Kwaliteit van de bestaande woningen Hasselt moet een stad zijn waar nieuwe en bestaande Hasselaren een betaalbare en kwalitatieve wo-ning in een fijne omgeving kunnen vinden/bewonen. Dat vereist een variatie aan comfortabele en betaalbare woningen. De aandacht voor en het verbeteren van de kwaliteit van de bestaande woningen is erg belangrijk zeker als we beseffen dat het merendeel van de woningen van Hasselt 2030 er nu al staat. We willen ertoe bijdragen dat iedereen gehuisvest is in een woning die qua veiligheid, kwaliteit en omvang aan-gepast is aan de huidige maatschappelijke normen. Naast het bestrijden van extreme situaties willen we inzake woningkwaliteit een preventief en ondersteunend beleid opzetten. We werken verder aan de verduurzaming van bestaande woningen en zullen investeringen in groene verbouwingen ondersteunen. Voor oude gebouwen, en in het bijzonder voor oude appartementen, willen we een toekomstgericht beleid uitwerken. Leegstand en verwaarlozing van woningen worden bestreden. Huisjesmelkerij wordt opgespoord en vervolgd. De leegstand zullen we inventariseren en bestrijden door een reeks van maatregelen zoals leegstandsheffing, het mogelijk maken een tijdelijke bewoning, het stimuleren van bewoning door pio-niers (kunstenaars, studenten, jongeren …) en het betrekken van kunstenaars om transitie in woonge-bieden te begeleiden. Eventueel kunnen leegstaande gebouwen een andere (bij voorkeur woon-) bestemming krijgen. Bij reconversie en herbestemming van grote leegstaande gebouwen naar wonen opteren we ervoor de woonfunctie te combineren met andere functies. We stimuleren wonen in het stadscentrum, ook boven winkels. We respecteren onroerend erfgoed en waardevolle gebouwen.

2.4 Hasselt woonstad voor eenieder We willen tegemoetkomen aan de woonnood van eenieder. We promoten om verdraagzaam bij el-kaar te wonen. Op wijkniveau blijven we inzetten op een geïntegreerd beleid waarbij we ons qua in-richting van de woonomgeving en voorzieningen blijven richten naar diverse doelgroepen. Te grote dominantie van één leeftijdsgroep, gezinstype of bevolkingsgroep in een buurt of wijk willen we vermij-den. Zo zullen we opletten voor een te verregaande vergrijzing van bepaalde buurten en wijken. We blijven steeds aandacht hebben voor de betaalbaarheid van het wonen en dus voor de mensen met beperkte middelen. We hebben bijzondere aandacht voor het groot aantal alleenstaanden en kleine huishoudens die in onze stad wonen. We willen dat Hasselt een kindvriendelijke stad blijft. Jonge-ren en gezinnen met jonge kinderen willen we aan Hasselt binden. Daartoe zullen we ruime aandacht geven aan gezinsvriendelijke voorzieningen en versterken we de stedelijke regierol inzake kinderopvang en basisonderwijs. Voldoende kinderopvang (voorschools en buitenschools) in de eigen buurt is van cruciaal belang voor werkende ouders. Kinderopvang is ook een belangrijke factor in de strijd tegen kinderarmoede. De voorschoolse kinderopvang moet nieuwe woonontwikkelingen volgen en de na-schoolse opvang zit overvol. Daarom investeren we in oplossingen om de uitdagingen in de kinderop-vang het hoofd te bieden. Onze stad beschikt over een uitgebreide dienstverlening om ouders te on-dersteunen bij de opvoeding van hun kinderen. Ouders kunnen er terecht met vragen over de ontwik-keling, opvoeding of gezondheid van hun kind. We brengen actoren rond opvoeding, onderwijs, ge-zondheid, … samen en gaan een geïntegreerd, efficiënt en continu op elkaar afgestemd aanbod reali-seren in wijkgebonden Huizen van het Kind. Met onderwijs is er geen globaal capaciteitsprobleem. Hier en daar zijn er wel capaciteitsproblemen in het kleuter- en basisonderwijs. We garanderen in elke buurt een basisschool met voldoende capaciteit. We moedigen daarbij het concept van de brede school aan, waar na de lesuren een waaier aan acti-viteiten plaatsvindt in de schoolgebouwen. We hebben aandacht voor de verkeersveiligheid van kinderen. Aan de hand van normen zorgen we voor voldoende spel- , sport-, ontspanning- en ontmoetingsmogelijkheden voor kinderen en jongeren en hebben daarbij aandacht voor speel- en verbindingsweefsel. Voor de jeugdbewegingen willen we voldoende ruimte zodat ze hun werking ten goede kunnen laten functioneren. We voorzien locaties geschikt voor kleine tot middelgrote fuiven en hangplekken voor jongeren.

Woonplan Hasselt 2030 – CBS 02 04 2015 35

Binnen de Singel willen we meer aanbod voor grote gezinnen, daartoe zullen we in de centrumwijken gezinsvriendelijke initiatieven nemen. We stimuleren er nieuwe typologieën voor stedelijke gezinswonin-gen en ondersteunen er het meergeneratiewonen. Voor studenten willen we diverse huisvestingsmogelijkheden voorzien. Daarbij is de verdere uitbouw van specifieke studentenhuisvesting erg belangrijk. Daarnaast willen we ook andere woonvormen van stu-denten (gemengd met andere doelgroepen) mogelijk maken. We willen de parkeerverplichtingen die momenteel gekoppeld zijn aan studentenhuisvesting herbekijken. Studenten zijn ook potentiële inwoners van Hasselt. We willen ze meer binden aan de stad. Veel starters kopen bestaande woningen. We willen hen ondersteunen bij het aanpassen en renoveren van bestaande woningen. We willen in onze stad ook programma’s voorzien van starterswoningen. We willen verder het samenwonen van starters faciliteren en experimenten in die zin ondersteunen. Naast de starters willen we ook meer aandacht geven aan de problematiek van de herstarters. Het gaat hier bijvoorbeeld om de mensen die na een scheiding opnieuw moeten starten op de woonmarkt. Hierbij gaat onze bijzondere aandacht naar het herstarten van alleenstaanden en alleenstaanden met kinde-ren. We willen het (opnieuw) gaan samenwonen door de regelgeving niet bemoeilijken maar eerder bemoedigen. We willen jonge senioren sensibiliseren om na te denken over hun toekomstig wonen en daarbij woon-scenario’s aanbieden. Op tijd nadenken over later is ook op het vlak van wonen belangrijk. We willen verder de wens van vele senioren ondersteunen om zo lang mogelijk in de eigen woning en de ver-trouwde omgeving te blijven wonen. Met het ouder worden zal men de woning mogelijk moeten aan-passen. We willen oudere bewoners begeleiden met adviezen en er op toezien dat de noodzakelijk aanpassingen ook mogelijk zijn binnen onze regelgeving. Verder voorzien en promoten we adequate aanpassing- en renovatiepremies voor bouwkundige- en energiebesparende verbouwingen. We geloven in het concept van woonzorgzones. Dan wordt de wijk dermate ingericht dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig in hun eigen buurt kunnen blijven wonen. We voorzien de uitbouw van woon-zorgzones in wijken waar dit mogelijk is. Bij nieuwbouw willen we ruime aandacht voor toegankelijkheid en aanpasbaarheid van de woningen en omgeving. We stimuleren het bouwen van aanpasbare (le-vensloopbestendige en toegankelijke) woningen. We willen dat nieuwe woningen gelijkvloers rolstoel-toegankelijk zijn. Als lokaal bestuur willen we de regie- en het locatiebeleid mbt kwantiteit, kwaliteit en betaalbaarheid van de assistentiewoningen opnemen. Op het vlak van huisvesting van de zorgbehoe-vende senioren willen we dat er voldoende aandacht gaat naar de diversiteit in deze groep (oa. per-sonen met een fysieke en mentale beperking, personen met een psychiatrische problematiek, perso-nen met een andere culturele achtergrond, personen met een beperkt budget, …). We willen inzetten op genormaliseerde residentiële voorzieningen die een band hebben met de buurt. We willen inzetten op nieuwe (samen)woonvormen voor ouderen (zorgwonen, kangoeroewonen, geïn-tegreerd wonen, vormen van samenwonen, Abbeyfield, …). Voor kwetsbare groepen voeren we een impulsbeleid mbt alternatieve woon- en begeleidingsvormen. Daarbij willen we de woonbegeleidings-capaciteit opdrijven zodat we meer mensen kunnen begeleiden in het vinden en behouden van hun woning. Bij de meest kwetsbare groepen willen we een Housing First benadering uitproberen. We hebben aandacht voor de huisvesting voor personen met een beperking. Voor thuis- en daklozen nemen we als lokaal bestuur verder de regierol inzake opvangvoorzieningen op. We continueren onze aandacht voor woonwagenbewoners.

