Wondgenezing

download Wondgenezing

of 38

Transcript of Wondgenezing

Wondgenezing

Samensteller: Matthias Steinebach7 -10-2007

Definitie

Een wond is de onderbreking van de normale samenhang van weefsel.

Dus overal waar iets kapot is, kan dit als een wond beschouwd worden. Dus niet alleen een snijwond ..

Maar ook een botbreuk, een gescheurde enkelband of een maagzweer is een wond.

Dat betekent dat bij al die wonden de fases in het genezingsproces hetzelfde zijn en dat die fases op soortgelijke wijze ondersteund kunnen worden met therapeutische handelingen.

Als er weefselschade optreedt is de kans groot dat er een bloedvat beschadigd wordt: de wond gaat bloeden. Afhankelijk van de grootte van het bloedvat en de plek van de wond kan het bloedverlies klein of groot zijn.

Het stolsel zal de wond in eerste instantie opvullen en bij een huidwond daarmee het interne milieu ook afsluiten. Er is een eerste provisorische hechting van de wondranden aan elkaar.

Vanuit de wondranden, dus vanuit het vitale (= nog levende weefsel) groeien kleine haarvaten. Deze voorzien bindweefselcellen (fibroblasten) van voedsel. Dit wordt

granulatieweefselgenoemd. Dit ziet er helder rood uit en bloedt snel.

Tegelijkertijd wordt het stolsel afgebroken en bij de huid groeit het epitheel onder de korst. Na enige tijd is de hele wond gevuld met granulatieweefsel De oorspronkelijke wond is dan ook afgesloten met epitheel. De korst valt dan af.

Er blijft dan een litteken over. Hoe meer de wond gaapte, hoe breder het litteken. In de huid zitten in dit litteken geen haren en zweet- en talgklieren en maar weinig bloedvaten . Het is ook stugger dan de originele huid.

Het gapen van de wond (dehiscentie) wordt mede bepaald door de orintatie van de wond ten opzichte van de huidlijnen van Langer. Loopt de wond parallel aan deze lijnen dan gaapt de wond weinig. Loodrecht op deze lijnen dan gaapt de wond wel.

Als het even kan zal de chirurg bij een ingreep parallel aan deze lijnen de incisie maken om zo een minder ontsierend litteken te veroorzaken.

In de loop van de tijd wordt de bouw van het litteken aangepast aan de trekrichting, het litteken vervaagt. Gebrek aan pigment is iets dat echter vaak blijft.

Bij botten en pezen wordt het bindweefsel ook omgebouwd zodat het de verschillende krachten op kan vangen.

Omdat vuil in de wond de genezing kan vertragen is het verstandig om elke wond te reinigen. Uitspoelen onder de kraan of met een speciale zeepoplossing is voor eenvoudige wonden vaak toereikend.

Om de genezing van een wond sneller te laten verlopen kan men de wondranden naar elkaar toebrengen (approximeren). Dit kan door hechtingen maar ook met zwaluwstaartjes, steristrips of Histo-acryl (wondlijm).

Na reinigen en verdere verzorging van de wond moet de wond beschermd worden. Een absorberend verband dat op zijn plaats gehouden wordt door en zwachtel of bandafix is meestal voldoende.

Wonden die stabieler moet blijven tijdens het genezingsproces moet steviger verbonden worden. Soms is de rust die een mitella geeft voldoende, maar bij botten is het betere metsel- of spijkerwerk nodig (gipsspalk of osteosynthese)

Verstoorde wondgenezing

Door allerlei factoren kan de wondgenezing vertraagd zijn. Er wordt daarbij onderscheid gemaakt in lokale en algemene (of systemische) factoren.

Vertraagde wondgenezinglokale factoren I

Een belangrijke verstorende factor is de grootte van de wond. Hoe meer weefsel verdwenen is, hoe meer weefsel moet worden bijgemaakt dus hoe langer het duurt.

Verstoorde wondgenezing lokale factoren II

Ook kan vreemd materiaal in de wond de genezing vertragen. Splinters, kogels, grint en wat er nog meer in een wond kan achterblijven, voorkomt dat de wond dichtgroeit. De wond geneest pas als er niets vreemds meer in zit.

Verstoorde wondgenezing lokale factoren

Dit geldt ook voor hechtingen! Hechtingen die de chirurg aanbrengt moeten OF vanzelf oplossen (resorbeerbare hechtingen) OF verwijderd worden.

