Woningfinanciering een inleiding Hoofdstuk 4. hoofdstuk 42 Juridische aspecten Registergoederen...
-
Upload
monique-coppens -
Category
Documents
-
view
216 -
download
2
Transcript of Woningfinanciering een inleiding Hoofdstuk 4. hoofdstuk 42 Juridische aspecten Registergoederen...
Woningfinancieringeen inleiding
Hoofdstuk 4
hoofdstuk 4 2
Juridische aspecten
RegistergoederenBeperkte rechten
Noodzaak van inschrijvingRangorde tussen inschrijvingen
Het recht van hypotheek
HuisvestingsvergunningStads- of dorpsvernieuwingsgebiedKoopsubsidie
Hypotheekbedingen
hoofdstuk 4 3
Registergoederen
Goederen: alle zaken en alle vermogensrechten (art. 3:1 BW)
Registergoederen: voor vestiging en overdracht is inschrijving in de openbare registers noodzakelijk (art. 3:10 BW) Inschrijving van de feiten die voor de
rechtstoestand van registergoederen van belang zijn
hoofdstuk 4 4
Registergoederen
Alle onroerende zaken Alle teboekstaande schepen en
luchtvaartuigen Aandelen in registergoederen Beperkte (vermogens)rechten op
registergoederen
hoofdstuk 4 5
Beperkte rechten
Recht dat is afgeleid van een meer omvattend recht (art. 3:8 BW)
Recht van erfpacht
Recht van hypotheek
Appartementsrecht
Recht van opstal
Recht van vruchtgebruik
hoofdstuk 4 6
Recht van erfpacht
Zakelijk recht om een onroerende zaak (meestal grond) van een ander te houden en te gebruiken (art. 5:85 BW) Zakelijk: recht is gebonden aan de zaak, niet
aan de persoon Erfpachter betaalt doorgaans een eenmalige
of periodieke vergoeding voor dit recht de (erfpacht)canon
Aftrekbaar voor belasting evenals de rente voor een lening voor de afkoop hiervan
hoofdstuk 4 7
Recht van erfpacht
Erfpachter heeft in principe zelfde genot van de zaak als een eigenaar (art. 5:89 BW lid 1)
Verticale natrekking Eigenaar van de grond wordt automatisch ook
eigenaar van alle gebouwen hierop Erfpachter heeft in principe het recht door hem
zelf aangebrachte gebouwen/ verbeteringen weg te nemen (art. 5:89 BW lid 3) Na het einde van de erfpacht heeft hij recht op
vergoeding van de waarde (art. 5:99 BW)
hoofdstuk 4 8
Recht van erfpacht
Gewone lasten en onderhoud komen voor rekening van de erfpachter (art. 5:96 BW)
Toegestaan zijn: Bezwaring met een beperkt recht
Meestal: recht van hypotheek Overdracht aan een derde
Voor NHG moet resterende duur van het recht minstens gelijk zijn aan de helft van de looptijd van de lening
hoofdstuk 4 9
Recht van vruchtgebruik
Zakelijk recht om goederen van een ander te gebruiken en de vruchten daarvan te genieten (art 3:201 BW)
Heeft altijd een eindige duur (art 3:203 BW)
Gewone lasten en onderhoud komen voor rekening van de erfpachter (art. 3:220 BW)
hoofdstuk 4 10
Recht van opstal
Zakelijk recht om in, op of boven een onroerende zaak van een ander, gebouwen, werken of beplantingen in eigendom te hebben of te verkrijgen (art. 5:101 lid 1 BW) Opstaller betaalt doorgaans een eenmalige of
periodieke vergoeding voor dit recht de retributie
Geen verticale natrekking
hoofdstuk 4 11
Recht van opstal
Voorbeelden: Recht om op de grond van een ander een
woning in eigendom te hebben Recht om een zendmast te plaatsen
Bij tenietgaan van het recht gaat het eigendom over op de eigenaar van de onroerende zaak (art. 5:105 lid 1 BW) Opstaller heeft dan recht op vergoeding van
de waarde van het eigendom
hoofdstuk 4 12
Appartementsrecht
Aandeel in de eigendom van gesplitste goederen met het exclusieve gebruiksrecht van een bepaald afzonderlijk gedeelte (het privé-gedeelte) Meestal gebouw met appartementen Splitsing in beneden- en bovenwoning is ook
mogelijk Zie art. 5:106 lid 4 BW
hoofdstuk 4 13
Appartementsrecht
Appartementseigenaar: Slechts mede-eigenaar van het gehele
gebouw Van rechtswege lid van de VvE Verplicht tot betaling van VvE-bijdrage
hoofdstuk 4 14
Recht van hypotheek
Het recht om op de daaraan onderworpen registergoederen een vordering tot voldoening van een geldsom bij voorrang boven andere schuldeisers te verhalen (art 3:227 BW)
Kan worden gevestigd op: Het volledige eigendom van de woning Een beperkt recht op de woning
Is zelf ook een beperkt recht!