Woonplan Hasselt 2030 – CBS 02 04 2015 36

2.5 Het recht op behoorlijke betaalbare huisvesting In Hasselt zijn er (te) weinig sociale woningen. Tijdens de voorbije legislatuur startte de stad bovenop het opgelegde Bindend Sociaal Objectief een inhaalbeweging. Die inhaalbeweging is aan het lopen en willen we verder zetten. Momenteel is er een eigen objectief tegen 2020. In een actieplan sociaal wo-nen zullen we een nieuw objectief tot 2030 vastleggen. Dat alles willen we doen in een goede samen-werking met de sociale huisvestingsmaatschappijen en het Sociaal Verhuurkantoor. De SHM moedigen we aan en ondersteunen we in hun projecten. Bij de SVK-huurwoningen willen we een significante groei realiseren. Voor het realiseren van een sociaal woonaanbod zetten we publieke gronden en eigendommen in. Wat betreft de private actoren maken we gebruik van de resterende mogelijkheden en van creatieve samenwerkingen. We zullen onderzoeken of en hoe oude woningen (in het bijzonder oude appartementen) kunnen wor-den aangewend voor hedendaags sociaal woonaanbod. Wat betreft het beleid inzake de bestaande sociale huurwoningen zetten we het project woonbegelei-ding/woontraining verder. Wanneer nodig actualiseren we het toewijzingsreglement. We willen mee naar oplossingen zoeken voor een aantal problemen die de SHM signaleren zoals het niet gemeld samenwonen, de onderbezetting van grotere woningen en de doorstroming in sociale huisvesting. In het kader van sociale woonprojecten stimuleren we het voorzien van gemeenschappelijke wijkvoor-zieningen (ontmoeting, energie,…). De private huurmarkt willen we aanmoedigen, verstevigen en indien nodig reguleren. Gekoppeld aan de conformiteit van de panden en aandacht voor energiezuinigheid willen we de huurmarkt incentives geven. Er is een toenemende vraag naar kortlopende huurcontracten. In samenwerking met partners zoeken we naar middelen om hieraan meer tegemoet te komen. We onderzoeken of de stad een bemiddelende rol kan opnemen tussen verhuurders en huurders. De oppervlakte bepaalt in belangrijke mate mee de huurprijs. We willen de piste onderzoeken of we niet moeten evolueren naar het toestaan van kleinere woningen met voldoende comfort. We kunnen nagaan of gemeenschappelijke of openbare terrassen en ruimte volstaan ifv kleiner wonen zonder privé terras. Er is de vaststelling dat veel woningen te groot zijn en er zijn heel wat vragen voor het opsplitsen van woningen. Hier wordt momenteel vrij stringent op gereageerd. Op termijn willen we het opsplitsen van woningen vlotter toestaan door vast te leggen waar onder welke voorwaarden (eventueel tijdelijk) het opsplitsen van woningen kan worden toegestaan. We willen een kader en mogelijkheden scheppen voor een goedkoop (eventueel tijdelijk) verblijf. We willen een vernieuwde aandacht voor het kwaliteitsvol kamerwonen met herziening van huidige regle-mentering. Het sociaal pensionwonen willen we onder voorop gestelde voorwaarden (opnieuw) moge-lijk maken en ondersteunen. De ontwikkeling van nieuwe eigendomsvormen (CLT, coöperatief wonen…) en nieuwe verhoudingen tussen publiek, sociaal en privé willen we opvolgen en ondersteunen.

Woonplan Hasselt 2030 – CBS 02 04 2015 37

2.6 Samenwonen van mensen en groepen We willen het samenwonen van mensen aanmoedigen, zowel wat betreft het samenwonen in een gezinsverband als het samenhuizen van mensen los van een gezinsverband. We willen ondersteunende maatregelen nemen die het samenwonen kunnen bevorderen en nieuwe vormen van samenhuizen (bijvoorbeeld cohousingprojecten) faciliteren. We willen initiatieven die kaderen in de sharing economy (autodelen, gemeenschappelijke tuin, ge-bruik van gemeenschappelijke lokalen, voedselteams, …) ondersteunen. Zeker het autodelen willen we promoten en stimuleren en voorzien in ons parkeer- en vergunningenbeleid. We willen met ons woonbeleid niet enkel investeren in klassieke woningen, maar ook aandacht hebben voor nieuwe woonvormen en vernieuwende woonomgevingconcepten. We willen aangepaste en nieuwe woonvormen mogelijk maken. We zullen daarom omtrent het nieuwe wonen een stimulerend beleid voeren, het experimenteel ondersteunen en daaromtrent pionieren. We stimuleren het bouwen van aanpasbare woningen. We willen diversiteit en sociale mix bevorderen en segregatie tegengaan. Daartoe zullen we een mix van woontypologieën en prijsklassen bevorderen en tegengaan dat grote projecten zich uitsluitend richten tot één segment van de woonmarkt. We willen mensen binden aan hun wijk en hen de moge-lijkheid geven om zich binnen de eigen wijk qua woonsituatie te verbeteren. In zwakke wijken willen we met impulsprojecten bijdragen aan de sociale integratie en een sociale mix realiseren. We bestrijden diverse vormen van discriminatie op de woonmarkt.

2.7 Duurzaam bouwen en wonen We vinden duurzame ontwikkeling belangrijk. Tegen 2020 gaan we voor een reductie van meer dan 20% CO2. Gezien het grote aandeel van woningen in de totale voetafdruk van het grondgebied, is energiebesparing in de bestaande gebouw één van de meest effectieve manieren om dat te realise-ren. We ondernemen verdere stappen naar een klimaatbestendige stad. Bepaalde gevolgen van klimaat-verandering zijn ondertussen al merkbaar. We volgen de effecten van de klimaatsverandering op en passen ons beleid daaraan aan. Met het Hasselts Energie Bedrijf (HEB) willen we zelf op een milieuvriendelijke manier kunnen voorzien in energie en de bestaande gebouwen van de stad Hasselt energiezuiniger maken. Met de invoering van het systeem van de e-portemonnee kunnen bepaalde duurzame activiteiten of aankopen punten opleveren die men kan inruilen voor andere duurzame en praktische artikelen. We ondersteunen het aanpassen van bestaande woningen aan nieuwe normen inzake isolatie en energie. Inwoners die bouwen of renoveren, willen we helpen met intensieve begeleiding en bouwad-vies. Bij bouwen vragen we aandacht voor duurzaamheid, lange termijn aanpasbaarheid en de BEN-norm (Bijna Energieneutraal wonen). Aan nieuwe wijken zullen we duurzaamheidnormen opleggen en aan nieuwe (grote) (woon)projecten een bepaald duurzaamheidsambitieniveau. Experimenten met duurzaam bouwen en wonen willen we ondersteunen. In een stedelijke omgeving is er nood aan voldoende groen en biodiversiteit. We werken aan vergroe-ning en duurzame mobiliteit waarbij we inzetten op voetgangers, fietsers en openbaar vervoer. Met een stimulerend beleid streven we gedragsverandering na.

Woonplan Hasselt 2030 – CBS 02 04 2015 38

3 DOELSTELLINGEN EN ACTIES

Uitbreidingstraat 390 2600 Antwerpen-Berchem www.omgeving.be Wiekenstraat 28 2160 Wommelgem www.studiobeleid.be

Woonplan Hasselt 2030

Jaaractieplan 2015 Voorgelegd aan het CBS van 2 april 2015

Gemeenteraadscommissie 4 mei 2015

Jaaractieplan 2015 Woonplan Hasselt 2030 def versie CBS 020415 2

INHOUD

1 HASSELT NEEMT HAAR ROL OP ALS REGISSEUR VAN HET LOKAAL WOONBELEID ............................................................................................................. 3

1.1 HET FORMULEREN VAN EEN COHERENTE, HELDERE EN AMBITIEUZE VISIE VOOR DE UITBOUW VAN HASSELT ALS DÉ

CENTRUMSTAD VAN LIMBURG .................................................................................................................................... 3 1.2 HET OPVOLGEN EN BEGELEIDEN VAN DE GROEI VAN HASSELT ............................................................................... 3 1.3 DE STAD HASSELT SPEELT EEN ACTIEVE ROL OP DE WOONMARKT ......................................................................... 5 1.4 HET VERSTERKEN VAN INITIATIEVEN INZAKE COMMUNICATIE, PARTICIPATIE EN SAMENWERKING ROND WONEN ............. 5 1.5 HET OPNEMEN VAN EEN DIENSTVERLENENDE ROL NAAR DE HASSELAARS ................................................................ 6 1.6 DE STEDELIJKE DIENSTEN VERSTERKEN ............................................................................................................. 7

2 WERKEN AAN EEN GEBIEDSGERICHT INTEGRAAL WOONBELEID ..................... 8

2.1 WIJKGERICHT VERTALEN VAN HET WOONBELEID ................................................................................................ 8 2.2 DOOR HET AFSTEMMEN VAN WONINGEN, BEWONERS EN WOONOMGEVING KUNNEN HASSELAREN GENIETEN VAN

MAXIMALE LEEF- EN WOONKWALITEIT .......................................................................................................................... 8 2.3 VERBETEREN OF VRIJWAREN VAN LEEFBAARHEID IN WOONGEBIEDEN ONDER DRUK .................................................. 9

3 DE KWALITEIT VAN BESTAANDE WONINGEN VRIJWAREN EN VERBETEREN ... 10

3.1 VERBETEREN VAN DE KWALITEIT VAN DE BESTAANDE WONINGEN ....................................................................... 10 3.2 LEEGSTAND, VERWAARLOZING VAN WONINGEN EN HUISJESMELKERIJ BESTRIJDEN .................................................. 10 3.3 HASSELT RESPECTEERT HAAR ONROEREND ERFGOED EN WAARDEVOLLE GEBOUWEN ............................................... 11

4 HASSELT VERDER UITBOUWEN ALS EEN WOONSTAD VOOR IEDEREEN .......... 12

4.1 TEGEMOETKOMEN AAN DE WOONNOOD VAN EENIEDER ................................................................................... 12 4.2 HASSELT BLIJFT EEN KINDVRIENDELIJKE STAD .................................................................................................. 13 4.3 STUDENTENHUISVESTING VOORZIEN ............................................................................................................. 14 4.4 STARTERS EN HERSTARTERS OP DE WOONMARKT ONDERSTEUNEN ...................................................................... 14 4.5 LEVENSLOOPBESTENDIG WONEN MOGELIJK MAKEN ......................................................................................... 15 4.6 IMPULSBELEID VOEREN MBT ALTERNATIEVE WOON- EN BEGELEIDINGSVORMEN VOOR KWETSBARE GROEPEN ............... 17