Verstoorde wondgenezing lokale factoren III

Een ander probleem is de aanwezigheid van avitaal weefsel. Dit zijn weefselflarden die zeer waarschijnlijk zullen afsterven. De chirurg moet dit weefsel verwijderen.

Hierboven is er sprake van een chronische wond in de bilspleet, waarschijnlijk een sinus pilonidalis; dit is een gevolg van een ingegroeide haar. De lijn geeft aan wat er allemaal verwijderd moet worden!

Verstoorde wondgenezing lokale factoren IV

Een zeer beruchte verontreiniging van de wond zijn bacterin. Als de wond te lang open blijft (> 6 uur) hebben ze tijd om zich aan te passen en mag de wond niet gesloten worden. Er is dan namelijk een grote kans op infectie Deze periode heet de Friedriechse periode.

De kans op verontreiniging met bacterin neemt natuurlijk toe als de wond ontstaat in een vieze omgeving. In een operatiekamer probeert men de bacterieconcentratie zo laag mogelijk te krijgen

Een beruchte verontreiniging is die met de clostridium tetani. Dit kan bij wonden met veel dood weefsel wondkramp of tetanus veroorzaken. Door gifstoffen die de bacterie produceert ontstaat er een overgevoeligheid voor prikkels. Het lichaam reageert dan met krampen op alle soorten prikkels. De persoon blijft hierbij echter bij volledig bij bewustzijn. (zie ook presentatie Exantheemziekten)

Verstoorde wondgenezing lokale factoren V

Een andere lokale factor is de doorbloeding. Als de plaatselijke doorbloeding door welke factor dan ook verminderd, belemmert dit de wondgenezing. Het bekendste voorbeeld is decubitus of bedzweer. Er ontstaan dan wonden op de drukplekken; daar waar het bot dicht onder de huid zit. Dit leidt vaak tot grote gaten

Verstoorde wondgenezing lokale factoren VI

Een wond van huid of slijmvliezen die geen of slechts weinig neiging tot genezing vertoond wordt een ulcus (zweer) genoemd. Er zijn dan altijd n of meer van de vertragende factoren aanwezig. Zo kan er een ulcus zijn van de huid, maagwand of dikke darm.

Verstoorde wondgenezing lokale factoren VI

De aanwezigheid van kwaadaardig weefsel in de wond voorkomt ook genezing. Er wordt dan gesproken van een maligne ulcus. Dit kan voorkomen bij huidkanker (een ulcus rodens oftewel de knagende zweer) of bij doorgroei van een gezwel in de borstklier (mammacarcinoom).

Vertraagde wondgenezingsystemische factoren

Bij systemische factoren zijn er ongunstige factoren die in het hele lichaam gelden. Denk daarbij aan diabetes mellitus (suikerziekte), ondervoeding en maligniteiten (kanker)

Verstoring in het littekenweefsel

Soms gaat de vorming van het littekenweefsel te goed. Er wordt dan meer bindweefsel gevormd dan nodig is. Blijft het teveel aan bindweefsel (collageen) beperkt tot het oorspronkelijke litteken dan is er sprake van een hypertrofisch litteken.

Stoornissen in littekenvorming

Komt er ook extra collageen in de huid naast het litteken weefsel dan wordt dit kelod genoemd. Dit is onder andere afhankelijk van het soort wond (brandwond, chronische ontsteking zoals bij acne). Ook is het mede erfelijk bepaald.

Stoornissen in littekenvormingSoms wordt deze aangeboren neiging tot keloidvorming zelfs gebruikt om doelbewust het lichaam te verfraaien!

Gevolgen littekenvorming

Littekenweefsel heeft de neiging om op de lange duur te verkorten. Hierdoor wordt de huid strakker. Als dit bij een gewricht gebeurt kan dit de beweging beperking. Er wordt dan gesproken van een contractuur (dwangstand).

Gevolgen littekenvorming

Ontstaat het litteken in een buisvormig orgaan zoals de slokdarm of de maaguitgang, dan ontstaat er een vernauwing. Er is dan sprake van een stenose of strictuur. Het eten kan er dan minder goed door. Er is een passage stoornis.

Gevolgen littekenvorming

Een psychosociaal belangrijk gevolg van littekens is dat ze behalve functioneel storend zeer ontsierend kunnen zijn. Dus met name littekens in het gelaat of op de handen kunnen als zeer belastend worden ervaren.

En nu snel wegwezen want er zit een verbandje los!!