Vergelijk met recht van pand
Hypotheekgever ↔ hypotheeknemer (= hypotheekhouder)
hoofdstuk 4 15
Recht van hypotheek
Hypotheekhouder is: preferente crediteur
Uitzondering op algemene regel (art 3:277 lid 1 BW)
concurrente crediteur voor restantvordering als opbrengst woning < grootte van vordering
accessoir (= afhankelijk) recht (art 3:7 BW) gaat teniet als schuld is voldaan
hoofdstuk 4 16
Recht van hypotheek
Hypotheekhouder heeft het recht van parate executie (art 3:268 BW) Maakt doorgaans pas na enkele maanden van wanbetaling
gebruik van dit recht Bij NHG mag pas na zeven maanden van dit recht worden
gebruik gemaakt
Hypotheekakte bevat twee bedragen Hypotheek dient ook tot zekerheid van drie jaren wettelijke
rente (art 3:263 lid 1 BW) Voor eventueel langer tijdvak is maximumbedrag vereist (
art 3:263 lid 2 BW)
hoofdstuk 4 17
Noodzaak van inschrijving
Inschrijving van een notariële akte in de openbare registers is nodig voor: Overdracht van een onroerende zaak (
art 3:89 BW) Vestiging, overdracht en afstand van een
beperkt recht op een onroerend goed (art 3:98 BW)
geldt dus ook voor het recht van hypotheek! ( zie tevens art 3:260 BW)
hoofdstuk 4 18
Noodzaak van inschrijving
Gevolg: eigendomsrecht en daarvan afgeleide beperkte rechten zijn absolute rechten Handhaving tegenover iedereen
mogelijk dankzij inschrijving ↔ relatieve / persoonlijke rechten Droit de suite (zaaksgevolg)
hoofdstuk 4 19
Rangorde tussen inschrijvingen op eenzelfde registergoed Bepaald door volgorde van inschrijvingen (
art. 3:21 BW) Zelfde tijdstip van inschrijving tijdstip van
opmaak van akten is beslissend
Hoofdregel: het recht van eerdere inschrijving heeft voorrang op de rechten van alle latere inschrijvingen Uitzonderingen zijn mogelijk (zie bijv.