5 INZETTEN OP HET RECHT OP BEHOORLIJKE BETAALBARE HUISVESTING ......... 18

5.1 HASSELT REALISEERT NAAST HET BINDEND SOCIAAL OBJECTIEF EEN INHAALBEWEGING OP VLAK VAN SOCIALE HUUR ..... 18 5.2 HASSELT VOERT EEN BELEID INZAKE DE BESTAANDE SOCIALE HUURWONINGEN ...................................................... 19 5.3 AANMOEDIGEN, VERSTEVIGEN EN REGULEREN VAN DE HUURMARKT ................................................................... 20 5.4 ONDERZOEK NAAR DE MOGELIJKHEDEN VAN KWALITEITSVOL KLEINER WONEN....................................................... 21 5.5 KADER EN MOGELIJKHEDEN SCHEPPEN VOOR EEN GOEDKOOP (EVENTUEEL TIJDELIJK) VERBLIJF.................................. 21 5.6 DE ONTWIKKELING VAN NIEUWE EIGENDOMSVORMEN (CLT, COÖPERATIEF WONEN…) EN NIEUWE VERHOUDINGEN

TUSSEN PUBLIEK, SOCIAAL EN PRIVÉ OPVOLGEN EN ONDERSTEUNEN ................................................................................. 21

6 HET SAMENWONEN VAN MENSEN EN GROEPEN STIMULEREN ....................... 22

6.1 SAMENWONEN VAN MENSEN AANMOEDIGEN ................................................................................................. 22 6.2 MOGELIJK MAKEN VAN AANGEPASTE EN NIEUWE WOONVORMEN ....................................................................... 22 6.3 DIVERSITEIT EN SOCIALE MIX BEVORDEREN, SEGREGATIE TEGENGAAN .................................................................. 22

7 DUURZAAM BOUWEN EN WONEN AANMOEDIGEN ........................................ 24

7.1 HASSELT WIL VERDERE STAPPEN ONDERNEMEN NAAR EEN KLIMAATROBUUSTE STAD .............................................. 24 7.2 MET EEN STIMULEREND BELEID GEDRAGSVERANDERING NASTREVEN ................................................................... 25 7.3 WERKEN AAN DUURZAME WIJKEN ................................................................................................................ 25 7.4 EXPERIMENTEN MET DUURZAAM BOUWEN EN WONEN ONDERSTEUNEN .............................................................. 25

Jaaractieplan 2015 Woonplan Hasselt 2030 def versie CBS 020415 3

1 HASSELT NEEMT HAAR ROL OP ALS REGISSEUR VAN HET LOKAAL WOONBELEID

1.1 Het formuleren van een coherente, heldere en ambitieuze visie voor de uitbouw van Hasselt als dé centrumstad van Limburg

1.1.1 Hasselt werkt een Woonplan Hasselt 2030 uit en actualiseert dit jaarlijks

ACTIE 1. De Stad Hasselt werkt een Woonplan Hasselt 2030 uit. Het Woonplan Hasselt 2030

wordt jaarlijks geconcretiseerd in een jaaractieplan. Het jaaractieplan wordt op het lokaal woonoverleg en het college van burgemeester en schepenen geagendeerd

1.2 Het opvolgen en begeleiden van de groei van Hasselt

1.2.1 De groei wordt nauwkeurig opgevolgd via monitoring.

ACTIE 2. De feitelijke (monitoring) en te verwachten (prognose) groei van Hasselt wordt nauwkeurig opgevolgd

a. Continue actualisering van het overzicht van aanbod en screening van voor-

liggende projecten en evoluties in het aanbod b. Periodiek monitoringrapport bevolkingsgroei en potentieel woonaanbod c. Periodieke bespreking met interne begeleidingsgroep, werkgroep en CBS in

functie van bijsturing wanneer nodig Zie ook actie 20

1.2.2 Het stadsbestuur begeleidt de groei van de stad en anticipeert erop door het voeren van een kwaliteitsbeleid

ACTIE 3. Er wordt een Leefkwaliteitsplan opgemaakt gericht op gebieden met een groot groeipotentieel.

a. Hasselt voert een kwaliteitsbeleid door in te zetten op een kwaliteitsbeleid dat gesteund is op: - het monitoren van de effectieve (bevolkings)groei & de projecten die zich

aandienen - marktregulering, waarbij ieder project dat zich aandient wordt afgetoetst

aan het kwaliteitskader (leefbaarheids- en kwaliteitscriteria) en al dan niet

ondersteund wordt door het gevoerde investeringsbeleid. - een flankerend beleid waarbij de investeringen gericht worden op de ge-

wenste ontwikkelingen

b Per gebied met een groot groeipotentieel wordt onderzocht aan welke kwali-teitseisen de grote projecten in het gebied moeten voldoen. Bij het beoordelen

van de bouw- en verkavelingsprojecten wordt daarbij uitgegaan van leefbaar-heidcriteria voor de gebieden en kwaliteitscriteria voor de projecten. Het leef-kwaliteitsplan bevat criteria waarmee woonprojecten kunnen worden geëvalu-eerd naar de mate waarin ze bijdragen aan de kwaliteitsverbetering van het ge-bied (oa inzake woningtypologieën, bevolkingssamenstelling, woonomgeving, voorzieningen, mobiliteit,…)

Jaaractieplan 2015 Woonplan Hasselt 2030 def versie CBS 020415 4

c In het Leefkwaliteitsplan wordt uitgewerkt hoe het sociaal woonaanbod ge-

biedsspecifiek kan worden gerealiseerd en welke redelijke inspanningen hierbij van private actoren wordt verwacht. Zie hiervoor ook de acties 77-79.

ACTIE 4. Bijkomende sturing van de potentiële groei

- (de fasering van) iedere nieuwe ontwikkeling zal bepaald/beslist worden op basis van een evaluatie van de groei (via monitoring).

- woonuitbreidingsgebieden met een PRIAK, opgenomen in het gewestelijk RUP Afba-kening Hasselt-Genk, kunnen in een eerste fase een vergunning krijgen voor maximum 60 wooneenheden en mits de ontwikkeling een op zichzelfstaand ruimtelijk geheel

vormt dat geen aantasting vormt voor de toekomstige verdere ontwikkeling; - woonuitbreidingsgebieden met een PRIAK, niet opgenomen in het gewestelijk RUP - Afbakening Hasselt-Genk, zullen principiëel niet ontwikkeld worden (reserve voor lan-

ge termijn), tenzij via monitoring kan aangetoond worden dat ontwikkeling toch wen-selijk is;

- Uitspraken over de vergunning van volgende fases kunnen enkel gebeuren op basis

van een evaluatie van de groei (via monitoring).

a. Principieel kan er overal worden ontwikkeld mits respecteren van de leefbaar-heids- en kwaliteitscriteria. (de fasering van) iedere nieuwe ontwikkeling zal bepaald/beslist worden op basis van een evaluatie van de groei (via monito-ring). Woonuitbreidingsgebieden met een PRIAK, opgenomen in het geweste-

lijk RUP Afbakening Hasselt-Genk, kunnen in een eerste fase een vergunning krijgen voor maximum 60 wooneenheden en mits de ontwikkeling een op zich-zelfstaand ruimtelijk geheel vormt dat geen aantasting vormt voor de toekom-stige verdere ontwikkeling;

b. In de nieuwe woongebieden van het GRUP (ex- wug’s) wordt in een eerste fa-se enkel een vergunning verleend voor een maximum van 60 wooneenheden

en mits de ontwikkeling een op zichzelf staand ruimtelijk geheel vormt dat geen aantasting vormt voor de toekomstige verdere ontwikkeling.

c. Woonuitbreidingsgebieden met een PRIAK, niet opgenomen in het gewestelijk RUP Afbakening Hasselt-Genk, zullen principieel niet ontwikkeld worden (reser-ve voor lange termijn), tenzij via monitoring kan aangetoond worden dat ont-

wikkeling toch wenselijk is; d. Uitspraken over de vergunning van volgende fases kunnen enkel gebeuren op

basis van een evaluatie van de groei (via monitoring). e. Voor een aantal wug’s (onder andere in Sint Lambrechts Herk, Hentjeslaan en

Gouverneur Roppesingel) kan in een latere fase nog beslist worden over de opmaak van een RUP of aanvraag van een PRIAK (op basis van monitoring)

1.2.3 Hasselt stemt haar beleid inzake infrastructuur en voorzieningen af op de groei van de stad

ACTIE 5. De stad Hasselt stemt haar investeringsbeleid af op het gevoerde kwaliteitsbeleid naar aanleiding van de verwachte groei

a. Het Leefkwaliteitsplan bevat een analyse van de noodzaak aan investeringen

inzake het aanbod van publieke ruimte (met voldoende groen, aanleg en onderhoud, en speel- en verblijfsmogelijkheden), de infrastructuur (voetgan-gersweefsel, fietsweefsel, wegen en waterbeheersing) en voorzieningen (kin-deropvang, basisschool, jeugd- en ouderenvoorzieningen, polyvalente ont-moetingsruimte, …).

Jaaractieplan 2015 Woonplan Hasselt 2030 def versie CBS 020415 5

b. Van grote bouwprojecten wordt een redelijke bijdrage gevraagd in de nood-

zakelijke publieke investeringen die de projecten met zich meebrengen. Dat kan ondermeer gebeuren door het opleggen van een (algemene) bijdrage-taks of ontwikkelingstaks of een medefinanciering via samenwerkingsovereen-komsten.

c. Het leefkwaliteitsplan wordt tweemaal per legislatuur geëvalueerd en indien nodig aangepast. Deze evoluties worden besproken op CBS en GR.

ACTIE 6. Elke nieuw project wordt getoetst aan het groenstructuurnetwerkplan en aan nog op te stellen en te formuleren normen inzake duurzaamheid en klimaatrobuustheid.(zie

ook actie 105)

1.3 De Stad Hasselt speelt een actieve rol op de woonmarkt

1.3.1 Eigen middelen inzetten

ACTIE 7. In Godsheide worden middelen ingezet om de school en andere voorzieningen

geclusterd te herlokaliseren.

