WoningmarktNL-Nationale bouwimpuls
-
Upload
ad-hereijgers -
Category
Documents
-
view
70 -
download
0
Transcript of WoningmarktNL-Nationale bouwimpuls
Nationale bouwimpuls: 30.000 huurwoningen voor vergunninghouders en doorstromers COLUMNS 11-03-2016 (14:19)
Huisvesting van vergunninghouders, asielzoekers met verblijfsvergunning, geeft
extra druk op de huurwoningenmarkt in de steden. Extra druk, omdat hier al
sprake is van autonome groei van kleine huishoudens, veroorzaakt door migratie
van jongeren en vergrijzing. De woningvoorraad zal daarom op korte termijn
moeten groeien, terwijl demografische vooruitzichten op lange termijn de
woningbehoefte zien afnemen.
U leest een column van Ad Hereijgers en Ton Streppel.
Stedelijke omgeving favoriet
Gemeenten zijn verantwoordelijkheid voor de huisvesting van vergunninghouders. Voor dit
jaar is de taakstelling tenminste 43.000. Het definitieve cijfer wordt deze maand door de
Minister bekendgemaakt. Voor 2016 wordt uitgegaan van een asielinstroom van 58.000, voor
2017 –vooralsnog- van 26.000. Beheersing van de asielinstroom hangt sterk af van het
succes van de Europese aanpak van de vluchtelingencrisis. Tot nu toe is Europa verdeeld.
De komende jaren zullen nog zeker 100.000 vergunninghouders toetreden tot de
woningmarkt. Een groot aantal zal zich, ook na gezinshereniging, blijvend in en nabij de
steden vestigen. De stedelijke omgeving is favoriet vanuit het perspectief op onderwijs,
werk, en integratie.
Verstopping is kostbaar
De opvang van de asielinstroom is een taak van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers
(COA). Vergunninghouders zijn de laatste schakel in de COA-opvangketen. Die keten gaat
van crisisnoodopvang (in tenten), tot noodopvang (in sporthallen), tot reguliere opvang in
asielzoekerscentra. Een keten waarin de nadruk ligt op tempo en volume.
Nu is de COA-opvangketen verstopt: vergunninghouders die noodgedwongen in de reguliere
opvang verblijven bij gebrek aan een woning; op 1 februari 2016 waren dit ruim 20.000
vergunninghouders, een toename van 6.000 sinds oktober 2015. Dit zet de kerntaak van het
COA verder onder druk. Zeker nu de omvang van de asielinstroom onvoorspelbaar is en
asielzoekerscentra niet overal op maatschappelijk draagvlak kunnen rekenen. Bovendien is
verstopping in de opvangketen kostbaar voor de overheid. Vandaar dat het urgent is
manieren aan te dragen waarop gemeenten tempo en volume van woningbouw kunnen
vergroten.
Nieuwe huurwoning moet leiden tot doorstoming
Hoewel de omvang van de asielinstroom met onzekerheid is omgeven, zullen tenminste
100.000 vergunninghouders moeten worden gehuisvest: een robuuste opgave, die zal leiden
tot snel oplopende taakstellingen voor gemeenten. Een snelle en forse productie van nieuwe
huurwoningen is volgen ons alleen mogelijk via een nationale impuls. Een nationaal
programma van tenminste 30.000 energieneutrale huurwoningen. De verstopping in de COA-
opvangketen is de directe aanleiding. Daarnaast spelen mee: doorstroming vanuit de
bestaande sociale huurwoningenvoorraad, duurzaamheidsdoelstellingen van kabinet en
gemeenten en de betaalbaarheid voor huurders.
Ook een nationaal programma, omdat deze urgente en omvangrijke opgave niet alleen door
woningcorporaties kan worden opgelost. Ook zonder huisvesting van vergunninghouders
functioneren lokale woningmarkten gebrekkig. Daarom is het nodig dat de nieuwe
huurwoningen ook leiden tot doorstroming.
Rijksoverheid wordt probleemeigenaar
Normaliter kan nieuwbouw van huurwoningen worden georganiseerd via de
woningcorporaties of Nederlandse institutionele beleggers. Beide wegen zijn op dit moment
moeilijk begaanbaar. Woningcorporaties hebben de wettelijke opdracht zich te beperken tot
sociale huur en passend toe te wijzen tot de aftoppingsgrens van de huurtoeslag.
Institutionele beleggers zijn welwillend, maar -nog- niet toe aan een dergelijk omvangrijke
inspanning in dit huursegment over verschillende middelgrote gemeenten. De vraag is
daarom welke nieuwe woningaanbieders zijn te organiseren?
In tijden van ernstige crisis wordt de rijksoverheid ongevraagd maatschappelijke
probleemeigenaar. Het COA is gebaat bij een extra geoormerkt beschikbaar aanbod in
gemeenten. Veel gemeenten hebben behoefte aan invulling van hun harde plancapaciteit en
er is veelal voldoende uitgeefbare grond beschikbaar. Ook kennen steden lange termijn
arbeidsmarktvraagstukken om hun economische structuur te vernieuwen. Hierdoor is grote
behoefte aan huurwoningen in het middensegment.
Organisatiekracht, geen subsidies
Indien oplossingen vanuit individuele gemeenten moeten groeien, gaat dit te langzaam. Dat
laten de oplopende taakstellingen nu al zien. De lokale planningsaanpak is niet opgewassen
tegen bijna naoorlogse kwantiteitsvraagstukken. Alleen al daarom is een landelijke
interventie nodig, waarbij tegelijkertijd met het oog op de noodzaak tot doorstroming en
toekomstige vraaguitval, de woningvoorraad kwalitatief verantwoord moet worden
ontwikkeld. Dit betekent energie neutrale woningen volgens een standaard ontwikkel- en
bouwconcept binnen nauwgezette bandbreedte van huur- en grondprijzen.
Van de rijksoverheid wordt organisatiekracht verwacht, geen subsidies. Er is voldoende
privaat geld in de markt om deze bouwproductie te kunnen financieren en de huren rendabel
en betaalbaar te houden: €650 - €800 incl. energielasten. Wij gaan er vooralsnog vanuit dat
de nationale impuls 30.000 woningen in een periode van 10 jaar kan opleveren. De eerste
10.000 woningen zouden al binnen 3 jaar gerealiseerd moeten worden: indien circa 40
middelgrote gemeenten meedoen, is dit een bouwopgave van 250 woningen per gemeente.
Gespreid over 3 jaar wordt dit een gemeentelijk project van circa 80 woningen. Dit zijn
beheersbare aantallen met acceptabele risicoprofielen mits aangejaagd vanuit de
rijksoverheid: met een beetje geld waar nodig, maar vooral met stevige overtuigings- en
organisatiekracht als ware het een militaire operatie en de crisis- en herstelwet als stok
achter de deur. Woningbeleggers uit binnen- en buitenland zullen dan naar verwachting hun
werk doen.
Door: Ad Hereijgers en Ton Streppel
bureau073 volkshuisvesting en ruimte