art. 505 lid 3 Rv)
hoofdstuk 4 20
Rangorde tussen inschrijvingen op eenzelfde registergoed Gevolg: ook rangorde tussen hypotheken
Eerste hypotheek, tweede hypotheek enzovoorts
Van belang bij executoriale verkoop Art 3:262 BW geeft uitzondering op hoofdregel
hoofdstuk 4 21
Hypotheekbedingen
Extra zekerheden voor hypotheekhouder Mits in hypotheekakte opgenomen Doel: waardedaling van onderpand
voorkomen Vier hypotheekbedingen:
HuurbedingBeding van niet-verandering
Beding ter voorkoming van het wegneemrechtBeheer- en ontruimingsbeding
hoofdstuk 4 22
Huurbeding (art. 3:264 BW)
Voorkomt toepassing van regel ‘Koop breekt geen huur’ (art. 7:226 BW)
Kan worden ingeroepen tegen: latere verkrijgers van het pand persoon aan wie recht op huurpenningen
wordt vervreemd of verpand latere verhuring van de woning
huurder heeft recht op vergoeding uit de opbrengst van de executie
hoofdstuk 4 23
Huurbeding
Inroeping kan pas plaatsvinden na aanzegging door hypotheekhouder aan
hypotheekgever dat hij tot executie wil overgaan
verlof van de voorzieningenrechter wordt alleen niet verleend als woning in
verhuurde staat ook al genoeg opbrengt
Inroeping kan onder voorwaarden ook plaatsvinden door nieuwe eigenaar van woning
hoofdstuk 4 24
Beding van niet-verandering (art. 3:265 BW) Inrichting of gedaante van de woning mag
alleen veranderd worden na toestemming van de hypotheekhouder Vereiste toestemming wordt door
hypotheekgever bijna nooit gevraagd
hoofdstuk 4 25
Beding ter voorkoming van het wegneemrecht (art. 3:266 BW) Aangebrachte veranderingen en/of
toevoegingen mogen door de hypotheekgever weer worden weggenomen (ius tollendi = wegneemrecht) mits zaak in oude toestand wordt
teruggebracht tenzij in hypotheekakte is bedongen dat deze
veranderingen en toevoegingen verplicht tot onderpand van de vordering strekken
hoofdstuk 4 26
Beheer- en ontruimingsbeding (art. 3:267 BW) Hypotheekhouder mag woning in beheer
nemen als:1. hypotheekgever in ernstige mate te kort
schiet in zijn verplichtingen
2. na toestemming van de voorzieningenrechter
3. nadrukkelijk in hypotheekakte bedongen Ook ontruiming van de woning is onder
voorwaarde toegestaan
hoofdstuk 4 27
Overige aandachtspunten bij het recht van hypotheek Hypotheekhouder heeft recht van pand op
alle vorderingen tot vergoeding op basis van (verplichte!) opstalverzekering (art. 3:229 BW)
Voor bezwaring met recht van hypotheek is toestemming van echtgenoot vereist (art. 1:88 lid 1 sub a BW)
hoofdstuk 4 28
Einde van het recht van hypotheek
Door aflossing van de geldlening Door levering als gevolg van een executoriale
verkoop en voldoening van de koopprijs (art.3:273 BW) totale zuivering
Hypotheekhouder is verplicht een verklaring van waardeloosheid af te geven (art. 3:28 BW lid 1)
Na inschrijving van verklaring in openbare registers kan de inschrijving van het recht van hypotheek worden doorgehaald (art. 3:28 BW lid 2)
hoofdstuk 4 29
Huisvestingsvergunning
Doel: eerlijke verdeling van goedkope woonruimte
Alleen als: Gewenst door gemeente Huur of koopprijs onder de huurprijsgrens resp.
koopprijsgrens
Voorwaarden voor vergunning: Economische of maatschappelijke binding met
gemeente Inkomen onder een bepaalde grens
hoofdstuk 4 30
Stads- of dorpsvernieuwingsgebied
Vestiging van voorkeursrecht door gemeente Vastlegging van besluit in gemeentelijk
beperkingenregister Verplichte raadpleging hiervan door notaris
Bij verkoop Eerst verplichte aanbieding van het onroerend
aan gemeente Als gemeente niet wenst te kopen:
Drie jaar lang vrijheid om aan derde te verkopen Voorkeursrecht vervalt dan niet!
hoofdstuk 4 31
Stads- of dorpsvernieuwingsgebied
In uiterste geval kan gemeente de grond plus opstallen verwerven via onteigening (art. 14 Grondwet) Mits aantoonbaar algemeen belang op gebied
van ruimtelijke ordening of volkshuisvesting Eigenaar heeft recht op schadeloosstelling
hoofdstuk 4 32
Koopsubsidie
Op grond van Wet bevordering eigenwoningbezit Voorwaarden over
Leeftijd Maximale hoogte van toegestaan eigen vermogen Hoogte van de koopsom Hoogte van hypothecaire geldlening Verplichte lening met NHG Rentevaste periode Looptijd van lening