ACTIE 8. In Runkst worden middelen ingezet om het ontmoetingscentrum en jeugdlokalen

te herschikken

ACTIE 9. Bij de herbestemming van de huidige stadsgebouwen (Groenplein, Dokter Wil-

lems, Thonissenlaan, Brandweerkazerne, …) of OCMW-gebouwen worden de mogelijkheden in de eigen en omliggende gebouwen onderzocht om een woonfunctie met een gemixte doelgroep (waaronder ook sociaal wonen) te voorzien. In samenwerking met experten uit de MAHHL-steden kunnen verschillende herbestemmingsvoorstellen voor de huidige stadsge-bouwen geformuleerd worden die verder uitgewerkt worden in een haalbaarheidsstudie.

1.3.2 Uitbouw van een slagkrachtig AGB

ACTIE 10. AGB wordt versterkt en er worden middelen voorzien zodat AGB gericht aanko-

pen kan doen i.f.v. bijkomende woonvoorzieningen, sociale huisvesting en waar nodig ge-meenschapsvoorzieningen.

1.4 Het versterken van initiatieven inzake communicatie, partici-patie en samenwerking rond wonen

1.4.1 Hasselaren zijn geïnformeerd en hebben meer inspraak in het woonbe-leid

ACTIE 11. Jaarlijks verschijnt via diverse communicatiekanalen een artikel over de woon-ontwikkelingen in Hasselt. Hasselt profileert zich in de communicatie over nieuwe sites/ pro-jectzones als een stad waar ook jonge gezinnen aan hun trekken komen.

Jaaractieplan 2015 Woonplan Hasselt 2030 def versie CBS 020415 6

1.4.2 Het optimaliseren van het stedelijk overleg rond wonen

ACTIE 12. Het stedelijk overleg rond wonen wordt geoptimaliseerd

a. Minstens vier keer per jaar wordt een Lokaal Woonoverleg georganiseerd. b. Jaarlijks wordt het Lokaal Woonoverleg uitgebreid met andere actoren en in-

terne diensten tot een Woonraad. i. Op deze woonraad wordt ondermeer het Jaaractieplan Wonen gea-

gendeerd.

ii. Ook instanties als het hoger onderwijs en de architectuurwijzer worden op deze woonraad uitgenodigd

c. Het afdelingshoofd RO organiseert driejaarlijks een overleg tussen de stads-diensten en de private promotoren. Hier worden het groeipad, het leefkwali-teitsplan, het sociaal woonactieplan en de van kracht zijnde verordeningen geagendeerd en besproken.

d. Minstens drie keer per jaar wordt een Zorgcircuit Wonen georganiseerd. e. Voorts wordt er twee keer per jaar een overleg georganiseerd mbt. energie en

nutsvoorzieningen voor stadsdiensten en intercommunales

1.4.3 Overleg en samenwerkingen met andere gemeenten

ACTIE 13. Het Intergemeentelijk Project Lokaal Woonbeleid wordt gecontinueerd.

1.4.4 Samenwerking met expertisecentra verder uitbouwen – zie elders

1.5 Het opnemen van een dienstverlenende rol naar de Hasse-laars

1.5.1 Hasselaren informeren over wonen

ACTIE 14. De werking van het woonloket wordt gecontinueerd en verder uitgebouwd. Naast de aandacht voor sociale huisvesting en premiestelsels wordt er bijkomend gefocust op Vlaams huurwetgeving (naast huurders ook ondersteuning van verhuurders), duurzaam

bouwen en wonen en nieuwe woonvormen.

1.5.2 Kleine eigenaars in hun projecten voor collectieve renovatie onder-steunen

ACTIE 15. Renovatieprojecten van kleine eigenaars worden ondersteund met planadvies en duurzaamheidtoets in het kader van het Europees project collectieve renovaties en in een

samenwerking van het woonloket, de dienst Duurzaamheid en Stebo.

ACTIE 16. De Stad Hasselt ondersteunt kleine eigenaars om het patrimonium dat ze zelf

bewonen of verhuren aan te passen aan het levenslang wonen (van kleine aanpassingen tot grote aanpassingen). Dat gebeurt door het verstrekken van advies en het toeleiden naar subsidiemogelijkheden.

Jaaractieplan 2015 Woonplan Hasselt 2030 def versie CBS 020415 7

1.6 De stedelijke diensten versterken

1.6.1 De werking, de samenwerking en de interne communicatie van de diensten van stad en OCMW die betrekking hebben op wonen en ruimtelijke ordening optimaliseren

ACTIE 17. Voor de bestaande samenwerkingsafspraken worden procedures neergeschre-

ven a. De bestaande samenwerkingsafspraken tussen het OCMW en dienst wonen

van de stad worden uitgeschreven in procedures zoals m.b.t. info inwinnen over panden van slechte kwaliteit, kwaliteitsonderzoeken aanvragen, ea…

ACTIE 18. De diverse stedelijke verordeningen worden geëvalueerd, men werkt eventuele onderlinge tegenstrijdigheden weg en stemt ze op elkaar af.

1.6.2 Zorgen voor een goede monitoring inzake wonen

ACTIE 19. De Stad Hasselt ondersteunt het kenniscentrum Vlaamse steden in haar missie om

de leerprocessen in de steden te stimuleren en het netwerk van de centrumsteden te verster-ken.

ACTIE 20. Er wordt een studiecel als staffunctie opgericht. Medewerkers van alle departe-

menten en het OCMW werken samen met deze studiecel. Hierbij wordt het gebruik van GIS geoptimaliseerd

a. De studiecel volgt de demografische en sociale gegevens en cijfers op van verschillende diensten. Deze cel ontsluit de verzamelde cijfers op niveau van de stad en het OCMW.

b. De studiecel volgt op of er in de buurten en wijken een gezonde spreiding van bevolkingsgroepen is en signaleert te hoge concentraties van bepaalde groepen (bv naar leeftijd) of vormen van segregatie

c. De studiecel kan ad hoc wijkgerichte bevragingen van bewoners organiseren inzake beleving van wonen en woonomgeving

ACTIE 21. Het register onbebouwde percelen wordt halfjaarlijks geactualiseerd door de dienst vergunningen.

Jaaractieplan 2015 Woonplan Hasselt 2030 def versie CBS 020415 8

2 WERKEN AAN EEN GEBIEDSGERICHT INTEGRAAL WOONBELEID

2.1 Wijkgericht vertalen van het woonbeleid

2.1.1 Nagaan voor welke wijken welke verdichtingen mogelijk zijn – zie el-ders

2.1.2 Evoluties en goede voorbeelden opvolgen om een aangepast woon-beleid te ontwikkelen voor dorpen en lint verspreide woningen

2.2 Door het afstemmen van woningen, bewoners en woonom-geving kunnen Hasselaren genieten van maximale leef- en woonkwaliteit

2.2.1 Aandacht voor functiemenging in het ruimtelijke beleid – zie elders

2.2.2 Hasselt werkt voortdurend aan de duurzame harmonie tussen groene, blauwe en grijze netwerken – zie elders

2.2.3 Aandacht voor voorzieningen

ACTIE 22. In elke wijk of aandachtsgebied wordt een multifunctionele en toegankelijke

gemeenschapsvoorziening (ontmoeten) voorzien waarvan de werking wordt geoptimali-seerd. Sportverenigingen, scholen, culturele instellingen, en andere organisaties (vzw’s) in de wijk worden aangespoord om slim met elkaar samen te werken op vlak van gebruik van ac-commodatie.

ACTIE 23. Aandacht voor een wijkgerichte invulling van toegankelijke basisvoorzieningen (kinderopvang, basisschool, eerstelijnsgezondheidszorg, lokale dienstencentra, thuiszorg, be-

taalbare serviceflats/assistentiewoningen)

2.2.4 Bijzondere aandacht voor een kwalitatieve publieke ruimte

ACTIE 24. aandacht voor de uitbouw van nieuwe kwalitatieve publieke ruimte evenals aan

het upgraden van bestaande publieke ruimte.

a. Dat gebeurt waar mogelijk en zinvol met aandacht voor participatie van de omwonenden

i. bij heraanleg van het openbaar domein wordt waar mogelijk en /zinvol een participatietraject met de omwonenden opgestart

ii. na analyse van onbebouwde semipublieke percelen krijgen de rest-kavels (die niet ingezet worden voor het voeren van een woonbeleid) een invulling in samenspraak met de omwonenden.

Jaaractieplan 2015 Woonplan Hasselt 2030 def versie CBS 020415 9

b. Kindvriendelijkheid en toegankelijkheid is de minimale maatstaf voor kwali-

teitsvolle openbare ruimtes. Voor het ontwerp van heraanleg van het open-baar domein wordt de jeugddienst en/of VVJ en de toegankelijkheidsraad betrokken.

2.2.5 Hasselt wil de doorstroming en bereikbaarheid op een veilige manier maximaliseren met een bijzondere aandacht voor voetgangers- en fietsweef-sels binnen en tussen de wijken

ACTIE 25. Voor de wijk Wolske evenals voor andere nabije woonwijken wordt een goede fiets- en voetgangersaansluiting met de halte van de nieuwe tramlijn voorzien met extra

aandacht voor een leeftijdsvriendelijke ontsluiting.

ACTIE 26. Met het oog op een maximaal gebruik van fiets en openbaar vervoer moet de

inrichting van de nieuwe woongebieden (groeizones) en grote ontwikkelingen voorzien worden van voldoende veilige verbindingen voor fietsers en voetgan-gers naar de binnenstad en de haltes van openbaar vervoer.

2.2.6 Hasselt wil een optimaal parkeeraanbod voorzien

ACTIE 27. periodieke evaluatie van het reglement voor bewonersparkeren.

ACTIE 28. Voorzien van voldoende oplaadpunten voor elektrische fietsen en auto’s

a. In openbare parkeerplaatsen

b. Er komt een verplichting om aan nieuwe flats voor senioren en openbare ge-bouwen oplaadpunten te voorzien.

2.3 Verbeteren of vrijwaren van leefbaarheid in woongebieden onder druk

2.3.1 Aanpak van leefbaarheid in prioritaire gebieden

ACTIE 29. Voor de aanpak van leefbaarheid in prioritaire gebieden worden leefbaarheids-

plannen opgemaakt en geïmplementeerd a. Opmaak en implementatie leefbaarheidsplan voor:

i. Runkst ii. Ter Hilst

iii. Steenwegen iv. Eventuele opmaak en implementatie van andere leefbaarheidsplan-

nen b. Dienst wonen, het OCMW, dienst wijkmanagement en relevante huisvestings-

partners zetten in op de opmaak en de implementatie van dit leefbaarheids-plan dat gebeurt samen met de bewoners van de betrokken deelgebieden.

c. De leefbaarheidsplannen en het kinderarmoedeplan worden op elkaar afge-stemd

Jaaractieplan 2015 Woonplan Hasselt 2030 def versie CBS 020415 10

3 DE KWALITEIT VAN BESTAANDE WONINGEN VRIJWAREN EN VERBETEREN

3.1 Verbeteren van de kwaliteit van de bestaande woningen

3.1.1 Voldoende kwaliteitsniveau van bestaande woningen behouden

ACTIE 30. Verwaarloosde panden worden opgespoord en voor inventarisatie gesignaleerd

aan Wonen Vlaanderen.

ACTIE 31. Het aantal conformiteitsonderzoeken wordt uitgebreid. Naast de conformiteits-onderzoeken naar aanleiding van klachten worden jaarlijks minstens twintig preventieve on-

derzoeken uitgevoerd in woongebieden onder druk (Runkst, steenwegen, Stationsomgeving). Dit kan bijvoorbeeld gebeuren naar aanleiding van domiciliecontrole door de wijkinspecteur.

ACTIE 32. Aan de hand van een draaiboek worden problematische situaties m.b.t. woon-

hygiëne systematisch opgevolgd en aangepakt met inbreng van de verschillen-de stadsdiensten, het OCMW en de betrokken (op deze situatie) Hasseltse wel-zijnsorganisaties. Er wordt door de diensten gewerkt aan een instrumentarium.

3.1.2 Werken aan de verduurzaming van bestaande woningen – zie elders

3.1.3 Voor oude gebouwen en in het bijzonder voor oude appartementen een toekomstgericht beleid uitwerken

ACTIE 33. Er wordt een partner gezocht en betoelaagd om eigenaars van oude apparte-

menten te ondersteunen in de opmaak van renovatieplannen

3.2 Leegstand, verwaarlozing van woningen en huisjesmelkerij bestrijden

3.2.1 Huismelkerij opsporen en vervolgen

3.2.2 De leegstand inventariseren en bestrijden

ACTIE 34. Het versterken van de dienst handhaving voor het behandelen van leegstands-

dossiers met heffing. De dienst houdt ook een register bij van leegstaande gebouwen met woonfunctie, economische functie… en actualiseert dit.

ACTIE 35. Leegstaande gebouwen kunnen tijdelijke functies krijgen (kunstenaarsateliers,

pop-ups, …)

ACTIE 36. Aandacht voor het voorzien van tijdelijke buurtfietsenstallingen in leegstaande

gebouwen in dichtbevolkte wijken zoals Runkst

Jaaractieplan 2015 Woonplan Hasselt 2030 def versie CBS 020415 11

3.2.3 Leegstaande gebouwen eventueel een andere (bij voorkeur woon-) bestemming geven

ACTIE 37. Tijdelijke of langdurig gebruik van leegstaande panden wordt eventueel mogelijk gemaakt

a. Private eigenaars preventief adviseren in het vermijden van het kraken van

hun eigendom en toeleiden tot het SVK b. Stimuleren van gebruik en bewoning van leegstaande gebouwen door pio-

niers (kunstenaars, studenten, jongeren …) met de dienst cultuur als coördina-tor.

c. Met het OCMW als coördinator worden projecten opgezet waar tijdelijk be-wonen van leegstaande panden wordt mogelijk gemaakt voor kwetsbare

doelgroepen (oa daklozen). d. Er wordt door de dienst wonen, het OCMW van Hasselt en de politie een

draaiboek ontwikkeld over de procedure bij het sluiten van kraakpanden. Met dit draaiboek beogen we een integrale aanpak waar oog is voor het vei-ligheidsaspect en voor de noden van de krakers.

Zie ook actie 35-36

ACTIE 38. Bij reconversie en herbestemming gerechtsgebouw en stadsgebouwen wordt de

combinatie van een woonfunctie met een andere functie onderzocht.

3.2.4 Wonen in het stadscentrum (ook boven winkels) stimuleren

ACTIE 39. Aan de opleiding architectuur wordt gevraagd om (b.v. in kader van studie of

eindwerk) blokgerichte oplossingen te onderzoeken rekening houdend met de juridische context en de eigendomssituatie.

a. Om het wonen boven winkels uit te werken b. Voor ouderenhuisvesting

3.3 Hasselt respecteert haar onroerend erfgoed en waardevolle gebouwen

ACTIE 40. In de verordening woonkwaliteit beschermingsniveaus voor onroerend erfgoed en waardevolle gebouwen invoeren. Hiertoe zal advies worden gevraagd aan experten en bevoegde diensten.

Jaaractieplan 2015 Woonplan Hasselt 2030 def versie CBS 020415 12

4 HASSELT VERDER UITBOUWEN ALS EEN WOONSTAD VOOR IEDEREEN

4.1 Tegemoetkomen aan de woonnood van eenieder

4.1.1 Buurten met een te grote dominantie van één leeftijdsgroep, gezinsty-pe of bevolkingsgroep vermijden – zie elders

4.1.2 Op wijkniveau inzetten op een geïntegreerd beleid zodat men zich qua inrichting van de woonomgeving en voorzieningen blijft richten naar diverse doelgroepen

ACTIE 41. Bij het (her)inrichten van wijkvoorzieningen is er aandacht voor polyvalent gebruik

van gebouwen en clustering van diensten. (zie ook actie 22 en 23)

4.1.3 Mensen aanzetten om verdraagzaam dicht bij elkaar te wonen

ACTIE 42. Goede praktijken van verdraagzaam dicht bij elkaar wonen worden gecommu-niceerd in De Hasselaar

4.1.4 Steeds aandacht voor mensen met beperkte middelen (betaalbaar-heid)

ACTIE 43. Er is steeds aandacht voor mensen met beperkte middelen (betaalbaarheid) met een bijzondere aandacht voor betaalbare huurwoningen, voldoende sociale woningen, betaalbare groepsassistentiewoningen

a. OCMW Hasselt werkt een systeem LAC (Lokale Adviescommissie) wonen voor (een beperkt aantal) eigenaars op de privéhuurmarkt uit.

b. OCMW Hasselt zet via LAC wonen actief in op mensen met betalingsproble-men binnen de sociale huisvesting.

ACTIE 44. Betaalbare groepsassistentiewoningen.

a. OCMW Hasselt beheert 69 serviceflats (De gouden regen, Parkresidentie en Juniperus).

b. Er worden in de Banneuxwijk 20 nieuwe serviceflats gebouwd tegen 2016.

ACTIE 45. OCMW Hasselt onderzoekt voor mensen met een laag inkomen, opgenomen in een groep van assistentiewoningen van het OCMW, de mogelijkheden voor tussenkomsten in de prijs

ACTIE 46. Het OCMW onderzoekt of ze zelf betaalbare woongelegenheden moeten bou-wen voor kwetsbare doelgroepen (i.p.v. regierol ook beperkte actorrol opnemen)

4.1.5 Hasselt heeft aandacht voor het groot aantal alleenstaanden en de kleine huishoudens

ACTIE 47. Hasselt evalueert en stuurt haar verordening eengezinswoning (gebiedsgericht) bij.

Jaaractieplan 2015 Woonplan Hasselt 2030 def versie CBS 020415 13

4.2 Hasselt blijft een kindvriendelijke stad

4.2.1 Aandacht voor gezinsvriendelijke voorzieningen

ACTIE 48. Aanduiden van een stadscoördinator brede school + voorzien van middelen

voor het neerzetten van één pilootschool volgens het concept ‘brede school’.

ACTIE 49. Uitbouw van het Huis van het Kind dat bij voorkeur wordt ondergebracht in een

polyvalent te gebruiken gebouw.

4.2.2 Aandacht voor verkeersveiligheid van kinderen

ACTIE 50. Opvolging en actualisering van verkeersveiligheidsplannen voor elke schoolom-

geving.

4.2.3 Aan de hand van normen (leefbaarheidscriteria) zorgen voor voldoen-de spel- , sport-, ontspanning- en ontmoetingsmogelijkheden voor kinderen en jongeren met aandacht voor speel- en verbindingsweefsel

ACTIE 51. Inventarisatie van de locaties geschikt voor kleine tot middelgrote fuiven en on-derzoek naar mogelijkheden in de wijken waar deze ontbreken.

ACTIE 52. Na inventarisatie van hangplekken voor jongeren - in samenspraak met de jonge-ren - enkele pilootprojecten van hangplekken voor jongeren opstarten.

4.2.4 Het binden van jongeren en gezinnen met jonge kinderen aan Hasselt (uitstroom inperken) – zie elders

4.2.5 Gezinsvriendelijke initiatieven in de centrumwijken

ACTIE 53. Bij nieuwe ontwikkelingen in centrumwijken (ook vernieuwende) woontypologie-

en die geschikt zijn voor gezinnen voorzien. Groeimogelijkheden voor Vlaams Woningsfonds creëren

Jaaractieplan 2015 Woonplan Hasselt 2030 def versie CBS 020415 14

4.3 Studentenhuisvesting voorzien

4.3.1 Voorzien van diverse huisvestingsmogelijkheden voor studenten

ACTIE 54. Het beleid ten aanzien van studenten en kotbazen wordt afgestemd met de

gemeente Diepenbeek, de Uhasselt en de hogescholen

ACTIE 55. Aanpassing van verordening eengezinswoning waardoor vermenging van stu-

denten met andere doelgroepen (b.v. starters) mogelijk wordt .

ACTIE 56. Dienst mobiliteit stelt een parkeerverordening op waarbij ook parkeernormen voor studentenkamers worden bepaald (minder auto en meer fietsverplichtingen).

4.3.2 Studenten als potentiële inwoners van Hasselt binden aan de stad

ACTIE 57. In overleg met de studentenverenigingen wordt door de dienst Jeugd een actie-

plan uitgewerkt om studenten als potentiële inwoners van Hasselt meer te binden aan de stad

4.4 Starters en herstarters op de woonmarkt ondersteunen

4.4.1 Voorzien van starterswoningen – zie elders

4.4.2 Samenhuizen van starters meer faciliteren en mogelijk maken, experi-menten ondersteunen

ACTIE 58. Het domiciliebeleid flexibiliseren.

a. Door dienst wonen en dienst bevolking wordt een afsprakennota opgemaakt met als doel belemmeringen voor samenhuizen weg te nemen. OCMW Has-selt past deze afspraken in binnen de geldende regelgeving en in haar huidi-ge werking.

b. Voor kandidaat samenwoners worden ondersteuningsmaatregelen uitgewerkt

(voorbeelden huurcontract)

4.4.3 Starters ondersteunen bij aanpassen en renovatie van bestaande wo-ningen

ACTIE 59. Starters worden ondersteund bij aanpassen en renovatie van bestaande wonin-

gen a. Project de huisdokter van Cedubo inschakelen voor starters b. Project collectieve renovatie inschakelen voor starters

4.4.4 Aandacht voor de problematiek van de herstarters

ACTIE 60. Het OCMW en de stad Hasselt werken een beleid uit voor doorstroomwoningen voor herstarters met beperkte financiële middelen. Bijvoorbeeld door middel van een project met bescheiden woningen .

Jaaractieplan 2015 Woonplan Hasselt 2030 def versie CBS 020415 15

4.5 Levensloopbestendig wonen mogelijk maken

4.5.1 Jonge senioren sensibiliseren om na te denken over hun toekomstig wonen en woonscenario’s aanbieden

ACTIE 61. Het woonloket bouwt samen met partners een consultfunctie uit m.b.t het toe-komstig wonen voor jonge senioren en dat met ondersteunende instrumenten, zoals het ge-ven van infosessies op maat (b.v. in samenwerking met OCMW, seniorenverenigingen) en

bijhorende folders. Er wordt daarbij gewezen op het belang van toegankelijkheid, de nabij-heid van ouderenvoorzieningen en openbaar vervoer

4.5.2 Oudere inwoners ondersteunen in hun wens zo lang mogelijk in de ei-gen woning en de vertrouwde omgeving te blijven

ACTIE 62. Er wordt onderzocht hoe oudere inwoners ondersteund kunnen worden in hun

wens zo lang mogelijk in de eigen woning en de vertrouwde omgeving te blijven. Dit houdt een onderzoek in naar de noden van ouderen en het bestaande (subsidie)aanbod.

a. Dienst seniorenzorg OCMW biedt in samenwerking met andere partners advies aan m.b.t. comfortabel wonen. Dit kan advies zijn m.b.t. hulpmiddelen als ook bouwtechnisch advies.

b. Het woonloket promoot de adequate aanpassing- en renovatiepremies voor bouwkundige- en energiebesparende verbouwingen.

c. Planadvies wordt eventueel ingehuurd (bv. toegankelijkheidsbureau) d. Organiseren van openhuizendagen (met aangepaste woningen) en het pro-

moten van UD-woonlabo. e. Jaarlijks organiseren de dienstencentra ‘t Park en De Boelvaar één of meerde-

re sessies over val-preventie (specifiek) of over comfortabel wonen en nuttige woonaanpassingen.

ACTIE 63. De mogelijkheid wordt onderzocht om tijdelijke prefab-aanbouw mogelijk te ma-

ken in het kader van een aanpassing wonen voor ouderen of meergenerationeel wonen,.

ACTIE 64. Toeleiden van zorg aan huis

a. Dienst seniorenzorg van het OCMW werkt met de individuele zorgvragen van de Hasseltse senioren. Het OCMW geeft advies, biedt hulp en verwijst indien nodig door.

b. De overlegcoördinator van het OCMW organiseert zorgoverleg met cliënt en mantelzorgers en alle betrokken zorg- en hulpverleners zodat de oudere zorg-vrager zo lang mogelijk in zijn vertrouwde thuissituatie kan blijven.

c. Info aan verschillende welzijnsactoren over het hulpverleningsaanbod voor senioren

4.5.3 De uitbouw van woonzorgzones in wijken waar dit mogelijk is

ACTIE 65. Uitbouw van het concept woonzorgzones in Hasselt: a. Een expertengroep denkt na over hoe het concept van woonzorgzones in

Hasselt verder kan worden geïmplementeerd en in welke wijken, gelinkt met het zorgstrategisch plan.

b. Dienst seniorenzorg (OCMW) bekijkt samen met de stadsdiensten hoe het openbaar domein toegankelijker kan gemaakt worden rond het nieuwe WZC in de Banneuxwijk. Het project wordt opgevolgd door een werkgroep van di-verse experten.

Jaaractieplan 2015 Woonplan Hasselt 2030 def versie CBS 020415 16

c. Hasselt ondersteunt een oriënterende studie van de PXL en UHasselt omtrent

good practices en instrumenten die lokale besturen kunnen toepassen mbt toegankelijkheid. De Banneuxwijk wordt naar voor geschoven als mogelijke proefzone.

ACTIE 66. Bekijken met de organisatoren van ADL (Algemene Dagelijkse Levensverrichtin-

gen)-assistentie of zij hun dienstverlening kunnen uitbreiden en toegankelijk maken voor ou-deren die in de onmiddellijke omgeving wonen binnen het werkingsgebied van de dienst en die behoefte hebben aan een noodpermanentie voor ADL-assistentie.

4.5.4 Bij nieuwbouw aandacht voor toegankelijkheid en aanpasbaarheid van de woningen en omgeving

ACTIE 67. De dienst wonen stimuleert het bouwen van aanpasbare (levensloopbestendige en toegankelijke) woningen door

a. Het toeleiden naar planadvies b. Het organiseren van openhuizendagen

4.5.5 Regie- en locatiebeleid mbt kwantiteit, kwaliteit en betaalbaarheid van de assistentiewoningen

ACTIE 68. Het OCMW neemt het regie- en locatiebeleid mbt kwantiteit, kwaliteit en betaal-baarheid van de assistentiewoningen op zich

a. Het OCMW formuleert zijn rol in het toekomstige zorgaanbod van Hasselt, het behoud van het aanbod of eventueel uitbouw van het eigen aanbod.

b. Onder coördinatie van de dienst seniorenzorg (OCMW) wordt de expertise in-zake betaalbare assistentiewoningen gebundeld.

c. De studiecel levert bij opmaak van RUP’s cijfers aan die een beeld geven over de behoeftes van de doelgroep senioren (voor gebied waarvoor RUP wordt

opgemaakt) en geeft advies over het aanbod van assistentiewoningen d. De dienst seniorenzorg OCMW geeft advies bij plannen van assistentiewonin-

gen

ACTIE 69. Sociale assistentiewoningen Cordium: de woonmanager en de wooncoördinator

volgen het bestaande project op en er wordt naar mogelijkheden gezocht voor het uitbrei-den van het aantal sociale assistentiewoningen op Hasselts grondgebied.

4.5.6 OCMW en Stad Hasselt hebben aandacht voor de diversiteit in de groep van de zorgbehoevende senioren op het vlak van huisvesting (oa. per-sonen met een fysieke en mentale beperking, personen met een psychiatri-sche problematiek, personen met een andere culturele achtergrond, perso-nen met een beperkt budget ea…) – zie elders

4.5.7 Inzetten op nieuwe (samen)woonvormen voor ouderen (zorgwonen, kangoeroewonen, geïntegreerde woningen, vormen van samenwonen, …)

ACTIE 70. In Hasselt wordt in samenwerking met andere actoren een proefproject opgestart

(bv een Abbeyfield project in samenwerking met Abbeyfield vzw).

ACTIE 71. Bij specifieke experimentele projecten voor het samenwonen van ouderen, werkt

het OCMW mee bij het zoeken naar oplossingen om hinderpalen weg te nemen.

Jaaractieplan 2015 Woonplan Hasselt 2030 def versie CBS 020415 17

4.6 Impulsbeleid voeren mbt alternatieve woon- en begelei-dingsvormen voor kwetsbare groepen

4.6.1 Woonbegeleidingscapaciteit opdrijven

ACTIE 72. OCMW Hasselt investeert (methodiekontwikkeling en uitbreiding van capaciteit)

in verschillende vormen van woonbegeleiding voor een divers doelpubliek, o.a. housing First. a. Hasselt participeert actief aan het initiatief van Provincie Limburg van Housing

First methodiekontwikkeling uitgebouwd adhv. concrete situaties. b. Voor de maatschappelijke assistenten van het OCMW en diverse welzijnsor-

ganisaties worden infosessies georganiseerd rond instrumenten inzetbaar bij

woonbegeleiding (b.v. huursubsidie)

4.6.2 Aandacht voor de huisvesting voor personen met een beperking

ACTIE 73. Nieuwe samenwoonvormen voor personen met een beperking mogelijk maken

door onder andere het flexibiliseren van het domiciliebeleid a. Partners samenbrengen om een project betaalbare huurstudio’s voor perso-

nen met een beperking op te starten b. Zie ook actie domiciliebeleid flexibiliseren.

c. De stad informeert naast de gekende doelgroeporganisaties ook particulieren met specifieke vragen.

4.6.3 Het sociaal pensionwonen onder voorop gestelde voorwaarden moge-lijk maken en ondersteunen

ACTIE 74. Via het zorgcircuit wonen partners zoeken om een project sociaal pensionwonen

op te starten als de gelegenheid (bv projectoproep/ pand) zich aandient met aandacht voor sociale mix. De mogelijkheden worden bekeken voor initiatieven die zich ontwikkelen op de privé- en de sociale woonmarkt.

4.6.4 Hasselt neemt een regierol op inzake opvangvoorzieningen voor thuis- en daklozen

ACTIE 75. OCMW Hasselt neemt een regierol op inzake opvangvoorzieningen voor thuis- en

daklozen a. Stad Hasselt en OCMW Hasselt garanderen opvang- en huisvestingsinitiatieven

voor de doelgroep dak- en thuislozen en voert de regie. b. De noodopvang en de winteropvang in Hasselt wordt gecontinueerd

4.6.5 Aandacht voor woonwagenbewoners continueren

ACTIE 76. De aandacht voor woonwagenbewoners wordt gecontinueerd

a. De werking van een stadsbrede woonwagencommissie wordt gecontinueerd. Dit gebeurt in samenwerking met het OCMW.

b. Inzake een eventueel tweede terrein wordt nagedacht over de invulling (doortrekkersterrein of permanente bewoning), een (her)locatie en betoela-

ging.

Jaaractieplan 2015 Woonplan Hasselt 2030 def versie CBS 020415 18

5 INZETTEN OP HET RECHT OP BEHOORLIJKE BETAALBARE HUISVESTING

5.1 Hasselt realiseert naast het Bindend Sociaal Objectief een in-haalbeweging op vlak van sociale huur

5.1.1 Het aantal geplande sociale huurwoningen moet tegen 2020 stijgen naar 2.514 woningen. In een actieplan sociaal wonen wordt een nieuw objec-tief tot 2030 vastgelegd

ACTIE 77. De dienst wonen stelt een sociaal actieplan sociaal wonen op dat rekening

houdt met a. De gemeenteraadsbeslissing van 2010 dat een bindend sociaal deelobjectief

voor sociale huurwoningen voorziet van 1.121 woningen en een groei tot 2.514 huurwoningen in 2020

b. Bouwmogelijkheden in nieuwe woongebieden en de resterende instrumenten om in deze gebieden sociale huisvesting te realiseren

c. Opportuniteiten die ontstaan bij het herbestemmen van gebouwen en het bestemmen van semi-publieke onbebouwde percelen

d. Het gewenste groeipad van de sociale huisvestingsmaatschappijen e. De spreiding van sociale woonprojecten over het hele grondgebied behou-

dens in Runkst waar met uitzondering van het project Veldstraat geen bijko-mende sociale woningen worden gerealiseerd.

f. De nieuwe Vlaamse beleidskeuzes m.b.t sociale koopwoningen en sociale ka-vels.

Dit actieplan sociaal wonen zal resulteren in een door de gemeenteraad vastge-legd nieuw sociaal objectief tot 2030

5.1.2 Inzetten van Vlaamse publieke gronden

ACTIE 78. Vanuit het register onbebouwde percelen en de inventaris Vlaamse publieke

gronden worden mogelijkheden gezocht om via strategische grondaankopen, verwerving of erfpacht publieke gronden in te zetten voor sociale huisvesting en gemeenschapsvoorzienin-gen. Een actieplan inzake de verdere bestemming van deze gronden wordt opgemaakt.

5.1.3 Hasselt maakt gebruik van de mogelijkheden om in samenwerking met private actoren bijkomend sociaal woonaanbod te realiseren

ACTIE 79. De mogelijkheden om in samenwerking met private actoren sociaal woonaan-

bod te creëren worden geoptimaliseerd. Als na te streven richtlijn wordt zoals vermeld in het RSP 15% nagestreefd.

a. Waar het is aangewezen, wordt het sociaal woonaanbod verankerd in een

RUP. Dit gebeurt onder de voorwaarden omschreven in de omzendbrief RWO/2014/1:

i. Met motivatie van de nood aan bijkomende sociaal woonaanbod en na onderzoek of het sociaal woonaanbod niet kan worden gereali-seerd op gronden in bezit van sociale organisaties of op (semi)publieke gronden.

ii. Na overleg met SHM, grondeigenaars en ontwikkelaars iii. Gebiedsspecifiek, evenredig en rechtszeker

b. Constructieve Benadering Overheidsopdrachten (CBO) (via VMSW)

Jaaractieplan 2015 Woonplan Hasselt 2030 def versie CBS 020415 19

c. Design & build (D&B) (via VMSW)

d. Overeenkomsten en convenanten met private actoren e. Vrijwillige verkoop van gronden en panden f. Onteigening ten algemenen nutte van gronden en panden g. Verwerving van gronden en panden door toepassing van de ruil en aan-

koopplicht, vermeld in artikel 5 en 20 van het decreet van 16 juni 2006 hou-dende oprichting van de Vlaamse grondenbank

h. Verwerving van gronden en panden door toepassing van een voorkooprecht.

5.1.4 Onderzoeken hoe oude woningen (in het bijzonder oude appartemen-ten) kunnen worden aangewend voor hedendaags sociaal aanbod

ACTIE 80. De dienst wonen bakent in overleg met de dienst planning en de dienst GIS zoek-

zones af waarbinnen zal worden gezocht naar opportuniteiten voor het sociaal aanbod en bijzondere doelgroepen.

5.2 Hasselt voert een beleid inzake de bestaande sociale huur-woningen

5.2.1 Verder zetten project woonbegeleiding/woontraining

ACTIE 81. De wooncoördinator van OCMW Hasselt volgt samen met de verschillende wel-zijnsactoren het project woonbegeleiding binnen Cordium verder op en brengt expertise in waar nodig. De wooncoördinator bewaakt dat dit project wordt ingezet voor Hasselaren.

ACTIE 82. Het aantal sociaal assistentiewoningen wordt uitgebreid op Hasselts grondge-bied.

a. De projecten sociaal assistentiewoningen hebben voldoende schaalgrootte

en sluiten aan op bestaande zorgvoorzieningen. b. Er wordt gezocht naar een formule waarbij de wettelijke voorwaarden m.b.t..

zorg en begeleiding betaalbaar zijn voor deze bewoners

5.2.2 Opvolging en actualiseren toewijzingsreglement

ACTIE 83. De woonmanager en de wooncoördinator van het OCMW volgen het toewij-zingsreglement op, rapporteren jaarlijks en zorgen voor actualisatie.

5.2.3 Mee oplossingen zoeken voor gemelde problemen

ACTIE 84. Gemelde problemen binnen de sociale huisvesting worden aangepakt aan de

hand van draaiboeken a. Het niet gemeld samenwonen b. Onderbezetting van grotere woningen c. Doorstroming in sociale huisvesting.

5.2.4 Stimuleren van het voorzien van gemeenschappelijke wijkvoorzienin-gen (ontmoeting, energie,…) - zie elders

Jaaractieplan 2015 Woonplan Hasselt 2030 def versie CBS 020415 20

5.3 Aanmoedigen, verstevigen en reguleren van de huurmarkt

5.3.1 Incentives geven aan de huurmarkt, gekoppeld aan de conformiteit van de panden en investeringen in energiezuinigheid

ACTIE 85. Het programma sociale dakisolatie promoten bij verhuurders.

ACTIE 86. Energiesscans aanbieden. Indien de Vlaamse Overheid geen energiescans meer

aanbiedt, koopt stad Hasselt er jaarlijks 75 die ze ter beschikking stelt van (kwetsbare) huur-ders en verhuurders.

5.3.2 In samenwerking met partners zoeken naar middelen om tegemoet te komen aan de toenemende vraag naar kortlopende huurcontracten

ACTIE 87. Samen met huurdersyndicaat en de Immosector mogelijkheden en modellen van kortlopende huurcontracten uitwerken.

ACTIE 88. Voorzien in bescheiden huurwoningen (conform Besluit Vlaamse Regering tot

reglementering van de verhuring van bescheiden huurwoningen van SHM) a. Voorzien van bescheiden huurwoningen in groeigebieden (zoals verkaveling

Veldstraat) door een sociale huisvestingsmaatschappij. b. Opmaak van een toewijzingsreglement voor huurders van bescheiden wonin-

gen.

5.3.3 Onderzoeken of de stad een bemiddelende rol kan opnemen tussen verhuurders en huurders

ACTIE 89. Bij het invoege gaan van een Vlaamse huurwetgeving de werking van het woon-

loket uitbreiden tot een huurinfopunt (voor huurders en verhuurders).

ACTIE 90. Het huurgarantiefonds wordt door het OCMW gebruikt (betaald in de vorm van

aanvullende steun) bij verhuring aan OCMW-cliënten

ACTIE 91. Het OCMW blijft het SVK Midden-Limburg ondersteunen

Jaaractieplan 2015 Woonplan Hasselt 2030 def versie CBS 020415 21

5.4 Onderzoek naar de mogelijkheden van kwaliteitsvol kleiner wonen

5.4.1 Onderzoeken of men kan evolueren naar het toestaan van kleinere woningen met voldoende comfort

ACTIE 92. De verordening woonkwaliteit bijsturen zodat kwaliteitsvolle kleine wooneenhe-den vergunbaar zijn.

Onderzoeken of gemeenschappelijke of openbare of gemeenschappelijke terras-

sen en ruimte kunnen volstaan i.f.v. kleiner wonen zonder privé terras. a. Per bouwproject een nog te bepalen percentage studio’s vergunbaar maken

5.4.2 Opsplitsen van woningen vlotter toestaan

ACTIE 93. De mogelijkheden van woningopsplitsing onderzoeken a. Vastleggen waar en onder welke voorwaarden (eventueel tijdelijk) het opsplit-

sen van woningen vlotter kan worden toegestaan en gefaciliteerd. b. De verordening behoud gezinswoningen bijsturen en integreren in de veror-

dening woonkwaliteit

5.5 Kader en mogelijkheden scheppen voor een goedkoop (eventueel tijdelijk) verblijf

5.5.1 Vernieuwde aandacht voor het kwaliteitsvol kamerwonen met herzie-ning van huidige reglementering

ACTIE 94. Vernieuwde aandacht voor het kwaliteitsvol kamerwonen

a. De bestaande reglementering en toepassing wordt geëvalueerd en bijge-stuurd zodat de bouw van kamerpanden en sociaal pensionwonen terug haalbaar wordt.

b. 3 extra locaties voorzien tegen 2030 voor kleinschalig kwaliteitsvol kamerwo-nen waardoor er in het totaal een 30 tal kamers worden gerealiseerd.

c. We ondersteunen eigenaars van kamerpanden om hun pand aan te passen aan de geldende reglementering.(zie ook actie 30)

d. Er wordt een domiciliebeleid voor kamers uitgewerkt. (zie ook actie 57)

5.5.2 Een eventueel initiatief Sociaal pensionwonen faciliteren

ACTIE 95. Stad Hasselt en OCMW Hasselt brengen partners samen voor de realisatie van één of meerdere projecten sociaal pensionwonen

5.6 De ontwikkeling van nieuwe eigendomsvormen (CLT, coöpe-ratief wonen…) en nieuwe verhoudingen tussen publiek, so-ciaal en privé opvolgen en ondersteunen

ACTIE 96. Binnen de diensten wordt expertise opgebouwd inzake nieuwe eigendomsvor-men opbouwen door studie, overleg en samenwerking met externe partners.

Jaaractieplan 2015 Woonplan Hasselt 2030 def versie CBS 020415 22

6 HET SAMENWONEN VAN MENSEN EN GROEPEN STIMULEREN

6.1 Samenwonen van mensen aanmoedigen

6.1.1 Hasselt neemt ondersteunende maatregelen die het samenwonen kun-nen bevorderen

ACTIE 97. Initiatieven die kaderen in de ‘sharing economy’ worden genomen of onder-steund

a. De subsidie experimenteel wonen worden geëvalueerd, gecontinueerd en

gepromoot b. Stimuleren van volkstuintjes en gemeenschappelijke landbouwprojecten c. Sleutelfiguren in buurten worden gesensibiliseerd. Evenementen worden on-

dersteund.

6.1.2 Hasselt faciliteert nieuwe vormen van samenhuizen

ACTIE 98. Inventariseren van locaties die geschikt zijn voor nieuwe woonvormen.

ACTIE 99. In de masterplanning van de eigen stedelijke projectzones sociale huisvesting voorzien, nieuwe woonvormen en vernieuwende woonomgevingconcepten integreren.

6.2 Mogelijk maken van aangepaste en nieuwe woonvormen

6.2.1 Het nieuwe beleid investeert niet enkel in klassieke woningen, maar heeft ook aandacht voor nieuwe woonvormen en vernieuwende woonomge-vingconcepten.

ACTIE 100. De Stad voert omtrent het nieuwe wonen een stimulerend beleid, ondersteunt

het experimenteel en pioniert daaromtrent

ACTIE 101. Er wordt een subsidiereglement uitgewerkt om trajectbegeleiding van samen-

huisprojecten door vzw Samenhuizen te kunnen betoelagen.

ACTIE 102. Binnen de diensten wordt expertise inzake nieuwe woonvormen opgebouwd

door studie, overleg en samenwerking met externe partners.

6.3 Diversiteit en sociale mix bevorderen, segregatie tegengaan

6.3.1 Bevorderen in de verschillende wijken van verschillende woontypolo-gieën en prijsklassen. – zie elders

6.3.2 Binden van mensen aan hun wijk en de mogelijkheid geven om zich binnen de eigen wijk qua woonsituatie te verbeteren – zie elders

Jaaractieplan 2015 Woonplan Hasselt 2030 def versie CBS 020415 23

6.3.3 In zwakke wijken met impulsprojecten bijdragen om sociale integratie en sociale mix te realiseren – zie elders

6.3.4 Bestrijden van diverse vormen van discriminatie op de woonmarkt en trachten segregatie tegen te gaan

ACTIE 103. De dienst burenbemiddeling van de lokale politie wordt gecontinueerd.

ACTIE 104. Samenwerking tussen meldpunt discriminatie en dienst wonen intensifiëren en de acties van het meldpunt ondersteunen.

Jaaractieplan 2015 Woonplan Hasselt 2030 def versie CBS 020415 24

7 DUURZAAM BOUWEN EN WONEN AANMOEDIGEN

7.1 Hasselt wil verdere stappen ondernemen naar een klimaat-robuuste stad

7.1.1 De stad Hasselt volgt de effecten van de klimaatsverandering op

ACTIE 105. De stad volgt de concrete gevolgen van de klimaatsverandering verder op a. Dat gebeurt op basis van studies naar deze gevolgen b. Door het opbouwen van expertise (opvolgen literatuur en studiedagen) en

voortschrijdend inzicht een visie m.b.t. klimaatadaptatie opbouwen

7.1.2 Ondersteunen van het aanpassen van bestaande woningen aan nieu-we normen inzake isolatie en energie

ACTIE 106. Hasselt werkt tegen 2016 een pilootproject ‘duurzame renovatie van het be-staand patrimonium uit (aantrekken externe deskundigen die dit project kunnen begelei-

den)

ACTIE 107. De doelstellingen in het klimaatactieplan om een reductie van 20% CO-uitstoot

van huishoudens tegen 2020 wordt gemonitord door de dienst duurzaamheid.

ACTIE 108. Inwoners die willen bouwen of renoveren krijgen begeleiding en bouwadvies. a. De meest kwetsbaren worden intensief begeleid m.b.t. de lokale, Vlaamse en

Federale maatregelen. b. De dienst wonen geeft aan het woonloket informatie aan de inwoner inzake

de nieuwe normen. c. De dienst wonen helpt de inwoners met het opstellen van het renovatiedossier d. De dienst leefmilieu geeft e-punten voor het gebruik van duurzame materialen

bij renovatie

7.1.3 Bij bouwen aandacht voor duurzaamheid en lange termijn aanpas-baarheid

ACTIE 109. De gemeentelijke regelgeving inzake duurzaamheid en lange termijn aanpas-baarheid wordt aangepast

a. Hasselt legt duurzaamheideisen op aan nieuw- en herbouwprojecten door middel van een nog op te maken gemeentelijke verordening.

b. De dienst wonen ondersteunt de dienst vergunningen bij de opmaak van een nieuwe duurzaamheidsverordening. Dienst leefmilieu formuleert gewenste normen inzake isolatie, groendaken, recuperatie en buffering hemelwater,…

ACTIE 110. Realisatie van BEN-norm (Bijna Energieneutraal wonen) mee helpen realiseren d.m.v. promotie en sensibilisatie

ACTIE 111. Stimuleren van het bouwen van aanpasbare woningen

Jaaractieplan 2015 Woonplan Hasselt 2030 def versie CBS 020415 25

7.1.4 Duurzaamheidsambitieniveau opleggen aan nieuwe (grote) (woon)projecten

ACTIE 112. Verordening woonkwaliteit uitbreiden met haalbare en betaalbare duurzaam-heidscriteria (zie ook actie 109)

7.2 Met een stimulerend beleid gedragsverandering nastreven

ACTIE 113. Met een stimulerend beleid streeft Hasselt gedragsverandering na inzake duur-

zaam wonen a. Hasselt geeft zelf het goede voorbeeld door een stadsgebouw als voorbeeld-

project te realiseren volgens de normen b. Hasselt voorziet een ‘beloningssysteem’ in de vorm van e-punten,… voor per-

sonen die hun woning aanpassen aan nieuwe duurzaamheidsnormen. c. Hasselt zet in op allerhande communicatiemiddelen om mensen te stimuleren

hun woning aan te passen aan de normen. d. Energiescans als instrument blijven ondersteunen en eventueel inkopen voor

kwetsbare bewoners

ACTIE 114. Het concept Klimaatwijken (her)opstarten in prioritaire gebieden.(zie ook actie 29)

7.3 Werken aan duurzame wijken

7.3.1 Liever inbreiding dan uitbreiding

ACTIE 115. Hasselt maakt een studie op over de mogelijke inbreidingsmogelijkheden, zowel voor bestaande gebouwen als voor gronden, binnen de singel.

7.3.2 Werken aan vergroening en duurzame mobiliteit

ACTIE 116. Mira-S groennormen (oppervlakte groen per inwoner en afstand tot dit groen)

realiseren in bestaande en nieuwe woongebieden

ACTIE 117. Bestaande stoepen en fietspaden worden aangepast in functie van toeganke-

lijkheid. Verbreden, verwijderen van hindernissen, herstellen,…

ACTIE 118. Dienst wijkmanagement organiseert i.s.m. dienst mobiliteit een bewustwordings-campagne over veilig (elektrisch) fietsen

7.3.3 Opleggen duurzaamheidnormen aan nieuwe wijken

ACTIE 119. De mogelijkheden van warmtenetten onderzoeken

a. Inititiatieven en doelstellingen van parterorganisaties opvolgen b. In samenwerking met de HEB (Hasselts Energiebedrijf) een project van wijkver-

warming opzetten.

7.4 Experimenten met duurzaam bouwen en wonen ondersteu-nen

ACTIE 120. Promotie maken voor campagnes zoals openhuisdagen, thema-fietsroutes en

experimentelere bouw- en woonvormen (b.v. strobouw)